De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 27 augustus pagina 5

27 augustus 1911 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1783 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. LIBERTY BEHANGERS STOFFEERDERS COMPLETE MEUBELEERING CATALOGUS F RAN C O BEGROOTING OP AANVRAAG T"? 8* L l Z- CL BENIGE VERTEGENWOORDIGERS IN NEDERLAND LEIDSCHESTRAAT AMSTERDAM iniiitiiiiiitiiiiiiiiiiiiniiiitiMiiiniiiniiiMiiiniiMiMiiiii de gemeHtfe Talscholen. X. 10. Opleiding tot arbeidster op sociaal gebied. Als eerste opleidingagelegenheid op dit ge bied noemen wij de speciaal met dit doel in het leven geroepen inrichting, de School voor Maatechappelyk Werk, die in 1899 te A'dam geopend werd. Sinds 1899 bedraagt het totaal aantal leerlingen 134, waarvan 32 nog op school zyn, en 40 tnsscUentyds vertrokken. Van de '62 overige behaalden 6 een getuig schrift en 58 een diploma, en wel: 29 ala woningopzichteres, 13 voor kinderverzorgiog, 5 voor armenzorg, 5 voor tovnbeewerk, 4 voor bibliotheekwerk. Van de 29 woniugopzichteressen vonden er 2 een plaats te Rotterdam, 3 te Amsterdam, l, te Haarlem, terwijl l tijdelijk onder leiding iiiHlmiin u iimiiii m iiiiiui iiiiiini UIT DB NATUUR CDXLI. Over haaietanden en nog wat. ' Evenals verleden jaar. ben ik weer een heel eind achter met mijn correspondentie. Er komen zoo vaak van die vragen, waarop het jammer is, met een enkel woord ant woord per brief kaart te geven; ik aeem me dan voor, er by ge legenheid een heel opstel over te schryvec. Nu weet ieder wel waar de goede voornemens blijven; maar het stapeltje onbeant woorde brieven ia zoo dik geworden en het kijkt me zoo verwijtend aan, dat ik, bij wijze van verlichting, er maar van tijd tot tijd een opstel aan zal wyden; dan komt er tenminste schot in. Ik gtflp maar van boven af, zonder op volg orde van data of op belangrijkheid te letten. iiiiinMiitiniiiiinniMiuHMiiiiiiiitiiiiiihMiiiiMiiiiiiiiMMiiiniiiiiuuMiiiHiiiiiiiiiMiiiiiii van Oc'a?ta Hill werkzaam ia. De overige schynen een anderen werkkring gekozen te hebben. Van de 13 gediplomeerden voor kinder ver zorging, weri l plaat3vervangster in een kin derhuis te Utrecht, l directrice voor ean vacantie-koloniehuis, l onderdirectrice voor een koloniehuis en l plaats rer vangend direc trice aan een tehuis voor schoolgaande kin deren. Van de 5 gediplomeerde armenverzorgsters is niets u aders bekend. Van de 5 voor toynbeewerk gediplomeerden ia l adj.-directrice van Ona Huis" te Amsterdam, l directrice voor een volkahnis, l klerk aan een arbeids beurs, l administratrice voor de vereeniging tot verspreiding van licitbeelden. Van de 4 voor bibliotheekwerk gediplomeerden is l werkzaam aan de bibliotheek van Oi s Hui3", l aan de reizende bibliotheek van het Nut. Hierbij zy nog vermeld, dat de in Rotterdam aangestelde politie-assistente ook oud-leer linge van de School voor Maatechappelyk Werk is. wat oud geworden, dan worden ze gewoon weg op zy gescbovan door een ry nieuwere; en vóór deze nog versleten knnr en zyn, staat dikwy'ls al weer een derde ry klaar, die ook deze tanden naar buiten zal drukken ; een vierde ry ligt soms al weer gereed in een gleuf, om als reserve te dienen. Zoo heeft een haai aan den buitenkant van de kaak steeds een rij oude echnin-nitataande tanden (JH Fossiele haaietanden, uit superphoaphaat (Mioceene zee-molasae). M. Hiernevens zend ik U een tweetal tanden, die tegelijk met een handvol gelijksoortige gevonden werden in een lading auperphosphaat (kunstmest), 't Ia misschien een wat zonderlinge 'raag, maar weet U iets over deze tanden mee te deelen? Het taidbeen lijkt my ook wel reeds in snperphosphaat te zyn ver anderd, Inmiddels hoogachtend, Uw dw. Zandeweer. P. CL. Waarde Heer, als my nooit zonderlinger ?vragen dan deze ter beantwoording werden voorgelegd, dan ging het nog wel. Het is ook niet de eerste keer, dat ik dergelijke tanden ontvang. U ziet tenminste nog, dat het tanden «ijn. Ik ontving ze ook met de vraag of het harpoenbaken waren; anderen noemden ze dierenklanwen, tjjgernagels, gelukabeenderen ?n met nog meer vernuftig bedachte bena mingen. Het zijn haaietanden"; en wel van fossiele lang uitgestorven soorten. Toch veelvuldig voorkomende dingetjes. In elke snperphos phaat-zending worden ze gevonden; tenminste bij ons, daar de ruwe phoaphaat meestal uit deselfde Streek wordt ingevoerd. Nu zijn fossielen nitteraard vry zeldzaam. Dat er toch zooveel fossiele haaietanden ge vonden worden, heeft zijn goeden grond in het feit, dat n haai zooveel tanden heeft en verliest en terugkrijgt Haaien, ook mo derne, hebben het voorrecht van steeds weer een nieuw gebit te krijgen. Ia -een ry' tanden om te verliezen; de nieuwe alleen staan loodrecht. Hoe talryk de fossiele haaietanden ook zyn, van de rest van het haaienlichaam wordt in de aardlagen maar zelden ieta terugge vonden. Dit komt doordien het geraamte van een haai uit kraakbeen beataat en daar door te week is om bewaard te kunnen blijven; a1 leen het tandbeen is goed vertr&lkt; en wat meer zegt, evenals onze tanden rondom met een laag glazuur bekleed. Door dit goedje, harder dan kiezel, zijn de tanden ven haaien die al ondenkbaar lang geleden stierven, tot nu toe gaaf en goed gebleven. Zelden wordt er ook een wervel by gevonden. De my gezonden en hierbij afgebeelde tanden zyn zoo oud niet; maar toch wel een respectabel "aantal duizendtallen van jaren, waet de voormalige bezitters van deze tanden leefden in het mioceen-tydperk der aardgeschiedenis, d.i. de middelste afdeeling van de periode, die aan den y'sty'd voorafging. Een poos geleden ontving ik van den heer Franken een paar andere soorten uit het zelfde tijdperk. Van deze tanden ia de kroon byna S-vormig gebogen en aan weerazydem dragen ze twee zytandjes. Prachtig is het email bewaard gebleven, de fijnste zaag tand j es en groefjes zyn scherp en onge schonden; je kunt er nog een pennehonder mee doorzagen. O ik de twee door P. Cl. gezonden tanden behoorden aan verschillende soorten haaien; als de zender nieuwsgierig ia naar den naam, moet hy te vreden wezen met: Hemipriatua serra, voor den smallen, gezaagden tand; met Galeocerdes latidens, voor den tand met ver breeding, en de naam van den haai met geNaast deze achool meenen wij te moeten vermelden: 1. Den onlang» opgerichten cursus tot op leiding van hulppersoneel aan christelijk philanthrepische instellingen. Na opleiding van 3 jaar, waarvan 2 jaar. worden doorge bracht aan de Diakonesaenschool te Amster dam en het 3e jaar in een der christelijke opvoedingsgestichten; aangesloten by den Centralen Bond van Chriat. Phil. Inrichtin gen in Nederland, wordt b« voldoende toe wijding en geschiktheid een diploma uitge reikt, dat de mogelijkheid opent tot onmid dellijke aanstelling als medearbeidater in een der christelijke opvoedingsgestichten. 2. De cursus voor hnisbezoekster by' de bestrijding der tuberculose, gevestigd te 'sGravenhage (rroeger te Leiden), uitgaande van de Centrale Vereeniging tot bestrijding der tuberculose. Duur van den cursus 6 maanden. Tot nu toe verkregen 8 leerlingen het diploma, die allen als hnisbezoekster een plaats vonden. Ten slotte vermelden wij nog onder dit hoofdstuk den opleidingscursus voor biblio thecarissen uitgaande van de Vereeniging voor openbare Leeszalen in Nederland. Niet, omdat wy het beroep van bibliothecaris meer als een maatschappelijk dan als een weten schappelijk beroep beschouwen. Daar echter de aan dezen cufsna opgeleide werkkrachten veelal een plaats zullen vinden aan openbare leeszalen, volksbibliotheken en bibliotheken van Toynbeevereenigingen of aan instellin gen, zooals de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, meenden wy, dat bedoelde oplei dingscursus hier wellicht béter dan elders op zyn plaats wa°. Omtrent het aantal der vrou welijke leerlingen en de pUatsen, die zy vonden, ia ons niets bekend. (Wordt vervolgd). ANNA J. JÜNGMANN, Seer. van het Nat. Bureau voor Vrouwenarbeid. Tutti MG, De eerste Portuj eesche kiezerea, dr. Carolina Angelo, beeft de eer genoten, dat men over de geheele were'd aandacht aan dien staatsgr<ep" schonk. Maar weet men in Nederland wel, dat dr. Aletta Jacobs in 1883 (zegge achttien hondtrd diie en tachtig/) precies het zelfde gedaan heeft en haar kieabiljet aan vroeg, omdat in de wet gesproken werd van Nederlander die... enz. enz. Zy had toen geen advocaat die haar zaak verdedigde, zooals die Portugeesche dokteres thans, maar de wettenmakers van toen, hebben eenvoudig het woordje manlijk vóór Nederlander gezet, blijkbaar vertrouwende dat deze lis ige zet nu eens en vooral af doende'zon zijn. Mais d, qudque chose mulheur est ion. Thans gaan er natuurlijk in Portugal stemmen op, die beweren, dat de vrouwen nog niet ryp zyn om van het kiesrecht gebruik te maken. (Al de manlijke analphabeten in Portugal ly'den natuurlijk niet aan die onrijpheid!) Al die jaren dat de Nederlandache vrouwen atrydeu om de mannen van haar goed recht te overtuigen, hebben haar wakker gemaakt en zij zullen, wanneer zy eenmaal al« bur geresgen erkend worden, zich bewust zyn, hoe zy haar stembiljet moeten gebruiken en niet het contingent stemvee" vergrooten, zoeals pessimisten maar al te vaak voorspellen. iiuiiiiMiiiimi irtimiMnimiimtmmimMminiiiniiiiiiiiiHniii bogen tanden is Lamna contortidens, waar van wel het geslacht, maar niet de soort tegenwoordig nog leeft. Dat in de balen phosphaat zooveel van deze tanden voorkomen, heeft tot oorzaak dat de specie gegraven wordt uit voormalige zeebeddiogen. Veel ervan komt tegenwoor dig uit Florida en Algiers, vroeger nog wel uit Znid-Dnitscbland; de hier genoemde haaietanden zyn, met dikachalige oester- en andere schelpen, de gids-fbssielen voor eane bepaalde afdeeling van het mioceen-tydperk; en het gesteente, waarin alle drie soorten veel voor komen, heet Zee-molasse"; ook te vinden in de streek van Zwitserland tusschen Alpen en Jura o.a. op de Kigi. *.* Nu heel wat andera. U herincert zich misschien het opstel, dat ik schreef naar aanleiding van een brief over een zeemonster, dat een kunst-meermin bleek te zyn. Kort daarop ontving ik het volgend briefje, waar uit blijkt, dat men niet naar Odeasa behoeft te gaan om bedot te worden. Geachte Heer. Als belangstellend lezer van uwe brieven in de Groene" werd ik verrast door uw laatst en brief, behandelende de Meermin" of hoe het beesie" genoemd mag werden. Het zal niet ieder bekend zyn dat ona goede Amsterdam ook zoo'n beesie" herbergt, althans vroeger; toen ik ala matroos nog wel eens ntje pakte by' de poort van de Marine werf, trok het monster steeds myn aandacht, geplaatst onder een glazen stolp in het buffet van een kroegje in de Groote Kat tenburgerstraat op de hoek der eerste dwarstraat. Tot voor eenige jaren was het nog aanwezig, mogelijk nu nog wel. Belangstellenden kan het slechts een biertje kosten. Een en ander meende ik U te mogen mede deelen Uw. Ed. Heer A ' d a m, Hoogachtend, l-6-'ll. F. v. d. P. * * * Iets ernstiger is de zaak van het Kamper eiland, waarover ik te veel goeds gezegd heb, naar het schijnt. Ik heb niets andera verteld dan wat ik vroeger als kind en later als onderwijzer te Zwolle, over het Kamper eiland hoorde. Maar het kan verkeeren. WelEd. Heer! Teneinde te voorkomen dat vreemden een verkeerden indruk krijgen van onze omgeving ben ik zoo vrij, U dezen, met bijgaand blad van de Kamper-Courant te zenden... (met klachten over de achterlijkheid van het Kamper-eiland op het atuk van veeteelt. H.) Verder zegt U per stoomboot Havelaar de Ketel langs varende om in Zee te komen, dat men dan vaart langs het vruchtbare Kamper Eiland, waar het bette Hollandsche vee wordt gehouden en het bette hooi in Nederland wordt gewonnen. Oppositie voeren ia myn vak niet, maar nu ik gisteravond in de Groene" in uw stuk Uit de Natuur" CDXXXIII, Op het Congres te Stockholm werd door een enthousiaste Frangaiaa voorgesteld, dat door den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht n en dezelfde dag ala Propagandadag zon aangenomen worden, zooala in Nederland na reeds op 15 Juni geschiedt. Zy verg»t echter, dat het R ijk van den Wereldbond thans zóó groot ia, zooala de Presidente ia haar openingsrede met trots verklaarde, dat in dat Byk de zon nooit ondergaal, en dat men dna moeilyk n en denzelfden dag ton kunnen bepalen, waar bovendien het jaar getijde aan zulk een Propaganda-dag bevor derlijk moet zijn. N. M?D. W. H. IHIII1IIIIIIHIII De vlag. I» noordelijk Snmatra heerscht bg een der stammen van het binnenland de zonderlinge gewoonte, dat een vrouw, wier man gestorven ia, dadelijk na zyn begrafenis een vlag op haar haia zet. Deze vlag bl|jft in weer en wind staan en zoo lang ze heel blijft, mag de weduwe niet over hertrouwen denken. Niet zoo spoedig evenwel heeft de wind er eenige draadjes vaa uit gerafeld, of de bedroefde weduwvrouw mag op voorstellen van tronwlostige heeren ingaan, en zich een nieuw home" stichten. Booze tongen beweren, dat sommige dier Sumatraansche weeuwtjes de vlaggen... van vloeipapier maken. * ** Hagepreek. Een moderne hagepreek werd twee weken geleden gehouden in het Engelsehe dorp Setstor. Deze zonderlinge plechtigheid vond plaats ter viering van het 300-jarig bestaan der kerk te dier plaatse en was door den romantisch-aangelegden predikant bedacht, om de moeieljjkheden in herinnering te brengen, welke men vóór dat driehonderdjarig tijdvak van andersdenkenden te ver duren had.... De predikant, die over een Stentorstem beschikt, had tot preekstoel gekozen.... de toren van de kerk. Het koor, dat de gods dienstoefening opluisterde met vrome ge zangen, waa met behulp van een ladder ge klauterd op een plat dak, dat zich tnsschen de toren en de kerk bevond, en de gemeente zat in 't gras, of tnsschen de graszerken, waar hun voorouders rustten. Het was een merkwaardige plechtigheid en een plechtige merkwaardigheid. * * * In de bus. Het kattekwaad, dat de tegenwoordige jeugd uithaalt, gaat soms al te ver. Te Enghien, nabij Parijs, werd een brievenbesteller, die de postbus opende, griezelig verrast, want 't ding hield niet meer of minder in dan 30 levende kikkers, die door eenige jeug dige natuur vrienden, eerst buiten gevangen, en vervolgen» gepost" waren, niet tot groot genoegen van de arme dieren, die't blijkbaar alles behalve naar hun zin hadden gehad. De bekikkerde" brieven zagen er natuurlijk afgrijselijk uit. *.** Een lei voor jonge huisvrouwtjes t Een jong, mooi, elegant vrouwtje huurde een kenkeaprinaea, en vroeg aan deze, ernstig en gewichtig: Dna, je kunt heel goed koken ?" IIHIUIMIIIIHlmlII zag gedrukt staan: Geen volle glanadieren als van het Kamper eiland", werd het mij te machtig. Gelukkig dat die ± 100 eilander boeren de Groene" niet lezen, d.w.z. in dit speciale geval. U zou die menschen, waarvan velen nooit verder komen dan Zwolle, het denkbeeld kannen geven, dat zy op de hoogste sport staan, wat veefok en hooibouw aanbelangt. En menschen, die zulks zich zelf hebben wijsgemaakt, doen verder geene moeite, en zijn hun verder leven een sta-in-den-weg" voor ontwikkeling. Hoe het dan wel is, waarde Heer ? Ik zal niet beweren, dat ik de man ben, die hiero?er speciaal kan oordeelden. Als boerenzoon uit het hartje van Fries land en sedert mijn 23sten jaar door mijn vak als zuivalbereider in verschil lende provinciën werkzaam geweest zijnde en in nauwe aanraking met de boeren komende, heb ik echter veel gelegenheid gehad om op te merken, wat er omgaat dader die mentenen. En als resultaat daarvan durf ik te beweren, dat overal elders in Nederland, waar zulk een e goede of beste bodem ligt, geschikt voor fokken van puik vee, het vee beter is dan op het Kamper eiland. Het beste Nederlandache hooi, dat in den handel wordt gebracht, zegt u, komt van 't Kamper eiland. Dit is zeker waar; echter zijn er vele oorden in ons land waar even goed of beter hooi wordt ge wonnen. J nis t het winnen van hooi voor den handel is een groote, zoo niet de. grootste oorzaak, dat de fokkerij hier op zoo lagen trap staat. Hoogachtend, B. Ik plaats hier op verzoek uw brief met rectificatie, maar een twiatgeachry'f haal ik niet aan; daar blijf ik lekker buiten. (H.) ? * WelEd. Heer. U w artikel in de Groene" over de Koekoek deed me besluiten, U een vraag te stellen, die me reeds meermalen bezig hield. U vertelt, dat de koekoeks-dochter zich steeds het hof ziet maken door meerdere jongelui. Nu is dat voor haar niet zoo lastig: zij richt toch geen huis houden op. Maar hoe zit dat toch by alle andere vogelsoorten. Die bouwen een neatje en de kleintjes hebben n vader en n moeder. Vindt men au in de vogelwereld geen vry-gezellen of oude vrijsters? Komen in de gevederde ge zinnen geen ongeoorloofde betrekkingen voor tusschen Papa of Mama en vrien dinnen of vrienden des huizes? Kort: zijn er altijd evenveel mannetjes en wijfjes T Misschien is mijn vraag wat naïf, of reeds vroeger eens door U be handeld (in dit geval mijn verontschul diging, dat het mij ontging). Met een antwoord, zy het zeer kort, in de Groene" zoudt U mij inmiddels een genoegen doen, waarvoor ik U bij voorbaat dank. Hoogachtend, Uw d w. dien. Breda. J. D. L. Welzeker zijn er jong gezellen. Die zwerven in het jaar of de beide jaren, dat se nog O, ja mevrouw," antwoordde de andere, daar kunt n op aan,... als u ma maarniet helpt l" .* * * Prachthoed. In een der groote modemagaiijnen te Parus was dezer dagen een hoed te zien, die alge meen de aandacht trok. Deze hoed was in 't magazjjn besteld door een Hongaarsche gravin en kostte niet minder dan vierduizend francs. De duurste aller hoeden van het geisoen waa nochtans hoogst eenvoudig. Ze was gevlochten van zeer fijn zwart stroo, waaruit een reusachtige panache van sneeuw witte strnisveeren oprees, welke by elkander werden gehomden door een fijn-geciaeleerden zilveren band. Dit waa de eenige garneering van 't precioanm. * ** In 'i vrije veld. In Engeland heeft men de rechte manier uitgevonden, om de. vacantie op het veld door te brengen. Clubjes van jongelui, dames en heeren, trekken naar buiten, doorgaans per fiets, en nemen op hun rijwiel alles mee in zeer beknopten vorm, wat ze voor een korter of langer buitenverblijf noodig hebben. Tot de bagage behoort ook een zeer-kleine lichte, waterdichte tent en deze tent, die in een of ander idyllisch landschap wordt opge slagen, ia gedurende dien tjjd hun woning. Zelf hebben ze kookgereedachap meegebracht en in 't open veld wordt door de dames van het gezelschap het eten toebereid: een picnic van een dag of veertien... aar diger en romantischer kan het al niet. 'a Avonda woidter een kampvuur aangelegd, en als een kleine zigeunerbende, die de zegeningen der beachaving veracht, hurken de vroolyke vacantiegangera op't groene gras en luisteren naar scherts en luim, die de roade doen. Ik kan me begrijpen, dat't verrukkelijk moet zijn, zulk een uitstapje, en verbaas me er over, dat 't hier in Nederland, waar er toch EÓóreel gelegenheid voor is, nog geen toe passing gevonden heeft. Wie geeft er 't goede voorbeeld? * * Elders. En... wie eens zien wil hoe 't elders is geschapen", ook die behoeft er niet altijd honderdtallen guldens aan te besteden. Eenige jaren geleden kwam ik bij een reis door Tirol in Sanct Valentin am Haideraee, een prachtig landelijk plaatsje, gelegen t«sschen twee matige blauwe meren, waarover men een blik genoot op de zilveren sneeuwyelden van den Ortler, die het breede dal in trotcche majesteit afsloten. In het lieve, friasche hotel, waar een ge moedelijke Wirthin n welkom heette, of ge een lang verwachte vriend waart, vonden wij een verblijf, zoo prettig ala men 't zich wenachen kan, en toen wij 'a morgens ver trokken, kregen wij voor ons geheele rantsoen een rekening van weinig meer dan drie francs. De Zwitsers zelf gaan ook op deze wijze van hun heerlijke bergen genieten. Ze nemen vaak hun intrek in groote, hoog gelegen boerderijen, waar het eenvoudige leven, hun het genot schenkt, dat zy in de praal volle bergtótels vergeefs zonden zoeken. ALLEQRA. iiiiiiiiiiiiiiiiiii niet gealaeht-ryp zijn, gezamenlijk rond, vech ten lustig, en doen soms komiek flirterig, op de manier van de pinken. Oude vrijsters komen weinig voor. Bjj de gepaarde, dus niet in troepen of families levende dieren, is het regel, dat er mannetjes te veel en wijfjes te weinig zijn. Uitzonderingen zijn er oek, zooals bij vele viaschen; ook bij de hoenders en herten ia het zoo; maar daar ia het kudde-leven met n stier of haan oorzaak, dat er geen oude vrijsters over blijven. Eén mannetje met n wijfje voor het leven, komt wel voor; niet vaak. In den regel kan het de wijfjes geen lor schelen, (althans zoo schijnt het), wien ze voor mannetje habben; het wijfje laat zich nemen, en laat het de -mannetjes, als er meer zijn, onder elkaar uitvechten, wie het zal zijn. Is echter het wijfje eens bevrucht of heeft het eieren of pas jongen, dan verzet het zich gewoonlijk- tegen elke copulatie, met welk mannetje ook. Wordt vanj een gepaardlevende diersoort het mannetje geschoten, gedood in een gevecht of valt het ten prooi aan «en sterker dier, dan gaat vooral bij vogels, b.v. ooievaars, zwaluwen, het wijfje dadelijk op een nieuwen man uit; en het is onbegrijpelijk waar zij dien zoo gauw vandaan haalt; het duurt in den regel niet lang, soma geen half uur, of de weduwe ia hertrouwd. *** M\jn ruimte is al lang vol; maar om de actualiteit nog dit. Ik laat den brief en de nitknipaels uit buitenlandache tijdschriften maar weg. Dit is de kwestie: Er zou een afdoend middel ontdekt zijn tegen de muggen plaag, en zonder petroleum, koperaolfaat of ander vischwater-vergiftigende stoffen te ge bruiken. Eenvoudig een drijvend plantje in de slooten en plassen brengen: n.l. Azolla, Bood kroos of Amerikaansche watervaren, zou afdoende zijn. De kroosachtige varen blaadjes dekken de sloot zoo dicht, dat er geen mug meer in leven kan. Nu, wij hebben al heel wat slooten met Azolla in Nederland. Het breede Gein by Abcoude is er in ? September letterlijk mee dichtgedekt, ala met een effen dof-rood tapijt. Als het dus om Azolla te doen ia, die ia te krijgen. Of het helpen zal? In zulke gevallen rede neert de natnurkennia niet. Probeeren, expe rimenteeren l Maar de prognose van de kun r luidt niet zóó heel gunstig, want... eerst einde Juli, en in Augustus, September be dekken de slooten zich met Azolla; vóór dien tijd, ala de muggeplaag al lang aan den gang ia, helpt het zeker niet. Azolla wil ook niet overal groeien! En waar het nog al eens waait op open plassen, scheurt het Azolla-dek om een haverklap. Nog alty'd acht ik het beate middel: het zuiver houden van de alooten, veel visch uitzetten, alle vogels, de salamanders en de kikvorachen sparen, desnoods kweeken. En dan: op de plassen en plasjes, waar het water niet noodig ia, de wel noodige petro leum. Maar tegen de geringde muggen, de nydigste bijtere, die ons het genot in de mooiste vochtige bosschen vergallen en waar van de larven in vochtig mos kunnen leven, ia nog geen middel aangewezen. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl