De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 28 mei pagina 5

28 mei 1911 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

r N.O. 1770 DE AMSTERDAMMER WEEKJ3LAD.VOQR NEDERLAND. Mevrouw CHAPMAN CATT, presidente van den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht. Uit etae rede rsn mi?, Cbapan Catt, Het Deoneche blad Kninde*temmerctS'bladet, geredigeerd door de ijverige Fru Johanne Munter, velen onzer wel bekend van het Internationale Congres voor Vrouwenkiesrecht nu driejaren geleden te Amsterdam gehouden, brengt zynen lezers in het jongste nummer bovenstaand portret van mrs. Chapman Catt, de presidente van den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht. En bij dit portret geeft het blad de rede uitgesproken door mrs. Catt te Kopenhagen op hare doorreis naar Stock holm, waar zy eerlang, by de aanstaande samenkomst van den Wereldbond aldaar, op* nieuw blijk zal geven van haar meesterschap in het leiden van groote openbare ver gaderingen en daarmede nieuwe bezieling mededeelen aan den allerwege aanhangig gemaakten beginselstrijd voor de staatkundige gelijkstelling van man en vrouw. Velen, die nog de herinnering hebben bewaard aan de verschijning dezer sympathieke vrouw in ons midden, zal het bij de beschouwing van hare nieuwste beeltenis misschien niet on welkom zg'n, ook kennis te nemen van het door haar gesproken woord, toen zq in eene samenkomst der Deensohe Vereen iging voor Vrouwenkiesrecht te Kopenhagen optrad den 20en April j.l., juist op den datum, waarop een vorig jaar in Denemarken den vrouwen het kiesrecht voor de gemeenteraden was verleend. Het verheugt my' boven mate," ver klaarde mre. Catt den Deensehen vrouwen, juist heden in uw midden te zqn, want ik geloof, dat uwe winst is eene winst voor de vrouwen over de geheele wereld. Want wij allen sullen ten laatste overal ieelen in die 'winst, al maakt men zich nu nog op vele plaatsen bezorgd over de gevolgen. Men vraagt zich twijfelend af, welke die gevolgen zullen zyn en die twijfel moet worden pverwennen door aanschouwen, zullen wy' ons doel bereiken.... Op mijnen weg over Ham burg hierheen zag ik in uwe bosschen den grond bedekt met anemonen. Nu groeien anemonen in de meeste landen: hier wat later, daar wat vroeger, wat bleeker of wat dieper rose getint, al naar gelang van de mate van zon en regen, waaronder zy ont loken; maar het zyn toch altijd anemonen van dezelfde soort. Zoo zal het ook met Vrouwenkiesrecht gaan. Met geringe ver scheidenheid zal het overal dezelfde uitwer king hebben en eene goede uitwerking; daarvan ben ik overtuigd.... Een 70, 80 jaren geleden bezigde men in Amerika een groot woord, als er gesproken werd van vrouwen, die zelven hare goederen UIT DB NATUUR CDXXVIII. Kunst-wonderen. Bygtande foto ontving ik uit Jalta in de Krim van een lezer van de Groene, die my het volgende er bij schrijft: De fotografie op de keerzyde is het beeld van een ge droogd gedierte, dat hier in een der winkels ia uitgestald. De eigenaar vertelde mij, dat het gevangen is in den Stillen Oceaan, 't Is laflg 40 a 50 cM. en te koop voor 500 Roe bels. Zeer zon n my verplichter, als u in de Amsterdammer iets over deze merkwaardige dieren zondt willen vertellen. Jalta, Krim. W.S.S." Dit is niet de eerste maal, dat my zoo iets pevraagd wordt. Nog altijd zijn er mentenen die zich laten bedotten, 't Is evenwel best mogelijk dat de tegenwoordige eigenaar van het wonderdier te goeder trouw is, en meent niet te overvragen, als hy £00 Roebel voor dit speelgoed eischt. Kaar te verwonderen is het wel, dat een Hollander, iemand van de zeekust, e» waar schijnlijk nog wel een handelsman, zich zoo by den neus laat nemen. Het had er nog moeten by komen, dat hy' den meerman al vast had gekocht en met 100 pCt. winst aan Artie of het Museum voor Nat. Historie had aangeboden. Zoo iets is inderdaud al eens gebeurd, Hat is ook baast onbegrijpelijk dat iemand, al weet hy geen siert j e van zoölogie, niet dadelijk gaat twy'felen aan de echtheid by bet te koop bieden van zoo'n monster, n.b. in de Krim, terwijl het gevangen is in den Stillen Oceaan. Indien het werkelyk een echt natnurwonder nit den Stillen Oceaan was, dan zon het immers nooit de Krim hebben bereikt; maar allang veilig opgeborgen zyn in een Amerikaanscb, of Japansch of Britsch museum, al had het de directie ?100.000 moeten kosten; zoo'n unicum nit de dieren wereld is overal zyn honderdvoudig gewicht in goud waard. wilden beheeren, loonarbeid wilden verrich ten, wilden stndeeren en dan nog wel mathesis, waar een vrouwenverstand nu eenmaal niet by" kan, naar men meende. Dat heette dan i n d e c e n t. Toen in 1852 in Amerika het hooger onderwijs ook werd opengesteld voor vrouwelijke leerlingen, werden op last der gestelde machten by het onderricht in de phvtiologie in de stndieboeken voor de meisjes sommige bladzijden en afbeeldingen netjes overgeplakt met wit papier; want kennis te nemen van den bouw van het menschelyk lichaam was voor de vrouw inde cent te achten; en indecent heette het ook, ala de vrouw belang stelde in de wet geving en wat dies meer zy. Een 20 tal jaren later sprak men in zulke gevallen van i n d e l i k a a t. Nu is dat een woord, dat niet den minsten zin heeft; maar de toon, waarop men het uitsprak, gaf er oene vreeselyke beteekenis aan. En toen dat woord op zg'ne beurt had uitgediend, begon men te spreken van practisch onuit voerbaar. Dat vrouwen zonden mede arbeiden aan de behartiging van de be'angen der gemeenschap, was nu eenmaal practisch onuitvoerbaar, heette het.... Wy hebben thans in onze scholen 360,000 onderwijze ressen ; maar stemmen mogen die allen niet. Toen zq eindelijk kiesrecht voor de tchoolraden verwierven, verklaarde men nog steeds, dat het practisch niet uitvoerbaar was haar communaal kiesrecht toe te staar. En waar dit kaar eindelyk ten deel viel, bleef men toch nadrukkelijk verklaren, dat het practisch niet mogelijk is, haar het politieke kiesrecht te verleenen." In den Amerikaanschen Staat Washington, waar afstammelingen van Scandinavisch rai zeer talry'k zyn, gelijk Mr?. Catt niet ver zuimde aan hare Daensche hoorders te doen opmerken hebben de vrouwen hare echtgenooten zoo weten te overtuigen van het goed recht van het beginsel van politieke gelijkstelling van man en vrouw, dat het kiesrrecht haar daar verzekerd werd by eene meerderheid van 3 tegen 1. En dat wil veel zeggen", ging de spreekster voort, in een land, waar iedereen kiesrecht heeft, de dronkaard zoo goed als wie matig leeft, de luiaard zoo goed als de ny'vere werker, de domoor zoo goed als wie blijken geeft van gezond verstand. Maar de vronwon in Washington hebben dan nu kiesrecht en zy hebben er reeds veel goeds mede uitgericht ook. De voornaamste stad in Washington i» Seattle en daar bestaat de bepaling, dat een ambtenaar, die zijn post niet naar behooren waarneemt, kan worden ontslagen als dat door een zeker aantal van kiesgerechtigden wordt verlangd. De stad Seattle had een burgemeester, die dronk en speelde, en die burgemeester is nu op aandrang der kiesiiitiHiiiiiimiiiiiiiitiiiiiMiiii Dat maken van kunst - wonderen is eigenlijk een industrie, die uit den tijd ie. Dat wil zeggen: in de beschaafde landen; Rusland is nog niet zoo ver. Hier zon elke schooljongen, die het monster ziet, zeggen Wat een bonk l" En als de eigenaar geld had genomen voor het vertocnen, kon het hem wel eens opbre ken, dat hy de menschen nog voor zoo lichtgeloovig had aangeslagen. Voor een der tig of veertig jaren ging dat hier al niet meer grif op. Ik herinner my nog wel een kermis, waar ik voor 10 cf. werd afgezet door zoo'n zee meermin. De vent, die de menschen zyn schunnig tentje binnon lokte met zyn De levende zeemeermin I Boeren en bnitenlui vandaag voor half geld!" en vooral met zyn beschrijving van het wonder hy de gekleurde beeltenis er van is toen letterlijk van een leelyke kermis thuis gekomen. Een stuk of wat jongelui nit Staphorsten Rouveen, die in kermisstemming waren, en die in plaats van een levende zeemeermin een gedroogde kabeljauwen-staart, met een kop van een cocosnoot vervaardigd en do borst van een hond of een kalf te zien kregen, maakten kabaal en eischten hun geld terug De spnllebaas, die niet heelemaal nuchter waf, deed on versta c dig; in plaats van een grapje gerechtigde vrouwen ontslagen. De vronwen werden om haar beslist optreden door velen geprezen; maar allerminst door den ontslagen burgervader en diens vrienden. Weldra deed in de dagbladen het bericht de ronde, dat Vrouwenkiesrecht in den Staat Washington eene volslagen mislukking bleek te zyn: dat de vronwen er geen belang stelden in de openbare zaak, en zoo zy het al deden, die tot een twistappel maakten in de gezinnen. Natuurlijk verontrustte dit bericht ons te zeer dan dat wij niet zonden onderzoeken, wie de berichtgever, die zoo ongunstig over de Washingtonscho vrouwen oordeelde, was: en de schry'ver dier onrustbarende artikelen bleek toen te zijn een zekere Mr. Atkinson, de honder van een speelhuis. Zoo hoorden wy ook verzekeren, dat vrouwenkiesrecht eene allerbedroevendste uitwerking had op de moraliteit der vronwen in den Staat Wyoming: het aantal der vrou welijke strafgevangenen was er sedert de in voer in; van vrouwenkierecht verdubbeld, klaagde mer. Op nieuw gingen wy op onder zoek uit en werkelijk het feit bleek waar, in zoo verre, dat vóór de invoering van vrou wenkiesrecht in Wyoming daar slechts ne vrouwelijke strafgevangene werd gevonden en dat er thans twee waren l .. .Iemand, die my heden kwam inter viewen," ging mrr. Catt verder, vroeg mij, wat iedereen my pleegt te vragen : gelooft u niet, dat het aandeel der vrouw aan het openbare leven afbreuk zal doen aan hare zorgen voor haar gezin, voor haar kind vooral 1 Ik heb geantwoord : Neen, integen deel, dit zal het gezin en den kinderen ten goede komen.... De arbeid der vrouw heeft eene in gr y'pende verandering ondergaan, veel er van is overgebracht naar de fabriek, naar de industrie. Vroeger moest water worden geput en gepompt; thans draait men een kraan open en het is er in ieder vertrek, op iedere verdieping. Onze grootmoeders moesten zelven kaarsen maken; wy draaien een knop om en het licht is er. Wy sleepen geen hout en kolen meer; wy zetten de gaskraan open en het water kookt in een ommezien. Maar die verandering van arbeid brengt andere plichten mede, stelt de vrouw voor nieuwe probleemen, want die veranderde levensvoorwaarden, waardoor veel van den hnishoudarbeid is verplaatst buiten het gezin, drijft haar onvermijdelijk tot arbeid buitens huis ter instandhouding van haar gezin. En naar mate de vrouwen deelen in den arbeid tot onderhoud van het gezin, naar die mate behoeven z$ ook medezeggenschap in de wetgeving, waarbij die arbeid steeds meer in bijzonderheden wordt geregeld. Waar de Staat onder zoo veel vormen ingrijpt, niet enkel waar het geldt onzen arbeid, maar ook waar bet geldt ons hnisbestier, de op voeding onzer kinderen door leerplicht, door vaccinedwang, door wettelijk woningtoezicht en wat niet al, daar behooren man en vronw, de vader en de moeder, beiden stem te hebben in de regeling van den gang van zaken. ...En gelooft gy ook niet," zoo besloot mr?. Catt hare rede wel wat al te optimistisch naar het ons wil voorkomen, gelooft gy ook niet, dat als de vrouwen eens kiesrecht hadden, dat het dan uitwnde zyn met den oorlog, dat vrede en volksgezondheid boven alles zonden worden bevorderd, dat de handel in vronwen en meisjes dan tzonde .hebben afgedaan, dat dan al wat, krom is zonde worden recht gemaakt?" Maal*, al kan dit optimisme slechts een ongeloovigen glimlach afpersen, ten volle beamen "wy de verklaring van mrs. Catt: wy begeef en het kiesrecht niet om zich zelfs wil, wij begeeren het als een werktuig,, als een middel tot den opbouw van eene betere toekomst." En met de spreekster verwachten wy veel van het ge bruik, dat de Deeneche vronwen van haar communaal kiesrecht zullen blyken te maken, als een voorbeeld dat kan opwekken tot navolging en vooroordeel overwinnen. Zoo zullen de Deensche vronwen naar de voor spelling van mrs. Oatt nog eens met de onverzettelijke kracht hareronde zeekoningen, de Vikings, de zeeën over, ver buiten de gren zen van haar eigen land, stry'd voeren tegen conventie en vooroordeel en niet rusten, eer zy hebben helpen, vestigen eene maat schappelijke bedeeling, waarbij vrede en recht ten troon zitten en man en vrouw te zamen arbeiden aan hes heil van komende ge slachten." JOHANNA W. A. NABER. A D ETENDE i. Vogeltchool. In een klein, lief gelegen dorp, van de Zwitsersche Jura, Eislin, is door den heer Le Jeune, een beketd vogelliefhebber, die te midden der groene bergen een vriendelijk wit landhuis bewoont, een school opgen«ht voor... zangvogels. De stichter dezer Universie des petits oiseanx" (gelijk de neer Le Jeune zelf zyn inrichting schertsender wyze noemt) heeft zich sedert een aantal jaren toegelegd op de studie van den zang der vogel?. Hy bezit een bizonder goed muzikaal gehoor, en heeft de liederen van nachtegalen, gondrinken, kanaries, lijsters en andere zangvogels op juiste toonshoogte in notenschrift opgeteekend, den omvang en de draagkracht dier zilveren natnurstemmeljes volgens de graphische methode gemeten, en met deze gegevens gewapend, hoopt hy vogeltjes, die goedleersch zy'n, tot kleine wonderzangers te kunnen opvoeden. Hy stelt zich voor, in staat te zijn, om kanaries het gezang van den nachtegaal te leeren, maar bovenal heeft hu zijn hoop gevestigd op de zeer leerzame goud vinken, wie hij achter eenvolgens de liedjes van een aantal zang vogels hoopt in te prenten. Het stemmetje van de gondvink hei f t namelijk een betrek kelijk grooten omvang. Ik heb vroeger herhaaldelijk enkele dezer fraai-gekleurde vogeltjes gehoord, welke men met veel zorg en geduld volksliederen had leeren fluiten als Wilhelmus" en WienNeerlandach bloed." Nochtans... deze onnatuur wcrdt op de ZwitserBche vogel-zangechool niet gedoceerd: de vogels leeren er alleen echte vogelzangen. De leerlingen moeten jonge vogels zyn en het vóórfluiten geschiedt in een rustijr, zwak-verlicht vertrek. De vogelliedjes worden geblazen op een kleine, zilveren piccolo met zeer weeken toon. De heer Le Jeune beweert, dat hy met zyn methode reeds hoogst merkwaardige resul taten bereikte. De onkosten voor het africhten van een vogel schijnen intusschen tamelijk hoog te z\jn. *." Naam. Onlangs schreef mij eenjongmeifje: Wat dankt u, vindt n korte namen aan te be velen? Ik heb er onlangs de schaduwzijde van bemerkt. Een jolig oompje van mij geeft ons namelijk zoo nn en dan op verjaardagen of iets dergelijks een cadeautje, en gedurende het laatste jaar kregen we ieder onzen naam in chocolade-letterp. Mijn twee zusjes en m'n broer heeten Alexandrine, Christina en Wilhelmina... die hebben dus hun compe tente portie gehad; maar ik arme, keet ld*, en bjj mij werd dus op m'n verjaardag schraalhans keukenmaeater. 't Ii ook niet aardig van mijn oom, dat hu mijn naam in chocolade niet verdriedn b beid heeft, dan was ik bij m'n zupje Alexandrina toch nog twee letters tekort gekomen, en dat is meer dan genoeg. En nu weet u, Allegra", waarom de ouders eigenlijk zedelijk verplicht zijn, hun kinderen flinke lange voornamen te gever." Mijn vriendinnetje heeft een beetje gelijk. De redeneering wordt van nog meer belang ala we bedenken, dat oom een millionair had kunnen zijn, en z'n nichtjes een broche had kunnen geven met haar naam in let ters van paarlen of diamanten. In dat geval zou de arme Ida voor een klein kapitaaltje benadeeld zjjc. * * ? Militair-taluut. Weet ge, waarin het militair saluut, het zoogenaamde aanslaan" z'n oorsprong vindt? Het is herkomstig uit den Romeinschen tijd. De officieren in 'c Romeinsche leger schijnen er nogal eens last van gehad te hebben, dat ze door hun minderen vermoord werden, en daarom gold de regel, dat deze, alvorens hen te naderen, de handpalmen omhoog staken, om te toonep, dat er geen dolk of mea in ver borgen was. Dit werd ten slotte de vaste houding om een meerdere in rang in het leger te ontmoeten, en uit den veiligheids maatregel werd een groet. Wie onze kranige officieren in vredestijd op de wandeling met cc q netten ernst ziet aanslaan voor de vrien dinnetjes, die ze ontmoeten, zou niet denken, dat er zooveel wreedheid stak, achter deze sierlijke handbeweging. *** Gewoonte. Pas op, dat ge niet te lichtvaardig uw band en hart wegschenkt aan een old bache lor, want deze heerenkunnen soms wonderlijke ten beste te geven, wat ingeslagen zon zijn, begon by te praten van uitsmijten. Eg kende zijn klanten niet, de messen kwamen voor den dag; met het gevolg dat de baas een rooie jaap over zijn bakhuis kreeg en bij gillend om politie de tent uitvloog. Eer de politie kwam was de zeemeermin uit elkaar gehaald en joelend dansten de boerenjongens en meiden met de stukken in het rond. Een kwartier later gingen spulleman en de zee meermin plus een paar boeren, die natuurlijk onschuldig waren aan het snijden (de dader zat allang in een kroeg) in optocht en onder geleide van veldwachters en agenten naar het politiebureau; ik moest met een paar schoolkameraden mee om getuigenis af te legen; maar wg konden niet zeggen wie de bekkensnijders en de vernielers waren; de boeren droegen allemaal de zelfde roode stropdas en de zelfde groote zil veren broeksknoopen. Zoo toen ik deze foto zag, dacht ik weer aan mg'n eerste zeemeermin en aan de stukken er van op de tafel, waar ach ter de commis saris van politie en zijn schrijver zaten. 't Is niet met zekerheid te zeg gen uit welke heterogene bestanddeelen dit Krimsche mon sters ia samengeflanst. Het achterstuk is duidelijk een baarsachtige visch, alleen de vin midden op het achterdeel is apocrief. Het middenstuk is ook hier een bijgewerkt borstgedeelte van een of ander zoogdier.dat achterste-voor tegen het visschenlyf is bevestigd; de armen zijn half kunst product, half van een katachtig roef dier; de kop kan een menschenschedel geweest zjjn, of is geheel kuast-product. Het geheel blijkt echter verre van een ktmstatuk in zijn soort te zijn. Indertijd waren het vooral de matrozen, die een aardig duitje verdienden met zulke artefacti; en het dier dat het vaakst tot een zeemenech, meermin of meerman, werd ver vormd, was de lamentijn, een zeezoogdier dat door zijn vorm al op de gedachte brengt, er een menschachtig monster van te maken. Er zijn in de vorige eeuw nog van die kunst-wonderen vertoond, die, althans op een gewoonten hebben. Ik las van een Engelsen oud-vryerlje, die op z'n vq'f en veertigste jaar nog in het huwelijksbootje stapte. De man had gedurende ze ten en twintig jaar eiken mid dag dood op z'n eentje in hetzelfde restaurant gegeter, in het zelfde knusse hoekje, waar bij zijn jaa en hoed naast zich aan een kleinen kapstok hup. Bij zijn trouwen had hjj er voor gezorgd, dat hu een der gelijk'hoek j e in de huiskamer maakte. Doch al spoedig bemerkte hij, dat hy 't ideaal t i at bereikt had, want zijn hoed en zqn jas ontbraken aan zijn zijde, en daar door was hy niet op zyn gemak. Het ten smaakte beu zelfs niet, en ofschoon niet meer alleen, voelde hy zich nochtans eenzaam. . . . Ten slotte heeft zijn vrouw het moeten gedogen, dat haar aangenaam gezelschap concurrentie kreeg in de jas en den hoed van meneer, die geregeld eiken middag naast hem worden opgehangen, aan 't expreeselijk daarvoor vervaardigde kap stok j e. En nu vindt bij 't knus en laat zich de aardappeltjes smaken. Toch wel een wat al te plastische illustratie van het spreek woord: De gewoonte is een tweede natum l" * * * Gevonden. Een Fransche schouwburg-suppoost ver te1 de onlangs aan een journalist, dat in de loges na de voorstelling soms merkwaardige dingen gevonden worden. Hy vond o.a. een kostbaren diamantring, die nimmer werd opgevraagd, en die dus misschien wel van een misdaad afkomstig wap. Een ander maal vond hy een testament, dat aan den eigenaar werd terug bezorgd, die 't echter voor zy'n oogen verscheurde, want hij bad juist een nieuw gemaakt, waarin hy zijn familie onterfde. Da zonderlingste vondst, welke hy deed, was echter een compleet damesdentnur. Het nieuwe gebit bad vermoedelijk de echonwbnrgbezoekster pijn gedaan, ze had het in 't duister uit haar mond genomen en vóór zich gelegd, wellicht onder handschoe nen of onder een waaier verborgen, om rus tiger te kunnen genieten van de voorstelling'. Ze zal wel geducht geschrokken zyn, toen ze bg haar thuiskomst bemerkte, dat ze 't dmre ding kwijt was; maar schaamte heeft haar weerhouden het terug te halen, het berust nog immer in de collectie gevonden voorwerpen van 4en schouwburg. *** ' Paarlen. De jnweelen der Koningin van Engeland vertegenwoordigen een belangrijke waarde. Niettemin heeft zy ter gelegenheid van het Kroningifeest er een en ander zeer kostbaars by gekregen. De vrouwen van drie en twin tig Engelsche landschappen hebben samen gespannen, om Hare Majesteit een bizonder fraaien collier van paarlen ten geschenke te geven. De inschrijving bracht 6000 pond sterling bij elkaar, maar er werd slechts 5000 pond (zestig duizend gulden) besteed. Over de resteerende twaalf duizend gulden werd aan Hare Majesteit verzocht naar believen te beschikken, en zy verdeelde deze als een gift over een aantal liefdadige instellingen. De collier bestaat uit een snoer galyke paarlen, niet bizondet groot, maar zeer zuiver van vorm en van buitengewone, matglanzende schoonheid. > * * Meer baarden. Door den president van een der Londonsche clubs wordt voorgesteld een eigenaar dige hulde te brengen aan den koning tijdens de kroning. Onder de deftige Engslsshen namelijk heerscht sedert eenige jaren de mode het gelaat geheel glad te scheren. De koning nochtans draagt een baard. De genoemde clnb-president acht het noodig, dat wanneer de koning niet by de mode komt, de mode bij den koning moet komen. Alle peers van het koninkrijk behooren dus een baard aan te Echaffen, om met dit mannelijk sieraad ter kroning te verschijnen. De gedachte is grappig en oor spronkelijk, en verdient m.i. toejuiching. ** * Aardbeving. Eerst dezer dagen is pas met juistheid bekend geworden, hoeveel menschen by de groote aardbeving te Messina, enkele jaren geleden, zijn omgekomen, nl. 317.000. En al deze levens werden vernietigd in den lijd van enkele minuten. Het is een van de vreeseiykste rampen geweest, die de geschie denis der wereld gekend heeft. ALLBGIA. afstand, bij een onkundige de illusie konden wekken van uit n stuk te zijn. De lamantyn of sirene, in de West gevangen, werd aan boord netjes gevild, schoongemaakt, weer gevuld en de huid verlakt; nu werd de kop die wat van die van een zeehond heeft, met mes en schaar behandeld, met eigen haar benaaid als een pruik en van tanden voor zien; de achterhelft werd overtrokken met haaievel of de huid van een of anderen visch. Zoo begon het voorgedeelte op iets meuschelyk te gelijken en het achterdeel kreeg de gebruikelijke visch vorm. Ook uit onzen Oost kwamen meerminnen. De grondslag leverde in de 17e en 18e eeuw de Doegong of Dujong, die by Chineezen en Indiërs nog wel de zeevrouw" wordt ge noemd, en die by enkele oude Hollandsche auteurs van dierenboeken over Oost-Indl als meermin wordt beschreven. Een geheel ander genre van knnstwonderen keeft tot in het midden der vorige eeuw ook in ons land lichtgeloovige koopers gevonden. Dat waren de wortels of stengels, van alruin gefatsoeneerd tot poppetjes; ook van andere gewassen met vleezige en vertakte wortels, knollen of wortelst okken. Die waren, zoo heette het, zoo in dien vorm, in de aarde gevonden en stonden in den roep van gevloekte men schen te zy'n. Ik heb eens een oud boek gehad, waarineen honderdtal van deze aardmenscbjes waren afgebeeld, met de afkomst er by en de zegenspreuken die by het opgraven waren uitgesproken. Ze dienden voor alles en nog wat; meer speciaal by moeilijke geboorten. Een derde kunst wonder, dat nog niet geheel verdwenen is, kwam te voorschijn met het bekend worden van fossielen in ynursteenki oliën en andere gesteenten. Kruisjes, letters en Lieve-vrouwenbeeldjes min of meer handig in een steen gesneden, werden aan onnoozele geloovigen als heilige teekens en talismans vaak voor grof geld verkocht. Vooral de mare kramers maakten er goede zaken mee. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl