Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1784
denklkhw." Hq zotte er zy'n plannen over
wereldherrormiag ia uit een. 6)
Vam groot gewicht voor de kennis van
Langbehn'* peraoonlikheid ia bet verhaal
ener episode uit 's mans leven door Sophie
Söjamerinp. 7) De fAttili« Sömmering beaat
een klein portret van Fran Gontard, de
be. kende vrouwelike firnnr Diotima nit de ge
dichten van Eölderlin. Lingbehn bal door
het boek van Prof. Litzmann over Hö'.derlin
ervaren, dat fióidtrlin zalf m«t de familie
Sömmering in betrekking gestaan had en dat
het originele portret van Fran Gontard bij
die familie berustte. Langbehn wenste dit te
zien en tegelijk enige wetens vaardigheden
en pargDonlike noten o rer Hölderlin te weten
te komev. Garlitt wijst er op, dat Hölderlin's
innerlijk wezen na aan dat van Langbehn
verwant is. Het was inderdaad een in t reasante
taak zqn wezen om de geestelike verwantschap
1u*Hft » twee idealisten bloot te legge».
Beide oordeelen ze hard over de dnitse bar
baren, die door hua vlijt, wetemchap en
r^üjjie ateede barbaarier geworden zijr; beide
wfj*a ca op e«n wereld van schoonheid en
fmlmiid, dia in geestelike waarden bestaat.
Hölderii* wijst op de wereld, die in bat
Griekendom, Langbehn op da wereld, die in
Baabraadt ter uitdrukking kwam. Dit alles
en niet minder hun beidar trenrig einde 8)
bindt ia de heiinnering hou perwonl
ihorUa «té21.
lisqfbeha kwam bij da familie Soa mering,
bewbrgft ifln niterük. HJJ was een hoen
aafgeachoneBer blonder, noch sehr jong
annebender Manu von bescheidenen», fast
schnckterem erstem anftreten". Na een paar
raatatea reeds o *t wikkelde zich een leven
dig gesprak. Dj jonge man ontpopte zich
aldus als een persoonlijkheid v*n grote
betekenis. Bedeatend nach den
veracheiRicbtangen hin, redegewand bis
z«r Meigtersehaff, lebhaft, hüureiazend,
liebeaAwürdig."
Mevroaw Söaamermg voelde zich zeer tot
hem Aangetrokken 9) Zjj merkte uit
verschillende "vragen echter al tpoedig, dat de
joBfe naaa, wiens naam zij niet kende, zym
iaaogBÜo streng bewaren en van
zynlevensonutaudighedea en levenswijze niets
wezenIttm loslaten wild*. Hij vertelde alleen, dat
bjj litenator wat, geheel onaf nankelik en veel
op *aifl. Het gesprek was zo sympathiek, dat
mevTOBW Sönmeriag bet pjJDlik aandeed,
dat de vreemdeling voor goad weer verdwij
nen zou, zonder «jjn saam bekend gemaakt
te hebban. Zjj nodigde hem uit om later
terug te komen, wat hu aanelend aannam.
'g Avonds vertelde 4J aan Professor B. van
het vreemde heaoek en van de rijke
konvervatte van de jonge man. Na verschillende
bieaondarheden gehoord te hebben, sprong
mimitiniiiunliiiiliinmiii
EUMEN-REIZE,
Brief aan mijn kleindochter.
Je wederwaardigheden, beate meid, heb
ben grootmoeder en mij zeer terneergeslagen
en nn we door den tg d, die alles herstelt,
naar het heet. weer wat zijn opgerezen,
betuigen wij je ons oprecbt medegevoe'.
TusBchen twee haakjes, ik hoop niet dat het
woordeke meid je eenigszins onaangenaam is,
het is in de verste verte mijn bedoeling
niet je met een dienstbode gelijk te stellen
na j s ja diploma als verpleegster in den
taach hebt en geluk je niet zonder
zelfgevoal mededeelt, dat diploma zelfs hebt
verworven" tegelijkertijd met eene freule,
'k Gevoel levendig, dat ik nn eigenlijk beste
JUejufffouw had moeten schry ren, nu weten
schappelijk is uitgemaakt, dat ieder
manechankind uitsluitend zichzelf toebehoort
en zijne genegenheden moet wegschenken
als 'n vrjje gift, die door geen banden des
bloeda onvrij mag worden gemaakt.
Maar je groot rader is niet met zijn tijd
meegegaan, hy ziet in het kind van zijn
dochter nog altijd een deel zijner egoïstische
zelfbêid...
Doch, ea hierop wilde ik eigenlijk komen,
nu ja diploma en ja maatschappelijke ver
wantschap met 'n mejonkvrouwe je hebben
verheven tot 'n wezen mat verfijnde gevoe
ligheid, nn begrijpen grootmoeder en ik
meer en beter ons altruïstisch medelijden
met je. Hoe intens moet j a geleden hebber, toen
je ,Jvnntig minuten op aansluiting moest wachten
op 'n «flf/ory in de heide", waar de priemende"
zonnestralen de kleine en eenige wachtkamer
in 'M droogmachine herschiepen en je niets
te genieten bad dan je blijdschap om je
diploma en wat lauwe limonade met'n riet j e
uit een veenplas! Ga hebt recht mijn beste,
met te schrijven: Zoo iets laat levenslang
een neerdrukkende herinnering achter", en
we verbieden ons, dat ge een levensroeping
hebt -gevolgd, die je voor neerdrukkende
herinneringen vrijwaart.
Ik heb lang gepeinsd, hoogvereerde klein
dochter, hoe j B voor je onaangename erva
ringen eenige vergoeding te geren. Galnkkig
kwam mij daarbij het van zielenadel getui
gende gezegde in de gedachte: Andermans
leed troost", en zoo is 't voorts gekomen dat
ik je hier ter vertroosting het waarachtig
verhaal geef van eene examen-reize van je
groatvader,aunegenenveertigjaar geleden. Ik
vlei me dat j a ei niet.alleen door zult worden
vertroost, maar ook vergelijkender wijze
milder door zult leeren oordeelen over het
vervoer van reuigers in den tijd van heden,
en over nog wat.
?
Ik ben van 't jaar '48 en in'62 was ik das
veertien jaar. Achter 't paleis Soeatdyk had
ik weinig ervaren en weinig weelde genoten.
Van zes gulden per week kan zelfs 'n Konink
lijk jager zijn gezin slechts het hoogst noodige
verschaffen. De meester van de dorpsschool
te Baarn, meester J. L. van Oostveen, was
geer over zijn kweekeling tevreden en toen
nu aam elk der pas opgerichte kweekscholen
voor onderwijzers, te 's Hertogenbosch en te
Haarlem, tien kweekelingen konden worden
geplaatst met een rijkstoelage van 300 gld.
per jaar, bracht meester ons een bezoek
teneinde mijn ouders te bewegen mij naar
'h beurs te laten mededingen. Vader en
moeder waren sprakeloos van verbazing en
verrassing. Is Jakob dan werkelijk zóó knap?"
vroeg vader. En waar haal ik het geld van
daan om hem als 'n heer naar dat examen
te laten gaan en hem te laten reizen en
logeerea?" vroeg moeder. En zoe'n kind
alleen te laten gaan l" zei vader. Waar
moet hij heen?" vroeg moeier. NaarHaar
lem", sprak meester. O, zei moeder met
de professor als geëlektriseerd op: Waal
Daa mu« j* Langbehn, dar Verfasser voa
Rembrandt ais Erziehar sein. Den muaz ich
bei Ihnensaher>. Wanmkommt erznlbnen?"
Da professor, die evenals de familie S
ajmeiing met het Rembrandtboek dveept?,
verkeerde in geweldige opwinding.
Da dag, die voor het tweede bezoek bepaald
was, naderde. Lsngbahn «ehreef, dat hu komen
zon, doch als voor waarde stelde hy, de familie
heel alleen te treffen. Da opgewonden pro
fessor kreeg bericht, dat mevr. Sönmeriug
ohne indiskret zu sein" hem niet uitno
dig«n kou.
Langbehn verscheen en was in \ gesprek,
hinreiszend geistvoll, nnd von tavnenden
eiektrischen Fanken erfü'lt, Mevr. S
nmering vergeleek het Rambraodt-boek bij een
peletonvuor. Over dese vergelijking was
Langbehn overmatig verheugd. En inierdiad:
de koaaparatia ig ver won der l ik juist.
De professor, die hu eerst weigerde te zien,
mocht later ook komen. U')
In dit gesprek zyn eea paar uitspraken
van Langbehn interessant. Hij beweerde, dat
Goethe nooit hartstocht gekes,d bad en be>
wees dit met tallooze voorbeelden.
Verder beweerde hij: .es sei alles Erlebte
von einam Zeitraum von so und eo viel
Jahren schon einmal ganz gen au ebenso
dagewesen nnd «ürde sic h in einer ainlicaea
Rei hèvon Jahren auch gan*. gecau ebenso
wiederholen". Een merkwaardige uiting ^oor
wie Laugbaha's ideeën ken*-.
Hij verklaarde ook die lier te zijn, lyruua
6H kompoaut. Hy verkondigde alüzijn
mening, dat een waarachtig Had. naar inhoud
en versmaat zo zijn meest, dat ieder muzikaal
mens het gemakkelik komponeeren kou.
Mevrouw Sömmeriogbericht, dat Laagbehn
alleen groenten, vruchten en melk nam. Alles
door elkaar tot 'n hutspotje op zijn bord
gemaakt. Zjjn lierelingakost was gekookte
appelmoes met kaatarja pare*. S>ms dronk
hu een glai wijp, nooit bier.
Langbehn waa al lang uit f r ank f art a. M.
vertrokken en korrespondeerde met Frau
Sömmerinp, maar immer zear oageregeid.
In diea tyd verscheen zijn Vierzig Lieder
von einem Deutschen", die fly ook aan de
familie umeriiig zond met een opdracht
aan Mevrouw. HU schreef er bij, dat hq ook
alle liederen gekompoaeerd hal ea dat hij
erg blij zou lijn, als merrouw sommige me
lodieën van zelf vond. Merrouw was echter
zeer teleurgesteld en heel m rgealagen over
de liederen en vreesde ernstig voor 't voort
bestaan vad haar vriendschap met
Lingbehn. 11)
(Slot volgt). WKKZEL FKANKBMÖLLB.
6) Thoma geeft de volgende karakteristiek
lllllimiflIlHIIIIIHIIIIIIIIHHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIItllllHMIimillHHHIIIIIMI
'n zucht van verlichting, daar is mijn zus'er
Griet keukenmeid bij gouverneur Koel). Die
kan hem daar heipen en voor 'a slaaps'êj
zorgen". Meester achtte nu het pleit gewon
nen en zoo was het ook. De uoodige stuk
ken werden in orde gebracht er werd zeer
omslachtig geschreven aau tante Grist en
van daze kwam weldra bericht,,dat de kleine
jongen" dat was ik, bij Lewie, den huisknecht-,
slapen kon maar dat Jans, dat was ja
overgrootmoeder kind, er voor zorgen moest,
dat ik er niet ala zoo'a boareDputnmel
uitzag, want dan zonëa de bcoien haar om
haar familie uitlachen, omdat '.e gezeid bad,
dat haar zusters man opperjager aau bet
Koninklijk Hof wa?. Ea" voegde tante er
bij, de twee kweekelicgen, die bij mijn
vriendin Van Leiden en haat mac, die inspec
teur van. politie if, in den kost zijn, zijn
precies jongeheeren."
Dit vingerwijzend fchrijren wekte büvader
en moeder neerslachtigheid en wrevel, maar
bümg den trek naar het hoogere. Als ik
op 't land rapen plukte voor de koe tf het
varkenshok nitmestte, was het nooit in mij
opgekomen dat ik ooit orecies 'a
jongebeer" zon kunnen worden. Maar thans
droomde ik mij 'n heerenleven, witte zak
doeken, 'n halfnemdje en 'n boordj a en
gewastleére laarzen. Zondags 'n hoed en in de
week een nieuwmodische, dubbele pet. Een
fijn glimmend lakensch pak...
Uit deze liefelijke fantasieën werd ik
ruwelyk opgeschrikt door de mededeeling
van vader, dat wy geen menschen waren om
dat alias te kunnen bekostigen! 'Neen," zei
moeder met tranen in de ooger. Wat 'a.
uitzet zon hij wel moeten hebben l Minstens
drie stuks van ieder! Ea dan de gedachte,
dat mijn eigen zuster zich te roornaamvoor
hem acit, nu ze haar komaf is vergeten,
omdat ze keukenmeid is büden gourernenr."
Er komt niks van, zei vader, we moeten
't ons nit 't hoofd zetïen".
Maar ze meenden niet oprecht, wat ze
zeiden.
Het doet me zoo zeer," snikte moeder.
Mij ook", sprak vader, dof. En wat denk
JÜer van, jongen?" _
AAs 't niet kan, dan kan 't niet, zei ik op
knorrigen toon. Maar anders moet het",
Dan sart het gebeuren," zei vader.
Ea toen schreiden we, alle drie. En toen
kusten we elkander. En we spraken allen door
elkander en bouwden luchtkasteelen!...
We hadden een lapkleermaker, die voor
negen stuivers per dag en den kost uit 'n oud
groen 4ivreipak van vader voor mij wel eens
'n nieuw Zandagepak had gemaakt. Maar het
nieuwe pak, dat ik thans zou krijgen werd
hem niet toevertrouwd. De drie goede kleer
makers, De Ruiter, Van der Heiden ea
Dieffenbach, hadden om beurten de leverantie
van het Hof, wat de livreien betreft en Peter
de Ruiter voldeed vader het best en zou dus
mijn pak mogen maken en het goed" leveren.
Wel was hij ,,'n lilljjke muiter", wat
beteekende, dat hij Boomsch Katholiek was, terwijl
Van der Heiden tot de Hervormde Kerk be
hoorde, maar we hielden wel van hem en
agn best werk gaf den do ar slag. Diefienbach
kwam niet in aanmerking; die
maaktekleeren voor de groote lul, zoodat 'n burgermensch
zich wel schamen moest ze aan te trekken;
zoo nauw waren ze. Bovendien was hij een
vreemdeling en droeg hjj een lichte geruite
broek en 'n knevel en dit gaf voor een bur
german geen pas.
We hielden er in die dagen een practischen
geloofehaat op na/ De haat, de onpractische
haat tegen de Belgen de Belzen, zeiden we,
zat er nog onverminderd; in dat ie Koning
Willen gedaan hadden gegeven, konden we
hun niet kwijt schelder. Alle Belzen waren
slechte, onbetrouwbare menschen, opstande
lingen, muitere. Alle Belzen waren Roomsen.
Dus waren alle Roomschen onbetrouwbaar en
slecht. Ook de Hollandeche, die nooit hadden
gemuit.
Aan deze redeneering ontbrak wel eenige
van Lingbehn: Er konnte im Verkeer
kindlich heiter sein, fiöilichen Gemüts, und
das war vielleicht sain Hanptzugtani Aber
gar leicht kam der wunderliche Heilige rum
Vorecheln. D«nn war er recht ualeidlicb,
hart und ecbrcff. O b jemand in der Eigenart
seiues Wesens sich glücklich o der UEgl
cklieh fühlt, das wissen wir janie. Langbahn
bahauptete, dasz er ein g'üklicher, h
chstzufrieaener Mensch sei, jedeefals wenn er
von der Gecü^eamkeit, vor welcher
Unzutriedenheit nicht leicht aufkommen kann"
l.c. S. 680.
7) Frau Sophie Söamering, die veel schreef
onder den c aam van Arthur Helling, is de
gade van de kleinzoon van de beroemde
anatoom en pbyoicua Samuel Thomas von
Sörnmering, de uitvinder van de elektriesa
telegrafie. Frau Sophie is dramatiese dich
tere?. Zj schreef de Episode aus dem
leben das Veifassers von Reoabrandt als
Eraieher" in haar dagboek, zonder bedoeling,
deze later te publicearen. Na de dood van
Langbehn ie ze op verzoek van Gurlitt tot
pnblikatie orergegaac.
8) Höiderlin Etierf 4 Ju'i 1813 na langen
tijd waanziunig gaweest te zijn. Ook
Lingbehn waa in zijn laatste tijd minstens aan de
grens van waanzin.
9) Gurlitt bericht ergens: Uberall ffaeten
dem beecbeiden Aufiredenden sejne
g'aazend«n Gaisteegaben die Tore, namentlich die
Jmuen gewann en rasc'a für sich".
10) Bülatere beioeken was ooi een paar
maal de dochtar van Merr. Sö^ameriag aan
wezig, wat hem »ciiweigsam machte".
11) Zjoals ik vroeger reeds madedaelda,
werden deae Vierzig L'edei" wegens de
onzedelijkheid" van hun inhoud, door het
gerecht m«t beslag belegd. Het is zeer moei
lik, een exsmplaar van die liederen te be
machtigen. Gurlitt zegt: Die lieder eind
keineswegs erotisch, aber doc'i von einer
auf faingestimmte Franen besonders
peinlichen Auüaseurg -des Sjnnlichen". Ik hoop
ze binnenkort te behandelen. De liederen
hadden niet het minste eucces. Dat sloeg
L^ngbehn zeer neer.
Al zijn vriendschappen met vrouwen be
sluit hu altyd weer door de toezending van
die Vierzi* L'.eder". ZD ook zijn vriend
schap met F/au Söoimeriag.
Een
lioofierü^L
Aan de R -dactie van De Amsterdammer.
M. ff.
De jjurialkt in Nederland, die -m de
lllllllinHIMIIIIIIIItMIII
logica en deze haat was wel wat zwak gemoti
veerd; maar de praktijk maakte alles weer
in 't efifan, want al die slechte Roomecben
toetsten wij n voor n aan hunne daden
en zoo werd het aantal uitzonderingen tcó
groot, dat de regel zijn beieekenis verloor.
Vooral wij hadden onder de Roomschen
veel vrienden en kennissen, dank zij onze
nabuurtchap met hen
Dan earstrolganden Zondag luisterdsn we
zeer tlecht naar de preefr, Het nieuwe pak
vergulde geheel onze aiel. Na kerktijd gin
gen we naar den kleermaker. Vrouw de
Ruiter tegen met ons op kcffla met
tusadekoek te onthalen. Esn beter recclamemiddel
dan de huidige plaatje?. Toen werden de
kippfn en de goudvisschen bekeken.
Intusechen werd er een blaadje met glaasjes en
taraffen klaar geaet. Zóó deel men eaken
in die dagen. Eerst toen moeder zei, dat we
noodig naar huis moesten, kwamen we ter
zake en dat nu aan 't voornaamste den
mirs'en tijd *°n worden beslead, maakte
den handel \lo«. Moeder gaf de vingerwij
zingen van fante Griet. Maar vader zei, dat
het pak zóó meest zyn, dat ik er zoowel 'a.
jongeheer a'.s 'n burgerjongen mee kon
zijnDa Ruiter wist daar terstond wat op. Dit
kon worden verkregen door het vest. Het
zon 'n tot boren toe dicht ^est zijn; dit
voor het geral, dat ik de studiebeurs niet
kreeg. Maar bovenaan zou een gedeelte naar
beide kanten kunnen worden omgeslagen
en worden vastgehaakt aan twee daartoe
aangebrachte knoopjes. Zóó zou ik 'n
halfheradje en 'a boord kunnen dragen en een
jorgeheer zijn. Het pak werd van glimmend
laken, gelij i de rijke, defdge boeren droegen,
en ik kreeg de vurig begeerde dubbale pet,
waarvan de helft zoodanig al of niet kon
worden omgeflapl" dat het 'n zijden of 'n
stellen pet scheen te zijn. Lïeiijz waa zulk
een pet. en zwaar ea warm, maar de mode
meest gehoorzaamd worden, erecals gij het
doet, mijn lieve kleindochter, door het las
tigste aller hoofiontsieriugen te toreen.
Op weg naar huis werd bij Van Dijk een
halfnemdje gekocht, vierkant; met boven en
onder twee banden en in het midden e^n
geborduurde rozet, en 'n geribde, om
liggende losse boord, waar schier met geen
mogelijkheid de gemaakte strik was onder
te krijgen, zonder de boord tot 'n vod te
maken.
Ofschoon hiertoe schier alle gegevens ont
braken berekenden wy EU vele ma'en daags
mijn kans van slager. Meester bemoedigde
mij dior van zijn eigen studie i en examens
te vertellen en zei dat 't maar op twee
zaken aankwam: genoeg weten en groote
vrijmoedigheid. We moesten zien te weten
te komen, zei meester, hoeveel er zich had
den aangemeld. Dit nu was zesr moeilijk.
Wij lazen, gezamenlijk met vrouw Koelen,
de boerin van 'c boerderijtje van Prinses
Sophie, en myn grootmoeder aan de Veen
huis, het destijds zeer bekende weekblaadje
De reizende Nieuwsbode, wat ons op 2}', et.
per week te staan kwam, maar in dat Dlad
kwainan zulke statistieke mededeelingen niet
voor, maar toen Pater de Ruiter mijn pak
had gebracht en ik daarmee parmantig door
de keuken stapte, mijn laarzen duchtig
klakken deed en een j ongeheerengezicht
poogde te zetten, gaf hij my in overweging
eiken dag naar het Logement Van Lsersum,
thans Ho tel T tier, te gaan en het Algemeen
Handelsblad ter inzage te vragen. Van
Leersum was de eenige burgerman, van wien het
hem bekend was, dat hy 'n groote krant
las, want het dagbladzegel maakte dat voor
de meeste burgermenschen veel te duur.
Vrouw Van L3er8um, thars tou men zeg
gen: Mevrouw gaf my nu eiken dag een
oude [krant mee, die ik ter myner leering
en onderrichting tweemaal geheel doorlas, en
na weinige dagen wist ik alzoo dat er voor
Haarlem negentig liefhebbers waren.
Negentig voor tien plaatsen! Ach, hoe
gering was de kans van slagen!
Semarangscha Locomotief uw hoofdartikel
Koningschap inspireerde, heeft u en de
Nedarlaodsche Pers een slechten dienst ge
daan. Ouder Varia in de Tropen en dan ia
Augustus, bad het art kei doodgezwegen
kunnen worden, hier te lande en als hoofd
artikel kan het er niet door. U zult derhalve
een protest moeten billijken. Ik zal voorbij
gaan aan de tweeslachtigheid van een
corresponient, die in Naderlaodsch-Indiëde
Nederlandfche dagbladredacties voorstelt als
bang voor de waarheid, en blijkens uwe aan
duiding van zijne positie hier te lande met
de bange h eer en als collega's converseert.
U had echter wel aanstonds m ogen bedenken
dat een dergelijke dubbeltongige profeet al
heel slecht tar argumenteering kan dienen.
Men veroorlooft den besten journalist in de
hitte wel een oogenblik ran gedachteloos
heid, maar om met zulk een gebazel in ons
Indiëde populariteit onzer Koningin als ge
taand te brandmerken en daarmede haar
gezag te ondermijnen, dat ia journalistiek
van de allerminste scort. Wat er staat van
bigotte hovelingen mist elk bewijp.
De Koningin, wordt gezegd, komt uit haar
kringetje haast nooit. En als ze 't doet,
spreekt ze woorden als een automaat, en?..
enz" Dit laatste ia ta gicf. Ik hoor nog
nsa3t mij ds bewondering der buitenlandsche
pers, de de kroningsf eesten meemaakte, orer
de voordracht en het prachtige stemgeluid
van Hare Majesteit, de bewondering, die een
der beste Frausche journalisten deed uit
roepen : welk eene tragedienne gaat in deze
vorstin verlorer." Bij da feesten in het jiar
Harer kroning het f; Nederlands Vorstin be
wezen te zijn eene vrouw van buitengewone
begaafdheid*. Het is dom, persoonlijkheden
als Koningin Wiihelmina te meten met de
kleinzieligheid Tas een redactie-automaat;
dom, en waar het eene polemiek geldt, die
geen antwoord heeft te verwachter, laf
bovendien.
Het spijt mij, dat wat in hè' hoofdartikel
als büschrift van uwe ban i is aan te merken
erenzeer ondoordacht is neergeschreven. Het
byzantinisme der hoofdletter?, door u ge
wraakt, H voor da Orarjaüeen natuurlyk
prerogatief van de Kroor. Da Vorst of
Vorstin, die zich beschouwt als te regeeren
bij de gratie Godj, zonde door afstand te
doen van dit prerogatief eenvoudig moeten
ophouden te regeeren.
Verhijst*rend voor den lezer il uw volgend
betoog Men is ten onzent niet republikeinsch,
schrijft u ea drie regels verder*heet ons land
een Republiek met in 't Koningschap de
mogelijkheid rau een sier vol Ie
eenbeidsuiting." Da Augustuahitte heefc u daar par
ten gespeeld. Erenzeer maar onvergecilyker
in de onhoudbare elf regele: wat wy vragen,
Ikherinner me, dat ik onder de nooit vrosger
door my geziene dingen in 't Logement Van
Lsersum ook de pas ingevoerde lucifers zag.
Ja, beste meid daar ontsnapt dat woor
deke mij weer ! gij die eerstdaags per
radiumstraal een p'eaierreieje aan den sterrenhemel
maakt, misschien, je kunt je da
barbaarechheid niet voorstellen van den oertijd, waar
van je grootvader geheugenis heef r. Geen
dainwater, geen petroleum, geea electrische
machues, geen tram?, peen lucifers, geen
X-stralen, geen vakvereeniginger, geen werk
stakingen, geen verbruiks- en andere coöpe
raties, geen luehtrchepen, gaen aunchten",
geen p ad v ie d er ij, geen sociaal democraten
geen middenstandsbond en zooveel andere
vermakelijkheden, gean after-noon-tea's, geen
modernisme, geen yoghurt, geen margarine,
geen briefïaarter.... Och, myn kind, tracht
toch toegeefelijk en zacht te oordeelen over
een oud man, stammende uit zulk een totaal
ongenietbaar ver verleden I
Eindelijk kwam de oproeping: Dinsdag, den
zooveelsten Jali, 's morgens 9 uur,in
dekweekpchool aan den Kouden Horn te Haarlem.
Nieuwe agitatie, nieuwe slapeloosheid wegens
de groote reis en de rei sgelegenheid Ik zal j e niet
vermoeien, best meisje, met ja op te noemen
alle reisgelegenbeden van Soeetdy'k naar
Haarlem, welke destijds nog niet bestonden,
je zondt dit kunnen opvatten in je ver
hoogde, rechtmatige gevoeligheid, als 'n
satire op ja wederwaardigheden in de negory ;
ik deel hier alleen mede, dat toen Amsterdam
'n stad van wonderen was, welke te bezoeken
aan slechts weinige stervelingen was
baschoren. Er waren slechts twee
reisgelegenhedeu, eiken namiddag met de gele diligence"
en 's Maandags- ochtends met een glazen ?
wageE. Een enkele reis met de gele" kostte
een rijksdaalder, men kwam eeret tegen den
avond te Amsterdam, in de Gravenstraataan
en kon den volgenden morgen half zes van
daar weer vertrekken. Dit dure vervoermiddel
was dus feitelijk slechts geschikt voor lieden,
die m«er dan n dag afwezig konden blijven.
De glasenwagen, waarmee vooral Joodsche
kooplui reieden, en die er een specialen naam
door had, was bestemd voor de
Amsterdamsche Maandagsmarkt en veel minder
voornaam, doch de vraahtpry's was ook maar
'n gulden. Het waa een onderneming van
Willem Verweert, vrachtrijder en veekooper
te Soeat, en reed af van de herberg De drie
RThgen, in de Kerkbuurt aldaar. Het trof
dus zeer voordeelig dat het examen op 'n
Dinsdag werd gehouden.
Een uur te vroeg, mijn hersenen
overvuld met raadgevingen en mijn zakken
met boterhammen met metworst, stond ik
met moeder aan den A^msterdamEchen Straat
weg, bij de Hooilaan, den wsgen op te
wachten. Eindelijk, daar was hij maar
propvol. Er lagen zelfs een paar kerels languit
te zingen, bovenop tusschen de bijeengesjorde
vrachtgoederen. Op de voorbank zaten vier
menscben en de voerman zat dwars achter
het spatbord. Onwillens hield hij stil. Je ziet
zei vers wel, dat er geen plaats is", zei hij
knorrig.
Och, God, Willem", keimde moeder. Hy
moet schoolmeester worden en uu moet hij
morgen te Haarlem examen doen; al moet
het ook 'n daalder kosten, neem hem toch
mee!'
Willem Verwoert scheen onwillig, maar 'n
joviale vent van de voorbank had me al by
'n arm gepakt en omhooggehesehen. Hy zelf
nam plaats achter het spatbord met zyn beenen
tnsschen die van Willem Verwoert. Een ander
schikte wat om, teneinde de meer luchtige
hoekplaats te bemachtigen en ik werd
saamgeperst tnsscben 'n paar afstammelingen
van Sem.
Pas vooral op je kleeren".
't Was moeders laatste raadgeving in dezen
onvergetelijken ochtend, maar ze kwam helaas
te laat.
Wat overkomt je?" vrosg Jozef de Vries
uit Amersfoort, dien ik kende omdat hy
is dat er dan van die nheid ook wat blüke
in varband mat de verscheidene idealen der
Natie en dat de sier ook... sierlijk »j|.
Inplaats hiervan krijgen wij, sedert het sturen
van de Gelderland" (in welk» eeuw ook
weer?) en de lang geleden ramp van de
Berlin", niets beters of nieuws dan eene
overstrooming van adellijken op de meest
begeerde posten en een durende doofheid
voor alles wat ons belangt." Het dolle
schreeuwen naar meer daden als het zenden
van de Gelderland" en de redding van de
Barlin", maar vooral de onkiesche uitroep
in welke eeuw ook",zy raken den uatiocalen
geest in zijne onguurste scbuilhoeken.
Zalf te BÏUSW! tijdens de feestelijkheden
en se'f getuige aan een feestmaal van een
ontzettend Vlaamsen oplaaien, betreur ik dat
H. M. werd betrokken in den taalstrijd die
Zuid-Nederland verdeelt. Maar ik zie niet in
dat H. M. zich moest mengen ia den taal
strijd. Het gekroonde hoofd van den Staat
in het buitenland reizende mag niet buiten
de et-'quette, gelijk ook hier te lacde eene
vorstin officieel optreden!, niet anders mag
zün dan eene cffiaieele" persoon!ykheid.
Terugziende op tel regeeringstjjdvakonzer
Koningin wil het mij voorkomen dat het
Naderlandsche volk niet altijd vcor oogon
heeft gehouden welke zware en meermalen
teleurstellende taak de regeeringsplieht, in
Nederland, op da schouders aener jonge
vrouw heeft gelegd. Ea zoo het waar zoude
zijn of slechts gedeeltelijk waarheid moest
big ken, dat onze Koningin als vrouw, inder
daad van haar volk verder zoude komen te
staan dan zij als kind gestaan heeft, de ge
volgtrekking en da pers overwege dit
kan, vrees ik, ia de geschiedenis niet anders
dan beschamend zijn voor onc, Hare
ty'dgenootep. Want bezwaarlijk heeft daze natie
de illusies eener Koningin, zoo opgevoed en
zoo begaafd als de onze, ten volle beantwoord.
Hoogachtend
O. KAMEBLING ONNBJ.
A m s t., 30 Au?. 1911.
***
Van regel tot regel kan men zeggen: de
heer Kamerlingh O unes weat het niet, maar
't is alles precies andersom.
Ieder woord, dat men lap, is precies
zoo waar als alle tooneelchampagne en
alle tooneelkne. Niet echter, dat ,wy ia
den heer Kamerlingh Onnes een trage dien"
meeren te zien verloren gaan of (iiorrsur!)
een contéiien. Dat is juist het gekke, en
psychologisch-begrepen het interessante, van
het geval, dat onze inzender in vollen ernst
en bijna met dezelfde woorden aan bet toasten
is geslagen, ah in de kranten pour la galerie
umiiiiiimmimiiiiiiiiiiiiiimilliiiiiiiiiiiuiiiiiiuuiiiiiniiiiiiiiHiiiiillii»
's wintera konynen- en bunsingrellen van
ons kocht.
Met moeite werkte ik my IOP. Er stak 'n
eind van een springveer door het kussen. In
mijn gloednieuwe, lakenscbe broek waa 'u ver
bazend groote w akelhaak, Jozef trok een speld
nit den rand van zyn vest en bevestigde
daarmêa de neerhangende puntaan mijn ondergoed
Mijn bovenlijf had daarbij, welwillend, een
plaats gekregen op mijn rechterbuurman.
Trek je er maar niks van aan, mfjonge,
troostte Jozef, dat is 'n luikja voor da luchtig
heid en 'c zit daarvoor precies op de rechte
plaat?."
Willem Verwoert had, brommende, het
deksel van een boterraatja op het kussen
gelegd.
Zoo begon de reis door ongekende streken.
Da examenreize, waarvan ik mij zooveel ge
noegen had voorgesteld.
Mijn reisgenooten kchten en snaterden
onophoudelijk over onderwerpen, welke voor
jouw ooren, beste meid, niet geschikt zijn,
weshalve ja grootvader zich daarover het
stilzwygen oplegt.
Te Laren, Naarden en Muiden werd ge
pleisterd. Te Naarden zeer lang, omdat paar
den langen tijd behoeven voor hun maaltijd.
De reizigers ontpakten hunne boterhammen,
dronken koffie en bitter; ook dreven ze han
del en maakten daarbij 'n rumoer dat voor jouw
zenuwen, melieve, te sterk zou zijn geweest.
Je grootvader bekoorde het echter, door de
bekoorlijkheid van het nieuwe en
avontuurlyke. Ook de vestingwerken vond ik zeer
belangwekkend en de boterhammen met met
worst smaakten er zeer goed. Teruggekeerd
aan de pleisterplaats, kocht ik voor 'n dub
beltje 'n half kruihje belegen gerstebier van
Da Haan en Sleutels" dat vele malen zoo
opwekkend en pittig was als het
hadendaageclie L^gerbier.
Ik kon nu een plaats binnenin krijgen maar
het was smoorheet en de rookwolken en
bitterwalmen sloegen de raampjes uit. Ik
gaf dus de voorkeur aan het botervatdeksel,
vanwaar ik rustig genieten kon van het leer
rijk, niet al te afwisselend uitzicht. Willem
Verwoert, die nu naast me zat, küikkeholde
en wisselde dit af met 'a eentonig herhaald:
Hort sek! en Vort sekl tot de beide knollen,
wier doezelige koppen mistroostig tusechen
hun voorpooten bungelden.
Eindelyk, eindelijk, bereikten wede
Varkenmarkt, nu 't Rembrandtspleiii, te Amsterdam.
Ik betaalde mijn gulden en vroeg: Zeg
ei-eis, Willem, waar staat de omnibus naar 't
Haarlemmer spoor'!"
Moet je maa' zoakenl" zei Verwoert.
Denkelijk al lang gepasseerd,''
Doodelyk ontsteld stormde ik 'n Vrij
wyn" binnen en herhaalde my'n vraag. Hij
is al 'n poosje voorby, zei de dikke vrouw in ';
bnflet, maar als je loopt a's de bliksem kan
je 'm nog wel inhalen!"
We ke kant uit !" vroeg ik gejaagd.
Die straat, daar by de Waag, wees ze, en
dan al maar recht uit I"
Met de dubbele pet in de hand holle ik
voort en op 't Damrak haalde ik den omnibus
van Koentz in. Acb, welk een voertuig! Je
moest er met een trapje inkliaamen; t was
de primitiefste meEsehenwagep, die men zich
thans denken kan en, ik meen drie van die
hokken op riemen waren, tegen 'n vrachtprijs
van 30 ets den persoon, de eenigèopenbare
middelen van vervoer tnsschen 't, Rhijn- en 't
Haarlemmerspoor. Geen wocder dat destijds
de snorders, zegge thans de aapjeskoeteiers,
zoo talry'k waren en dat zooveel bnitenlni te
voet van 't eene naar't andere station gingen
en onderweg hunne inkoopen deden. Töans
worden zulke koopkrachtige bnitenmenschen
om de stad heen geleid of er staan electrische
trams voor hen gereed, die hen vooibïj de
winkels brenger.
Het moderne leven heeft ook zyn keerzijde.
In de wachtkamer 83 klasse werd ik stevig
bij 'n pols gegrepen door een heer met een
fisre gestalte en een prachtigen baard. Heel