De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 4 juni pagina 2

4 juni 1911 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD FOOK E D E R L A -ff D. No. 1771 die drommelache Doüacher een bres gesehoten l De ? germaanaehe handtolareiziger ver dringt zrjn Britacbe collega o» Vasteraetie en Ooeteraehe markten, ea alsof dit niet genoeg ware, de Duitache manie om greete oorlogachepen te boawen, noodzaakt Enge land tegen elke Duitsche mark, zelf twee shilling voor dat doel neer te leggen. En bjj dat do ir D ai t ach toedoen verminderen van inkomsten, tevens tot grooter uitgaven te worden gedwongen, waarlijk, bet is begr$»*13fc, dat de Britsehe gal overloopt! >at die Britsche gal overloopt bemerkt men aller wege en op allerlei wijze. Zelfs bier waar dit geschreven wordt in Taormina, onder het geuren der citroenen en zittend .onder bloeiende amandelboomen. In , Sicily, the n«w winterreBsort" door Doagbui Bladen een gids, welken ik ieder die op dat eiland wil rondzwerven, ten zeerste Aan aauiaden staat omtrent Taormina, in VMX Garmani" te lezen: Taormina wordt owstroomd door Daitaehers. In seramige hotels honden zij er voor hen afzonderlijke tafeti op n», on dat andere naties li« ver ntat aaet hen samenzittea. In een der eerste hotels worden lelfe geen Doitaehers toegelaten." Onder «andere" naties zij a natntrrlyk de Infoloch sprekende te verstaan, want deie sftt de eeniga reizende ivttiet ,- ander» volknmi leraren hoofatona reizende individuen. * * * Het ia' natoarrgk niet mogelijk in dit weekMad AngeJl's betoog uitvoerig te behandelen. 9» mm heeft in veel opzichten gelijk, vol komen gelgfc. Muur misse trien toch nog t Meest geluk, munteer hij de apostel des fiedea ten slotte zich neerlegt bij deze ?ftepraak : Zoo lang de gangbare politieke jAèosophJe in Earopa bljjft, wat tij ia, zou ut er niet op wilton aandringen ome oortogs' tegraotiBg eek maar een enkelen aorereign n te krim-p«n. Bi» nitapraak ia voor ons van te meer ge wicht, om iat Nederland herhaaldelijk m Jngell's boek ter sprake komt. ZalJs de koers ???er ataataetarM wordt aangehaald ten beW$CBB dat het maebtlooze Holland (ce eaoiger fgd prijagegevaa ara de genade van ?Éwhtrg» natoeren)" ten statte een veiliger aanbiedt dan de grootste eadbwid van continentaal Europa, natnarlfk Rusland wordt beioeid. Bat vit de verhott ring der koersen van ?fawtaaehaMen bezwaarlijk eenig argtmwnt ten bat» onzer weerloosheid ia te patten, Mteeft san Amsterdammer* niet te worden iedet onzer weet hoe rato iacop dergelijke koersen van invloed zjjn tm d* meest an hebben het zelf m hon beurs Het mag dan ook verwondering wekken, dat de vertaler in «tjn beknopte, inhonds?ver Blaat uitdrukkelijk op dit argument wijst. & emmer mag het verwonderen dat hg, ii oaa land van forensen-kwesties en het MTBeBvoegen van gemeenten, de aandacht vestigt op bet volgend argument van den Xncetscheo schrijver : Voor een modern volk aldns staat in kot beknopt in hondsoverzicht te lezen gaat uitbreiding van grondgebied erenmin g»paard BK t vergroeiing van rijkdom van dat volk als de rijkdom der L-mdenaara grooter nou worden, indien de dly of Londm ket graafschap Heriford annexeerde. Het is ten verandering van administratie, die geed cf> 0)echt kan zgn ; maar daar een schat ting" onder de moderne economische ver«?iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii DE SHRAPNELL-AUrO. Naar het frantch, van Charles Torquet, door H. J. B. M'. Oliphant, rechtskundig adviseur, heeft spa «preeknur van 2 tot 6 namiddag. Een bediende, in een soort livrei, vettig gewor den door het langdurig gebruik, met oen vies petje op hot hoofd, ontvangt gewoonly k de cliënten aan de deur en brengt hen in een somber salon, dat den indruk geeft van een spreekkamer in het Hals van Bewaring. D» nieuw aangekomene, in deze onbekende omgeving gebracht, tracht dan zich teori nteeren, stevent op een ledigen s'.oal aan of zet Bieb, niet zonder wantrouwen op een onthaarde en gore canapé. Dan gaan de uren voorbij in een drukkende stilte die slechts nu en dan verbroken wordt door het zenuw achtige kraken van een ongeduldig paar schoenen, door het kletteren van een ver strooiden wandelstok op den vloer of door bet rniachen van een gejaagien rok. Soms hoort men een scharend geluid op den ach tergrond : de deur gaat open, de deur die leidt tot het bureau van Mr. Oliphant. Da duttende cliënten schrikken wakker, even ktaran de gezichten op en brengt een dwaze hoop een opflikkering teweeg in de kwij nende pupillen. Aan de deur verschijnt dan een mager gezicht, verrimpeld en verschrompeld, iets als een vaatdoek. De wenkbrauwen in dat gelaat hebben veel van de vleugels eener neerstrijkende kraai, als de knarsende stem zich laat hooren : Wie van de heeren is aan de beurt?... Of wie van de dames?" Iemand staat dan haastig op, bepaalt vlug zijn koers en verdwijnt na een oogenblik in den donkeren ingang. En 't is weer afgeloopen; de deur is opnieuw stomen gesloten. Alles vervalt weer in een verpletterend zwijgen. Op den dag, waarop ons verhaal een aan vang neemt, verscheen het hoofd van Mr. Oliphant voor de drie- en- twintigste maal aan de deuropening, om te ontwaren dat de ? heer die aan de beurt was, tevens de laatste was.. Het was een jonge man, gekleed met een eenvoud die van goeden smaak getuigde en wiens gezicht deed denken aan het product dat de anthropologen door een ongeloof elyke massa photographische goocheltoeren trach ten te verkrijgen, aan het product, dat een bevredigend antwoord zon geven op de vraag : een gemiddeld nationaal type ? . . ." Zyn glimmend, platgekamd haar vlijde zich tegen de verwulfselen van zij» schedel als een nauw gummi mutsje. Nog noodig te zoggen, dat het scherpste scheermes geen haartje meer zon kunnen halen van zijn ge poederd gezicht1? De goedige, bruine oogen schenen in droomende beschouwing van een ponorama «p vijftienhonderd meter afstand ; het rechter keek verwonderd de wereld in en het linker, dat een monocle muurvast omkneep, scheen een weinig onaangenaam verrast, met een uitdrukking van een ondehoudingen onmogelijk ia geworden, bljjft de fiscale toeataad va* d» betreffend» bevolking onveranderd door de verovering." Troost n «tas, Watergraafsmeer, als gy te eendeer tijd door Amsterdam mocht opge slokt worden l Doch scherts ter zgde; Angell's betoog heeft het gebrek van vele betoogea, dat het door te veel te willen bewijzen, ten slotte geljjk d« Fianechoaan zegt niets bewijst. Ongetwijfeld zal er eenmaal een tijd aan breken waarin politieke en militaire macht geen voordeeten meer zal geven. Dat tijdstip is zelf j makkelgk te bepalen: Zoo dra alle volkeren, niet enkel de Enropeesche, maar die van atte werelddeelen economisch even krachtig zijn ontwikkeld. Want dan is de oorzaak tot den economrschen wedloop ver vallen. Indien Turkije bij v. thans zóó krachtig ware dat de Bagdadspoor met eigen kapitaal en met in eigen fabrieken gemaakt materiaal kon gebouwd worden, dan zoude a thans Daitachland en Engeland orkanier daar niet om de vette brokken bestrijden. Ba indien DnitBchland neet zulk een mae'itige militaire mogendheid ware geworden, dan zouden de Turken er zeker niet aan denken het naast Engeland een deel van den breit toe te w^zen. Ea Engeland zonde zulks alsdan zeer zeker niet godoegen. Waat dit zqn juist de voor deden welke mih'taire en politieke macht schenkt Niet om landbezit ia hot te dows, zooais Aagell denkt, naar om eoouaercieaie voordeelen, althans sedert de midden een war. En alleen de w$se waarop men van dia macht daartoe gebrntkt maakt, ia van lie verlede veranderd. Op dit laatste heeft de heer Angell niet genoeg gelet; geen land aaat langer op des rijkdom zijner baren, maar wei op de midielen waardoor die baren tot rijkdom komen. Reeds onze oor logen met Engeland waren dergeljgke «Ikaar de loei" afstekingen de inzet was toch Nederland, «och Engeland, maar de handel op vieerade werolddeelea. EB bq den j oog sten oorlog tosschen Frankrijk en Daitschland was eyenmin landbezit ooxzaak of doel van den oorlog; Eliaa en Lothringen z$n eerst door dan loop dar omstandigheden Dnttseh geworden. Ds stelling; togen welke de schrijve» te volde trekt is dus »iet juist, en daardoor hoeft hu bjj b*t weerleggen te gemakkelijk spel. Heeft dus da hoer Aagall zijne preauue niet goed geatetd, ook op qjae verdedigings middelen is vel wat aan te merke*. Wan neer hu b$r. aehaqift dat ingeval eea Italiaamsch oorlogschip heden ten dage zonder eeikige waaraehmwing Liverpool ging bombaideote», de beurs van Eiao een aecoord ros aanbieden on de bank&oers te Bom a een schok zou krijgen, die duizenden Italianen soa raïneeren, ware hem wellicht aan te raden zijn eigen vaderlandscho ge&hiedenis na te slaan. Zao ik mjj niet zeer var gis, heeftonse tocht naar Chatham niet de Amsterdammers, doch wel duizenden Londenaara een goed heenkomen doen zoeken l Er vin ook nog andere redenen dan commorciëele welke tot oorlogen aanleiding kun nen gevdn. Doch wanneer de heer Angell schrijft: wij zullen eenmaal gaan iazien, d*t de werkelijke scheiding niet bestaat tussc hen volken, maar tuaschen de tegengestelde levens opvattingen, dan ziet hu m. i. ten onrechte daarin een waarborg voor den toekomstigen staat van vrede. Integendeel, geen oorlogen zijn heviger geweest, dan die welke juist uit llltlllfltlllllttlimlIHUMIIIIIHIIIIMIIIII llimilHIMIMIItlllllllltl flnieerbira mianoagdheid. En achter deze simpele uitstalling slo'merda vreedzaam een ziel, die was als een hemelsblauwe zee. Op de vraag van den vaatdoek stond hu zonder zich te haasten op en doonchreed het ver trek, zonder drukte, met den E tok in de eene, den hoed in de andere hand, zoo als dat correct" is. Met gebogen hoofd passeerde hij de deuropening, het jak vaneen nieuwen Poatius Herennius, het eynbool van Mr. Oliphant's onbeperkte heerschappij. In het bureau aangekomen plaatste de advocaat zich voor z\jn kantoorstoel; hy wees op een grooten lederen fauteuil en zei met een gr ij n?, die bestemd was, als Jash te worden opgevat, op zachten toon: Wil U plaats nemen?'' De jong» man gehoorzaamde en en voelde zich wegglijden in de zachtwandige diepten van den fauteuil, als in een onpeilbaren grafeutl. Toen hu eenmaal den bodem bereikt had bleef hu een moment als ver slagen zitten, als verbijsterd door het boos aardige op- en neerwippen der samengedrukte veeren. Intnsschen had Mr. Oliphant plaat3 ge nomen op zijn draaibaren zetel, die klagelijk jammerde onder het gewicht van den meester. Volkomen doordrongen van den toestand van volslagen machteloosheid waarin hij zijn tegenstander had verplaatst, legde hy een blanco vel papier voor zich neer, greep een vouwbaen en alsof hy bevelend tikte aan een gesloten loket, zeide hy: Ik luister l' De jonge man stak van wal, terwijl Mr. Oiiphant op hetzelfde oogenbhk een zandlooper omkeerde die naast hem stond en een blauwen streep zette op het papier vóór hem. Stel u voor, mijnheer, er is mij een heel zonderling geval overkomen. Ik ben Gabriel Derriberry, de zoon van den groot- indastriëal. (Mr. Oiiphant boog) O zal zich over mijn geschiedenis verwonderen, maar ofschoon ik me vlei met een veldmand diepe kennisvan het Parij sche leven .... ik heb me toch gruwelijk in de maling laten nemen en door wie? 't Spijt me, het ta moeten zeggen door een vriend mijner jeu^d." Het beenen slagzwaud maakte een be weging die zoo reel te kennen gaf als: o ja, dat gebeurt wel meer." En de advocaat dacht: Dat jonge heerschap weet zijn woor den wél te kiezen, maar hij is er ook niet erg zuinig mee. Dat is de cliënt-redenaar, vruchtbaar in het opdisschen van allerlei beuzelachtighaden, die zijn eigen stem graag hoort. Enfin, laat hem gerust praten, als hij het geld er maar voor over heeft. Ds raad gever moet weten te luisteren en zelf niet te veel woorden verspillen, dat is juist het moeilijke geheim van ons vak. Een zaak kan trouwens van zooveel verschillende stand punten worden beschouwd, dat men zich niet moet verwonderen als men onverwachts een plaats inneemt, waar men het reddende middel voor het grijpen ziet.... Daarom maar voor den dag met ja kleinigheden!" De cliënt ging voort: Die oude vriend heet Manglion, en. ik moet het zeggen, hij heeft mij een massa diensten bewezen, in onzen kostschooltijd heeft hij mij namelijk bont en blauw geran seld, wat myn uithoudingsvermogen verdat verschil van levensopvatting ontstonden: burgeroorlogen en godsdienstoorlogen. De negentiende eeuw haefc een oorlog tusschen dv Noordelijke en Zuidelijke statten van Amerika bijgewoond, en niets waar sorgt ons dat nog eenmaal in datzelfde land een rassen- oorlog zal uitbreken. En zijn klaseenoorlogen in Earopa zoo geheel ondenkbaar? En nog in een ander opzicht verschil ik met den heer Angell. Ik geloof niet dat de gevolgen van een hedendaagschen oorlog, hoe schrikkelijk ook,zóó onoverkomelijk lijken als de heer Angell zulks denkt. DeFranachDtritsche oorlog is, hoezaer wjj nog onder den indruk er van verkeeren, een onbedui dend geval, vergeleken bijv. bij den dertigjarigen oorlog, welke zoovele deelen van Duitachland ontvolkte en eeuwen lang de welvaart van gansche landstreken knakte. Zeker, de schrijver heef C gelijk, waar hij op de groote rol wijst, welke heden ten dage het crediet speelt, en dat tengevolgen van de zeer ingewikkelde crediet verhoudingen tusschen de verscaillende landen, een heóendaagache oorlog .veel meer dan voorheen zich overal zal doen gevoelen, óók in landen welke niet i> den strijd ge wikkel d zijn. Maar juist, dank zjj dat crediet, zal na den oorlog, de normale toestand zich aller wege veel spoediger herstellen. De Fransch-Duitsche oorlog is ook hiervan een bewijs. Die FranschDuitsche oorlog bewjjat oTeaoena (wat de hoer Aogell ontkent) dat men zeer wel heden ten dage nog den overwonnene een schatting kan opleggen. Bakendishetzelf t.datBiwnarek later spijt gavoalde nog niet veel meer milliarden te hebben geeischt, daar Frankrijk zich voel te snel naar z\ju zin van die ader lating herstelde. Een groote illuïte" wordt das, naar mijn bescheiden meening, gekoesterd door den heer AngalL, doch de grootit mogelijke is zeker wol dio, onder welker invloed hy het slot van zijn boak heeft geschreven. Aan eau Nederlander behoeft het redmiddel dat hq aangeeft, eigenlijk niet verteld te worde». Hy kent het vanzelf. Gelijk in het rijmpje van Béranger al'te mogetgke en velen der wereld toejeschre/en worden aan Rinsseau en aan Yoltaire, zoi ia tegenwoordig de school" het nniverseele panacéa. Ean korte les, luidt het recapt van den schrijver waarbij nauwkeurig zorg zou moeten gedragen wordea, dat er geen woord betreffende vrede of oorlog of bewapening in genoemd werd, op het leerplan van ieder land ingevoerd, zou ean eenvoudig* zaak zjjn voor een paar flinke maaaen, die besloten haddan ze ten uitvoar te brengen." Wat die korte les wel zou moeten inhouden, waarvan de wereld vrede afhangt? Ik geef het in tienen te raden : een schets van hot fiaaneievezen, in aan sluiting natuurlijk aan het i motto van het boek: De groote dwaling der volkeren ia het geloof, dat alleen het zwaard en het vuur kan beschermen, terwijl de macht van het wereldcrediet alleen de monden der kanonnen sluit." Moeilijk zal het volgeataden heer Angel! niet zijn, zoo'n lea te ge f en; hu verklaart zelf dat hij er in geslaagd is door een gesprek van n uur, een vlaggen jongen van twaalf jaar een duidelijker begrip van de ware beteeken's van geld en het mechanisme van krediet en ruil te geven, dan verscheidene mijner kennissen bezitten, die uitgebreide zaken hebben." Ik vrees een beetje dat de apostel dar vrada hier zelf aan 't schieten raakt en wel aan 'c schieten met spek l iiiiiiiiiHirtiiiiiiiiiiitiiiimiiiiitttHiiMHmiiitmiiiiiimiiiiiimiHitiiiiiin hoogde en mijn zin voor de sport ontwik kelde. Mat trappen en slagen beroofde hy me van alle lekkernijen, van tabletten chocolade, ?an bonbons, allemaal dingen, dio mijn uitmuntende spijsvertering van streek zouden hebben gebracht. Z indoende voorkwam bij met zij n struisvogelmaag ver schillende ziekten die mij heel wat leed hadden kunnen beaorge». Ik hield dan ook heel veel vaa hem. Toen wy mannen waren geworden ontmoetten we elkaar weer. Hy was arm. Ea daar ik rijk was, had ik herhaaldelijk het genoegen hem iets te kunnen leenen. Ik hen in de zaak van myn vader die meer dan 1800 arbeiders in zijn dienst heeft voor de fabricatie van kartonnen doozen voor vioolhars. Mang'ion is geen luiaard, maar, zooals hij zelf zegt, hij werkt voornamelijk met zijn hoofd. Een van die menschen, ziet n, die lederen dag een nieuw, lumineus idee heb ben, maar geen tijd vinden, het uit te wer ken. In n woord, iemand met een helderen blik, maar met weinig geluk. Op een goaden dag had hij uitgerekend, dat de waarden der Sainte?Brigitte- tinnnjnen, die ten onrechte op de markt beneden alle peil waren geraakt, zouden gaan stijgen als kokende melk, en wel tengevolge van een bekendmaking van het Ministerie van van Oorlog, dat de leve ring van 600.000 vertinde lepels, vorken en gamellen uitschreef, Alle tinaandeelen zijn dan ook werkelijk gestegen. A!;een die van Sainte-Brigitte wilden niet meedoen, ze stegen evenmin als een verregende vlieger. Hoe het kwam? Volgens Manglion vraagt de fiaanciëale wereld het zich thans nog af. Het is een grapje dat me 4000 francs kostte, om aan Manglion gelegenheid te geven, van de zaak te profiteeren. We had den ons geassocieerd, hij zat aan het roar met zyn kunde en ik stookte de machine mat mijn geld, zooala Manglion het uitdrukte. Een volgenden keer had ik zesduizand franca voor het naflaiten toen we een amusant geologisch ondsrzoak op touw wil den zetten in de Pyreneeën. Hij hal name lijk uitgemaakt, uitsluitend door logische redeering, dat er in de Pyreneeëa guanolagen aanwezig waren; door logische rede neering, mijnheer, evenals de astronomen door redeneering het bestaan van Neptunus hebben aangetoond, vóór de planeet ontdekt was. Ik weet," zeide hij mg, I weet, dat er in de Pyreneeën guano-lagen zijn. Hoe ik er achter ben gekomen? Wel, omdat ik de gewoonten der groote vogels nauwkeurig bestudeerd heb en ze grondig ken. Nu zullen er natuurlijk maatschappijen worden opgericht, om die lagen te exploiteeren. Wat ons betreft, wij kunnen daar niet aan den ken, het is te grootacheepsch. Maar die maatschappijen hebben zakken noodig voor den verkoop van de guano. Die zakken gaan wij lereren. Eu ondat wij de eerste Iererancieis uuüen zijn is er voordeel bij te halen, l ook ai blijkt het later dat de exploitatie niet ' op rolletjes loopt," Enila, u begrijpt, Na tuurlijk verschafte ik de fondaen. Hij ia naar de Pyreneeën geweest «in heeft de guano ge7ondec, zooals hij beredeneerd Bad; de guano is er zoo zeker als u in uw btoei zit. Doch 't kon ook wel ajjn en na het boek te hebben doorgeleaan, vrees ik daarvoor wel eenigazina dut de heer Angell hot credietmecbanisme heeft voorgesteld op eene wijze weitee mensohen van zaken niet erg bevredigen zonde. Ay, there is the rub, om met Shakeapeare te spreken, (ik doe het in 't Bngelsehf omdat ik hier in Taormina de voortreffelijke vertaling van Burgersdjjk senior, myn hooggeschatte leermeester, niot ter hand heb) Niet de schooljongens, maar de mannen vaa zakea zijn gorust te stellen, en of die de prop welke de monden der kanonnen afsluit, afdoende vinden, waag ik te betwijfelen. Taormina. R. P. J. TÜTEIN NOLTHENIUS. Nieuwe Men tin en w Mm. De Schaap jet, wat de Bijbel en de Natnnr over de schaap j es te vertellen hebben. Ben boek voor kleinen en grooten, verteld door dr. HHINBICH LHOTSKT, vertaling van NILLIB. Uitgave van A. B. Krayt, Amsterdam. Men mag, waar dit boek bedoeld ia als allereenvoudigst voorbereidend werkgegeven in den meest kinderlijken, meest onopzetteIjjken vorm," dus als positief opvoedend, ver langen, dat de elementaire begrippen, die het kind Mor op onopzettelijke" wgze zullen worden aangebracht, aan duidelijkheid en klaarheid niets te wenschen overlaten. Doch in de inleiding komt er een verdacht aapje uit de schijnbaar onschuldige mouw der vertaalster: Da Schaapjes1' fungeert als uitlegger van bij belteksten, dns van een stof, die buiten het bereik van vele ouderen, zonder twijfel buiten de bevatting van kinderen ligt. (Hoeveel moor ligt de uitlegging der stof bat ten het voorstellingsvermogen dor jeugd I) Zij zegt n.L: En al lezend zal hot hun dui delijk worden, waarom er in den bijbel zoo dikwijls gesproken wordt over scaaspjes on lammeren-fen waarom de Heiland zi»a zelven vergelijkt büeen trouwen Herder," enz. De propaganda komt bier das te kijk. Da kern van het boek is overigens een wel aantrekkelijke vertelling ever schapen. Ontdaan van de straks aan te halen franje, zeker prettig te lezen, al is de toon hier en daar wat uit de hoogte en »»Ueod. Doeh dit verhaal wordt misbruikt, om gebeurtenissen uit het achapenleven in apocrief verband te brengen met bijbelteksten, ee aldus verklarend". Een enkel staaltje moge deze opmerking illastreeren: Na een Terheerl$kiag van David en daarna van het herdersleven in 't algemeen, deze conclusie: Het wordt aas na duidelyi (cara. van mü) dat de mensehen, tot wie door vele duizen den engelen de eerste konde werd gebracht van 's Heilanda geboorte, herder» (cure. van mii) waren..." (ëlz. 11). Een kind memoriseert gemakkelijk, zal de schrijver gedacht hebben, want van eenige begripsaanbrenging is geen sprake, waar het hier kinderen geldt. Het lyiach-pathetiache zinnetje Dat ia zoo'n litfljk, vredig gezicht, zoo'n voort trekkende kudde met haar getrouwen herder" (olz. 15) leidt tot de verrassende conclusie, dat daarom in Jes. 49, VP. 11 staat: Hij (Jezur) zal zijne kudde weiden gelijk een Herder", enz. Vertelt de sch'ijver van ruwe bokken, die afgezonderd worden, dan komt hij langs den weg der analogie (voor kinderen duister) Maar n ding is er jammer, de lagen zijn niet te bereiken. Er werden dus geen maat schappijen opgericht en de fondsen voor da zakken die nog besteld moesten worden, waren verloren. Men moet maar ongeluk hebben. En of men al rijk is, men ziet toch niet graag zijn duiten zoo maar de laan uit vliegen. Ik vond het dan ook een beetje ver velend. Maar Manglion laat zic'i nooit ont moedigen. Hij lachte hartelijk en zeide: Maak ja niot boos, myn beste kerel, daar is oan volgenden keer misschien reden voor, nu niet. We zijn in elk geval zeker dat nu niemand in onze zakken gaat snuffelen!" Toen moest ik ook lachen. Een vol genden keer... Mr. Oliphant peinsde: Goei beschouwd ban ik nog al vroeg vandaag. De cliënten hebben geen expansieve neigingen vertoond. Maar die jonge man hier, pakt aan. Sakkerloot, dat zit bijna een half uur te kletsen en echynt het eerste uur nog niet klaar te zijn ... Nou, ik heb den tijd. Ik kan vóór het eten nog wel even naar de Rue Bibylone gaan, naar dat gedrocht van een schoenmaker, die me de laarzen maar moet leveren voor fr. 12 45 in plaats van fr. 12.95. Die halve franc moet er af... Een volgenden keer, vervolgde da heer Derriberry, begingen we een leelijkea filter aan de beurs, maar ik moet bekennen dat bij het karweitje wist aan te pakken. Voor zooveel ik er van begrijp, want die dingen zijn voor mij altijd ondoorgrondelijke raad sels geweest, kocht mende stijgende waarden op en verkocht bij vasten stand, ter wij l men later, o:n gedekt te zyn, kocht bg vasten Btand en bij stijging verkocht. Maar toen wij naderhand een zoet winst j B wilden in palmen, hoorden we plotseling, dat de Pre sident naar Scandinaviëop reis ging. Op dat bericht moet alles in het honderd geloopen zijn; althans de koopers van vaste waarden ontdeden zich van hun aandaelen en ik kwam er berooid van af. Toen was aelfs M»nglion bulten zich zelf, hij ging te keer als een razende leeuw en lamenteerde maar voortdurend : Dat ik er niets by verdiend heb, is nog te verdra gen, maar dat jij, arme jongen, er zooveel by ingeschoten hebt !... O, 't is om te huilen I' Hg heeft een go ad hart, die Manglion, dat is niet te loochenen. Hij wilde de hand aan zichzelven slaan, wat ik u zeg l Ik k wam nog juist van pas om dat te verhinderen.... Het zal u verwonderen dat ik u dit alles vertel, maar ik wil u er van doordringen, dat er voor mij nooit een enkele reden was om hem te wantrouwen, ook niet in het geringste l Dien goeden Manglion, dien is al sinds mijn jeugd ken... Op mijn ouderdom heeft men trouwens ondervinding genoeg, om te weten waaraan men zich te houden heeft. Ojttstreekg. .. i Mijnheer," onderbrak Mr. Oliphant, heb j ik u medegedeeld, dat de kosten van het con sult berekend worden naar den aandiooper?'' Naar den aandlooper? .. ," Ik wilde zegsjen, dat ik den zandlooper, dien u hier ziat staan, heb omgekeerd toen a plaats naai. Telkens als hy leeg is heeft tot het restftaafc: Ook u> 'e Heilaads kadde heb je. van die kwatdaandige boklwn; maar die ?$» hem niat wel»ev»Hig." ('W*. 17) Ez. 31, vs. 80?22 te verkiueaishier z$a etarfdoel. Tot een teer belasgrijjie uiting koaat hij, door, na ge nemoreerd te hebben, dat de her der zy'n schapen kent en onderscheidt, te beslui ten: Wanneer nu een eenvoudige herder duisenden schaapjea zoo kent, hoe zou dan (curs. van my) de Heiland de mülioenen eehaapjes niet kernen, die tot agn kadde bohooron?" (Wz. 37) Indoidflad veuiaaaeaidnaïre logica, maar tegenover kinderen, voor wie deze quasi-logica groote bekoring heeft, is zooiets (onopzettelijke) misleiding. Hiermee heb ik O» Sahaapjo»" genoeg gesignaleerd als valsche profeten, die in achaapakleederen readgaan, en inwendig zyn zy grijpende wolven". Er kan niet genoeg voor gewaakt worden, dat zulke lectuur niet in handen van kinderea komt, die al genoeg dupe zyn van verwarrende, alle-denkkrachtvernietigende invloeden. Het dankt my wel waarschijnlijk, dat geloovig opgevoede kinderen hot boekje met genoegen zullen lezen, daar het niet te ont kennen valt, dat het in fijn loort tot de vrij goede behoort. Tegen de soort waaracbam ik voor kinderen. HESSEL JOSQSMA. Sprttte ia Oni-&rr8teiilaBS. Aaa 't maatschappelijk laven van 't oude Griekenland, welks klassieke bloeitijd ons gaarne wordt geschilderd als een voorbeeld van een ideale beschaving, waren speculatie en woeker zeer bekende begrippen. Dat ver nemen wij uit een artikel van den Franschen geleerde Jardéover antieke speculatie-zaken in foRevue de Pari». B j 't begin van de Grieksche geschiedenis bevond zich de handel van Hellas in de handen van Kretenzera en Fenici&rs; doch spoedig keken de Hellenea alle knepen van die vreemde landslieden af, werden gewikste kooplui en stichtten kan toren aaa de kusten van ds Middellandsche zee. En met de opkomst en ontwikkeling van den handelsstand begonnen ook de klachten over speculaties van allerlei soort, over het opdryven der prijzen, en over verkoopen met valsch gewicht. Aan de haven, die de beurs der antieke wereld werd, hoort de koopman de nieuwste tijdingen, koopt en verkoopt da meest ongelijksoortige goederen, let op de conjunctuur, en leert daarmee zijn voordeel doen. Het kapitalisme begint daar mee een macht te worden; groote handelshuizen verrijzen, die de markt beheerschen. Zijn rijkdom maakt den koopman tot een belang rijke persoonlijkheid; de groothandelaarKepbales ia de vriend vanPerikles; zijn crediet ia onbegreaai. De Griek Gleomenes, die door Alexander tot goevernear van Egypte be noemd werd, organiseert daar den graan handel in groaten stijl, overal heeft hij zijn aganten en filialen. Eau uitgebreide berichten dienst stelt hem op de hoogte van de graanprijie» op verschillende plaateen; wanneer een baisse dreigt, dan houdt plotseling een heat zeer getogen kom»ndo schipbreuk zyn echepon van da markt, er komt gebrek en de prijzen gaan wear omhoog. Ean consor tium van groothandelaars tot exploitatie der mijnen van Siciliëwordt gevormd, en deze klassieke Staaltrust verdient met «ijn weiberaamde speculaties 200 procent. Toen eens de wijze Thales van Mileteeen goeden olijven-oogst voorzag, pachtte hij alle het onderhoud precies tien minuten geduurd en is u my 20 franca schuldig. Hy is twee keer leeggeloopen. Wat denkt u er van als ik hem nog eens omdraai?" Draai hem om, mijnbeer, zoo vaak het noodig is l" In orde, mijnheer, in orde. De hoofdzaak is maar, dat we het fijne van de zaak te weten komen, niet waar?1' zeide de man der wet met waardige kalmte. Met de be hendigheid vaa een goochelaar zette hij het glas hot onderat boven, kraste een streep op het vel papier en dook weer terug in zijn stoel. Het vonwbeen beschreef de meest on berekenbare bochten en wendingen in de lucht, prikte als een sabel naar voren, naar achteren, naar rechts en naar links. De heer Derriberry ging onverstoorbaar voort: Omstreeks dien tijd kreeg ik een klap van de automobielkoorts te pakken. Welk merk zou ik nemen ? Iemand als ik, had wel dubbel uit zyn doppen te kijken om zich niet een renzenpoets te laten bakken. Het beste was, een vertrouwden vriend onder den arm te nemen, die, volkomen competent op dit gebied, er tevens geen belang by kon hebben, my om den tuin te leiden. Daarom wendde ik mij tot Manglion; hij is zoo'n beetje uitvinder, moet n weten en hu is op de hoogte met al die machines, zooals bougies, inductieklossen, carburateurs, cilinders...: Tk apap al al lamg, wat jij noodig hebt, kereltje!" zei hij. Een aardig, prettig wa gentje, een handige, leuke, elegante tuf, in de puntjes en snel, zoo'n karretje, zie je. dat er mag wezen, waar ja hem mee kan geuren l" Die kostelijke conversatie van Manglion l Zi is doorweven met dia madelief j as van populaire uitdrukkingen, die hij debiteert met zijn echten, gullen, Parijschen lach; van die uitdrukkingen, die me altijd ZOD dol amuseeren: Juist," zei ik, je raakt den spy'ker op den kop:" Kyk dan eens naar buiten," riep hij, naar den overkant wijzende, zie je dat? Koop je een Shrapne!l"-Automobiel, en je zal buiten ja zelve zijn : Ik zal dat zaakje wel voor je opknappen." Den naam van dat merk kende ik al lang. Wie heeft dan ook nooit die onmete lijke aanplakbiljetten gelezen : De Schrapnell"-Automobiel maait over da wegen. Vraagt uw leverancier, waarom hij de Schrapneli'' het lieftt verkoopt l Hij, die zich een Schrapnell" aanxchaft, neemt nooit metr een andere! Dat wekte mijn vertrouwen. Maar het is niet mijn gewoonte om in den blinde te tasten. Ik wil altijd precies weten hoe het er mee staat. Ik giag met Manglion naar een agent der fabriek, dien myn vriend toevallig kende. Toen we aankwamen wa? de directeur van het filiaal juist in druk gesprek met iemand die veel op een handelsreiziger ge leek. Vóór Manglion een woord kon zeggen stapte ik op den agent toe en stelde hem de fameu-'.e vraag: Waarom verkoopt u het liefst de Strapneli' -Automobiel ?"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl