Historisch Archief 1877-1940
No, 1769
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Het sterïe EB het zwatte geslactit in Japan.
De Japansehe vrouw bent van natore een
lief, zacht karakter. Ze is altijd en op alle
leeftijden vriendelSk en vporkemend en steeds
tevreden met haar lot, dat na jaist niet be
nijdenswaardig is, daar de man in alles nummer
n moet zijn, en zijne vrouw als een lager
wezen beschouwt. Haar opinie wordt nooit
gevraagd, zij moet er steeds op uit zijn om
haren echtgenoot in alle* te behagen, terwijl
zij nooit de minste dankbaarheid daar
voor inoogst. '
Werkelijk, ik geloof niet dat men ergens
grooter tegenstelling in karakter zoowel als
in uiterlijk kan aantreffen, dan tuaschen de
mannen en de vrouwen in Japan. Zoo lief
tallig n 't Japansehe vrouwtje toelqkt, zoo
terngstootend doet de man ? aan. Hq is bijna
altijd leeljjk en heeft eene gevoellooze, harde
gelaatsuitdrukking. Onoprecht is hij in hooge
mate, daarbij trouweloos en oneerlijk, vooral
waar 't handelszaken betreft. Voor 't oog zjjn
ze o l zoo vriendelijk en putten ze zich uit
in beleefdheien, waardoor zij op den vreem
deling, die slechts voor korten tijd in Japan
verblijf houdt, dikwijls zulk een gunstigen
indruk maken.
Waaneer Baan en vrouw te zamen uitgaan,
loopt de man steeds eenige passen voor zijne
ega uit; niet echter als het regent, want dan
moet zij de parapluie boven zijn hoofd honden.
Ook sal zij nooit het eerst aan tafel gaan,
doch steeds wachten tot haar man zich be
diend heeft, alvorens zij zelve plaats neemt.
Hq is het, die 't eerst in zyn rikisha gaat
en gemoedelijk wegrijdt, terwijl zij maar zien
moet hoe 't beste weg te komen, dikwijls
met een baby op den rug en de noodige bagage.
In de keuze van een echtgenoot heeft het
meisje ook al heel weinig of niets te zeggen.
Zoedra een meisje den leeftijd voor trouwen
bereikt heeft, is het de plicht der ouders
een geschikt en man voor haar ait te zoeken.
Dikwijls echter gebeurt het, dat een getrouwd
vriend van de ouders, als tnsschenpersoon
dienst doet. Zoodra de geschikte partij ge
vonden is, wordt eene gelegenheid gezocht,
waar de twee geUefden (?) elkaar kunnen
zien en spreken, hetgeen meestal plaats heef t
in het huis van den tnsschenpersoon. Neemt
de man genoegen met de voor hem gekozen
bruid, dan worden er over en weer presenten
gewisseld: en wordt het engagement als ge
sloten beschouwd, terwijl de trouwdag BOO
spoedig mogelijk wordt bepaald.
Het bruidstoilet is altijd wit (in Japan het
teeken van rouw), omdat het meisje door haar
eigen familie, zoodra ze getrouwd is, als eene
doode wordt beschouwd en zich geheel aan
de betrekkingen van haren man moet over
geven.
Uit dit alles blijkt, dat de getrouwde vrouwen
in Japan eene ver van aangename positie
innemen, doch morren over meer rechten,
zooals hare bevoorrechte Westersche zusters,
doen ze niet. Ze weten dat het nu eenmaal
hun lot is... en berusten.
Tokio.
LINE B.
iliiiiHiMiiHlllwiuiiimmiiiiijiiilHiiiiiiiiimmiiimiimniimmHimiti
UIT DB NATUUR.
Mei in het Stadspark,
Al komt er nu, na vandaag, den 13 den,
geen enkele mooie dag meer in deze maand,
wat Mei dezen keer gegeven heeft, is al ruim
voldoende, «m ook voor bet vervolg weer te
gelooven aan de Mei als lentemaand.
Zoo'n bloemen- en vogel weelde als in dit
jaar midden Mei laat genieten, moge een
uitzondering zjjn, de mensc ben zijn er des
te dankbaarder voor; ze voelen het weer
eens heel sterk wat het «eggen wil: warmte
en licht volop,' en regen, lanwèlenteregen op
zijn tijd.
Doordat April tot bijna het einde droog
bleef, zijn na een paar stevige nacht vorsten
de hoornen langer dan gewoonlijk bladerloos
gebleven.
' Maar in de eerste weken van deze maand
is alles ingehaald; en nn hebben we het haast
vergeten genot, appelboomen en kastanjes
tegelijk bloem te zien dragen, en hier en
daar nog perebloesem ook te zien blinken.
Tegelijkertijd beginnen de gouden regens en
swingen; weigelias en de rhododendrons stem
men mee in, een week minstens te vroeg.
* De tijd tuBschen Hemelvaart en Pinksteren
is voor ons gewoonlijk de tweede lente; in
den regel is de eerste voor 10 Mei afge
sloten, dan is het gedaan met sleutelbloemen
en anemonen; het speenkruid en de
dotterbloemen zijn uitgebloeid. De boomen die
vroeg blad krijgen zepals kastanjes, wilgen
n populieren zien er jeugdig frisch uit met
hun geelgroene bladeren, sachtharig en glan
zend, zonder eenig vlekje of gaatje nog. Dat
belooft een vroegen zomer.
Maar dan komen gewoonlijk na 10 Mei
de bitter koude dagen, die den naam van
y s-heiligen hebben gekregen. Dan is het
?f er een nijdige booze geest door de lucht
vaart, die geen jong groen en boomenbloei
kan velen, die haat wat mooi en teer en
veelbeloovend is; een kille felle wind slin
gert de pas nitgeloopen takken tegen elkaar,
tot het jeugdig blad er verropt en verknoeid,
gekneusd en geknakt bq hangt.
Dan vragen denkende menschen zich af
waarom de natuur weer gaat vernielen, wat
ze eerst zelf zoo mooi had gemaakt; de witte
bloemsemblaadjes warrelen in het opgejaagde
Stof, of het al weer herfst was; en de jonge
pas gevormde peren- en kersevrucht worit
doodgenepen door de late vorst.
Dit jaar zijn wij gelukkig vrij gebleven
Van deze treurig stemmende lente-bedervers.
Het interregnum van den wintervorst, die onze
Mei zoo vaak tot een killen nawinter maakt,
die zoovelen doet schimpen op onze
Meidie aters, maar ook meer tevreden menschen
naar een beter en warmer klimaat doet ver
langen, is overgeslagen. De voor- en nalente
vplgden elkaar zonder pauze op; en vandaag,
de dertiende immers, de meest gevreesde
q"sheilige,degevaarlqkste dag voor jonge vruch
ten en jonge bladeren en jonge
bloemknoppen, is het 60 graden in de schaduw; de
nachten zyn lauw, vochtig warm zijn de vroege
morgens en als de merel in den tuin en de
leeuwrik in de weide begint te zingen, stijgt
er witte nevel op uit het gras; of het half
Juni en niet half Mei was.
Waar de stedeling nn heen gaat om van
ADDE^DBI.
Ringtn.
Een niet geheel nieuwe nieuwheid zijn de
ringen met portretten, die, vooral in Parijs,
de gewone zegelringen met wapens en mono
grammen beginnen te vervangen. Deze por
tretten zijn vaak op porceleln geschilderde
miniatnurtjes, waarvan de vervaardiging aan
groote kunstenaars wordt opgedragen. Niet
zelden ook worden in een gewonen zegelring
portretjes gegraveerd, zoodat de portret-ring
een dubbelen plicht vervult, en tevens dienst
kan doen als cachet. Het vervaardigen dezer
portret-intaglio's is eveneens een zeer fijne
knnstarbeid, die duur betaald wordt. Het is
reeds een oude kunst, die opklimt tot den
Romeinsehen tijd. Duizenden portretten van
oude Romeinen zyn tot ons gekomen in zooge
naamde cameeën, waarin ze eveneens door
meesterhand prachtig gesneden werden.
Origineeler dan deze gaheele mode op
ringengebied is de ring van een schilderes uit
Monaco, die er ongeveer uitziet als een zegel
ring met het zwartglanzende bergkristal, dat
men Rynsteen" noemt. Dit glazen plaatje
met zwarten ondergrond is evenwel een lens,
en daarachter bevindt zich een
miniatuurcamera, waarmee men zeer scherpe foto's
maken kan. Het is de meest gevaarlijke
detective-camera die ooit gebruikt werd. De
photo's laten zich uitmuntend vergrooten, en
zijn das van practisch nut.
Het dinsigheidje heeft 2400 galden gekost.
Men heeft reeds de vrees uitgesproken,
dat de draagster van dezen wonderring wel
licht een Duitsche spion kan zijn, hoewel ze
nitblinit door elegance en schoonheid, en
er dus volstrekt niet naar uitziet.
* *
Huismiddel.
Menig huisvrouw zou zich een droevigen
morgen bespaard hebben, welke haar het
gezicht van n of meer uitgekookte eieren
berokkende, indien ze had geweten, dat men
het uitkoken van een gebarsten ei verhoeden
kan, door een theelepeltje zont in 't warme
water te gooien... Eenvoudig genoeg, zou ik
meenen.
R»ok. *
Wie zegt er na nog, dat rooken een slechte
gewoonte" is allén van de mannen ? Een
Amerikaansche fabriek heeft in het jaar 1910
vijfhonderd millioen damescigaretten gefa
briceerd en verkocht, en moest nog eenige
orders onafgedaan laten liggen.
Er wordt vermoed aan de bestellingen, die
nu reeds inkomen, dat in het volgend jaar
zoowel vraag als productie nog veel groeter
zullen zijn. De Amerikaansche vrouw schijnt
den man óók in zijn gebreken na te volgen.
* * *
Aftcheid.
In het Engelsehe dorp Borderland bestaat
de hoogst eigenaardige gewoonte, dat bq een
huwelijk bruid en bruidegom aan de straat
jeugd een groote elastieken bal of een football
ten geschenke gegeven. Eenige oogenblikken
voordat het paar ter kerke zal gaan, wordt
d* bal, met een luid hoera van al de
aanwezigen, door den bruigom de deur ait
geworpen onder de wachtende jongens, die
vechtend over den grond buitelen om het
ding machtig te worden. Gedurende een kwar
tier wordt dan voor het huirop wildeen
IIIIHIIIIIIUtlllllllllllllllllMMIIII
MIMHIIIIItllMtlllllltllMllllllflIIIII
groteeque wyzeraet den bal gespeeld, en zoodra
bruid en bruigom zich op weg begeven, wordt
de bal voor hen nitgeschopt gedurende 'den
geheeleu weg naar de kerk, waar 't spelletje
eindigt. Het is natumrljjk een symbolisch ge
bruik. By het huwelijk, dat de ernst van het
Ie/en vraagt, worden kinderspel en
kinderlast buiten de denr gezet, en aan anderen
overgedragen. De jongens zin gen bq 't wachten
op de brnidsgave:
Schop de bal, die kaatsen zal,
Voort, voort, door de poort.
Bruigom, brnidje, weet dat wel,
Na is 't ait met jool en spel.
Voort, voort, door de poort l
* **
Snelheid.
Aato's, vliegmaohines en electrische treinen
hebben vooreerst nog geen kans van winst
in een snelheidswedstrgd tegen telegraphische
berichten. Een telegraphisch woord legt over
land in n seconde een af stand af van zeven
en twintig duizend kilometer. Per seekabel
reist de telegraphische boodschap niet minder
snel, maar vijftien duizend kilometer per
seconde, of 54 millioenSkilometer in 't uur,
maken toch nog een aardig race-gangetje: en
waar blijven dan de auto's met ban honderd
en zooveel kilometers in 't uar. Alleen 't
licht is een k wade concurrent: een lichtstraal
legt in n seconde 294*000 kilometer af, wat
een unrsnelheid vertegenwoordigt van 1138
millioen kilometer. Loop het maar eens na,
met je grootmama l" zou De Schoolmeester
zeggen.
* *
Afstanden.
Nog iets ter illustratie van 't voorgaande.
De snelheid van het licht wordt gebruikt
als maat in de sterreknnde. Voor de pp
onnoemelqkgrootenafdtand van ons verwijderde
vaste sterren, zouden de afstanden in onze
gewone maten uitgedrukt al te geweldige
getallen geven. Als eenheidsmaat gelden
daarbij das zoogenaamde lic h t-j aren", dat.
wil zeggen een afstand, waarover een licht
straal een vol jaar reizen moet: volgens de
voorgaande berekening het duizelingwek
kende getal van 9,965 080,000,000,000 goede
Hollandsebe meters. Het licht van de poolster,
een der vaste sterren, die het meest in de
naby'heid van onze aarde staat, heeft veertig
van deze lich'jaien noodig om ons in de oogen
te schijnen. Gebeurt er das met de ster een
ongelukje, spat ze uit elkaar of zoo, dan
zien we haar nog veertig jaar lang aan den
hemel schitteren, hoewel ze niet meer bestaat.
* *
Voetjes.
Is 't waarlijk mooi om heel kleine voetjes
te heb «en? De traditie zegt van wél, en
Asschepoetster werd door den Prins uit 't
sprookjesland aangebeden, omdat ze het
kleinste voetje had van alle vrouwen ait het
geheele rijk. Nochtans zijn' ook over die
kwestie de geleerden het niet geheel eens,
en een Franse h hoogleeraar in de aesthetika,
professor aan n der kleinere universiteiten,
heeft het gewaagd te beweren, dat zeer kleine
voeten, niet schoon, maar veeleer een misvor
ming, en dus iets leelykszyn, evengoed als heel
groote voeten. De voet," zegt de professor,
moet in evenredigheid zijn met het lichaam,
en behoort by een normaal, gezond mensen
n zevende te meten van de lichaamslengte.
Dat zeer kleine voeten leelijk zijn, kunnen
we eerst bizonder goejjl tien by'de Chineesche
llllllllllllllllllMllllllllltllllMllllllliriUIIIUIIMIIIlJIIIHIIIIIIMIIHIMIIIIIIIl
dames, die de mode overdrijven, en er daar
door juist voor ons een sterk sprekende
parodie op leveren." Dwaze dichters, die de
kleine voetjes uwer aangebedene bezongen
hebt, ga naar den Franschen hoogleeraar,...
en wordt wijs. De man zal ons nn ook wel
spoedig gaan vertellen, dat een lange, fraai
gewelfde hals leelijk is, en nochtans zyn er
vrouwen in de geschiedenis, wier zwanen
hals" haar tot schoonheden van den eersten
rang maakte... Gelukkig toch, dat de natuur
zich door professoren geen wetten laat voor
schrijven: ze is rijk en afwisselend, langs
alle evenredigheide wetten heen.
***
Zware studie.
A propos van voeten !... Hebt ge er wei
eens over nagedacht, wat dat voor een jonge
Duizendpoot een ingewikkelde studie moet
zq'n.... om loopem te leeren Dat is, dunkt
me, een inrichting in de natuur, die even
dringend vereenvoudiging behoeft als onze
Nederlandsehe spelling.
***
Bleek.
Een geestige Deensche journalist,dieeenigen
tq'd in Parijs vertoefde, heeft de opmerking
gemaakt, dat de blos op het gelaat der vrouw,
dat (en met nagenoeg alle oude dichters
te spreken) de rozen, die op de wangen
bloeien," nit de mode gaan. De vrouw, die in 't
moderne Frankrijk er gedistingneerd uit wil
zien, is aan zichzelf verplicht een bleeke,
fijne, porseleinachtige gelaatstint te
cnltiveeren, want een biezend, rond, vol gelaat is
volgens de heerschende smaak in de hoogste
mate epicier", geldt voor boersch en on
beduidend. Bleekheid evenwel, vooral indien
deze gepaard gaat met donkere oogen; maakt
het grime interessant. Men versta my wel
(voegt de Deen er aan toe) ik zeg dat niet;
ik vertel n alleen, wat men beweert, de zelfde
men, die tegenwoordig ook in uitgerekte, by'na
stakerige slankheid een ideaal van schoon
heid ziet... 't Zal wel weer beteren,hoopikl
Alles gaat voorbij, óók dit, en de dikkertjes
krijgen op den daar ook nog weer een kans l"
* **
Haarkleur.
Globaal gesproken verliest het haar van
den man ongeveer 5 jaar eerder zyn kleur
dan dat der vronw. Dit neemt niet weg, dat
ook sommige vrouwen zeer vroeg grqs iqn,
al worden ze (dank zy de toovermiddelen
van de toilet taf el) niet altijd op heeterdaad
betrapt.
In Parijs wordt een vronw by'na nimmer
grqs; zq volgt daar de kleur der haarmode
net evenveel trouw, als men 't elders de
modekleur van 't toilet doet. De Fransche coïffeurs
zqn meesters in hun vak, en niet zeldzaam
zijn de dames, die onder ban bekwame han
den binnen een tiental jaren, tienmaal de
kleur harer lokken deden nnanceeren. Grqi
wordt de volbloed Parisienne nimmer, zelfs
niet na haar zeventigste.
* * *
De Vrouw en Haar Huis. Geïllustreerd
maandschrift onder redactie van ELJS.
M. ROGGE. Vle Jrg. No. 1. Uitgare
van Van Holkema en Warendorf.
Te streven naar smaakvolle verzorging van
het uiterlijk is een vrouwelijke deugd by
uitnemendheid, die ik geenszins gering schat
en waarvan ik met groot genoegen de afspie
geling zie in het wél-verzorgde uiterlijk van
lllltlMIIIIIIIIIIIIIIMIMmillMIIIIIMHMimmillllllllllHIIIHIIMIIIIIIIIIIIIIII
(Puck),
Niemand zoo blind ala wie niet zien wil.
het nog betrekkelijk jonge tijdschrift De
Vrouw en haar Huis", welks eerste nummer
van den nieuwen (zesden) jaargang ons in
kloeker en fraaier vorm wordt aangeboden.
De beruc-te Hollandsche degelijkheid is er
tot mq'n blijdschap niet al te zwaarmoedig
in vertegenwoordigd: er is veel in, dat voor
de echte vrouwelijke vrouw van belang kan
zq'n. In de voorrede brengt Johanna A. Wolters
in een pittig woordje waardeering zoowel aan
den nieuwen tijd, met de uitgaande en sport
beoefenende vronw, als aan den ouden tijd,
die de huiselijke degelijkheid huldigde. En
de redactie heeft tusschen beiden ook het
juiste evenwicht weten te vinden: zoowel
het moderne meisje als de star conservatieve
vrouw zal iets van haar gading vinden in
dit fraai geïllustreerd en met veel afwisse
ling samen-gesteld nummer van het tijd
schrift. Tnsechen het artikel van de be
kende kunetreceneente G. K. Maring over de
Vrouw in de Hollandsche Schilderkunst,"
nevens de redevoering van Johanna Maber,
en het gezellige gebabbel der redactie over
Niets en Iets" ligt een flinke af stand; maar
ik zon die niet graag kleiner wenschen,
want vol en rijk is het leven der vrouw,
en een goed tijdschrift voor vrouwen moet
van deze volheid en veelvormigheid de
afspiegeling zijn. Met bizonder veel genoegen
zag ik het artikel over Merklappen" van G.
J. Blees Kzn.; grappige en mooie
ondHollandsche huisvlijt nit de oude doos wordt
hier aan de nieuwe vrouwen voorgelegd,
die er, hoop ik, het zeer oorspronkelijke en
echt Hollandiche element in zullen vinden
en bewonderen. Een artikel O'er Woning
inrichting" van J. A. Visser, doet ons veel
luxe zien. De schrijfster beoogt in een reeks
artikelen een opvoedende beschouwing te
geven over de versiering van het binnenhuis.
Als het tijdschrift op den ingeslagen wég
voortgaat en zoo nu en dan een goede dosis
Fransche hamer en sjiek en wat Engelsehe
takt ten beste geeft, zal 't zeker een succes
zqn.
ALLEGBA.
Knop-,
de natuur te genieten, overal komt hem de
volle rijpe lente tegemoet met kleuren,
genren en tonen. Wie niet verder kan komen
dan het stadspark, behoeft zich niet te be
klagen, daar is het nn het mooist van het heele
jaar; de berken bloeien en geuren zoo sterk
ais buiten, eigenlijk veel sterker, doordat de
geur er meer blqft hangen, Prachtig, zoo'n
bloeiende berk met de driehoekige glan
zende blaadjes, de gele hangkatjes en recht
opstaande rossig bruine stamperkatjes er
tusschen; elk bloeitakje ia een schilderijtje
op zich zelf. De meeste menschen zien dat
niet, voor iemand er bun opgewezen heeft,
maar dan gaan ze er ook elk volgend jaar
op letten.
Even fijn van tint, maar niet zoo heerlyk
van lijn is de eikebloesem; die kan je zoo
goed in het park bekijken, beter dan in het
bosch, waar de takken in den regel wat hoog
staan.
Dat is het fijne, het exquise vanden
boombloei. De populieren zijn ook wel mooi, maar
de bronsroode bloeirollen hangen te hoog,
dat moet men met een tooneelky'ker bezien,
en de meeste vallen al af. Meer in het oog
vallend is de boom bloei, als de bloemkroon
Bloem-,
een kleurtje vertoont. Het meest vallen na
de groote rhododendrons,de reusachtige Alpen
rozen in het oog; de donkerste bloeien veelal
het eerst; op het harde donkergroene blad,
dat al minstens n winter heeft doorleefd
en er de sporen van draagt, ligt de groote
vunrroode bloem, eigenlijk een heel bouquet,
rustig te gloeien in de zonneschijn. De
rbododendronboscbjes zq'n het mooist als ze
op een afstand gezien worden aan den over
kant van een vijver of een grasveld.
Ook de magnolia's staan na op han mooist.
Tulpenboomen, zeggen de wandelaar!), en de
bloem heeft inderdaad van een tulp; maar
de eigenlq'k» tulpenboom die ook in de meeste
parken voorkomt, maakt na pas blad; die
krijgt in de volgende maand bloemen. Ook
die lijken op tulpen, maar ze zyn niet zoo
groot; ook het blad van den tnlpenboom kan
iedereen op het eerste gezicht dadelijk van
elk ander blad onderscheiden, het schijnt of
de top er dwars af is gesneden. Onze na
bloeiende magnolia's zyn licht lila van buiten,
soms paars ggylamd, maar meestal wit van
binnen; blaais ei nog niet veel te zien,
daardoor komt de groote bloem zoo sterk
uit. Het mooist vind ik de laagstammige
Vrucht van Magnolia.
(111. van In het Vondelpark. Uitgave van W. Versluys.)
soorten. Als zoo'n magnolia midden op een
grasperk staat met wat donker hout of groen
er achter, zoodat de lichte bloemen goed
afsteken,dan is bet als een artistieke Japansche
klenrprent; een oogenlnst voor iedereen, en
groot en klein vindt het jammer, als straks
de groote kroonbladeren stuk voor stuk
afvallen.
Maar de schoonheid van de parken, danken
wq in deze feestelijke dagen met alleen aan
deze zwaar bloeiende vreemdelingen ; onze
gewone inheemsche of ingeburgerde
bloemheesters geven den hoofdtoon aan. Seringen
en gouden-regen, licht paars met goudgeel,
staande, buigende en hangende trossen, mooi
van kleur en mooi van lijn, dat is ons eigen
natuuTBchoon; met Hemalsvaart komt er de
meidoorn by: de witte en de roode.
Roomwit brengt de lijsterbes aan en van een enkele
sneeuwbal gaat het groen al over in het zui
verste wit.
De grasperken, nog niet gemaaid, vertoonen
dezelfde tinten als het bloemhout, het lila
door de pinksterbloemen, het wit door de
raadeliefjes, het geel door paardebloem en
boterbloemen. Dat zyn onze lentekleuren;
het felle rood en het helder blauw is er wel,
maar ge moet het zoeken. Laag in het gras
doen het de diepblauwe eereprqs of
veronica; hooger op: de eerste weigelia's en de
enkelroode meidoorn.
By de zachte harmonieerende bloemen
kleuren paseen de zoemtonen van de hommels,
vooral het rossige bloemenbqije valt na in het
oog. Lang niet zoo duidelijk zq'n in de groote
stadsparken de vogeltonec. Alleen wie 's mor
gens vroeg en tegen de schemering er naar
komt luisteren, heeft er het ware genot van;
overdag is het te rumoerig, ook in de groote
parken.
Vinkenalag en meezen piepgeluidjes zyn
er altq i, en het roepen van merels en zang
lijsters gaat ook wel den hielen dag door;
maar het zachte tclokjeegetingel van de tjiftjaf
en vooral het liedje van de groenvink, het
zachte aanhoudende kwink> leeren van de
grasmuscb, dat hoort alleen de stadsmensch,
die er een keer vroeg-opstaan voor over
heeft.
E. HEIMANS.