Historisch Archief 1877-1940
No. 1773
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Kees v»n Donven, met vader, vrouw en dochtertje.
.tiimiHiiiiimiiiiiiiinii
lllllllfIMIIIIIItlllllllllllllllllllllllUIIIIIIIHIIIIIIIIIlllllllllll
IIIIIIIIUJHHIIIIIIIMMHHIIIIIIIIMMIIH1IIIMMIIIIIIIIIIIIIIIMI
plein. De Trienden zaten op hem te wachten
om de ronde tafel, waar na bet orkest ie.
'a Avond, heeren!
Prettig, geestig gericht, guitige lach en scherp
aceent in 't zeggen. Langzaam deed b|j z'n
mooie winterjas uit, geholpen wilde hij niet
worden?hing die aan de kapstok en den hoed
«r boven. Keurig, tot in de puntjes gekleed,
zorgvuldig geschoren en gekapt, zette hy sich
welbehagelijk neer, keek om naar den kellner
die achter hem stond en fliisterde: een
reddMtJe!"
Sjaal, waar ben je van avond geweest?
In de Komedie. M'nheer Stumpff heeft
me een diploma gegeven. Daar dank ik
m'nheer Stnmpff voor en ook de heeren van
den B6ul van Beheer, 't Was mooi I De
mensohen hebben hun tost gedaan. Ik kan
?iet anders zeggen. Mooi, heel mooi, alle
machtig mooi.
Al had Jndels het ook niet mooi ge ron
den, bütob toch altijd gezegd hebben:
.mooi, allemachtig mooi l" Maar... dan
draaide bjj in eens zy"n hoofd naar wie hy
vertrouwde en fluisterde achter zijn hand:
onder ons gezegd en gebleven, 'n groote
verrottigheidr en daarbij Btak hu steeds zijn
tong oit.
Om die groote ronde tafel bjj het bnffst
WM het alty'd vol en soms gingen de blikken
van «Hen in de zaal naar de ronde tafel. Het
wat mooi in Mille Colonnes, de kolommen
bruin geschilderd, afgezet met gond.'s Avonds
gaf dat in de damp een mooi gezicht. De
.jonge schilders, die er eren als de lui van
de Nienwe Gids vrjj dikwijls kwamen,
roemden het steeds.
Om de ronde tafel dan ging het vroolyk
t9e. Er saten actears van beteekenls en
menseden van vroolykheid. Als de Rotter
dammers het Rotterdamsche
Tooneelgezelschap in Amsterdam gespeeld hadden,
^IIIMtlllllllKIIIIIIIIIHItlHNItwMvtimitttlltllHIIIIIIMHIIIIIllllllllHIIIIII
fEftNSCHAPPEÜJKE
.VARIA
Kwstiatiie" innstiesl.
Hoe verderfelijk de raam stikstof" ook
moge klinken, het is en blijft een stof, die
de levende wezens niet kannen missen. Wjj,
dieren, venchsffen ons den noodigen voorraad
door het eten van planten of desnoods van
dieren, die op ban beurt toch planteneters
waren. De planten zelf kannen, behalve in
zeldzame gevallen, die als uitzondering den
regel bevestigen, niet op bare beurt de
dieren als stikstof bron gebruiken, zoodat
zq op andere wjjze haren stikstof honger
moeten stillen, r Op het eerste gezicht soa
men «eggen dat niets voor de planten gemak
kelijker ia dan stikitof verzamelen, daar de
lucht om haar heen voor viervjjfden uit zuivere
stikitof bestaat. Maar helaas, zjj kunnen hier
?evenmin van genieten als de dieren het
kannen doen. De zuurstof, die met de stik
stof vermengd is, kan iedereen (plant en
?dier) met longen of bladen ernithalen, maar
de stikstof niet. Daarom volgt de plant een
anderen weg. De stikstof kan zich met andere
?elementen verbinden tot allerlei chemische
verbindingen en deze kannen, opgesloten in
water, door de plantenwortel opgezogen wor
den, om soo bionen bet plantenücaaam te
komen en verwerkt te worden tot de stoffen,
die de plant opbouwen en later de dieren
kannen voeden. Deze stikstof rerbindingen in
den grond kronen er op verschillende wyzen
ingekomen zijn; by onweders vormen zich
?door de electrische ontladingen stikstofver
bindingen in' den dampkring, die met de
regenbuien omlaag komen, in den grond
kwamen de meest F n er, en dan praten ze
net zoo lang tot Jadels aan 't vertellen ging
van het vroegere tooneelleven en de grappen
die hy had uitgehaald.
Judels had steeds pleizier pikant te wor
den als een verwaand actenr schetterde over
het moeilijke van zjjn kunst.
Acteur, acteur!... zie hy dan ieder
een is actenr! Acteur te wezen is
geen kunst l... je leert je rol uit je hoofd...
je zegt hem 's avonds op... en als je maar
brutaal bent, breng ja het heel ver!.,. Je
hebt er niets voor te kennen. Daar heb je
m'nheer X... wat was hy vroeger?... nooit
156 veel gespeeld ... en na een eerste ar
tiest... Dat zeg ik niet, ep U, m'nheer!
God bewaar me, U zegt nw rol niet op...
en is niet brutaal. De brntalen brengen
het ver en kannen niets. Daarom,
tooneelspelen kan ieder, maar vioolspelen b.v. is
wat andere, en zich tot den verwaande
wendende, voegde hy hem toe, daar heeft
u een viool.... speelt a au eens.....
n heeft het nooit geleerd... neen het lokt
a niet. Dan moet je stadeeren, hard stadee
ren, veel stadeeven. Ik ben violist, actoor en
directeur geweest, ik ma* het dns zeggen.
Maar, de echte tooneel spelers doen wat
anders dan praten, Die hebben ziel en geest,
verstand van mimiek en gebaar, en van stan
den. Zij spelen. Maar al ben je nog zoo
knap en er komt geen geluk b|j... goeie nacht l
Ik kan zeggen, dat ik geluk heb gehad
van het oogenblik dat ik aan het tooneel
kwaai. Ik was toen een jo getje van tien
jaar de hoeren weten: ik ben van 't
jaar 1815 my'n oadera hadden behalve
my nog acht kinderen; ik, de jongste, was
m'n moeder's lievelinge! j e. We woonden in
da Kerkstraat, ook wel genoemd het Wees
perveld. In de baart lag de komedie van
het Hou ten Bosea".
UnHIntUIHIIIIUIIHIItllHIIMIIIUIIHIIfmiBllinflIlllltlllllllltllllllMIIIIIII
dringen en na verschillende lotgevallen in
het chemisch laboratorium der natuur gereed
zy'n om don de plant opgenomen te worden.
De landbouwers, die meer van den grond
eisenen dan de natuur er van vraagt, moeten den
natuurlijken stikstofvoorraad van den grond
aanvallen of zelfs geheel op nieuw aanbrengen
wanneer de gewassen den grond leeggegeten
hebben. Da bemesting met allerlei soorten
van dierlyke mest en plantaardige af val heeft
voornamelijk ten doel in deze stikstof behoefte
te voorzien. Nu is het vee, zelfs met de
allerbeste bedoelingen op dit gebied bezield,
niet in staat, aan de mest-aan vraag te vol
doen. Vandaar dat de landbouwer naar
kunstmest grijpt, waarbij de talpeter eene
groote rol speelt. Men kent de geschiedenis
der Chili salpeter en de daaruit voortvloeiende
menschen-ruzies over velden, dia eerst als
woestijnen algemeen veraf ehuwd, maar
daarna als ry'ke kunstmesi-bronnen even
algemeen begeerd werden. De salpeter bevat
o. a. zuurstof en stikstof, scheikundig ge
bonden ; het eerste en verbreidste gebruik
dat men van salpeter maakte was de fabricage
van buskruit, waarbij de zuurstof het
g«wenschte element was. Maar na eeuwen lang
de verdelging gediend te hebben, heeft de
salpeter zich weer gerehabiliteerd, doordat
zy'n stikstofbestaoddeelen zeer bruikbaar
bleken voor den vredelievenden landbouw.
Zakken vol, by millioenen en nog eens
millioenen, zy'n over de aarde uitgestort om de
waarde van den oogst vele malen te
vergrooten. Het zon gemakkelijk zy'n af beeldingen te
geven van verschillende cnlmnrgewassen,
met of zonder kunstmest behandeld, en waarbij
het verschil zelfs voor den leek
alleropvallendst was. Men gaat byna gelooven dat de
grond waarin de planten staan by'zaak ge
worden is, terwyl de toegevoegde
bestanddeelen eigenlijk een akker in staat stellen
alles te geven, wat men maar hebben wil.
De voorraad van salpeter is echter beperkt,
evengoed als steenkool; terwijl men voor
r
Wig. l: VASTLEGGING DER LCCHT-STIKSTOF, BIJ EEN LABORATORIUM-PBOKF.
Tuitchen de koolgpitsen A. en B. vinden electrische ontladingen plaats. De lucht,
?die hierlangs getogen wordt (richting drrp y II j ei) wordt door eene roode
phenolphtaleinttoplossing gevoerd, die ontkleurd wordt. Hieruit blijkt dat de lucht-stikutof overgegaan
is in verbindingen die ten slottt talpeterzuur opgelevtrd hebben. j
Daar mocht ik in het orkest viool spelen,
en, ? omdat ik het gratis deed, twee zusters
meenemen, om de uitvoering by te wonen.
M'n vader was er niets mee ingenomen,
daar het altijd nachtwerk werd. Sa elf uur"
placht de goeje man te zeggen bestaat
er geen pleizier meer". Hy liet me echter
my'n gang gaan en stond toe. dat ik behalve
vioolspelen ook op het tooneel kwam voor
kleine kinderrolletjes.
Als jongetje van 15 jaar, ging ik met den
vader van Jan Einard Bamberg, als lid eener
kinderkomedie mee naar Brabant, naar de
schatters van bet jaar 30, met de Belgische
ruzie. Daar speelden we in de
cantonnementen, ik droeg er ook solo's op de viool voor,
of zong, gekleed als klein Tyrolertje, Tyroler
liederen. De Hertog van Saxen-Weimar woonde
altijd de voorstelling by' en had veel pleizier
in on».* De hertog raakte op dreef wanneer
Bamberg's vader aan het goochelen ging;
dan schitterden zjjn opgen achter den gouden
bril. Hy' gierde het uit van het lachen, wan
neer Bamberg een Weggetooverden
KlaverenBoer van onder zy'n pau let te voorschijn
haalde, of een fonlard van Zy'ne Hoogheid
vroeg en er evenveel foulards uit goochelde
als er jongens in de kindercomedie waren,
die ze cadeau kregen. De Hertog hield er
namenlijk van om voor Compere te spelen.
Zoodra zy'ne Hoogheid wist, dat er
kindarkomedie zou zyn, liet hy 't morgens vroeg
den ouden Bamberg door een veldjager by
zich ontbieden en sprak alles over
goocheltoeren met hem af. Bamberg, de
Hof-mechanicns heeft nooit beter compère gehad
dan den Hertog van Saxen-Weimar. Als ik
in den Haag kom en voorbij zyn standbeeld
ga, neem ik altyd eerbiedig myn hoed af.
M'nheer Judels het oude
komediantenIe ven, was dat niet aardiger dan vreeger?"
kon Heüi Poolman in eens Judels in de
rede vallen.
Dat zou ik denken, m'nheer Poolman.
Het bestaat niet meer. Met genoegen ik
mag wel zeggen met pleizier denk ik
aan dat vroegere leven terug. Wij vormden
meer n geheel, meer ei a gezin. De vreugd
van de een was de vreugd van allen, de
droefheid van een enkele, de droefheid van
ieder. We waren soms weken dag en nacht
b\j elkaar en moesten lief en leed wel deelen.
Doek bq alles bleef de opgewektheid, en de
ernst voor onze taak. Met het wegsterven
van het ambulante ie ven is de poe si» van
het komediant-iyn verdwenen. Ik heb het
nog in de glorie meegemaakt, al was ik
juist niet wat men noemt een
ambulantacteur. Al heb ik by Weddelooper op het
Boeterseiland gespeeld, waarvan ik me nog
herinner, dat ik, terwyl ik 's nachts, om
l nor, als schoorsteenvegertje in .De
Ketellapper van St. Flour" moest optre
den, met den heer Weddelooper reeds
om 8 aar in de koffiekamer wandelde en
wy daar den geheel en avond in ons zonder
ling pakje doorbrachten, zoo is m'n
eigenlijke loopbaan begonnen met my'n eerste
rol in den Daitschea Schouwburg (thans
Grand-Théatre A. v. Lier) in de Amstelatraat.
In eene kin ierkomedie, onder directie van
Ximenes en Pareira, trad ik daar voor '(
eerst als acteortje van' beföap op in de rol
JodocuB" in Oe Bloedswgers". L \terk wam
ik in Daport's Grandr&*km>". op bet Rokin,
waar.na de schilders &na sociëteit hebben:
iiiiiiiiiiiiiiiu'tiiiiiiitaiiiiiiiiiriiiiiiutiiiiiiiiinhiiiiiiïiHiitiiiiiiiiiiiiiiiii
deze laatste, niettegenstaande' het dringende
einde van deu voorraad, nog geen substit nat ge
vonden beeft, is dit wél gelakt met de stikstof
verbindingen. Men is in de leer gegaan by'
de natuur bereiding dezer verbindingen; de
onweders, hoe nutteloos volgens het inzicht
der leeken, moeten nagevolgd worden. Een
eenvoudige proef, waarby niet veel toestellen
noodig zy'n, kan de waarheid hiervan leeren.
In fig. l is, in schema, deze proef-inrichting
aangegeven. A en B zyn gewone koolspitsen,
zooals gebruikt worden in booglampen. Boven
deze spitsen staat een trechter, die door een
buis verbonden is met een luchtpoanp In
deze buis is een flasch ingeschakeld met
dubbele hals (of een dnbbeldoorboorde kurk) ;
de figuur geeft aan hoe de buis in deze halzen
vastzit. De vloeistof is een roode oplossing
van phenolphtaleïne, die de eigenschap beeft,
door salpeterznar entklenrd te worden
(ealpeterzunr is een stikstofverbinding met andere
elementen). Zuigt de luchtpomp de lucht
naar binnen door den trechter volgens de
richting van de pyltjes, dan gaat de se lucht
stroom eeist langs de koolspitsen, en moet
dan de roode vloeistof passeeren. Doet men
dit, terw|jl electriscbe ontladingen plaats
vinden tnsechen de koolspitsen, dan ziet men
de roode vloeistof zich ontkleuren. Dit komt,
doordat de stikstof der ingezogen lucht dch
onder den invloed der electriscbe ontladingen
verbindt met zuurstof uit de lacht tot een
kleurloos gas (N O) dat zich gretig met verder
aanwezige zuurstof verbindt tot een bruin
gas (5T 62), dat op zyn beurt zich met het
water der phenolphtaleïne-oplossing verbindt
Arti et Amicitia". Met Dnport ging ik
naar de Nes in de Salon des Variétés" en
was met de kermissen op reis. Door verschil
met Duport scheidde ik met Boas en Van
Biene my' af en stichtten wij eamen in de
Amstelstraat: de Salon de Variété*", dien
wy' plechtig openden met een Cantate, ge
dicht door onzen sonffl sur Lion, later Hoofd
redacteur van Het Dagblad van
ZuidHolland en 's-Gravenhage". Daar heb ik
jaren avond aan avond gespeeld, en, ik mag
wel zeggen, naam gemaakt en een'aardig
duitje kannen overleggen.
Toen ik dacht, dat het geraden was om
uit te scheiden, heb ik het tooneel verlaten,
op een tyd dat men Judels nog wel mocht
en het jammer vond dat hij heen ging. Ik
was zoo verstandig om my'n roem niet te
o-erleven.
Maar m'nheer Jndels zon u niet nog
eens graag een enkele maal op de planken
willen komen om De Schoolmeester" te
spelen.
Willen wél, maar ik doe het niet. Met
De Schoolmeester" heb ik m'n naam ge
maakt en dien wil ik houden. Nu spijt het
ieder, dat Jadels het nooit meer speelt. Want
het wordt me telkens en telken] gevraagd,
wie weet of men als ik het thans speelde,
niet zeggen zou: Ia dat die Jndels nu?"
Ik mag niet liegen, soms speel ik het nog
wel eens, by mijn kleindochter thuis. Daar
zy'n altjjd zooveel lUve en moeie meisjes en
vrouwtjes en die plagen me dan: Hè, opa,
zingt o De Schoolmeester" nog eens, dan
zy'n wy allen uw leerlingen en zingen het
koor. Ik laat me bepra'en wat doe je niet
voor een lief snoetje en dan zeg ik: goed,
maar... maar l... ernstig, anders schei ik in
eenen vit." De heeren moeten weten, dat
toen ik het creéerde, ik niet goed weg wist
met die rol. Al spelend kreeg ik de juiste
opvatting. Soze Sablairolies een actrice,
zeldsaam! Ze had nooit naar het Plein
(Stadsschouwburg) moeten gaan, daar heeft
ze verdriet gehad. Mevrouw Kleine stond
haar en zy mevr. Kleine in den weg, dan
was ze niet zóó jong gestorven, een echte
comedlennel Snze Sablairolles en Jeannette
Cor|jn en andere lieve, ondeugende actricetjes
maakten er een pretje van. Dat ergerde me,
ik werd kwaad, echt kwaad en dat deed z6o
goed, dat ik begreep hoe ik het spelen moest
en ook zingen. Ik zong even ernstig:
Een leerschool is het menschelyk leven
En d' ondervinding is docent.
als bij het A B C Lieve kinderen, geeft wel
acht," of Schpolmeestersleven is dat geen
slavernij, veel liever was ik nachtwacht", enz.
Kom Sjaal, zing het nog eens, wy' zingen
het refrein van het A B C" spoorde Kreeft
dan aan, 't is toch laat, en er zyn weinig
menschen meer.
Eindelijk begon Jadels. En 't was een genot
te zien met welk een ernst Jadels zong en
hoe hu geheel in zijn rol opging.
Eens heeft hy en dat is gebleken voor
het laatst te zyn geweest vry' wel den
geheelen Schoolmeester gezongen In hetzelfde
Mille Colonnes", op verzoek van mevr. Catb.
Beersman?. Dat was een zeldzame avond.
De Rotterdammers hadden te Amsterdam
gespeeld. De beste krachten hadden een rol
vervuld. En daar de meesten In Mille Coloi ?
nes" logeerden, kwamen ze er na afloop in
llllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllll
tot salpeterzunr. De aanwezigheid van dit
zuur blijkt uit de ontklearing der vloeistof.
Bewezen is das dat de vry'e stikstof uit de
lucht vastgelegd kan worden in verbindingen.
Uit salpeterznnr kan men door toevoeging
van andere stoffen gemakkelijk salpeter
maken.
De kunstmatige" knnstmestbereiding gaat
vrijwel op deze selfde wy'ze, maar dan in 't
groot. Doet men de hier beschreven proef,
dan bljjkt dat de luchtstroom al heel spoedig
te sterk kan worden; blazende kan men de
vonk reeds nitdooven. En juist om veel stik
stofverbindingen te krygen zal men veel lucht
langs de vonken moeten voeren; een zeer
krachtige luchtstroom maakt dus zeer krach
tige ontladingen noodzakelijk, die dezen lucht
stroom kunnen verdragen, en voor deze ont
ladingen is een stroom van hooge electrische
spanning noodig. Het in de prakty'k gevolgde
systeem Is in fig. 2 schematisch weergegeven.
De lucht wordt by I naar binnen gezogen
en tegelijk verder geperst in de buis III door
middel van een turbo-compressor II, die in
de fabriek, waar dit systeem op 't oogenblik
toegepast wordt, 20.000 M3, lucht per uur
verwerkt. Deze krachtige luchtstroom passeert
by III de plaats waar de electrische ontla
dingen plaats gry'pen: de oven". Bovenin
en onderin III zitten de polen
vandehoogspanmng-leiding waartnsschen de vonken
overspringen. Hierdoor verbinden zich de
stikstof en zuurstof uit de aangevoerde lucht
tot het kleurlooze gas K O, dat zich nu in
IV bevindt. Deze verbinding omvat nooit
alle stikstof en zuurstof, die in de lucht zitten.
Jndeli in het karakter van De Schoolmeester".
het Restaurant en om de ronde tafel zitten.
Het waren allen artiesten, hun gezelschap
waard. Lang bleef men plakken, en de heer
Van Goethem, de eigenaar, altijd een wei
komen en genoegely'ke gast, dreef niemand
na het sluitingsuur weg; allen waren
logeergasten l
Mijnheer Judels, nu moest n De School
meester" eens zingen, ik heb het nooit van
a gehoord. Met deze vraag onderbrak
mevrouw Catharina Beersmans de
vrooiykheid, we zullen allen uw leerlingen zjjn ea
het A-B C-koor zingen."
Jmdels stond op, zette een allerglnnierst
gezicht, trok zyn mond samen, maakte een
reverentie en zei met vriendelijk handge
baar : Schoone dame, o kan ik niets weige
ren t Ik zal gehoorzamen, maar geen
gekheidjes, we moeten het met ernst doen."
Jadels was toen omstreeks van denzelfden
ouderdom en van dezelfde gedachte als
Vader Cats, die, 80 jaar oud, dichtte:
Ik was van jongs af-aan, genegen om te
[mallen
En 't vrouwelijk geslacht, dat ia me wel
[bevallen
En Jadels begon. Allen zaten, hij stond. Met
ernst hielden sy zich gereed om het
A-B-Crefrein met alle wendingen ea door elkaar-voe
gingen te zingen. Stipt en ernstig, en zoo goed
als 't zeker nooit gezongen is, zongen het toen:
Mevrouw Catharina Beersmans. Mevr. Paas
sen en vele lieve en schoon e Rotterdamsche
actrices met haar Baar ik meen ook Mevr.
v. Eysden?-Vink , Derk Haspels, Rosier
Faaasen, Hein Poolman, Bart Kreeft, Jan
Maandag, Henri van Kuy'k en nog andere
acteurs en bewonderaars van acteurs, als de
bekende heeren Slier, de dikke en de lange,
en van Goetbem, enz. enz. Jadels de maat
slaande en met het hoofd naar rechts ea
links, altijd ernstig boven het refrein uit:
Schoolmeesters leven is dat geen slavernij",
soms, naar de rol het elscbte, boos wordend
en dan weer in den zang opgaande.
Jadels was na het eind zelf opgetogen en
bedankte de dames en heeren. 't Ia toe*
heel laat geworden: Mevr. Catberina
BeeraiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilitiiiiiiminitiitiiiifiiiiiiiiiiuiHiiiiiNiimiiiiiiiMimiiiii
Het ideaal is de oven waarin deze verbinding
het hoogst mogelijke percentage der aange
voerde lucht bedraagt. De zeer. heet gewor
den gassen worden in V door buizen geleid,
die door water gekoeld worden. In de practjk
is dit een gewone stoomketel, d.w.z. dehitte
die de gassen afstaan wordt gebruikt om het
water tot stoom te maken, waardoor men de
benoodigde machinerieën dry ven kan, zoo
doende andere brandstof uitsparend. Het ge
koelde gas wordt in den ketel VI verbonden
met zuurstof tot bet bovengenoemde bruine
pas (N Oz) Dit komt in een hoogen cyliuder
(VII) gevuld met cokes, waarover water
neerdruipt uit den sproeier bovenin
dencylinder. Dit water verbindt zich met de bruine
gassen tot salpeterzuur dat onderuit den
cyander wegstroomt naar den bak VIII, die
kalksteen bevat. Deze kalk verbindt zich met
het salpeterznnr tot kalksalpeter, (in den han
del bekend als Norge-salpeter), die by
bemegtingsproeven evengoed als of nog beter dan
chiHsalpeter voldoet. Zoo is praktisch het
probleem opgelost, om de vrije stikstof alt
de lucht te halen, in den grond te brengen,
en via de plant in ons lichaam terecht te
doen komen. De mensch heeft met succes
ingegrepen in den natuurlijken kringloop der
etof, en wij kunnen wat onze voeding betreft
gerust de aarde aan onze kinderen achter
laten. De benoodigde electrische stroom is
ook steeds voorradig daar voor het opwekken
hiervan met succes gebroik gemaakt wordt
van het arbeidsvermogen, dat In watervallen
voorradig is.
P. VA* OLST.
wa-lir
Fig. 2. SCHEMA DER STIKSTOF-VASTLBGOING IN KÜNSTMJHBGB KUNSTMEST.
l toevoerbuis voor de lucht, die door den turbo-eompreisor II gevoerd wordt naar de electrische oven III, waar de
vonken overspringen. De gevormde gasten koelen af in den stoomketel V_en verhitt n daardoor het koelwa'er genoeg
om stoom te geven, die de machines drijft; in de ruimte VI worden d&tffussen, door zuurstof, veranderd in bruine
dampen, die naar VII gaan; V LI is een met cokes gevulde ruimte, waarin water omlaag siepelt dat met de bruine
dampen salpetertuur levert. Dit sa'peterzuur vormt met kalk in den bak VLll KALKSALPETEB (Norfe salpeter).
De overblijvende gassen worden, uit VII door de buis IX weggevoerd.