Historisch Archief 1877-1940
No. 1768
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Florence.
1.
De stad zelve; een schoonheid met haar
vastfeplaveide straat. Er ataaa huizen
okergeel langs den groenen Arno en by regen
trekken de paarden, met de bloedroode dek
ken, sterk, over den Ponte Vecchio...
De Btad der Medici....
Er is in de Ufflti een Aanbidding der
W$ten door Botticelli. Misschien staat de
schilder gekleed in 't geel er zelve op
maar zeker zyn op dit kostbaar schilderij
de portretten aommiger Medici. Ze staan
er op in getal. Ze hebben allen dien eigen
schap gemeen van het groote boven-ooglid
«2» een kkp; van den ronden mondhoek, van
den zeer zinnely'ken en zeer koelen mend.
De mond is gulzig naar lust, maar is niet
zwak. Hy' is wreed en drinkt gaarne gulzig
maar is koel. Het oog der Medici is belangrijk.
Het is vol heerschzacht en vol verzwegen
kennis van 't behandelen der menigten. De
Renaissance kende deze monden. Zjj maakte
ze. Zij is roem en schande, niet gescheiden,
maar zeer dikwijls in n persoon. Ik kan
de schande niet zoo zwaar tellen, omdat de
Boem tóó bleef. Wellicht misdeden de Medici
veel maar de anderen? Er was moord
en doodslag, maar zoo ES niet geheerscht
hadden, eerst verstolen, dan rond-nit, wat
waar er niet arm aan schoonheid dat nu
vol van deze nog leeft? En is altijd de korte
schanddaad niet snel geboet; is dit eeren
van de schoonheid hun niet alleen tot
onsteifljjks?
In de binnenste der familie kropten zich
de hartstochten op. De heerschzucht zat er
op haar phantastiechen troon. Er werd on
verhoeds gestoken met een kort mes; ineen
kamer wierd er wel eens een gelokt als riep
een Beminde om hem, en hij vond er geen
last, maar een' moeilyken, woedenden Dood
die hem vechtend besprong. Een lijdende
vrouw leefde by hen wel eens alleen, en
verging van 't hartzeer. Het volk eerde haar,
maar 't was haar zelf schrale troost voor 't
on verzadigd bloed... Het ging overal zóó...
Da Medici waren ryk, maar hnn rijkdom
is niet tot fabel geworden hun geestelijke
weelde wel... En wat ia het dat hen daar
heen trok? Het is niet deugd; dat is een
andere weg, maar het is toch iets dat op
allereigenste werkelijkheden gericht is! Het
moet, wat zjj zochten, allermenschelijkst zyn,
wat eens tot schijnen gebracht, blij f t het. En
hnn wezen begrijpen we tegenwoordig. Het
treft hoe de koppen van vele der
tegenwoordigen op die der Renaissancisten lijken. Ze
hebben dezelfde kracht bij dezelfde losheid.
Ze hebben het intellectueel-aterke en het
FetoMclie slonetten,
Fotogrmfiseha silhouetten, door 0. A. P. J.
Ia eükele bladzy'den zyn hier eenige nuttige
gegevens by'eengezet, die een
amateur-fetograaf in staat stellen de typische silhouetten
weer te voorschijn te roepen (en te* ver
eeuwigen), die op
iets andere wijze
gemaakt, reeds
onze 18e eenwsche
voorouders amu
seerden. De his
torische afleiding
der naam silhouet
willen wq laten
voor wat zij is; de
silhouet zelf is een
niet te vermaden
portretvorm. De
fotografie, zelfs in
de handen van hen,
die meenen dat
portretfoto's pre
cies gelyk zqn aan
geschilderde of
geteekende portret
ten, daarbij ver
getend dat de
kunst der foto
grafie nobeler is
als zelfstandige
kunst dan als imi
tatie van een an
dere, blijft nog
portretten geven,
waarop de
selfeonsciousness" der persoon den beschouwer
hindert. Het fotografische silhouet, al is dit
slechts een fotografische aardigheid, kan
somtijds dit bezwaar ontgaan. Wij zien de
kennissen en vrienden en familieleden, te
veel en face en te veel en trois quarts, terwijl
wy hunne diverse kenmerkende profielen
meestal niet zien. Wie kent de neus van
z|jn tante T of de kin van zijn achterneef?
En toch zyn deze lichaamsdeelen dikwijls
lang niet het minste deel, vooral bij aange
legenheden van gelijkenis, familietrek, e. d.
Daarom: (en niet alleen om het passen by'
ETLNSCHAPPEUJKE
Microtoom,
Overal waar kleise wezens of voorwerpen
nauwkeurig met microscoop onderzocht
moeten worden, heeft het microtoom burger
recht gekregen, dat kleintnijder genoemd zou
kunnen worden .Wanneer men met microscoop
onderzoekingen verricht, zonder de onder
zochte wezens vooruit onderhanden te nemen,
? dus hen in hnn geheel latend, komt men al
heel gauw in botsing met allerlei praktische
bezwaren. Met een vergrooting van eenige
tientallen male a werkend, kan men nog
zonder verdere behandeling zien wat men
zien wil. Zijn de wezens zér klein, zoo
klein dat zij met het bloote oog niet of heel
even zichtbaar zijn, dan kunnen vergrootingen
van eenige honderde malen nog goed bruik
baar zijn; maar een wezen van, laat ons
zeggen, 0.5 c.M. lengte en overeenkomstige
breedte en dikte is zoo niet maar te onder
zoeken. Het grootste deel valt buiten het
gezichtsveld niet alleen, maar dat wat in het
gezichtsveld ligt, is een verwarde, troebele
massa, waarvan men een klein deel
tusschenbeiden scherp kan zien, maar het grootste
deel wazig ziet. Dit wordt nog bezwaarlijker
als men den inwendigen bonw van dergelijke
kleinere wezens wil zien. De uitwendige
deelen maken de inwendige deelen meestal
geheel of grootendeels onzichtbaar. Dit geldt
niet alleen voor die kleinere wezens in hnn
geheel, maar ook voer deelen van grootere
wezens. Men moet niet vergeten dat men
met een microscoop werkend, bij grootere
onze meubel?, zooals C. A. P. J. wil) laat
ons silhouetten maken l Dit boekje geeft
voldoende aanwijzingen, maar toch zyn er
nog wel aanvullingen bij te geven door een
amateur, die zelf het gemis dezer aan vullingen
ondervond. De methode is: zet het model
tusachen het fototoestel en een raam, waar op
een wit laken' is
gespannen, en foto
grafeer (korte op
name). Zorg dat
er geen ander licht
uit andere ramen
op het gezicht valt.
Ontwikkel.Druk
af op elk papier,
dat goed zuiver
zwart en wit wordt.
Wat de witte
achtergrond be
treft: plooien in
't laken teekenen
spoedig mee op
de plaat. Om dit
te vermijden kan
men het laken
strekken,maar veel
eenvoudiger ish«t,
tijdens de opname
het laken met een
stok (buiten de
plaat vallendljheen
en weer te bewe
gen.Daardoor geeft
het plooienrykste
laken een effen
witten grond. Is
de achtergrond op het negatief nog te door
schijnend, dan kan de plaat flink versterkt
worden (als tenminste het gezicht zelf geen
details bevat).
Daar het boekje een reelame isvoorlvens
en Co., zijn er eenige opgaven in, betref
fende de te kiezen papiersoorten, enz. Achter
in het boekje worden eenige silhouetten
gereproduceerd, die niet alle even gelukkig
zyn. De antieke silhonetjes zy'n aardiger.
Het silhouet, dat bij dit artikel staat, is
niet uit de Ivens serie.
O,
v.
iilifiiiiiiiiiiiiiliiimiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii
vergrooting, voornamelijk aangewezen is op
doorvallend licht, d. w. z. de belichtingsspiegel
kaatst het licht door het voorwerp heen
naar de lens en verder naar ons oog.
Dikkere voorwerpen zyn hiervoor veel te
ondoorschijnend. Wil men ze toch onderzoeken
dan moeten doortneden ervan gemaakt wor
den, d. w. z. met een scherp scheermes snijdt
men een klein dun schijfje vaa plant of dier
of voorwerp af en bekijkt dat schijfje onder
den microscoop. Wanneer men uit de vrije
hand dergelyke doorsneden maakt, kan men
met eenige oefening een groote handigheid
verkrijgen, zoodat men van een takje (in 't
algemeen van een stevig, niet bros, voorwerp)
wel schyfjes af kan kry'gen die niet dikker
zijn dan eenige duizendste deelen van een
m.M, (of zooals men dat noemt: eenige p)
Heeft men echter een weeker voorwerp dan
lukt dit snijden niet zoo goed; de doorsneden
worden dan veel dikker en indien men deze
onder micrcscoop beky'kt dan ziet men een
aantal weefsellagen boven en onder elkaar,
die beletten dat men een dezer lagen afzon
derlijk duidelijk zien kan.
Een tweede bezwaar is dat men van een voor
werp, op deze wijze snijdend, wel eenige goede
doorsneden kry'gen kan, die desnoods bruik
baar zyn, maar men krijgt nooit een opeen
volging van schijfjes, die op elkaar gelegd, weer
het oorspronkelijke wezen terug zonden geven.
En juist dit is zeer gewenscht. Wil men het
verloop 'van een of ander orgaan of weefsel
kennen, dan kan men in een complete serie
doorsneden het geheele orgaan vervolgen en
desnoods weer opnieuw constrneeren. Uit de
hand snijdend, mislukken meestal heel wat
doorsneden, dus compleet is de serie nooit.
Men past nu het groote principe toe dat
men geleerd heeft bij het snijden van krenten
brood ; terwy'l ik 't iedereen in tienen zet
om een krent met een broodmes mooi in door
sneden uiteen te leggen, kan iedereen, zonder
onverschillige voor wat ethisch heet. Ze zijn
geboe'seerd naar de eene zy'de des levens;
d£a> harmonisch. De Medici zyn niet schoon.
Ze bezaten daarvoor de effenheid niet der
gelijkmatigheid. Harde heerschzncht kwelt
hen. Ze hebben niets van den Griekschen
god, het Loutre Beeld. Ze zyn karakter.
In allen leeft een eigen hartstochtelijke
wensch. Lorenzo is niet schoon" maar het
gezicht zoekt en duikt ter schoonheid. Hy
heeft een geestelijke weelde gekend, die
weinigen zullen kennen. En hij was zoo
groot dat Savonarola vergeefs tegen hem
ging l Lorenzo kon, ik herhaal het, in velerlei
opzicht zyn van thans. Ook by ons zyn er
die stoutmoedig het zekere Eeuwige zoeken
dat het Schoone heet, en stout en heet daar
heen sturen en niet willen toezien op welke
wy'ze of wie ze over-varen. Zullen ze zóó
groot zyn?
***
Er is nat a ar lij k twee-erlei Renaissance.
Er is die van het Verlangen en van het
sprookje: alles is er dan goud en van marmer.
Er is die van een pverry'ke werkelijkheid.
Zy toont allerlei uiting, dingen die wij nog
zullen halen? Er was een zoeken in dien
vroegeren tijd als na, maar er was een gevoel
van gemeenschappelijk verwerven; er was
een gevoel voor synthese. En er was Ver
wondering. Misschien heb ik daarover drie
maal geschreven, en vier maal gesproken.
maar zeven keer is niet genoeg. Verwonde
ring is dat deel der kunst dat wy, met een
armen glimlach gedood hebben. Zoo wij ze
terug konden winnan, verwondering, zou ze,
lachend over een grooter veld, grooter bloemen
ons kunnen schikken. Zoodra wy by hooi
weer denken zullen aan Bethlebem's stroo,
zullen we de nieuwe Leidstar hebben die
ons de nieuwe Drie Koningen (no« eens
Kasptr, Belthasar en Melcbior) den Dacht
niet slapen van lieven onrust laat, en ons
weer leiden zal naar een stal waar de os
dartel kykt en het ezeltje uitbundig balkt
als op het schilderijtje van Simone da
Bologna.... Want de Renaissance vond niet
meer dan wy nu vinden. Zy vond het alleen
op jonger leefty'd. Worden wy niet aftandsch?
Kunnen wy niet scheppen zooals zy', zoodat
we het karakter" dat wy zyn, overwinnen,
opvoeren zooals zy het opvoerden, tot schoon
heid? dat is tot het diepe licht van da Vinci,
tot de statigheid van Raffaël's Leo X, tot
den peinzenden afgewenden lach of tot het
dwalend ky'ken van de Perugino, tot de na
tuurlijke, gemakkelijke volgroeidheid van
Titiaan in sommig portret ? kunnen wy nooit
een Admiraal meer zien als Tintoretto; wat
hebben onze geschilderde Maaltijden van
Veronese's bruiloft te Kanaan ? Zyn wy niet
te dikwyls het karakter wel, maar de schoon
heid niet ? kunnen we niet meer godsdienstig
zyn in de vroolke kleur van Fra Angelico.
Heeft de jacht naar het Vlietend Uur, ons
niet dat Eeuwig Uur der groote werken doen
voorby-zien, waarin (in welke werken) het
dikwijls tegen den diepen avend is, tegen het
uur der statigheid" l... kunnen wy het groote
schilderij niet meer maken, volledig geschil
derd, volledig gedacht, volledig gegroeid?
kunnen wy de lijnen niet meer vinden die
in hun «chynbaar eenvoudig golven meer be
wegingen bergen dan on ie schrilste Ig'n
die het hart zeer raakt, maar zuiver beoor
deeld vol-uit rijk niet is?...
*,*
Raffaël's Leo X (Pitti). Het portret van den
Castiglione in de Salon Carrévan het Lonvre
is daar zelfs een belangrijk werk. Het heeft
die eigenaardigheid die grootschheid heet
en het heeft de verdienste niet leeg" te
oefening een krentenbrood snijden en in deze
sneden prachtige krent-doorsneden verkrygen.
Dit komt omdat het kleine voorwerp in een
groot voorwerp ingevoegd is, dat gemakkelijk
te hanteeren en te snijden is.
Het wezen dat men snijden wil, wordt
ingesmolten in een blok paraffine, en van
dit blok worden fijne doorsneden gemaakt;
tegelyk met de paraffine snijdt men dan ook
het voorwerp. Dit insmelten is lang niet
eenvoudig. De meest gebruikte, maar niet
al t y d ' bruikbare methode is: het voorwerp
wordt eerst in absolute alcohol gebracht,
die zoolang ververscht wordt, tot al het
?ventueele water uit het voorwerp weg is.
Dan wordt de alcohol verwisseld met xylol
die de alcohol verdrijft. Daarna legt men
't voorwerp in gesmolten paraffine (zeer zuiver
moet deze zy'n l), die vervolgens zeer langen
ty'd, soms wel een heelen dag, op dezelfde tem
peratuur (pi. m. 55°) gehouden wordt in een
broedstoof. De paraffine dringt dan in alle
weefseldeelen van het voorwerp door. Daarna
giet men in een metaalvorm een klein
paraffiaeblok, waarin men, als dit half gestold
is, het voorwerp overbrengt. Het resultaat
is dan, na totale af koeling, een blok paraffine,
waarin men den vagen omtrek van het voor
werp ziet doorschemeren. (Zie fig. I B)
Het snij den van dit blok geschiedt nu niet
uit de vrije hand, maar rnet een microtoom,
waarbij het blok telkens iets opgeheven
wordt, waarna een heen- en weergly'dend
scheermes er het bovenste deel afsnijdt. Dit
microtoom berust op twee bekende verschijn
selen : Ie neemt men een hellend vlak, waar
van de helling b.v. '/IQ is, d.w.z. elke 10 dM.
het vlak l dM. hooger sty'gt, dan kan men
een voorwerp langs dat vlak omhoog schui
ven. Heeft men het voorwerp op deze wyze
l c M. langs het vlak verschoven, dan is het
in verticale richting slechts l mM. gestegen.
2e Een achroef draagt een schroefdraad; de
H
zijn: het gevaar der Italianen. Terwijl de
Hollandsche kunst in haar désadence wordt
tot een werkelijke burgerlijkheid, ontaardt
de Italiaansche tot een porapeusheid zonder
karakteriseering van den voorgestelde, en
tot emphase, overdreven beweeglijkheid zon
der dramatischen inhoud. Haar schijnbare
grootheid is dan meer te minachten dan de
nauwkeurige notitie. Raffael, zeven en dertig
jaar by zijn dood, zou dit mindre niet zien.
fly ontwikkelt zich langs en door de werken
van Perugiao, door die van Michel Agniolo
en da Vinci, en fra Bartolommeo, tot
sommige werken die, van het groote stand
punt, niet betwistbaar zijn naast een aantal
die dat in sommig opzie at wel zonden zijn.
Van Perugino leert hij den peinzenden blik
begrijpen; van Michel Angelo da anatomie;
van da Vinci wat deze aan allen leerde
van Bartolommeo, iedereen weet het, den
bouw zonder overdreven symmetrie. Dit zijn
de historische waarheden die algemeen goed
geworden zijn. Deze dingen geven Raffael
zijne bekendheid. Zjjn roem werd soms over
dreven; door een daartegen te keer gaande
reactie is zyn waarde een tijd lang te klein
geacht; te schamel gevonden, gerekend naar
wat ze in der daad is. Want Rome leert in
de Stanze" andere dingen en Pitti in Florence
leert iets anders dan klein of lief werk in
Leo X. Dat andere leert nog niet de graf
legging van de Villa Borghese en in sommig
opzicht evenmin deMadonna della 88dia(Pitti).
Er is in dit laatste werk een eigenschap die
ik mocht bespreken. De Renaissance heeft
veel ronde schilderijen gemaakt. De meeste
laten den indruk van rond te moeten zijn".
Ze geven het gevoel dat de schilder zich
niet wist te schikken naar dit niet natuurlijke
iets". De figuren kry'gen gedwongen houdin
gen ; ze schikken zich moeilijk naar den cirkel
(sie Botticelli). Twee schilderijen zijn er in
Florence die dit niet vertoonen: de H. Familie
van Michel Angelo en deze Madonna della
Sedia. En in beide is dezelfde oplossing ge
vonden van de moeilijkheid, het openlykst
in M. A.: Horizontaal en vertikaal zijn tast
baar gegeven. Hierin is de Madonna della
Sedia. in de oplossing volgens het cirkel
vormig vlak dus voortreffelijk.
Het schilderij is verder het lievelinge-werk
der vrouwen (zooals Bode beweert.) Maar
is juist daarom deze Madonna, en Jezus en
Sint Janneken, ven kleiner belang voor wie
naar psychologische diepten zoeken? Het is
een werk met een innige moederhonding en
van enkele schoone kleuren, maar het dwingt
niet. Het is de mindere naar teederheid van
een, overigens onbeholpener, Madonna del
Granducg. Zielkundiger lijkt mg het portret
van de jonge vrouw in de Tribuna der
Ilffizi. De vrouw daar is gekleed in 't bruin
en in het roodachtige. Witte ondermpnwen
worden gezien. Zs heeft een kettinkje om.
Haar handen zijn rustig. Dit portret is van
een droomerige vastheid, die in de vastheid
ons, noordelyken, vertrouwd is (hoe
werklykliefijjk is de schaduw van 't kettinkje!) en
in de gratie tot droomem ons zet. Julins II
(eveneens in die Tribuna) is grooter. Het is
de Paus, zittend, en moede. Het portret van
Inghirami met al het vlakke rood doet groot
aan, maar de Afgebeelde bracht den schilder
niet tot zijn maximum. Een der maxima van
Raffael is voor mij het portret van Leo X.
Het werk is niet alleen een toppunt van
dezen schilder, maar het heeft het recht bij
de eerste portretten van een ryke periode
gesteld te worden.
De paus zit aan een tafel, met een rood
kleed er op. De rechterhand ligt op een boek
met miniaturen; de linker houdt een loupe
vast. Voor hem staat nog een zilveren schel.
illiiiiliiiiiiriiiiiiiiMMiiiiniiiiiiMHiiiiiiiiiuiil
onderlinge afstand van twee schroefdraad
windingen heet de spoed. Draait men de kop
van de schroef eenmaal rond, dan zal de
schroef slechts over een afstand, gelijk aan
deze spoed, voor- of achteruitgaan.
Op deze wyze kan men de schroef ge
bruiken om een voorwerp over een haast
onmerkbaar kleinen afstond vooruit te duwen.
Men laat de top van de schroef tegen het
voorwerp rasten, zet de schroef zelf vast in
een moer, maakt de spoed zeer klein (dus
de schroefdraad windingen zeer dicht bij elkaar)
en de schroefkop zeer groot. Men kan dan
gemakkelijk de kop b.v. een kwart slag
ronddraaien, zonder oogen of vingers bij
zonder in te spannen; de schroef gaat dan
slechts 1A spoed vooruit en het voorwerp ook.
Ga wapen i met deze twee feiten kunnen
wy' het microtoom beschreven (fig. l en 2).
Het bestaat uit een zwaar blok staal, inden
vorm van een balk; op het horizontale
bovenvlak EE1 gly'dt een blokje C voor- en
achteruit (van E naar E1), en op dit blokje
is met een kleitn D een groot scherp scheer
mes A vastgeklemd, loodrecht op EE1 (zie
lig. 2). Aan het zijvlak van dit groote blok
zit een stevig hellend vlak HH', waarlangs een
staalblok W kan glijden, waarop het
paraffineblok B (met het voorwerp erin) kan
bevestigd worden. Dit staalblok W heeft
een drietal schroeven, waardoor men B in
eiken gewenschten staad kan draaien. Dit blok
W kan vooruitgeschoven worden door de
schroef S met een zeer fijne schroefdraad en
kleine spoed. Deze schroef loopt door de
moer M, die op verschillende punten van
HH' vastgezet kan worden. K is de groote
kop der schroef. "Voor zoover fig. l deze
inrichting niet geaoeg verduidelijkt, moet
fig. 2 helpen, waarin men het toestel van
boven ziet. Alle détails zijn in deze figuren
weggelaten. Onderstel dat het vlak HH1
een helling van l op 10 heeft, dat de spoed
GENERAAL A. N. J. FABIUS,
in functie getreden Commandant der
stelling Amsterdam.
De sterk-gebouwde stugge vasthoudende kop
van Leo woidt plm. % links gezien. Rschts
van hem staat (in rechts %.) Giulio de Medici,
later Clemens de zevende; links van Leo
Ludovico de Rossi, bijna en face: met de
beide handen aan den atosl van den gezeten
Paus. Deze heeft een roode muts op't hoofd;
een klein rood manteltje om (eveneens met
een rand petit-gris" afgezet) waaronder-uit
de jurk komt van witte zware gedamasceerde
zjjde.
In dit werk overheerschen de schakeerin
gen van het rood, als in van Dyck's Kardi
naal de Bentivoglio (een werk zeker met
allure" en niet gering van
kleirsamenstelling.) Maar tegenover den Rafiaël lijkt het
een wuft werk, een ding van zuivere han
digheid, maar niet van mannelijke kracht.
Er is in Leo X kracht en hoogheid. Het
portret hangt in een verzameling, waar hst
niet zonder mededinging is, vlak bij een
andere collectie, waar Titiaan zich sterk
vertoont, en Tintoretto grootsoh is, wanneer
op zijn best hoewel van modeléaltijd wat
rauw. En Raffael handhaaft zich als grootse
hheid, als kleur, als schildering, als psycho
logie. Maakte ook wellicht hij die voor den
schilder zat hier den schilder zoo groot als deze
zyn kon ? De Paus zit met het zware Ijjf rustig,
maar hoe vol leven, vol gespannen en hoog
moedig leven, te midden der twee andere
lyffiguren.
De gegeven ziels-diepte is in dit werk (als
een zware wolk) van groote afmeting. Als
kleur is het schildery van diepe pracht; het is
volklonken. Het is niet vlak (naar het ge
voel) zooals Raffael wel is. Ik weet weinig
schilderijen, die, op deze wijze geschilderd,
in de uitdrukking van de stof en in
grootschheid van de plooiea-vomen, met deze mouw
van witte gedamasceerde zq vergeleken kunnen
worden. De plooien hier zyn weinige, maar
noodige, wat b.v. niet die van de Velata
(ook van R.) gezegd kan worden. Daar is de
stof eveneens wel gekarakteriseerd, maar
niet vol styl uitgedrukt.
Een schilderij als deze Leo X doet Raffael
eeren als een groot meester. Voor leeken
bestaat in hem zijn niet belangrijkste
zijde die hem dezen dierbaar maakt. Maar
voor hen die schilderen, of voor ben wien
der schroef '/ioo is van den schroef kop-omtrek
(5 cM.) en dat men de schroef kop slechts voor
!/io omdraait, dan zal W (en dus ook het
paraffineblok) slechts J/ioo van 0.5 cM., dus
slechts '/2°mM. lang HH, vooruitschuiven,
en in verticale richting slechts '/io van '/2o mM.
dus Vaoo mM. (of 5 f4) omhoog gaan. Stond
het blok W zóó dat het mes A juist over de
paraffine heengleed, dan zal na de
echroefbeweging, het glijdende mes een schijfje
paraffine van V-011 mM. afsnijden. Deze
bewerking kan men telkens herhalen, en na
eenige doorsneden vaa paraffine alleen, kry'gt
men schijfjes paraffine, waarin schijfjes van
het voorwerp mee afgesneden zyn, ook slechts
Vzoo mM. dik. Dit toestel werkt zoo zuiver
dat men gemakkelijk alle doorsneden goed
maakt en das een complete serie verkrijgt.
Men maakt de schroefdraad zóó fijn, de helling
HH' zóó zwak, en den schroefkop H zóó groot
dat men het blokje paraffine telkens slechts
J/iooo mM. of nog minder kan doen rij ren.
Van een voorwerp dat l cM. lang is, krijgt
men op deze wij ze tienduizend doorsneden.
Zoo zitten de hoofdzaken in elkaar. De
bewerking ia in werkelijkheid veel ingewik
kelder. De doorsneden worden daarna op
glasplaten geplakt. De paraffine wordt
yerwy'derd met xylel, en de doorsneden blijven
zelf in rijen op de glasplaten zitten; zij
worden gekleurd om hen beter zichtbaar te
maken, zij worden bedekt met een beetje
Canadabalsem dat hen voor beschadiging
behoedt, en daaroverheen komt een uiterst
dan dekglaapje te liggen. .Al deze bewerkin
gen, die onmisbaar zijn, kosten dagen werk
en geduld, en eindelijk kan men de micros
coop in gebruik stellen. Maar het werk van
ket microtoom is hiermee afgeloopen. Hat
hier beschreven toestel is slechts een van
vele systemen, wier werking echter steeds
even wonderbaarlijk is.
P. VAN OLST.
Fig. 1. SCHEMA VAN EEN MICBOTOOM, VAN TEBZIJDE GBZIBN (OJGEVEER OP '/s VERKLEIND).
Langs het horizontale bovenvtak E' glijdt de houder C heen en weer, waarop met de klem G het mes A bevestigd
is. Langs het hellend vlak H1 ichuift het blok W dat het paraffineblok B draagt, waardoorheen het ingesloten
voorwerp schemert. M. is de vaststaande moer, waardoorheen de schroef B loopt, met den grooten schroefkop K.
Het draaien van K doet 8 vooruit gaan, eveneens W, waardoor B iets rijst.
K
L'
H'
Fig. 2. SCHEMA VAN EEN MICROTOOM, VAN BOVEN GEZIEN.
De verklaring der letters is dezelfde als bij fig. 1.