De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 2 juli pagina 12

2 juli 1911 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

12 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R N E D E R L A N D, No. 1775 sooalB die van de spoorwegen duidelijk heeft bewezen, een belangrijke verhooging der on kosten met aieh zal brengen «B de rentabi liteit vw de belegging van het premie-kapi taal door onvoorziene omstandigheden minder gunstig kan worden, dan zon daarvan het gevolg zijn, -dat het finantieel resultaat zóó geriBg is, dat aan de verzorgingskas weinig of niets ten deel valt, in welk geval het staatsbudget voor het ontbrekende zou moe ten worden belast. Da« ml mes de premiën moeten yerhoogen, wat een geldeljjk nadeel zou »jjn voor de Itali»tt£B, die tot dnwer Uy particuliere maat schappijen waren verzekerd en nu ernstig bezwaar maken zich bjj het staate-instituot te verwkeren. Ook de juridische ajjde der kwestie schijnt bedenkelijk. Volgens de grondwet is ieders eigendom onvoorwaardelijk onaantastbaar. Indien echter het algemeen belaag het eischt, kan de eigenaar tegen billijke ichade vergoe ding worden verplicht van zijn recht afstand te 'doen. De vraag il nu, of in het onderhavig geTal werkelijk onteigenen in iet algemeen beltng kan worden geeisckt ea of 't niet in strjjd met de grondwet en het burgel|jk wetboek is, wanneer aan de verzekeriagmaatHchappijen de verdere uitoefening van haar bedrijf in Italiëwordt verboden, zon der dat haar voor hare veeJjftrige werkzaam heden «n reclame-kosten de geringste ver goeding wordt toegekend. Vele maatschappijen in Italiëzy'n eerst sedert betrekkelijk korten tjjd werkzaam en hebben wel greote onkosten, doch nog geen noemenswaardige winst gemaakt, lomtjjds zelfa met verlies gewerkt, in het vooruitzicht, na een zeker aantal jaren de vrachten h «r er werkzaamheid te zullen plukken. Volgens de nienwe wet, kannen zy na voor goed die hoop laten varen en indien daardoor hare positie zóó ongunstig wordt, dat zrj hare verplichtingen tegenover de verzekerden niet kannen nakomen, worden oek deze laatsten gestraft, daar de Staat elke aansprakelijkheid voor het nadeel, door hem toegebracht, afvrgit. De belanghebbende buitenlandsche maatBcbappgen hopen natanrlijk op de verwerping van het wetweeratel. In Italiëzelf it, nu 8MB de bijzonderheden van het ontwerp kent, door, verschillende mannen van gezag op bat gebied van «eonomie en financiën een bepaaldelijk afkeurend oordeel erover mitgeeproken, o. a. door Ercole Vidari, Augusto Graaiani en Luigi Ernandi. De Kamer van Koophandel te Milaan, Ver et ie, Genua en Florence spraken haar oordeel uit in de volgende motie: In aanmerking nemend, dat het wetsont werp Nitti de individneele vrijheid bedreigt, het eigendomsrecht coifisceert, het streven naar voorzorgen (reeds in het ItaliaanEch velkgleven beperkt) verzwakt, hetgeen de betrokken minister stilzwijgend erkent door dien hij dan deelnemers het beroep op de gerechtigheid, de meest belangrijke basis der beschaafde maatschappij, ontzegt, spreekt de Kamer den wensch uit, dat het parlement deze in menig opzicht gevaarlijke wet verwerpo". De onvermogende klassen der Italiaansehe bereiking tjjn {ot dgaver, wat de wetgeving betreft» «iet verwend. De arbeider kent nech den Mgtn v%n ri«kte-vwzeketiog, noch het rvstif gevoel, dat voer zMm ouden dag is gezorfd. Betatrere» »*» Giolltti, hierin verbetelingte brengen, verdient waardeering, het mid del echter, tot bereiking van dit doel door hem gekozen, nl. de onafscheidelijke verbinding met een itaattmonepclie, dat even gehaat als financieel gevaarlijk"" ie, wordt streng veroordeeld. V««r het vreemde kapitaal, in Italiëbeleg l, wordt dit wetsontwerp al» een ernstige be dreiging beschouwd. Want wat thans met de verzekering-maatschappijen gerchiedt, kan IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIUIIIMIIIIIIIIIIIIIIIlMlllllllllllllinillllllllllll Brieven van OomJodocns. c. Waarde Neef! Ik ben op mijn ouden dag toch in een zonnige stemming en ik neem de pen niet op zonder een zachteu glimlach. Welk een voorrecht ervare ik, welke zegening is niet mijn deel? Daar zet ik als eertijds de Centurio, de hoofdman over honderd, met een streelend zelfbe hagen de Romeinache C. boven dezen mijnen brief. Negen en negentig malen was het mij mogelijk je door mijn pen te schragen of je met dezelve den weg te wijzen, dien je maar al te vaak niet hebt ge volgd, Nu vat ik haar voor de honderste reize op, en je lieve Tante heeft haar om dit heuchlijk feit te gedenken van een nieuwe en echt gouden pen voorzien : de gulden woorden die gij schrijft, manlief," zoo lachte ze mij van over de theetafel toa, zullen nog eigenaardiger uit het edel metaal, dan uit Ferry's staal vloeien." En de verstandige vrouw heeft er gelijk aan: het is «en gouden feest, dat op waardige wijze moet worden ge vierd en het is mij dan ook te moede alsof de zon der toekomst mij met hare gulden stralen overgiet. Bijzondere dagen, niet alleen voor mij. Daarginds aan de overzijde van de Noord zee werd een edel vorst te midden van morgen andere Italiaaniche ondernemingen, die met buitenlandeen kapitaal werken, tref fen en daarom ziet men in de aanneming van deze wet een groot gevaar, ook voorltalië'a handel en industrie. 30/6 '11. v. D. S. Een Miitwït, Tot voor een paar jaren scheen die alleen in de verbeelding van een Daitsehen blij spel-fabrikant bestaan te hebben. Doch nu is bjj er, en goed ook; want het is te voor zien, dat die huwelijksmarkt jaarlijks ge wichtiger wordt. In 1902 meenden de meiejea van Ecaussines (een dorpje in Henegouwen) dat ze het zoo vreeselij k eenzaam hadden. En ze verlangden naar een man. Maar in hun dorp, dat onge veer duizend zielen telt, konden ze hun gading niet vinden. Een groot bezwaar was dit echter niet. De meisjes van Ecaussines hebben initiatief, en herhalend wat een zekere Mahomet reeds eeuwen vroeger ver kondigd bad, zeiden ze: Als de berg niet tot Mahomet komt, gaat Mahomet naar den berg". In het heilige vuur van den eersten geestdrift, overstroomden de meifjes van Ecaussines Belgiëen ook het buitenland met nitnoodigingen voor een goüter matrimonial", waarop jongens en meisjes met elkander kennis konden maker. Het was dadelijk e tn succes monstra". Tienduizenden kwamen dat eerste jaar naar Ecanssine?. Hoevelen er daarvan getrouwd z^jn, zegt de geschiedenis niet. Wel, dat ieder jaar het haweljjksfeeit in kwestie meer bezocht wordt, en hèt aantal huwelijken gesloten te Ecausaines en in de omliggende dorpen, de laatste jaren merkelijk gestegen it. Te Ecaaseines noodigen de meifjes das de jen&eng uit. Daar moest natuurlijk door het sterke geslacht op geantwoord worden. En zie, heel dicht tegen Ecaussines ligt het plaatsje Korqaièrep. Daar, in Rorqaièreg, wonen vele jongemannen, wier jeugdig bloed SOMS gejaagd begint te kloppen en die op ommi&e oogenblikken een sensatie van oneindige verlatenheid over zich voelen neerkomen.Dan droomen ze van het lieve vrouwtje, dat ze gaarne naast zich zouden zien, en aan wie ze zouden kunnen schenken al de teederheid van hun levenslustig en liefde vol gemoed. De eenvoudige logika zou hen dus naarEoaussines moeten drjjver. Doch wvi menschen zy'n nu eenmaal zoo: de eenvoudige dingen gaan we voorbg en het lijkt er wel naar, of we gaarne de moeilijkheden zoeken. De jonge mannen van Rinquières gingen dat niet naar Ecauasinep, d. w. r. ze kwamen wel feestvieren ieder jaar in dat dorpje, maar hun vrouwtje kozen zy er niet. Ze wilden óók hun huwelijksmarkt hebben. En ze stichtten een vereeniging met een melankoliek-ironiesch kliakenden naam: Lsa C libatairea Repentants". Of ze concurrentie doen aan Ecauseines ? Ik geloof het niet. Want een trouwlustig hart, dat te Rorqui res zy'n smachtenden liefde-dorst niet kon stillen, gaat naar Ecaussines, en vicc-versa. Zoo worden de kansen van welslagen ver dubbeld, en niemand kan daar kwaad in vinden l Sinds verleden jaar heeft Rorqu'ères dan inegelyks zijn gcü;er matrimonial". Dat het er jolig toegaat, kan ik u verzekeren. Ik ben er Pinkster-Zondag geweest. De Waal is van nature joviaal en geestig; hu ont vangt u met een openhartigheid, die aan genaam en tevens vreemd aandoet, a's men een oogenblik geleden nog in aanraking was met den meer teruggetrokken, wantrouwigen Vlaming. Duizenden en duizenden waren toegeko men van de omliggende plaatser. Van Brus sel was een volle trein bezoekers aangebracht. Er heergchte in het dorp een leren en een zijn volk met ouderwetsohe praal ge kroond zoo aanstonds zien wij in ons midden het niet minder edele, hoewel dan niet vorstelijke hoofd eener andere natie, voorafgegaan als het ware door een schare vermetele lucht veroveraars terzelfder tijd roepen wakkere Utrechtsche jongelingen ten koste van het geld hunner, gelukkig vermogende vaders, de herinneringen wakker aan een tijd toen het vorstengezag meer dan ooit eerbied afdwong,?en onderwijl, onver moeid en ongestoord, niet af te trekken van de behartiging van 's landsbelang, ondanks zomerhitte en zomergenoegens, bespreken de vertegenwoordigers onzes volks de belangen der zieken, zwakken, Armen en ongelukkigen. "Welk een verhe ven, ja verheffende indrukken komen zoo van alle zijden onze zoo vatbare ziel bestor men. Het is bijna te veel voor n menscb. Dies hebben wij ons verdeeld. Tante is met de Tabanan naar Spithead geweest. Zij houdt van de zee en van de marine en zij heeft genoten. Het was dan ook een uitgelezen gezelschap als ik de Nieuwe Courant raadpleeg, wier correspondent er heel wat Rotterdamsche Hagenaars of Haagsche Rotterdammers opmerkte. Tante onderschreef dan ook gaarne zija enthousiaste be_schrijving van hetgeen hij gezien had, en ik wil je de onderhoudende schildering van al dit vlootschoon(?een variant, mijn waarde, op het land- en stad-schoort, waarmede men ons tegen woordig vervolgt) niet onthouden. Stuk voor stuk kon men de schepen van de verschillende naties eens goed opnemen. Da meeste zijn net als de Engelscheoprlogsbodems.donker-grauw; De Argentiniër en het Zweedsche oorlogsschip de Fylgia zijn wit. Het Oostenrijksche oorlogsschip Eadct^ky is van een vuil olijfgroene kleur. Bij het passeeren van de Amerikaansche Delaicarc keken we nog eens naar de masten, als van gevlochten staaldraad (latticework), met Eifeltorens. De Duitsche Van der Tann viel op als het grootste der vreemde oorlogsschepen. De Franschman Danion is anders ook een heele baas, met zijn vijf schoorsteenen. Dat is een slagschip, terwijl de Duitscher een pantserkruiser is, maar die in waarde toch gelijkgesteld wordt met een slagschip," Ik begon te watertanden toen ik het beweging die voor een teel jaar moesten vergoeden de droomerige stilte, welke dag aan dag neerhangt over de bochtige straat jes en de golvende velden. Op het programma stonden aangegeven bezoeken aan LaFöt de la Houssière" wereldberoemd ( k had «r nooit van gehoord!) door zijn drmdsn-steenen en zyn - Cbapelle des Amoureus". De legende wil, dat ieder jong mei ja, die in de kapel gaat bidden, binnen tijdsverloop vaa een jaar getrouwd zal zy'n. Die kapel wordt zeer veel bezocht, het heele jaar door. Of ieder meisje haar wensch verhoord krygt, wordt niet vermeld. Ook in de Caverne des Philosophe»" ben ik ingegaan. Er stoet aan die benaming niet de minste wy'sgeerige gedachte gehecht wor den. Men zou allicht maenen dat die grot," tot meditatie-plek van droefgeestige filosofen dient. Men make zich geen illusies, want... Rorquières is bet land van de kalkoenen. Die worden er sinds ecu ven gekweekt en van daar uit naar alle windstreken verzonden. Wellicht hebben een paar honderd j «ar ge leden de bewoners van Rocquières opgemerkt, dat de kalkoenen neiging tot filoscfderen vertoonden. Zeker ia in ieder geval, dat ze hun den naam van philosophe^" hebben gegeven. En uit den titel Caverne des PMlosopheb" mogen wij dus afleider, dat de kalkoenen zich by' voorkeur op die plaats ophielden. Die caverne nu is een nogal diep en donker hol, laag gewelfd. Om erin te geraken, moet men zich van een kaars voorzien, waarvan de kosten zy'n tien centiem. Duizenden gaan binnen en hy die de kaarsen aan den ingang' verkoopt, wry'ft zich '4 avonds in de handen. Jongens en meifjes willen het ,,'olletje" meemaken, en dat geeft me by' het binnen gaan een geschreeuw en een gegil van bange of misschien slechts uiterlijk bang scby'nende dame?, vermengd met bulier gekc'i en aan moedigingakreten van vroolyke heerer. In de grot zelf wordt het een gegichel en een gekraai dat hoorec en zien vergaan. Eomieschvertrokken zyn de gelaten by het bnitenkemen, en bij de meisjes kan men een trek van spijt bespeuren, omdat het zoo gauw gedaan was. Al het naar de grot toegestroomde volk neemt thans plaati op groote, rudimentair versierde schuiten die naar de kom van het dorp terugvarep. Helder klinken de gezangen over het water. Aan weerszijden van het kanaal rijzen schuin de hellingen op. Ia de verten spieleen fabriek-tchoorsteenen talrijk omhoop, en de hemel schynt er te ruaten op wattige pijlers. Brieschend trekken de uitgeputte paarden de schuiten voort. Een orkest op een der barkassen py'pert zijn lolligste deuntjes uit, en de voeten trappelen, en de kelen zingen hoog-op, met gebaren, lac ii ver wekkend door gewilden ernst. De schuiten leggen aan. Fen fanfare begint een springende mareen en de heele feestvie rende massa host mee naar de Groote Markt. Daar moet de eigenlijke ceremonie plaats vinden. Het krioelt er van volk. De aanblik is waarlijk schilderachtig. In den achtergrond ry'st de sombere, oude kerk op, in drie ver schillende stijlen, als dreigend aanschouwende de jolige menigte. In het ronde: lage huif jee, wier vensters met vrouwen- en kinderhoofden als bezaaid. En op de opene plaats het van on geduld trampelende, zingende en kryEchende volk. Redevoering van den burgemeester Van Rorquières, die allen tot trouwen aan ze*. Want, zegt hij, het is toch zoo droe\i^ als je een oude vrijster of een Buikeroom blijft. Waarom niet trouwen? Het is zoo gemakkeiy'k en je hebt er zoo veel genoegen var." Goed zoo, meneer de burgemeester, dat heb je goed gedaan. Ea allen juichen en lachen. Maar opeens wordt me dat een paniek! Goeie Hemel! Een paar manden vol met broodjes met kalkoen-lever waren aangebracht gewor den. Als bewogen door nzelfde gedachte, iHilliiiitiiiiiiiMlitimiiiiilllllMHimiiiiimimiiiiimiiiiiiMiMiMmiiiiiiii las, en er kwam iets van verontwaardi ging in mij boven toen ik uit een brief van Annet die natuurlijk de studen tenfeesten bijwoont de zeker uit de kranten overgenomen bewering las over de kleurenliefde en het kleurgevoel der middeneeuwers, dat wij nu niet meer zouden kennen. Alsof deSpithead-enthousiast der Nieuwe Courant daartegen niet een schitterend bewijs leverde! Mijn deel aan het drukke publieke leven dezer dagen was de Kamer en zal Fallières zijn. Theo had mij gewaar schuwd: Als u eens wat moois wilt zien, waarde heer", zoo schretf hij mij verleden week, dan moet ge de Kamer zitting komen bijwonen. Gij zult de meest treffende en schitterende bewijzen zien hoezeer ons politieke leven reeds doortrokken is van den zuurdesem des Christendoms". Ea ik heb het gezien mijn beste. Ik had mij al ongerust ge maakt bij het lezen van het voorloopig verslag over de ziekte-verzekering, omdat men algemeen over het stelsel van vriend Talma niet goed te spreken bleek. Zouden wij dan bij de stembus met ledige handen moeten komen te staan; die angstige vraag was bij mij opgerezen. Maar ik had niet het zij mij niet te zwaar aangerekend! aan de kracht der Christe lijke liefde gedacht. Velen van ons zijn reeds sinds vele jaren door vriendschaps banden met minister Talma verbonden" zoo hoorde ik de edele Van Vliet zeggen en toen begreep ik wat Theo had bedoeld. Daar brachten als, misdadiger ge dachtenis! in 178't de vertegenwoordigers der Fransche standen de broederen al hunne overtuigingen, voorrechten en vooroordeelen. op het altaar der Christe lijke politiek. Verhaven schouwspel! Als door een onzichtbare hand bewogen, wiachten zij hunne oude verklaringen uit met het eene oog vriendelijk hun ouden vriend Talma, met het andere hoopvol het naderend verkiezingsjaar aanblikkende. Theo, die mij zag zitten, kwam in de diplomatenloge even bij mij om mijn compliment aan te nemen voor de schitterende wijze waarop hij dat met Talma en scène had gezet: en hij wees mij met leedvermaak op de teleurgestelde gezichten der linkerzijde. Tegen de Christelijke politiek in haar schoonsten en meest waarachtigen vorm kunnen zij toch maar lekker niet op", fluisterde hij, vooruitgedreven door nzelfde macht, stor men de menschen op de manden toe. Er wordt gevochten om die bïoodjes. E a dat op een feest van de liefde! Woelig worstelen ze met elkander, de handen wanhopig uitstrek ken! naar de manden. Honderden broodjes gaan verloren en worden vertrappeld in het (tof, door den zooeven neergeplaaten regen tot papperig slijk gemaakt.. ... Thans maar voortgefeeet l Naast de kerk wordt een bal in open lucht georganiseerd. Aan dtn eenen kant: zware, diepe ernst; ain dtn anderen: uitbundige, tootneloDze v:eigd. Wat verder slingert de faracd Ie" woest de straatjes door. Fanfares doorkruisen bet dorp, een springende bende achter zich. Eenige paartjes zonderen zich af; ze hebben behoefte f an alleen-zyn! De wederiijdeche genegenheid groeit etenderoogen aan, en bij het langzaam aaadonkeren van den avond zullen de geliefden elkaar ongetwijfeld de zoete verklaring doen. Ver' weg van het gewoel in het dorp, in een stille, afgelegen herberg, voel ik o m mij zweven de sereene avondlucht. Vredig zygt de kalme duisternis neer, en de pyportonen die deor een zacht windje tot my aange dragen worden, Echy'nen me toe te komen als uit een verre wereld, die mijn gedachten niet juist kunnen aanduiden. Tnans is het goed de balsemluc'it op te snuiven en in u op te nemen de verkwikkende leefkracht, die om u hangt. ? Die huwelijksmarkt van Ronquè-es geeft praktische muit at en. De pastoor heefi het my ooljjk-glimlacheni gezegd: het aantal huwely'ken neemt me keHjk toe, En de bur gemeester van het dorp houdt zorgvuldig nota van al de paren die jaarlij k', door den goü'er matrimenial' elkander trouw ge zworen hebben. De jonge dames van de beele wereld zijn trouwens welkom in het lieve dorp. Dit is geen aansporing, maar een mededeeling. P. ABRAHAM. Antwerpen, 17 Juni 1911. 1813-1913. De oproep eenige weken geleden in de nlliiMiiniiliiHiiiiiniMHllllllllMillliliiiiiiiiiitiilllilllliiiillliliiiliiiiliiiiiiiililllllllliliii dagbladen, geplaatst om bezitters van brieven en andere bescheiden, betrekking hebbende op de gebeur ten ween i o N o ve moer 1813 te Amsteidam, uit te noodigen deze tijdelijk af te staan, ten einde gebruikt te worden bij de saxenstelling van htt Gedenkboek van, de bevryding van de Fransche overheersching, heeft reeds een gunstig resultaat gehad; dankbaar constateert de Commissie reeds eenige zendingen -sooxrel uit Amtteidam, als uit de provincie. Dankbaar, dcch niet voldaao. In particulier bedt moet zich toch nog veel meer bevinden, wat voor de schrijvers van de geschiedenis van de hoofdstad in 1813 van be ang te echten i*. Er zullen zich toch onder de familiepa pieren van het thans levend geslacht zeker nog schrifturen of dagverhalen bevinden van ouders of grootouders, die, met de bekende nauwkeurigheid van onze voorvaderen, uit voerig hebben opgeteekend wat in de onrustige dagen van de laatste maanden van 1813 en ia 't. begin van 1814 te Amsterdam is voor gevallen. zy, die het ve trek van de Franschen uit de hoof»tad by woonden, hebben, het lijdt geen twijfel, daarvan bijzonderheden mede gedeeld in hunne brieven. Nu heeft menigeen bet verzoek van de Commigde gelezen, velen naar wy hopen, hebben zich voorgenomen hunne familie papieren voor het bekende doel eens door te snuffelen, dcch by velen b Ie t f het slechts een voornemer. Tot deze laatsten richt de Commissie het verzoek het niet by' plannen te laten, doch haar spoedig te verblyden met de toezending van wat er uit de bedoelde perioden gevonden mocht worden; slechts door medewerking van velen zal het mogelyk zy'n in 1913 een volledig gedenkboek te doen verse hij Ben van de ceschiedenis van 1813. Hieronder volgen ten glotte nogmaals de namen en adressen van de led., n dar Com missie : Dr. J. C. BEEEN, Adj'. Gemeente Archi varis, Keizersgracht 18. Mr. W. R. VBDKB, Gemeente Archivaris, Gcmeen'e Archief ISueuitmarkt. Majoor FB. DE WIIT HÜBEBTS, Plantage Franachelaan 10. JOHANN MARIA FARINA GEGENÜBERDEMJÜLICHS-PLATZ UITVINDER DER EAU DE COLOGNE OPGERICHT 1709 ERKEND DOOR BESLUIT DER KAMER VAM KOOPHAMDEL TE KE.ULEH NOV. lasa. EN.AGtNT. C.A.WOLTMAN ELPERS ZEEPFABRIËK DEVeRGU'.DE HAND" AMSTERDAM ERVEN KRAMER Wijde Kapelsteeg 4 bij het Rokin Amsterdam. Fabriek van Kantöorboeken Telephoon No. 266. en ik gaf dat grif toe. U moet op Nolecs en Lohman letten", zei |hij toen weer, hoe keurig die hun draai weten te nemec; dat is waarlijk Hoogere Politiek". E a hij verliet mij om van lisinga te bewerken, die koppie op zijn stuk wou blijvea staanDie man is te materialistisch voor daad werkelijke toepassing der Christelijke broederliefde- merk-van-Vliet. In een werkelijk opgeluchte stemming ging ik huiswaarts. Zoo is dan toch de eerste stap gewonnen om een behoorlijk reclame-artikel te hebben voor <Je ver kiezingen. Men zegt ook Theo meende dat, naar hij mij zei dat de zieke armen er niet veel profijt van zullen hebben: ecfin, des te beter: dan zal de zaak ook niet zoo schandelijk duur uit vallen. Al die dure socialerigheid, daar heb ik het niet op begrepen. Als de reclame het maar uithoudt tot '13, dan ben ik tevreden. Meer is er voor alsnog niet noodig. In die geruste gepeinzen verdiept, reisde ik huiswaarts om mij voor te be reiden voor de deelneming aan de ont vangst van Frankrijke ongekroonden koning. Het mag vreemd klinken, maar onder gewoonte nog, bij zoo'n voorbe reiding, gebruik ik steeds het Handelsblad. Ik kan j o dat ook niet genoeg recommandeeren, mijn beate. E a ook in dit geval bleek het n iddel proef houdend. Het eerste toch, dat ik opsloeg in het nummer van gisterenavond, was een van Dag tot Dag" over de Edgar. Qitinet voor Amsterdam. Hoe genoot ik van de lektuur : Welk een origineele gedaclitengang - wolk een frlssche feitencombinatie. Hoor het begin. Nog slechts enkele dagen en van de Hollandsclie duinen komt het Fransche eskader in zicht, koers zettend op IJmuiden. Dan zullen wij in staat zijn de roemrijke vlag van Frankrijk te be groeten en het hartelijkst welkom toe te roepsn in ons midden aan den presi dent der Frausche republiek, dien wij eererjfom zijn leven van toewijding aari het heil van zijn volk, den eersten burger en magistraat van Frankrijk, die door zijn eenvoud, plichtsbetrachting eri goed heid in Frankrijk de harten van alle partijen won. Wij zijn hem dankbaar omdat hij tot ons land komt over de zee, die ons karakter, en ons verledeja begrijpen doet, die ons staalde, onze vrijhaidsliefde versterkte, ons handel en kolonies gaf, en wij waardeeren den ridderlijken taet, die den president tot het schip, dat hem hierheen brengt den Edgar Quinet deed kiezen. Want Edgar (Juinet, de wijsgeer, de schrijver is ons dierbaar in Nederland door zijn boek aan Marnix van S t. Aldegonde gewijd, waarin hij de grondlegging be schreef van de Republiek der Vereenigde Nederlanden, en hulde bracht aan Vóme dt'3 cltoses, de bezieling die het kleine volk tot zoo groote daden kracht gaf." Inderdaad welk een fijn gevoel, om deze lieve intentie bij den President te veronderstellen. Ach, als hij eens den Danton gekozen had, die voor Spithead lag! Ons leed ware niet te overzien geweest. Maar Quinet, de bewonderaar van ons oud Wilhelmus, hoe zouden wij zijn gepantserde boot niet liefhebban en bewonderen ? Bovendien schreef hij in het Fransch en zooals dit merkwaar dige hoofdartikel verder zegt: Na de moedertaal leerden duizenden onzer in onze jeugd het eerst Franech." Het rhy(mus van het heldere Fran sche proza, zoo krachtig eenvoudig, zoo juist en fijn, zoo levendig en vol waar digheid, higlp aan onze opvoeding, ont wikkelde smaak en kunstzin, liefde voor duidelijkheid en besef van evenredigheid." En reeds heeft de geestdriftige, die ook mij brengt in de sfeer, waarin ik wezen wil, de Fransche vlag beschilderd met de namen van alle veroveraars van den geest, van llibelais tot Anatole Fraace. Ik zelf, mijn beste, ik voel mij opgeheven, als op de vliegtuigen die ons vriendelijk Soesterberg bezochten; en als ik dezen gesloten heb, ga ik mij ver der geheel voorbereiden voor alles wat er in de komende week te genieten zal zijn, door mij te verdiepen in de wijsgeerige verhalen van Grargantua en Pantagruel en wie weet cf ik er niet de zonde op doe volgen van ze te vervolgen met de Conies Drolatiques. Ach, waartoe een Christenmensen niet komen kan, in deze Junidagen zoo vol emotie! Slechts de Marseillaise zal ik Quinet ten spijt niet mede zingen! Als steeds je Oom JODOCCS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl