De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 7 mei pagina 11

7 mei 1911 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 1767 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 11 H ETS J ES ik Een Terraüen erooMi Op een killen Novemberdag liep een goedgekleed heer langs de atille straat van het dorpje Bunrloe en begaf «ca naar zijn woning «p enkele minaten afaUnd daarvan gelegen. De kraag op en de banden diep in de zakken, haaitte hij riek voort. Op den open weg kemende sag hij een eindje voor zich nic een eenaame gedaante. De uitgetrapte schoe nen boden weinig beschutting tegen de plassen TUI 't gore sneeuwwater op den weg zoomin ala de onde havelooze plunje het lichaam beschermde tegen de doordringende koude. Het was blijkbaar een landlooper. Langzamerhand haalde de heer den bedelaar in, en bereikte gelyktydig met dezen het nek van een vriendelijke buitenplaats. De bedelaar had reeds de hand aan het hek, toen hij den heer bemerkte, die ook wilde binnengaan. Met een beleefd: pardon, mijn heer, gaat n voor," lichtte hij den hoed en trad hy een schrede terug. Die eenvoudige beweging, dat enkele woord verrieden in dien vervallen bedelaar den man, die eenmaal een betere plaats in de maatschappij had ingenomen ?. Zoover was ik met myn schrijven gekomen, toen ik door een onwillekeurige beweging het kopje thee, dat naast my stond, omver wierp, soodat een troebele bruine stroom lich een weg baande over myn schrijftafel. Ik deed myn kamerdeur open en riep dooi 't portaal: och, Mina, breng eens gauw een vadoek I 'k Heb met m'n thee gemorst." Een vadoek T 'k Zal 'm «flatjes halen, meneer," en Mina ging naar de keuken em 't gevraagde te halen. Wacnt, laat ik 't liever zelf maar even > doen. Geef het ding maar hier," sei ik, want ik was bang, dat andera myn papieren in de war souden gegooid worden. Ik was bezig om voorzichtig den plas op te betten, toen daar een vreemde item my' in 't oor klonk; dus u zegt dat ook al? TT scheldt my óók al uit?" Verbaasd kflk ik naar alle kanten, vanwaar die stem kwam, maar niets zag ik of niemand, die gesproken kon hebben. Zou n 't prettig vinden, ala ze vaioek noemden 1" ging de stem voort. Nu begreep ik, dat het de vadoek was, die praatte. Wat bedoel je?" vroeg ik verwonderd. Wel u zegt óók: vadoek. Weet u wel, wat een vadoek is ? Zoek n 't eens op in 't woordenboek, dan zult n daar zeker niet rinden vadoek" maar vaatdoek", zooals u in plaats van zaddoek" zult lezen zakdoek". Onder vaatdoek verstaat men dan een doek . om de vaten mee af te vegen. U zult my moeten toegeven, dat n my voor een heel ander doel gebruikt. En vraag u 't eens aan Mina, of die mij ooit voor de vaten gebruikt. U zult dus wel begrypen, dat ik geen vadoek en ook geen vaatdoek ben." Maar wat ben je dan ?" Wat ik benl Dat zult u nooit raden. Ik ben de rechterpyp van een tricot- onderbroek." Verschrikt liet ik den natten lap vallen. U schrikt daarvan. Maar toe zult n dan nog meer opkyken, als n hoort, dat ik in myn jongen tyd de beenen van Jonkheer van Adelatein tot Edelswonde heb bedekt. Dus u begrypt, dat ik niet de eerste de beate onderbroek was, maar werkelyk prima kwali teit. Vyf jaar geleden hadt n my in de Kalverstraat kunnen zien hangen; ik kostte toen zes galden". Met een soort van eerbied bekeek ik de rechterpyp, die zoo nat als een vadoek voor me lag, en onwillekeurig ging ik er by zitten. Hebt n verstand van onder broeken 7" Dat na niet, maar ik draag ze toch; maar de my'nen zyn lang zoo duur niet." Hm l Dat dacht ik wel. Maar neemt n eens de moeite om my languit te hangen, dan zult n in weerwil van myn treurigen staat toch nog wel iets van myn vroegeren vorm ontdekken kunnen." Overbluft gaf ik toe aan 't vreemde ver zoek, en werkelyk onderscheidde ik nog een naad en andere verschijnselen, die aan een broekspijp deden danken. U ziet het?" Ja, ik lie het." Nu wilt n zeggen: .hoe ben je dan zoo van bestemming veranderd en maatschap pelijk zoo gedaald? Dat is een lange droevige geschiedenis. Myn wieg heeft gestaan in Engeland in Birmingham, maar spoedig werd ik overge bracht naar Amsterdam. Ik bleef daar niet lang, want met vyf aoortgeneoten werd ik in een doos naar 't kasteel van den jonker gestuurd. De omstandigheden, waaronder ik daar verkeerde (sooals: by zonder zachte zittingen van stoelen en de lichte dienst, die van my geveigd werd) in aanmerking genomen, had ik daar nog wel kunnen zyn, maar er kwam, helaas, een verandering in de mole. Zulk een verandering ia voor zoo menig beter kleedingatuk het begin van den ondergang. Zoo ook voor my. Ik verhuisde van eigenaar en moest voortaan myn diensten bewijzen aan de beenen van den ouden huisknecht van den jonker. Hoewel ik ook daar niet te klagen had over de behandeling, was myn lot toch al zwaarder: harder stoelen, veel meer gebruik, minder kwaliteit zeep en daardoor grooter alytage. Na een paar jaren werd ik met enkele andere half-sleetsche kleedingatukken hier heen gestuurd naar de getrouwde dochter van den huisknecht. Die had zeven kinderen, dus alles was welkom. Een pooeje lag ik in de linnenkast. Op een avond haalden ze my voor den dag. Ik werd tegen 't licht gehouden om te zien of er ook dunne plekken aan me waren en toen ik ril nog, als ik er aan denk en toen werd de schaar in me gezet. Na een reeks van martelingen, waarby een machine met een venijnig prikkend ding een hoofdrol speelde, waa ik van een volslagen mansbroek in een soort kabouter onder de onderbroeken veranderd. En nu begon de eigenlijke ly densgeechiedenia, waarby al 't vooi gaande, tot het knippen en prikken toe, maar kinder spel was. Den volgenden morgen al trok Jantje?lieve Jantje" nog wel, zooaia z'n moeder hem noem de my aan. Wat ik toen heb uitgeataaa, is niet te beschry ven. Ik werd gerekt, gescheurd, gewrongen en geknauwd. Zelden had ik m'n behoorlyk getal knoopen. Nu eens moest er een torn genaaid, dan weer een gat gestopt, en ieder oogenblik werd ik gewasschen door slechte zeep en uitgetrokken in stinkende chloor, wat me ook al niet sterker maakte. En dan dat alty'd draaien en heen en weer schuiven over de achoolbanken, daar is geen broek tegen bestand. Maar myn lot naderde zyn ontknoopinp, Op een dag in de vakantie klom Jantje met my in een boom. Hy schynt dit nog al onhandig gedaan te hebben, want opeens gleed by naar beneden en bleef met m'n bovenkameraad haken aan een tak. Een scherpe punt diong door en door en maakte in ons beiden een geweldige gaping, zoo ge weldig, dat z'n vrind j es van beneden juich ten: Zie, de maan tcaynt door de boomenl" Met moeite kwam Jantje los. Hy was er goed afgekomen, maar ik was totaal vernield. Wel had ik de .voldoening, dat z'n vader hem by thuiskomst flink over de knie lei, maar hier stond tegenover, dat hy mij toen nog aan had, zoodat ik er even flink van mee kreeg. Toen ik 'a avonds nader bekeken werd, verklaarde moeder, dat er nu niets meer aan heel te maken viel. Ze behoefde my nu niet voor de lamp te honden, dat zag ze zoo wel. Zoo waa myn bestaan als breek uit. Nog een tijdje lag ik in de rommella by de onde lappen. Toen werd ik voor den dag gehaald en een schaar scheidde my wreedaardig van myn wederhelft. De linkerpyp moest dienst doen voor 't schoonmaken van 't petroleumstel en de lamp. Ik werd, wat u een vadoek belieft te noemen, en 't kruis, waarin eigenlijk de oorzaak van myn onder gang lag, werd by de vodden gegooid. Wat daarvan geworden is, weet ik niet. En nu lig ik al week op week in een hoek van de keuken, meestal vettig en nat. Zelden ben ik schoon. Van tyd tot tyd wasschen ze me uit m vuil vatenwater en word ik, alsof ze woedend op me zyn, uit geslagen, dat myn vezela in 't rond vliegen. 80aas duwen ze me in elkaar, dat ik knerp en piep dat noemen ze dan uitwringen, Ik ril, als ik aan alles denk, want zoo iets, dan verhaast dit myn einde. En wanneer word ik nu gebruikt en waar voor? Zooals ik zeide: niet voor de vaten. De juffrouw mag me in de gauwigheid nog al eens grijpen om uw bord of uw glas af te vegen, maar dat ia toch m'n eigenlijk be staan niet. Als er wat ligt op tafel en vloer, dan ge bruikt men my, en dat komt nog al eens voor in een gezin als hier, waar zeven kin deren zyn en een jonge houd. En 't meisje ij zoo zindelyk op de kinderen... Ziet n ze ooit met een vullen neus loopen ?..." Hier onderbrak ik de mededeelingen. Dank je wel doek" zal 'k maar zeggen," en ik nam hem voorzichtig aan een punt beet tnsschen du.m en wijsvinger en liet hem buiten de kamerdeur neervallen. Daarna ging ik in de alkoof en waachte myn handen met reuk zeep. Ik had in dit korte geaprek drie dingen geleerd: ten eerste, dat een vadoek geen doek voor de vaten ia; ten tweede, dat men een zoogenaamden vadoek niet te lichtvaardig beoordeelen en behandelen moet; ten derde, dat het voor een heer alleen niet verstandig is om op kamera te gaan wonen by een zindelijke huisjuffrouw met zeven kinderen en een jongen Hond. Aan 't eind van de maand heb ik myn kamera opgezegd. H. W. VAN DER MEY. M. J. HOFLAND. Invloed TUI teer op planten, Om de geweldige overlaat, voornamelijk van automobiel-stof, te ontgaan, heeft men reeda op verschillende wjgzen de stof bestrij ding onderhanden genomen; het prepareeren van den weg zelf door een of ander middeltje, ia nog de meeat verspreide oplossing van deze questie. Zeer veel ia hierby gebruik ge maakt van teer, dat op den weg gebracht in gesmolten toestand, het stof deed samenpakken na zelf afgekoeld te zyn De resul taten waren fraai, maar korten tijd geleden is er in verschillende groote bladen een pro test verschenen, toegelicht door fraaie foto's om deze stofbeatryding tegen te gaan, daar plantsoenen, in de bunit van geteerde wegen gelegen, sterke schade ondervonden. Veel zeggend waren de foto's van normale planten naast andere, die een teerweg tot buurman hadden gehad. Verschrompelde, onoogelyke restjes van wat eens frisch en sappig was, deden alle plantenvrieaden klagen. Maar ten onrechte, tenminste wat de invloed van den geleerden weg zelf betreft. Vermoedelijk ia een dergelijke weg volstrekt niet schadetijk, mits men maar niet zoo onvoorzichtig is de nopdige teer te verhitten in de korte nabij heid van atrmiken en boomen. By kwekeryen, waarby toch ook wel geteerd hout gebruikt wordt, bemerkt men alleen dan schade aan de plant, wanneer zy in de damp van verhitte teer heeft gestaan. De koude teer zelf, op het houtwerk gebracht, heeft absoluut geen invloed meer. Warme teerdamp schynt voor de planten zeer vergiftige eigenschappen te hebben, die by de plant de genoemde achter uitgang ten gevolge hebben. Stofbestryders kunnen dus hun teer-methode veilig voort zetten. v. O. Nieuwe FEIEDEICH PATOSKN, Inleiding tot de Wijtbegeerte, vertaald door P. H. HUQBNHOLTZ JB. en META A. HUQENHOLTZ, 300 pagina's. Pry'a ing. f2.50, geb ?3. Amsterdam, C. L. G. Veldt. NIKO VAN DBB LET, Buiten den Heerieeg. (Een boek van Liefde), 200 pagina's, ?2.50 ing., ?2.9» geb. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. HERMAN VAN PÜTMBROUCK, Cyriel Suysie en zyn land, 85 pagina'*. Busanm, C. A. J. van Dishoack. H. DB H., Over Vonten en onderdanen enz., Amsterdamscne Brieven", 79 pagina's. Pry"i ?0.55. 's Gravenhage, N. V". Papyrus". Groote Godsdiensten", serie I, No. 3. Dr. J. VÜBTHEIM, Orieksche Religie, 40 pag., ?0.40. Uu Zenuw- en Zieieloven", serie!, No. 4, prof. dr. J. L. A. KOCH, Abnormale Karakters, 36 pag., ?0.40. Baarn, Hoüandia-drnkkery. Dr. H. F. HELMHOLT, Wereldgeschiedenis, afl. 36, ? 0.50. AmBieidam, My. Vivat." Bijdragen m Mededeetingm van net Historiscu Genootschap (te Onecht) 32e deel, 460 pag. Prys ? 6.50. Amsterdam, Jonaunea Muller. Internationale p/iono0ramm«n,betrtflenae onze kustverdediging, byeengegaard en van aanteekeningen voerzien, door LOUIS VAN OtrrHOOBN, 195 pag. Prys ?1.75. Haarlem, ue Erven Bonn. De Afsluiting en drooglegging der Zuiderzee. Uitgegeven door de Zuiderzee-Vereeniging, 1911, by den boekhandel en drukkerij v/ a. E. J. Brul te Leiden. Dr, TH. VAN DEB WAEBDEN c. i., Oetchooldheid en Techniek. Onderzoek naar den invloed van arbeiddsplitsing en machinerie op de mate van vereische oefening en bekwaamheid der arbeiders, 380 pag. Pry'a ?2.60, Amsterdam, F. van Rossen. W. MENSONIDEB, Kwakzalverij in haar mo dernen vorm van Wereldtaal. Het Esperanto op de keper beschouwd. Uitgave van den achryver, den Haag, 1911. Dr. B. H. Vos, Alcohol en Tuberculose, 16 pag., pry'a by 100 Ex. ? 0.90, by 500 Ex. ? 4, fr. per post. St. Anna Parochie, J. Kuiken Jzn. FELIX PAUL AUGUSTIN, Beknopt Leerboek der Duitsche Taai. Biol. der Sprachenknnde, 101e Teil. A. Hartleben's Verlag, Berlin. ALPHONSE DAUDBT, La Belle-Nivernaite, 70 p., ?0.30. 4 Scnoolplaten voor de Vaderlandache Geschiedenis met toelichting per ex. ?1.90. Groningen, J. B. Wolters. 23e Jaarverslag v. d. Vereeniging Het Buitenland." Verslag 1910 en overzicht over de jaren 1861?1911 van de Vereeniging My. voor den Werkenden Stand," afd. Ambachtsscholen. Middelnederlanatche epische en lyrische pozëie, Verzameld en toegelicnt, door dr. G. ENGELS. Prys ? 0.60. (Klassiek Letterk. Pantheon). Zutfen, W. J. Tnieme & Co. Wiesbaden. Ie B. Proap. verkrijgt». Het el-IE f. Bar., fiaadh.atr. 16, Amater. 1NTËKL AKEN. Grand Hotel des Alpes. Wereldberoemd Hotel Ie Rang. Gunstigst gelegen aan de Hauptpromenade. Restaurant. Terrassen. Groot Park. Zeer matige prijzen. Proap. fr. en gr. Int.Verkeerabnr. Amat., Baadhuiaatr. 16.?Tel.7827' 127 O Heter boven den Zeespiegel. ENGADIN Seizoen van ; 15 Mei tot half Septemb. Hotel Waldhaus Villa Engiadina Hotel Schweizerhof 4OO Bedden. 30 Bedden. 25O Bedden. Huizen van den Eersten Eang, volledige hydrotherapeutiseheinrichting. Eigen Kurkapel. 4 Tennisvelden. Groote parken Uitgestrekte bosschen om te wandelen. Om ? de Kur geheel naar het voorschrift van doctoren te kun nen uitvoeren, is in beide Hotels een bijzondere Diëet-tafel ingevoerd. Yau midden Juni tot in'September belangrijk gereduceerde kamer prijzen. Privaat-Pension: Villa Silvana en Villa fAaria. \lllln Af a is 10 minuten van de beroemde Tarasper Bronnen gelegen, die in hare eigenschappen die van Karlsbad, Mari nVMI|JCICI bad, Kissingen en Vichy nabijkomen. Het heeft boven deze gelijke Eurplaatsen dit groote voordeel, dat met de overige geneesfactoren der Bad en Driukkiiren, de zoo uitwerkingsvolle, de practisch en wetenschappelijk bewezen invloed van het hoogeluchtklimaat medewerkt. Badkuur en verblijf in het gebergte kunnen hier op aangename wijze worden vereenigd. Voortreffelijk overgangsverblijf naar en "van de zooveel hooger gelegen badplaatsen in Boven Engadin, St. Moritz, enz. wegens het hooge klimaat?.wordt een knr in Mei en Juni zeer aanbevolen. (iPflPyinn UÏnHpn ' Ziekten der Spijsverteringsorganen, zooals chronische Katarren van maag en darmen, verstopping, UDllG£llllj VIIIUCI1 i chronische Diarreh, zenuw-aandoeningen aan de maag, Aambeien, Leverziekten, chronische ontsteking aan de lever en gabteenen, Stofverwisselingsziekten en Storingen in de voeding, zooals Vetiijvigheid, Suikerziekten, Jicht, chrorische_ Eheumatiek, Chlorose, Bloedarmoede enaSkrophulose. Verder .Neurastenie, gevolgen van trotische ziekten en Malaria, chronische Bronchitis en Bronchitische Astma. ZK?u.ra.rtse:nL steeds a.an.wezsig'. Van de spoorwegstations Davos-Dprf in 6, van Bevers (Boven-Engadin) in 5 en van Landeck (Arlbergapoor) in 9."uur te bereiken. Dagelijks eenige postverbindingen naar Vulpera. Voor brochures en prospectussen, alsmede voor alle verdere inlichtingen wende men^zich tot de Directies van de beide Hotels of aan het Verkehrs- and Verwaltnngsbnrean te Vulpera.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl