Historisch Archief 1877-1940
No. 1773
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Harriet Beecher Stowf,
van wie het eeuwfeest harer geboorte in
1911 valt In de dagen dat dit portret
van haar gemaakt werd, beschreef Harriet
zichselve als zooieta van een vrouw,
die een beetje over de veertig is, en dan
en droop; als een snuifje, nooit erg om
naar te k ijken en nu een versleten artikel".
Gaorge Eliot, die dit toevallig onder de
oogen kreeg en schik had ia de karak
teristiek, schreef de haar onbekende
anten r der Negerhut" een brief, die
't begin werd van een levenslange
vriendschap.
'iifiiiimiiiiiimii
iiiiiiiimitiimiiiiiiMiitmiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Het neisje aan ie speciale meisjes- en aai
ie jreiewie Tabellen,
t
Eenigen tjjd geleden, vatte het Nationaal
Bureau voor Vrouwenarbeid het plan op,
een overzicht te geven van de vorderingen
in de meisjes-vakopleiding.
Daaiin wilden wjj aantoonen, hoe de
vakopleiding, die zich in vroegere jaren slechts
tot enkele zoogenaamde ipeeiale vrouwen
beroepen" beperkte, zich langzamerhand o ver
meerdere vakken ging uitstrekken, zoodat,
hoewel de opleidingsgelegenbeden d kwjjU
nog uitermate beperkt in aantal, 'en de op
leiding zelve nog maar al te vaak zeer on
volledig is, toch het aantal beroepen, waarvoor
het meisje ten onzent in het geheel geen
vakopleiding vindt, baMngrgk verminderde.
In de eerste plaats dt» stelden wjj ops tot
taak te onderzoeken, in welke mate en in
welke richting "de «oorten van
opleidingsgelegenheden, zoowel als de aantallen dier
gelegenheden binnen elke soort afzonderlijk,
zich hebben ontwikkeld. Verder leek het
ons niet onbelangrijk na te gaap, hoe groot
het,aantal meisjes was, dat van die meerdere
gelegenheid tot rakopleiding gebruik maakt*,
en welke déresultaten daarvan waren, n*.
hoevelen haren leertijd beëindigden, examen
deden of een diploma verwierven en ten
slotte, voor zoover mogelijk, hoevelen in de
maaUcbappühare verwor.en kundigheden
hebben productief gemaakt.
Het eerst stelden wy een dergelijk onder
zoek in ten opzichte der wetenschappelijke
opleiding voor meirjes* eenerzyds voor zoover
het de opleiding aan de hoogescholen zelve
betreft, andertyda voor wat aangaat de op
leiding aan de inrichtingen van onderwijp,
die voor het hooger onderwijs voorbereider.
De resultaten van dit onderzoek zijn vastge
legd in de artikelen Het meisje aan de
iiiiiliiiiMi|iifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiii
UIT DE NATUUR.
CDXXXI. Het Reptielen huis van Artis.
Alweer wat nieuws in Art ia. Verleden jaar
een prachtig, modern ingericht Apenhuis, in dit
voorjaar de mooie, doelmatige Vogelzaal en het
kunstig aangelegde Rietland met zijn lepelaars
?en reigers; en nu weer de
heéle serie Insectaria, en
Terraria voor reptielen en
amphibiën, samengebracht
tot n goed geheel in
een mooi serre-achtig ge
bouw.
Zoo is in een paar jaar
een groot deel van den
voortuin, die oud werd en
uit den tyd geraakte, ver
nieuwd en verfraaid; en
zoo gaat het voort.
Stuksgewijs wordt Artis
np to date gebracht, bet
oude menagerieachtige ver
dwijnt. Er wordt bij groote
doelmatigheid van binnen,
vooral ook op schoonheid
van uiterlijk gelet; er wor
den gebouwen neergezet die
góéd staan in den schitte
rend m ooien tuin, en die
samen met de forse h
boomgroepen n goed har
monieerend en daardoor
artistiek aandoend geheel
vormen.
Tegen de noordzij van
den zwanen vijver, dus pal
op het zuiden, en waar het
zonnelicht niet door hoo
rnen wordt ondervangen,
is het nieuwe gebouw ge
zet.' Wie het binnen komt,
staat dadelijk voor een ver
bazend groot en hoogge
plaatst glaten insectarium,
dat de middenrnimte van
de voorzaal geheel vult;
zijn voet is omgeven door
kleinere vitrines. In de
groote ruimte, begroeid
met varens en bladplanten, bewegen zich
reuzenvlinders em vliegen boktorren snorrend
rond.
In de kleine insectaria, rondom het groote,
leven de mooiste of merkwaardigste
inlandsche vlinders; langs de wanden staan d i
ruime woningen van allerlei belangwek
kende insecten, waarover onze jengd zooveel
hoogeschool" en Het meüja aan Hoogere
Burgerscholen en Gymnasia." Dat beide ge
noemde artikelen vrijwel volledig zijn, valt
licht te begrijpen, daar het veld, dat deze
onderzoekingen bestreken, een betrekkelijk
afgebakend en overzienbaar gebied waf. Waar
het nu echter een onderzoek geldt, dat zich
uitstrekt over een terrein, dat niet zoo eng
begreisl is, r.', de vakopleiding van mefrjes
aan speciale meifjer- en aan gemengde vak
scholen, daar is het niet te verwonderen, dat
wij niet zoo volhdig kunnen zijn, als wy dit
wel ze uden wengchen.
Het lag oorspronkelijk in onze bedoeling
beide opleidingen, n), die aan speciale mei'j
esvakscholen en aan de gemengde inrichtingen
voor vakonderwijs afzonderlijk te behandelen.
Bij dit plan echter stootten WQ op eikele
moeielijkheden: Ie. beschieten wij, vooral
met betrekking tot de speciale
meisjesvakscholen,over te weinig materiaal, en 2e. hebben
enkele opleidingen, bijv. die tot onderwijzeres,
plaats zoowel aan gemengde als aan rpeciaal
voor meisjes bestemde inrichtingen. We
zouden dm genoodzaakt zyn geweest de»e
opleidingen te splitsen en voor de eene helft
büde speciale meisjes-, voor de ander e hel f c
by de gemengde vakopleiding onder te
brengen, wat de overzichtelijkheid van het
artikel slechts zcu heiben geschaad. Daarom
oordeelden WÜhet beter, de speciale meifj
esen de gemengde vakopleiding in n artikel
samen te vatten. Dit groote veld nu, ver
deelden wij dnidelrjkheidsbalve in 10
onderdeeleo, chronologisch gerangschikt, d. w. z.
in volgorde naar de jaren, waarin de opleiding
in quaestie bij ons te lande een aanvang
nam. Wij krijgen dan onderstaande volgorde :
1. De opl. tot vroedvrouw. . . pl.ro. 1614
2. huishoudkundige . . . 1808
3. onderwijzeres . . pi.K. 1810
4. fröbelonderwyzerespl.rr. 1854
6. induatrie-arbüdatar . . 1865
6. kuneteiarei en
kunstnjjvere pi.m. 1870
7. verpleegster pl.m. . 1879 1)
8. . arbeidskracht in den
handel pl.m. 1889
9. land- en tuinbouw
kundige pl.m. 1897
10. arbeidster op sociaal ge
bied, (-n engeren zie) 1899
De voornaamste bronnen waaro.it wij de
gegevens voor dit artikel putter, waren:
Onderwijsverslagen." Rapport der staats
commissie voor de reorganisatie van het
onderwijs," Het onderwijs in Nederland"
(samengesteld ter gelegenheid v. d. algem.
en internationale tentoonstelling te Brussel
1910) en da antwoorden, die op onze diverse
vragenlijsten inkwamen. Daar de bronnen zoo
verschillend zrjr, en in elk dier bronnen het
materiaal weer anders geordend en ingedeeld
is, was het ons uit den aard der zaak niet
mogelijk, zooals in de vorige artikelen, ge
lijkvormige en wat verscheiden opleidingen
betreft zelfs maar eenigsüns volledige tabel
len samen te stellen. Wij zijn dn t genoodzaakt
een meer beredeneerd overzicht te geven,
voor zooveel mogelijk met cjjfrrs g< llustreerd.
1. Opleiding tot vroedvrouw.
Daar de gemeentelijke kweekschool tot
opleiding van vroedvrouwen te Groningen
reeds vóór het jaar 1014 (het stichtingejaar
der universiteit) werd opgericht, blykt dus
het beroep van vroedvrouw wel het oudste
te zijn, waarvoor vrouwen opleiding konden
ontvangen. Die opleiding schijnt echter in de
17e en 18e eeuw veel te wenschen te hebben
overgelaten. Eerst in 1764 werd van over
heidswege iemand aangewezen om vroed
vrouwen te instrueeren, terwijl eerst in 1766
een order werd opgesteld, waaraan de vroed
vrouwen zich te honden hadden. Nadere ge
gevens aangaande deze school, betreffende
het aantal der leerlingen en de verworven
diploma's kon de directeur niet verstrekken.
Tot in de 2e helft der 183 eeuw was de
verloskunde in ons land zoo goed als uit
sluitend in handen der vroedvrouwen. Dat
zij zich dit monopolie langzamerhand zagen
IIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIlIIIIIIIIIHIIIIIIIIlllllllllMIIIIIIIHtlllllllltllllllllMtll
en zoo gaarne in natuur-boeken leest. Dat
zaaltje zal druk genoeg bezocht worden; en
de verzorger de heer R. A. Polak, zat 003
meer werk hebben dan vroeger met het ge
ven van inlichtingen en het beloven vanuit
de poppen gekomen vlinders, die over" zijn.
Bijzonder instructief zijn de opgezette
biologieën, in doosjes boven elk insectarium ge
ontnemer, schijnt te wijten te zijn aan haar
gedrag, onkunde en onbekwaamheid.
In 1818 echter verschenen pas de eerste
wettelijke bepalingen omtrent de uitoefening
der verlosknnst. Bij Koninklijk Besluit van
6 Januari 1823 werden scholen opgericht ter
aankweeking van heelmeesters en
vroedvrouwer. Het onderwijs aan die klinische scholen
was echter zeer onvolledig en onvoldoende,
omdat de docenten er te weinig tijd aan konden
besteden. Bij gevolg bracht de oprichting
dezer scholen geen afdoende verbetering der
opleiding met zich. Oe eerste rykskweekschoal
voor vroedvrouwen werd pas 38 jaar later
opgericht. 2)
De beide rijkekweekscholen voor vroed
vrouwen te Amsterdam en Rotterdam werden
opgericht in de jaren 1861 en 1882, terwijl
in 1910 in Limburg een vereeniging tot stand
is gekomen, die de oprichting eener kweek
school voor vroelvrouwen te Heerlen ten
doel het f.
Sedert het openingsjaar 1861 werd de
rijkskweekschool te Amsterdam door 915
leerlingen bezocht, waarvan er 793 de school
mét diploma verlieten; 122 volbrachten om
verschillende redenen bare studie niet.
De rijkskweekschool te Rotterdam telde
sedert 1882 470 leerlingen; 406 verwierven
een diploma, 33 bazoeken de school nog,
terwijl 31 zonder diploma de school verlieten.
Het geneeskundig jaarboekje kan ons
eenigszins op de hoogte stellen van het aan
tal vroedvrouwen, die, hetzij als
gemeentevroedvrouw, hetzij in particuliere praktijk
haar beroep uitoefenen. Dit aantal varieert
tnsschen de jaren 1890 en 1906 tnsschen
£06 en 899.
(Wordt vervolg»}. ANNA J. JUNGMANN,
Keer. van het Nat. Bureau voor
Vrouwenarbeid.
1) Weliswaar werd reeds in 1844 te Amster
dam de Vereeniging voor Ziekenverpleging
opgericht, die ple'egznsters opleidde. Deze
vereeniging evenwel beperkte er zich toe
allén zusters voor haar eigen
ziekeninrichting aan te kweeken, zoodat hier nog geen
sprake is van opleiding die de stedelijke en
particuliere ziekenhuizen ten goede kwam.
Hiermede werd pas in 1879 een aanvang
gemaakt.
2) Deze gegevens ontleenden wüaan het
Rapport der Commissie in zake het vroed
vrouwen vraagstuk hier te lande."
iiiiiiitimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiiiiitimiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiMl
ABDB^DBL
Excelsior.
Da modehoed, die eerst haar heii zocht
in de uitbreiding zy waarts, beweegt zich thans
in een andere richting: Excelsior!" is haar
leus, zq streeft omhoog ea ontwikkelt zich
vermoedelijk binnenkort tot een kleine torer.
Ia het de pierrot- muts, die ze tracht na
te volgen, als pendant van de reeds vrjj
a'gemeen zijnde arlekyn-steekjes ? Of zoekt
ze haar ideaal in het suikerbroodvormige
hoofddeksel met lange kanten sluier, dat
weleer Maria van Bonrgondiës hoofd ver
sierde. Raden mag men er naar, maar weten
kan men het niét, want de mode is grilliger
dan het Hollandsche klimaat. Geestig en
sjiek zijn nochtans déze. hoos-gebolde, met
fiksche omhoog streven*» ^pluimen, of met
zwierige oprijzende strikken gegarneerde
stroohoèden, n ook «tè*«(j_£oviteit zullen
we op den duur moeten fer'en.
Worden ze evenwel nóg hooger van bol
en rog langer van pluimen, dan zullen we
op den duur in conflict komen met vigilanten
en auto's, en wie de glorie van zijn .hoed
ongerept bewaren wil, en nochtans in een
taxi rijden, zal tot vermijding van stooten
en kreukelen 't beste doen, in 't rijtuig pp
den bodem op haar knieën te gaan liggen,
zoolang men aan de kap nog geen uitiou vtje
gemaakt heeft, waarin de torenhoed kan
worden geborgen.... Ja, ja, il faut souffrir
ponr :re belle.
* *
Zeetuilden.
Een koene tocht maakten dezer dagen drie
Noorweegsche jonge manten, die in het zeil
de groote wandelende takken en wandelende
bladeren te zien zijn. Er zijn er by van een
hand grootte en toch haast onzichtbaar door
hun vormen en kleuren, die ze merkwaardig
veel op bladeren en takken doen gelijken.
In dit zelf ie zaaltje zijn ook
observatiekasten met honingbyen neergezet. Vooral de
nieuwe groote grys-honten kast geeft een
De Sehors-gecko.
plaatst, 't Is alles licht en leven in dit glazen
höi-je, maar het ia er niet war mer dan buiten.
Dit il wel het geval met een zijkamertje
waar subtropische vlinders en andere insecten
in leven te zien zijn. En van dit verwarmde
gedeelte is een nog warmer glazen kastje af
geschoten waarin tropenhitte heerscht, en
waarin schitterend gelakte kweekeryen van
goed inzicht in het sprookjesachtig
by'enleven. Deze nieuwe kast is een uitvinding
van een eenvoudig bijenhouder uit Schoon
oord in Drente, de heemstee van den
hartstochtelyken entomoloog die niets onbeproefd
laat om het insectarium van Artis steeds
mooier en leerzamer te maken. Maar nu ia
het al het beste, wat op dit gebied in
jacht Adorna, dat niet langer is dan 30 vce',
van Christiania naar Dover zeilder. Gelukkig
trof de notedop prachtig weer.
De Adorna is het kleinste scheepje dat
ooit den overtocht van de Noordzee maakte.
De reis duurde ij f dagen.
Hilliocnen.
Fr zijn in Amerika tiendui end drie hon
derd personen, die een inkomen hebben van
meer dan zestig duizend gulden. By ons
noemt men zulke gel uk vogels millionairs,
want het gewone inkomen, dat men van een
millioen gulden geniet, is vijftig duizend
gulden. Deze tienduizend driehonderd bezit
ten evenwel te samen zóó veel, dat, indien
eens bof j s by botja gedaan en alles
gelytelijk verdeeld werd, er menigeen zou zjjn, die
er een ferm strenge'je zij by spor. Ze kregen
dan namelijk per hoofd een jaarliy'ksch bedrag
van nagenoeg honderdvijftig duizend gulden,
een gemiddeld kapitaal dus van drie millioen.
Een liefelijk duit j e om de kou ie winter
dagen mee door te komen.
*
Goeden raad.
Ik las in een Deenschen roman van een
moeder, die aan haar dochter deze weliswaar
ouder wetsche, maar toch heel verstandigen
raad gaf:
Pas er op, dat ge nimmer uw hart ver
liest aan een man, vóórdat bij het reeds aan
u verloren heeft; en vooral, toon hem nim
mer, dat ge hem lief hebt. Niets ter wereld
zou nw succes meer tegen kunnen werken
dan dit. Alle mannen zijn q lel, willen graag
een verovering maken, en hoe lastiger dat
gaat, des te meer stellen ze er prijs op....
Ik geloof, dat die Deensche moeder groot
gelijk Leeft, vooral wat de mannen betreft.
* * *
Liefde en Sport.
Van twee Engelsche peeis" vertelt men
een anecdote, waaruit blijkt, dat deEngelschen
(ook de voornamen en grooten) zich vóór
alles sportmen voelen. Deze twee althans
maakten zelfs sport van hun liefde.
De grootvader van den tegenwoordigen
Markies van Salisbury en de Graaf van Derby
dongen beide naar de band van hetzelfde
meisje, de sohoone en beminnelijke oudste
dochter van Lord De la Warr. Zrj waren
goede vrienden deze medeminnaars uit groot
vaderstijd, en op zekeren da; deelden ze
el Kander hun hartsgeheim mee... I o Frank
rijk zouden op deze bekentenis misschien
tranen en een duel gevolgd zyn, in
Duitschland vermoedelijk een mislukte poging tot
zelfmoord en een edele zelfopoffering... de
beide Engelsche Lords evenwel waren prak-,
tischer en besloten er een wedstrijd van te
maken. Ze zetten hun horloges precies gelijk,
spraken af, beide naar huis te gaan, daar tot
drie uur in den middag te wachten en dan
met klokslag van drieën hun woning te f
erlat en. Wie er dan in slagen zo a de geliefde
het eerst te naderen, zon den palm der o ver
winning wegdragen. De ander zon zich dm
vrijwillig retireeren.
Met stiptheid deden ze wat afgesproken
was. Lord Derby dacht de slimste te zyr,
liet i'n beste rijpaard zadelen, wipte om
precies drie uur in den zadel en trippelde
op z'n beestje door't Londen sche gewoel; maar
dat ging hem niet zoo vlot af als hij gedacht
had... Duizenden hinderpalen traden hem in
den weg, en to«n hij eindelijk de woning van
Lord De la Warr genaderd was,moest hij onder
vinden, dat zijn medeminnaar hem een paar
ronden voor was. Deze had namelijk een
echte Londensche hansotn genomen met een
oaden, gewiksten koetsier, die al de geheimen
van 't straatverkeer kende, en aldus had hij
met een oud hunrpaard de race gewonnen
tegen Lord Derby's renstol. Salisbury trad
weldra met Miss De la Warr in den echt
maar ... Derby kwam a la suite, want toen
Lady Salisbury weduwe was geworden, voerde
Lord Derby haar ten tweeden male naar
't echtaltaarl
Het voorval is romantisch genoeg, en 't lijkt
me haast een parodie op Ttnnyson's Enoch
Arden; maar 't kan me toch spijten, dat het
eenige diergaarde van de wereld te zien is.
Door het insectarinm heen komen de be
zoekers in het middenstuk, het reptielen
verblyf. Dit is weer geheel anders ingericht.
Hier is door een bijzonder goed bedachte
verdetling van licht en rmimte er voor ge
zorgd, dat de dieren zooveel mogelijk warmte,
en zonlicht genieten, wat, als regel, voor een
reptiel eerste .'e rensbeboefte is, maar dat tevens
de bezoekers de illusie krijgen, de dieren
in hun natuurlijke omgeving te aanschouwen.
Elke groepje kaaimannen, schildpadden, hage
dissen heeft zyn eigen terrarium met vijver
en eteenparty, met beomstammen of zand
bank en schuilhoeken in overvloed.
Dat ia heel wat anders dan de treurige
traliehokjes in de oude slangenzaal, waarin
de krokodillen lagen, of ze al op gezet in een
museum waren gebracht. Hier kunnen de
dieren zich bewegen; en ze doen het ook.
Wie die talrijke terraria daar ziet, som
mige zoo groot als menige woonkamer
voor menechen, de een voor, de ander- na
tmaakvol beplant en gestoffeerd, zal niet
licht den tijd en de moeite overschatten, die
geofferd zijn om dat geheel te verkrijgen.
Het is gemakkelyk gezegd: met wat turf en
boomstronken, steenen en planten kun je
alles maken tot een mooi terrarium; maar wie
het eens geprobeerd beeft, weet voor goed,
dat het niet allemans werk is, dat er smaak
en kennis en veel handigheid toe behoort,
om iets te maken, dat duurzaam, degelijk
practisch en bovendien natuurlijk en mooi is.
Bohncke, de oppasser, die de meeste van deze
terraria heeft aangekleed", is er zoo langza
merhand expert in geworden. En menig jong
beginner die op zijn verjaardag een terrarium
cadeau heeft gekregen, komt in Artis kijken,
hoe hij zyn glazenka&tje bezetten" moet en
vraagt dan dikwijls den oppasser om raad.
De rechtervleugel van het gebouw is weer
anders; daar is het donker en menigeen zal
de aanmerking op de tong komen, dat dit
gedeelte minder goed geslaagd is, immers de
hagedissen, en slangen waarvoor het tot wo
ning moet dienen, zyn echte zonnedieren; en
hier i; het duister. Maar wie een poosje in
dit gedeelte heeft rondgezien, zal ook zijn
dwaling hebben ingezien, de bezoeker staat
in het duister, maar de dieren hebben zon
en licht genoeg.
Dat was juist de font van de vorige
ouderwetsche inrichting: de menschen liepen in
het licht en keken in donkere hokken; hier
is het omgekeerd, de hokken zjjn het sterkst
verlicht, de doorgang is donker gehouden. Het
is de methode ook voor het groote aquarium
toegepast, waar de toeschouwer zich verbeeldt
Is zij n, dan
valt zy.
Ia z\j twé, dan
staat zq.
iMiiiiimiiiiimiiiiiiimiiiiiiimiiii IIIIIIIIIIMIHIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIII
niet in den tegenwoordigen tjjd heefc plaats
gehad. Een wedstrijd om hart en hand eener
schoon e jonkvrouw in een automobiel en een
vliegmachine ware toch heel wat ridderlyker
en fraaier en spannender geweest dan een
race tusscaen een rrjpaard en een vigilant.
* * *
Matig.
In geen land ter wereld heeft de
matigheidspro aaganda reeds zoo veel succes gehad
als in Engeland. Voor drie glazen sterken
drank, die in Frankrijk, voor twee die in
Italiëgedronken worden, komt er maar n
op rekening van John Buil.
Er worden daarentegen in E geland onge
looflijke hoeveelheden limonade en thee ver
slonden. Ook daarvoor zullen dus op den duur
matigheidsgenootschappen noodig worden.
ALLEGBA.
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiniiiiiiiititiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii
De twee boomei.
(Pack.)
De vrouw van 't meer.
in het donkere ruim van een schip te zijn
en door ie raampjes naar buiten in de ver
lichte zee te zien.
Deze inrichting brengt een groot bezwaar
mee, dat nooit geheel is op te heften; na
melijk de spiegeling van de ruiten. De
dieren zijn geheel van den m en se h afge
sloten door glazen wanden, en dat is heel
best geïier, om vele redenen bepaald
wenschelyk; maar het schitteren van de glazen
?werkt hinderlijk; door het aanbrengen van
blauwe gordijnen is het gedeeltelijk belet,
maar niet geheel.
Het spreekt van zelf dat, nu het bestuur
en directeuren van Artis zooveel over had
den om de gebouwen zoo goed mogelijk en ook
zoo mooi mogelijk te maken, en zij de oppassers
en verzorgers, die er plezier in hadden, vrij
lieten, om ook het inwendige der terraria
naar eigen smaak te verzorgen wat ook niet
zonder groote kosten ging zij ook voor be
woners gezorgd hebben, die de woning eer
aan doen.
Er zyn heel moo'e en zeldzame dieren te
kijk gesteld, gifslangen die vroeger steeds
geweerd werden, konden nu veilig geherbergd
worden. Tot de reptielen die wel het meest
beky'k zullen krijgen, behooren stellig de
nieuwe en zeldzame soorten van' cameleons,
een met een soort van tang op den neus. In
de vochtige aarde van het cameleon-terrarinm
moet ge eens zoeken naar gehoornde padden.
En in het terrarium en vlak tegenover naar
een dier, dat Uroplates of de Schors-gecko
heet en de kleur van boomschors heeft;
het is een bewoi er van Madagascar en lijkt
wel wat op een cameleon; ook hij kan ver
schillende kleuren aannemen. Maar, of hij
groen of grijs of bruin is, zit hij tegen zijn
boom aangedrukt of op een stuk rots met
korstmos begroeid, dan wordt hu zoo goed
als onzichtbaar, doordien de franje e a de
plooien van zijn huid met de korstmossen
op den steen of de barsten en scheuren van
den stam merkwaardig wel overeen komen.
Het dier heeft pas een stompje staart, dat weer
aan moet groeien,-om den afgebroken staart
te vervangen. Als die platte staart weer zijn
volle lengte heeft, kan het dier ook weer
zijn gemoed Incht geven; want die staart
be wijst, dat zelfs dit yselyk kalme dier
zyn emoties heeft; evenals een
hondrnstaart de maat en den aard aangeeft van de
aandoening van het beest, zoo geeft ook
Droplates door het zijdelings op en af rollen
van dezen staart aan, wat voor stormen er in
zijn binnenste woeden.
E. HEIMANS.