De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 13 augustus pagina 7

13 augustus 1911 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

. .No. 1781 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Het MwrlöJfleel te Bergen. Onder leiding en toezicht van den schilder P. C. de Moor ia door den heer G. Bogtman op een uitverkoren plek in het Kranenburger bosch te Bergen bQ Alkmaar een Natnnrtooneel'gevormd, geheel naar het door hem geteekende ontwerp TOOT een Paradijs-decor, waar Willem Royaards en de leden van zijn gezelschap Het Tooneèl" vertoonen znllen: Vondei's treurspel: Adam in Sallwgsciuip. De sitplaataen vormen een waren ichonwbnrg". Zg zyn ampbitheateregewijze geplaatst. Het geheel ligt omsloten door hoog geboomte. De schermen worden gevormd door kantjes, terwijl het orkest verscholen opgesteld ia in een boschaadje. Het geheele terrein van het Natnnrtooneel heeft een oppervlakte van 5000 vierkante meters. Er is plaats voor 1000 toe schouwers. De vertooning heeft plaats Vrijdag 18 Augustus. Zij vangt aan te half vier en eindigt te half ze ren. iiiiiiuiiiiiniiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiHiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii zich in actiever toestand set en we zullen dan vier plaatsen hebben, waar de kunst zich vertoonen kan. Dit is m.i. voldoende. Toch ontstaan in den laatsten tijd op allerlei plaatsen nog vereenigingen. Door tweeerlei oorzaak: lo. door de natuurlijke gezelligheid der mensehen en door de sncht tot verkoop tevens. Omdat snlke vereenigingen gebaaetrd slja op vriendschappelyken omgang blijft de kritische beschouwing er rudimentair, iedereen kan wat hjj maakt daardoor vertoonen. Er ontstaan allegaertjee. Is de Domburgscbe tentoonstelling soo 'n alle-gaer? Zonder twijfel. Er moet een schifting onder de leden plaats hebben wil het een kleine vereeniging wor den, die reden van bestaan zal hebben. Toorop als vlag is alleen niet voldoende. Er moeten eenige elementen verwijderd worden wier wezen en wier niting niets met de schoonheid te maken hebben; er znllen dan andren kannen genood worden, die eveneens wel 's werken op Walcheren en die meer vermogen vertoonen dan na sommigen hier. Van enkle der werken heb ik iets te zeggen. Hart Nibbrig heeft hier zeker twee werkjes, die Zeenwschen grond en Zsenwsche zon, en Zeenwschen aard in voldoende zuiverheid vertoonen om genoemd te knnnen worden. Het eene is een strsa'je in een dorp, met BOD; het andere is wat ik het Rose-wepje moest noemen, toen het te Middelburg op een andere tentoonstelling te zien was. Van deze twee schilderijtjes i) het Rose-wegje zeker het bloemachtigst van klenr, maar bet fETtNSCriAPPEÜJKE VARIA Toor grooten afstam. O as stemgeluid bestaat uit trillingen van de lucht. Spreekt men dicht by een metalen plaatje, dan gaat dit precies meetrillen met de lucht; door middel van dit trillend plaatje kan men een bestaanden electrischen stroom versterken en verzwakken in een zeer snel tempo. Deze stroomsterk t e- veranderingen planten zich voort langs een lapgen geleiddraad, aan welks andere uiteinde zij, o p hier niet nader aan (e duiden wijze, een tweede metalen plaatje in trilling brengen, welke trillingen door de lucht naar het oor van den luisteraar worden overgebracht. De trillingen van het afzend- en het ontvang-plaatje zy'n volkomen aan elkaar gelijk, dus ook het gesproken en gehoorde geluid. Dat is, zeer in 't kort, het grondidee van een telefoon. Zoo op het eerste gezicht lijkt het volkomen onverschillig hoe lang de geleiddraad is tusschen den spreker en den luisteraar. Indien men slechts den geleiddraad goed iiokert d. w, z. belet de electriciteit aan den omgeving af te staan, dan gaat er niets ver loren, en veranderingen in sterkte van den electrischen stroom zullen overal even sterk en duidelyk zijn, zoowel na een kilometer, als na duidend kilometer. Kort na de uitvinding van de telefoon heeft men dan ook stellig verwacht dat een mondeling onderhoud tus schen Europa en Amerika allergemakkelijkst zon zijn, evenzoo als we 't tegenwoordig heel natnurly'k vinden dat wy op een afstand, die niet te beschreenwen is, nog eea kalm gesprek kunnen voeren in onze stednn en tusschen onze steden. Wy accepteeren het andre is in zjjn strak getrokken zuiverheid eveneens een zeer goed voorbeeld van het naar het objectieve geneigde kunnen van dezen schilder, gemengd met meer vuur der persoonlijkheid dan gewoonlijk (en ten on gunste der niting) in het schilderwerk van Nibbrig brandt. Wanneer Nibbrig ooit in meer werk dit heviger laaien moc.bt geven, dat in dezs twee min of meer gegeven ia, zon dit, zy'n werk, treden nader tot het schoon dan het nn wel eens is. Mondriaan (P.) nit Amsterdam heeft bloe men, een Eaenwpch huinje, een Zeeuwschen kerktoren. Het Zeeuwsche huisje (43) is bet meest te aanvaarden. Het wertc dat de Zeeuwsche kerktoren heet is niet te aan vaarden dan als onderdeel van een versiering van een tapijt. Want ge kunt zeggen dat deze oranje kerktoren staande, wijdbeens, tegen een blauwe lucht, in zwakken zin decoratief is; maar dit maakt 'd« niting verder niet in het geheel goid. Door de eenvoudige verdeeling van het vlak in twee kleuren ontstaat iets dat decor is te noemen, maar anderzijds ontstond niet voldoende modellee ring om den geest te wekken tot een diepe of verscheidenheid bezittende meening. Mon driaan is een der schilders die door een hang naar het plotselinge bet belangrijke laten voorbijgaan. Daze soort schilders geeft botveg een zeker effect, maar bun werk geeft niet genoeg te raden, niet genoeg te vermoeden. Er is by ben geen lieflijke onzekerheid, geen fijne speling, die we in et kunstwerk zoeken. Ik weet: het werk ligt in den aard van dezen ty'd en vindt zijn willige laudatores", maar hoe gaarne geneigd zelf naar dan grooten verwonderlijkste nog te gauw als vanzelf sprekend; gelukkig wordt wel eens een streep door de rekening gehaald zooals o.a. by' deze transatlantische telefoongesprekken. Er bleek geen questie van te zy'n dat zoo iets mogelijk was. De verklaring van dezen tegen valler is de volgepde: de koperdraad (tele foondraad), die met gummi bekleed is om verlies .van electriciteit te voorkomen, en die in zeewater of in den grond zit, is maar niet dadelyk bereid om allerlei stroomen en stroompjes ongehinderd door te laten, maar zij gebruikt eerst allen stroom, die wy er in brengen, om zichzelf te laden, m. e. w. er komt aan het andere draad-einde VIETS uit te voorscby'n, voordat de heele kabul zich volgegeten beeft aan electriciteit, zoo sterk mogelijk geladen is. De lading, die een transatlantische kabel in zich opneemt is zér aanzienly'k. Bovendien, indien men aan het eene kabel-einde de stroomsterkte ver andert, worden deze veranderingen aan het andere einde niet onmiddelijk en niet in dezelfde mate merkbaar. De verandering zelf wordt verzwakt en vertraagd. Dit «ou nog niet zoo'n groot bezwaar zijn indien niet verschillende veranderingen verschillend vertraagd en verzwakt werden. Dit is werkelijk het geval. Laat men zeer snel achter elkaar de sterkte wisselen, dan wor den deze veranderingen meer verzwakt en minder vertraagd dan wanneer de sterktewisselingen niet zoo snel elkaar opvolgen. De gevolgen van dit verschijnsel zijn droevig Men kan zich het beste eene voorstelling van het resultaat maken door te denken dat hooge muz:eknoten sneller door de lucht voortgeplant werden dan lage noten, terwijl de hooge 't meeste verzwakt werden. In dit geval zou men in het Concertgebouw vlak by het orkest de muziek nog vrij ju'st hooren, maar achter in de zaal hoorde men de hooge noten van de laatste maat tegelijk met de lage noten van de voorlaatste maat. Hoe verder weg, des te grooter verschuiving en des te vreemder kakophonie. Dit toepassend of dieper hartstocht, van nature open voor hem als een bloem voor een bij, wil ik dit werk niet als_kunstwerk aanvaarden; ik zie er symptonen in van iets wat wellicht komen kan, maar dit werk zelf gemeten en met den goeden maatstaf, geeft geen voldoening. Het ii bruut, maar nist rijk; het is niet stout moedig, neen, een stoutmoedige geest zeilt anders over ander water; het is ipasmodisch en zonder diepte. Toorop bezit modeléDe vorm bij hem wekt voldoende associaties, zonder welke het kunstwerk geen belang heeft, geen durend belang. Hy heeft hier een drietal studies van de Apostelen aan het Avondmaal, die beschouwens-waard zonden zijn op iedere tentoonstelling. Hy heeft hier een gezicht op Veere, waarvan de toets te groot is, maar dat in zijn geheel werkt als de sterke toch teedere klenr van een bloem. Die klenr als geheel is krachtig en lenig, fijn en niet indringerig. Er zit een beschaving in, maar er zijn perspectivische fouten , die voor my het genot op den duur zonden vermin deren. Verder zyn nog de etsen te noemen, en een eigenaardig portret, eigenaardig als lijkenis, van Mevrouw Toirop nit 1911. Als geheel is Toorop's inzending hier het belang rijkst Ten slotte vindt ge hier het werk van Heyse en van Charlie Toorop, de schilderende dochter van den schilderenden vader. Van Charlie Toorop zjjn twédingen t e noemen: Het portretje en de kerk aan de Maas. Van Heyse is de zending een afzonderlijke. Ter wijl de anderen haast allen zich gaarne geven aan het dadelijke, of aan wat, de gedachte aan het dadelijke opwekt, zocht Heyae, met niet voldoende kracht, naar een meer het inner lijke karakteriseerende schildering. Het werk lijkt meer het invallen van een wijd getee kende vorm (niet sterk echter) vol bedacht zaamheid, dan het fel en botsend neer zetten van iets onder den drnk van het oogenblik. Zoo hu macht mocht vinden, werd het werk meer dan de matte distinctie die het heeft; het werk heeft iets van de houding van een in den geest toch poseerenden eenzame... Dit is wat ik n te schrijven heb, en n schrijven wil. Ik zou u wellicht nog een portret knnnen noemen van Mevr. Elent Drabbe naar Toorop, dat tusschen haar ander werk het krachtigst is een invloed 'an wie er voor haar voor zat T Bargsma zond werk van minder wezen in dan ik van hem ken, en verwachtte... Naar ik weet zal de tentoonstelling een volgend jaar weer open zijn. Ik hoop dat dan scherper geschift, en enkelen meer nitgenood zullen worden, het werk by meer ver scheidenheid, belangrijker zal zijn, en dat wie nn zich wel voordeden, dan nog schoonheidvoller znllen weer te vinden zijn. Het gevaar ook hier is het Onder-Onfje; de welwillend heid, en niet de scherpe zucht tot felle kritiek. Het gevaar hier is vriendschappelrjkheid waar schoonheid eerste moet zijn. PLASSCHABRT. iiiiiimiiiitiiiiiiMiuiimiiiimimiii llllllllllllllllllllllllllllltlllHIIIII» De horizon, door ALBEKTINE DE HAAS. De vlakke zee sloeg telkens met een slap pen klap een streek water op het strand. Ia platte loome vliezen trok dit het strand af, als van een schuine aanrecht plans het water aaneenly mend, wegglijdt naar den grond. Op hè' strand, het wijde bleeke veld, ston den, matig het beplekkend de st>and*toe'en. IIIMIIIIIIIIMIMIIIIIIIIIlllllllinilllllllllltlllIIIIIIIIIIIIII op den telefoonkabel kry'gnn we iots dergelijks als resultaat, hoewel de oorzaak wat inge wikkelder is. De lagere stemgeluiden komnn het laatst bij den hoorder aan, de hoogere geluiden eerder, maar veel zwakker. Inplaa's van de menschelyke stem hoort men een verward geroes. Is de kabel niet erg lang, dan is het verschil in snelheid der snelle en langzame stroomsterkte- veranderingen niet 166 groot dat de hoorder er laat van heeft; er wordt wel iets onduidelijk, maar evengoed als bij een gewoon gesprek een goed ver staander maar een half woord noodig beeft, evengoed zal een telefoon-luisteraar handig genoeg zijn om onwillekeurig te raden naar de juiste combinatie der klanken. Zijn de verschillen gering door den kleinen afstand dan is dit raden een gemakkelijk werk, waarbij men zelfs niet nadenkt. Maar op grooter af stand is de verschuiving te groot, zoodat er geen slag meer naar te slaan is, welke klan ken nu eigenlijk by' elkaar hooren. Loopt de telefoondraad door de lucht, dan zy'n deza invloeien pas hinderlijk op zeer groote af standen, zood-t men honderden kilometers ver verstaanbaar kan zijn. Maar voor gewone onderzeesche kabels is de verstaanbaarheid-*grens reeds bertikt op een afstand van ru'm dertig kilometer, wisselend met den kabel bouw. Op grooter afstand is een gesprek onmogely'k. Welke middelen kunnen dit bezwaar ver helpen? Indien men een geleiddraad opwindt tot een klos (liefst met zeer veel windingen) dan zal een stroom, die in den draad loopt, geneigd zy'n even door teloopen al verbreekt men den stroom, terwy'l by' bat weer opnieuw beginnen van den stroom, deze eenigen tijd noodig beeft eer zy'n volle sterkte bereikt is. Men kan dit het beste vergelijken met een trein, die toch ook niet dadelijk stil s aat als de stoom afgesloten wordt, en ook niet dadelijk in volle vaart is, wanneer ds stoom toegela ten wordt tot den uigercylinder. WanKLOS yroiwenïifisreclit-liei. JJtefi of iljt Sütonwit. Dcdlcattd to the WOOMO'I Socl«l and Polltical Union. CofiyrigM. 1911, by BtM Smyilt, ETHEL SMYTH, Mua. Doe, r-f *^ Vrlf7^ ^5~-j n >°^rH sL-Ji5 (Bind) . Key r. Ir' n-HT-il i **~ 4-i J» JfJU 2! 3. 4. 1 B ? | Sbout, Long, Com Life, ? i?1| rr-H 1 shout, long, rades, strife, fin :f s 11 :-| :n . d :d . r | n :r |r :d b ^ Efr J ' ??F-f* r * ? p 1 -m f3 * K P» -f * J l ? ?[?| 1 -*?J * 1 n J np with your song! Cry with the wind, for the dawn is break-ing. we in the past, Co-wer'd in dread from the light of Hea-ven. ye who have dared. First in the bat - tle to strive and sor - row, these two are one l Naughtcan ye win but by faith and dar-ing. {\ s:- |s:-1 n.- :f . s |l:-|s :n . d |s, :d . r || V ^m March, march, swing you a - long, \Videblowsour ban - ner and Strong, strong stand we at last, Fear-less in faith and with Scorned.spurned.naughthaveye cared, Rai - sing your eyes to a On, on, that ye have done, But for the work of to:r |rt : r | s :r If, in hope is wak - ing. Song with its sto - ry, dreams with their glo - ry. sight new giv - en. Strength with its beau - ty, life with its du ? ty, wi - der mor - row. Ways that are wea - ry, days that are drear-y, day pre- pa - ring. Firm in re.- li - ance, laugh a de- fi-ance, F.l. il'a' i-.r1 U :- l'"'» : m Lol they call and glad (Hear the voice, oh, hear Toil and pain by faith (Laugh in hope, for sure :f . s is and ye is their word. o - bey). have borne. the end). For - ward! These, these Hail, hail. March, march, :?| s :n . d |s( :d . r | n :r harlt how it suells, Thun-der bec-kon us on. O - pen vic - tors ye stand, Wear-ing ma - ny as one, Shoul-der =3= of free-dom, the your eyes to the thewreaih that the to shoul- der and voice of the Lord! blaze of day! brave have worn! friend to frienii) Wie bezorgt van bovenstaand lied een goeie Nederlandache vertaling? IIIIIIIIIIIIIIIHIIIMIIIIIIIItlllMHIIIMIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIItllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIMIIIIIIHI R -chts en links gewend, staken zij de stompe dolfijnen koppen in de lucht. Binnen tegen de rieten stoelwélvingen drongen de menschenlyveH als tegen hun schelp. Eenzelvig, ieder in een eigen stoel. Met knorrige tevre denheid op de gelaten om den téwarmen najaarsdag. Zoo zonder regelmaat en yl verspreid ston den de stoeleng'oepem in 't bleeke veld als in een leegen hemel de sterrenbeelden. Er waren t reepjes kinderen aan 't spelen op h» t strand. Veraf, aan den krinkellyn van den ver kleinenden golfslag. EJ n enkel troepje dichtbij een stoelen groep. Hes juichte er iedre keer als een golfrol we^r wat water goedig in zijn slootjes binnen duwde. Zto cordaat schoot zoo'n stevige waterscheut ook vooruit en verzonk dan ineens, zonder woorden, «è/. De hooge kinderkreten scheurden met felle rukken de geweldige lucht open Zoo niet, zus," riep het grootste meisje, niiliiiiiiiiiiiiiieiiiiniiiiiiiii iiniiiiiiiiiillilllllllliiilii neer men nu nagaat dat in den telefoondraad zeer snelle sterkte-wisselingen pasaeeren, dan zou men op het eergie gezicht mëenen dat door eeo klos met veel windingen telefoneeren onmogelijk werd, evenmin als men een sneltrein in volle vaart bonderden malen per seconde mn snelheid kan f oen verande ren. Maar de tegenwerking, die zoo'n draadklos aan den stroom biedt is in ons geval j uit-1 nuttig omvlot de stroom, die dadelijk hinderlijk gretig d >or den draad opgesogea wordt als lading, wat tegengehouden wordt door de werking der draadklos. Men kan de gelnids-verwarrende lading van den kabel tegengaan door in den kabel klossen met veel draadwindingen in te laseeben op afstanden die samenhangen met het gemiddelde aantal trillingen van ons stemgeluid. De ruimte ont breekt om hier nader op in te gaan, maar het resultaat is dan men het beste doet door een klos in te lasechen in den kabel op eiken afstand van ongeveer anderhalven kilometer. De klos be-taat ut ringen van ijzerdraad, die omwonden zijn door zeer talrijke windingen van een met zijde geïsoleerden koperdraad. In telefoonleidingen door de Incht heen, zijn deze klossen uiterst makkelijk aan te breng-n en de resultaten zijn zeer goed geweest. De hoorbaarheids-grens is zeer ver ruimd; de gesprekken worden duidelijker. In den laatsten tijd beeft men dit hulpmiddel ook toegepast op onderzeesche telegraafkabels, hoewel hienij bezwaren voorkwamen bij het leggen der kabels. Het leggen van een gewonen onderzeeschpn kabel is reeds geen technische kleinigheid. Maar wanneer op elke anderhalven je moet op den berg staan stampen, dan wordt bjj goed." HU wordt zoo veel goeier," riep koppigverrnkt de kinderstem terug; het kin l knikte met het hoofd op en neer en gaf mot iederen knik, een mep van haar platte echop op de tandhoop, die stevig-leg stond: een vadsig gevaarte, te midden van de vooze sandgenlen, waarin het water is weggeslopen. In de stoelen, dicht by de kinderen, zaten een paar juffrouwen, in 't zwart gekleed, de knieën wat uiteen en met stille bustes en zware leege werkhanden neerhangend. In de opzichtige ru*t ran werkmenechen, dieals moe van het leven schijnen en voor wie een-dag-uH een zwaar te dragen vreugd gelijkt. Zij waren telkens met baar stoelen, begeerig, d'chter naar de zee geschoven, alsof er hier, zonder betalen, een eersten rang te krijgen viel. Zy staarden met henr klagelyken, doelloozen werkblik naar de loome zee, die zoo groot naar baar opdrong. En in dit kijken kilometer de k a iel een verdikking vertoont dan levert het afloopen van den kabel groote moeilijkheden en breekgevaren op. Men heeft wel geprobeerd den geaeelen kabel van ge soleerd koperdraad te omwinden door een spiraal van eenige lagen dun ijzerdraad, maar het resultaat is niet zoo zeker te voor spellen dan wanneer de bovenbeschreven metbode toegepast wordt van klossen inlasschen. Na eei.ige van dergel ij kek abel s gelegd te hebben over niet te grooten afstand heeft men in 1910 een dergt-lgken kabel gelegd door bet Engelsen Kanaal, voor bet EngelschFransch telefoonverkeer. In flg. l is een deel van dezen kabel afgebeeld, waarin zoo'n klos zit. Van buitenaf ziet men alleen den kabel wat dikker gewor den, waarbij Rezorgd is voor een geleidelijke dikte-aanzwelling. De lengte-doorsnede van ditzelfde stuk vertoont de telefoondraden (?ier) met de klossen, alles omgeven door be-cbermende en isoleerende lagen. In fip. 2 is bet paeseeren van een dergelijk klos-bevattend kabeldeel over de schiif afge beeld; het dikke deel. dat bij het tfloopen het grootste bezwaar op'evert is juist inden tros gebonden om bet veiiuer uit te palmen. Het resultaat van deze kabellegging is dat Londen en Parijs nu verbonden zy'n door een buitengewoon goeden kabel, waarvan de waarde voor het juist overbrengen der ge sprekken beantwoordt aan de verwachtingen, die theoretisch uit de kabelconstiuctie af te leiden waren. P. VAN OLST. Fig. 1. ONDBEZEKSCHB TBLBFOONKABBL MET KLOSSEN. De bovenste figuur laat het klosheudend kabfldeel van buiten zien. Da onderste figuur i» een 'lengtedoorsnede van dit kabeldeel. Linkt en rechts liggen de vier eigenlijke telffoondraden; in '(midden ligt de klos, dw de kdbvlwerking verbetert. De gtarceerde gummirlagen er om heen dienen «oor olatie. Hun vorm ii zóó, dat de kabeldikte geleidtlijk aanzwelt. De buitenste beschermende lagen zijn weggelaten. Fisr. 2. HET LEGGSN VAN EEN NIEUW MODEL TELEFOONKABEL, Over de tchijf passeert juist een kabelstuk, dat een kies bevat, dus dikker i» en meer zorg vereischt dan gewoonlijk. Het dikke stuk zit in de kabellus. Deze afbeelding, heeft betrekking op den nieuwen KANAAL-iaftel van 1910,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl