Historisch Archief 1877-1940
r
N.O. 1770
DE AMSTERDAMMER WEEKJ3LAD.VOQR NEDERLAND.
Mevrouw CHAPMAN CATT,
presidente van den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht.
Uit etae rede rsn mi?, Cbapan Catt,
Het Deoneche blad Kninde*temmerctS'bladet,
geredigeerd door de ijverige Fru Johanne
Munter, velen onzer wel bekend van het
Internationale Congres voor Vrouwenkiesrecht
nu driejaren geleden te Amsterdam gehouden,
brengt zynen lezers in het jongste nummer
bovenstaand portret van mrs. Chapman Catt,
de presidente van den Wereldbond voor
Vrouwenkiesrecht. En bij dit portret geeft
het blad de rede uitgesproken door mrs. Catt
te Kopenhagen op hare doorreis naar Stock
holm, waar zy eerlang, by de aanstaande
samenkomst van den Wereldbond aldaar, op*
nieuw blijk zal geven van haar meesterschap
in het leiden van groote openbare ver
gaderingen en daarmede nieuwe bezieling
mededeelen aan den allerwege aanhangig
gemaakten beginselstrijd voor de staatkundige
gelijkstelling van man en vrouw. Velen, die
nog de herinnering hebben bewaard aan de
verschijning dezer sympathieke vrouw in
ons midden, zal het bij de beschouwing van
hare nieuwste beeltenis misschien niet on
welkom zg'n, ook kennis te nemen van het
door haar gesproken woord, toen zq in eene
samenkomst der Deensohe Vereen iging voor
Vrouwenkiesrecht te Kopenhagen optrad den
20en April j.l., juist op den datum, waarop
een vorig jaar in Denemarken den vrouwen
het kiesrecht voor de gemeenteraden was
verleend.
Het verheugt my' boven mate," ver
klaarde mre. Catt den Deensehen vrouwen,
juist heden in uw midden te zqn, want ik
geloof, dat uwe winst is eene winst voor de
vrouwen over de geheele wereld. Want wij
allen sullen ten laatste overal ieelen in die
'winst, al maakt men zich nu nog op vele
plaatsen bezorgd over de gevolgen. Men
vraagt zich twijfelend af, welke die gevolgen
zullen zyn en die twijfel moet worden
pverwennen door aanschouwen, zullen wy' ons
doel bereiken.... Op mijnen weg over Ham
burg hierheen zag ik in uwe bosschen den
grond bedekt met anemonen. Nu groeien
anemonen in de meeste landen: hier wat
later, daar wat vroeger, wat bleeker of wat
dieper rose getint, al naar gelang van de
mate van zon en regen, waaronder zy ont
loken; maar het zyn toch altijd anemonen
van dezelfde soort. Zoo zal het ook met
Vrouwenkiesrecht gaan. Met geringe ver
scheidenheid zal het overal dezelfde uitwer
king hebben en eene goede uitwerking;
daarvan ben ik overtuigd....
Een 70, 80 jaren geleden bezigde men
in Amerika een groot woord, als er gesproken
werd van vrouwen, die zelven hare goederen
UIT DB NATUUR
CDXXVIII. Kunst-wonderen.
Bygtande foto ontving ik uit Jalta in de
Krim van een lezer van de Groene, die my
het volgende er bij schrijft: De fotografie
op de keerzyde is het beeld van een ge
droogd gedierte, dat hier in een der winkels
ia uitgestald. De eigenaar vertelde mij, dat
het gevangen is in den Stillen Oceaan, 't Is
laflg 40 a 50 cM. en te koop voor 500 Roe
bels. Zeer zon n my verplichter, als u in de
Amsterdammer iets over deze merkwaardige
dieren zondt willen vertellen.
Jalta, Krim. W.S.S."
Dit is niet de eerste maal, dat my zoo iets
pevraagd wordt. Nog altijd zijn er mentenen
die zich laten bedotten, 't Is evenwel best
mogelijk dat de tegenwoordige eigenaar van
het wonderdier te goeder trouw is, en meent
niet te overvragen, als hy £00 Roebel voor
dit speelgoed eischt.
Kaar te verwonderen is het wel, dat een
Hollander, iemand van de zeekust, e» waar
schijnlijk nog wel een handelsman, zich zoo
by den neus laat nemen. Het had er nog
moeten by komen, dat hy' den meerman al vast
had gekocht en met 100 pCt. winst aan
Artie of het Museum voor Nat. Historie had
aangeboden. Zoo iets is inderdaud al eens
gebeurd,
Hat is ook baast onbegrijpelijk dat iemand,
al weet hy geen siert j e van zoölogie, niet
dadelijk gaat twy'felen aan de echtheid by
bet te koop bieden van zoo'n monster, n.b.
in de Krim, terwijl het gevangen is in den
Stillen Oceaan. Indien het werkelyk een
echt natnurwonder nit den Stillen Oceaan was,
dan zon het immers nooit de Krim hebben
bereikt; maar allang veilig opgeborgen zyn
in een Amerikaanscb, of Japansch of Britsch
museum, al had het de directie ?100.000
moeten kosten; zoo'n unicum nit de dieren
wereld is overal zyn honderdvoudig gewicht
in goud waard.
wilden beheeren, loonarbeid wilden verrich
ten, wilden stndeeren en dan nog wel mathesis,
waar een vrouwenverstand nu eenmaal niet
by" kan, naar men meende. Dat heette
dan i n d e c e n t. Toen in 1852 in Amerika
het hooger onderwijs ook werd opengesteld
voor vrouwelijke leerlingen, werden op last
der gestelde machten by het onderricht in
de phvtiologie in de stndieboeken voor de
meisjes sommige bladzijden en afbeeldingen
netjes overgeplakt met wit papier; want
kennis te nemen van den bouw van het
menschelyk lichaam was voor de vrouw
inde cent te achten; en indecent heette het
ook, ala de vrouw belang stelde in de wet
geving en wat dies meer zy.
Een 20 tal jaren later sprak men in zulke
gevallen van i n d e l i k a a t. Nu is dat een
woord, dat niet den minsten zin heeft; maar
de toon, waarop men het uitsprak, gaf er
oene vreeselyke beteekenis aan. En toen dat
woord op zg'ne beurt had uitgediend, begon
men te spreken van practisch onuit
voerbaar. Dat vrouwen zonden mede
arbeiden aan de behartiging van de be'angen
der gemeenschap, was nu eenmaal practisch
onuitvoerbaar, heette het.... Wy hebben
thans in onze scholen 360,000 onderwijze
ressen ; maar stemmen mogen die allen niet.
Toen zq eindelijk kiesrecht voor de
tchoolraden verwierven, verklaarde men nog steeds,
dat het practisch niet uitvoerbaar was haar
communaal kiesrecht toe te staar. En waar
dit kaar eindelyk ten deel viel, bleef men
toch nadrukkelijk verklaren, dat het practisch
niet mogelijk is, haar het politieke kiesrecht
te verleenen."
In den Amerikaanschen Staat Washington,
waar afstammelingen van Scandinavisch
rai zeer talry'k zyn, gelijk Mr?. Catt niet ver
zuimde aan hare Daensche hoorders te doen
opmerken hebben de vrouwen hare
echtgenooten zoo weten te overtuigen van het
goed recht van het beginsel van politieke
gelijkstelling van man en vrouw, dat het
kiesrrecht haar daar verzekerd werd by
eene meerderheid van 3 tegen 1. En dat
wil veel zeggen", ging de spreekster voort,
in een land, waar iedereen kiesrecht heeft,
de dronkaard zoo goed als wie matig leeft,
de luiaard zoo goed als de ny'vere werker,
de domoor zoo goed als wie blijken geeft
van gezond verstand. Maar de vronwon in
Washington hebben dan nu kiesrecht en zy
hebben er reeds veel goeds mede uitgericht
ook. De voornaamste stad in Washington
i» Seattle en daar bestaat de bepaling, dat
een ambtenaar, die zijn post niet naar
behooren waarneemt, kan worden ontslagen als dat
door een zeker aantal van kiesgerechtigden
wordt verlangd. De stad Seattle had een
burgemeester, die dronk en speelde, en die
burgemeester is nu op aandrang der
kiesiiitiHiiiiiimiiiiiiiitiiiiiMiiii
Dat maken van
kunst - wonderen
is eigenlijk een
industrie, die
uit den tijd ie.
Dat wil zeggen:
in de beschaafde
landen; Rusland
is nog niet zoo
ver.
Hier zon elke
schooljongen, die
het monster ziet,
zeggen Wat een
bonk l" En als de
eigenaar geld
had genomen
voor het
vertocnen, kon het hem
wel eens opbre
ken, dat hy de
menschen nog
voor zoo
lichtgeloovig had
aangeslagen.
Voor een der
tig of veertig
jaren ging dat hier al niet meer grif op. Ik
herinner my nog wel een kermis, waar ik
voor 10 cf. werd afgezet door zoo'n zee
meermin. De vent, die de menschen zyn
schunnig tentje binnon lokte met zyn De
levende zeemeermin I Boeren en bnitenlui
vandaag voor half geld!" en vooral met
zyn beschrijving van het wonder hy de
gekleurde beeltenis er van is toen letterlijk
van een leelyke kermis thuis gekomen.
Een stuk of wat jongelui nit Staphorsten
Rouveen, die in kermisstemming waren, en
die in plaats van een levende zeemeermin
een gedroogde kabeljauwen-staart, met een kop
van een cocosnoot vervaardigd en do borst
van een hond of een kalf te zien kregen,
maakten kabaal en eischten hun geld terug
De spnllebaas, die niet heelemaal nuchter waf,
deed on versta c dig; in plaats van een grapje
gerechtigde vrouwen ontslagen. De vronwen
werden om haar beslist optreden door velen
geprezen; maar allerminst door den ontslagen
burgervader en diens vrienden. Weldra deed
in de dagbladen het bericht de ronde, dat
Vrouwenkiesrecht in den Staat Washington
eene volslagen mislukking bleek te zyn: dat
de vronwen er geen belang stelden in de
openbare zaak, en zoo zy het al deden, die
tot een twistappel maakten in de gezinnen.
Natuurlijk verontrustte dit bericht ons te
zeer dan dat wij niet zonden onderzoeken,
wie de berichtgever, die zoo ongunstig over
de Washingtonscho vrouwen oordeelde, was:
en de schry'ver dier onrustbarende artikelen
bleek toen te zijn een zekere Mr. Atkinson,
de honder van een speelhuis.
Zoo hoorden wy ook verzekeren, dat
vrouwenkiesrecht eene allerbedroevendste
uitwerking had op de moraliteit der vronwen
in den Staat Wyoming: het aantal der vrou
welijke strafgevangenen was er sedert de in
voer in; van vrouwenkierecht verdubbeld,
klaagde mer. Op nieuw gingen wy op onder
zoek uit en werkelijk het feit bleek waar, in
zoo verre, dat vóór de invoering van vrou
wenkiesrecht in Wyoming daar slechts ne
vrouwelijke strafgevangene werd gevonden
en dat er thans twee waren l
.. .Iemand, die my heden kwam inter
viewen," ging mrr. Catt verder, vroeg mij,
wat iedereen my pleegt te vragen : gelooft
u niet, dat het aandeel der vrouw aan het
openbare leven afbreuk zal doen aan hare
zorgen voor haar gezin, voor haar kind
vooral 1 Ik heb geantwoord : Neen, integen
deel, dit zal het gezin en den kinderen ten
goede komen.... De arbeid der vrouw heeft
eene in gr y'pende verandering ondergaan, veel
er van is overgebracht naar de fabriek, naar
de industrie. Vroeger moest water worden
geput en gepompt; thans draait men een
kraan open en het is er in ieder vertrek,
op iedere verdieping. Onze grootmoeders
moesten zelven kaarsen maken; wy draaien
een knop om en het licht is er. Wy sleepen
geen hout en kolen meer; wy zetten de
gaskraan open en het water kookt in een
ommezien. Maar die verandering van arbeid
brengt andere plichten mede, stelt de vrouw
voor nieuwe probleemen, want die veranderde
levensvoorwaarden, waardoor veel van den
hnishoudarbeid is verplaatst buiten het gezin,
drijft haar onvermijdelijk tot arbeid buitens
huis ter instandhouding van haar gezin. En
naar mate de vrouwen deelen in den arbeid
tot onderhoud van het gezin, naar die mate
behoeven z$ ook medezeggenschap in de
wetgeving, waarbij die arbeid steeds meer
in bijzonderheden wordt geregeld. Waar de
Staat onder zoo veel vormen ingrijpt, niet
enkel waar het geldt onzen arbeid, maar
ook waar bet geldt ons hnisbestier, de op
voeding onzer kinderen door leerplicht, door
vaccinedwang, door wettelijk woningtoezicht
en wat niet al, daar behooren man en vronw,
de vader en de moeder, beiden stem te
hebben in de regeling van den gang van zaken.
...En gelooft gy ook niet," zoo besloot
mr?. Catt hare rede wel wat al te optimistisch
naar het ons wil voorkomen, gelooft gy
ook niet, dat als de vrouwen eens kiesrecht
hadden, dat het dan uitwnde zyn met den
oorlog, dat vrede en volksgezondheid boven
alles zonden worden bevorderd, dat de handel
in vronwen en meisjes dan tzonde .hebben
afgedaan, dat dan al wat, krom is zonde
worden recht gemaakt?" Maal*, al kan dit
optimisme slechts een ongeloovigen glimlach
afpersen, ten volle beamen "wy de verklaring
van mrs. Catt: wy begeef en het kiesrecht
niet om zich zelfs wil, wij begeeren het als
een werktuig,, als een middel tot den opbouw
van eene betere toekomst." En met de
spreekster verwachten wy veel van het ge
bruik, dat de Deeneche vronwen van haar
communaal kiesrecht zullen blyken te maken,
als een voorbeeld dat kan opwekken tot
navolging en vooroordeel overwinnen. Zoo
zullen de Deensche vronwen naar de voor
spelling van mrs. Oatt nog eens met de
onverzettelijke kracht hareronde zeekoningen,
de Vikings, de zeeën over, ver buiten de gren
zen van haar eigen land, stry'd voeren tegen
conventie en vooroordeel en niet rusten,
eer zy hebben helpen, vestigen eene maat
schappelijke bedeeling, waarbij vrede en recht
ten troon zitten en man en vrouw te zamen
arbeiden aan hes heil van komende ge
slachten."
JOHANNA W. A. NABER.
A D ETENDE i.
Vogeltchool.
In een klein, lief gelegen dorp, van de
Zwitsersche Jura, Eislin, is door den heer
Le Jeune, een beketd vogelliefhebber, die
te midden der groene bergen een vriendelijk
wit landhuis bewoont, een school
opgen«ht voor... zangvogels. De stichter dezer
Universie des petits oiseanx" (gelijk de
neer Le Jeune zelf zyn inrichting schertsender
wyze noemt) heeft zich sedert een aantal
jaren toegelegd op de studie van den zang
der vogel?. Hy bezit een bizonder goed
muzikaal gehoor, en heeft de liederen van
nachtegalen, gondrinken, kanaries, lijsters en
andere zangvogels op juiste toonshoogte in
notenschrift opgeteekend, den omvang en de
draagkracht dier zilveren natnurstemmeljes
volgens de graphische methode gemeten,
en met deze gegevens gewapend, hoopt hy
vogeltjes, die goedleersch zy'n, tot kleine
wonderzangers te kunnen opvoeden. Hy stelt
zich voor, in staat te zijn, om kanaries het
gezang van den nachtegaal te leeren, maar
bovenal heeft hu zijn hoop gevestigd op de
zeer leerzame goud vinken, wie hij achter
eenvolgens de liedjes van een aantal zang
vogels hoopt in te prenten. Het stemmetje
van de gondvink hei f t namelijk een betrek
kelijk grooten omvang. Ik heb vroeger
herhaaldelijk enkele dezer fraai-gekleurde
vogeltjes gehoord, welke men met veel zorg
en geduld volksliederen had leeren fluiten
als Wilhelmus" en WienNeerlandach bloed."
Nochtans... deze onnatuur wcrdt op de
ZwitserBche vogel-zangechool niet gedoceerd:
de vogels leeren er alleen echte vogelzangen.
De leerlingen moeten jonge vogels zyn
en het vóórfluiten geschiedt in een rustijr,
zwak-verlicht vertrek. De vogelliedjes worden
geblazen op een kleine, zilveren piccolo met
zeer weeken toon.
De heer Le Jeune beweert, dat hy met
zyn methode reeds hoogst merkwaardige resul
taten bereikte. De onkosten voor het africhten
van een vogel schijnen intusschen tamelijk
hoog te z\jn.
*."
Naam.
Onlangs schreef mij eenjongmeifje: Wat
dankt u, vindt n korte namen aan te be
velen? Ik heb er onlangs de schaduwzijde
van bemerkt. Een jolig oompje van mij geeft
ons namelijk zoo nn en dan op verjaardagen
of iets dergelijks een cadeautje, en gedurende
het laatste jaar kregen we ieder onzen naam
in chocolade-letterp. Mijn twee zusjes en
m'n broer heeten Alexandrine, Christina en
Wilhelmina... die hebben dus hun compe
tente portie gehad; maar ik arme, keet
ld*, en bjj mij werd dus op m'n verjaardag
schraalhans keukenmaeater. 't Ii ook niet
aardig van mijn oom, dat hu mijn naam in
chocolade niet verdriedn b beid heeft, dan was
ik bij m'n zupje Alexandrina toch nog twee
letters tekort gekomen, en dat is meer dan
genoeg. En nu weet u, Allegra", waarom
de ouders eigenlijk zedelijk verplicht zijn, hun
kinderen flinke lange voornamen te gever."
Mijn vriendinnetje heeft een beetje gelijk. De
redeneering wordt van nog meer belang ala
we bedenken, dat oom een millionair had
kunnen zijn, en z'n nichtjes een broche
had kunnen geven met haar naam in let
ters van paarlen of diamanten. In dat geval
zou de arme Ida voor een klein kapitaaltje
benadeeld zjjc.
* *
?
Militair-taluut.
Weet ge, waarin het militair saluut, het
zoogenaamde aanslaan" z'n oorsprong vindt?
Het is herkomstig uit den Romeinschen tijd.
De officieren in 'c Romeinsche leger schijnen
er nogal eens last van gehad te hebben, dat
ze door hun minderen vermoord werden, en
daarom gold de regel, dat deze, alvorens hen
te naderen, de handpalmen omhoog staken, om
te toonep, dat er geen dolk of mea in ver
borgen was. Dit werd ten slotte de vaste
houding om een meerdere in rang in het
leger te ontmoeten, en uit den veiligheids
maatregel werd een groet. Wie onze kranige
officieren in vredestijd op de wandeling met
cc q netten ernst ziet aanslaan voor de vrien
dinnetjes, die ze ontmoeten, zou niet
denken, dat er zooveel wreedheid stak, achter
deze sierlijke handbeweging.
***
Gewoonte.
Pas op, dat ge niet te lichtvaardig uw
band en hart wegschenkt aan een old bache
lor, want deze heerenkunnen soms wonderlijke
ten beste te geven, wat ingeslagen zon zijn,
begon by te praten van uitsmijten. Eg kende
zijn klanten niet, de messen kwamen voor
den dag; met het gevolg dat de baas een
rooie jaap over zijn bakhuis kreeg en bij
gillend om politie de tent uitvloog. Eer de
politie kwam was de zeemeermin uit elkaar
gehaald en joelend dansten de boerenjongens
en meiden met de stukken in het rond. Een
kwartier later gingen spulleman en de zee
meermin plus een paar boeren, die natuurlijk
onschuldig waren aan het snijden (de dader
zat allang in een kroeg) in optocht en onder
geleide van veldwachters en agenten naar
het politiebureau; ik moest met een paar
schoolkameraden mee om getuigenis af te
legen; maar wg konden niet zeggen wie de
bekkensnijders en de vernielers waren; de
boeren droegen allemaal de zelfde roode
stropdas en de
zelfde groote zil
veren
broeksknoopen.
Zoo toen ik
deze foto zag,
dacht ik weer
aan mg'n eerste
zeemeermin en
aan de stukken
er van op de
tafel, waar ach
ter de commis
saris van politie
en zijn schrijver
zaten.
't Is niet met
zekerheid te zeg
gen uit welke
heterogene
bestanddeelen dit
Krimsche mon
sters ia
samengeflanst.
Het achterstuk
is duidelijk een
baarsachtige
visch, alleen de vin midden op het achterdeel
is apocrief. Het middenstuk is ook hier
een bijgewerkt borstgedeelte van een of ander
zoogdier.dat achterste-voor tegen het
visschenlyf is bevestigd; de armen zijn half kunst
product, half van een katachtig roef dier; de
kop kan een menschenschedel geweest zjjn,
of is geheel kuast-product. Het geheel blijkt
echter verre van een ktmstatuk in zijn soort
te zijn.
Indertijd waren het vooral de matrozen,
die een aardig duitje verdienden met zulke
artefacti; en het dier dat het vaakst tot een
zeemenech, meermin of meerman, werd ver
vormd, was de lamentijn, een zeezoogdier dat
door zijn vorm al op de gedachte brengt,
er een menschachtig monster van te maken.
Er zijn in de vorige eeuw nog van die
kunst-wonderen vertoond, die, althans op een
gewoonten hebben. Ik las van een Engelsen
oud-vryerlje, die op z'n vq'f en veertigste
jaar nog in het huwelijksbootje stapte. De man
had gedurende ze ten en twintig jaar eiken mid
dag dood op z'n eentje in hetzelfde restaurant
gegeter, in het zelfde knusse hoekje, waar
bij zijn jaa en hoed naast zich aan een
kleinen kapstok hup.
Bij zijn trouwen had hjj er voor gezorgd,
dat hu een der gelijk'hoek j e in de huiskamer
maakte. Doch al spoedig bemerkte hij, dat
hy 't ideaal t i at bereikt had, want zijn hoed en
zqn jas ontbraken aan zijn zijde, en daar
door was hy niet op zyn gemak. Het
ten smaakte beu zelfs niet, en ofschoon
niet meer alleen, voelde hy zich nochtans
eenzaam. . . . Ten slotte heeft zijn vrouw
het moeten gedogen, dat haar aangenaam
gezelschap concurrentie kreeg in de jas en
den hoed van meneer, die geregeld eiken
middag naast hem worden opgehangen, aan
't expreeselijk daarvoor vervaardigde kap
stok j e. En nu vindt bij 't knus en laat zich
de aardappeltjes smaken. Toch wel een wat
al te plastische illustratie van het spreek
woord: De gewoonte is een tweede natum l"
* *
*
Gevonden.
Een Fransche schouwburg-suppoost ver
te1 de onlangs aan een journalist, dat in de
loges na de voorstelling soms merkwaardige
dingen gevonden worden. Hy vond o.a.
een kostbaren diamantring, die nimmer werd
opgevraagd, en die dus misschien wel van
een misdaad afkomstig wap. Een ander
maal vond hy een testament, dat aan den
eigenaar werd terug bezorgd, die 't echter
voor zy'n oogen verscheurde, want hij bad
juist een nieuw gemaakt, waarin hy zijn
familie onterfde. Da zonderlingste vondst,
welke hy deed, was echter een compleet
damesdentnur. Het nieuwe gebit bad vermoedelijk
de echonwbnrgbezoekster pijn gedaan, ze had
het in 't duister uit haar mond genomen en
vóór zich gelegd, wellicht onder handschoe
nen of onder een waaier verborgen, om rus
tiger te kunnen genieten van de voorstelling'.
Ze zal wel geducht geschrokken zyn, toen
ze bg haar thuiskomst bemerkte, dat ze 't
dmre ding kwijt was; maar schaamte heeft
haar weerhouden het terug te halen, het
berust nog immer in de collectie gevonden
voorwerpen van 4en schouwburg.
*** '
Paarlen.
De jnweelen der Koningin van Engeland
vertegenwoordigen een belangrijke waarde.
Niettemin heeft zy ter gelegenheid van het
Kroningifeest er een en ander zeer kostbaars
by gekregen. De vrouwen van drie en twin
tig Engelsche landschappen hebben samen
gespannen, om Hare Majesteit een bizonder
fraaien collier van paarlen ten geschenke te
geven. De inschrijving bracht 6000 pond
sterling bij elkaar, maar er werd slechts
5000 pond (zestig duizend gulden) besteed.
Over de resteerende twaalf duizend gulden
werd aan Hare Majesteit verzocht naar
believen te beschikken, en zy verdeelde deze
als een gift over een aantal liefdadige
instellingen. De collier bestaat uit een snoer
galyke paarlen, niet bizondet groot, maar
zeer zuiver van vorm en van buitengewone,
matglanzende schoonheid. >
* *
Meer baarden.
Door den president van een der
Londonsche clubs wordt voorgesteld een eigenaar
dige hulde te brengen aan den koning
tijdens de kroning.
Onder de deftige Engslsshen namelijk
heerscht sedert eenige jaren de mode het
gelaat geheel glad te scheren. De koning
nochtans draagt een baard.
De genoemde clnb-president acht het
noodig, dat wanneer de koning niet by de
mode komt, de mode bij den koning moet
komen. Alle peers van het koninkrijk
behooren dus een baard aan te Echaffen, om
met dit mannelijk sieraad ter kroning te
verschijnen. De gedachte is grappig en oor
spronkelijk, en verdient m.i. toejuiching.
** *
Aardbeving.
Eerst dezer dagen is pas met juistheid
bekend geworden, hoeveel menschen by de
groote aardbeving te Messina, enkele jaren
geleden, zijn omgekomen, nl. 317.000. En
al deze levens werden vernietigd in den lijd
van enkele minuten. Het is een van de
vreeseiykste rampen geweest, die de geschie
denis der wereld gekend heeft.
ALLBGIA.
afstand, bij een onkundige de illusie konden
wekken van uit n stuk te zijn. De lamantyn
of sirene, in de West gevangen, werd aan
boord netjes gevild, schoongemaakt, weer
gevuld en de huid verlakt; nu werd de kop
die wat van die van een zeehond heeft, met
mes en schaar behandeld, met eigen haar
benaaid als een pruik en van tanden voor
zien; de achterhelft werd overtrokken met
haaievel of de huid van een of anderen visch.
Zoo begon het voorgedeelte op iets
meuschelyk te gelijken en het achterdeel kreeg de
gebruikelijke visch vorm.
Ook uit onzen Oost kwamen meerminnen.
De grondslag leverde in de 17e en 18e eeuw
de Doegong of Dujong, die by Chineezen en
Indiërs nog wel de zeevrouw" wordt ge
noemd, en die by enkele oude Hollandsche
auteurs van dierenboeken over Oost-Indl
als meermin wordt beschreven.
Een geheel ander genre van knnstwonderen
keeft tot in het midden der vorige eeuw ook
in ons land lichtgeloovige koopers gevonden.
Dat waren de wortels of stengels, van alruin
gefatsoeneerd tot poppetjes; ook van andere
gewassen met vleezige en vertakte wortels,
knollen of wortelst okken. Die waren, zoo heette
het, zoo in dien vorm, in de aarde gevonden
en stonden in den roep van gevloekte men
schen te zy'n. Ik heb eens een oud boek gehad,
waarineen honderdtal van deze aardmenscbjes
waren afgebeeld, met de afkomst er by en de
zegenspreuken die by het opgraven waren
uitgesproken. Ze dienden voor alles en nog
wat; meer speciaal by moeilijke geboorten.
Een derde kunst wonder, dat nog niet geheel
verdwenen is, kwam te voorschijn met het
bekend worden van fossielen in
ynursteenki oliën en andere gesteenten. Kruisjes, letters
en Lieve-vrouwenbeeldjes min of meer handig
in een steen gesneden, werden aan onnoozele
geloovigen als heilige teekens en talismans vaak
voor grof geld verkocht. Vooral de mare
kramers maakten er goede zaken mee.
E. HEIMANS.