Historisch Archief 1877-1940
No. 1775
D K A M S T E H I) A .M .M K U W K K K B L A D VOOR NEDERLAND.
Verwelkoming van het Fransche staatshoofd Napoleon I binnen Amsterdam in 1811. De hulde der eerebogen voor het
Franeche staatshoofd in 1911 is oprechter en veel hartelijker gemeend. De prent is een gravure van Vinkeles.
IIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlMIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMIMIIIIimillllimilllllllll
door tellende liefde. Hy- zag de garven staav,
en moeit ze alle maken. Daarom is de lacht
zoo fijn er op geworden, hoewel hjj zelfs in
den sterken zin van het woord niet
bandvaardig ia. En daarom verheugde 't mij dat
ik sag dat, hoewel natuurlijk gewijzigd, hu
op de laatste tentoonstellingen opnieuw
blijkt weer-gekeerd te zy'n tot het eenvou
dige Brabantsen landschap niet om het
landschap zelf, maar omdat daaruit de stille
persoon zich het makkelijkst realiseert....
En door zijn innigheid komt bij mij een
naam op in my'n gedachten, dien ik weet
dat van een belangrijkere ie. Het landschap
dat hij tegenwoordig schildert, heeft een
zekere robnste eenvoudigheid, die aan den
grooten Brenghei doet denken. Brenghei is
voller, met meer macht; hjj is een bpersch
heerscher over figuren. Hy is psychologischer
kracht. Hjj is dieper weêrgever, en de
atmospheer van zijn schilderyen, is eenzamer om
sedan Degonve dat vermag te maken. Toch
blijft den naam bi] enkle werken by. De
manier waar op Degomve een huisje ziet,
van een dorp, waar de sneeuw ligt in den
winter, waar de boomen kaal staan, waar
de lucht eigenlijk mee iriseerend grijs is
(met de witgekalkte, lantaarn-beschenen
maar der huisjes), doet aan Breughel
den? Ira-ik' mf\ rJf rt \*n t et ' ir A A'n Aatf
ken. Degonve kan' zoo'n huis, zoo'n' dag,
zoo'n streek ondervinden, zonder dat hy
zich het minst geweld aan doet, als een
verfijnd eenvoudige, die het wezen der
meereenvoudifen toch vertrouwd bleef. Een zekere
rnigheid drukt dit uit; in teekening van
boomen en in de wat aarzelende modellee
ring; in een oog, dat karakteristiek, maar
niet gedifferentieerd ziet, vindt ge de mid
delen tot het verwerkelijken van deze ge
moedsstemming. Dat is het aangename,
waardooir: deze schilder niet streelt (de
ndghoid verhindert het zacht orer-glyden)
maar «dnrender btkoort dan sommigen mag
lyken. M«t deze eenvoudigheid gaan by'
Degouve de minder waarde gevende eigen
schappen samen. Denaïrekyk opdewaereld
is niét altijd belangrijk. Het daimonisehe
in zijn kleur drukt niet altijd diepte van
wezen uit. De figuren, met hun innigheid,
«ijn niet altijd overtuigend genoeg juist van
die innigheid. De wil is dikwijls beter dan
de daad. Het werk heeft juist inde
persoonsaf beeldingen door die niet-realiseerende, niet
volledig- realiseereade ontroering, de oprecht
heid van een Romaansch beeldhouwer, maar
ook de onvaardige hand.
Het werk van Degouve de Nnncques ver
wacht dan ook meer van uw sympathie dan
grooter werk die noodig heeft. Wilt ge
echter die geven, dan blykt het soms van
een trouwhartige, lieve, eenvoudigheid.
PLASSCHAEBT.
1IMIIIIIIIII1IIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1
Voiels als Miieren in 't lüchUm
Een dezer dagen door my in de Groene"
gepubliceerde mededeeling over een boekje
van Grimmelshausen Der Fliegemde
Wandersmann", waarin het merkwaardige titel
plaatje voorkwam van een vliegmachine,
door vogelt getrokken, bleek, zpoalstrou wens
niets op dit ondermaansche, niet geheel juist
en niet volledig te zyn.
In een bibliograpbisch artikel, getiteld
Die Luftfahrten in der Dentschen
Ltteratnr", heeft Prof est or Jacob Minor uit Weenen
in Zeitschrift fnr Bücherfrennde", jrg.
1909/10, een zeer belangwekkende opsom
ming gegeven van een groot aantal literaire
geschriften, waarin luchtschip en vlieg
machine, reeds eenwen voor hun definitieve
uitvinding, een rol vervulden, en hy vermeldt
daar ook, dat ier Fliegende Wandersmann"
een bewerking il van een in 1638 door rancis
Godwin vervaardigde' maanreis, die door
Baudouin in 't Franscb. werd vertaald, dit
een brief, afkomstig van iemand, die helaas
niet sterk is in 't onderteekenen, want ik kan
zijn naam niet ontcijferen, blykt my boven
dien dat reeds vóór 1650 van dit boekje
een Nederlandsche vertaling verscheen, welke
bet zelfde interessante titelprentje bevat als
Grimmelshans^ns uitgave. Of dit prentje,
waarom het toeh eigenlijk ging, (de
mededeeling over het geschrift was bijzaak) ook
voer het boekje van Godwin pry'kt, en das
van Engelse» maaksel is, bleek my niet.
Merkwaardiger dan deze wetenschap is
het intnsschen, van Minor te vernemen, dat
wat Godwin en zyn navolgers als een
phantastische vertelling opdischten, in later ty'd
door een Weener burger, Jacob Kaiserer,
zonder van zijn voorganger iets te weten, als
een ernstige uitvinding werd voorgedragen,
waaraan hjj zelfs zooveel waarde hechtte,
dat hy' zijn geschrift: Uber mtine Erfindung,
einen Luftballon durch Adler zu regieren. Wien
1801, met l grotten Tafel. 16 teiten 4o." ver
zegeld deponeerde in 'c archief der Weener
Universiteit, ten einde verzekerd te zyn, dat
de geschiedenis hem recht zon doen weder
varen, door hem de prioriteit der uit vinding
te gunnen. Hy' vergat daarbij, dat reeds de
Grieksche dichteres Sappho in een harer
meest bekende Oden een dergelijke voor
stelling geeft van een nederdaling dergedin
Aphrodite. In een vrije bewerking dezer ode,
die Frans Grillparzer in zyn drama Sapho"
aanwendde, wordt de situatie aldus
geteekend:
Du bespanntest den Schimmernden wagen,
Und deiner Sperlinge fröhliches Paar,
Munter ichwingend die sch» arzlichen
F.ügel.
Trng dich vom Himmel zur Erde herab."
In 1816 werd trouwens dit godenverhaal
uit de Grieksche oudheid te Weenen op het
tooneel vertoond. In een mythologische
parodie van Karl Meisl, getiteld. Die
Entführnng der Prinzessin Europa", ver
scheen Mercurius ineen luchtballon en Venns
in een wagen met *) duiven bespannen.
Misschien lag het in de bedoeling van Raimund
om een persiflage te leveren op Jacob
Kaiterers onzinnigen uitvinders-droom van een
luchtballon met een voorspanning van aren
den, toen hy in zyn Diamant des
Geisterkönigs" f prak van een Lnf tbalon ven einem
Kolibri kntschiert."
De bekende schrijver van Undine, Baron
de la Motte Fouquê, schijnt de
adelaarsgeschiedenis an sérienx genomen te hebben.
In een brief van den 22sten September 1812,
schryft by aan A. Wagner: Es gibt eine
geschichte, wie ein Mann mehrere Adler an
sicn festgeknüpft habe, nnd so im stande
gewesen sei zu Fliegen." Vermoedelijk was dit
een reminiscens van Orimmehhauitm
Fliegender Wandersmann", en geen herinnering
aan Kaiterer.
J. D. C. VAN DOKKUM.
*) Verschillende vogels dienden volgens
de mythologische voorstelling beurtelings als
bespanning van Venns' wagen.
DOM w (WIL
Een inwoner van Piacen;a, Etnil Baffi,
schonk eenigen ty'd geleden aan het histo
risch museum een hoed 'an Garibaldi, die
een geschiedenis heeft. Raffi had zich in
1848 aangesloten by Garibaldi's vrijwilligers
en maakte de gevechten by Luino en
Marozzone mee.
Het legertje vrijwilligers werd echter door
de Oostenrijkers teruggedrongen. Tegen den
avond ran den 28den Augustus bereikte
Garibaldi met de weinige overgeblevenen
Agno en besloot daar den nacht door te
brengen.
Er werden posten uitgezet en Emilo Raffi
was de eerste, die op wacht ging. Het ongeluk
wilde echter dat hy by den ge haasten terug
tocht zyn hoed had verloren. Zonder hoofd
deksel op wacht staan, ging niet best, en
daarom bond hy zyn zakdoek om het hoofd.
Toen nu Garibaldi hem aldus uitgedost zag,
kwam hy naar hem toe en vroeg hem, waar
om hy zich zoo vermomd had. Baffi ver
telde hoe de vork in den steel zat, en nu
nam Garibaldi, zonder een woord te spreken,
zyn eigen hoed af, en drukte dien den soldaat
op het hoofd. Deze historische hoed is nu
te zien in het museum te Vare. e.
S.
BeEnrflpeesCueRoiilrtüclit.
*LlEGBND DAGBOEK.
Soesterberg, 22Juni 1911.
Ik heb de sympathieke mevrouw
Wy'nmalen hooren zingen. M'n illuster confrère
Jan Feit h vroeg haar: Ghantez moi «ne
petite chanson aviatiqae, vonlez vons?" En
met een ingebonden stem, die licht en
zaiver als een nachtegaal vibreeren kan, neu
riede zy het weemoedig vlieg-refrein'je:
Da kommt Henri geflogen,
Er setzt sich nieder an mein' Fnss.
Er ist wieder en panne
Das ist gar kern' Gennss!"
* *
*
Soesterberg, 23 Juni.
Ik heb onze grppte Frits Koolhoven zien
staan. Dat doet hy prachtig. Ik heb Kool
hoven zien zitten. Dat doet hy nog beter.
Ik heb Koplhoven hooren zeggen: Ver
schaeven, styg eens op", waarop Verschaeven,
gracienselyk zy'n toestel ter beschikking van
Koolhoven stelde. Toen heb ik Koolhoven
zien loopen. Dat doet hy' voortreffelijk.
IIIIIIMIIIIIIIIIIMtlMlllllllllllllllllltliinillllllHIIIIIIIIIIMHIIMIIIIIIIIItlllllllll
De Ky ks -telegrafie.
De heer Pop was in eigen persoon op 't terrein,
Hy at er een biefstuk en dronk een glas wijn.
De telegrafisten zaten van negen tot achten
Op een simpel broodje en 'n kop koffie te
wachten.
***
De Padvinder B.
Pad vinders en -vindstertjeszag men by hoopen,
Zy mochten reclame- ballonnen verkoopen,
Biertjes rondbrengen ! Dus vormt men zoo
Ons fier ras tot kellner en camelot!
* *
V e d r i n e s.
Een deftig sportcommissaris zegt tot den
Franschen vliegheld : C'est ici Ie pays des
caiards, cananx, canailles l" waarop de gees
tige Fransche gentleman antwoordt: Ooi,
monsieur: des saloppes, salavds, saligauds!'
Train.
U krijgt", zei men tot Train (in 't Franscb)
In Frankrijk weer een mooie kans."
Hoe dat zoo ? vroeg Train toen verlegen,
U heeft weer een nieuw Ministerie gekregen!"
* * *- "?
Men kon er een tafeltje reserveèren,
Maar de kelners konden f niet serveeren.
Men kon er een warme lunch commandeeren,
Maar 't allerbest htt vasten teeren I
»
De Prijs: Labasky.
A l'instar I. F. Verwey loof ik een pry's
uit van ? 1000000. zegge een millioen Gulden
voor den vlieger die in den kortsten ty'd,
voor 11 December 1911, alle abonne's van
dit blad per vliegmachine bezoekt. Minium
snelheid voor monoplans 250 K.M. per uur,
voor biplans 200 K.M. per uur.
Nadere inlichtingen by onzen sportredac
teur.
#
* *
DE GAJOB-HBLD, VAN HEUTSZ M 'T VELD.
Ziet daar komt van Hentsz,
De ex-toewan -bezaai".
Ook Zyne Excellentie
Draagt fier een brassard.
Hij voelt zich in 't vliegkamp
In zyn element:
Waar dpoden gaan vallen,
Daar is hij present.
***
GEPASTE VERWENSCHING.
Een nijdig artillerie-officier
Mopperde: Wat emtéteer ik me hier!
'k Sta nu al van tienen tot achten
Op het vertrek van de vliegers te wachten
En 'k heb nog niet n vliegmachien,
Laat staan een aviatenr gezien l !
Voor mijn part... (hier vloekte de krijgsman
geducht)
Vliegen ze allemaal in de lucht !!!
***
DE WITTE YLAQ.
Wie heefc er op de Soesterhei
Wel 't allermeest gelogen?
Da witte vlag, die altijd zei:
Er wordt aanstonds gevlogen!
JOHANNES LABASKY.
*) Noot van den zetter:
kapitale V meer !
Ik heb geen
CkariTari.
Zoo een aviatische voorbespreking
van den vlieger met zyn manager is
zelfs van een zeer zakelijke nuchter
heid." (Hbl.)
Wy hadden het ons anders voorgesteld.
Wy hadden gemeend dat het ongeveer zóó
ging:
De manager:
Togel, gevleugelde, vederloos vliegende,
Verre vervagend in 't peilloos aznnr,
Schokkende straks, dan weer zwevende, wie
gende,
Op l in 't verraderlijk zwerk, het bedriegende,
Gord u ter vlucht, held, zoo straks slaat
het uur!"
De sympathieke: (tot t^nepopulaire gemalin):
Volg my in d'autokaros, gemalinnel"
(tot zich zelf):
Wee! wie zal thans op de aarde gesmakt?'1
(tof niemand}:
Lacie l ik sidd're, het spel gaat beginnen!'
(lol manager):
Ik zal den roem gij het goud door mij
winnen.
Naar de bepalingen van het contract,"
en:, enz.
*
Nachtwandeling van Napo'.eon in 1811, door het verlicht Amsterdam.
Naar de schildery van Cb. Bochussen in het Stedelijk Museum aldaar.
Journalistieke bescheidenheid :
Toen wy er waren, was er geen ster
veling." (N. P. Ct.)
*
De nieuwe burgemeester van den Haag is,
mag men den Haagechen briefschrijver van
het 17. D. gelooren, van een zeer zeldzame
houtsoort. De heer Van Karnebeek is van
het hout," zoo schryft deze journalist, waar
voortreffelijke schutters uit geboren worden."
*
Wie wil weten, waaraan onze gevangen
geest by voorkeur rukt, ei? welk geluid hy
daarbij maakt, wordt dior De Tijd volledig
ingelicht. Onze gevangei? geest," lezen wy'
in dat blad, rukt aaa a^n gebonden begeer
ten, hinnikend naar de onmetelijke vryheid,
die hem bestemd is."
*
Er zyn er gelukkig nog onder onze amb
tenaren van het O. M., die zich weten te
schikken in het onvermijdelijke. Nadat ver
volgens Mr. Hanegraaff, die het O. M. waar
nam, te kennen heeft gegeven af te zien
van het verhoor der afwezige getuigen, be
gint deze ambtenaar zyn « quisitoir." (N.R.Ct.)
*
In het Kort Verslag der Vergaderingen
van de Tweede Kamer" lezen wy': De heer
Van Karnebeek herinnert aan de openbare
behandeling van het wetsontwerp in zake de
zedeloosheid in de Eerste Kamer." Wablie?
*
Te Waddingsveen heeft de heer Van
Lange een fabriek van viltpapier onder
tapijten." (De Vaderl.)
Elders zal hij waarechynlyk eenvoudiger
materiaal: lei, pannen of iets dergelijks ge
bruiken.
*
Na een ontbijt, dat met de lunchen
het diner in Hotel de l'Europe werd
gebruikt, werd een ry'toer door de stad
en omstreken ondernomen, terwy'l de
middaguren in het Apollotheater werden
doorgebracht." (Het Vaderl.)
Daar kon dan ook wat op staan.
*
Toen Job's tegen heden baar toppunt
bereikt hadden, werd hy zelf met booze
zweren aangetast, en toen zeide zyn
vrouw, die nog wel zyn ergste zweer
was : waarom vloekt ge niet ?" (Stand)
Klier" is, meenen wij, de gebruikelijke
term, maar hofiMyk gezegd is het niet.
De critiek op St. Lncas,
Geachte Redactie,
Hoewel niet met name genoemd in de arti
kelen der heeren Frans Vermeulen en van den
Eeckhout, weet ik toch dat de anti-critiek,
door hen gericht tegen de snoode miskenners
van Kees van Do o gen en Jan Slnyters, ook
my, opschepper" (van soap of mogelijk frisch
koud water?), trefien wil.
Het zy verre van my, deze anti-critiek
met een anti-anti-critiek te beantwoorden,
welke naar ik voorzie weder Ueber-critiek
zou uitlokken, waardoor ons aller geschryf
kana liep hyper-critiek te worden en
waarby (door de wryving en de verhitting der
gemoederen) de zelf critiek, vrees ik zeer,
noz het meest in de verdrukking zon komen.
Neen, ik wil slechts even doen verstaan,
dat ik nota heb genomen van de nu gefor
muleerde belijdenis der nieuwste St.
Lncasrichting.
Wy weten het EU. Vaa Stofuitdrukking,
atmospheer en stemming" behoort geen
sprake meer te zyn. In de plaats daarvan
komt de uitdrukking van Rationalisme en
Intelligentie."
Waarlijk, ik sta ontwapend. Als een bak
ker tot mg zeide, dat zyn broodjes welis
waar niet smakelijk en niet voedzaam waren,
maar toch goed om er iemand een gat mee
in het hoofd te gooien, zon ik ook geen
repliek weten. Zyn broodjes eten zon ik
trouwens ook niet.
Daar nu stofuitdrukking, die
lichtuitdrukking insluit, de wedergave van atmospheer,
wedergave, die alleen de natuur waardig is,
stemming, zonder welke karakterteekening
zinloos is, in my'a oog onvergankelijke
eischen zyn aan elke schilder kunst te stellen,
en ik uitingen van rationalisme en in
telligentie" niet aanvaard als kunst" (even
min als ik steenen voor brood wil eten) zal
ik my wel wachten, mee te spelen in het
melo dram», opgevoerd door de critiei, die
elkaar tot vermaak en stichting van het
publiek met pathetisch oogenrollen ea
indrnkwekkenden armzwaai toe bulderen:
zwijg onbevoegde!
Te meer, daar ik my in de my aangewezen,
ondankbare rol van reactionair niet erg thnis
voel, en oneindig liever in de blauwe en
gele nevelen om de hoofden van Kees van
Dongen's en Jan Slnyters' figuren, de niet
nevelachtige, maar zooneklaarblykelyke aan
kondiging eener waarachtige komende schoon
heid zon zien.
Doch helaas, de wy sheid door de discipelen
verkondigd, Iaat my, onbevoegd en dom als
ik was. Men vergt ook te veel van myn
intelligentie". Hoe Mac e t door Ingres geïn
spireerd kon zyn - kan de heer van den
Eeckhout dit niet eens nader toelichten? Hy
wil immers dat wij die bewuste aloude en
toch nieuwe beweging in heel haar loop volgen?
De ty'd zal uitmaken wie het by het rechte
eind heeft als er zulk een eind is. Zal ik
het mijne, recht en slecht, vinden, spartelend
in het nette" pointillévan Claus (met Cyriel
Buysse en van de Woestyne tot gezelschap)
of wel de heeren Steenhoff, Vermeulen en van
den Eeckhont verstikken in de dampjes,
waaronder Kees van Dongen's en Jan Sluyters'
contouren schuilgaan?
Ik heb dan tenminste nog kans op een
zindelijker einde.
CORNELIS VETH.
ra TQttlfln.
De Indieche Kroniek, No. 12: K. Verbijste
ring. J. F. H. Hanjoel, Overpeinzingen
over drukperevryheid. J. B. H. Coenen,
Het Indo-Vraagstuk. C, De stryd der
vakvereenigingen. Horatio, De Russische
Intellectueelen, enz.
Weekblad vaor Indië, No. 5 : M. van Geuns,
Inlanders zonder controle. Bomoletta,
Het Vaticaan en het Quirinaal. De Pest
in het Malangsche. T. ter Horst-de Boer,
De tweede-klasae-meisjesscholen in Indië, enz.
Den Gulden Winckel, No, 6: Johan Koning,
Bicarda Huch. Dr. A. 8. Kok, Ancenr en
Navolger. Boekenechouw, enz.
Holland Expres», No. 9 : P. A. F. Blom, De
Padangsche Bovenlanden, III. De
Zeelandia" van den Koninkl. Holl. Lloyd, enz.
Holland Express, No. 10: Holland, zooals het
door een Amerikaan werd gezien. De
Padan gsche Bovenlanden, IV. De reis-bureaix
hier te lande, II. Verzekering en Samen
leving, III, enz.
Nieuw Vrouvenkvm, Juni '11: Het lief
dadige Jaliana-bloempje. De plaats van
den man in het huisgezin.
tfoletchott, No. 51: De lichamelijke opvoe
ding van het meisje. Een radevoering van
prof. Moleschot1-.
ifoleschotl, No. 52: Aan het Strand.
Nachtblindheid en Gebakken Lever, en i.
De Natuur, afl. 6: J. Baron, Fazanten.
G. L. de Haas Lorenz, De realiteit
derMolekulen. H. J. Prins, Iets over Kolloïden en
hun toepassingen, enz.
De Levende Natuur, afl. 4: Jac. P. Thysse,
De Jnlikever. J. Valckenier Snringar, Het
Arboretum. Een oproep aan
amateurfotografen, enz.
De Aarde en haar Wolleen, No. 29: Loais
Sonolet, De vooruitgang van Franse h
WestAfrika. Acclimatisatie van zwarte troepen
in Algerië.
Wiskundig Tijdschrift afl. 4: J. W. N. Ie
Henx, Samenstelling van enkelvoudige tril
lingen, enz. enz.