Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD FOOK E D E R L A -ff D.
No. 1771
die drommelache Doüacher een bres
gesehoten l De ? germaanaehe handtolareiziger ver
dringt zrjn Britacbe collega o» Vasteraetie
en Ooeteraehe markten, ea alsof dit niet
genoeg ware, de Duitache manie om greete
oorlogachepen te boawen, noodzaakt Enge
land tegen elke Duitsche mark, zelf twee
shilling voor dat doel neer te leggen. En
bjj dat do ir D ai t ach toedoen verminderen
van inkomsten, tevens tot grooter uitgaven
te worden gedwongen, waarlijk, bet is
begr$»*13fc, dat de Britsehe gal overloopt!
>at die Britsche gal overloopt bemerkt
men aller wege en op allerlei wijze. Zelfs
bier waar dit geschreven wordt in
Taormina, onder het geuren der citroenen
en zittend .onder bloeiende amandelboomen.
In , Sicily, the n«w winterreBsort" door
Doagbui Bladen een gids, welken ik ieder
die op dat eiland wil rondzwerven, ten zeerste
Aan aauiaden staat omtrent Taormina, in
VMX Garmani" te lezen: Taormina wordt
owstroomd door Daitaehers. In seramige
hotels honden zij er voor hen afzonderlijke
tafeti op n», on dat andere naties li« ver ntat
aaet hen samenzittea. In een der eerste hotels
worden lelfe geen Doitaehers toegelaten."
Onder «andere" naties zij a natntrrlyk de
Infoloch sprekende te verstaan, want deie
sftt de eeniga reizende ivttiet ,- ander»
volknmi leraren hoofatona reizende individuen.
* * *
Het ia' natoarrgk niet mogelijk in dit
weekMad AngeJl's betoog uitvoerig te behandelen.
9» mm heeft in veel opzichten gelijk, vol
komen gelgfc. Muur misse trien toch nog t
Meest geluk, munteer hij de apostel des
fiedea ten slotte zich neerlegt bij deze
?ftepraak : Zoo lang de gangbare politieke
jAèosophJe in Earopa bljjft, wat tij ia, zou
ut er niet op wilton aandringen ome
oortogs' tegraotiBg eek maar een enkelen aorereign
n te krim-p«n.
Bi» nitapraak ia voor ons van te meer ge
wicht, om iat Nederland herhaaldelijk m
Jngell's boek ter sprake komt. ZalJs de koers
???er ataataetarM wordt aangehaald ten
beW$CBB dat het maebtlooze Holland (ce
eaoiger fgd prijagegevaa ara de genade van
?Éwhtrg» natoeren)" ten statte een veiliger
aanbiedt dan de grootste
eadbwid van continentaal Europa,
natnarlfk Rusland wordt beioeid.
Bat vit de verhott ring der koersen van
?fawtaaehaMen bezwaarlijk eenig argtmwnt
ten bat» onzer weerloosheid ia te patten,
Mteeft san Amsterdammer* niet te worden
iedet onzer weet hoe rato
iacop dergelijke koersen van invloed zjjn
tm d* meest an hebben het zelf m hon beurs
Het mag dan ook verwondering wekken,
dat de vertaler in «tjn beknopte,
inhonds?ver Blaat uitdrukkelijk op dit argument wijst.
& emmer mag het verwonderen dat hg,
ii oaa land van forensen-kwesties en het
MTBeBvoegen van gemeenten, de aandacht
vestigt op bet volgend argument van den
Xncetscheo schrijver :
Voor een modern volk aldns staat in
kot beknopt in hondsoverzicht te lezen
gaat uitbreiding van grondgebied erenmin
g»paard BK t vergroeiing van rijkdom van
dat volk als de rijkdom der L-mdenaara
grooter nou worden, indien de dly of Londm
ket graafschap Heriford annexeerde. Het is
ten verandering van administratie, die geed
cf> 0)echt kan zgn ; maar daar een schat
ting" onder de moderne economische
ver«?iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimii
DE SHRAPNELL-AUrO.
Naar het frantch, van Charles Torquet,
door H. J. B.
M'. Oliphant, rechtskundig adviseur, heeft
spa «preeknur van 2 tot 6 namiddag. Een
bediende, in een soort livrei, vettig gewor
den door het langdurig gebruik, met oen
vies petje op hot hoofd, ontvangt gewoonly k
de cliënten aan de deur en brengt hen in
een somber salon, dat den indruk geeft van
een spreekkamer in het Hals van Bewaring.
D» nieuw aangekomene, in deze onbekende
omgeving gebracht, tracht dan zich teori
nteeren, stevent op een ledigen s'.oal aan of
zet Bieb, niet zonder wantrouwen op een
onthaarde en gore canapé. Dan gaan de uren
voorbij in een drukkende stilte die slechts
nu en dan verbroken wordt door het zenuw
achtige kraken van een ongeduldig paar
schoenen, door het kletteren van een ver
strooiden wandelstok op den vloer of door
bet rniachen van een gejaagien rok. Soms
hoort men een scharend geluid op den ach
tergrond : de deur gaat open, de deur die
leidt tot het bureau van Mr. Oliphant. Da
duttende cliënten schrikken wakker, even
ktaran de gezichten op en brengt een dwaze
hoop een opflikkering teweeg in de kwij
nende pupillen.
Aan de deur verschijnt dan een mager
gezicht, verrimpeld en verschrompeld, iets
als een vaatdoek. De wenkbrauwen in dat
gelaat hebben veel van de vleugels eener
neerstrijkende kraai, als de knarsende stem
zich laat hooren : Wie van de heeren is
aan de beurt?... Of wie van de dames?"
Iemand staat dan haastig op, bepaalt vlug
zijn koers en verdwijnt na een oogenblik in
den donkeren ingang. En 't is weer
afgeloopen; de deur is opnieuw stomen gesloten. Alles
vervalt weer in een verpletterend zwijgen.
Op den dag, waarop ons verhaal een aan
vang neemt, verscheen het hoofd van Mr.
Oliphant voor de drie- en- twintigste maal
aan de deuropening, om te ontwaren dat de
? heer die aan de beurt was, tevens de laatste
was.. Het was een jonge man, gekleed met
een eenvoud die van goeden smaak getuigde
en wiens gezicht deed denken aan het product
dat de anthropologen door een ongeloof elyke
massa photographische goocheltoeren trach
ten te verkrijgen, aan het product, dat een
bevredigend antwoord zon geven op de
vraag : een gemiddeld nationaal type ? . . ."
Zyn glimmend, platgekamd haar vlijde
zich tegen de verwulfselen van zij» schedel
als een nauw gummi mutsje. Nog noodig te
zoggen, dat het scherpste scheermes geen
haartje meer zon kunnen halen van zijn ge
poederd gezicht1? De goedige, bruine oogen
schenen in droomende beschouwing van een
ponorama «p vijftienhonderd meter afstand ;
het rechter keek verwonderd de wereld in
en het linker, dat een monocle muurvast
omkneep, scheen een weinig onaangenaam
verrast, met een uitdrukking van een
ondehoudingen onmogelijk ia geworden, bljjft de
fiscale toeataad va* d» betreffend» bevolking
onveranderd door de verovering."
Troost n «tas, Watergraafsmeer, als gy te
eendeer tijd door Amsterdam mocht opge
slokt worden l
Doch scherts ter zgde; Angell's betoog
heeft het gebrek van vele betoogea, dat het
door te veel te willen bewijzen, ten slotte
geljjk d« Fianechoaan zegt niets bewijst.
Ongetwijfeld zal er eenmaal een tijd aan
breken waarin politieke en militaire macht
geen voordeeten meer zal geven. Dat tijdstip
is zelf j makkelgk te bepalen: Zoo dra alle
volkeren, niet enkel de Enropeesche, maar
die van atte werelddeelen economisch even
krachtig zijn ontwikkeld. Want dan is de
oorzaak tot den economrschen wedloop ver
vallen. Indien Turkije bij v. thans zóó krachtig
ware dat de Bagdadspoor met eigen kapitaal
en met in eigen fabrieken gemaakt materiaal
kon gebouwd worden, dan zoude a thans
Daitachland en Engeland orkanier daar niet
om de vette brokken bestrijden. Ba indien
DnitBchland neet zulk een mae'itige militaire
mogendheid ware geworden, dan zouden de
Turken er zeker niet aan denken het naast
Engeland een deel van den breit toe te w^zen.
Ea Engeland zonde zulks alsdan zeer zeker
niet godoegen. Waat dit zqn juist de voor
deden welke mih'taire en politieke macht
schenkt
Niet om landbezit ia hot te dows, zooais
Aagell denkt, naar om eoouaercieaie
voordeelen, althans sedert de midden een war.
En alleen de w$se waarop men van dia
macht daartoe gebrntkt maakt, ia van lie
verlede veranderd. Op dit laatste heeft de
heer Angell niet genoeg gelet; geen land
aaat langer op des rijkdom zijner baren,
maar wei op de midielen waardoor die
baren tot rijkdom komen. Reeds onze oor
logen met Engeland waren dergeljgke «Ikaar
de loei" afstekingen de inzet was toch
Nederland, «och Engeland, maar de handel
op vieerade werolddeelea. EB bq den j oog
sten oorlog tosschen Frankrijk en
Daitschland was eyenmin landbezit ooxzaak of doel
van den oorlog; Eliaa en Lothringen z$n
eerst door dan loop dar omstandigheden
Dnttseh geworden. Ds stelling; togen welke
de schrijve» te volde trekt is dus »iet juist,
en daardoor hoeft hu bjj b*t weerleggen te
gemakkelijk spel.
Heeft dus da hoer Aagall zijne preauue
niet goed geatetd, ook op qjae verdedigings
middelen is vel wat aan te merke*. Wan
neer hu b$r. aehaqift dat ingeval eea
Italiaamsch oorlogschip heden ten dage zonder
eeikige waaraehmwing Liverpool ging
bombaideote», de beurs van Eiao een aecoord
ros aanbieden on de bank&oers te Bom a een
schok zou krijgen, die duizenden Italianen soa
raïneeren, ware hem wellicht aan te raden
zijn eigen vaderlandscho ge&hiedenis na te
slaan. Zao ik mjj niet zeer var gis, heeftonse
tocht naar Chatham niet de Amsterdammers,
doch wel duizenden Londenaara een goed
heenkomen doen zoeken l
Er vin ook nog andere redenen dan
commorciëele welke tot oorlogen aanleiding kun
nen gevdn. Doch wanneer de heer Angell
schrijft: wij zullen eenmaal gaan iazien, d*t
de werkelijke scheiding niet bestaat tussc hen
volken, maar tuaschen de tegengestelde levens
opvattingen, dan ziet hu m. i. ten onrechte
daarin een waarborg voor den toekomstigen
staat van vrede. Integendeel, geen oorlogen
zijn heviger geweest, dan die welke juist uit
llltlllfltlllllttlimlIHUMIIIIIHIIIIMIIIII
llimilHIMIMIItlllllllltl
flnieerbira mianoagdheid. En achter deze
simpele uitstalling slo'merda vreedzaam een
ziel, die was als een hemelsblauwe zee. Op
de vraag van den vaatdoek stond hu zonder
zich te haasten op en doonchreed het ver
trek, zonder drukte, met den E tok in de eene,
den hoed in de andere hand, zoo als dat
correct" is. Met gebogen hoofd passeerde
hij de deuropening, het jak vaneen nieuwen
Poatius Herennius, het eynbool van Mr.
Oliphant's onbeperkte heerschappij. In het
bureau aangekomen plaatste de advocaat
zich voor z\jn kantoorstoel; hy wees op een
grooten lederen fauteuil en zei met een
gr ij n?, die bestemd was, als Jash te worden
opgevat, op zachten toon: Wil U plaats
nemen?'' De jong» man gehoorzaamde en
en voelde zich wegglijden in de zachtwandige
diepten van den fauteuil, als in een
onpeilbaren grafeutl. Toen hu eenmaal den bodem
bereikt had bleef hu een moment als ver
slagen zitten, als verbijsterd door het boos
aardige op- en neerwippen der samengedrukte
veeren.
Intnsschen had Mr. Oliphant plaat3 ge
nomen op zijn draaibaren zetel, die klagelijk
jammerde onder het gewicht van den meester.
Volkomen doordrongen van den toestand
van volslagen machteloosheid waarin hij zijn
tegenstander had verplaatst, legde hy een
blanco vel papier voor zich neer, greep een
vouwbaen en alsof hy bevelend tikte aan
een gesloten loket, zeide hy: Ik luister l'
De jonge man stak van wal, terwijl Mr.
Oiiphant op hetzelfde oogenbhk een
zandlooper omkeerde die naast hem stond en een
blauwen streep zette op het papier vóór hem.
Stel u voor, mijnheer, er is mij een heel
zonderling geval overkomen. Ik ben Gabriel
Derriberry, de zoon van den groot- indastriëal.
(Mr. Oiiphant boog) O zal zich over mijn
geschiedenis verwonderen, maar ofschoon ik
me vlei met een veldmand diepe kennisvan
het Parij sche leven .... ik heb me toch
gruwelijk in de maling laten nemen en
door wie? 't Spijt me, het ta moeten zeggen
door een vriend mijner jeu^d."
Het beenen slagzwaud maakte een be
weging die zoo reel te kennen gaf als: o
ja, dat gebeurt wel meer." En de advocaat
dacht: Dat jonge heerschap weet zijn woor
den wél te kiezen, maar hij is er ook niet
erg zuinig mee. Dat is de cliënt-redenaar,
vruchtbaar in het opdisschen van allerlei
beuzelachtighaden, die zijn eigen stem graag
hoort. Enfin, laat hem gerust praten, als hij
het geld er maar voor over heeft. Ds raad
gever moet weten te luisteren en zelf niet
te veel woorden verspillen, dat is juist het
moeilijke geheim van ons vak. Een zaak kan
trouwens van zooveel verschillende stand
punten worden beschouwd, dat men zich
niet moet verwonderen als men onverwachts
een plaats inneemt, waar men het reddende
middel voor het grijpen ziet.... Daarom maar
voor den dag met ja kleinigheden!"
De cliënt ging voort:
Die oude vriend heet Manglion, en.
ik moet het zeggen, hij heeft mij een massa
diensten bewezen, in onzen kostschooltijd
heeft hij mij namelijk bont en blauw geran
seld, wat myn uithoudingsvermogen
verdat verschil van levensopvatting ontstonden:
burgeroorlogen en godsdienstoorlogen.
De negentiende eeuw haefc een oorlog
tusschen dv Noordelijke en Zuidelijke statten
van Amerika bijgewoond, en niets waar sorgt
ons dat nog eenmaal in datzelfde land een
rassen- oorlog zal uitbreken. En zijn
klaseenoorlogen in Earopa zoo geheel ondenkbaar?
En nog in een ander opzicht verschil ik
met den heer Angell. Ik geloof niet dat de
gevolgen van een hedendaagschen oorlog,
hoe schrikkelijk ook,zóó onoverkomelijk lijken
als de heer Angell zulks denkt.
DeFranachDtritsche oorlog is, hoezaer wjj nog onder
den indruk er van verkeeren, een onbedui
dend geval, vergeleken bijv. bij den
dertigjarigen oorlog, welke zoovele deelen van
Duitachland ontvolkte en eeuwen lang de
welvaart van gansche landstreken knakte.
Zeker, de schrijver heef C gelijk, waar hij op
de groote rol wijst, welke heden ten dage
het crediet speelt, en dat tengevolgen van
de zeer ingewikkelde crediet verhoudingen
tusschen de verscaillende landen, een
heóendaagache oorlog .veel meer dan voorheen
zich overal zal doen gevoelen, óók in landen
welke niet i> den strijd ge wikkel d zijn. Maar
juist, dank zjj dat crediet, zal na den oorlog,
de normale toestand zich aller wege veel
spoediger herstellen. De Fransch-Duitsche
oorlog is ook hiervan een bewijs. Die
FranschDuitsche oorlog bewjjat oTeaoena (wat de hoer
Aogell ontkent) dat men zeer wel heden ten
dage nog den overwonnene een schatting
kan opleggen. Bakendishetzelf t.datBiwnarek
later spijt gavoalde nog niet veel meer
milliarden te hebben geeischt, daar Frankrijk
zich voel te snel naar z\ju zin van die ader
lating herstelde.
Een groote illuïte" wordt das, naar mijn
bescheiden meening, gekoesterd door den
heer AngalL, doch de grootit mogelijke is
zeker wol dio, onder welker invloed hy het
slot van zijn boak heeft geschreven. Aan eau
Nederlander behoeft het redmiddel dat hq
aangeeft, eigenlijk niet verteld te worde».
Hy kent het vanzelf. Gelijk in het rijmpje
van Béranger al'te mogetgke en velen der
wereld toejeschre/en worden aan Rinsseau
en aan Yoltaire, zoi ia tegenwoordig de
school" het nniverseele panacéa. Ean korte
les, luidt het recapt van den schrijver
waarbij nauwkeurig zorg zou moeten gedragen
wordea, dat er geen woord betreffende vrede
of oorlog of bewapening in genoemd werd,
op het leerplan van ieder land ingevoerd,
zou ean eenvoudig* zaak zjjn voor een paar
flinke maaaen, die besloten haddan ze ten
uitvoar te brengen." Wat die korte les wel
zou moeten inhouden, waarvan de wereld
vrede afhangt? Ik geef het in tienen te raden :
een schets van hot fiaaneievezen, in aan
sluiting natuurlijk aan het i motto van het
boek: De groote dwaling der volkeren ia
het geloof, dat alleen het zwaard en het
vuur kan beschermen, terwijl de macht van
het wereldcrediet alleen de monden der
kanonnen sluit."
Moeilijk zal het volgeataden heer Angel!
niet zijn, zoo'n lea te ge f en; hu verklaart
zelf dat hij er in geslaagd is door een gesprek
van n uur, een vlaggen jongen van twaalf
jaar een duidelijker begrip van de ware
beteeken's van geld en het mechanisme van
krediet en ruil te geven, dan verscheidene
mijner kennissen bezitten, die uitgebreide
zaken hebben." Ik vrees een beetje dat
de apostel dar vrada hier zelf aan 't schieten
raakt en wel aan 'c schieten met spek l
iiiiiiiiiHirtiiiiiiiiiiitiiiimiiiiitttHiiMHmiiitmiiiiiimiiiiiimiHitiiiiiin
hoogde en mijn zin voor de sport ontwik
kelde. Mat trappen en slagen beroofde hy
me van alle lekkernijen, van tabletten
chocolade, ?an bonbons, allemaal dingen,
dio mijn uitmuntende spijsvertering van
streek zouden hebben gebracht. Z indoende
voorkwam bij met zij n struisvogelmaag ver
schillende ziekten die mij heel wat leed
hadden kunnen beaorge». Ik hield dan ook
heel veel vaa hem.
Toen wy mannen waren geworden
ontmoetten we elkaar weer. Hy was arm.
Ea daar ik rijk was, had ik herhaaldelijk
het genoegen hem iets te kunnen leenen.
Ik hen in de zaak van myn vader die meer
dan 1800 arbeiders in zijn dienst heeft voor de
fabricatie van kartonnen doozen voor vioolhars.
Mang'ion is geen luiaard, maar, zooals
hij zelf zegt, hij werkt voornamelijk met zijn
hoofd. Een van die menschen, ziet n, die
lederen dag een nieuw, lumineus idee heb
ben, maar geen tijd vinden, het uit te wer
ken. In n woord, iemand met een helderen
blik, maar met weinig geluk. Op een goaden
dag had hij uitgerekend, dat de waarden der
Sainte?Brigitte- tinnnjnen, die ten onrechte
op de markt beneden alle peil waren geraakt,
zouden gaan stijgen als kokende melk, en
wel tengevolge van een bekendmaking van
het Ministerie van van Oorlog, dat de leve
ring van 600.000 vertinde lepels, vorken en
gamellen uitschreef, Alle tinaandeelen zijn
dan ook werkelijk gestegen. A!;een die van
Sainte-Brigitte wilden niet meedoen, ze stegen
evenmin als een verregende vlieger.
Hoe het kwam? Volgens Manglion
vraagt de fiaanciëale wereld het zich thans
nog af. Het is een grapje dat me 4000 francs
kostte, om aan Manglion gelegenheid te
geven, van de zaak te profiteeren. We had
den ons geassocieerd, hij zat aan het roar
met zyn kunde en ik stookte de machine
mat mijn geld, zooala Manglion het uitdrukte.
Een volgenden keer had ik zesduizand
franca voor het naflaiten toen we een
amusant geologisch ondsrzoak op touw wil
den zetten in de Pyreneeën. Hij hal name
lijk uitgemaakt, uitsluitend door logische
redeering, dat er in de Pyreneeëa
guanolagen aanwezig waren; door logische rede
neering, mijnheer, evenals de astronomen
door redeneering het bestaan van Neptunus
hebben aangetoond, vóór de planeet ontdekt
was. Ik weet," zeide hij mg, I weet, dat
er in de Pyreneeën guano-lagen zijn. Hoe ik
er achter ben gekomen? Wel, omdat ik de
gewoonten der groote vogels nauwkeurig
bestudeerd heb en ze grondig ken. Nu
zullen er natuurlijk maatschappijen worden
opgericht, om die lagen te exploiteeren. Wat
ons betreft, wij kunnen daar niet aan den
ken, het is te grootacheepsch. Maar die
maatschappijen hebben zakken noodig voor
den verkoop van de guano. Die zakken gaan
wij lereren. Eu ondat wij de eerste
Iererancieis uuüen zijn is er voordeel bij te halen,
l ook ai blijkt het later dat de exploitatie niet
' op rolletjes loopt," Enila, u begrijpt, Na
tuurlijk verschafte ik de fondaen. Hij ia naar
de Pyreneeën geweest «in heeft de guano
ge7ondec, zooals hij beredeneerd Bad; de
guano is er zoo zeker als u in uw btoei zit.
Doch 't kon ook wel ajjn en na het boek
te hebben doorgeleaan, vrees ik daarvoor
wel eenigazina dut de heer Angell hot
credietmecbanisme heeft voorgesteld op eene
wijze weitee mensohen van zaken niet erg
bevredigen zonde. Ay, there is the rub, om
met Shakeapeare te spreken, (ik doe het in
't Bngelsehf omdat ik hier in Taormina de
voortreffelijke vertaling van Burgersdjjk
senior, myn hooggeschatte leermeester, niot
ter hand heb) Niet de schooljongens, maar
de mannen vaa zakea zijn gorust te stellen,
en of die de prop welke de monden der
kanonnen afsluit, afdoende vinden, waag ik
te betwijfelen.
Taormina. R. P. J. TÜTEIN NOLTHENIUS.
Nieuwe Men tin en w Mm.
De Schaap jet, wat de Bijbel en de Natnnr
over de schaap j es te vertellen hebben.
Ben boek voor kleinen en grooten,
verteld door dr. HHINBICH LHOTSKT,
vertaling van NILLIB. Uitgave van A.
B. Krayt, Amsterdam.
Men mag, waar dit boek bedoeld ia als
allereenvoudigst voorbereidend werkgegeven
in den meest kinderlijken, meest
onopzetteIjjken vorm," dus als positief opvoedend, ver
langen, dat de elementaire begrippen, die
het kind Mor op onopzettelijke" wgze zullen
worden aangebracht, aan duidelijkheid en
klaarheid niets te wenschen overlaten.
Doch in de inleiding komt er een verdacht
aapje uit de schijnbaar onschuldige mouw
der vertaalster: Da Schaapjes1' fungeert als
uitlegger van bij belteksten, dns van een stof,
die buiten het bereik van vele ouderen, zonder
twijfel buiten de bevatting van kinderen ligt.
(Hoeveel moor ligt de uitlegging der stof bat
ten het voorstellingsvermogen dor jeugd I)
Zij zegt n.L: En al lezend zal hot hun dui
delijk worden, waarom er in den bijbel zoo
dikwijls gesproken wordt over scaaspjes on
lammeren-fen waarom de Heiland zi»a zelven
vergelijkt büeen trouwen Herder," enz.
De propaganda komt bier das te kijk.
Da kern van het boek is overigens een
wel aantrekkelijke vertelling ever schapen.
Ontdaan van de straks aan te halen franje,
zeker prettig te lezen, al is de toon hier en daar
wat uit de hoogte en »»Ueod. Doeh dit verhaal
wordt misbruikt, om gebeurtenissen uit het
achapenleven in apocrief verband te brengen
met bijbelteksten, ee aldus verklarend".
Een enkel staaltje moge deze opmerking
illastreeren:
Na een Terheerl$kiag van David en daarna
van het herdersleven in 't algemeen, deze
conclusie:
Het wordt aas na duidelyi (cara. van mü)
dat de mensehen, tot wie door vele duizen
den engelen de eerste konde werd gebracht
van 's Heilanda geboorte, herder» (cure. van
mii) waren..." (ëlz. 11).
Een kind memoriseert gemakkelijk, zal de
schrijver gedacht hebben, want van eenige
begripsaanbrenging is geen sprake, waar het
hier kinderen geldt.
Het lyiach-pathetiache zinnetje Dat ia
zoo'n litfljk, vredig gezicht, zoo'n voort
trekkende kudde met haar getrouwen herder"
(olz. 15) leidt tot de verrassende conclusie, dat
daarom in Jes. 49, VP. 11 staat: Hij (Jezur)
zal zijne kudde weiden gelijk een Herder",
enz.
Vertelt de sch'ijver van ruwe bokken, die
afgezonderd worden, dan komt hij langs den
weg der analogie (voor kinderen duister)
Maar n ding is er jammer, de lagen zijn
niet te bereiken. Er werden dus geen maat
schappijen opgericht en de fondsen voor da
zakken die nog besteld moesten worden,
waren verloren. Men moet maar ongeluk
hebben. En of men al rijk is, men ziet toch
niet graag zijn duiten zoo maar de laan uit
vliegen. Ik vond het dan ook een beetje ver
velend. Maar Manglion laat zic'i nooit ont
moedigen. Hij lachte hartelijk en zeide:
Maak ja niot boos, myn beste kerel, daar
is oan volgenden keer misschien reden voor,
nu niet. We zijn in elk geval zeker dat nu
niemand in onze zakken gaat snuffelen!"
Toen moest ik ook lachen. Een vol
genden keer...
Mr. Oliphant peinsde: Goei beschouwd
ban ik nog al vroeg vandaag. De cliënten
hebben geen expansieve neigingen vertoond.
Maar die jonge man hier, pakt aan.
Sakkerloot, dat zit bijna een half uur te
kletsen en echynt het eerste uur nog niet
klaar te zijn ... Nou, ik heb den tijd. Ik
kan vóór het eten nog wel even naar de Rue
Bibylone gaan, naar dat gedrocht van een
schoenmaker, die me de laarzen maar moet
leveren voor fr. 12 45 in plaats van fr. 12.95.
Die halve franc moet er af...
Een volgenden keer, vervolgde da heer
Derriberry, begingen we een leelijkea filter
aan de beurs, maar ik moet bekennen dat
bij het karweitje wist aan te pakken. Voor
zooveel ik er van begrijp, want die dingen
zijn voor mij altijd ondoorgrondelijke raad
sels geweest, kocht mende stijgende waarden
op en verkocht bij vasten stand, ter wij l men
later, o:n gedekt te zyn, kocht bg vasten
Btand en bij stijging verkocht. Maar toen
wij naderhand een zoet winst j B wilden in
palmen, hoorden we plotseling, dat de Pre
sident naar Scandinaviëop reis ging. Op
dat bericht moet alles in het honderd
geloopen zijn; althans de koopers van vaste
waarden ontdeden zich van hun aandaelen
en ik kwam er berooid van af.
Toen was aelfs M»nglion bulten zich
zelf, hij ging te keer als een razende leeuw
en lamenteerde maar voortdurend : Dat ik
er niets by verdiend heb, is nog te verdra
gen, maar dat jij, arme jongen, er zooveel
by ingeschoten hebt !... O, 't is om te
huilen I'
Hg heeft een go ad hart, die Manglion,
dat is niet te loochenen. Hij wilde de hand
aan zichzelven slaan, wat ik u zeg l Ik k wam
nog juist van pas om dat te verhinderen....
Het zal u verwonderen dat ik u dit alles
vertel, maar ik wil u er van doordringen,
dat er voor mij nooit een enkele reden was
om hem te wantrouwen, ook niet in het
geringste l Dien goeden Manglion, dien is al
sinds mijn jeugd ken... Op mijn ouderdom
heeft men trouwens ondervinding genoeg,
om te weten waaraan men zich te houden
heeft. Ojttstreekg. .. i
Mijnheer," onderbrak Mr. Oliphant, heb j
ik u medegedeeld, dat de kosten van het con
sult berekend worden naar den aandiooper?''
Naar den aandlooper? .. ,"
Ik wilde zegsjen, dat ik den zandlooper,
dien u hier ziat staan, heb omgekeerd toen
a plaats naai. Telkens als hy leeg is heeft
tot het restftaafc: Ook u> 'e Heilaads kadde
heb je. van die kwatdaandige boklwn; maar
die ?$» hem niat wel»ev»Hig." ('W*. 17) Ez.
31, vs. 80?22 te verkiueaishier z$a etarfdoel.
Tot een teer belasgrijjie uiting koaat hij,
door, na ge nemoreerd te hebben, dat de her der
zy'n schapen kent en onderscheidt, te beslui
ten: Wanneer nu een eenvoudige herder
duisenden schaapjea zoo kent, hoe zou dan
(curs. van my) de Heiland de mülioenen
eehaapjes niet kernen, die tot agn kadde
bohooron?" (Wz. 37) Indoidflad
veuiaaaeaidnaïre logica, maar tegenover kinderen, voor
wie deze quasi-logica groote bekoring heeft,
is zooiets (onopzettelijke) misleiding.
Hiermee heb ik O» Sahaapjo»" genoeg
gesignaleerd als valsche profeten, die in
achaapakleederen readgaan, en inwendig zyn
zy grijpende wolven". Er kan niet genoeg voor
gewaakt worden, dat zulke lectuur niet in
handen van kinderea komt, die al genoeg
dupe zyn van verwarrende,
alle-denkkrachtvernietigende invloeden.
Het dankt my wel waarschijnlijk, dat
geloovig opgevoede kinderen hot boekje met
genoegen zullen lezen, daar het niet te ont
kennen valt, dat het in fijn loort tot de vrij
goede behoort. Tegen de soort waaracbam
ik voor kinderen.
HESSEL JOSQSMA.
Sprttte ia Oni-&rr8teiilaBS.
Aaa 't maatschappelijk laven van 't oude
Griekenland, welks klassieke bloeitijd ons
gaarne wordt geschilderd als een voorbeeld
van een ideale beschaving, waren speculatie
en woeker zeer bekende begrippen. Dat ver
nemen wij uit een artikel van den Franschen
geleerde Jardéover antieke speculatie-zaken
in foRevue de Pari». B j 't begin van de Grieksche
geschiedenis bevond zich de handel van
Hellas in de handen van Kretenzera en
Fenici&rs; doch spoedig keken de Hellenea
alle knepen van die vreemde landslieden af,
werden gewikste kooplui en stichtten kan
toren aaa de kusten van ds Middellandsche
zee. En met de opkomst en ontwikkeling van
den handelsstand begonnen ook de klachten
over speculaties van allerlei soort, over het
opdryven der prijzen, en over verkoopen
met valsch gewicht. Aan de haven, die de
beurs der antieke wereld werd, hoort de
koopman de nieuwste tijdingen, koopt en
verkoopt da meest ongelijksoortige goederen,
let op de conjunctuur, en leert daarmee zijn
voordeel doen. Het kapitalisme begint daar mee
een macht te worden; groote handelshuizen
verrijzen, die de markt beheerschen. Zijn
rijkdom maakt den koopman tot een belang
rijke persoonlijkheid; de
groothandelaarKepbales ia de vriend vanPerikles; zijn crediet
ia onbegreaai. De Griek Gleomenes, die door
Alexander tot goevernear van Egypte be
noemd werd, organiseert daar den graan
handel in groaten stijl, overal heeft hij zijn
aganten en filialen. Eau uitgebreide berichten
dienst stelt hem op de hoogte van de
graanprijie» op verschillende plaateen; wanneer
een baisse dreigt, dan houdt plotseling een
heat zeer getogen kom»ndo schipbreuk zyn
echepon van da markt, er komt gebrek en
de prijzen gaan wear omhoog. Ean consor
tium van groothandelaars tot exploitatie der
mijnen van Siciliëwordt gevormd, en deze
klassieke Staaltrust verdient met «ijn
weiberaamde speculaties 200 procent.
Toen eens de wijze Thales van Mileteeen
goeden olijven-oogst voorzag, pachtte hij alle
het onderhoud precies tien minuten geduurd
en is u my 20 franca schuldig. Hy is twee
keer leeggeloopen. Wat denkt u er van als
ik hem nog eens omdraai?"
Draai hem om, mijnbeer, zoo vaak het
noodig is l"
In orde, mijnheer, in orde. De hoofdzaak
is maar, dat we het fijne van de zaak te
weten komen, niet waar?1' zeide de man
der wet met waardige kalmte. Met de be
hendigheid vaa een goochelaar zette hij het
glas hot onderat boven, kraste een streep
op het vel papier en dook weer terug in zijn
stoel. Het vonwbeen beschreef de meest on
berekenbare bochten en wendingen in de
lucht, prikte als een sabel naar voren, naar
achteren, naar rechts en naar links. De heer
Derriberry ging onverstoorbaar voort:
Omstreeks dien tijd kreeg ik een klap
van de automobielkoorts te pakken. Welk
merk zou ik nemen ? Iemand als ik, had wel
dubbel uit zyn doppen te kijken om zich
niet een renzenpoets te laten bakken. Het
beste was, een vertrouwden vriend onder
den arm te nemen, die, volkomen competent
op dit gebied, er tevens geen belang by kon
hebben, my om den tuin te leiden. Daarom
wendde ik mij tot Manglion; hij is zoo'n
beetje uitvinder, moet n weten en hu is op
de hoogte met al die machines, zooals bougies,
inductieklossen, carburateurs, cilinders...:
Tk apap al al lamg, wat jij noodig hebt,
kereltje!" zei hij. Een aardig, prettig wa
gentje, een handige, leuke, elegante tuf, in
de puntjes en snel, zoo'n karretje, zie je.
dat er mag wezen, waar ja hem mee kan
geuren l"
Die kostelijke conversatie van Manglion l
Zi is doorweven met dia madelief j as van
populaire uitdrukkingen, die hij debiteert
met zijn echten, gullen, Parijschen lach; van
die uitdrukkingen, die me altijd ZOD dol
amuseeren:
Juist," zei ik, je raakt den spy'ker op
den kop:"
Kyk dan eens naar buiten," riep hij,
naar den overkant wijzende, zie je dat?
Koop je een Shrapne!l"-Automobiel, en je
zal buiten ja zelve zijn : Ik zal dat zaakje
wel voor je opknappen."
Den naam van dat merk kende ik al
lang. Wie heeft dan ook nooit die onmete
lijke aanplakbiljetten gelezen :
De Schrapnell"-Automobiel maait over da
wegen.
Vraagt uw leverancier, waarom hij de
Schrapneli'' het lieftt verkoopt l
Hij, die zich een Schrapnell" aanxchaft,
neemt nooit metr een andere!
Dat wekte mijn vertrouwen. Maar het
is niet mijn gewoonte om in den blinde te
tasten. Ik wil altijd precies weten hoe het
er mee staat. Ik giag met Manglion naar een
agent der fabriek, dien myn vriend toevallig
kende. Toen we aankwamen wa? de directeur
van het filiaal juist in druk gesprek met
iemand die veel op een handelsreiziger ge
leek. Vóór Manglion een woord kon zeggen
stapte ik op den agent toe en stelde hem
de fameu-'.e vraag:
Waarom verkoopt u het liefst de
Strapneli' -Automobiel ?"