De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 20 augustus pagina 10

20 augustus 1911 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER W£EK'fiïiAD V O O K N E B E R L A H D. 1782 Ho&large wetd* tot «?? bepaald eonttngwt vaftgwteiélm geneftNehappeiyc 0ve*l«g, even als de pr$*en. Dit contingent wordt afzonderlijk geregeld Voor de bïsöettlandsehe konsnmptie en eveneens voor den exporf, waardtor Mta At> eveYggadaetie, die den prijs heeft doen dalen, een einde zal worden ge maakt. Eet k»rt*I te via* kracht voor de gebeele monarchie en dei oven-eenkomst zal zoowel door de Oostenryksche, als door de Hongaarache rafflnader^sr» word** bekrachtigd. Het cyftr van het contingent is vastgesteld in overeenstemming met de hoeveelheid, die gednrende het laatste jaar voor de consump tie in Oostenrijk en Hongafige i» benooéigd geweest, nl. 3 millioen meterzentner, waar van voor de Oostenryksche rtfflaaierqen 1.8 millioen en voor de Hongaarsehe 1.2 18/8'11 (Slot volgt). V. d. S. iiiiiiiiiiiiiiiHimiuiiiiiiii Yan Alkmaar begon eenmaal de victorie voor onze vaderlandsebe geschiedenis, en nu schijnt zoo waar vandaar ook nog de victorie t» zullen beginnen van een nieuw sociaal geschieden voor de gansche wereld! Zooals het meer gebeurt, vindt dikwijls de meest eenvoudige in lastige problemen een oplossing, waar veel knappe bollen,-men zou bijna kannen zeggen, hun leven lang, tevergeefs naar zochten. Wat zijn al niet een zware verhande lingen geleverd over en oplossingen gegeven van het v*a*gitak d«r Orerptoductie en werkeloosheid", en toch barsf nog altijd mét bijna regelmatige zekerheid om een bepaald aantal jaf«n (b.r. 1815,1825,1836,1847,1857, 1866, 1873, 1862, 1801,1900, 1907) een ge weldige crisis lo?, met een naar voren tre den van enorme werkeloosheid en overprodnctie. En hoewel tot op heden aangenomen werd, dat deze kwestie zee* ingewikkeld wat, verschillende mannen met klinkende namen (wij noemen o. H. Marx, Herkoer, Brentano, Troelstra, Wibanfr, Baks, Trenb) hierin tracht ten dieper door te dringen, blijkt de zaak toch zeer eenvoudig, gezien in dit blad van 30 Juli j.1. het artikel van d«n middenstander J. Knoppers W.KiB.U Wie had nu ooit kunnen denken, dat de Nederlandsen* middenstand den man zou leveren, die het. probleem van de inter nationale crisissen (die, zooals uit de boven staande jaartallen blijkt, vrij regelmatig het geheel maatschappelijk organisme doorschokken) zoo eenvoudig efl duidelijk tot klaarheid zou brengen ? Eenvoudig en duidelijk; want kan het eenvoudiger en duidelijker dan hier door door den heer J. Knoppen W.Kz-D. is gedaan ? De crisissen, zich uitende in overpro ductie en werkeloosheid" worden door hem eenvoudig teruggebracht tot de kwestie van gebruik en ?, verbruik", tot het vraagstuk van d* k*opkr*oht der wereld" en eenmaal ? zal d* wereldorganisatie tan vereenigin gen" door de draadlooze telegrafie en tele fonie kennis bekomen van de koopkracht" en daardoor kunnen constateeren: Zooveel moet er gefabriceerd worden. Meer niet." 't Is e«a wonder vaa eenvoud, en met deze eenvoudigheid komt in eens een einde aan de misère van faillissementen, werke loosheid, werkstaking, enz. terwijl wüterras verkrijgen de vaststelling van een e reëele verkoopwaarde! l" Dat is dus wel eene prachtige uitvinding, die Wereldorganisatie van Vereenigingen I Van welke vereénigingen? Wel, van de vereenigingen l B.v. de vereeniging van Werkgevers op Scheepvaartgebied, en de Vereeniging van Zeelieden, de Vereeniging van Cargadoors en de Vereeniging van Bootwerker?, de Vereeniging van Aannemers en de Ver eeniging van Bouwvakarbeider», de Ver eeniging van Groot-Indust) iëelen en de Vereeniging van Textielarbeiders, de Mijnkartellen en de Mijnwerkersbond, de Winkeliersvereenigingen en de Coöperatieve Winkelvereenigingep, enz. Men ziet, het is heel eenvoudig: de wolf gaat naast het lam liggen, of omgekeerd, en de zaak is klaar. Die Wereldorganisatie stelt vast het ge en verbruik, en daarmede de koopkracht, bepaalt eenvoudig zooveel moet er gefabri ceerd worden. Meer niet." En klaar is Eees. Dan krijgen we niet meer overproductie, moeder van het faillissement, en van ver nietigende concurrentie, moordenares van degelijken handel en degelijke industrie", maar dan zullen we dus krijgen een nietvernietigende concurrentie, zonder moord op degelijken handel en industrie. Wij krijgen dus eene productie meteene brave, degelijke concurrentie, handel en industrie, en, bijzonder schitterende uitkomst voor den haadeïdrijvenden middenstand, niet meer de enorme hoeveelheden welke nooit betaald zijn geworden." Dan zal, volgens den heer J. Kloppers W.Kzn. niet alleen moordende concurrentie en faillissementen, maar ook werkeloosheid, werkstakingen, te lage loonen en te hooge eisenen behooren tot 'n barbaarse!), anar chistisch verleden, dat, helaas, voor ons nog heden is." Helaas laat de heer J. Knoppers W.Kzn. ons omtrent enkele kleinigheden oningelicht. Want hoewel hij niet hecht aan alle mogelijke eenig ware middelen ter oplos sing van de Sociale Kwestie" geeft hij op zijn beurt toch een middel aan, ook als eenige oplossing! En dan dringt zich direct de vraag op, of, indien binnen de huidige maatschappij die, volgens bovenstaande aanhalingen, de heer J. Knoppers W.Kzn. behouden wil, dus met eene voortbrenging tuk op winst" het ge- en verbruik wordt vastgesteld, daarmede de koopkracht" en op grond dezer gegevens wordt geprodu ceerd, het niet zeer waarschijnlijk is, dat een groot aantal consumenten 't ij d e n s de vaststelling niet, of niet genoeg, te ge- en verbruiken hadden ? ? Waardoor dus zonde blijken, dat deze oplossing" inderdaad allerminst een oplos sing geweest was. Nu weten wüook, dat, wanneer in een bepaalde tak van onderneming de door den heer J. Knoppers W.Kzn. gewenschte r«gelirg ook maar eenigszins wordt toegepast, hiervan voor de betrokken arbeiders direct werkeloosheid het gevolg is, met de daaraan onvermijdelijk Verbonden gevolgen voor een deel van den handeldrijvenden middenstand, n.l. daling m koopkracht der getroffenen. Nemen wij b.v. een steenkolenkartel, dat tot vaststelling komt van het gebruik der hoeveelheid steenkool, d. w. z. dehoeveelheid die zij denkt te kunnen plaatsen. Dan wor den de mijnen die het slechtst rendeeren eenvoudig stilgelegd, en de overigen in exploitatie gehouden, wat voor de arbeiders der stilgelegde mijnen werkeloosheid ten gevolge heeft. Kernen wij de trust», die op hnn beurt ook het ge- en verbruik", daaruit de koopkraekt", en daarmede zooveel moet er ge fabriceerd worden. Meer niet" bepalen, dan zien wij ten eerste, dat een aantal winke liers worden uitgeschakeld, en daarmede tot faillissement worden gedreven, en ten andere een stijging van prijzen (evenals bij de kartellen trouwens) dus eene verminde ring van de koopkraeht die juist, volgens den heer J. Knoppers W.Kzn. hierdoor zoude worden vastgesteld. De koopkracht schijnt dus samen te hangen met de ver houdingen in het huidige productiestelsel. Heeft daarin eenige wijziging plaats, dan schijnt daarmede direct eene verandering in de koopkracht" plaats te vinden. Nemen wünu de strekking uit boven staand, n.l. stijging der prüzen en uitschake ling van den middenstand, en zien wü, wat, bij de productie om winst, het gevolg zoude zijn, indien de illusies van den heer J. Knop pers W.Kzn.' zich zouden verwerkelijken, en alle vereenigingen zouden samensmelten tot d e" Wereldorganisatie, dan bemerken wij dus enorm toenemende werkeloosheid, zoomede uitschakeling van den middenstand met daaruit volgende faillissementen. Als enkel voorbeeld: In 1904 in Frankrijk verschaften 8 millioen werklieden het benoodigde, terwijl 16 millioen werkbare krach ten niets voortbrachten; in Engeland pro* duceerden % der inwoners alles voor de gehéele bevolking. Wat dus hierop neer komt, dat, als binnen het raam van het huidige productiestelsel, eene regeling der productie tot stand zoude kunnen komen, ah door den heer J. Knoppers W.Kzn. be doeld, zoowel de werkeloosheid als het aantal faillissementen geweldig groot zoude wor den, en genoemde heer precies het tegen overgestelde zoude kunnen bereiken van wat hij wenscbt. Nn is ook nog de mogelijkheid open.... Je kunt nooit weten! Wellicht wil de heer J. Knoppers W.Kzn. hierover eens eene enquête instellen ? dat de Vereenigingen, waai oude r de vorengenoemde, geen lust heb ben zyne raadgevingen op te volgen, en zich niet in de" Wereldorganisatie willen begeven. De heeren van de ondernemers bonden b.y. zouden bezwaar kunnen maken, of de arbeidersverenigingen hiertoe minder geneigd. Immers, de heer J. Knoppers W.Kzn. moet zelf constateeren, dat de werkgevers en werknemers vaak vijandelijk tegenover elkander staan." (Waarom is dat zoo, o heer J. Knoppers W.Kzn. ? Zoudt gij daarin niet eens wat dieper willen doordringen P) hoewel hy constateert, dat dit slechts eene noodzakelijke werking is om tot 'n eenheid te komen die beider belangen omspant." (Zoude de heer J. Knoppers W.Kzn. hier van eenige voorbeelden of bewijzen willeu geven ?) Ook zoude de mogelijkheid bestaan dat de winkeliersvereenigipg niet met de coöperatieve vereenigingen in nauwere aan raking wenschen te komen. En dan zon duf, helaas, van de oplos sing der Sociale Kwestie zooals de heer J. Knoppers W.Kzn. die voorstelt, niets kunnen komen. Ook kan het zijn, dat ge noemde heer zich vergist omtrent de oorzaak der Sociale Kwestie, en dat het in eerste instantie niet de vraag is naar verbruik en koopkracht, doch wel naar de reden waarom wordt geproduceerd. Zoude het ook kunnen zijn, omdat er ge produceerd wordt, zooals de heer J. Knop pers W.Kzn. het uitdrukt, tuk op winst." Zou het ook kuunen znn, dat zij, die de ondernemingen in handen nebben,eenvoudig prodüceeren om de winst, en onverschillig staan tegenover de daardoor veroorzaakte werkeloosheid en faillissementen ? En dat deze toestand zoolang zal blijven bestaan, totdat diegenen welke ia het hui dige productiestelsel alles moeten voort brengen, maar toch steeds te weinig te ge- en verbruiken krijgen, hun Wereld organisatie hebben voltooid, en de productie dan met en door hunne organisatie in han den nemen ? -Langs den natuurlijken weg der nood zakelijkheid", daar liggen de lijnen die wij hebben te volgen en door te trekken" zegt de heer J. Knoppers W.Kzn., en komt dan voor den dag met eene onnatuurlijke nood zakelijkheid ! De natuurlijke weg der noodzakelijkheid en de lijnen die wij hebben te volgen en door te trekken, worden alleen gevolgd door de arbeidende klasse in hare politieke en economische organisatie, waarmede de Wereldorganisatie zal worden gesticht, die *) in plaats van de anarchistische waren productie de planmatig bewuste organisatie der maatschappe'ijke productie zal brengen; de heerschappij van het product over den producent neemt een einde. De mensch die in steeds grooter mate meester der natuur krachten is geworden, wordt daarmede pok meester der maatschappelijke ontwikkeling. H. J. RlJSEWIJK. Kautsky, Economische theorieën, Verregaande Terwaarloozinj, In het Koloniaal Weekblad van 10 Aug. i.', lezen wij een verhaal, dat weer eens da aandacht vestigt op den toestand van verwaarloozing, waarin talrftke hindoe-kucstwerken op Java verkeeren. De laatste over blijfselen van een groote beschaving vergaan daar zonder dat onze Regeering krachtdadig ingr^pt. Het stukje nemen wy in zijn geheel over. Langs een diep uitgereden pad, aan weers zijden rijke padie-velden, klapper- en pisangtuinen, recht voor ons, geweldig, de Merapi, reden wij naar de ruïnen-massa van Tjandi Séwoe. Eerst passeoron we de Tjandi Loemboenf, een groap van 16 kleinere om n hoefdtempel, beelden noch beeldwerk vonden we hier; dan de Tjandi Boebrah, dit blijkt de bouwval van een echooneren tempel. De alleen overgebleven onderbouw is smaakvol versierd. Hier werden ook nog eenige hoofdlooze Boeddha-beelden gevonden, doch van deze tempels is totaal niets bekend, en de eenige waarde die E\} als bonwvallen hebben is .... dat zjj er zQn. De rit, dieper het binnenland in, wordt steeds moeilijker, in den door dagen lang neerplassenden regen doorweekten bodem zakken de wielen van ons rytaijrje byfla tot de assen; de paarden glijden nit, dreigen te vallen, hotsend en bonkend slingeren we heen en weer, zoo dat we ons krampachtig aaa de bankjes vastklemmen. Dan gaat het weer met een vaart j e door een modderpoel, dat de spat ten ons om. de o oren vliegen. M'n witte pak wordt ontoonbaar. Overal langj den weg zien we tempelsteenen, ook geornamenteerde, als waterstnw of wegversterking gebruikt. Bond sommige kampongs is er zelfs een muur van gemaakt. En bij dien steenen-roof is het niet gebleven. In tuinen en op erven van landeigenaars zien wy beelden etc., die ongetwijfeld van groot belang voor de be roofde tempels, maar daar misplaatst KJJP. Door een krachtigen ruk van den koetsier, staan de paarden, schuim-bedekt, stil; uit stappend staan wüvoor twee monster-bealden, die .daar als bewakers ga p laat s t schijnen. Hier bevinden wüons voor de ruïnen van Tjacdi Séwoe, de dnizend tempels". Maar de aanblik ia allerjammerlijkst. Eens stond hier in hat mi iden. op een verhoogd terras, de hoofdtempel, door een muur met vier poorten omsloten; daaromheen, iets lager dua, een rjj van acht en twintig, en een van vier en veertig kleine tjandi'i; weer iets laier, op een groot terrap, v$f grootere tem pels, rechthoekig om dit terras en eindelijk daaromheen een reeks van acht en tachtig mansolea. Vier padsn gaven van het midden der buitenste ry' toegang tot de overeen komstige zijden van den hoofdtempel, bq elke terrasverhoogtng waren zy' waarschijnlijk door pootten overwelfd. 'n R|jk- gedacht heiligdommen complex dus, dat, mede door de grootsche uitvoering, ons zelft nu tog met bewondering vervult. Aan elk der vier toegangswegen zaten zitten ook on nog twee reusachtige tem pelwachters, dwarapala's, elk nit n groot steenblok gehouwen, met de gezichten naar elkaar. Deze steen-kolossen met uitpuilende oogen en buiten de ver naar voren stekende, lippen zichtbare hoektanden, de woast-griminige uitdrukking, de dreigende knots maken een sterken indruk. De ontzaglijke zwaarte dezer beelden is waarschijnlijk oorzaak, dat zy nog op hun oorspronkelijke plaatsen staan; sommigen zijn scheef in den bodera wegge zakt, een zelfs tot over de helft van het bovenbeen. Worden geen maatregelen ge troffen, dan zal het niet lang meer duren, of het zal in den, door 't er langs stroomende beekje drassig gemaakten, bodem verzinken. De hoofdtempel was, evenals da and«re tempels, '0 twintigboek, maar in tegenstelling met die anderen waren hier de vier buiten hoeken verder uitgebouwd, rnet den binnenbouw alzoo een wydarnig kruis vormend. De buitenwand is in vier en twintig muur vlakken verdeeld, alle met rijk bewerkte paneelen versierd. Breede trappen ga^en toegang tot de vier ingangen. Drie van de vier binnenruimten waren eveneens ry'k met bloem- en dier-figuren versierd. In de nu ledige nissen dezer kapellen hebben vermoe delijk Boeddha-beelden gezeten door Bodhisatwa's geflankeerd. Deze kapellen staan door met het Garoeda-Naga ornamsnt versierde poortjes ouderling in verbinding. De Oos telijke uitbouw bevat het eveneens versierde voorportaal en de teegang trt het eigenlijke heiligdom, dat in sterke tegenstelling met da andere kapellen, onversierd is. Alleen vinden we hier een zeer sober behouwen altaarvormigen troon, die een groot gedeelte van de ruimte in besla g neemt. Hier treft ons, evenals bij de Tjandi Mendoet, de vrede gevende rust van de vlakke tempel wanden. Evenals het sanclnarium van de tjandi Mee doet, zal ook dit heiligdom volkomen duister geweest zyn, met misschien, als c&ó,', n lichtopening in de dakpyramide, om alle aandacht te vestigen op het goddelijke beeld, dat daar zal gezeteld hebben. Maar van dat beeld is geen spoor gevonden. De onder het puin gevonden kegelspitsen dagob's (klokvormige koepel») doen vermoe der», dat het geheel door een achthoekige pyramide gedekt was, die terrasgewijs op loopend, plaats geboden heeft voor de dagobs en kegelspitsen waar tusschen, in nissen, Boed dha-beelden gestaan hebben. Ook hier dua een prachtig architectonisch bouwwerk met gewy'd beeldwerk versierd. Na beschouwing van dezen hoofdtempel be zochten wüde ruïne van de kleinere graftempel'jea. Ruim een half uur klauterden wy over tempelresten die overal neergesme ten ligger. Vóór en naast de minder wrakke of ingevallen tempeltjes liggen de Boeddhabeelden alle zonder hoofd tegen den grond. Sommige zy'n er, op een paar centi meters na, geheel ingezakt, andere liggen voorover of zijn in stukken ge7allea cf ge slagen ... Want hoewel de aardschok van 1857 veel schade en vernieling vooral aan den hoofdtempel heeft veroorzaakt, draagt deze ve'woesting duidelijke ^sporen van opzettelijke vernieling, 't Is bedroevend hier te dwalen tussehsm al dfe vernielde tempeltjes, armzalig overschot van een over weldigend schoon geheel. Enkele, hoewel erg geschonden, hebben nog goed genoeg tijd en schending getrotseerd om den corspronkelijken vorm te kunnen vaststellen. Elk tempeltje vormde een vierkant, met kleinen voorbouw als toegang. Da ingang was met het Garoeda-Naga ornamant om lijst. De buitenwanden van het voorportaal waren met basreliefa versierd; de beide voorvakken van den muur sierden paneele», waarin figuren gebeitoid waren met een lotusstengel in (Ï8 ham'. In beide zijwanden en den .achterwand waren groepen van drie beelden aangebracht, door het Garoeda-Naga overdekt. Op die ner hoeken ?an den on derbouw waren dagobs geplaat&t en daar was de basis voor de achthoekige dakpyra mide. Ook deze pyramide werd dcor een dagob gekroond. De binnenwanden zyn op enkele uitzonderingen na onversierd en be vatten voetstukken, die waarschijnlijk de beelden gedragen hebben, die nu overal neergeslingerd liggen of in particuliere tui nen staan. Nog eenmaal klauterde ik tegen den hoofdtempel op, om het omliggende terrein te overzien. En weer werd ik getroSen door de grootsche natuur. Op grooten afstand zag ik het imponeerende Menoreh-gebergte! Ont zagwekkend torent daar de 3336 M. hooge Soembingrens tegen het hemelblauw op. Dan de Merbaboe, de Merapi, 'n flauwe rookpluim om zyn krater-top, en verder-weg, ijler, de Slamat, alle geweldige vulkaankegels, monstertoppen van dood en verschrikking .... En dan d'chterbtf het toonbeeld van kleinmenschely'k vandalisme. Da herinnering aan den on» zoo blameerenden beeldenstorm in 1566 werd in mij wakker. En ik zag de fana tieke Mohammedanen in blinde rasemtf op deze tempels toerennen, met misdadige vernielzncht de kunstschatten niet alleen rchenden, maar ook de geheiligde plaats waar de voorvaderen hunne dooden vereerden. Dit tengellooze fanatisme, veeleer dan de onbetrouwbare vnlkaanbodem, heeft schuld aan deze onherstelbare vernieling. De bij de toegangen geplaatste tempel wachters konden daartegen niets uitrichten; daartegen waren zy machteloos. Alleen, trouw en ongeschonden, hebben zy eauwen lang menschen en natuur getrotseerd. Nog a'tyd staan zij op wacht, zij 't ook dat de tand des tijdsaanban voet stuk ktaagt. Nog eens overzag ik met 'n gevoel van weemoed dit ruïaenland, toonbeeld van verwoesting; de plaats, eens geheiligd door gebed en vrome overpeinzing, ontwijd door wilde horden, vernietiging en dooi zaaiend waar zy den Islam brachten ... Nu mog is die .donkere ty'd by de Javanen bekend als prang agana (oorlog van den godsdienst). Maar ook onderlinge twisten zullen nood wendig het hunne hebben bygedragen. Want de verschillende secten onier de Hindoo's ontstaan, leefdea evenzeer in voortdurenden onmin. Dat zij dezelfde wandaden, bedreven als de z.g. bescl aifde beeldstormers in het Westen, mag ons niet verwonderen. Maar dat de verminking, de schending, de roof nu bedreven wordt, door de niets ontsiende heb zucht van vooral Amerikaansche en Engelsche verzamel-maniakken, is wel het allartrenrigst bewijs hoe weinig het Gouvernement desa beroemdheden uit een glansrijk tijdperk op prijs stelt. Da zou, groot en beerlijk, nu als toen, over goot het al met een gouden gload ... geen wanklank werd gehoord ... een plechtige stilte heerschte, de on t wijding als mat een liêfdekleed bedekkend. Hoawel door en door vermoeid, hongerig en dorstig, wilden wy nu meteen nog een bezoek brengen aan de Palahosan-kloosters op circa 15 minuten afstand. Op een ver wilderd terrein tnsschen hoog groeiend alangalang, staan deze klooster-bonwvallen zonder dak of kroonlijsten, onbeschermd tegen natuurin vloeden. Wy'i ik hiervan geen enkele afbeel ding he'o, zal ik niet in byzoaderhsd-n tre den. In hoofzaak vonden wij hier weer, wat wij reeds in de tempels zagen. Bondom het klooster nog wa* Tjandi-bomwvallen, waarin het stcffelyk overschot van da monniken wel zal zijn bewaard geweest. Ruïae, vernieling, roof, verwaarloozing, ondergang, dat zyn myn laatste herinneringen aan dien schoonen dag." En boven dat alles wapperen sedert eauwen de heldere kleuren van Nederlands vlag"! OHZ3 fcrant. (Uit de geschiedenis van een prov. dagblad). door G. J. 8. van H. II. Dik wij's had Baanstra aan z'n eene triomf nog niet genoeg en terwijl z'n collega aan de ove*syde der tafel bezig was aan een degely'k" artikel, knipte hij wat binneniandache beschouwingen of perskroniek" over een onderwerp vaa d» n dag. Hg verbond de onderscheidene strookjes met neutrale zinnetjes en maakte er esn kop en 'a staart aan. Dan was 't artikel met a'n geledingen van allerlei afkomst, gereed en hij zei spottend tegen Van Gelder: Als je straks naar beneden gaat neem je dit hoofdartikel wel eren mes, hè? Daar ben i k aan bezig I Maar 't mijne is af! Goed, dan moe'en ze er allebei maar in. 'k Ban niet van plan weer 'n paar dagen te wachten zooals verleden week. Allo, dan allebei maar! gaf Baanstra toe, die niet te ver wilde gaar. Dan schreef Van Gelder inet zeer weinig ambitie door, daar de degelijke krant, die fay" op 't oog had, weer jammerlijk mislukte. Z'n e«nig genoegen was dan, om, als hij zijn copie aaar beneden bracht, de copie weer in andere volgorde te legger. Doch zoodra zat hij niet weer achter de tafel, of Baanstra ging op zijn beurt naar beneden. Dan legde hij in de handzetterij in 't copiebakje zijn hoofdartikel borenaan en stak dan z'n sluwe oogjes weer over Van Houtem's schouder. Hè, zet je geen buitenland" meer? 'k Moest van meneer Van Galder eerst gemengd". Wat een nonsens. Ea wie heeft die volgorde veranderd? Meneer Van Gelder! Dan moest da zetter onmiddellijk met het bnitenlandsch overzicht doorgaan en de ver dere copie in de door Baanstra aangegeven volgorde afwerken. Bleven zoo'n dag verdere strubbelingen uit, dan was men nog niei voor onaange name verrassingen gevrijwaard. Daar Baanstra z'n gemengd" maar luk-raak knipte en Van Gelder zonder overleg te plegen omwerkte, onts'.onden er vaak aüerzotste doublure?. Bianatra had bijvoorbeeld uit een der groote dagbladen een gedetailleerd stadsbaiicht geknipt ven den volgenden aard: Ua rechercheurs Homan en Van Zand legden hedenmiddag aan de Leuveharen de hand op twee beruchte individuer, C. V., Middellandstraat 41, en J. v. S., Gtoudsche Rij wei? 112. Za werden ernstig verdacht van den zilverdiefstal in de Hoogstraat. Hoewel het veriiuor voer den commissaris, den heer Vayek, geeneriei resultaat had, werdea de beide veidachten in bewaring gehoudec. Met eenige omwerking was 't begin dan: In aansluiting met onze vorige berichten, wordt ons thans het volgende meegedeeld:... Het bericht werd bekroond door het hoofdje: D e Eilverdiefstai" Als Van Gelder dit bericht waardig ge keurd had om als geeatesvoedsel te dienen, dan kwam een verhaaltje tot stand als volgt: Misdaad in groots steden. Men mag eenigszins geringschattend spre ken over Donker Zuiden", niet te ontken nen valt, dat wij in Holland steden hebben, waar de misdaad welig tiert. Bizondere personen, aangeduid met den naam van be ruchte individuen", beoefenen deze werken der daiste»i«. Vaa deze lieden hebben t wee>' Botterdamscne rechercheur» er een t we* tol aangehouden, C. V., nit de MiddeUandstrirt*, en J. v. S., van de Gondsche Rijweg. Ze worden verdacht van een zilverdiefstal en voorloopig in verzekerde bewaring gehouder." Wel is waar kwamen de zetters niet altijd door de stapel gemengd" heen, doch, wan neer 't wel geoenrde, lagen de doublures soms voor 't grijper. Baanstra corrigeerde de krant wanneer ze op de steen gereed lag om als vorm" naar de pers gebracht te worden. Van de eigen lijke correctie maakte hij zich gewoonlijk af, maar hiermee wiet hu zich zeer verdienstelijk, te maken. Serghnis, 'n dobbel bericht! Da meesterknecht kwam by den vorm. Zie eens, De zilverdiefstai" en Mis daad in groote steden". Zie je? Die mis daad" meet er-uit. 'k Kan 't niet misser, meneer l Dan komen we niet voll" 't Hindert niet I Mopperend maakte de meesterknecht de vorm los en haalde de misdaad" er nit. Berghais, dit ook. Maar, God, 'k hea niks over! Ky'ke jullie dan toch ook uit bove l Kom, 'n paar stoppers". Heb 'k niet meer. D'r staat wel 'n mop" voor 't Zondags blad gezet. Neem cïi Kom 'k nog tien regels te.kort. Ener zitte al zoo ontzettend veel interlinies in. 'k San 't niet bestoppe! Doe d'r maar zoo lang wit" ir. 'k Zal je helpen l Dan kwam Baanstra in actie. Hij wist, dat z'n handigheid der directie ter oore zou komen. Van Houtem, even 'n telegramme'je. Zetsel te kort! 'k Zal je wel dicteeresl Dan fantazeerde Baat s tra: Ernstig, spoorwegongeluk. N e w- Y o r k. Men sei at aan d e Ne w-York Herald": De ezpresstrein Chicago?San Francisco OLtspooida vermoedelijk 178 mylftj; bewesten Denver. Hetzelfde beticht zegt, dat er waarschijnlijk over 100 gewonden en meer dan 60 dooden zyn. Naar men verwacht, zal het spoorwegbataljon naar de plaats de». onheus vertrekken. Met 't gloeiend-heet e zetsel holde bij dan, naar de pers, die de eerste hondeid kranten reeds gedrukt had. Bsrghnic, hoofdje telegrammen'''. J» kant interlinieereE.... Dan ?chndden alle abonné's, op een honderd n», hun hoofden over de Amerikaansche treinen. Die rejs toch zoo skiil hard! 't Was puur 'n skandaai", ... Doch de Ondkerker Nieuwsbod»" bad het telegram niet en da redacteur van dat blad telefoneerde hoogljjk verbaasd naar Vaz Dias. Nieawe UitgaTen, Schetsboek. Eene verzameling gedichten en prozastukken met portretten van eenige inzenders, leden der Vereen, van Nederlandsche Letterknnd-'gen 1905?1910, 218 pagina's. itgegeren by gelegenheid van het vijfjarig bestaan der vereeniging ten bate van haar ondc ratenningsfonds door de Maatschappij voor Goede en Gaedkoope Lectuur, Amsterdam. 67e Jaarverslag ( 910) van de Ned. Vereen. tot afdcbsffiag van alcoholhoudende dranken. Wsst-Marokko Diutschl Von HEINBICH CLASS. Mit einer farbigea Karte Marokkos, 41?50 Tamend, bei J. F. Le h manna Verlag, Mijn enen. Preis 50 Pfennip. Zangoefeningen r air DANIKL DS LANQB'S Zangechool. Handleiding volgens de grond beginselen van GALIN PAEIS CHEV_É, bijeen geschikt voor schoolgebruik, door W. H. DE GROOT Wzs , 3e stukje, 83 druk. Prijs 35 cent. MODI T Van Omen Tijd, 13 Ang. '11: Constant Eeckels, Morgen in Kempenland. . Maria Viola, Nieuwe Boekeo. A. Jnrriaan Zoet mulder, Naar aanleiding eecer tentoonstel ling van Cnristelijke Kunat. P. A. Bruinam», Kunstgenot. P. G. Hoeks, Hoe hij bede laar werd. Redactie fanteekeningen en, berichten. Platan. Tijdschrift voor Onderwijs en Handenarbeid, No. 5, Aug. '11: Nog 'n paar snijmodellen^ door M. J. Langeveld. Fnkela kleinighe den nit ds praktijk van den kartonarbeid,, door v. d. M. Verslag examen handen arbeid. Uit de afd. Haarlem. Weer een nieuwe Cursus. -7- Netjes zitten op school enz. Schrijfbureautje. Een poortje uit klei. Tempeltje uit klei.loor J. J. v. Lochem. Kleerhanger, door J. Vreeken. Goede Prcpagauda. Verslag van de Commissie van Vrer.ficatie. Eietvlechten, door B w. Kïeiarbeid, door Sw. De Navüncher, efl, 7; Een reis met hinder nissen, door W. E. v. Dam v. Isselt. Cornelis Vermeulen, door dr. Joh. C. Breen. Nederlandsch in Bentheim, door W. Zuidema. Antwoorden. Oudheidkunde be treffende Boom, door H. J. Schouten. Volks- en Straatliedjes verschenen in 1813 1815 betreffende Napoleon, de Vrfcheidsher stelling en Oranje, door W. P. J. O vermeer (vervolg). Huisje tegenover het Trippechuis, door 8. Abramsz. Drie sagen, door P. M. Schelling. Vragen en Antwoorder. Memoratdp. Taal- en Letterkunde, Geslacht- en Wapenkunde. Onder de Studeerlamp. De Gids. Auguatua 1911. De vreemde heerschere. Een verhaal van de Italiaans che meren, door G. en M. Scharten?Antiek, II, Balzac intime, door Is. Querido. Ge dichten, door P. N. van Eyck. De ont dekking van onze West, door Prof, F. A. F. C. Went. Een wereldstrydmacht ter zee, door H. E. Baron van Aabeck?Denkers, door 0r. Julius de Boer. Zwerftochten op Bali, door J. C. van Eerde. Verzen, door P. Oiten. Schemer, door H. H. van Calker. De Zeewind, door G, Gossaert. Aanteekenicgen en opmerkingen. Buitenlandsch overzicht. Bibliographie. De Lwende Natuur. Aug. '11. Met Paaschvacantie uit botaciseeren. (Slof). Crabro's Giagko Bilobs. Een excursie in Drentp. Een spreeuwenwolk nabij Schiedam. Zwarte roodstaartjes. Literatuuroverzicht van de Vereeniging Antoni van Leeuwenhoek". Vragen en korte mededeelingen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl