De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 30 april pagina 10

30 april 1911 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 D E A M S T E R D A M M E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1766 watdan Termld, ondaahg de reed» niet onbelangrijk gedaalde, tarwe-prjjzen, een verdere teruggang van beteekenia niet zon klunen achterwege Mflveu. Aan de graanbears te Chicago is van uit, December 1910 tot in de helft van deze maand de prqs van Mei-tarwe van 96.87 tot 88.38 caato gedaald, terwyl te New-York dezelfde termijn van 102.75 tot 94.12 cents «B Juli van 100.12 tot 98.38 cents is terug«?gaan. Over 't algemeen luiden de berichten uit de graan-streken gmnstig en vormen de bemoedigende oogat-vooruitzichten op het eogenblik in Noord-Amerika de eenige licht zijde tegenover de onbevredigende situatie in bijna alle takken van nijverheid, die door de verwachte tarief-herziening en de nog oabealiste trnst-vervolgingen worden ver ontrust. Wat Europa betreft, schijnt er over 't al gemeen geen ernstige grond te bestaan, om een ongunstig resultaat te verwachten. Yolgens de berichten, is de stand der wintertarwe tamelijk bevredigend; de vrees, door de jongste periode van vorst gewekt, blijkt ten deele overdreven te zjjn geweest. Maar voor Rusland is de voorjaarstarwe van Teel meer «belang dan de wintertarwe, aangezien met de eerste een oppervlakte wordt bebouwd bijna eens zoo groot als met d* laatste. De vertraging van den uitzaai, die tot dusver nog niet overal kon geschieden, is daaroaa een minder gunstige omstandigheid, doordien ook het tijdstip van hetry pendaardoor wordt verlaat, teagevolge waarvan het zaad door den wam» wind, die in den laterea zomer veelvuldig in Rusland heerscht, meer gevaar loopt. Voor Rusland ia de oogst-uitslag ditmaal eek van groot belang, omdat alle Russische ban k-instellingen in den laat sten t$d haar aaadeelen-kapitaal, iróiehien in nog meer dere mate dan in Dnitschland en OostenrgkHongarije, hebben vergroot, welke expansie zoo de eogst- opbrengst mocht tegenvallen misschien tot een ernstigen teruggang zon Ha Rostand, is Frankrijk een der voor naamste tarwe-prodncenten in Europa. In het vorige jaar is de tarwe-oogst dóór mis lukt, waardoor tMtteagewoon omvangrQke invoeren noodig waw», om ia het ontbre kende voor de consamptie te voorzien. Deze omstandigheid wu en is nóg een steun voor de tarwe-prjjzen op de wereld?markt, die zonder dit vermoedelijk in veel sterkere mate zonden zijn gedaald. In dit jaar wordt in Frankrijk weder een normale oogst-op toeagst verwacht en volgens de laatste berichte* is de stand vaa het gewat goed, zoodat de vont van de eerste April-week geen belangrijke cchade schijnt te hebben aangericht. Het onlangs in Praissen openbaar gemaakt officieel bericht maakt, wat Dnitschland ber, gewag van een minder gnnstigen stand het vorig j sar, zoowel veor wintertarwe als voor winterrogge, maar niettemin blijft SM» «Of att?d bove» bet middelmatig De «ebaée, door e matten aangericht, Mgkt ditmaal buitengewoon te zijn geweest, een gevolg van den zachten winter, waardoor dit ongedierte in veel mindere mate dan hu een strenge ko«de aU effar van de weersgesteld heid is bWwekMi. Een slechte oegst in Duitschland zon natuurlek voor da Dnittche industrie van groot mideel tijn, daar bij de zoo enorm toegenomen prodactie-capaeiteit noch de nitvoer, noch de binnenlandsche consumptie mag verminderen, : hetgeen voor den afzet geen geringe moaiel^kaêdea zou veroorzaktn. De ' 9OBS«mptie-kiacht der Duit«ch« arbei den-bevolkiBg iauMra is niet toegenomen, ?n voor zoover de afname in het binnenland grooter is geworden, is dit voornamelijk te danken aan de meerder* koopkracht van de landbouw-bevolking, die van de laatste goede oogsten en de hooge graanprijzen heeft kannen profiteeren. Ook ia Hoagarrj» heeft de muizenplaag aan den stand van het zaad veel schade ge daan, terwijl de vorst daar te lande betrekkelijk weinig nadeel heeft veroorzaakt. ? Uit «e» en ander blijkt genoegzaam, dat de wereld-econemle alle reden heeft, den gang van atkan op de graanvelden met de meert* bela»g«t«l«ng te volgen. 28-4-'ll. v. D. S. HllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMnillMlllllllllllllllllllMMimilllll Brievee van Oom Jodocns. Waarde Neef! , Gelukkig was ik door de redactie van :De Telegraaf, die al Dinsdagmorgen ;0pgetogen vertelde, dat zij een proefdruk ;1gezien had van het nieuwste portret van apns lief Koninklijk' Hoogheidje, leppende Stusacheri har* oudera, maar toen ik toch ?jüelf dat plaatje in Het Leven onder de *'öogeff kreeg -?dankbaar voor de sym pathieke manier waarop dat weekblad de actualiteit weet te dienen toen welden toch in die oogen tranen. Weldadige tranen'om de buitengewone gunst ons niet zonder medewerking van den Heer der Heirscharen in ons Vorstenkind te beurt gevallen. Welk een weelde voor een volk te weten, dat zijn Prinsesje loopt I "Welk een vreugde in elk gezin, waar waarachtige vaderlands liefde leeft, waar déhoop op de toekomst Het door deüederlandscheBegee ring bevoordeelen yan een bepaald Sanatorium voor Ion glijders. Men schrijft ons: In no. 1755 van dit Weekblad weaen wij op een, naar onze meening, door de Nederlandsehe Regeering, ongeoorloofde bevoorrechting van het Sanatorium Oranje Nassau's Oord, dat onder de Hooge Bescherming staat van H. M. de Koningin-Moeder en waarvan haar Eerste Hoveling (Jhr. de Ranitz) zich het lot bijzonder aantrekt. Wij deden daarbij uitkomen, dat de Minister van Binnenlandeche Zaken tot zijn ambtgenooten een schrijven had gericht, in zake Oranje Nassau's Oord, in welk schrijven heto.a. ongeveer aldus heet: 1) De inrich ting beantwoordde eerst geheel aan het doel, waartoe ze werd opgericht. Zij ver kreeg later, door niet al te gelukkig beheer, een minder goeden naam, tenge volge waarvan het aantal patiënten aanmerkelijk verminderde. De 1ste geneesheer-directeur werd inmiddels door een ander vervangen. Het beheer is thans weer in goede han den. Deze instelling voor het Nederlandsche volk mag thans aanspraak maken op den moreelen steun der regeering, die er krachtig toe zal bijdragen om het Sanatorium weer tot vollen bloei te doen geraken. Uwe Excellentie wordt daarom uttgenoodigd, zooveel mogelijk te bevor deren, dat lijders aan tuberculose, die voor rekening of met steun Uwer Ex cellentie's Departement worden verpleegd, voortaan in Oranje Nassau's Oord wor den opgenomen." Aan het Tijdschrift van Geneeskunde wordt thans door genoemden Hoveling namens het Bestuur, ter zake een schrij ven gericht. 2) In dat schrijven wordt uitdrukkelijk verklaard, dat het bestuur der stichting ven het bestaan dier circulaire voor het eerst heeft kennis gekregen door de dag bladen, dat niet een der bestuursleden vóór dien van die circulaire, of van een plan betrekkelijk deze aangelegenheid, dat bij den miaister zou bestaan, iets heeft geweten, en dat noch het bestuur of een züner leden, noch de geneesheer directeur, noch iemand die tot hetsanotorium in eenigerlei betrekking staat, op de aanschrijving van den minister ook slechts den geringsten invloed heeft uit geoefend, of heeft trachten uit te oefenen. Toen het bestuur van de circulaire door de dagbladen kennis nam, heeft jhr. De Ranitz onmiddellijk dienaangaande een onderhoud verzocht aan den minister, waarbij ZEx. mededeelde, dat hij aan zijne ambtgenooten een geheim kabinetsBchrijven betrekkelijk O. N. O. had ge richt, en dat hij betreurde, dat door eene indiscretie dit schrijven in de pers is kunnen worden opgenomen. Nu het geheim der circulaire eenmaal was geschonden, maakte de minister geen bezwaar te kennen te geven, dat hem uit een vanwege zijn departement inge steld onderzoek was gebleken, dat het Sanatorium O. N. O. in alle opzichten aanbevelenswaardig was, en dat de be doeling der circulaire eenvoudig deze was, aam zijne ambtgenooten te doen weten, dat er geen reden meer bestond het sana torium O. N. O. bij de toezending van .rijkspatiënten" voorbij te gaan, zooals dit tot nu toe het geval was. Bevoor deeling van 't sanatorium boven andere 1) Volgens den Haagschen correspondent van de St. 2) Volgens De Courant van 21 Maart 1911. nog schijnt als een helder licht. Nog eenige dagen en de tweede verjaardag van het Kind overstort ons weder met blijde vreugde, met luid geschal van koperen bazuinen en den zoeten orgeltoon van zoo menig kinderkeeltje! Maar terwijl velen in dien onbedorven roes niet verder zien, stellen ik en andere ernstiger lieden ons de pijnlijke vraag : wat bieden wij der Jeugdige Loot van ons Vorstenhuis op dezen feestdag aan ? Ja, gij zult allicht met onverholen en trouwens zeer gerechtvaardigde trots op onze nationale kunstnijverheid, wijzen op het jongste product van de zoo trouw op het Altaar der Schoonheid offerende fabriek Rozenburg: het Julianaaardewerk, waarmede de heer Jurriaan Kok een bewijs te meer gegeven heeft van de gracievolte en fijnheid van zijn smaak, en je lieve Tante, die over mijn schouder een bijna onbescheiden Wik op mijn schrijven slaat, herinnert mij aan het dankbaar gebruik dat wij zelf ge maakt hebban van deze advertentie uit de Nieuwe Rotterdammer: LEVE HET VORSTENHUIS! 20 vollegrondsplanten in vol blad met gratis 5 reuzen-violen en 5 PrinsesJulianaplanten in 5 kleuren, in vollen bloei, leveren wij vóór Prinses Juliana's verjaardag. Emballage vrij voor ? l met plantwy'ze, onmisbaar voor tuin, potten, bakjes en balkon. Men zet op bestelkaart Prinses Julianabloemen, kweekerij Landzicht", Leiden".... waardoor wij hopen, dat velen met ons zullen zijn aangespoord om een kleine vijfkleurige hulde aan 't Vorstenhuis te willen brengen voor ramen en op balkons. Maar dat was het dan ook niet, dat mij bezighield. Die dingen zijn als de lieflijke poëtische symptomen van een onbedorven volksziel, die wij zoo nu en dan nog tot uiting zien komen midden sanatoria lag natuurlijk geenszins in 's ministers bedoeling. Da minister con stateerde daarbij, dat vroeger een minder gelukkig beheer" een vooroordeel tegen het sanatorium had doen ontstaan, doe lende daarmede op de algemeen bekende minder gelukkige verhouding tusschen bestuur en directie, doch dat het in geenen deele zjjne bedoeling was, daarmede eenig oordeel uit te spreken met betrekking tot het tusschen deze beide organen van het beheer destijds bestaande verschil. De minister vermeldde slechts, dat door de vervanging van den toenmaligen ge neesheer-directeur het geschil was opge lost en het beheer daardoor weder in goede, d. w. z. in eensgezinde handen was. De minister betreurde ten zeerste, dat zijne woorden inderdaad tot eene ver keerde opvatting hadden moeten aan leidinggeven ; de gedachte aan het werpen van een blaam op den eersten genees heer-directeur, of op diens directie, was in werkelijkheid niet bij hem opgekomen." Bij ons en zeker bij velen in den lande doen zich nu de volgende vragen voer: 1. Wat gaf den minister Heemskerk zoo op eens aanleiding een onderzoek naar den toestand van het sanatorium -Oranje Nassau's Oord" in te stellen? Voor zoodanigen maatregel moet toch een reden bestaan. En daar niet wel is aan te nemen, dat de gedachte daartoe bij den minister zelf is opgekomen, is het van belang te weten wie in deze de raadsman van den minister was. 2. Op welke wijze heeft de minister het onderzoek ingesteld ? Het bestuur van Oranje Nassau's Oord" schijnt daarin niet gekend te zijn, anders toch had de Voorzitter (dezelfde Hoveling Jhr. de Ranitz) daarop wel in zijn toelichting aangeslagen. 3. Welke reden bestond er voor den minister, omtrent een naar zijne mee ning eerlijke zaak, aan zijn ambtge nooten een GEHEIME KAMNETS AANSCHRIJ VING te richten? Hoe gaarne men het ook anders zou willes, deze wijze van handelen geeft stof tot nadenken. 4. Waaraan «tlewde de Minister van Eiutenlaadeclie Zaken de bevoegdheid zijn ambtgenooten uit te noodigen (d, w. z. te gelasten) voortaan Orarje Nassau's Oord meer te bevoordeelen met Rijks patiënten ? 5. Waartoe was het noodig den voormaligen Geneesheer-Directeur, in een aan alle Ministers gericht geheim kabinefsschrijven te grieven ? Te meer trekt deze vraag de aandacht omdat, naar verluidt wordt, de verhouding tusschen den meer genoemden eersten Heveling en den be doelden Geneesheer-Directeur niet altijd rooskleurig is geweest. O. i. had het op den weg van* den Minieter Heemskerk gelegen bedoelden Geneesheer-Directeur openlijk zijne ver ontschuldiging aan te bieden. 6. Hoe kwam de Minister er in vredes naam toe, aangaande een zoo belangrijk onderwerp als het hier geldt, door den eersten HOVELING van de Koningin-Moe der inlichtingen aan het publiek te doen verstrekken. De loop dezer aangelegenheid werpt ongetwijfeld een eigenaardig licht op de wijze waarop de Minister Heemskerk zaken, tot zijn departement behoorende, behandelt en afdoet. Wij vermenen ten slot te dat hier op zijn plaats is het volgende uittreksel uit het nnancieele overzicht van de instelling Oranje Nassau's Oord" over 1910. *) Opgemerkt wordt, dat wil de stichting aan haar doel blijven beantwoorden, zij *) Vergelijk avondblad N.B.C. 25 Maart 1911. IMIHMIIIlirilllltllHIMIMtMIMIIIIIItlimlIllltllllllIHtlHHHMhlIllltllimtn uit het naargeestig proza der bittere wer kelijkheid. Ja, wél bittere werkelijkheid! Denk eens aan het congres der socialisten, waar met uitbundig gejuich een plan begroet werd om op den Dinsdag in September, waarin onze geëerbiedigde Koningin de Staten Generaal zal openen, door drommen Nederlandsche proletariërs te laten manifesteeren voor het algemeen kiesrecht door de aanbieding van het door die heeren klaargemaakte volkspetitionnement! Alsof Ilara Majesteit, voorafgegaan en gevolgd door tal van Hoogwaardigheidbekleeders, omstuwd door de schitterende figuren van Haar Hoog Militair Huis, niet wat beters te doen had dan een rekest te lezen, waar onder ook de naam van onze schoon maakster en haar werkloozen man voor komen moeten! Welk een voorbeeld van zelfverblinding en zelfoverschatting van Troelstra en de zijnen om te meenen, dat de handteekeningen van duizend proletariërs zouden opwegen tegen n handteekening van n fatsoenlijk man! Laat ze er eens mee op de Beurs komen, dan zouden zij er gauw achter zijn! En wie regeert het land? Immers, - naast God en Zijn Plaatsvervangster, de Beurs. Neen, heeren socialen, op uw Rooden Dinsdag" zult gij ons, die niet tellen maar ivegen, niet van ons stuk brengen, en zoo gij betoogen wilt zullen wij u de lust daartoe gauw laten ver gaan. Met hartelijke sympathie las ik een Haagsche correspondentie in de katholieke Gelderlander, waarin de weg duidelijk werd aangewezen, die ons, wei gezinden, dadrvoor te bewandelen staat. En als men dan mijne meening vraagt", zoo las ik daar, vind ik, dat op den dag der opening van de Kamers, welke in bijna gansch de Residentie als een nationale feestdag wordt beschouwd, op welke H. M. de Koningin zich openlijk aan het volk vertoont als de door God steeds een krachtiger financiëelen steun zal behoeven. In weerwil van den onder vonden steun sluit do exploitatie met een belangrijk tekort, over 1910 moest f 15,341.93 Va worden bij gepast. Daarbij drukt nog een last van bijna ?200,000 op het fonds der stichting. De vraag hoe in deze tekorten te voorzien, is uiterst moeilijk te beantwoorden. De verplëeggelden kunnen niet verhoogd worden en waar in het sanatorium alle weelde vermeden is, zou .meerdere be zuiniging en vereenvoudiging komen ten nadeele der patiënten. Gehoopt wordt op meerderen steun in de naaste toekomst." Een wanhoopskreet op zijn zachst uitgedrukt. ' De wet tegen de zedeloosheid. Naar het in zekere kringen te 's Gravenhage heet, zou de wet tegen de zedeloosheid slechts als een proeve moeten worden be schouwd hoe ver de Tweede Kamer zou willen meegaan. Nu de wet door haar is aangenomen, zelfs met e stemmen van eemgen van links, zou, als de wét ook door de Eerste Kamer aangenomen en in het Staatsblad verschenen i», eerlang eene novelle bij de Tweede Kamer worden ingediend, met het opmaken waarvan men aan het Departement van Justitie reeds is begonnen. Onder andere zou de Novelle de volgende bepalingen inbonden: 1. Er wordt voor het geheele ruk inge steld een Baad van Toezicht op de Zedelijk heid, waarin voor elk erkend kerkgenoot schap een zeker getal leden en plaats vervangende leden zitting heeft, met den Aartsbisschop van Utrecht als vaste Voor zitter. (Dit moet zijn doorgedreven door Br. Knyper). De Baad beslist in elk voor komend geval, behoudens beroep op den Minüter van Justitie. 2. Art. 188 van de gemeentewet wordt in dien zin gewijzigd, dat de daarbij aan den burgemeester toegekende bevoegdheid tot het houden van politietoezicht op de schouwburgen en andere openbare verma kelijkheden wordt overgedragen aan een daartoe gesalarieerd orthodox predikanten een pastoor in de gemeente, of, waar deze niet zijn, een zoodanigen geestelijke uit de meest nabij gelegen gemeente, die zonder hooger beroep beslissen. De opvoering van Jeugd" van Max Halbe, en van Allerzielen" van Herman Heijertnans, en verder alle tooneelstukken, waarin een orthodox predikant of een pastoor optreedt, is verboden. 3. Mannen en vrouwen mogen elkander < op het tooneel (hiermee is naarde woorden' der Novelle bedoeld: vóór de coulissen) noch kussen, noch omhelzen. 4. In een paardenspel mogen de rijdsters geen pirouettes maken en even als de andere daarin medewerkende personen, niet in tricot-kleeding verschijnen. (Voor zwart tricot kan speciaal een schriftelijk verlof worden verleend door den burgemeester na behoorlijke inspectie). 5. Vrouwen mogen, behalve in haar eigen woning, niet met ontblooten half, on t bloot e armen of met de geringste ontblooting van den boezem (décolleté), zelfs niet ten Hove, verschijnen. Het verbod van ontbloote armen geldt niet voor waschvrouwen. ~ 6. De openbare tentoonstelling van vrouwenkleeren en van alles wat daartoe be hoort, zoomede van wassen vrouwenpoppen bij kappers, en houten beenen, is verboden. 7. Naakte beelden in Musea en in andere voor het publiek toegankelijke plaatsen moeten van den hals af door een kleed worden bedekt. Dit kleed mag niet zijn b.v. van te grof jute. De kleur ervan moet stemmig wezen. 8. Dieren mogen in het openbaar niet worden vervoerd tenzij zij zijn voorzien van een toegeknpopt dekkleed, reikende tot over de knieën, of in den vorm van een combination, geen toga of Grieksche mantel. Dit verbod geldt mede voor dieren in diergaarden (met name alle zoogdieren, be halve c. q. de walvisch). met gezag bekleede Souvereine, dat op dien dag aan een troep revolutionairen, die dat Gezag met voeten treden en zoo schromelijk te kort schieten in eerbied voor de wettige Plaatsbekleedster van dat Gezag, geen vergunning moet worden gegeven tot eenigerlei betooging, icelkedaii ook. En laten zij nu maar dreigen met zich desnoods door geweld te verschaffen, wat hun niet goedschiks wordt toegestaan, ik geloof toch we), dat men in Den Haag in staat zal zijn deze gewelddadige voor nemens te verijdelen. En ook al zou men dat niet kunnen met de beschikbare machten, hi-t overgroote deel van het Ilaagsciie mik fs nog koningsgezind ge noeg, om tegenover vijfduizend recolutionaire oproerlingen twee- en meermalen vijfduizend man te kunnen stellen, die bereid zijn hun geliefde Vorstin tegen elk betrekken in een rcrolutionaire demon stratie, te beschermen. Het zou den socia listen in dit geval slecht vergaan en het is maar goed voor hen, dat het zoover niet zou behoeven te kom'eu." Dat is mannen-, zoo al niet heidentaai! Waarlijk er leeft in hutten en paleizen nog genoeg der aloude Oranjeliefde uit de dagen van Kaat Mossel om te zorgen, dat een troepje revolutionnaire dwarsdrijvers behoorlijk klop krijgt. Welkeen hartverheffend en tevens geruststellend gezicht zou het voor Hare Majesteit zijn als op den rooden Dinsdag, wanneer zij in haar koets naar het Binnenhof reed, mr. Troelstra met al de zijnen van zijn revolutionairen gloed al spartelende in den Vijver lag te bekoelen. Hier ligt een terrein van broederlijke samenwer king tusschen alle weldenkende fatsoen lijke lieden in ons vaderland cenerzijds en de vaderlandslievende bevolking van 's-Gravenhage's achterbuurten, aan wie het daadwerkelijk optreden natuurlijk zou moeten worden overgelaten, anderzijds. Maar en hier kom ik langzamerhand 9. Aankondigingen in dagbladen of open bare kennisgevingen, dat hengsten, stieren, rammen of beeren ter dekking te huur staan, fijn verboden. 10. Honden en andere dieren, die zich in het openbaar op de eene of andera wyze slecht gedragen, worden overgebracht naar een asyl, voor de mannelijke te Doetinchem, voorde vrouwelijke te "Woerden. Er is nog een art. 11, gelijk men in Den Haag beslist zeker weet te vertellen, maar over de formuleering daarvan schijnt de grootst mogelijke oneenigheid te bestaan. Het moet een artikel wezen van zér ruime strekking: naar men zegt een voortdurende geheime inspectie bedoelend van de par ticuliere gedragingen der voorganger» in politiris. Een naïef dorpeling heeft dit artikel voorgesteld en ca zitten er som migen mee. Q. I1IIIIIHIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIH1IIIIII11IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII ran TüiscMfleu. TijlsMft voor Wijsbegeerte, Maart '11 : L. H. Grondye, De E.- K. Kerk en de Afatammingsleer. J. J. Houders, Philosoph'e ea Toekomstidealen, en*. De Nieuwe Gid>, afl 4 : Dr. J. v. d. Bergh van Eyainga-Elias, Da litterair-histomche beteekenis van mr. Job. Kinker, enz. en s. De Boomgaard, Maart '11 : Cyriel Baysse, Verhaal. V. de Meyere, Cyriel Buysse, enz1. De Sanunlming, No. 41 : De Perzische Re volutie. H. tf. v. d. Waals, Wetala piBcawiixcati, enr. enr. Eltevun's Geïlhutreerd Maandschrift, April '11 : Ch. Snabihé, Paul Troabetskoy. H. v. d. V., Een tentoonstelling van Mohamedaansche Kunstwerken. J. G. Sini», Een en ander over B3egineesch smeedwerk, enz. De Nieuwe Tijd, No. 4; W. Wolda, Neutiai* opvoeding en de school kwestie. W. v. Raveatejjn Jr., Een en ander over de induatrieele ontwikkeling van Nederland. H. Spiekman, Talma's jongste faillnre. J. W. vaa Achter bergb, Bediyfc- en groot e vakbondea, eng. OWK Kunit, No. 4 : Jac. Mesnil, De myste riespelen en de plastieke knoeten, III. Julius de Boer, Jan Toorop (slot). 8. H. de Roos, Het grïfijche werk vaa Georg Boeter. Het Theater, No. 15 : Qp het omslag, mevr. B. Holtrop-v. Gelder. H. T., Lso de Leenwe. T. E., Het Nederl. Tooneelgezelecbap," onder directie van Frans Hart, enz. Het Theater, No. 16 : Op het omslag, Eduard Verkade. Frank Loos, Tooneel en Mo raal. Mari J. Ternooy-Apèl, Alex. FaasBen Jr., enz. Weekblad- voor IntKë, No. 47 : M. v. Genns, Semarangsch Parlementarigme. Gabriël, Indische Predikantenectolen, eur. enz. MoJetchott, No. 41 : Een strenge" school en Bioscoopvoorstellingen. Vetzucht, enzMoleichott, Ne. 42 : Hygiënische nadeelen aan vrouwelijke beroepen en bedrijven ei gen, en*. Ifortt' llagimjn, April '11 : P. L. van Eek Jr., Over Kinderprenten, enz. en*. De Revue der Uitvindingen en Ontdekkingen, No. 12 : Portret van prof. dr. H. Kamerlingh O a nep. Vloeibaar gemaakte gassen. Het heliotropiame big dieren en planten. Spoe ling als voedingsmiddel voor den menecb. Holland Evfre»», No. 5 : Vrouwke, De Cascine bij Florence. Eine Rundreise dnrch Holland, enz. Eigen Haard: Hoe hem de oogen open gingen, door Efjee, I. Czaar Peter de Groote te Zaandam, door J. A. Doesburg Lannooy, met af b. naar foto's van B. H. Her wig, I. Verjaaracadean, door Anna van Gogh?Kaolbach. Nederland voor honderd jaren, door Generaal W ppermann, II, met af b. Het 8t. Anthonis poorthuis te Amsterdam, door Mr. W. B. Veder, II, met af b. Kinder-logica, door Edith Heide. Feuilleton : Da Nederlandeche studenten op 't water. Een Nederlandsch systeem voor draadlooze telegrafie. Amsterdam op de Hygiënische Tentoonstelling te Dresden. Mode?. Hondententoonstelling in het Paleis voor Volksvlijt. Dr. K. H. Moscoviter. f Het familiegraf van wylen Prof. Dr. J. Bosscha, alles met afb. miMiiiiMiiHiiiimiiiHiimiMMiiiiiiliiiliilllllllllliiitiiiiii! IMIIIIIIHIIMHI tot mijn uitgangspunt terug hos organiaeeren, hoe propageeren wij het denkbeeld van De Gelderlander en mij ? Een schitterend practisch denkbeeld is het dst ik in Xecriandia- vond: Dominee Vincent Loosjes uit Sneek schreef daar: Een prachtig middel om Hollandsche liederen populair te maken is 't draai orgel. We hadden er hier laatst een dat: Wilt heden nu treden" van Valerius zes weken of langer deed hooren; en alles zong en floot het na! Het hoofdbestuur stelle zich in ver binding met een orgelfabrikant, die vaderlandsche en vroolijke Hollandsche liederen op zijn rollen zet en late zoo'n orgel ia de voornaamste Nederlandsche steden spelen." De redactie van het tijdschrift teekende hierbij aan, dat dit altijd een lievelings denkbeeld van het Alg. Nederl.Verbond" is geweest,... als eerst de fondsen wat ruimer worden. Daar hebben wij nu het geschenk, dat het Nederlandsche Volk te brengen heeft op de verjaardag van het Jonge Konings kind! Men vorme een fonds tot het aan schaffen van Juliana-prgels, die ons gansche land door draaiende de gemoe deren tegen de rooden-Dinsdagsvierders opwekken. Een eenvoudige automaat zou een hartig woordje druks erbij "kunnen leveren en Ba zes weken de vol gens ds. Loopjes ntodige tijd zingten fluit ieder weder het oude, nationale: leve demisaison". En laat dan de heeren proletariërs maar eens opkomen, als zij durven! De naam Juliana-fonds make het plan nog eens zoo populair. Men kan zich, dat Spreekt van zelf, mijn waarde, en je moogt dat aan belangstellenden wel vertellen, met giften wenden tot Je Oom JODOCUS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl