Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V O O R N E D E R L A N D.
No. 1782
Jozef IsraëlB.
Geb. 27 Jan. 1824 te Groningen. G.B*, te 'a Gravenhage 12 Anj. 1911.
Jozef Israëls 1824-1911.
Wat zal ik u van den gewonen
mensch schrijven? Zal ik u melden als
andren, dat hij scherpzinnig was als een
Jood, en zoo noodig wél de wegen der
waereld kende P Het is van weinig be
lang meer. Er zijn reien die deze
gevatheden bezitten. Zal ik u zeggen dat hy
een psychologische opmerking bezat, die
niet iedereen overwon P Zal ik u schrijven
dat hu sommigen hard leek en dat
:bJg zóó moest zjjn, voor zich zelf, voor
later, -wilde hij een weeke sentimentali
teit oproeren tot het zuiverst gevoel dat
Hem moeilijk was P Zal ik u zijn persoon
beschrijven, gedeeltelijk maar een
symCoken Tervaart, Israë'.s' kleinzoon.
hooi en een tijdlijk kleed dat hij nu uit
trok, nu hij werd tot enklen geest P Zal
ik niet vergeten dat hij den steun had
der geloofsgenooten (wat veel is) omdat
ze in hem hunnen aard schoon vonden,
en algemeen geëerd P Zal ik u melden
dat na zijn dood toch het sterven van
hem ons onwaarschijnlijk lijkt, zoo waren
wij gewoon geworden hem te zien, en
altijd opnieuw weer te ontmoeten, en
telkens weer de schella kracht van zijn
stem te ervaren P Zal ik zijn muzikaliteit
u vermelden, die uw journalisten niet
nalaten te prijzen, maar wier verband
met zijn kunst hun niet klaar genoeg is
gegroeid P Zal ik u zeggen dat hij zich
zelf was, en belangrijk daardoor alleen,
omdat hij zioh kon veroorloven dat te
wezen? Zal ik u zijn rake guitigheden
vermelden die willige hoorders als
zoetekoek op aten, en gedeeltelijk bewaarden
voor anderen die ze ook wilden zien P
Zal ik herdenken hoe velen hij er in
liet loopen, als hij zei dat hij nooit een
mooi schilderij maakte, wc! wetend dat
hij ze maakte en daardoor stoutmoedig
deze onjuiste bewering dorst te pas
brengen, wetend dat later tijd hem anders
zou richten P Zal ik u herinneren dat
hij een geest was vol weetgierigheid,
een wakker verstand, een begeerig ver
stand, dat hij niet bevreesd was, als een
aantal anderen, voor een goed boek,
?maar wist dat uitbreiding van den geest
altijd diep te zien wordt gegeven in het
werk P Zal ik u dringend zeggen dat hij
een schoon schilderij eens te niet heeft
gedaan door een ODjuiste opmerking, door
een jaloersche vrees voor een k leur, die een
symphonie van kleuren rijk zou gemaakt
hebben en nu nooit ze tot vol saam klinken
heeft laten komen P Wilt ge 'dat ik ver
geet dat hu in een gemaklijke bui soms
op een tentoonstelling onverschillig werk
gul-weg prees, en goed werk niet vol
doende eerde P Weet ge niet, als ik, dat
hij niet altijd Eembrandt, den grootere,
genoeg eikentlijk was P en dat hij soms,
meer dan noodig, een fijn politicus, een
Le premier pas.
schaakspel om invloeden niet om-ging,
maar gladweg speelde P Deze dingen be
hoeven niet vergeten te worden, omdat
hij ze velen kan; omdat zijn
na-gedachtenis sterk genoeg is tegen deze stooten
en ze het zuiver beeld helpen formeeren.
Want in Israëls was dit alles. Ik kan
het nu zeggen, omdat ik het hem zeide
toen hij leefde, en ik niet bij ieder werk
den .trompet blies der niet-ziende be
wondering. Maar boven dit alles rijst de
Schilder, een groot schilder voor dezen
tijd, en een vol te kortkomingen soms.
In den beginne was hij weinig van wat
hjj zou worden. Hij was toen wellicht
romantisch, hij was dit zeker, maar niet
op die wijze die den naam Meester"
geeft. Zijn ontwikkeling is eene die
sentimentaliteit (in den kleinen zin) maakt
tot licht-vol-gevoel. De weg van Israëls
is eene van de kleine Romantiek naar de
groote, melodische, Romantiek. Hij heeft
voor deze meestentijds het leven der
armen gekozen, en het licht der binnen-:
huizen en der late velden. Maar hij heeft
zich het leren dier armen niet gezocht
uit mêa-lij; uit mooglijkheid om te ver
werkelijken wat hij eerst onbewust, later
bewust vond, koos hij het schamel Inte
rieur. Gedeeltelijk zijn de neigingen van
onzen tijd hier tevens oorzaak van, maar
meest het Enkel wezen van den schilder.
Hij zag die binnenhuizen niet aan vol
philanthropie; hu vond in hun vormen,
in hun lompe planken, in hun raam uit
ziend op bleek groen de mooglijkhe ien
die hij als schilder wilde. Hij was niet
vol altruïsme wanneer hij deze dingen
schilderde; hij was vol van het schoon
Egoïsme van den kunstenaar, dat voor
de latre geslachten eerst wordt tot een
vreugde-gevend Altruïsme- Hij zat daar
met scherpe oogen en keek. Hij zat
daar met felle handen en schilderde.
HU zat op zijn atelier, en liet den
droom er in komen, die hij van uit zijn
eigen wezen voelde stijgen, en die was:
alles te laten leven in een laten adem.
Hij voelde, onbekommerd over het verdre,
Jozef Israëls met z\jn zoon Izeak en
juffrouw Nora Keiler, aan het strand
te Scheveningen.
op zijn atelier zijn werklijkheid ontstaan
(subjectiviteit nu tot objectiviteit ge
worden) en de Binnenhuizen, en de
Avond-akkers, en de diep-verlichte Zee
waren midde'en die hu koos, symbolen,
tusschen zich zelven en ons, voor de uit
drukking daarvan. Hij had het recht
daarvoor deze te gebruiken. Voor de
schoonheid is niets te goed, omdat zij
alles tot het beste maakt. E a Israëls
maakte wal eens dat zeldzame: Schoon
heid. Op de eigen wijze; na Rembrandt.
Het werk is niet vol van de vreugde en
den hartstocht Van Titiaan, maar het is
voor nu, voor dezen tijd, groot. De
intellectualiteit in geen enkel zijner por
tretten is zoo groot als in den Renais
sancist der Gioconda maar hij heeft?
toch, Israëls, wel eens een avond over
zee geschilderd, waar-in iets druischt
van de macht van een Joodsch profeet!
Hij heeft soms die ruigte in het
sterkgeborsteld werk, die alleen die uitingen
bezitten die zwaar zijn van de primaire
gevoelens, veredeld tot een on wezenlij ken
lichtvlaag. Hij heeft schilderijen gemaakt
met weinig overtolligs, «n waar alles
tot een licht-van-adieu wierd. Hij moet,
in dit kort artikel, naar deze dingen
geoordeeld worden, omdat ieder schilder,
na zijn dood, naar zijn beste gemeten
wordt, en niet geteld naar zijn zwak
heden. Want ook zwakheden zijn er te
over in dezen schilder. Zijn modeléis
niet altijd overtuigend; hij herhaalde
zich dikwijls zonder voldoende nood
zakelijkheid; en hij dorst zich slordig
heden veroorloven die later toch tegen
hem zullen worden uitgeteld. Maar daar
tegenover was hij de schilder van een
Mensch soms, soms van het late schijnsel
in leven en huis, soms van een
avendkim, die bloeiend is tegen een avond
hemel, en dit alles op adem-volle wijze;
op een manier, waarbij de stof haar
zwaarte verloor en tot zwaartelooze
trilling wierd. En van weinigen is dit te
zeggen en is daardoor reeds een roem...
PLASSCHAEKT.
TOELICHTING BIJ DE AFBEELDINGEN.
De reproductie yan het laatate portret van
Jozef Israëls, door hem zelven geschilderd,
heeft tot achtergrond het schilderij: David
voor Saul op de harp ipelend, het onderwerp
dat hem uit zijn jonge jaren tot het
schildederen nooit los had gelaten.
Dit schilderij, het eigendom van me Trouw
Slagmulder, is thans te Rome op de ten
toonstelling.
De waterverfteekening (reproductie No. 7)
In den Maneschijn is voor twee jaar geschil
derd; een gezicht op Venetië(reproductie
Venetië.
No. 2), is een der, laatste werken van
den meester, geschilderd na zjjn reis, in het
vorige jaar, door Italië.
Het portret, conterfeitend een 17de eeuwsch
edelman, behoort tot een der laatste aquarel
len v ai Jozef Israël?. Het s'elt zijn kleinzoon
Cohen Ter paart voor, als student deelnemend
aan de het vorig jaar te Leiden gehouden
maskerade. (Reproductie No. 3).
Het schilderij: Vadtr en dochtertje na den
dood van moeder, behoort tot Jozaf laraëls
mooiste schilderijen van vroeger en heeft
den titel in het Fransen : Seuls, naar de ge
woonte van die dagen. (Reproductie No. 4).
Het schildery, afbeeldend een kindje, dat
ia zee naar vader loopt die van schip komt
(reproductie No. 5) heet: Le premier pai
is waarschijnlijk het allereerste dat Jozef
Israëls te, of onmiddellijs na zijn verblijf te
Zand voort schilderde, waar hij in 1852 tot
herstel van gezondheid heenging en hem
zijn waar talent geopeabaard werd. Hij
woonde daar hy den scheepstimmerman van
Duivenbode. In dit eenvoudig gezin nam
hij veel van het Zandvoortsche leven waar.
Het leven in hui?, aan strand en op z«>e;
het met liefde bespieden der kinderen der
kinderen vooral en dar natuur bracht
hem uit het conventioneele tot het natuurlijke,
uit het doode tot bet geestelijke, uit het
tijdelijke tot het trjielooie. Zindvoort gaf
hem zooals J. B. Weisaenbmch ge-.egd
zou hebben den klap", het bezielde heao,
het wees hem den weg naar een glorierijke
toekomst.
Van Israëi'd schudt r'jen, naar aanleMing ran
zijn verblijf te Zand voort geschilderd, maakte
de beroemde lithograaf Mouilleron in op
dracht der firma Buffa vier lithographiëa.
Naar de gewoonte dier dagen werden de
namen in het F/anfc'i gegeven, de taal des
tjjds ook door voorname lieden en in vele
grop'e winkels by voorkeur gesproken: No. 1.
Le Berceau, voorstellend kinderen aan het
strand te Zandvoort een wieg afboenend.
Het schilderij werd verleden jaar te Londen
bij Christie verkocht voor 2700 guineas.
2. Sympióms» d'amour: een Zand vo rtsch mei* j e
zit in het venster, een Zandvoortsche jongen
wil haar een ring aan djn vinger doen.
3. Li premier pas, het kindje dat naar vader
loopt die van het schip komt. De reproductie
er van staat hier beneden, (Zie No. 6). 4. Le
retour: de thuiskomst van vader door zijn
kind aan de d en r opgewacht.
Naar twee andere schilderyen uit de
Zindvoortfiche perioden maakte A- S'.uyter
gravnres, zijnde 5. Na den storm tbans in
het Stedelijk Museum, collectie Borski; en
6. Huiselijk leed, collectie Dubois, thans in
Amerika
Da firma Buflj heeft deze lithografiëa en
gravures in portefeuille uitgegeven. Later,
op niea v gereproduceerd en van bijschriften
voorzien, gaf de boekhandelaar Jan Leenderta
die uit, onder den naam: Kinderen der Zee.
' E.
Twee Vrienden.
JOZEI' ISRAKLS ES HENDRIK WlLLEM MESDAG
Jozef Israëls en Hendrik Willem Mesdag
z\jn in hun jeugd vrienden geworden en
hun geheele leven gebleven. Zij waren
beiden in Groningen geboren, zij zouden
beiden kantoormannen worden, beiden werd
hun talent door de zee geopenbaard, de vader
yan den een zoowel als van den ander deed
ia effecten. Symnathie voor elkanders stre
ven en persoonlijkheid verbond hen door
een band, slechts door den dood verbroken.
Tot de familie Mesdag heeft Jozef Israëls
in de Groningsehe Volksalmanak" van 1896
geschreven heb ik altijd eene aangename
betrekking gevoeld. Als kwajongen ging
ik dikwijls boodschappen doen naar het
kantoor van den ouden heer Klaas Mesdag
Sauls.
In den Maneschijn.
«ft».