Historisch Archief 1877-1940
No. 1765
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De strijd om de broek.
Scheteteekeninz naar een der miséiecordes
in de Kathedraal te Bonaan.
Een stukje voorgeschiedenis van
de Jupe-Culotte.
i.
Haute Nouveauté, de jnpe culotte?... Maar
wie dit meent, vergist zich, want talrijk zijn
de telkens herhaalde pogingen der vrouw
in den loop der tijden geweest, om zioh het
meest kenmerkende kleedingstuk van den
man te veroveren in vollen eigendom. Beeds
de graveurs uit de late middeleenwen heb
ben ons den strijd om de broek in hun
prenten voorgesteld. La cullotte" stond
absoluut buiten de garderobe der
middeleeuwsche vrouw, maar dit maakte de sym
boliek de» te krasser, want de sehoone
huigpotentaat, die in den tijd van Jacoba
van Beieren of Maria van Bourgondiöde
broek aan had", bevocht een verovering,
die toen van grooter originaliteit was dan
heden, nu de ontstentenis der culotte''naar
de donkere wildernissen verhuisd is. Al
deze voorstellingen echter zijn symbolisch,
evenals de tal
rijke 18e
eeuwsche prenten,
die
heteenigszins groYe blij
spel-onderwerp
(een kolf je D aar
de hand van
Asselijn en zijn
kornuiten) be
handelen, van
de vrouw, die
met den man
worstelt en
heibeit voor de
heilige zaak
der culotte".
Men vindt er
meerdere, die,
ter symboli
seering van het
slechte huis ?
houden, de
stuk aan te schieten. De enkele Nederlandiche
heldinnen, de Haarlems ohe Eenau Hasselaar,
de Utrechtsche Catharina van Lee input,
Bertrade van Eyssehtein en nog eenige
andere, zijn, meen ik, van deze smet vrij ge
bleven ; maar de amazonen van andere landen
droegen wapenrusting en uniform als ieder
mannelijk landsverdediger. En deze behoor
den sedert overouden tijd geenszins tot de
zeldzaamheden. De geschiedenis der kruis
tochten vermeldt het gedenkwaardige feit,
dat door de Saracenen na het beleg van
St. Jean d'Aore onder de gevangenen drie
vrouwen ontdekt werden, die een zware
mannelijke wapenuitiusting droegen; en
zoo zijn er voor en na dien tijd velen ge
weest, die en culotte-non-jupe"de gevaren
van den strijd gingen trotseeren. De strijd
bare vrouw was de feministe van de middel
eeuwen en van het tijdperk der Renaissance,
en Jeanne d'Are, die door haar heldendaden
de onsterfelijkheid verwierf, is geen uitzon
der! c g, maar slechts de meest schitterende
figuur eener geheele groep, waarvan we
het type in de geschiedenis van alle landen
en van alle tijden weervinden. Henriëtte
Fustowoilof, die gedurende den Poolschen
opstand in 1863 adjudant was van den leider
der Poolsche beweging; Alexandra Mari, die
in het laatst der 18e eeuw zich een heldhaftig
luitenant toonde in het Italiaansche leger,
Catharina Clairc, die in den slag bij Wagram
als kanonier wonderen van dapperheid
verrichtte, zijn slechts enkele in 't wilde
gekozen voorbeelden uit de duizenden
vrouwen, die zich in 't mannekleed een
plaats op 't historieblad veroverden.
BÜdeze allen echter was 't een wat
harder en ruwer drijfkracht dan de mode,
welke haar de broek boven de rok deed
verkiezen. Nochtans heeft bij 't soldatisme
der vrouwen (in vredestijd natuurlijk) ook
de mode wél haar rol gespeeld.
Zoo heeft men o. a. in Engeland herhaal
delijk weerbaarheidscorpsen van vrouwen
opgericht, die
in een bekoor
lijk en welge
kozen uniform
(?culotte bien
drapée gaas
jupb") zich
oefenden in
schieten en
schermen.
Wanneer ik
de afbeelding
dezer unifor
men beschouw,
verbaast het
mij min of
meer, dat ko
ning Edward
niet het goede
voorbeeld van
dei
menscheneters koning
Dahomey
en
van
elk : met n
been in een der pijpen van dezelfde
broek, een min of meer pijnlijke toestand,
die naar we hopen niet tot de kwade
gevolgen zal gaan behooren der her
nieuwde broeken-mode. Voor de vrouw
is de broek aanvankelijk steeds een zinne
beeld geweest van strijd, en het waren
bovenal in ouder dagen de militante vrou
wen, die de rok terzijde wierpen, om met
het meest manlijke aller bedrijven, het
militairisme, zich het mannelijke
kleedingbeide echtelin- Oude volksprent (houtgravure), voorstellende hoe ongelukkig gevolgd,
gen Vertoon en, een gezin is, waar man en vrouw beiden de broek aanhebben, zich een
der?" ' " gelijk corps
van dames tot een lijfwacht gekozen heeft.
Het ligt niet in mijn plan, u een opsom
ming te geven van de duizenden vrouwen,
die de uniform droegen, want deze Walkiiren
collectie staat slechts zijdelings in betrek
king tot ons mode-onderwerp, maar ik wil
met u praten over de dames, die vrouwelijke
gratie trachtten te verleenen aan het
mannou pak. Men heeft deze reformatrices der
vrouwelijke kleedij aangetroffen onder alle
standen der maatschappij, maar vooral ook
onder de vrouwen van hooge geboorte en
de beroemde vrouwen.
Catharine Cornaro, koningin van Cyprus,
(1454?1510', was wellicht de eerste vorstin
die hulde bracht aan het culottisme; maar
men vertelt van haar, dat zij de consequentie
al te ver doorvoerde door tevens een snor
en een baard te bezitten, en dit klopt geens
zins met onze twintigste eeuwsche begrip
pen van elegance, evenmin als het streven
naar mannelijke manieren en een mannelijk
uiterlijk, waardoor koningin Christina van
Zweden zich in het midden der 17e eeuw
onderscheidde. De geschiedenis heeft deze
vorstin de zonderlinge woorden in de mond
gelegl: Indien ik de mannen verkies boven
de vrouwen, dan is dit niet, omdat ze mannen,
maar omdat ze geen vrouwen zijn!" en ik
dank piet Schopenhauersch genoeg, om dit
aphorisme toe te juichen.
Nochtans moeten we hier het merkwaar
dige feit vermelden, dat zij en culotte" in
1654 een reis begon door geheel Europa,
dat zij de Venetiaansche paleizen bezocht
in een compleet manshabijt, en dat zij door
Weenen wandelde, versierd met een Turksche
pantalon. Misschien was zij dus toch wel
de eerste, die jupe" en culotte" trachtte
te vereenigen, gelijk ook uit de meer uit
voerige beschrijvingen van haarkleedij blijkt,
welke sommige van haar tijdgenooten ons
mededeelden. Haar neiging voor
manskleeVenetiaansche danseres uit de 16e eeu*.
De teekenaar der Groene11 heeft verleien
week, indien het geen artistieke vrijheid was,
een (dubbele) font tegen de etiquette begaan,
door de kurk vaneen champagnefiesch tegen
den nens van den heer Monis te laten sprin
gen. Onzen lezers behoeden wij natuurlijk niet
te zeggen, dat dat niet alleen niet mocht, maar
niet mocht kun-en. Madame Etiquette schrift
voor, de kurk nadat het ijzerdaad is door
gesneden, heel stil in een servet weg te
nemen, evenals een ander voorschrift luidt
dat gij de flesch bij het inschenken niet
zooals met anderen wijn geschiedt by het
achtereinde behoort te nemen, doch bij den
hals.
Een ander voorschrift wilde, naar 't scheer,
dat gij den godendrank niet zóónitdeflescb.
in de bekende ronde glazen schonk, maar
hem vóór het diner, in een waterkan deed
overbrengen en hem daaruit in tumblers
aan de gasten serveerde. Ik vind de^en
gewilden eenvond haast nog protsiger dan een
vroolijk knallende kurk.
Goede champagne moet helder z\jn, krach
tig schuimen en blijvend opbruisen. Geen
zijner bestanddeelen mag men hinderlijk
proeven.
Frankrijk is en blijft voorshands, ondanks
alle wqnboerenoproeren, het land der cham
pagne. Niet omdat ebampaane noodzakelijk
moet komen uit hst Franscne landschap van
dien naam want dank zy den grooten
vooruitgang der oenologie kan men tegen
woordig schuimwyn maken van eiken gegeven
wyn, zelfs van de goedkoopste, zelfs van die
?welke geen enkele gig t kiem bevatten, alleen
door toevoeging van 26 gram suiker per
liter en een zekere hoeveelheid met meer
of minder zorg uitgekozen wyngist. 1) De
reden zal wel zyn, dat het publiek, dat het
onderscheid in bereiding van echten en
nagemaakten champagne niet kent, er nog
altijd een zekere waarde aan hecht, cham
pagne uit de streak zelf te bekomen, al
beteekent dat niets meer.
Het drinken van champagne is al heel
oud. Volgens Brillat-Savarin heeft champagne
in 1597 het feestmaal besproeid, waarmode
da F/ansche koning Karel VI en de Duitsche
keizer Wenzel te Reims een verdrag be
klonken. Als uitvinder wordt echter de pater
van een klooster te St. Peter bij Hautvillej-s
aangewezen, die in de 17e eeuw over de
kelders gesteld was en te zorgen had voor
het bewartn van den wyn dien de boeren
van den omtrek voor het klooster moesten
opbrengen. Van elke tien vaten ging er een
naar de kelders der heilige mannen. Dom
Perignon, zoo heette onze pater, bottalde
dat deel van den wijn, dat hem hèt best toe
scheen en sloot de flesschen met de destijds
voor het eerst in zwang komende
champagnekurker, Hy' ontstelde niet weinig toen na
eenigen tij d de kurken van de flesschen spron
gen en het schuimende druivennat over den
kelder vloer stroomde. Perignon nam allerlei
proeven tot hij eindelijk den wijn te voor
schijn bracht dien wy thans als champagne
kennen.
Bg Perignons dood in 1715 ging het ge
wichtige geheim der bereidingswijs over op
1) Dr. Ch. Abadie, wijnbouwer te Gaillac
(Tam) in den Petit Temp» van 15 April 1911.
Mynwerksters in de Borinage.
ren bleek aan 't Zweedsche hof aanstekelijk,
want nok van Ulrica Eleonora, zuster van
Earel XII,en koningin van Zweden inl731-14,
kan men op haar in het Museum te Versailles
bewaard portret constateeren, dat zij het
rijk- georneerde staatsiekleed eens vorsten
verkoos boven het ruischende, slee pende
f e waad der vorstin. Een schrijver tijdgenoot,
ie haar aldus aanschouwde, spreekt met
eenig sarcasme over ees jambes de coq",
die haar keuze van kleedij niet schenen
te rechtvaardigen, maar heeft overigens
Oreatie van Lady Bactive te Londen: de
devided skirt van 1686.
woorden van lof voor de ele^ance, waarmee
zij het prinselijk gewaad droeg.
Niemand zal het verwonderen, dat deze
Noorsche amazone haar pendant vond in
de Russische Keizerin Catharina II, die
reeds gedurende haar meisjesjaren er be
hagen in schepte in travestie snoepreisjes
te maken met haar amants,en die ook als kei
zerin gëuniformd voor haar troepen uitreed
ah een beau-cavalier, schrijlings te paard,
in kaplaarzen en rijbroek, de kozakkenmuts
met nonchalante gratie op de gekroesde
lokken. Dit was trouwens geen noviteit
voor het rijk der Moscoviten, want ook van
Czarina Elisabeth Petrowna (1709-1762)
bestaat een portret, dat haar vertoont in
manskleedij te paard Van meer belang
intusschen is het voor de strijdende mode
wereld, waar de anti-culottisten nog in de
meerderheid zijn, dattwee andere vorstinnen,
die zich onderscheidden a:s toonbeelden van
schoonheid en elegance, evenmin de culotte"
versmaad hebben. Een oude prent vertoont
de schitterende en beklagenswaardige
Fransche Koningin Marie Antoinette te paard
gezeten als amazone, maar niettemin in
de w\jde Turksche pantalon, die ook thans
de gemoederen der beau monde beroert.
(Slot volgt). J. D. C. VAN DOK K r M.
Sciiilillüiör en geologie.
Medisch is er reeds lang een zeker ver
band aangetoond dat bestaan moet tueschen
de geheimzinnige scbildklier, die door baar
onregelmatige werking ons leven ernstig
kan bedreigen, en de toestand van
imbeciliteit, die als cretinisme bekend is, vooral
beerechend op groote schaal in deelen van
Zwitserland. Wat de schildklier in de war
brengt bij zoovele menschen in een bepaalde
streek, bleek weer op zijn beurt samen te
hangen met het gebruikte drinkwater. Andere
drinkwater-toevoer had dikwijls een zeer
merkbare verbetering ten gevolge voor zoo'n
btreek. Door proeven op dieren werd dit
verband bevestigd.
Denkend dat een of andere ziektekiem de
oorzaak kon zyn van de
Echildklier-afwykingen, heeft men het drinkwater, dat slech
ten invloed had, onderzocht; maar zelfs het
best gefiltreerde water had nog denzelfden
invloed, hoewel toch vermoedelijk alle erin
zwevende ziektekiemen door de filters tegen
gehouden werden. Water, dat verhit werd tot
75°C. bleek nog werkzaam, maar bij hooger
verwarming, boven £0 C., werd het schade
loos. Men vermoed uit dit verschijnsel, dat
pater Philipp, die het vyfiig jaren lang trouw
bewaarde en overleverde aan zijn opvolger
Lemaitre. Na diens dood nam de abdij de
bereiding zelf ter hand en de drank, die de
tafel van Lodewyk X[V verlustigd had,
verecheen bij een der beruchte slemppartyen by'
den hertog de Vendome. Al spoedig vond
men uit, suiker toe te voegen, waardoor ook
goedkoopere wijnaoorten in champagne kon
den worden veranderd.
Het klinkt vreemd, maar champagne wordt
bijna alleen uit blauwe druiven gewonnen,
waarmede de beroemdste wynbergen in
Ctampagne uitsluitend begroeid zyn. Ds
kleur van den wijn hangt trouwens alleen
van de wyze van behandeling af. Alle of
nagenoeg alle verfstof zit in den eciiil, de
vrucht zelf is zoo goed als kleurloos. Wan
neer men vóór de gisting de sehillen ver
wijdert, wordt de wyn niet rood maar wit.
Mousseerende wijnen vereischen veel meer
werk dan niet schuimende; er moet een
tweede gisting plaats hebben in de flescb.
De wijn moet een lange reeks van bewer
kingen ondergaan, die van de eerste tot de
laatste onder volkomen gelijkmatige tempe
ratuur moeten geschieden. Om deze reden
zijn de kelders in de champagne meestal
zeer diep in den kalksteenbodem nitgehouwen.
Veel van die kelders schijnen nog uit den
Romeinschen tijd te dagteekenen, maar men
weet niet waarvoor ze dienden, vóór men ze
tot wijnkelders inrichtte. Vaak zyn ze in
drie verdiepingen verdeeld, die door trappen,
lifts, glyvlakken verbonden en electrisch ver
licht zij D.
Het eerste, voornaamste werk in deze kel
ders bestaat in het versteken of versnijden, d i.
de slechte invloed van het water te danken
is aan een organische stof (een zoogenaamd
enzym), die bjj sterker verwarming werkeloos
wordt gemaakt, zooals dat bij alle enzymen
reeds aangetoond is.
Boe komt dit gif in het water? Be scha
delijke bronnen blijken alle hun watertoevoer
te krijgen uit aardlagen, die gevormd zy'n, in
vroegere geologische tijdperken, als bodems
van oceanen. Daarentegen is water uit andere
geologische formaties onschadelijk. Ver
moedelijk zijn in de oceanisch gevormde
lagen de schadelijke stoffen aanwezig, ont
staan door ontleding van de planten en
dieren, die nu als fossielen in die lagen
voorkomen. Het bodemwater lost deze stoffen
op en als drinkwater gebruikt, brengt het
deze schadelijke bestanddeelen in ons lichaam,
waar zy de schildklier aantasten.
v. O.
Aiflsi,,,
My gloeit de borst, wanneer ik onrecht zie.
En 'k zou verslinden kunnen die en die",
Wanneer ze voortgaan leugens te verkoopea.
Maar als ik zelf den grootsten knoeiboel doe,
Dan hond ik wijs mijn heilig bakhuis toe
En tracht: by niemand in de ky kertj es te loopen.
PBBRKE DEN BBLG.
CteiTari.
Bij den wedstrijd te Watergraafsmeer,
Zindag 1.1., zakte een der tribunes in. Met de
losgeraakte planken werd een andere tribune,
welke op de zelfde wy'ze gebouwd was, ge
stut. Men ziet hieruit hoe wenechelyk het
is de tribunes voor de wedstrijden niet te
stevig te bouwen.
Men heeft dan altjjd de zekerheid, door
het te verwachten instorten van een der
tribunes, voldoende materiaal bij de b and te
hebben om de andere zóó te stutten, dat
gevaar voor instorting uitgesloten is.
*
De heer Warner cftreerde elk der
Engelsche spelers een herinnerirjgecharivari
aan dezen wedstrijd. (Hbl).
Wij ofl'reeren het publiek van de ingestortte
tribune en den architect van Watergraafs
meer de bovenstaande.
*
Hoe voortreffelijk een leerschool voorden
wetgever het predikantsambt is. leert ons
het ontwerp bakkerswet. Minister Talmaheeft
door zijn omgang met de kleine luyden niet
alleen verstand gekregen van bet bakken, en
van het uitrusten van het bakken, maar
vooral, van het kort en duidelijk zeggen
wanneer men moet uitrukten van het bakken:
Art. 15. Onverminderd het bepaalde
ten aanzien vam de dagen, bedoeld in
het tweede lid van art. 12, mag op 15
andere dagen in een kalenderjaar, voor
alle, of voor sommige der in een
broodbakkerij werkzame bakkersgezellen wor
den afgeweken van het bepaalde in het
eerste lid van art. 12, of indien dat
artikel niet van toepassing; is van het
krachtens de artt. 13 of 14 omtrent de
rusttijden bepaalde en van het bepaalde
in de tweede zinsnede van het tweede
lid van art. 14. In het eerste geval mag
de afwijking slechte geschieden op den
voet van het tweede lid van art. 12, en
in het tweede geval slechts op den voet
van het derde lid van art. 14".
Het eenvoudigste zal zijn dat alle, of
lemmige der in een broodbakkery werkzame
bakkersgezellen dit artikel uit het hoofd
leeren.
*
De Holl. Revue verspreidt nuttige kennis
door het publiceeren van interviews met
mannen en vrouwen van beteekenis. De
laatste man van beteekenis die geïnterviewd
werd, was de Natunrmensch. De lucht,"zoo
sprak de M. v. B. onder meer, is het meest
onmisbaar, gedurende ong zehee!» leven, zoo
wel overdag als 's nachts." Men slape op
den grond, teneinde daaruit te betrekken de
magnetische en levenwekkende vloeistoffen
welke eveneens aan de groenten een verwar
mingsfactor geren, die zich doet gevoelen
aan het in- en uitwendige van het lichaam."
Wij bevelen nog de volgende personen aan
voor een interview, over de na te noemen
onderwerpen: 2. De man, die met een ton
aan het been van Amsterdam naar Parijs is
geloopen, over de functie der kuitspieren bij
belemmerden loop. 3. De dame die in Flora
aan het vliegend rek werkt, over het verschil
in temperatuur boven, en beneden in de zaal.
4. De dame, die in rokbroek door Amsterdam
heeft geloopen, over hygiënische
vrouweukleedij. 5. De inktwerper, over de waarde
der verschillende inkteoorten.
*
Reeds lang heeft het ons geërgerd hoe
de 'Beukelaar' de coalitie bestookt en in
een hatelijk daglicht stelt. Het werd hoog
tijd, dat onze bondgenooten den redacteur
het'nontalianxilio'toeriepen.''(Afao«6ode.)
*
Het was opmerkelijk, zooals de zan
geres met even groote voornaamheid van
voelen als warme harteklop, veel gezon
gen liederen in een weer opnieuw boeiend
licht wist te steller." (Hbl.)
Het opmerkelijke ligt o. i. vooral in de
warmte van de klop en het boeiende van
het licht.
Decoratic-sclianilalfiii.
En ik dacht, Frits, dat je werd "opgepakt, als je decoraties verkoopt!
Ja, maar winkeliers hebben een streep vóór.
het vermengen van verschillende soorten. Hoe
de champagne zijn zal, Mngt in hooge mate
af van de wijnen die men kiest, want elke
wynberg heeft zyn eigenaardigheid. De wyn
van Areney heeft den geur van aardbeien,
die van Ay van de perzik, die van Haut
viller van de noot. De soorten moeten in een
bepaalde verhouding worden gemengd. Op
het versnijden volgt het klaren; daarna
wordt de wijn op nieuwe vaten gedaan en
in April of Mei, onder toevoeging van een
weinig suiker op flesschen.
Na beginiien, zoo vertelt Dr, A. Siegert
in de Hamb. Nachr., de booze geesten van
den alcohol hun werk. Daar de gisting in
het vat nog niet voltooid is, duurt zij in de
flesechen voort, en hoe zorgvuldig dat ook
geschiedt, de gistende wijn doet 8 tot 16 pCt.
der flesschen springen. In slechte kelders
houden die geesten in de flesschen nog erger
huis ; daar springt vaak de helft der flssschen.
De wegvloeiende wijn gaat echter niet ver
loren, maar stroomt door een hellende goot
in een groot vat en is dan hetzij voor
goedkoope wynsoorten, hetzij voor de bereiding
van wycazijn dienstbaar.
De heel gebleven flesschen worden nu met
den hals schuin naar onderen op rekken ge
legd, dagelijks onder licht schudden omge
keerd tot het bezinksel in den hals gezakt en
de wyn helder en klaar is. Tien of twaalf
maanden na het kelderen begint nu de eigen
lijke champagnebereiding met het ontkurken,
waarby een arbeider elke flesch met een
handige beweging naar de kurk toe zwaait,
die dan snel wegslaat, terwijl bij den hals
der flesch ter zyde in een vat houdt. Het
wild-nitstroomende koolzuur voert alle
onreinheden mee. De arbeider sluit snel de flesch
met een gewone kurk en reikt haar aan een
ander, die de dosage moet toevoegen, d. i.
e*n likeur, die ai naargelang van sterkte en
hoeveelheid, de champagne zoet of zwaar
maakt of kleurt en er het eigenlijke aroma
van champagne aan geeft. Elke firma houdt
de samenstelling van dit toevoegsel streng
geheim, in 't algemeen is het een suikerop
lossing mei cognac en oude -wijn. Van den
doieur gaat de flesch naar den gaUsenr, die
den inhoud gelijk maakt en de fiesch met
zuiveren wyn tot de laatste verknrking
opvult, of ook, indien de champagne gekleurd
moet zijn, een weinig rooden wijn toevoegt. De
verkurker slaat er de laatste kurk op, de Aseleur
rondt die af en draait er het ij zerdraad om heen.
Een ander neemt dan in elke hand een
flesch en zwaait die als een knods, om wijn
en likeur ter dege te vermengen. Dan blijft
de wijn zes wekt n liggen, wordt van een
etiket en een cap-ule voorzien, in zijdepapier
gewikkeld en is dan ter verzending gereed.
De bereiding van den echten champagne
kost dus heel wat meer moeite en vooral
meer tijd dan van den nagemaakten, die in
twee maanden gereed is. Jaarlijks verzendt
Frankrijk ongeveer vijfentwintig millioen
flesechen en verbruikt er ten minste vijf
millioen zelf. Ook Duitscbland bereidt naar
Dr. Siegart mededeelt, tegenwoordig meer
dan 12,000,000 flesschen schuimwy'n, waarvan
het grootste deel in het land zelf verbruikt
wordt.
v. W. CR.