Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER W.E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D.
No. 1783
De 2e Vakterm roor
31 Juli tot en mat 8 Augustus werd
4e collegezaal y*ó Prof. Winkler in het
Binnengasthuis te Amsterdam op initiatief
yan de Commissie voor Kinderstudie,
ingejdeld door het Nederland sch
Onderirijaersgenootschap, de tweede Yacantiecursus voor
Paedagpgiek gegeven. Er werd aan deel
genomen door 27 dames en 21 heeren, meest
m dwfflêt by h*i l#g«r owkrwijs. Sl*chte
enkele particulieren hadden zich opgegeven.
De cursus vtxi op Maandag 31 Juli
door dr. Gunning, wstriot-sehoolopzifiner
te Amsterdam, geopend met een rede orer :
De sj.raf/eciit«]jjk« begrippen der kinderen
en het straffen van den onderwijzer : een
proeve van toegepaste kinderstudie. De
volgende dagen werd het onderstaand pro
gram afgewerkt :
L. C. T. Bigot: Ee» paar typen: a. Een
zamen; b. overgevoeligen.
Dr. G. A. M. van Way en burg : Hoofd
stukken uit de algemeene- en bijzondere
kjnderspychologie (met experimenten).
Dr. K. Herman Boumdn : Abnormale kin
deren, in het bjjzonder defect- toestanden,
hun oorzaken, hun lichamelijke- en hun
geestelijke afwijkinge*.
Dr. M, C. Schuyten: Het tempo der kin
derlijke bedrijvigheid.
J. Klootsema: Z»owel het vervlakte als
bet verdiepte bewustzijn kan oorzaak wezen
van minder begaafdheid.
Th. J. Thijsge» : ET u«hterheid in onderwijs.
Dr. D. JüerdertcMei De candidaten voor
de scholen voor achterlijke kinderen.
H. van Kretl.: Het vooj en tegen van de
Duitiehe- en Zwaedache gymnastiek.
W. Jansen: Zedelijke opvoeding.
Dr. J. F. Niwmeijer : H«t grootste
indu»trieg»bied d«r aarde, (met lichtbeelden).
Dinsdag 8 Augustus werd de cursus ge
sloten door prof. dr. C. Winkler met een
rede over: De Linkshandigheid.
De Excursie-Commissie van de afdeeling
Amsterdam van het N. O. G. had er voor
gezorgd, dat er iederen dag een uitstapje
werd gemaakt, dat niet alleen aangenaam,
maar ook leerzaam was: Utile dulci.
Toe «oever het program, dat slechts een
flauw begrijp geeft van de stof, die door de
heeren docenten op zulk een verdienstelijke
wijze behandeld ia. Met liefdeen toewijding
gaven ȟsich geheel aan hun taak, al
moeht de zomerzon zich inspannen om
Huygeai recht te doen wedervaren in de
opsomming van al zijn epitheta voor den
feilen straler van- omhoog". Maar
Mg en zult gy niet verjagen"
wan ook h*t wachtwoord der heeren, die
geen lindenlaan" te hunner beschutting
hadden, maar tegen wier ijver en overtui
ging, dat zij een hoogst nuttig werk deden,
de velverzenger" even machteloos stond
als tegen Constanter" onder de groene
boomen van het Voorhout. En ook de cursisten,
die een deel van hun vaeantie ten offer
brachten om hun geciehtskring uit te
breiden tot heil der hun toe vertrouwde spes
ytalriae lieten geen oogenblik hun aandacht
veiflaawen. Met voldoening zijn ze naar
hunne haardsteden teruggekeerd" (een aar
dige beeldspraak in deae Bondsdagen), heel
wat rijker aan nuttige kennis, en versterkt
in de overtuiging van de waarheid van
het dichterwoord:
Yeel is er steeds, wat ik niet wist,
Nog meer, waarin 'k mij had vergist".
En i« dit niet het grooté, moreele voor
deel van den cursus ? "Wij onderwijzers
toch, met onze gebrekkige, oppervlakkige op
leiding, sommige autodidacten in een lieve
lingsvak, wij hebbon da gebreken, die nood
zakelijk daaraan kleven '?laten we het
eerlijk bekennen. Zeker, we zijn niet meer
de betweters uit den tijd, toen de jeugdige
Trompan en de Euijters sidderden voor den
plak van den onmeedpogden man uit den
katheder, noch de epigonen van meester
Pennewip, van wiens uitspraak over het
zoogdierschap van juffrouw Laps geen
hooger beroep mogelijk was; maar toch,
feheel vrij gaan wüniet uit. Onze
vergaeringen kenmerken zich soms door
eindelooze discussiën over kleinigheden, echte
haarklooverijen. Eén zucht tot afbreken en
verwerpen van het pude, een onbekookt
aangrijpen van het nieuwe, als het alleen
zaligmakende, even goed een uiterste
als de bekende hoofdigheid van Soholte
Btuggink, maar toch een uiterste, waarin
velen onzer vervallen, zijn ze ons
geheel vreemd ? Vooral uit prof. Winkler's
rede over linkshandigheid hebben wij
kunnen leeren, voorzichtig te zijn. We
gaan vaak te veel af op uiterlijke ver
schijnselen, zonder tot het diepere wezen
der dingen door te dringen. De jonge weten
schap, die men betitelt met den naam van
paidologie (= leer van het kind), al gaat zij
nog met onzekere schreden, al tast z\] nog
in menig opzicht in 't ongewisse, is voor
ons onderwijzers van onschatbare waarde :
de lessen der [heeren Van Wayenburg en
Bouman zullen er ons van overtuigd hebben,
als we er nog aan twijfelden, dat de licha
melijke en physiologische gesteldheid van
het kind onafscheidelijk verbonden is aan
psychologische verrichtingen. Wij allen
zullen den indruk gekregen hebben, dat
daar onze weg ligt, dat de studie der pai
dologie van onschatbare waarde is voor ons
onderwijs.
Maar vooral ook zü, die het kind te leiden
hebben van 3 tot 7 jaar, een zoo gewichtige
leeftijdsperiode, op bewaarschool, Fi
belklasse of in het huisgezin, moeten met
de uitkomsten der paidologische wetenschap
rekening houden. Ze zullen een heel anderen
kijk op de kinderziel krijgen.
't Is wel te verwonderen, dat deze cate
gorie van opvoeders zoo slecht aan den
cursus vertegenwoordigd was. Slechts enkele
particulieren toonden belangstelling in deze
lessen. Waaraan is dit toe te schrijven, in
een tijd, dat men toch allerwegen ook bui
ten de onderwijzerswereld zich interesseert
voor de studie van het kinderleven, getui
gen de opgang, dien werken' als Ellen Key,
Das Jahrhund'.rt des Kindes en Lhotzky,
Die Séele deines Kindes en Vater und Sphn
gemaakt hebben? Is het de ongeschikte
tijd. die velen weerhoudt, of is er in de
bladen niet genoeg bekendheid aan de zaak
gegeven ? Ik meen, dat het eerste de
hoofdschuld heeft. Maar vooral de onderwijzers
moesten sterker vertegenwoordigd zijn. 't Is
waar, een gedeelte van zijn beerlijken
vacantietijd te moeten prijsgeven om ziet!
een inspannende en vermoeiende studie te
getroosten, is wel een offer; inaar laten
we dat met vreugde brengen, waar zoo
booge belangen op het spel staan. Wel
ware het echter wenschelyk, dat de ge
meentebesturen, doordrongen van het groot
nut van deze cursussen, aan hunne onder
wijzers verlof gaven ze buiten den
vacanti.etijd te volgen; de commissie zou daar
misschien rekening mee kunnen houden.
En waarom het Rijk wel een subsidie geeft
aan de deelnemers van Spreek-, Gymnas
tiek- en Slöj dcursussen en niet aan deze,
veel nuttiger, lessen in pedagogiek en
paicUlogie, we begrijpen het niet. Heeft
het Hoofdbestuur van het N. O. G. deze
zaak nog niet eens onder de aandacht der
regeering gebracht?
Doel yan dit schrijven is onderwijzers
en particulieren van het grooténut dezer
cursussen te overtuigen, opdat een volgend
j aar meerderen van de gelegenheid gebruik
maken.
A'dam, 11 Aug. 1911. M. L. DB KEYSEK.
iMiiiiiliiiiiillllilMiiliiiiMiimiimiimiimmiiiillitliiillmimillilliilimi
H ETS J-ES
Gelnttige Hal?.
(Eeae Bülow-anekdote)
van OITO EBHST.
Hans von Bülow was zoo juist overleden
en nu op weg naar den hemel.
Met heale kleine pasjes snelde hy do ar
het luchtruim. Luister! D« harmonie der
storen! Hij luisterde aandachtig;. Plotseling
strektehjj gebiedenddezwart-gehandechoende
hand uit: De ster daar heelemaal achteraan
die kleine blauwe hooger de gis!"
Toen aan zijn wensch gehoor was gegeven,
schreed hy met een tevreden glimlach verder,
met snik een waai dserenden imparatoren
glimlach, die houdsrdduizenden gelukkig kan
maken. 3 sterren flikkerden er letterlijk
vaa op en spanden sich dubbel in.
Of men hem daarboven zou toelaten ? Hm.
Onsterfelijk vth bij; heteüia den hemel of
in de hel, en w at-deed dat er toe?
Hans von Bülow, Hofpianist van Zyne
Mojesteit van het Daitsche volk," stelde hy
zich aan Petrus voor.
Ken ik ni«t!" bromde deze en haalde van
een reusachtige boekenplank het
driehonderdnegentig dniienste deel van Universum":
Bnchholz tot Boller j ahn."
Onmu sikaal mensch" mopperde E ulo w,
zenuwachtig heen en weer trippelend.
Legitimatie?" snauwde de Heilige hem toe.
Tcans, ton hoogste geamuseerd, begon
Bülow te kraaien als een haan.
Wat oeteekent dat?" vroeg Petrus.
Oe muziek, mijnheer, die gij be^ry'pt, gy,
die gewoon zij t den Meester te verloochenei!
Straks hou ir ja my' ook nog een oor af!
Adieu.
Met rasiche acareden liep hy de hem
alpoort door, den poort was iter verbluft
latende staan.
In den hemel was het juist grootérepetie
vojr een abonnementsconcert. Op de
dirigentsplaats stond de aen of andere obscure
hofengel, het hoofd gebogen over de
Eroikapartituur en op goed geluk af met zijn stok
in de lucht zwaaiende. Bülow stak onge
duldig een sigaret aan en luisterde toe tot
het eerste gedeelte uit waf.
Bravo, heeren, bravo," riep hij toen, zacht
in zijn handen klappend: dat noem ik
propaganda maken voor de hel.
Er brak een storm van verontwaardiging
onder de kunstenaarschaar los. En net waren
ze op het punt den vermetelen man met de
dunne knevel en baard door een knecht te
laten verwijderen jaist zooals in de hof
opera toen God de Heer zelf verscheen.
Hem werd het ongehoord a voorval gerap
porteerd.
M(jn lieve Hans? of Hanusoh? of Janos?
of hoe wilt ge?1' vroeg de Heer met een fij a
lachje.
Hier: Johannes!" Als 't n belieft! ant
woordde Bülow, eveneens met een goddelijk
fijnen trek om den mond.
Mjjn lieve Johannea da?, wat bevalt je
eigenlijk niet aan mijn orkest?"
De muziek, Uwe Majesteit; al het andere
is voortreffelijk."
Nu, nu, Bülow, je scherpe tong moet je
hier wat in bedwang houien," berispte hem
de Hemeische Vader, wat geërgerd. Te ge
hoor zal te grof zijn voor hemelsehe muziek."
Pardon, Uwe Msjssteit," stiet Bülow uit,
opgewonden heen en weer loopend: Zonder
aan Uwe autoriteit te kort te willen doen
ik laat me alles welgevallen maar van
m'n gehoor, van myn gehoor laat ik my
niets zeggen dat is boven allen t vyfel
verheren. "
Nu, nu, al goed," wenkte de Heer met
hemelsehe zachtmoedigheid: het was zoo
kwaad niet bedoeld. Ik houd van trots in
het genie. Laat jy nu de Eroika eens spelen."
Dat liet Hans zich geen twee maal zeggen.
Terwijl de Heer zich verwijderde, om allen,
die in den hemel waren, van het aanstaande
kunstgenot op de hoogte te stellen, "beklom
de kleine man het podium, om ont
insludeeren te beginnen.
En zie niet zoodra had bijden stok op
geheven en gebiedend rondgekeken, of alie
verontwaardiging en weerspannigheid week
uit de diep gekrenkte kunstenaarszielen; de
cellisten smachtten letterlijk in verlakte
spanning om hun Allegro con biio er uit te
kunnen stooten; de hoboïsten bliezen in
zalig-zoet afwachten hun wangen op en
toen begon het. Ha! wat veegde het Allegro
er met sierlijke kracht laniss; allen voelden
plotseling daor hun geheele lichaam, in elk
haar en eiken nagel het grootége luk van het
rhytme: de eene het triomphantelijk trotsche
gevoel rbytme te geven, de andere het
stilbekagelyke gevoel dit te ontvangen. Ja,
eenige vrouwelijke engelen onder de toe
schouwers konden de verleiding niet weer
staan, op te stijgen en twee aan twee in
driekwartsmaat eenmaal rond te zweven.
Hans lachte stil over zijn geheele gezicht.
Plotseling tikte hy scherp af, en de muziek
hield op. Zwijgend spoedde hij zich tuaschen
de rijen der musiceerenden door tot aan den
bssanaar van een volontair-violist en lei zijn
hand op diens schouder. Jongmensch", zei
hij, wlfs voor hemelsehe verhoudingen grijp
je wat te hoog, matig ja temperament wat!
deze drie maten eens even alleen, als je blieft."
Toen ging het weer verder, steeds beter,
steeds zuiverder en mooier en na het vierde
gedeelte drong Bülow andermaal tusschen
de ryen door naar een anderen kant, om een
fluitist krachtig de hand te schudden.
In dien tijd hadden zich de allerhoogste
autoriteiten en de heele Goddelijke hofstoet
verzameld.
Eü'ow monsterde bet publiek met zulke
rustige blikken, alsof bij de heaaelsche
abonnementsconcerten sinds de schepping
der wereli gedirigeerd had. Reeds wilde hij
den stok grijpen toen hu zich met een ruk
tot den Heer wendde: Pardon, Uwe Majes
teit waar is Beethoven ?"
Waar alle onverbeterlijke demokraten zijn:
in de hel."
Met n sprong was Bülow van het podium
af en snelde naar den uitgang van den hemel.
Halt waar ga je heen?" riep de Heer.
Naar de hel!" antwoordde Büo w d: oog.
En wat moet je daar?''
Den jluivel gelukwenschen met zg'n goe
den smaak."
Hans, Hans!" sprak de Heer, terwijl hu
dreigend Zjn vinger opstak. Voorloopig
heb je hier te blijven en de Eroika te
dirigeeren; of Ik j 3 daarna naar de hd wil
zenden of Beethoven in den hemel laat
komen ('lier glimlachte de Heer schalks en
veelbelovend) zal Ik dan zien."
Mijne heeren," sprak Bülow hy stond
reeds weer voor zyn lessenaar. Mijne
heeren, we spelen voor Beethoven.''
Hy zei dit eenvoudig, met nadruk, met
een veelzeggenden blik tot de orkestleden
in deze woorden lag iets vanzelf sprekende,
heiligs, dat in elke borst weerklank vond en
een sluimerend gevoel wekte?en de kapel
meester sloeg er met vasten slag hetEs-dur
akkoord uit.
En Hans von Bülow was in het eerste
gedeelte weer de jeugdige voortstormende
held, die bij nog ge weet t was toen hy op
aarde voor- het laatst deze heroïsche
tymphonie gedirigeerd bad; de sterke, hoogge
stemde, geestdriftige mensen, die met gebalde
vuisten het dreigend geweldige gewicht van
de getynkopeerde sforzando'd eruit had ge
hamerd, die zyn^leven leefde: allegro con brio.
En het einde van zulk een leven heet:
Marche fnnèbre," de t -eurmarsch. achter de
lijkkist, wa>r n de duizenden verwachtingen
en ontwerpen, en de illusiën vac eene
schoone wereld en eene schoone menschheid
ten grave worden gebracht.
Ei Hans von Bülow kent de eenzame in
zichzelf gekeerde droefheid, wanne;r een
groot mensch zyn smart in :achte, schuwe
woorden voor zich heen fluistert, het oor
afgewend van deze wereld en luisterend naar
de hemelse'a 9 hoboën en fl alten, die deiziel
lokken tot stil en groot opgroeien tot be
zielende, door smart gewyda kracht.
En zooals in het duister der eenzame
kamer op een dag onverwacht een zonne
straal binnendringt, zoo springt cp een
oogenblik onverhoopt de levens vreugde onze
ziel binnen en danst op rozige doorschijnende
voe'jes op de maat van violen en fluiten een
schitterend staccato. Zóó verrukkelijk draait
zy om zichzelf, zóó luimig wiegt ze op hare
keupen, dat de levenskracht opnieuw in ors
opbruist en in onze herinneting de jachthoorn
uit de lang vervlogen dagen onzer jeugd
helder en vroolyk weerklinkt.
Maar dan het vierde gedeelte wat is
dat ? Eene melodie stijgt op, zacht en week,
bijna niets dan een ademtocht, een licht
gesuis maar güvoelt het daar achter
komt de storm.
Steeds zekerder wordt het, dat hy komt,
steeds duidelijker kondigt hy zijne nadering
aan. Alles trekt zica schuw teinj om plaats
te maken voor den grooten vloed.
Ea daar daar is hy en zyn breede,
bruisende golven wentelt de zee der liefde
voort, v e drinkend al wat klein is en gemeen,
het lage adelend door een gchoonen dood.
Hoe dikwy'U wordt er over haar gesproken,
hoe dikwyls haar naam genoemd; slechts
zelien, hél zelden jpieekt zij zelf. Vol en
diep ademend stoot zij haar smeekend gebod
uit, met een adem, die ons menscheu de
wangen rood en warm maakt en het hart
onstuimig doet klopptn.
En als het rustig geworden is, ky'ken wij met
stille, wijd-open oogen over een grooté,
silveren zee en in aller harten klinkt het:
buiten de liefde beslaat er niets!" Ellende
en wanhoop zyn een booze droom geworden,
laagheid en list een vastelavocdsgrap.
Mat trillend gelaat hadden de engelen
geluisterd, nu ging een hevig, zalig weenen
door den gaiischen hemel.
En God sprak: Zóó heb ik Beethoven
toch nooit gekend.
Reeds stond Hans von Bülow voor den
Heer : Nu mag ik hem toch zeker wel gaan
halen?" En de Heer knikte zwygend. Toen
Bülow reeds bij de Poort was, riep Hy
echter: Halt!"
Aller oogen hingen aan de lippen van den
Schepper. Een heilige glimlach verheerlijkte
het gelaat van den Almachtige. Breng ook
de anderen mede!"
Bravo, brave, bravo!" riep Bülow, in zy'ne
handen klappend uit, en weg was hij.
Dat was eene zending naar zijn hart.
De hel is derhalve opgeheven; de duivel
heeft een plaats in het orkest gekregen en
wel overeenkomstig zijn aard en karakter
by de pauken.
Dikwyls, in een zacht cantilene, bekruipt
hem de lust om met een f armen paukenslag
in te vallen r maar Hans leert hem op
zijn tellen te passen.
Het loeMsgereclit".
In sommige streken vaa Vlaanderen
heerschen nog eigenaardige gewoonten, zoo b.v.
te Polteur, waar elk j aar een koekoeksgerecht"
wordt gehoulen; tenminste twee jaar geleden
was dit nog het gaval, en het in den omtrek
zear popu'aire gebruik zal ook nu nog wel
nie'i uitgestorven zijn. Onder grooten toeloop
van volk uit alle omliggende steden en dorpen,
nemen de volksrechters" hun zetels in op
de brug, die Polteur scheidt van Sart. Nu
worden alle bedrogen echtgenoten of koe
koeken" voor hun rechterstoel gedaagd en
verder alle mannen, van wie gerechtelijk
is vastgesteld" dat ze lafaards zyn, die zich
door hun vrouwen laten slaan, en nog andere
heeren der schepping", die zich op de een
of andere manier belachelijk hebben gemaakt
en den spotlust hunner dorpsgenooten hebben
opgewekt.
Verschijnen de delinquenten niet gewillig,
dan worden ze door een patrouille van twintig
of dertig stevige boeren uit hun koekoeks
nest" gehaald en triomfantelijk naar de fatale
brug gesleept. Hier ondergaan ze een alge
meen komiek1- gevonden verhoor, gevolgd
door töj kómieker" aanklachten en ver
dedigingspleidooien. -Meestal neemt ook het
publiek levendig deel aan de
verdediging;debatten en w ontstaan soms heftige woor
denwisselingen, die meestal daarmee eindigen,
dat den veroordeelde eau boete in bier of
in geld wordt opgelegd.
By deze verhandelingen komt de
aangaboren Mntterwitz" van het Vlaameche volk
vaak beerlijk tot zyn recht: de aangeklaag
den worden bijna alty'd veroordeeld, en de
straffen zyn verbalend eenvoudig. Meestal
moet de schuldige ade rechters, n het publiek
op bier trakteeren, een ander maal wordt
da ongelukkige in een mesthoopsloot onder
gedompeld! Als de processen afgeloopen
zijn, neemt het laatste bedrijf van de ceremonie
een aanvang: de jongste echtgenoot van het
dorp (d. w. z. niet de jongste ia jaren, maar
hy, die 't laatst getrouwd ie) wordt nu
beetgepatt en zonder komplimenten van de
brug ia het watar gegooid. Jt heet het
beste middel om allerlei ongelukken in het
huwelyk te voorkomen.
' S.
Nieuwe itpTen,
HENRI E VEES, Di Archüectuw in hcre
hoofdtijdperken, tweede deel, t fl. 9. De Architectuur
der XlXa EJUW. Amsterdam, L. J, Veen.
Dr. M. SCHOENGEN, Geschiedenis van het On
derwijs in Nederland, afl. I. Amsterdam, H.
Meulenhoff
Dr. F. W. FOBRSTEE, Geslachtelijke Zedenleer
en Geslachtelijke Opvoedkunde. Vertaald door
G. SIMÉONS, 225 pag. HOOGSTKATFN, boekhan
del L, VAN HOOF ROELANS. Voor Holland:
Amsterdam, C. L van Lsngenhuijzen.
ANNIE BESANT, Het Leventraadsel en hoe de
Theosofii dit oplost, 50 pag., ?0.30. Amsterdam,
Theosofische Uitg. Mf.
Dr. R. STEINEB, ffoe verkrijgt men bewustzijn
cp hoogere gebieden? 143 pag, ?150 Amster
dam, Theosofische Uitg. Mg.
JONATHAN STVIFT, Gullivers Travels told to
the chüdren, by JOHN LANG, door L. v. D,
WAL, 85 pag. / 0.75. Gronicgen, J. B. Wolter?.
BEATKICB HABRADEN, The clockmafar and
Ms w'ft. Annotatcd and adapted, by G. TH.
GOÜDSMIT, 52 pag., ?0.30. Groningen, J. B.
Wolters.
OUIDA, In the apple country. Annotated and
adepted, by B. C. G. NUMAN, 52 pag., ?0.30.
Groningen, J. B. Wolters.
J. TH, R. ScHREtDER, Het Mannheimer
Scheolstelsel, 50 pag., ?0.50. Groningen, J.B.
Wolterp.
W. STRUIK en W. J. JOKGEJAN, Ltctares
choisies simpl-fié.s et annoiées, 2e par:ie, 108
pag,, ?0.45. Groningen, J. B. Wolterp.
J. WORP, Kleine Mvz'Meer, bewerkt en
uitgebreid door S. VAN MILLIQBN, 14a druk,
160 pag., ?!. Groningen, J. B. Wolters.
M. J. CIIRÖDER en dr. H. G. DE ZAAIJER
Handleiding bij het Onderwijs in Receptuur, II.
Pharmacognoaie, ?e druk, bewerkt daor dr.
L. E. GoEstEBj 485 pag.. ?3.90. Groningen,
J, B. Woltere.
Verslagen en Medededingtn van de afd. Han
del van het Departement van Landbouw,
Nyverheid en H»nlel. Jaargang 1911 Ns?. 4.
Verslagomtrent Handel, Nij verheid en Scheep
vaart van Nederland gedurende 1910. Exsmpl.
verkry'zbaar bij de afd. Handel, Lange
Houtstraat 3i, Den Haag, tegen betaling van ? 0.50.
Tekitboekje van Kun je no^ zingen, zing
dsn mae! djor J. VELDKAMP en K. DE BOER,
20i?30a duizendtal. Prys 10 cents, in linnen
stempelbatdja 16>4 cent.
Liederen aan mijn jmgen. Woorden en
Muziek van JOIIANNES BORDEWIJK Jr. Prys ? 1.
Alles uitgegeven by P. Noordhoff, Groningen.
Levtnsleed. (Psychologische roman), een boek
voor oudars, van M. J. J. EXLER met tene
inleiding van dr. MAGNUS HIRSCHVELD te
Berlijn. Uitgave C. Harms TIEPKN, Dan Haag.
Rapport van de studiecommissie, benoemd
door he-t Nationaal comitévoor vervroegde
winkelsluiting omtrent het Odtwtrpwet op de
Winkelsluiting, voorgesteld door de Staats
commissie voor den handeldry venden en
indnstriëelen middenstand. Verschenen by
de Uitgeversvennootsc'iap Fatura", Leiden.
Verzamelde gedichten, door A. T. A.
HEIJTIXG (GÜSTAAF VAN ELp.ixo). Uitgave C. Hirms
Tiepen, Den Haag.
Wereldgeschiedenis, afl 40, onder leiding van
prof, dr. H. KERN, in het Nederlandsch
bewerkt docr G. FULUAUEE. Uitgave Uitge
vers Mij. Vivat", Amsterdam.
Neerlandi-Ind'è', afl 11, ?0.45. Amsterdam,
itg. MÜ. Elsevier."
Concert-en Snree-Ager,da,se\zwn 1911?1912,
Ie jaarganp. uitgave van het Concert-Bureau
Sioker & R;ddingiua, HilversumJ
Cj GOEDELJEE Apsrfi pratiqw de la
Litleralure Frar.yiüe, 3s edition, 190 pag., ?125.
Amsterdam, W. Versluys.
Slenwijk's Provinciale Kaarten voor Wan
delaars, Wielrijders en Automobilisten, met
nauwkeurige afs'andsbepaling in kilometers
tuaschen de plaatsen (Noord-Holland,
ZuldHolland en Utrecht). Prijs per. ex. ?0.50.
Bussum, J. A, Sleeswyk.
Dr. RUDOLF EISLER. Sociologie, vertaling van
Jhr. Dr. Nico VAN SUCHTELEN.
THOMAS CAELYLE Zei Itzingen over helden,
heldemereering tn heldengeest in de geschiedenis,
met inleidinu; van L. SIMONS, aanteekeningen
en portre', "Ss gehesl herziene druk.
A ugicren Sandeau. De schoonzoon van
my'nheer Poirier, vertaald door TOP XAEFF, met
inleiding van L. S.
P. N. VAN EI.ICK. Dd getooide doolhof en
andere gedichten, '2) vermeerderde druk.
Prof. G. HEIJIIANS. Psychologie dir vrouwen,
onder toezicht van den schrijver in het
Nederlandsch overgebracht door J. F. VAN
HEES.
Alles uitgegeven te Amsterdam door de
Maatschappij voor goede en goeJkoope lec
tuur.
Een L'O tal geïllustreerde boekjes bevattende
tal van aantrekkelijke bijzonderheden over
een tot duiver bij het reizend publiek op
het vasteland weinig bekend gedeelte van
het Noord Oosten van Engeland. Uitgegeven
door de North Eastern RaiJwsy Cy te York.
8e Jaargang. 27 Augustus 1911.
Red.: C. H. BKOEKKAMP, Darnrak 59 Are e t.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres
Oplossing van pr No. 195, vanden auteur:
Stand : zw. 9, 14, 15, 16, 18, 34, 46.
w. 24, 25, 27, 33, 38, 43; dam op 42.
W. 24-19, 26-20, 33 29, 38:40, 43-39, 42 48!!
Vooral de laatste zet is brillant, en maakt
het probleem tot een meesterstukje!
No 196. P/obl. van den auteur J. Verdoner.
Zwart (11 schijven).
Wit (tl achyven.)
Match Broekkamp Contra de damveteeniging
Ziaidam".
Daze match van 10 partyen is geëindigd
met: Broei kamp 6 gawomtn, 2 verloren Z
remise. Daarook "remise a's gewonnen telde
voor Ziandam" werd da stand 12 tegen 8 pun
ten. De h s eren 8. Troost en B. M*y wonnen hun
partij en K. Slagter en C. Veerman speelden
remüe. De heeren G. Fri?, Jb. Rie, P. Bleet1, J.
Dorpama, J. Breewer en W. Koein in verloren^
UIT DE D AM WERELD.
De meester-dammer. I. Presburg, lid van
het Genootschap van Eoabdea", geeft op
diens nitnoodiging Dinsdagavond 29 Augustus
B.i", voor leden en geïntrodnceerden eene
simultaat-:éftEce in De Nieuwe Kurssboom",
Amstelstraat hoek Rembrandtpleir. De eéarce
wordt gehouden in de grootere damzaai van
de damvereenigiig Amsterdam", welwillend
voor dien avond 8»n het Genootschap
afgestair. Aanvang 8 uur precies.
Naar aanleiding van ons schry'ven in den
rubriek van 16 Juli l.1., meldt thans Le
Bavard, dat hun bericht van l Jali cp eene
vergissing berustte. Er had moeten staan:
Prob'earr, gemaakt door M. Cos, en mede-'
gedeeld door Weiss aan Fabre.
Ook M. Weiss erkent in een schrijven,
aan den heer Coe, diens auteursrecht vol
komen,
Hiermede is dit incident dus opgelost, en,
wel op eane wy'ze, velen ten voorbeeld.
Hieronder volgt de party Broakkamp wit
Troost zwart.
LINKERHOEK-OPENING"
Br. Tr. Br. Tr.
1. 31-27 17-21 1) 14 50-44 12-18
2 37312)21-26 15. 30-25' 4-10
3 3328ïe.lI637 16 31-26 2-7
4 4231 18-22 17. 2617 11:31
5. 23:17ï«1122l 18 3627 7-11
6. S933'3) 20-24 19. 41-37 24-29
7. 33-28 7-12 20. S324 2029
8. 4742 12-18 21. 39-33 14-20
-9. 4i-39 18-23! 22. 25:14 9.20
10. 3i-304) 1-7 23. 3324 2029
11. 39-33 15-20 24. 44-39 10-14
12. 4944 10-15 25. 39-341 8-12
13. 44-39'31-26! 7-12 5)
Stand na d<-n 25au zet van zwart.
Z. 3, 5 6 11/16 18, 19 23 29.
W. 27. 23, 32 34 35, 37, 38, 40, 42 43,
45. 46. 48.
26. 35-30"Gï18-22'.! 44. 38-33 1044
27. 27.20 15-44 45 36-31 14-20:
28. 43-39oIf 44:22 45. 32-28 3-8
29. 45-40 22-28' 47. 31-26 8-13
30. 48-43 16-21 48. 28-23 20-25
31. 4641 21-26 49. 33-28 6-11
32. 41-36 12-17 50. 26-219)17:26
33. 32-27 28-33 51. 28-22 11-17
34. 34-33 17-22' 52. 2211 167
35. 27.18 2312 53. 27-22 24-29'!
36 38-32 12-17 54. 23 3i 26-31
37. 32-27 11-16 55. 34-29 31-37
38. 37-32 19-23 56 29-23 37-41
39. 40-35 26-31? 57. 35-3]?e<t253i
40. 43-38! 31:22 58. 23-18 1S-19
41. 30-24 2920 59. 22-17 19-23!
42 38277)20-21 60 1840 41-16
43. 42-38 5-101 8) opgegeven.
1. De juiste zet is 20 24, om ook ty'dig
een krachtige positie te kunnen ontwikkelen.
Zie verder hierover Da Damspelet" bl. 82, .
2. Sterker is 33 2S, om hst volgende:
32-28 18-23 da beste
39-33 12-18
54-39 7-12
37-31 21-26
de beste, om de opsluiting of nadeelige af
ruiling te voorkomen,
5C-14 26:37
42:31
met zeer krachtig spel voor wit
3. Aanvallen met 31-26 zou beter zyn,
indien als hierboven aangegeven ware ge
speel:!. Tains zou zwart op 31-26, als volgt
antwoorden:
31-26 20-24
2617 11:3 L
36:27 24-29
34.23 19:37
41:32
met uitstekend spel en een te veel ver
zwakte langen vleugel voor wit. Een ec au der
is het gevolg van den afwijketden zet w.
37 31.
4. Op 39 33, zon kunnen volgen z. 24 29
enz.
5. Zeer goed, prcfl eerende van het open
vak 441
6. Een blunder, waarmede wit een ver
loren partij bekomt. Daartegenover zou 3 i 30
of 46 41 ena., zeer veel positie-voordeel aan
wit gebracht hebben.
7. Een schijf terug gewonnen, maar met
een overblyvende zwakken stand, waarmede
weinig goei) kan uitgericbt worden.
8. 'Zeer juist I Op 24-29 volgt w. 38 G3
en 32:43, met veel kans op remise.
9. Op 27 22 zou volgen: z. 13-18 en 16-13!
Oplossing bladpr. WEISS.
Stand: Zw. 2, 4, 5, 8, 17, 27, 39, dammen
op 7 en 12.
W. 13, 18, 23, 34, 40, 41, 43; dam
men op 19 en 37.
W. 1930, 37:10, 1032, 34:111
Met recht een stukje van Weissl Wel
is de stand grillig, en doet hij een zeer ge
compliceerd spel verwachten, maar by goed
doorwerken ziet men, dat alles er op
gebasseerd is, om van het blad de ontleding
te zoeken.
Dergalijke stellingen, lost men beter op
van 'c blad, dan van 't bord, waarop eerst
een en ander geprobeerd wordt, en waardoor
juist het dwalen in echynoplossingen
ontstaah