Historisch Archief 1877-1940
No. 1783
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
LIBERTY
BEHANGERS
STOFFEERDERS
COMPLETE
MEUBELEERING
CATALOGUS
F RAN C O
BEGROOTING
OP AANVRAAG
T"? 8*
L l Z- CL
BENIGE VERTEGENWOORDIGERS IN NEDERLAND
LEIDSCHESTRAAT
AMSTERDAM
iniiitiiiiiitiiiiiiiiiiiiniiiitiMiiiniiiniiiMiiiniiMiMiiiii
de gemeHtfe Talscholen.
X.
10. Opleiding tot arbeidster op sociaal gebied.
Als eerste opleidingagelegenheid op dit ge
bied noemen wij de speciaal met dit doel in
het leven geroepen inrichting, de School voor
Maatechappelyk Werk, die in 1899 te A'dam
geopend werd. Sinds 1899 bedraagt het totaal
aantal leerlingen 134, waarvan 32 nog op
school zyn, en 40 tnsscUentyds vertrokken.
Van de '62 overige behaalden 6 een getuig
schrift en 58 een diploma, en wel: 29 ala
woningopzichteres, 13 voor kinderverzorgiog,
5 voor armenzorg, 5 voor tovnbeewerk, 4 voor
bibliotheekwerk.
Van de 29 woniugopzichteressen vonden er
2 een plaats te Rotterdam, 3 te Amsterdam,
l, te Haarlem, terwijl l tijdelijk onder leiding
iiiHlmiin u iimiiii m iiiiiui iiiiiini
UIT DB NATUUR
CDXLI.
Over haaietanden en nog wat. '
Evenals verleden jaar. ben ik weer een
heel eind achter met mijn correspondentie.
Er komen zoo vaak van die vragen, waarop
het jammer is, met een enkel woord ant
woord per brief
kaart te geven;
ik aeem me dan
voor, er by ge
legenheid een heel
opstel over te
schryvec. Nu weet
ieder wel waar de
goede voornemens
blijven; maar het
stapeltje onbeant
woorde brieven ia
zoo dik geworden
en het kijkt me
zoo verwijtend aan,
dat ik, bij wijze
van verlichting, er
maar van tijd tot
tijd een opstel aan
zal wyden; dan
komt er tenminste
schot in. Ik gtflp
maar van boven
af, zonder op volg
orde van data of
op belangrijkheid
te letten.
iiiiinMiitiniiiiinniMiuHMiiiiiiiitiiiiiihMiiiiMiiiiiiiiMMiiiniiiiiuuMiiiHiiiiiiiiiMiiiiiii
van Oc'a?ta Hill werkzaam ia. De overige
schynen een anderen werkkring gekozen te
hebben.
Van de 13 gediplomeerden voor kinder ver
zorging, weri l plaat3vervangster in een kin
derhuis te Utrecht, l directrice voor ean
vacantie-koloniehuis, l onderdirectrice voor
een koloniehuis en l plaats rer vangend direc
trice aan een tehuis voor schoolgaande kin
deren.
Van de 5 gediplomeerde armenverzorgsters
is niets u aders bekend. Van de 5 voor
toynbeewerk gediplomeerden ia l adj.-directrice
van Ona Huis" te Amsterdam, l directrice
voor een volkahnis, l klerk aan een arbeids
beurs, l administratrice voor de vereeniging
tot verspreiding van licitbeelden. Van de 4
voor bibliotheekwerk gediplomeerden is l
werkzaam aan de bibliotheek van Oi s Hui3",
l aan de reizende bibliotheek van het Nut.
Hierbij zy nog vermeld, dat de in Rotterdam
aangestelde politie-assistente ook oud-leer
linge van de School voor Maatechappelyk
Werk is.
wat oud geworden, dan worden ze gewoon
weg op zy gescbovan door een ry nieuwere;
en vóór deze nog versleten knnr en zyn, staat
dikwy'ls al weer een derde ry klaar, die ook
deze tanden naar buiten zal drukken ; een
vierde ry ligt soms al weer gereed in een
gleuf, om als reserve te dienen. Zoo heeft
een haai aan den buitenkant van de kaak
steeds een rij oude echnin-nitataande tanden
(JH
Fossiele haaietanden, uit superphoaphaat (Mioceene zee-molasae).
M.
Hiernevens zend ik U een tweetal
tanden, die tegelijk met een handvol
gelijksoortige gevonden werden in een
lading auperphosphaat (kunstmest), 't Ia
misschien een wat zonderlinge 'raag,
maar weet U iets over deze tanden mee
te deelen? Het taidbeen lijkt my ook
wel reeds in snperphosphaat te zyn ver
anderd,
Inmiddels hoogachtend,
Uw dw.
Zandeweer. P. CL.
Waarde Heer, als my nooit zonderlinger
?vragen dan deze ter beantwoording werden
voorgelegd, dan ging het nog wel. Het is ook
niet de eerste keer, dat ik dergelijke tanden
ontvang. U ziet tenminste nog, dat het tanden
«ijn. Ik ontving ze ook met de vraag of het
harpoenbaken waren; anderen noemden ze
dierenklanwen, tjjgernagels, gelukabeenderen
?n met nog meer vernuftig bedachte bena
mingen.
Het zijn haaietanden"; en wel van fossiele
lang uitgestorven soorten. Toch veelvuldig
voorkomende dingetjes. In elke snperphos
phaat-zending worden ze gevonden; tenminste
bij ons, daar de ruwe phoaphaat meestal uit
deselfde Streek wordt ingevoerd.
Nu zijn fossielen nitteraard vry zeldzaam.
Dat er toch zooveel fossiele haaietanden ge
vonden worden, heeft zijn goeden grond in
het feit, dat n haai zooveel tanden heeft
en verliest en terugkrijgt Haaien, ook mo
derne, hebben het voorrecht van steeds weer
een nieuw gebit te krijgen. Ia -een ry' tanden
om te verliezen; de nieuwe alleen staan
loodrecht.
Hoe talryk de fossiele haaietanden ook
zyn, van de rest van het haaienlichaam wordt
in de aardlagen maar zelden ieta terugge
vonden. Dit komt doordien het geraamte
van een haai uit kraakbeen beataat en daar
door te week is om bewaard te kunnen
blijven; a1 leen het tandbeen is goed vertr&lkt;
en wat meer zegt, evenals onze tanden rondom
met een laag glazuur bekleed. Door dit
goedje, harder dan kiezel, zijn de tanden ven
haaien die al ondenkbaar lang geleden stierven,
tot nu toe gaaf en goed gebleven. Zelden
wordt er ook een wervel by gevonden.
De my gezonden en hierbij afgebeelde
tanden zyn zoo oud niet; maar toch wel een
respectabel "aantal duizendtallen van jaren,
waet de voormalige bezitters van deze tanden
leefden in het mioceen-tydperk der
aardgeschiedenis, d.i. de middelste afdeeling van
de periode, die aan den y'sty'd voorafging.
Een poos geleden ontving ik van den
heer Franken een paar andere soorten uit
het zelfde tijdperk. Van deze tanden ia de
kroon byna S-vormig gebogen en aan
weerazydem dragen ze twee zytandjes. Prachtig is
het email bewaard gebleven, de fijnste zaag
tand j es en groefjes zyn scherp en onge
schonden; je kunt er nog een pennehonder
mee doorzagen.
O ik de twee door P. Cl. gezonden tanden
behoorden aan verschillende soorten haaien;
als de zender nieuwsgierig ia naar den naam,
moet hy te vreden wezen met: Hemipriatua
serra, voor den smallen, gezaagden tand; met
Galeocerdes latidens, voor den tand met ver
breeding, en de naam van den haai met
geNaast deze achool meenen wij te moeten
vermelden:
1. Den onlang» opgerichten cursus tot op
leiding van hulppersoneel aan christelijk
philanthrepische instellingen. Na opleiding
van 3 jaar, waarvan 2 jaar. worden doorge
bracht aan de Diakonesaenschool te Amster
dam en het 3e jaar in een der christelijke
opvoedingsgestichten; aangesloten by den
Centralen Bond van Chriat. Phil. Inrichtin
gen in Nederland, wordt b« voldoende toe
wijding en geschiktheid een diploma uitge
reikt, dat de mogelijkheid opent tot onmid
dellijke aanstelling als medearbeidater in een
der christelijke opvoedingsgestichten.
2. De cursus voor hnisbezoekster by' de
bestrijding der tuberculose, gevestigd te
'sGravenhage (rroeger te Leiden), uitgaande
van de Centrale Vereeniging tot bestrijding
der tuberculose. Duur van den cursus 6
maanden. Tot nu toe verkregen 8 leerlingen
het diploma, die allen als hnisbezoekster een
plaats vonden.
Ten slotte vermelden wij nog onder dit
hoofdstuk den opleidingscursus voor biblio
thecarissen uitgaande van de Vereeniging
voor openbare Leeszalen in Nederland. Niet,
omdat wy het beroep van bibliothecaris meer
als een maatschappelijk dan als een weten
schappelijk beroep beschouwen. Daar echter
de aan dezen cufsna opgeleide werkkrachten
veelal een plaats zullen vinden aan openbare
leeszalen, volksbibliotheken en bibliotheken
van Toynbeevereenigingen of aan instellin
gen, zooals de Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen, meenden wy, dat bedoelde oplei
dingscursus hier wellicht béter dan elders op
zyn plaats wa°. Omtrent het aantal der vrou
welijke leerlingen en de pUatsen, die zy
vonden, ia ons niets bekend.
(Wordt vervolgd). ANNA J. JÜNGMANN,
Seer. van het Nat. Bureau voor
Vrouwenarbeid.
Tutti MG,
De eerste Portuj eesche kiezerea, dr. Carolina
Angelo, beeft de eer genoten, dat men over
de geheele were'd aandacht aan dien
staatsgr<ep" schonk. Maar weet men in Nederland
wel, dat dr. Aletta Jacobs in 1883 (zegge
achttien hondtrd diie en tachtig/) precies het
zelfde gedaan heeft en haar kieabiljet aan
vroeg, omdat in de wet gesproken werd
van Nederlander die... enz. enz. Zy had
toen geen advocaat die haar zaak verdedigde,
zooals die Portugeesche dokteres thans, maar
de wettenmakers van toen, hebben eenvoudig
het woordje manlijk vóór Nederlander gezet,
blijkbaar vertrouwende dat deze lis ige zet
nu eens en vooral af doende'zon zijn.
Mais d, qudque chose mulheur est ion. Thans
gaan er natuurlijk in Portugal stemmen op,
die beweren, dat de vrouwen nog niet ryp
zyn om van het kiesrecht gebruik te maken.
(Al de manlijke analphabeten in Portugal
ly'den natuurlijk niet aan die onrijpheid!)
Al die jaren dat de Nederlandache vrouwen
atrydeu om de mannen van haar goed recht
te overtuigen, hebben haar wakker gemaakt
en zij zullen, wanneer zy eenmaal al« bur
geresgen erkend worden, zich bewust zyn,
hoe zy haar stembiljet moeten gebruiken en
niet het contingent stemvee" vergrooten,
zoeals pessimisten maar al te vaak voorspellen.
iiuiiiiMiiiimi
irtimiMnimiimtmmimMminiiiniiiiiiiiiHniii
bogen tanden is Lamna contortidens, waar
van wel het geslacht, maar niet de soort
tegenwoordig nog leeft.
Dat in de balen phosphaat zooveel van
deze tanden voorkomen, heeft tot oorzaak
dat de specie gegraven wordt uit voormalige
zeebeddiogen. Veel ervan komt tegenwoor
dig uit Florida en Algiers, vroeger nog wel
uit Znid-Dnitscbland; de hier genoemde
haaietanden zyn, met dikachalige oester- en andere
schelpen, de gids-fbssielen voor eane bepaalde
afdeeling van het mioceen-tydperk; en het
gesteente, waarin alle drie soorten veel voor
komen, heet Zee-molasse"; ook te vinden
in de streek van Zwitserland tusschen Alpen
en Jura o.a. op de Kigi.
*.*
Nu heel wat andera. U herincert zich
misschien het opstel, dat ik schreef naar
aanleiding van een brief over een zeemonster,
dat een kunst-meermin bleek te zyn. Kort
daarop ontving ik het volgend briefje, waar
uit blijkt, dat men niet naar Odeasa behoeft
te gaan om bedot te worden.
Geachte Heer.
Als belangstellend lezer van uwe
brieven in de Groene" werd ik verrast
door uw laatst en brief, behandelende de
Meermin" of hoe het beesie" genoemd
mag werden.
Het zal niet ieder bekend zyn dat
ona goede Amsterdam ook zoo'n beesie"
herbergt, althans vroeger; toen ik ala
matroos nog wel eens ntje pakte by'
de poort van de Marine werf, trok het
monster steeds myn aandacht, geplaatst
onder een glazen stolp in het buffet
van een kroegje in de Groote Kat
tenburgerstraat op de hoek der eerste
dwarstraat. Tot voor eenige jaren was
het nog aanwezig, mogelijk nu nog wel.
Belangstellenden kan het slechts een
biertje kosten.
Een en ander meende ik U te mogen
mede deelen
Uw. Ed. Heer
A ' d a m, Hoogachtend,
l-6-'ll. F. v. d. P.
* * *
Iets ernstiger is de zaak van het Kamper
eiland, waarover ik te veel goeds gezegd
heb, naar het schijnt. Ik heb niets andera
verteld dan wat ik vroeger als kind en later
als onderwijzer te Zwolle, over het Kamper
eiland hoorde. Maar het kan verkeeren.
WelEd. Heer!
Teneinde te voorkomen dat vreemden
een verkeerden indruk krijgen van onze
omgeving ben ik zoo vrij, U dezen, met
bijgaand blad van de Kamper-Courant
te zenden... (met klachten over de
achterlijkheid van het Kamper-eiland op
het atuk van veeteelt. H.)
Verder zegt U per stoomboot Havelaar
de Ketel langs varende om in Zee te
komen, dat men dan vaart langs het
vruchtbare Kamper Eiland, waar het
bette Hollandsche vee wordt gehouden
en het bette hooi in Nederland wordt
gewonnen.
Oppositie voeren ia myn vak niet,
maar nu ik gisteravond in de Groene"
in uw stuk Uit de Natuur" CDXXXIII,
Op het Congres te Stockholm werd door
een enthousiaste Frangaiaa voorgesteld, dat
door den Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht
n en dezelfde dag ala Propagandadag
zon aangenomen worden, zooala in Nederland
na reeds op 15 Juni geschiedt. Zy verg»t
echter, dat het R ijk van den Wereldbond
thans zóó groot ia, zooala de Presidente ia
haar openingsrede met trots verklaarde, dat
in dat Byk de zon nooit ondergaal, en dat men
dna moeilyk n en denzelfden dag ton
kunnen bepalen, waar bovendien het jaar
getijde aan zulk een Propaganda-dag bevor
derlijk moet zijn.
N. M?D. W. H.
IHIII1IIIIIIHIII
De vlag.
I» noordelijk Snmatra heerscht bg een der
stammen van het binnenland de zonderlinge
gewoonte, dat een vrouw, wier man gestorven
ia, dadelijk na zyn begrafenis een vlag op
haar haia zet.
Deze vlag bl|jft in weer en wind staan en
zoo lang ze heel blijft, mag de weduwe niet
over hertrouwen denken. Niet zoo spoedig
evenwel heeft de wind er eenige draadjes
vaa uit gerafeld, of de bedroefde weduwvrouw
mag op voorstellen van tronwlostige heeren
ingaan, en zich een nieuw home" stichten.
Booze tongen beweren, dat sommige dier
Sumatraansche weeuwtjes de vlaggen... van
vloeipapier maken.
* **
Hagepreek.
Een moderne hagepreek werd twee weken
geleden gehouden in het Engelsehe dorp
Setstor. Deze zonderlinge plechtigheid vond
plaats ter viering van het 300-jarig bestaan
der kerk te dier plaatse en was door den
romantisch-aangelegden predikant bedacht,
om de moeieljjkheden in herinnering te
brengen, welke men vóór dat
driehonderdjarig tijdvak van andersdenkenden te ver
duren had....
De predikant, die over een Stentorstem
beschikt, had tot preekstoel gekozen.... de
toren van de kerk. Het koor, dat de gods
dienstoefening opluisterde met vrome ge
zangen, waa met behulp van een ladder ge
klauterd op een plat dak, dat zich tnsschen
de toren en de kerk bevond, en de gemeente
zat in 't gras, of tnsschen de graszerken,
waar hun voorouders rustten. Het was een
merkwaardige plechtigheid en een plechtige
merkwaardigheid.
* * *
In de bus.
Het kattekwaad, dat de tegenwoordige
jeugd uithaalt, gaat soms al te ver. Te
Enghien, nabij Parijs, werd een brievenbesteller,
die de postbus opende, griezelig verrast,
want 't ding hield niet meer of minder in
dan 30 levende kikkers, die door eenige jeug
dige natuur vrienden, eerst buiten gevangen,
en vervolgen» gepost" waren, niet tot groot
genoegen van de arme dieren, die't blijkbaar
alles behalve naar hun zin hadden gehad.
De bekikkerde" brieven zagen er natuurlijk
afgrijselijk uit.
*.**
Een lei voor jonge huisvrouwtjes t
Een jong, mooi, elegant vrouwtje huurde
een kenkeaprinaea, en vroeg aan deze, ernstig
en gewichtig: Dna, je kunt heel goed koken ?"
IIHIUIMIIIIHlmlII
zag gedrukt staan: Geen volle
glanadieren als van het Kamper eiland",
werd het mij te machtig. Gelukkig dat
die ± 100 eilander boeren de Groene"
niet lezen, d.w.z. in dit speciale geval.
U zou die menschen, waarvan velen
nooit verder komen dan Zwolle, het
denkbeeld kannen geven, dat zy op de
hoogste sport staan, wat veefok en
hooibouw aanbelangt. En menschen, die zulks
zich zelf hebben wijsgemaakt, doen verder
geene moeite, en zijn hun verder leven
een sta-in-den-weg" voor ontwikkeling.
Hoe het dan wel is, waarde Heer ?
Ik zal niet beweren, dat ik de man ben,
die hiero?er speciaal kan oordeelden.
Als boerenzoon uit het hartje van Fries
land en sedert mijn 23sten jaar door
mijn vak als zuivalbereider in verschil
lende provinciën werkzaam geweest zijnde
en in nauwe aanraking met de boeren
komende, heb ik echter veel gelegenheid
gehad om op te merken, wat er omgaat
dader die mentenen. En als resultaat
daarvan durf ik te beweren, dat overal
elders in Nederland, waar zulk een e
goede of beste bodem ligt, geschikt voor
fokken van puik vee, het vee beter is
dan op het Kamper eiland.
Het beste Nederlandache hooi, dat in
den handel wordt gebracht, zegt u, komt
van 't Kamper eiland. Dit is zeker waar;
echter zijn er vele oorden in ons land
waar even goed of beter hooi wordt ge
wonnen. J nis t het winnen van hooi voor
den handel is een groote, zoo niet de.
grootste oorzaak, dat de fokkerij hier op
zoo lagen trap staat.
Hoogachtend, B.
Ik plaats hier op verzoek uw brief met
rectificatie, maar een twiatgeachry'f haal ik
niet aan; daar blijf ik lekker buiten. (H.)
? *
WelEd. Heer.
U w artikel in de Groene" over de
Koekoek deed me besluiten, U een vraag
te stellen, die me reeds meermalen bezig
hield. U vertelt, dat de koekoeks-dochter
zich steeds het hof ziet maken door
meerdere jongelui. Nu is dat voor haar
niet zoo lastig: zij richt toch geen huis
houden op. Maar hoe zit dat toch by
alle andere vogelsoorten. Die bouwen
een neatje en de kleintjes hebben n
vader en n moeder. Vindt men au in
de vogelwereld geen vry-gezellen of oude
vrijsters? Komen in de gevederde ge
zinnen geen ongeoorloofde betrekkingen
voor tusschen Papa of Mama en vrien
dinnen of vrienden des huizes? Kort:
zijn er altijd evenveel mannetjes en
wijfjes T Misschien is mijn vraag wat
naïf, of reeds vroeger eens door U be
handeld (in dit geval mijn verontschul
diging, dat het mij ontging). Met een
antwoord, zy het zeer kort, in de Groene"
zoudt U mij inmiddels een genoegen
doen, waarvoor ik U bij voorbaat dank.
Hoogachtend,
Uw d w. dien.
Breda. J. D. L.
Welzeker zijn er jong gezellen. Die zwerven
in het jaar of de beide jaren, dat se nog
O, ja mevrouw," antwoordde de andere,
daar kunt n op aan,... als u ma maarniet
helpt l"
.* * *
Prachthoed.
In een der groote modemagaiijnen te Parus
was dezer dagen een hoed te zien, die alge
meen de aandacht trok. Deze hoed was in
't magazjjn besteld door een Hongaarsche
gravin en kostte niet minder dan vierduizend
francs. De duurste aller hoeden van het
geisoen waa nochtans hoogst eenvoudig. Ze
was gevlochten van zeer fijn zwart stroo,
waaruit een reusachtige panache van sneeuw
witte strnisveeren oprees, welke by elkander
werden gehomden door een fijn-geciaeleerden
zilveren band. Dit waa de eenige garneering
van 't precioanm.
* **
In 'i vrije veld.
In Engeland heeft men de rechte manier
uitgevonden, om de. vacantie op het veld
door te brengen.
Clubjes van jongelui, dames en heeren,
trekken naar buiten, doorgaans per fiets, en
nemen op hun rijwiel alles mee in zeer
beknopten vorm, wat ze voor een korter of
langer buitenverblijf noodig hebben.
Tot de bagage behoort ook een zeer-kleine
lichte, waterdichte tent en deze tent, die in
een of ander idyllisch landschap wordt opge
slagen, ia gedurende dien tjjd hun woning.
Zelf hebben ze kookgereedachap meegebracht
en in 't open veld wordt door de dames
van het gezelschap het eten toebereid:
een picnic van een dag of veertien... aar
diger en romantischer kan het al niet.
'a Avonda woidter een kampvuur aangelegd,
en als een kleine zigeunerbende, die de
zegeningen der beachaving veracht, hurken
de vroolyke vacantiegangera op't groene gras
en luisteren naar scherts en luim, die de
roade doen.
Ik kan me begrijpen, dat't verrukkelijk moet
zijn, zulk een uitstapje, en verbaas me er
over, dat 't hier in Nederland, waar er toch
EÓóreel gelegenheid voor is, nog geen toe
passing gevonden heeft. Wie geeft er 't goede
voorbeeld?
* *
Elders.
En... wie eens zien wil hoe 't elders is
geschapen", ook die behoeft er niet altijd
honderdtallen guldens aan te besteden.
Eenige jaren geleden kwam ik bij een reis
door Tirol in Sanct Valentin am Haideraee,
een prachtig landelijk plaatsje, gelegen
t«sschen twee matige blauwe meren, waarover
men een blik genoot op de zilveren
sneeuwyelden van den Ortler, die het breede dal
in trotcche majesteit afsloten.
In het lieve, friasche hotel, waar een ge
moedelijke Wirthin n welkom heette, of ge
een lang verwachte vriend waart, vonden
wij een verblijf, zoo prettig ala men 't zich
wenachen kan, en toen wij 'a morgens ver
trokken, kregen wij voor ons geheele rantsoen
een rekening van weinig meer dan drie francs.
De Zwitsers zelf gaan ook op deze wijze van
hun heerlijke bergen genieten. Ze nemen
vaak hun intrek in groote, hoog gelegen
boerderijen, waar het eenvoudige leven, hun
het genot schenkt, dat zy in de praal volle
bergtótels vergeefs zonden zoeken.
ALLEQRA.
iiiiiiiiiiiiiiiiiii
niet gealaeht-ryp zijn, gezamenlijk rond, vech
ten lustig, en doen soms komiek flirterig, op
de manier van de pinken. Oude vrijsters
komen weinig voor. Bjj de gepaarde, dus niet in
troepen of families levende dieren, is het
regel, dat er mannetjes te veel en wijfjes te
weinig zijn. Uitzonderingen zijn er oek, zooals
bij vele viaschen; ook bij de hoenders en herten
ia het zoo; maar daar ia het kudde-leven
met n stier of haan oorzaak, dat er geen
oude vrijsters over blijven. Eén mannetje
met n wijfje voor het leven, komt wel
voor; niet vaak. In den regel kan het de wijfjes
geen lor schelen, (althans zoo schijnt het),
wien ze voor mannetje habben; het wijfje
laat zich nemen, en laat het de -mannetjes,
als er meer zijn, onder elkaar uitvechten,
wie het zal zijn.
Is echter het wijfje eens bevrucht of heeft
het eieren of pas jongen, dan verzet het zich
gewoonlijk- tegen elke copulatie, met welk
mannetje ook. Wordt vanj een
gepaardlevende diersoort het mannetje geschoten,
gedood in een gevecht of valt het ten prooi
aan «en sterker dier, dan gaat vooral bij
vogels, b.v. ooievaars, zwaluwen, het wijfje
dadelijk op een nieuwen man uit; en het is
onbegrijpelijk waar zij dien zoo gauw vandaan
haalt; het duurt in den regel niet lang, soma
geen half uur, of de weduwe ia hertrouwd.
***
M\jn ruimte is al lang vol; maar om de
actualiteit nog dit. Ik laat den brief en de
nitknipaels uit buitenlandache tijdschriften
maar weg. Dit is de kwestie: Er zou een
afdoend middel ontdekt zijn tegen de muggen
plaag, en zonder petroleum, koperaolfaat of
ander vischwater-vergiftigende stoffen te ge
bruiken. Eenvoudig een drijvend plantje in
de slooten en plassen brengen: n.l. Azolla,
Bood kroos of Amerikaansche watervaren,
zou afdoende zijn. De kroosachtige varen
blaadjes dekken de sloot zoo dicht, dat er
geen mug meer in leven kan.
Nu, wij hebben al heel wat slooten met
Azolla in Nederland. Het breede Gein by
Abcoude is er in ? September letterlijk mee
dichtgedekt, ala met een effen dof-rood tapijt.
Als het dus om Azolla te doen ia, die ia te
krijgen.
Of het helpen zal? In zulke gevallen rede
neert de natnurkennia niet. Probeeren, expe
rimenteeren l Maar de prognose van de kun r
luidt niet zóó heel gunstig, want... eerst
einde Juli, en in Augustus, September be
dekken de slooten zich met Azolla; vóór
dien tijd, ala de muggeplaag al lang aan den
gang ia, helpt het zeker niet. Azolla wil ook
niet overal groeien! En waar het nog al
eens waait op open plassen, scheurt het
Azolla-dek om een haverklap.
Nog alty'd acht ik het beate middel: het
zuiver houden van de alooten, veel visch
uitzetten, alle vogels, de salamanders en de
kikvorachen sparen, desnoods kweeken. En
dan: op de plassen en plasjes, waar het
water niet noodig ia, de wel noodige petro
leum. Maar tegen de geringde muggen, de
nydigste bijtere, die ons het genot in de
mooiste vochtige bosschen vergallen en waar
van de larven in vochtig mos kunnen leven,
ia nog geen middel aangewezen.
E. HEIMANS.