Historisch Archief 1877-1940
No. 1772
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Oud-President Porflrie Diaz.
Paons, nativoa", de verbasterde Mexicaansche mak o mei in gen der Azteken.
"Dit het land van Forflrio Diaz.
Mexico, Reisatudiea van een journalist
door THEO DE VEER. Amsterdam,
Scheltema en Huikema's Boek
handel.
Twee telegrammen,
gedateerd 7 Juni, staan
in de kranten. Het
eerat» luidt: Een
aardBchok die zes minuten
aanhield,vernielde in de
tad Mexico talrijke
gebonwen en doodde vele
personen". Het tweede,
van denzelfden datum:
«De leider van den
op?tand, generaal Madëro,
is de stad Mexico bin
nengetrokken."
Het is ginds wel,
mag men zeggen, het
land der opstanden, dat
zelfs, als Madëro net
met zijn opstand gereed
is, Moeder Natuur er
behagen in heeft er een
te beginnen.
In het boek van den
heer De Veer komt een
hoofdstuk voor, waarin
de thans afgetreden president Porfirio
Diaz aan den Nederlandschen journalist de
eer gunt van een interview. En nu is wel
tlfl-voornaamste indruk, dat de persoon
lijkheid van den schitterenden
avonturiert>p#tandeling en eminenten staatsman in
Madere, bet zegevierende hoofd der
Mexicaansche opstandelingen.
Nationale Mexicaansche dracht.
deze schets vaa onzen misschien wat te
vlug zich verplaatsenden landgenoot niet
voldoende tot haar recht komt.
Mexico! eens het land van Spaansche
conquistadores, sedert heksenketel van
revoluties en gebakkelei! Is ginds ooit
eenigszins duurzaam
het complot" van de
lucht geweest P Ja, wel
licht nog het langst
onder het ijzeren regiem
van den
aarts-complotteur... maar tevens
bewindsman, Porfirio
Diaz I Merkwaardige
fi guur: herbergiers]
ongen, geboren
vanSpaanschen vader en
Indiaansche moeder, als armen
halfbtoed" op een
Mexicaansch (!) semi
narium gebracht om
voor priester te
studeeren", maas zich losge
maakt, en advocaat
geworden en leeraar,
dan (het levendigste
vak) opstandeling
voor een ander eerst,
daarna ten bate van
zichzelf, als kleine
bronskleurige Napoleon
op roem en verovering uit. En eindelijk
(tot voor kort), zoo goed als veertig j aren
achter elkander, met zijn wilde
vegeloogen bovenop de rota genesteld der
oude Aztekenpaleizen in het keizerlijk
verblijf van den mede door zijn hulp
gefusilleerden Maximiliaan I. Zie hem
nu zitten in een zwartlakensch pak en
achterover geleund op een glimmenden
gala-zetel, alsof hij de Koning ware
vaneenEuropeeschen staat, die halfzwarte
weesjongen van Oaxaca. ?.. Voor iemand
die tegenover zoo'n sociabelen grijpgier,
zoo'n Gezag en Orde geworden panter
door Jiet toeval van zijn journalist-zijn
werd geplaatst, moest iets te schrijven
zijn dieper en kleuriger dan de heer de
Yeer het gedaan heeft....
Maar de journalistiek heeft, schijnt
het, noodzakelijk iets verdunds in hare
beschrijvingen. Dat maakt ze gemak
kelijk te overzien, te overdenken en...
te vergeten. Door Mexico reist gij op
die wijze comfortabel en vriendelijk, vlug
en voor uw genoegen, dij hoort den heer
Theo de Veer met een
Tehantepecrubberplanter, een ingenieur en een be
reisd zeepfabrikant en club" terstond
in drukke conversatie," en als hij u
straks inlicht over 't geen hij gelezen
heeft in Mexico's oudste" documenten,
dan glimlacht gij wel met den zachten
lach van dien priester, die ze den
Hollandschen journalist getoond heeft, maar
gij zij t dankbaar.
Want hij vertelt, en gij kunt luisteren.
Hij heeft veel te verhalen. O f er deRio
Grande, en de opalen, die ieder, tot zelfs
de bedeljongens, u opdringen te Querétaro,
over de Heilige Maagd: nuestra senora
de Guadelupe, en over de oudheden der
Azteeksche beschaving, welke in de
dagen der avontuurlijke veroveraars, door
een te ijverig Spaansch bisschop, die de
meeste schriftelijke stukken heeft doen
verbranden, niet konden worden
gebrandstapeld. En over een menigte onderhou
dende niet alleen, maar ook Mexicaan
sche zaken. Over de aarts-mexicaansche
peons" vooral, de nativos", geknechte,
verslapte, stakkerige nazaten der roem
ruchte Azteken, door de rentmeesters
der groote hiaoenda's" (als waren het
Ned. Indische koelies) in een toestand
van gedurige voorschotten gehouden of
gebracht, en regelmatig uitgezogen ten
bate van de planterfamilies, die b.v. in
Parijs leven en er goeden sier maken.
Ook schrijft de heer de Veer over hun
troost, de pulque: het nationale brouw
sel, de mexicaansche cider of Asti
spumante ef hun eigen-gestookt biertje, ver
gelijk het met wat ge wilt, het is het
gistende honingwater van de maguey,
die opgebloeide kolossale zeester van
Mexico (en van Oost-Iniië). Hij schrijft
met liefde over dezen drank en men be
nijdt hem. Niet gehéal heeft iemand een
volk begrepen, zoo hij niet een
beminnelijken lach oogstte van een zijn eron?
bereisde, nog natuurlijke vrouwen en niet
den zachten roes kende van een
onbereisden en nog natuurlijken nationalen
drank. Drink Asti te Asti, den
Bretonschen cidre te Fouënan, den Champagne
binnen het delimitatiegebied (waarvan
ge tot heden alleen met de telegrammen
kennis maakte) en drink pulque in de
leemen hut van het maguey-boertje.
Wel eens langdradig, is de Veer in
't algemeen onderhoudend. De stof, die
hij behandelt, is ook waarlijk uittermate
rijk. Waar immers het meer nabije
moederland Spanje al vanzelf een goed
doende levendigheid het deel doet worden
van den simpelen briefschrijver, hoe zou
daar dit 'kleine volk van verspaanschte
Azteken en verazteekte en vertolteekte
Spanjaarden, verspreid over een berg
achtig gebied zoo groot als Engeland
Schotland Ierland en Frankrijk te zamen,
en daar in avonturen geboren, geen stof
tot boeiende verhalen geven aan den
beroepSBchrijver ?
's Morgens aan zijn ontbijt ziet onze
landgenoot (niet juist naar Hollandschen
trant) een heirleger bedelaarsjongens en
straatventers het vieze hotelletje binnen
stappen en hem de bedelende bruine
vingers of de te koop geboden fladderende
kippen of de ronde opaalateentjes, als
enkele kippenoogjes, boren zijn beboterde
brood houden. Muy buenos, Senor!
O! muy buenos!'
Endergely ke levendige scènes beschrijft
hij er meer.
Het boek is met groote zorg uitge
geven en van zeer vele en goede illus
traties voorzien. Het portret van den
zwarten Madëro uitgezonderd, hebben
wij de bijgaande afbeeldingen eraan
ontleend.
VAN DEX EECKHOUT.
Sclilderüei rao Jan Ziiiwr ii ij Lareisciie
iiuunaiilel.
De catalogus doet reeda raden van welken
aard de tentoongestelde werken zijn. Want
niet, als gebruikelijk is, volgt achter ieder
nummer, zonder meer, de officieele benaming
van het stuk, maar een veelal uitvoerige
omschrijving, ter verklaring van den geeste
lijken inhoud. Ik geloof intnaachen niet
anders was het wel vermeld dat de schilder
zelf, bij zij n Ie yen, zoo'n toelichtende tekst b\j
iedere uiting heeft opgesteld. Die is, in 't
openbaar gegeven, als een aanbeveling, altgd
even hinderlijk, en zoo ze noodzakelijk blijkt,
ia het meestal eem minder gunstig teeken
voor de essentieele waarde der werken zelf.
Hier nu was dat geleide niet een dringend
vereiachte om wat waardeering te gewinnen.
Er zyn schilderyen waarby de vooropgezette
bedoeling om zinrijk, romantisch of symbo
lisch te zijn, zeer kenneljjkia, maar die toch niet
tot een romantische of symbolische kunst
uiting zyn geworden. Het iqjn producten ran
verzinsel, niet van begeestering; zy bieden
slechts wat het verstand als de attributen
eeuer bepaalde soorteljjkaeid .van
geestesniting in kunst kan waarnemen, aiterlyke
herkenningsteekenen als zakelijke notitie'd.
Zoo kan een kamer den indruk wekken
van een intiem binnenleven om haar eigen
aardige, en niet zoo licht te omschrijven
inrichting. Maar die nu die geestelijke bfeer
wil trachten uit te drukken, zal niet kunnen
volstaan met het aanbrengen van allerlei
gebruiksvoorwerpen, op acatelooze wijze ver
spreid, die hy weet in betrekking te staan
tot het karakter eener gezellige huiselijkheid.
De belichaming eener idee, of geestelijke
gestemdheid zal, als deze ie f, in zekere mate
onstoffelijk zyn; dat is: alle gedachte van
heogeren aanleg zal by overzetting in een
beeldend kunstwerk hare verheerlijking vin
den in kleur en vorm. Hierdoor alleen kan
zwygeni getuigenis worden gegeven van
zinrijkheid.
Zü-cher toont in zijn geprononceerd fan
tastische uitingen, zich meer dan een
verzinner van romantische arrangementen, een
kunstenaar met verbeeldingadrifc.
Deze schilderyen zy'n werkelijk ontboeze
mingen, al wellen ze, wil het my schynen,
uit een wel wat sentimenteel getint
dichterly'k gemoed, of honden ze in de belijdenis
van een nog al dilettantisch wy'sgeerige
levensbeschouwing. Zjjn geeatdriftigheid
neigde sterk naar dweepzucht, en hy werkte
wellicht veel onder den impuls van bevlie
gingen. Maar daarmee had hij dan ook
m»oie invallen, kon hy in ^ogenblikken van
verrukking zelfs visioenen zien nevelen. Met
schokken en vlagen leefie er in dezen
toch een drang naar het grootiche.
Dat de spanning van het scheppingsver
mogen kortstondig was en niet zeer wijd,
blijkt wel hieruit, dat de composities die 't
dichtst by' den eersten aanslag bleven, het belt
van samenhang zyn, al is dit dan ook een
samenhang van het onbestemde. Bq het
verder nitzeggen der verbeelding, het
pl«itisch doordenken als 't ware, verbrokkelt
zich het bouwsel, en verloopt het schilder
werk jammerlijk in machteloosheid. In het
onbestemde van aanduiding moeten de*e
Compositie'», deze globale formeeringen vaa
gestalten en woelende massa's bly'ven.
Men ia, ten onrechte, geneigd dit toe te
schrijven aan technische onervarenheid; maar
juister is het de oorzaak te zoeken in een
al te geringe bezo ikenheid vai dan geestdrift
en den nog halfwassen staat vaa het
gedaehteieren by deze* intellectueel-schilder, die ia
zjjn werken de afspiegeling betrachtte van
zijn wijsgeerige bespiegelingen. De landschap
pen zjjn my dan «ok het meest aanneem
baar als illusionaire verbeeldingen der wer
kelijkheid.
Romantische stemmingen zy'n hier nader
i iiiiiiiinii i uu HimimiMimiiMimitiiiimiiiiiiiiil lilicimiiiiiilllliilii ui iiiiiiHiiniiiii i MUHI
Voor a zee-Melkt fcospt i&n 52 i) stnurte InctitscïBpeüei 235 aeroplaies
W Wt Uit t fa
flottille van 29 Zeppelins (..dreadnoughts").
13 Parsevals, vooraf gegaan door
l Lebaudy (?kruiser")
3 Lebaniy's (?kruisers").
27 Biériot-eendekkers.
74 Whright-t weedekkers.
4Vanadinm Racer?,
(type Scientific American).
69 Big Curtiss-tweedekkera,
61 Curtis Hyd'O-Aeroplanes.
Zeppelin-luchtschip (?dreadnought").
Deutsch-lochtschip (?kruiser").
P. Parseval-lnchtschip (?kruiser").
B. Baldwin-luchtschip (?jager").
S. Santoa Dumont luohtschip (?jager").
c. Tweedekker van den commandant der
aeroplaneo.
c'. Curtiss-eendekker.
c". Aeroplaan-jager.
f. Farman-tweedekker-jager.
w. Groote Whright-jager.
b. Twee Blériot-typen.
a. Antoinette (by ieder vlaggeschip een, en b$
het commandantsschip twee).
Lebandy-luchtachip (?kruiser").
Het weekblad «Scientific American", hoewel zyn landgenooten waarschuwend tegen
de meening, als zon men alle oorlogachepen kunnen afschaffen en voortaan op de
luchtacheepvaart bouwen, geeft echter door bovenstaande voorstelling te kennen, dat
men de beteekenis van de luchtacheepvaart voor oorlogsdoeleinden weer niet te gering
mag achten. Allea wat daar in de lucht dry'f t, koopt men voor dezelfde som gelds, die
de groote mogendheden betalen voor n hunner grootate slagschepen.
De teekening onderacbeidt drie soorten luchtachepen: het dreoutnought-type van de
Zeppelins, 300 paardekractit, 150 meter lang, 14 naeter breed; het kruiser type van
verscheidene andere dirigeablea, 135 P.K., pl.m. 68 meter lang, 12 meter breed; het
jager"-type 30 P.K., 30 meter lang, ruim 6 meter breed.
Komt van die 52 bestuurbare luchtachepen en 235 n- en tweedekkers selfa ?»«"?
een klein deel na opatjjgÏBg zonder ongelukken boven een zee dreadnonght, dan kan
deze, zou men zeggen, er reeda belangrijk nadeel van ondervinden.
_J