De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 25 juni pagina 7

25 juni 1911 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1774 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. uitgegeven, een zwarte lust aanleggen van de bladen die ons tegenwerken. 6. In elk Vrouwenkiegrechtblad een rubriek aanleggen, waarboven vermeld staat: Wat mannen wel een» doen". Dat was een raad die ons door de oolüke Rosika Schwimmer gegeven werd en die, volgens haar, in Hongarije veel succes had en natuurlijk met groot gelach ontvangen werd. Met deze mededeeling eindigt voor ditmaal N. MANSFELDT?DE WITT HUBEETS. Stockholm. Het Fiixcke Parlement, De Hollandeche delegatie op het Inter nationale Congres te Stockholm van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht heeft de delegatie van Finland openlijk geïnter pelleerd o rer de kwestie, welke in verschil lende HollandBche dagbladen gepubliceerd ie, dat de vronwenleden van bet Finsche Parlement zonden hebben gestemd en gewerkt tegen het verleenen van politieke rechten aan de Joden van Finland. Zq machtigt ons te schrqven en haar leden zullen ons een door haar onderteekend schrijven geven, bevattende de verklaring dat zy [integendeel eerst in het comité, dat politieke rechten aanvroeg voor de Joden, gewerkt hebben en dat zij verder in het Parlement unaniem gestemd hebben vóór het verleenen van gelijke rechten aan de Joden. r. Aletta H. Jacobs, J. C. van Lanschot Hnbrecht, Martiia G. Kramers, J. GondsmitGoudsmit, W. Drncker, A. C. L. «eens Zijnen, J. Metelerkamp-Ongerboer, E. van d. Hoeven, J. Broese v. Gioenou, S. Broese v. Groenou, 8. M. Hoevenaer, S. H. Croiset, £. CoopsBroese v. Groenou, B. v. Wnlfften PaltheBroese v. roenon, W. C. ClJfford Kocq van Breugel-Raelofe, E. Baelde en M. Boissevain. II. 2. Opleiding tot huishoudkundige. De eerste school, die in deze richting op leidde is de Werk- en Leerschool te Amster dam, opgericht in 1808 door de cnrateren der stadsarmanscholen. Deze Werk- en Leer school stelde de mei<jes, die met lof de stadsarcaenscholen verlaten hadden in de gelegenheid om nog gedurende twee of drie jaren zich verder te oefenen en tot ge schikte en braave dienstboden en goede deugdzame huysmoeders te worden opge leid" 3). Deze school beoogde dus de oplei ding tot huishoudkundige en dienstbode. Zy is dus tot dusver de eenige gemeentelijke UIT DE NATUUR. CDXXXII. Ontginnen. Over myn opstel Staatsdninen en Staatsbosschen heb ik van verschillende kanten verwijtende briefjes gekregen. Ik wist eerst niet wat ik misdaan had, maar in hoofdzaak kwam het hier op neer: ik had de beplante duinen mooier gevonden dan de natuurlijke, en voelde dus niet heel diep het innig mooie van de wilde blinkerts, die met hun blanke toppen" schitteren enz." Nu zou ik kunnen verwijzen naar een boekje: In de Duinen", waaraan ik voorde helft debet ben, en waarin ik die zelfde blinkerts by Bergen in hun staat voor de bebossching heb geteekend en behoorlijk geprezen ook. Maar dat is lang geleden, zon men kunnen antwoorden en, as we adranee in years, niet waar? Laat ik daarom het nog eens ronduit zeggen: Ik zie beboEchte duinen, al zjjn de boomen er door de menschen geplant, tienmaal liever dan kale stuifduineD. En daarmee treft mijn schoonheidsgevoel volstrekt geen blaam, al kan ik nu eenmaal niet zien, zonder te denken. Mijn correspon dent, die betoogt en bewust met de stukken van schilders en teekeoaars dat stuif duinen door vormen en kleuren een buitengewoon schilderachtig landschap geven, beeft waar schijnlijk rivierdninen of vastelandsdninen op het oog, meest zandverstuivingen genoemd. Daarvan keu ik inderdaad schitterende groe nen, op de Velnwe in Drente en in Utrecht; ja, daar heb je van die bastocs en torendui nen, afgebrokkelde wallen met breede water passe lijsten en dikwijls mooie gemarkeerde in donkere en lichte tinten sprekende banden van verschillende grondsoort, loodzand, koffiazand, oer en humus. Als zoo'n mooie en voor een liefhebbsr van aardkunde ook belangwekkende groep zandverstnivingen niet groot is, door hoog bosch is omgeven zoodat het geen kwaad meer kan doan, dan zon ik willen, dat het door liefhebbers van natnurschoon werd aan gekocht ; al is de grond ook waardeloos; alleen om het te houden zooals het i.°. Maar dat zyn heal andere stnifdninen, dan die ik vroeger gekend heb, bij Bergen.Egmond, IJmniden en Wijk aan Zee. Ean stuifduin is alty'd een half met helm of stroo beiette mislukking, een armzalige poging van de vakschool voor mei?j es. Langzamerhand echter ging de school haar oorspronkelijk karakter verliezen; aan het herhalingsonderwijs, dat aldaar verplichtend was, werd niet neer de hand gehouden en ze dreigde in een gewone naaiwinkel" te zullen ontaar den. Dank zjj e ren wel het ingrijpen van eenige flimke bestuursleden, werd het werk programma weer in o rereenstemming ge bracht met haar vroeger doel. De reor ganisatie vond plaats in 1905 en terwijl de school vroeger tot dienstbode in het alge «een opleidde, leidt zy thans op tot dienstbode-alleen, werk meisje, kenkenmeinje, linnen- of tweede meisje en kindermeisje, De strekking van de later opgerichte kooken huishoudscholen is een geheel andere. De Werk- en Leerschoel had de opleiding van het meisje uit de volksklasse tot dienst bode ten doel, de kookscholen, zoeals de oorspronkelijke naam was: het meisje uit de gegoede klasse huishoudelijke kundigheden bjj te brengen. De eerste inrichting beoogde dus vakopleiding in engeren zin, de tweede soort van inrichtingen niet. Later kwam hierin evenwel verandering. ? De kook- en huishoudscholen wijzigden haar werkpro gramma meer en meer in de richting der eigenlijke vakopleiding. Naast de leerlingen, die meer uit liefhebberij, of wel als laatste voltooiing harer opvoeding de kook- en huishoudscholen bezochten, kwamen nu ook mei «j w, die eenig onderdeel van het hnishondvak tot haar middel van bestaan wilden maken. Zoo kwamen er dus langiamerband aspirant-hulpen in de huishouding, kinderjnflronwen, zelfstandige huishoudsters en leerareseen in koken, huishoudkunde en waschbehandeling. Sommige scholen, niet alle, leidden tevenp, behalre de meisjes uit de hoogere welstandsklaasen tot de boven genoemde vakken en betrekkingen, ook meis jes uit den arbeidenden stand op tot dienst bode. Behalve aan de meeste der zuivere kook- en huishoudscholen worden ook aan 6 der 9 huishoud- en industriescholen, de Vrouwenarbeidschool te Retterdam en de Vakschool te 's-Gravenhage meisjes uit den arbeidersstand tot dienstbode bekwaamd. Aangezien evenwsl bjj deze inlichtingen de huishoid-opleiding niet de eenige, noch meestentijds zelfs de voornaamste is, meenen wij er den voorkeur aan te moeten geven deze scholen te bespreken in n der volgende hoofdstukken en ons hier te beperken tot die inrichtingen, die in het bijzonder gewijd zijn aan de opleiding tot huishoudkundige. De meisjes, die voor volledige Talopleiding de kook- en huishoudscholen bezoeken, kunnen na afloop een diploma verkrijgen, aan de hospitanten echter, die n of meer cur sussen volgen, welke slechts enkele maanden duren, wordt geen diploma uitgereikt. De hospitanten behoorden in dit overzicht eigen lijk buiten beschouwing te blijven, daar bij haar van vakopleiding geen sprake is. Het meerende.l der scholen gaf ons evenwel de menschen om tegen den wind te vechten; en dat meestal met kleine, te kleine middelen. Geheel vrije zeeduinen ziet men toch niet meer in ons land, al in geen twintig jaar. Waar het stuift zijn de menschen er gelukkig dadelijk bij, om erger te voorkomen; dan wordt de scherpe raad, die het duin nog wat schilderachtigs gaf, dadelijk afgerond, om den wind geen vat meer te geven. En dan voor een planten Triend hoe mooi lij de duinen vindt zijn nog veel mooier de >annen met hun rijken plantengroei, Met hun )loeiend wintergroen, gentianen, parnaskruid en orchideeën. Van boven gezien, ligt zoo'n diep groen meer midden tusschen de lenvels, zoo verlokkend van vruchtbaarheid >n schoonheid, dat ik niet alleen kinderen leb hooren juichen bij het onverwachts ont dekken van een goede natte pan. En die ichatkamers van de Nederlandsche flora, waarin vaak verborgen is wat aeret in de Alpen,of Schotsche bergen of in een ander kalkand is terug te vinden, die sprookjeslanden van de beginnende natuur vrienden, kunnen niet bestaan blijven in de buurt van sterk stuivende duinen. Daarom ook vond ik het zoo treurig, dat nist die pannen zoo vaak voor aardappelland worden gebruikt; twe», drie jaar lang, om dan, voorgoed bedorven, een ware stuif boel te worden; en daarom vond ik het ook zoo jammer, dat bij het besossehen van de losse duinen, ook het bederven van de pannen schijnt te behooren; bederven" dan in botaniechen zin gebruikt. Ontgonnen wordt ook de heide; zoo inten sief tegenwoordig, dat er binnenkort geen heide althncs geen mooie vochtige heide meer in ons land ever zal zijn. En nu kan ik het zelfde liedje zingen. Geloof mij, ik voel de schoonheid van de heide heel aterk, even zeer als van de duinen. Ook daarvan heb ik jaren geleden al in een boekje eerlijk en van ganscher harte getuigd; en toch, ik zie vaak met genoegen ontgonnen heide. Maar ook hier is er verschil tusechen heide en heide evengoed als tussehen een mooi natuurlek begroeid zee- of binnenduin en een stuifduin. Er liggen ook pannen op den heide; fan die halfdroge ondiepe poelen en kommen waar de plantengroei net zoo mooi en belangwek kend is als in den duinpannen, waar de groote oranje arnica en de kleine rose veenbes groeit; net miniatuur-cyclamens, waar de grond van het voorjaar tot in den hetfst aantallen op van hospitanten plus leerlingen voor volledig onderwijs, zoodat een scheiding tusschen de eersten en de laatsten door ons niet kon worden gemaakt. De Werk- en Leerschool te Amsterdam (büden aanrang 2 scholen, die later tot n versmolten) werd opgericht in 1808. Aan vankelijk telden beide scholen 62 leerlingen. Tnsschen het oprichtingsjaar en het jaar der reorganisatie zijn ons geen gegevena bekend. Sedert 1905 weten wüevenwel dat 527 leer lingen de school bezocht hebben, dieuitteraard alle vakopleiding beoogden te verwerven; 150 van dezen werden gediplomeerd. Ruim 80 jaren na de oprichting der Werk en Leerschool verschenen de eerste kook- en huishoudscholen. Thans bedraagt het aantal 10; van 9 dezer inrichtingen zijn wij instaat iets naders aangaande de aantallen leerlingen mede te deelen. Tevens zij hier nog opgemerkt, d»t de gemeentelijke kookcnrsussen, de cursussen uitgaande van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen en van den Volksbond tegen drankmisbruik, die ten doel hebben het meiije uit de volksklasse eenvoudige en degelijke maaltijden te leeren bereiden, hier buiten beschouwing blijven, daar ze geen vakopleiding beoogen te geven. De Amsterdamsche huishoudtchool werd opge richt in 1891; vóór 1904 konden geen ge gevens worden verstrekt. Van 1904 tot 19.0 steeg het aantal leerlingen van 193 tot 407 (de hospitanten meegerekend), terwijl het aantal uitgereikte diploma's (dat ongunstiger lijkt dan inderdaad i», omdat de hospitanten geen diploma kunnen verwerven) toenam van 07 tot 132. De kooktchool te Rotterdam is eveneens in 1891 opgericht. Vóór 1901 werd ze door pl.m. 780 leerlingen bezocht; na 1901 be draagt het aantal per jaar 150 a 160. Het meerendeel der leerlingen volgt de cursussen die 4 of 8 maanden duren; daarvoor worden geen diploma's uitgereikt. De Nijmeegtche Huishoudschool in 189 i ge opend met 73 leerlingen, telt thans 227, waaronder evenwel een overwegend aantal hpspitanten moeten zijn, daar het aantal uitgereikte diploma's varieert tusschen 4 en 12 'sjaars. De Kook en Huishoudschool te Arnhem werd in 1894 opgericht. Tot l Januari 1911 werd ze bezocht door 3162 leerlinger, terwijl er 88 de school met diploma verlieten. Daze 88 diploma's werden uitgereikt voor volledige opleiding. De grootste meerderheid der leer lingen waren hospitanten die geen diploma kunnen behalen. De Kook- en Huishoudschool te Groningen is opgericht in 1898. Sedert hebben 1978 leerlingen de school bezocht en behaalden t r 137 een getuigschrift. De Hui»houdschool Laan v. Meerdei voort te '«Oravenhage, werd opgericht in 1899 met 97 leerlingen, welk aantal in 1910 tot 419 was, de hospitanten inbegrepen. lllinilllllllllllllllllMMIIIIIIIIMIIlll bedekt is met vliegvangeitjes en in Jnni op de natste plekken bleek blauwe lobelia's bloeien; en waar in den voorzomer en som s nog in September, als de droge heide al violet gaat worden, die leuke watjes van het wolle gras op lange stelen, wapperen in den wind. En die heidepoelen «et1 hun grutto's en tureluurs liggen te midden van heerlijk gol vende heidevelden, rqk begroeid met struikheide, forsche slanke planten met knoestige oude stammen van een manspoh dikte; ofbeplekt met zwartgroene jeneverbessennog gril liger dan de hagebenken in het Bentheimer Bosch; heide, waar groote brems trniken groeien en hier en daar een zilveren berk bij een moeveld staat, waar zich hoogveen vormt en op droge plekken grove dennen en eiken uit wild zaad opschieten. Dat is de levende heide en juist die wordt het eerst tot roggeveld en weide gemaakt. Wat er over blijft, is de droge, efien, vlakke, saaie schapen plaggen heide, zooals die nog hier en daar op de Ve lnwe aan het spoor ligt en in Drente op vele plaatsen ver er af. Als ik die schapen- en plaggenheide met de veel beteekenende roode paaltjes zie bezetten, treur ik met. Nog onlange, in dit voorjaar, het was een van de dertig goddelijke Meidagen die ons dit jaar geschonken heeft, liep ik er met een schilder, met wien ik daar door een toe/al kennis maakte, over te praten. Een zomerbuitje van vijf minuten had 's morgens alias eventjes afgestrft en besproeid. Wij wandel den midden in Overysel over de heide en langs de mooie poeltjes met zonnedauw en wollegras, waartusschen brokken pas ont gonnen hei lagen; nu sappig groene weide met roodbonte koeien er op, die lekker ston den te soezen en lui van de warmte op hun pooten hingen aan de plas. Op een efien stak nog onontgonnen heide met duidelijke vierkanten van gestoken of gekeerde plaggen, kwam een kudde schapen aanzetten, met herder en hond. De geelgranwe vachten vervaagden in de grijsbruice heide, grijzer nu nog van de verdroogde bloempjes van den vorigen herfst. Dat was ook mooi door de vaag heid en de zwakke ver vloeiende tinten.Van het een gleed het oog op het ander. Links detroostelooze, bloemarine vlakke vale heide met zijn '; nuance van grijsen bruin. Het aantal uitgereikte diploma's steeg van 13 tot 43. De Huishoudschool te Breda is geopend in 1899. Tot 19.5 kan geen aantal leerlingen vermeld worden. Sedert 1905 werd de school bezocht door 318 leerlingen. In 1909 werd een aanvang gemaakt met de opleiding tot huishoudster, zoodat de eerste diploma's pas in Juli 1911 kunnen worden uitgereikt. Met de opleiding voor dienstbode (2-jarige cursus) is in 1910 een begin gemaakt. De Nieuwe Huithoudtchool te Amsterdam is opgericht in 1904. Het aantal leerlingen daalde van 438 tot 352, het aantal voor vol ledige opleiding ingeschrevenen van 154 tot 101, het aantal gediplomeerden van 68 tot 34. In 1906 werd de Huishoudschool te Middel burg opgericht. Gedurende het jaar 1909 waren er 31 leerlingen, waarvan 24 voor volledig onderwijs en 7 voor enkele lessen. Verdere gegevens ontbreken. Aangaande den tegenwoordigen werkkring van de gediplomeer ie oud-leerlingen der bovengenoemde inrichtingen is ons niets bepaal ds bekend. De oprichting van een £tmiddelingsburtau voor gediplomeerde huis houdsters bewijst echter dat velen in het beroep van huishoudster, hetzij dan in een particulier gezin, hetzij i» de eene of andere inrichting een bestaan wenschen te vinden of reeds ge ronden hebben, terwijl de Bond van leeraretsen ky htt huishoudonderwifi aan toont, dat vele gediplomeerde oud-leerlingen als leerkrachten aan kook-en huishoudscholen hare verworven kundigheden productief maken. (Wordt vervolgd). ANNA J. JUNGMANN, Heer. van het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid. 3) Overgenomen uit: Het college van curatoren der stadsarmenscholen (1797-1860) en de Openbare Werk- en Leerschiol voor meisjes te Amsterdam" door Jeaanna W. A. Naber. AlrDB^DBI. Mattlott. Nieuwste nieuws op hoedengebied, reus achtige matelot?, niet gelijk het vorige seizoen met een wanstaltig grooten bol, maar normaal van hoofdvorm en zeer breed van rand, een rand plat en recht met een omvang van een molensteen uit een niet al te groote korenmolen. Fn deze hoeden, vermoedelijk een Engelsen bedeksel, kleeien sober en sjiek. Hun vorm is zeer natuurlijk en strak, ze worden ge dragen zonder andere versiering dan een glad, zwart lint, en ze passen uitmuntend bij tailor-made costnnms en ranke toiletten met weinig garneering in den trant van Liberty. Er blykt hieruit al weder dat aan het natunrlyke en eenvoudige doorgaans een veel langer leven beschoren is, dan aan wat grillig is en barocqne. De matelot is misschien het eenige In het midden de heidep!as mat witte wattenpluimen met roode koekoeksbloem en rose orchidee en pollen van haarmos en veenmos in alle tinten van bleek sapgroen, o rer fel grasgroen tot echt goudbrons toe; aan het open water, tnsschen, jonge rietstengels en een paar knot wilgen: het spiegelbeeld van den hemd, blauw met wit. En rechts weer het jonge hooger gelegen grasland, pas van dorre heide gemaakt, met zijn jong bonkig vee aan de plas. De schilder woonde hier, was hier neer gevallen een jaar geleden, omdat hem die trits van schoonheden trof, had er zijn schildersten*je gebouwd en er veel gewerkt. Daar komen die vratige schapen naderbij; zie ze scheren en rukken, er blijft niets over dan bomt. Ik luchtte mijn hart tegen den schilder. Hoor ze schrapen en knagen aan het heidekruidl en zie waar ze geweest zijn,blijft geen jonge spruit of groen topje staan, of er een toom kippen in een slabed aan den gang was, zoo grondig werd alles weggevreten, af gerukt. O die schapen; die hebben onze mooiste heidehoekjes vernield, voor altijd bedorven; zij en de plaggenstekers zijn er de schuld van, dat je sommige menschen van tijd tot tijd gelgk moet geven als ze zeggen, dat de heide een beeld van groote armoede en geweldige verlatenheid is, waar alleen in het voorjaar een enkel geel stekelbremmetje bloeien wil en nog wat dnivelsnaaigaren en anders niet. Dat is de schapen heide l Zie daar naast, dat volle levende weiland aan de kleu rige plas, met die sloome zware beesten er in. De schilder lachte; zei: Je had schilder moeten worden." Ik beweerde van niet, en waarom. Och, kom," zei hij: Ga even mee, hier in dit schuurtje vlak bü. Dan zal ik je wat laten zien, wat ik anders niet graag laat zien. Schildeiijen, die niet af zijn. Als ze klaar zijn, zal ik je wel eens foto's sturen." En daar stonden ze op ezels, glimmend van de natte verf: de armzalige schapenheide met de magere, groezelige, vretende, afrukkende elkaar gulzig opzydawende wolballeu met hu a skeletachtige witkoppen. Of ze leefden, zoo haatte ik zei En daarnaast, heel sterk hoedenmodel, dat zich door alle tijdperken van mode uit de laatste veertig jaar handhaaft. Het model verandert weliswaar telkens en weinig in overeenstemming met de tijdsomstandigheden, maar blijft nochtans in zijn natuurlijken en prettigen hoofdvorm intact. Het heef c ook (wie weet het niet?) het voordeel van nagenoeg iedereen goed te staan en bq elke kleedjj te passen, zelfs de samenwerking met de japecnlotte, indien deze ons beschoren zal zijn, behoeft ze niet te vreezen. *»* Gebrekkig. Prins Hendrik," vertelde een journalist aan een dame, met wie hij wandelde, heeft aan zijn rechter voet maar de helft van z'n teenen!" Och I"... zei ze meewarig, hoe onge lukkig! En hoe komt dat?" Wel," hernam hij, de andere helft heeft hij aan z'n linker voet." ??* Druk. Heat ge 't spoedig druk 1 Klaagt ge er over? Hier heb ik dan een goed voorbeeld om n aan te spiegelen. Een Londensch ge neesheer heeft onlangs eenvoudig weg aan een journalist medegedeeld, dat hij gedurende het afgeloopen jaar achttien-duizend patiënten heeft behandeld, dat wil zeggen gemiddeld negen en veertig per dag. Achttien-dnizend klagende stemmen te hooren, bedrukte ge zichten te sien.... is 't wel doenlijk voor een gewoon normaal mensch? Hage-raad. In een dorp in Noorwegen, had onlangs een zeer eigenaardige gemeenteraadsverga dering plaat». Er moest een gewichtig en dringend besluit genomen worden, waarvoor een avondvergadering noodig was, maar toen al de gemeenteraadsleden aanwezig waren bleek, dat de sleutel van het gemeentehuis zoek wac. De voorzitter echter was een doortastend man ... hu maakte korte metten, liet alle heeren plaats nemen op den stoep van 't gemeentehuis, en improviseerde met zijn wandelstok een hamer... en zoo werd be-, raadslaagd en gestemd, 't Was geen hagepreek maar een hage-raad. Simson op vleugels. Een van de sterkste dieren, die er bestaan is naar verhouding de bij. Zjj kan zander de minste moeite, terwijl zij op haar teere vleugel tjes met een spoed van tachtig kilometers in het uur door de lucht zweeft, tweemaal haar lichaamsgewicht aan honig vervoeren. De eerste aviatenr de beste, die haar dit stoute stukje nadoe t.krügt van de Fransche regeering het grootkruis van het legioen van eer. ALLBGEA. van kleur twee stukken n met staande, n met liggende koeien: de jonge sapgroene weide, waar hier en daar het purperen heizand nog door heen stak, met de gezonde boerenbeesten er mooi ingeplant; prachtig die twee dieren bukkende aan het water; geen volle glansdieren als van het Kampereiland, maar jong, spierigen beenig met vorm in der lyf; roodbruin bont tegen een zwarte met witte en tegen den plas; die terug spiegelde zijn geleende hemelsblauw, tegen het wit op de roode koeienlijven, dat ze met paars licht bestreken schenen. Net zoo had ik ze zooeven gezien! Ik moet lang en met zichtbaar genoegen naar die schilderijen gekeken hebben, waarvan het origineel voor me lag, b\j het even heffen van het hoofd. De schilder had er zijn pret in; bemerkte dat ik begreep wat hij gewild had en pakte uit over zijn heerlijk vak hier en over het licht van ons mooie land. Daaruit be greep ik weer, dat ik nooit een goed schilder zon geworden zijn. Ik zou de arme afgevreten kale heistompen er bij geteekend hebben om de schapen aan te klagen; niet zoozeer het licht op de koppen. Hij, de schilder, bracht er treurigheid, eenzaamheid, armoede in met licht en donker en met een groot nevelig verschiet. Kijk, deze zelfde zon schijnt op de oude kale plaggen-heide, op het meer en op de jonge weide, en wat een verschil in effect en stemming. Het oude doode in de wereld ver dwijnt, door de mensen, die kleur en vrucht baarheid en leven wil zien. Het moet zoo zijn! Maar laat voor ons, natuurvrienden, hier en daar een plekje over, een dertig, veertig hectaren van de mooiste golvende heide met den en berk, en hooge bremstruiken en jeneverbes. Spaar ons ter herinnering ook een poeltje met vetkrnid en zonnedauw en lobelia uit, en maak verder de dorre, vlakke hei tot wei of bosch. De schilders hebben al gezorgd dat die een zame schapen-plaggenheide niet uit ons menBchen-hengenis verdwijnt. E, HEIMANS. Oude Heide. Naar een schilderij van F. van Kregten. Nieuwe Heide. Naar een schilderij van F. van Kregten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl