Historisch Archief 1877-1940
No. 1773
DEAM STERDAM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Een teekoisMl
Da Génestet-bank.
Ja, zo kan, zo móét het worden: allen die
van De Géneitet honden, óf zich de aange
name t|jd van 't genieten van zijn verzen
herinneren, óf alleen ook maar hem waar
deren als een beminnelike persoonlikheid
die bij zijn volk nog leeft, zij allen moeten
iets bijdragen: dan komt deze bank te staan
in dat lievelingsoord van onze dichter,
Bloemendaal, dat door ieder met hem in verband
gebracht wordt. Velen menen zelfs, dat hij
er predikant geweest ia en vele verzen van
de schrijver, daar geschreven, hebben onwil
lekeurig die gedachten versterkt. Daar was
dan ook half zijn thuis", zoals diep in de
bank gegrift wordt:
U heb ik uitgelezen,
My'n bosch en duin en dal,
Daar half mijn thuis moe h t wezen,
eer ik, bovenal l
De tekening is door de beeldhouwer L. J.
Vreugde naar zijn eigen model getekend en
ia daarnaar gefotografeerd en men kan zich
overtuigen, dat het een mooi stuk wordt,
deze bank van donkerrood gepolijst graniet,
in n stuk op de twee ongepolijste treden
geplaatst.
En wie van daar ultaiet over het mooie
landschap zal zich hem herinneren voor wie
het was als een verhoord gebed om schoon
heid. Zo gaan hem daar de gelovige, geestige,
opgewekte of weemoedige gedachten van
deze dichter omzweven en hu zal het haast
niet kunnen geloren dat het alweer 50 jaar
geleden is, dat De Génestet stierf. Tnuis
teruggekomen zal hij naar zijn bundeltje
grijpen en dichter, vers en zijn herinnering
aan het landschap zullen hem tot hoger
genot opheffen.
Misschien zelfs zal hem een zekere sym
boliek opvallen en hjj zal zich afvragen: Is
het toeval dat juist voor deze dichter een
bank geplaatst wordt, zonder schotje" ? In
ieder geval, toeval of niet, de dichter wou
evenmin als het Algemeen Nederlands Ver
bond scheiding tussen mensen en mensen;
welnu, hier kunnen allen, voorzover er plaats
ie, zitten om op te gaan in het natuurgenot
van 't eigen land. Zo is het niet alleen een
uiting van eerbied voor onze grote mannen,
maar tevens een poging, om mensen tot n
gevoel te stemmen en zo tot een zekere
eenheid te brengen.
Wie dus iets voor deze
eenheid-in-eamengenieten en voor deze dichter voelt, laat hij
een gift doen toekomen aan Mr. H. Pb. 't
Hooft, Grote Houtstraat 164 te Haarlem. Er
is nog veel nodig voor de verwezenlijking
van ons plan, wel / IC 00.
J. B. SCHEPERS,
Voorz. Afd. Haarlem en Omstr. van
het Alg. Ned. Verbond.
ANDKEW CABNEGIE,
die bezig is alle landen gelukkig te maken met
een helden fonds", uit welks renten daden
van moed en zelfopoffering behooren te
worden beloond.
HETSJES
De schamlTleï,
naar het Duitsch van Brnno Wolfgang,
door Michel Mok.
In het familieleven van horlogemaker
Drechsler was een wonde plek. Zyn eenige
zoon Jozef, die nooit had willen dengen en
als een schooier door de wereld doolde, was
hoe langer hoe dieper op het hellende, ter
helle voerende pad der zonde omlaag gewan
deld. Nadat hij wegens diefstal, bedrog, op
lichting, inbraak, valschheid in geschrifteen
ontucht had gezeten", werd hu voor een meer
dan barbaarschen moord met berooving
terechtgesteld. De cynische minachting die
hjj den heeren joiy-leden betoonde en de
verontwaardigde publieke opinie bezegelden
z\jn vonnis. Dit luidde: de strop en werd
den 24en Maart keurig ten uitvoer gelegd.
De couranten gaven zijn portret en knoopten
aan de uitvoerige beschrijving der misdaad
hanne crimineel-psychologische beschouwin
gen, legden den nadruk op den eenvoud en
de degelijkheid, de waarachtige goedheid des
harten, in de gansche oveiige familie Drechsler
heerschende, wezen op de onbetrouwbaarheid
van de theorie der erfelijkheid in dit ver
band en waren het er roerend over eens,
dat het raadsel: hoe de kiemen der
micdadigheid in de aiel des menachen verzeild
raken, wel eeuwig duhter en onoplosbaar
zon blijven.
Langzamerhand vlijden de woest- gezweepte
baren van het meer der openbare
belangstellig zich weder tot lieflijk-e^ale rust. En
de familie Drechsler zonk tegelijkertijd van
den top der hevige, spannende gebeurtenissen
in het dal van haar kalm provincie-stad
leventje terug. Vader Drechsler voelde zich
en de zijnen geschandvlekt en onteerd. Hy
wilde zijn horloge-winkel verkoopen en in den
vreemde gaan. Maar weldra bleek dat ook
dit geval, gelijk zoo veel in dit leven, zijn
goede zijde had gehad. De couranten hadden
zoo va ik zijn eerlijkheid, zijn degelijkheid en
geestelijke gebrokenheid geschilderd, dat zich
in de hooiden van vele menschen de laat
ons eerlijk zijn: uit pa nieuwsgierigheid en
ma sensatieiucht geboren overtuiging nes
telde, dat een zoo eerbaar en gebroken man
wel hél merkwaardige uurwerken moest
produceeren.
De bestellingen werden talrijker en men
deed ze met een zekeren schroom valligen
eerbied, die allengskens door den heer
Drechsler met een spoedig tot gewoonte
gemaakt air van smartelijk geknakte waar
digheid werd beantwoord.
In den familiekring werd de naam Jozef
niet meer uitgesproken. De schandvlek werd
met het doodskleed: Zwijgen bedekt en behield
aldus zijn wel verborgen schuilplaats temidden
der duizend alledag-dingen van het
Drechslerleven.
* *
*
Op zekeren dag kreeg de heer Drechsler
bezoek van een onbekend heer van
respectinboezemend uiterlijk. Hij was een weinig
corpulent en hield een hoog-zij in de groote,
roodoruin-geschoeide linkerhand. Met de
rechter scandde hij die van den heer Drechs
ler met onbevangen hartelijkheid, terwijl
zijn rozig, door een blonden baard beschei
den doch smaakvol verfraaid, innemend
gelaat, lief en tactvol, doch onophoudelijk
glimlachte.
De heer Drechsler deed den voornamen
heer in de goeie kamer" plaats nemen, en
vroeg hem beleefd wat er van zijn verlan
gen was?
De vreemde hield niet op innemend te
glimlachen, kuchte licht en voornaam. Dan
begon hy met aangename stem:
Het is mij hél aangenaam, kennis met
u gemaakt te heoben. My'n aaain u Scheibier,
Scheibier, directeur van het museum."
Drechsler werd rood van de eer en ant
woordde, van beleefdheid niet wetend in
welke bocht zich te wringen:
O, aangenaam ... leer aangenaam"....
De ander vervolgde:
Ik ben eigenaar van het in de geheele
wereld in dit genre eenige museum van
historische merkwaardigheden, waarvan u
ongetwijfeld wel eens zult hebben gehoord."
De heer Drechsler knikte vol vuur, hoewel
kinderlyk-onwetead.
De voornaamste attractie van mijn museum
wordt gevormd door een collectie volkomen
natuurgetrouwe weergaven in was der be
roemdste (hy kuchte wederom licht)... marte
laren der justitie. U begrjjpt mij "
De heer Drechsler begreep. Zij a gezicht
nam onmiddellijk de uitdrukking aan, die
het gewend was aan te nemen, zoodra de
wonde plek werd aangeroerd.
Pardon," zeide de heer Scheibier snel en
legde zijn groote hand zacht en vertroostend
op Drechsler's knie, ik waardeer uw ge
voelens, Ik begrijp uw smart en heb er respect
voor. Maar weest n verzekerd, dat takt en
discretie in eene inrichting als de mijne be
hooren tot de vanzelfsprekende dingen. Bij
mij b.v. luidt het opschrift van het bewuste
cabinet niet: De bloeddorstige moordenaars
der negentiende eeuw," of Salon der
onthalste menschenslachters", zooals dat in
ondernemingen van den tweeden en derden
rang helaas maar al te vaak voorkomt. Bij
my treedt a een chique, zwart gelambriseerd
cabinet binnen. En B u moet u niet de aken
dat u daar de roovers en moordenaars ziet
met bloedige messen als ware uitwassen
van de verhitte volksfantasie l Dat is verou
derde techniek, vieux jenx, mijn waarde heer.
De tegenwoordige opvatting is de
psychorealistieche. De misdadiger is tijdens het
verreweg overwegende aantal dagen van zijn
leven, dat hu niets misdoet, een menich, als
wüallen. Ik voor mij moet u zeggen mijn
heer Drechsler, dat ik achting heb voor
de heeren misdadigers. Zij zyn hoogst interes
sante menschen, met wie de wetenschap zich
voortdurend bezighoudt. En gelooft u mij,
gelooft u mij, mijnheer Drechsler, au fond
hebben wij allen respect voor den misda
diger, voor den misdadiger, niet voor de
misdaad welteverstaan." Hij glimlachte
zelfgenoegzaam om deze zijne fijne onder
scheiding en voegde er nog aan toe: U be
grijpt my immers, nietwaar ?"
O, zeker," zeide de beer Drechsler, 'n tikje
gevleid. Een eigenlijk antwoord vermeed hy
wijselijk, om buiten schot te blijven. Hij
gevoelde, eigenlijk gezegd, een soort dank
baarheid jegens zijn zoon Jozef, die hem in
staat stelde met een man van beteekenis een
wetenschappelijke discussie te voeren. De
schandvlek toonde, als men dat zoo zeggen
kan, plotseling een aangename, vriendelijke
keerzijde van meer dan gewone waarde.
De directeur imusschen vervolgde:
Mijnheer uw zoon krijgt een keurige
smoking; ik hecht er namelijk aan, dat
de heeren misdadigers uit de betere kringen
(de heer Drechsler boog) zich van de mindere
vertegenwoordigers van hun... eb... beroep
onderscheiden. Zander u te willen vleien,
wérkelijk, uw zoon is een buitengewoon knap
jonkman. Als u wist hoe ceel belang du,!
tiet damespnbliek inboezemt, hoezeer een
knap jongmensch de dames interesseert, hoe
zij hem beklagen, hem bewonderen, met hem
dweepenl Dat moest n eens zien! De ge
leerden bestudeeren zijn gelaatstrekken voor
hunne psychologische werken. Zijn naam
wordt in de meesterwerken der wetenschap
genoemd."
Hier schrok de heer Drechsler:
Maar mijnheer, ik kan rny'n eerlijke naam
toch niet te grabiel gooien... neemt u mij
niet kwalijk... Wat zal .mijn vrouw er wel
van zeggen ?!"
Te grabbel gooien, mijnheer Drechsler?!
Foei, waar denkt n aan ?! De naam wordt
zeer discieet alleen in den catalogus ge
noemd. En wat de memchen er van zeggen?
Ach, komt u voor de aardigheid eens in rny'n
museum, en geef u eens de moeite te letten
op wat het publiek zegt. Wat denkt u dat
u hooren zult? Hier staat moordenaar
znaen-zoo?" Mis, mijnheer Drechsler, glad mis l
U hoort slechts tonen van oprecht
menachelyk meegevoel, van hartelijke belang
stelling. Mijn hemel, in onzen tijd komt om
de familie iets dergelijks voor en... in de
fijnste l Elk oogenblik kunt u hooren: Ach,die
arme Fran?. Daar is bij nn. Sprekend. Ik heb
hem nog gekend. Een uitstekend mensch was
bij. Een bèit menscb. Wie had dat ooit ge
dacht?!" Zóó redeneeren de menschen, mijn
heer Drechsler, en het slot ia altijd ik ver
zeker u dat het waar is : Oe stakker was
waanzinnig. Hu wist niet wat hu deed." Want
dat ziet tegenwoordig een kind in, mijnheer
Drecheler, dat misdaad slechts door waanzin
verklaard kan -worden. En waanzin is toch
geen schande, nietwaar? Zoo werkt myn
museum verzichtend en veredelend op het
oordeel van het publiek, het re babiliteert
mijn beschermelingen, om zoo te zeggen.
Ik tel lui van het hof, generaals en zoo meer
onder mijn vaste bezoekers, omdat hun naaste
bloedverwanten by' mij een plaats hebben
gevonden Gelooft u, dat een van hen zich
geneert ? Integendeel. Eu ik kan u een massa
dankbetuigingen laten lezen. Met Aller
zielen krijgen alle heeren een bloem in 't
knoopsgat en een kaars in de hand. D weet
niet hoe aandoenlijk <JtU is. Oude
scheepskapiteins, ruwe zeebonken, heb ik huilend
als kleine kinderen myn museum zien ver
laten. Werkelijk, ik doe wat in myn ver
mogen ie. Mgn vrouw zorgt er persoonlijk
voor, dat het uiterlijk van de heeren steeds
tip top is. Voordl dat zij stofvrij blijven.
Want dat is het slimste ziet u. Mynheer
Drechsler, werkelijk, u kunt het met my
probeeren. Ik waarschuw u ernstig dat u u
niet in de netten van minderwaardige con
currenten laat vangen. Bovendien,... hm ...
wat het... honorarium betrefc, sta ik beslist
bovenaan. Ik bied u vijfhonderd kronen."
De heer Drechsler stond op en ademde
diep. De heer Scheibier herhaalde: Vijf
honderd kronen."
Ik zal myn vrouw even halen/'' stotterde
de heer Drechsler, opgewonden.
Mevrouw kwam en de directeur ontwik
kelde nogmaals eene buitengewone bespraakt
heid en o rerredingskracbt. De bewering van
mevrouw Drechsler, dat het toch maar niet
aanging je zoon te verkoopen, weerlegde hij
met de niet onjuiste opmerking, dat de zaak
Ex-buil Handels cairille,
De Fransche kranten meldden, dat op een bal te
Londen Ex-koning Mancël in de cadrille voorging.
Les Portugais sont toujours gais, tra-la-la-tra-la la lal"
(Bekend liedje).
toch eigenlijk slechts om een zoon van w 113
liep en dat het bedrag natuurlijk bedoeld
was om als bijdrage aan een of andere lief
dadige instelling gegeven te worden. Hier
liet hjj flanwtjes doorschemeren, dat het de
elegante afwikkeling der zaak" volstrekt
niet schaden zon, indien slechts tweehon
derd vijf tig kronen b.v. het liefdadig doel ten
goede zanden komen.
Ten slotte wendde de heer Drechsler met
tranen in de oude eerbare oogen zich tot
zijn vrouw:
Wat dunkt je, Etnilia, zullen we je zeggen?"
In 's hemel j naam," zuchtte zij en voegde
er snel aan toe: Maar we moeten ten alle tijde
vrij entree hebben l"
Maar natuurlijk, mevrouw. U hebt met
'n gentleman te doen", antwoordde de direc
teur, kuste hoffelijk hare hand en nam zijn
portefeuille uit zjjn jaszak. De formaliteiten
waren spoedig af^eloopen. De directeur
maakte eenige aanteekeningen over Jozef's
uiterlijk, nam een foto méen verdween
buigende met achterlating van vijf gladde
biljet j es van honderd.
De heer en mevrouw Drechsler zaten een
poosje zwijgend naast elke A r, ten prooi aan
hen bestormende, zeer tegenstrijdige ge
voelens en gedachten. Dan overlegden zij,
hoe het geld wel moest worden besteed.
Mevrouw vond honderd kronen meer dan
genoeg voor de weldadigheid. Men moest, als
eenvoudige middenstandsfamilie, niet plot
seling zoo royaal willen doen. Mijnheer dong
daarop nog vijftig kronen af, waarop mevrouw
hem nog dertig kronen afpingelde. Eindelijk
werden zij het er over eens tien kronen te
zenden aan de Vereeniging tot verschaffing
van zegenbrengenden arbeid aan ontslagen
gevangenen." En daarbij bleef het.
* *
»
Eenige weken later stonden zij, op z'n
Zondagsch gekleed, in het museum voor het
wassen beeld van hun Jozef. HU was schooner
dan ooit tijdens zjjn leven. Mevrouw Drechsler
kreeg er hartkloppingen van en zij kon
nauwelijks haar moedertrota verbergen.
De diiecteur nam de honneurs waar en
merkte met zyn beminnelijksten glimlach op:
U kant waarlijk trots zijn. Hu is bizonder
goed uitgevallen. Mag ik u wél feliciteeren ?"
Dank u," braoht de heer Drechsler met
moeite uit, en greep, haastig, ontroerd, de
hand des directeurs, terwijl hij een traan
wezpinkte.
Toen wees de directeur op een ouden heer
en fluisterde den heer Drechsler toe: .Dat
is de beroemde crimineel-ani hropoloog
Hausmann. Nu, wat heb ik u gezegd?'1
En hunne harten zwollen van rechtmatigen
trots. Zij gingen naar huia en vroegen hun
kennissen:
Hebben-jelui onzen Jozef al gezien? Moet
je bepaald eens doen, hoor. De grootste ge
leerden komen z'n waanzin bestudeeren.
Want dat was het, zie je, dat was de schuld
dat onze arme Jozef 200 was. Gaan jullie
beslist, ja? Hij is de mooiste van allemaal!"
En mevrouw voegde er aan toe:
Wie had ooit ge lacht dat die jongen me
nog eens zóó veel plezier zou aandoen...."
Inbond Tan Tijdsciiriften.
Dt Nieuwe Oidt, Juni '11 : H. van Loon,
Trouweloozen. Laurens v. d. Waals, Ver
zen. Dr. H. A. Naber, Exacte (?) Weten
schap. Mr. G. J. Grashuis, Een Zielsbe
schrijving. Oorn. Veth, Het Snobisme
Troef. Jac. van Looy, Brief van Theobald
van Horen aan een Vriend, enz.
D t Boomgaard, Mei '11: Paul Kenis, La
jolie madlle Cerisette Hugo van Walden,
De roode Bloem. Frans Thiky, Sint Alexie.
De Boekzaal, afl. 6: H. Hij mans, Schrijf
machines en Machineschrijvers (slot). 8.
Dr. A, de Szentóffy.
Dr. A. DE SZENDEFFY,
de ontdekker van een nieuwe geneeswijze
der tuberculose, in eerste stadia. De methode
berust op het gebruik van een preparaat
van radioactive menthol iodine.
H. de Boos, Genootschaps-drnkwerk. J.
Prinsen J.Lzn., Literatuurgeschiedenis, enz.
Di Beweging, Juni '11: H. P. Berlage,
Architektnnr en omgeving. Albert Verwey,
Aan William Blake. Dr. J. Prinsen J.Lz.,
O f ei den invloed der Franse hèRenaissance
op de Engekche, enz.
Ofize Kunst, Juni '11: Max Booses, Een
schilderij van Adam van Noort. Arnold
Godin, Karel van der Stappen. Jac. v. d.
Bosch, Onze Ambachts- en Nyverheidskunst.
De Hollandiche Revue, No. 5: Frontispiece:
Mr. Joh. Enschedé, Voorz. r. d. Mij. voor
Nijverheid. Wereldgeschiedenis. Be
langrijke onderwerpen. Karakterschets
van A. J. der Kinderen, enz.
Weekblad voor Indië, No. 4: J. F. H. A.
Later, Het bet tuur op de bnitenbezittingen.
De pest in het Malangsche T., Hoe moeten
wij de kinderfantasie leiden en ontwikke
len? enz.
Lotu&knoppen, No. 8: Leerling, De oor
sprong van den Mensch. E. M., Liefde
voor de Muziek. M. D., Op rekening van
de Vivisectie. H. P. BlavaUky, Onze
plichten, enn.
Levenskracht, No. 6 : Lod. van Mierop, Esn
belangrijk rapport. (In zake bestrijding van
geslachtsziekten). 8. v. O., De
zedelykheidswetten. J. A. v. B., Het
nieuwmalth. by de debatten over het wetsont
werp tot bestrijding der zedeloosheid, enz.
Moletchott, No. 50 : Onbevoegde uitoefening
der Journalistiek. Da lichamelijke opvoe
ding van het meisje, enz.
De Revue dir Uitvindingen en Ontdekkingen,
No. 2; De expeditie naar de Zuidpool in
18LI. Cretinisme by Joden.
Luchtschepen en Vliegtoestellen in den oorlog, enz.
De Aarde en haar Volken, No. 28 : M. C.
van Bonveroy van Nieuwaal, Budapest.
Tanger, en i.
Morkt' Magazijn, Juni '11: Aty Bunt, Frans
van Mieris en zijn werken in onze Holl. ver
zamelingen. P. L. van Eek Jr., De Génestet
in zijn gedichten, enz. enz,
Gemeenhbelangen, No. 19: Onteigeningen
ingevolge de Woningwet, II (slot). Het
Electriciteitsvraagstnk in Noord-Brabant, II,
enz.
iininiiintin iiHiiiiimiHjiiiiiiimiMiiiiiimiiuiiiiiimmiiiimMiiii
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND,
kost slechts ? 1.50 per kwartaal,
franco per post ?1.65