De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 3 september pagina 2

3 september 1911 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1784 denklkhw." Hq zotte er zy'n plannen over wereldherrormiag ia uit een. 6) Vam groot gewicht voor de kennis van Langbehn'* peraoonlikheid ia bet verhaal ener episode uit 's mans leven door Sophie Söjamerinp. 7) De fAttili« Sömmering beaat een klein portret van Fran Gontard, de be. kende vrouwelike firnnr Diotima nit de ge dichten van Eölderlin. Lingbehn bal door het boek van Prof. Litzmann over Hö'.derlin ervaren, dat fióidtrlin zalf m«t de familie Sömmering in betrekking gestaan had en dat het originele portret van Fran Gontard bij die familie berustte. Langbehn wenste dit te zien en tegelijk enige wetens vaardigheden en pargDonlike noten o rer Hölderlin te weten te komev. Garlitt wijst er op, dat Hölderlin's innerlijk wezen na aan dat van Langbehn verwant is. Het was inderdaad een in t reasante taak zqn wezen om de geestelike verwantschap 1u*Hft » twee idealisten bloot te legge». Beide oordeelen ze hard over de dnitse bar baren, die door hua vlijt, wetemchap en r^üjjie ateede barbaarier geworden zijr; beide wfj*a ca op e«n wereld van schoonheid en fmlmiid, dia in geestelike waarden bestaat. Hölderii* wijst op de wereld, die in bat Griekendom, Langbehn op da wereld, die in Baabraadt ter uitdrukking kwam. Dit alles en niet minder hun beidar trenrig einde 8) bindt ia de heiinnering hou perwonl ihorUa «té21. lisqfbeha kwam bij da familie Soa mering, bewbrgft ifln niterük. HJJ was een hoen aafgeachoneBer blonder, noch sehr jong annebender Manu von bescheidenen», fast schnckterem erstem anftreten". Na een paar raatatea reeds o *t wikkelde zich een leven dig gesprak. Dj jonge man ontpopte zich aldus als een persoonlijkheid v*n grote betekenis. Bedeatend nach den veracheiRicbtangen hin, redegewand bis z«r Meigtersehaff, lebhaft, hüureiazend, liebeaAwürdig." Mevroaw Söaamermg voelde zich zeer tot hem Aangetrokken 9) Zjj merkte uit verschillende "vragen echter al tpoedig, dat de joBfe naaa, wiens naam zij niet kende, zym iaaogBÜo streng bewaren en van zynlevensonutaudighedea en levenswijze niets wezenIttm loslaten wild*. Hij vertelde alleen, dat bjj litenator wat, geheel onaf nankelik en veel op *aifl. Het gesprek was zo sympathiek, dat mevTOBW Sönmeriag bet pjJDlik aandeed, dat de vreemdeling voor goad weer verdwij nen zou, zonder «jjn saam bekend gemaakt te hebban. Zjj nodigde hem uit om later terug te komen, wat hu aanelend aannam. 'g Avonds vertelde 4J aan Professor B. van het vreemde heaoek en van de rijke konvervatte van de jonge man. Na verschillende bieaondarheden gehoord te hebben, sprong mimitiniiiunliiiiliinmiii EUMEN-REIZE, Brief aan mijn kleindochter. Je wederwaardigheden, beate meid, heb ben grootmoeder en mij zeer terneergeslagen en nn we door den tg d, die alles herstelt, naar het heet. weer wat zijn opgerezen, betuigen wij je ons oprecbt medegevoe'. TusBchen twee haakjes, ik hoop niet dat het woordeke meid je eenigszins onaangenaam is, het is in de verste verte mijn bedoeling niet je met een dienstbode gelijk te stellen na j s ja diploma als verpleegster in den taach hebt en geluk je niet zonder zelfgevoal mededeelt, dat diploma zelfs hebt verworven" tegelijkertijd met eene freule, 'k Gevoel levendig, dat ik nn eigenlijk beste JUejufffouw had moeten schry ren, nu weten schappelijk is uitgemaakt, dat ieder manechankind uitsluitend zichzelf toebehoort en zijne genegenheden moet wegschenken als 'n vrjje gift, die door geen banden des bloeda onvrij mag worden gemaakt. Maar je groot rader is niet met zijn tijd meegegaan, hy ziet in het kind van zijn dochter nog altijd een deel zijner egoïstische zelfbêid... Doch, ea hierop wilde ik eigenlijk komen, nu ja diploma en ja maatschappelijke ver wantschap met 'n mejonkvrouwe je hebben verheven tot 'n wezen mat verfijnde gevoe ligheid, nn begrijpen grootmoeder en ik meer en beter ons altruïstisch medelijden met je. Hoe intens moet j a geleden hebber, toen je ,Jvnntig minuten op aansluiting moest wachten op 'n «flf/ory in de heide", waar de priemende" zonnestralen de kleine en eenige wachtkamer in 'M droogmachine herschiepen en je niets te genieten bad dan je blijdschap om je diploma en wat lauwe limonade met'n riet j e uit een veenplas! Ga hebt recht mijn beste, met te schrijven: Zoo iets laat levenslang een neerdrukkende herinnering achter", en we verbieden ons, dat ge een levensroeping hebt -gevolgd, die je voor neerdrukkende herinneringen vrijwaart. Ik heb lang gepeinsd, hoogvereerde klein dochter, hoe j B voor je onaangename erva ringen eenige vergoeding te geren. Galnkkig kwam mij daarbij het van zielenadel getui gende gezegde in de gedachte: Andermans leed troost", en zoo is 't voorts gekomen dat ik je hier ter vertroosting het waarachtig verhaal geef van eene examen-reize van je groatvader,aunegenenveertigjaar geleden. Ik vlei me dat j a ei niet.alleen door zult worden vertroost, maar ook vergelijkender wijze milder door zult leeren oordeelen over het vervoer van reuigers in den tijd van heden, en over nog wat. ? Ik ben van 't jaar '48 en in'62 was ik das veertien jaar. Achter 't paleis Soeatdyk had ik weinig ervaren en weinig weelde genoten. Van zes gulden per week kan zelfs 'n Konink lijk jager zijn gezin slechts het hoogst noodige verschaffen. De meester van de dorpsschool te Baarn, meester J. L. van Oostveen, was geer over zijn kweekeling tevreden en toen nu aam elk der pas opgerichte kweekscholen voor onderwijzers, te 's Hertogenbosch en te Haarlem, tien kweekelingen konden worden geplaatst met een rijkstoelage van 300 gld. per jaar, bracht meester ons een bezoek teneinde mijn ouders te bewegen mij naar 'h beurs te laten mededingen. Vader en moeder waren sprakeloos van verbazing en verrassing. Is Jakob dan werkelijk zóó knap?" vroeg vader. En waar haal ik het geld van daan om hem als 'n heer naar dat examen te laten gaan en hem te laten reizen en logeerea?" vroeg moeder. En zoe'n kind alleen te laten gaan l" zei vader. Waar moet hij heen?" vroeg moeier. NaarHaar lem", sprak meester. O, zei moeder met de professor als geëlektriseerd op: Waal Daa mu« j* Langbehn, dar Verfasser voa Rembrandt ais Erziehar sein. Den muaz ich bei Ihnensaher>. Wanmkommt erznlbnen?" Da professor, die evenals de familie S ajmeiing met het Rembrandtboek dveept?, verkeerde in geweldige opwinding. Da dag, die voor het tweede bezoek bepaald was, naderde. Lsngbahn «ehreef, dat hu komen zon, doch als voor waarde stelde hy, de familie heel alleen te treffen. Da opgewonden pro fessor kreeg bericht, dat mevr. Sönmeriug ohne indiskret zu sein" hem niet uitno dig«n kou. Langbehn verscheen en was in \ gesprek, hinreiszend geistvoll, nnd von tavnenden eiektrischen Fanken erfü'lt, Mevr. S nmering vergeleek het Rambraodt-boek bij een peletonvuor. Over dese vergelijking was Langbehn overmatig verheugd. En inierdiad: de koaaparatia ig ver won der l ik juist. De professor, die hu eerst weigerde te zien, mocht later ook komen. U') In dit gesprek zyn eea paar uitspraken van Langbehn interessant. Hij beweerde, dat Goethe nooit hartstocht gekes,d bad en be> wees dit met tallooze voorbeelden. Verder beweerde hij: .es sei alles Erlebte von einam Zeitraum von so und eo viel Jahren schon einmal ganz gen au ebenso dagewesen nnd «ürde sic h in einer ainlicaea Rei hèvon Jahren auch gan*. gecau ebenso wiederholen". Een merkwaardige uiting ^oor wie Laugbaha's ideeën ken*-. Hij verklaarde ook die lier te zijn, lyruua 6H kompoaut. Hy verkondigde alüzijn mening, dat een waarachtig Had. naar inhoud en versmaat zo zijn meest, dat ieder muzikaal mens het gemakkelik komponeeren kou. Mevrouw Sömmeriogbericht, dat Laagbehn alleen groenten, vruchten en melk nam. Alles door elkaar tot 'n hutspotje op zijn bord gemaakt. Zjjn lierelingakost was gekookte appelmoes met kaatarja pare*. S>ms dronk hu een glai wijp, nooit bier. Langbehn waa al lang uit f r ank f art a. M. vertrokken en korrespondeerde met Frau Sömmerinp, maar immer zear oageregeid. In diea tyd verscheen zijn Vierzig Lieder von einem Deutschen", die fly ook aan de familie umeriiig zond met een opdracht aan Mevrouw. HU schreef er bij, dat hq ook alle liederen gekompoaeerd hal ea dat hij erg blij zou lijn, als merrouw sommige me lodieën van zelf vond. Merrouw was echter zeer teleurgesteld en heel m rgealagen over de liederen en vreesde ernstig voor 't voort bestaan vad haar vriendschap met Lingbehn. 11) (Slot volgt). WKKZEL FKANKBMÖLLB. 6) Thoma geeft de volgende karakteristiek lllllimiflIlHIIIIIHIIIIIIIIHHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIItllllHMIimillHHHIIIIIMI 'n zucht van verlichting, daar is mijn zus'er Griet keukenmeid bij gouverneur Koel). Die kan hem daar heipen en voor 'a slaaps'êj zorgen". Meester achtte nu het pleit gewon nen en zoo was het ook. De uoodige stuk ken werden in orde gebracht er werd zeer omslachtig geschreven aau tante Grist en van daze kwam weldra bericht,,dat de kleine jongen" dat was ik, bij Lewie, den huisknecht-, slapen kon maar dat Jans, dat was ja overgrootmoeder kind, er voor zorgen moest, dat ik er niet ala zoo'a boareDputnmel uitzag, want dan zonëa de bcoien haar om haar familie uitlachen, omdat '.e gezeid bad, dat haar zusters man opperjager aau bet Koninklijk Hof wa?. Ea" voegde tante er bij, de twee kweekelicgen, die bij mijn vriendin Van Leiden en haat mac, die inspec teur van. politie if, in den kost zijn, zijn precies jongeheeren." Dit vingerwijzend fchrijren wekte büvader en moeder neerslachtigheid en wrevel, maar bümg den trek naar het hoogere. Als ik op 't land rapen plukte voor de koe tf het varkenshok nitmestte, was het nooit in mij opgekomen dat ik ooit orecies 'a jongebeer" zon kunnen worden. Maar thans droomde ik mij 'n heerenleven, witte zak doeken, 'n halfnemdje en 'n boordj a en gewastleére laarzen. Zondags 'n hoed en in de week een nieuwmodische, dubbele pet. Een fijn glimmend lakensch pak... Uit deze liefelijke fantasieën werd ik ruwelyk opgeschrikt door de mededeeling van vader, dat wy geen menschen waren om dat alias te kunnen bekostigen! 'Neen," zei moeder met tranen in de ooger. Wat 'a. uitzet zon hij wel moeten hebben l Minstens drie stuks van ieder! Ea dan de gedachte, dat mijn eigen zuster zich te roornaamvoor hem acit, nu ze haar komaf is vergeten, omdat ze keukenmeid is büden gourernenr." Er komt niks van, zei vader, we moeten 't ons nit 't hoofd zetïen". Maar ze meenden niet oprecht, wat ze zeiden. Het doet me zoo zeer," snikte moeder. Mij ook", sprak vader, dof. En wat denk JÜer van, jongen?" _ AAs 't niet kan, dan kan 't niet, zei ik op knorrigen toon. Maar anders moet het", Dan sart het gebeuren," zei vader. Ea toen schreiden we, alle drie. En toen kusten we elkander. En we spraken allen door elkander en bouwden luchtkasteelen!... We hadden een lapkleermaker, die voor negen stuivers per dag en den kost uit 'n oud groen 4ivreipak van vader voor mij wel eens 'n nieuw Zandagepak had gemaakt. Maar het nieuwe pak, dat ik thans zou krijgen werd hem niet toevertrouwd. De drie goede kleer makers, De Ruiter, Van der Heiden ea Dieffenbach, hadden om beurten de leverantie van het Hof, wat de livreien betreft en Peter de Ruiter voldeed vader het best en zou dus mijn pak mogen maken en het goed" leveren. Wel was hij ,,'n lilljjke muiter", wat beteekende, dat hij Boomsch Katholiek was, terwijl Van der Heiden tot de Hervormde Kerk be hoorde, maar we hielden wel van hem en agn best werk gaf den do ar slag. Diefienbach kwam niet in aanmerking; die maaktekleeren voor de groote lul, zoodat 'n burgermensch zich wel schamen moest ze aan te trekken; zoo nauw waren ze. Bovendien was hij een vreemdeling en droeg hjj een lichte geruite broek en 'n knevel en dit gaf voor een bur german geen pas. We hielden er in die dagen een practischen geloofehaat op na/ De haat, de onpractische haat tegen de Belgen de Belzen, zeiden we, zat er nog onverminderd; in dat ie Koning Willen gedaan hadden gegeven, konden we hun niet kwijt schelder. Alle Belzen waren slechte, onbetrouwbare menschen, opstande lingen, muitere. Alle Belzen waren Roomsen. Dus waren alle Roomschen onbetrouwbaar en slecht. Ook de Hollandeche, die nooit hadden gemuit. Aan deze redeneering ontbrak wel eenige van Lingbehn: Er konnte im Verkeer kindlich heiter sein, fiöilichen Gemüts, und das war vielleicht sain Hanptzugtani Aber gar leicht kam der wunderliche Heilige rum Vorecheln. D«nn war er recht ualeidlicb, hart und ecbrcff. O b jemand in der Eigenart seiues Wesens sich glücklich o der UEgl cklieh fühlt, das wissen wir janie. Langbahn bahauptete, dasz er ein g'üklicher, h chstzufrieaener Mensch sei, jedeefals wenn er von der Gecü^eamkeit, vor welcher Unzutriedenheit nicht leicht aufkommen kann" l.c. S. 680. 7) Frau Sophie Söamering, die veel schreef onder den c aam van Arthur Helling, is de gade van de kleinzoon van de beroemde anatoom en pbyoicua Samuel Thomas von Sörnmering, de uitvinder van de elektriesa telegrafie. Frau Sophie is dramatiese dich tere?. Zj schreef de Episode aus dem leben das Veifassers von Reoabrandt als Eraieher" in haar dagboek, zonder bedoeling, deze later te publicearen. Na de dood van Langbehn ie ze op verzoek van Gurlitt tot pnblikatie orergegaac. 8) Höiderlin Etierf 4 Ju'i 1813 na langen tijd waanziunig gaweest te zijn. Ook Lingbehn waa in zijn laatste tijd minstens aan de grens van waanzin. 9) Gurlitt bericht ergens: Uberall ffaeten dem beecbeiden Aufiredenden sejne g'aazend«n Gaisteegaben die Tore, namentlich die Jmuen gewann en rasc'a für sich". 10) Bülatere beioeken was ooi een paar maal de dochtar van Merr. Sö^ameriag aan wezig, wat hem »ciiweigsam machte". 11) Zjoals ik vroeger reeds madedaelda, werden deae Vierzig L'edei" wegens de onzedelijkheid" van hun inhoud, door het gerecht m«t beslag belegd. Het is zeer moei lik, een exsmplaar van die liederen te be machtigen. Gurlitt zegt: Die lieder eind keineswegs erotisch, aber doc'i von einer auf faingestimmte Franen besonders peinlichen Auüaseurg -des Sjnnlichen". Ik hoop ze binnenkort te behandelen. De liederen hadden niet het minste eucces. Dat sloeg L^ngbehn zeer neer. Al zijn vriendschappen met vrouwen be sluit hu altyd weer door de toezending van die Vierzi* L'.eder". ZD ook zijn vriend schap met F/au Söoimeriag. Een lioofierü^L Aan de R -dactie van De Amsterdammer. M. ff. De jjurialkt in Nederland, die -m de lllllllinHIMIIIIIIIItMIII logica en deze haat was wel wat zwak gemoti veerd; maar de praktijk maakte alles weer in 't efifan, want al die slechte Roomecben toetsten wij n voor n aan hunne daden en zoo werd het aantal uitzonderingen tcó groot, dat de regel zijn beieekenis verloor. Vooral wij hadden onder de Roomschen veel vrienden en kennissen, dank zij onze nabuurtchap met hen Dan earstrolganden Zondag luisterdsn we zeer tlecht naar de preefr, Het nieuwe pak vergulde geheel onze aiel. Na kerktijd gin gen we naar den kleermaker. Vrouw de Ruiter tegen met ons op kcffla met tusadekoek te onthalen. Esn beter recclamemiddel dan de huidige plaatje?. Toen werden de kippfn en de goudvisschen bekeken. Intusechen werd er een blaadje met glaasjes en taraffen klaar geaet. Zóó deel men eaken in die dagen. Eerst toen moeder zei, dat we noodig naar huis moesten, kwamen we ter zake en dat nu aan 't voornaamste den mirs'en tijd *°n worden beslead, maakte den handel \lo«. Moeder gaf de vingerwij zingen van fante Griet. Maar vader zei, dat het pak zóó meest zyn, dat ik er zoowel 'a. jongeheer a'.s 'n burgerjongen mee kon zijnDa Ruiter wist daar terstond wat op. Dit kon worden verkregen door het vest. Het zon 'n tot boren toe dicht ^est zijn; dit voor het geral, dat ik de studiebeurs niet kreeg. Maar bovenaan zou een gedeelte naar beide kanten kunnen worden omgeslagen en worden vastgehaakt aan twee daartoe aangebrachte knoopjes. Zóó zou ik 'n halfheradje en 'a boord kunnen dragen en een jorgeheer zijn. Het pak werd van glimmend laken, gelij i de rijke, defdge boeren droegen, en ik kreeg de vurig begeerde dubbale pet, waarvan de helft zoodanig al of niet kon worden omgeflapl" dat het 'n zijden of 'n stellen pet scheen te zijn. Lïeiijz waa zulk een pet. en zwaar ea warm, maar de mode meest gehoorzaamd worden, erecals gij het doet, mijn lieve kleindochter, door het las tigste aller hoofiontsieriugen te toreen. Op weg naar huis werd bij Van Dijk een halfnemdje gekocht, vierkant; met boven en onder twee banden en in het midden e^n geborduurde rozet, en 'n geribde, om liggende losse boord, waar schier met geen mogelijkheid de gemaakte strik was onder te krijgen, zonder de boord tot 'n vod te maken. Ofschoon hiertoe schier alle gegevens ont braken berekenden wy EU vele ma'en daags mijn kans van slager. Meester bemoedigde mij dior van zijn eigen studie i en examens te vertellen en zei dat 't maar op twee zaken aankwam: genoeg weten en groote vrijmoedigheid. We moesten zien te weten te komen, zei meester, hoeveel er zich had den aangemeld. Dit nu was zesr moeilijk. Wij lazen, gezamenlijk met vrouw Koelen, de boerin van 'c boerderijtje van Prinses Sophie, en myn grootmoeder aan de Veen huis, het destijds zeer bekende weekblaadje De reizende Nieuwsbode, wat ons op 2}', et. per week te staan kwam, maar in dat Dlad kwainan zulke statistieke mededeelingen niet voor, maar toen Pater de Ruiter mijn pak had gebracht en ik daarmee parmantig door de keuken stapte, mijn laarzen duchtig klakken deed en een j ongeheerengezicht poogde te zetten, gaf hij my in overweging eiken dag naar het Logement Van Lsersum, thans Ho tel T tier, te gaan en het Algemeen Handelsblad ter inzage te vragen. Van Leersum was de eenige burgerman, van wien het hem bekend was, dat hy 'n groote krant las, want het dagbladzegel maakte dat voor de meeste burgermenschen veel te duur. Vrouw Van L3er8um, thars tou men zeg gen: Mevrouw gaf my nu eiken dag een oude [krant mee, die ik ter myner leering en onderrichting tweemaal geheel doorlas, en na weinige dagen wist ik alzoo dat er voor Haarlem negentig liefhebbers waren. Negentig voor tien plaatsen! Ach, hoe gering was de kans van slagen! Semarangscha Locomotief uw hoofdartikel Koningschap inspireerde, heeft u en de Nedarlaodsche Pers een slechten dienst ge daan. Ouder Varia in de Tropen en dan ia Augustus, bad het art kei doodgezwegen kunnen worden, hier te lande en als hoofd artikel kan het er niet door. U zult derhalve een protest moeten billijken. Ik zal voorbij gaan aan de tweeslachtigheid van een corresponient, die in Naderlaodsch-Indiëde Nederlandfche dagbladredacties voorstelt als bang voor de waarheid, en blijkens uwe aan duiding van zijne positie hier te lande met de bange h eer en als collega's converseert. U had echter wel aanstonds m ogen bedenken dat een dergelijke dubbeltongige profeet al heel slecht tar argumenteering kan dienen. Men veroorlooft den besten journalist in de hitte wel een oogenblik ran gedachteloos heid, maar om met zulk een gebazel in ons Indiëde populariteit onzer Koningin als ge taand te brandmerken en daarmede haar gezag te ondermijnen, dat ia journalistiek van de allerminste scort. Wat er staat van bigotte hovelingen mist elk bewijp. De Koningin, wordt gezegd, komt uit haar kringetje haast nooit. En als ze 't doet, spreekt ze woorden als een automaat, en?.. enz" Dit laatste ia ta gicf. Ik hoor nog nsa3t mij ds bewondering der buitenlandsche pers, de de kroningsf eesten meemaakte, orer de voordracht en het prachtige stemgeluid van Hare Majesteit, de bewondering, die een der beste Frausche journalisten deed uit roepen : welk eene tragedienne gaat in deze vorstin verlorer." Bij da feesten in het jiar Harer kroning het f; Nederlands Vorstin be wezen te zijn eene vrouw van buitengewone begaafdheid*. Het is dom, persoonlijkheden als Koningin Wiihelmina te meten met de kleinzieligheid Tas een redactie-automaat; dom, en waar het eene polemiek geldt, die geen antwoord heeft te verwachter, laf bovendien. Het spijt mij, dat wat in hè' hoofdartikel als büschrift van uwe ban i is aan te merken erenzeer ondoordacht is neergeschreven. Het byzantinisme der hoofdletter?, door u ge wraakt, H voor da Orarjaüeen natuurlyk prerogatief van de Kroor. Da Vorst of Vorstin, die zich beschouwt als te regeeren bij de gratie Godj, zonde door afstand te doen van dit prerogatief eenvoudig moeten ophouden te regeeren. Verhijst*rend voor den lezer il uw volgend betoog Men is ten onzent niet republikeinsch, schrijft u ea drie regels verder*heet ons land een Republiek met in 't Koningschap de mogelijkheid rau een sier vol Ie eenbeidsuiting." Da Augustuahitte heefc u daar par ten gespeeld. Erenzeer maar onvergecilyker in de onhoudbare elf regele: wat wy vragen, Ikherinner me, dat ik onder de nooit vrosger door my geziene dingen in 't Logement Van Lsersum ook de pas ingevoerde lucifers zag. Ja, beste meid daar ontsnapt dat woor deke mij weer ! gij die eerstdaags per radiumstraal een p'eaierreieje aan den sterrenhemel maakt, misschien, je kunt je da barbaarechheid niet voorstellen van den oertijd, waar van je grootvader geheugenis heef r. Geen dainwater, geen petroleum, geea electrische machues, geen tram?, peen lucifers, geen X-stralen, geen vakvereeniginger, geen werk stakingen, geen verbruiks- en andere coöpe raties, geen luehtrchepen, gaen aunchten", geen p ad v ie d er ij, geen sociaal democraten geen middenstandsbond en zooveel andere vermakelijkheden, gean after-noon-tea's, geen modernisme, geen yoghurt, geen margarine, geen briefïaarter.... Och, myn kind, tracht toch toegeefelijk en zacht te oordeelen over een oud man, stammende uit zulk een totaal ongenietbaar ver verleden I Eindelijk kwam de oproeping: Dinsdag, den zooveelsten Jali, 's morgens 9 uur,in dekweekpchool aan den Kouden Horn te Haarlem. Nieuwe agitatie, nieuwe slapeloosheid wegens de groote reis en de rei sgelegenheid Ik zal j e niet vermoeien, best meisje, met ja op te noemen alle reisgelegenbeden van Soeetdy'k naar Haarlem, welke destijds nog niet bestonden, je zondt dit kunnen opvatten in je ver hoogde, rechtmatige gevoeligheid, als 'n satire op ja wederwaardigheden in de negory ; ik deel hier alleen mede, dat toen Amsterdam 'n stad van wonderen was, welke te bezoeken aan slechts weinige stervelingen was baschoren. Er waren slechts twee reisgelegenhedeu, eiken namiddag met de gele diligence" en 's Maandags- ochtends met een glazen ? wageE. Een enkele reis met de gele" kostte een rijksdaalder, men kwam eeret tegen den avond te Amsterdam, in de Gravenstraataan en kon den volgenden morgen half zes van daar weer vertrekken. Dit dure vervoermiddel was dus feitelijk slechts geschikt voor lieden, die m«er dan n dag afwezig konden blijven. De glasenwagen, waarmee vooral Joodsche kooplui reieden, en die er een specialen naam door had, was bestemd voor de Amsterdamsche Maandagsmarkt en veel minder voornaam, doch de vraahtpry's was ook maar 'n gulden. Het waa een onderneming van Willem Verweert, vrachtrijder en veekooper te Soeat, en reed af van de herberg De drie RThgen, in de Kerkbuurt aldaar. Het trof dus zeer voordeelig dat het examen op 'n Dinsdag werd gehouden. Een uur te vroeg, mijn hersenen overvuld met raadgevingen en mijn zakken met boterhammen met metworst, stond ik met moeder aan den A^msterdamEchen Straat weg, bij de Hooilaan, den wsgen op te wachten. Eindelijk, daar was hij maar propvol. Er lagen zelfs een paar kerels languit te zingen, bovenop tusschen de bijeengesjorde vrachtgoederen. Op de voorbank zaten vier menscben en de voerman zat dwars achter het spatbord. Onwillens hield hij stil. Je ziet zei vers wel, dat er geen plaats is", zei hij knorrig. Och, God, Willem", keimde moeder. Hy moet schoolmeester worden en uu moet hij morgen te Haarlem examen doen; al moet het ook 'n daalder kosten, neem hem toch mee!' Willem Verwoert scheen onwillig, maar 'n joviale vent van de voorbank had me al by 'n arm gepakt en omhooggehesehen. Hy zelf nam plaats achter het spatbord met zyn beenen tnsschen die van Willem Verwoert. Een ander schikte wat om, teneinde de meer luchtige hoekplaats te bemachtigen en ik werd saamgeperst tnsscben 'n paar afstammelingen van Sem. Pas vooral op je kleeren". 't Was moeders laatste raadgeving in dezen onvergetelijken ochtend, maar ze kwam helaas te laat. Wat overkomt je?" vrosg Jozef de Vries uit Amersfoort, dien ik kende omdat hy is dat er dan van die nheid ook wat blüke in varband mat de verscheidene idealen der Natie en dat de sier ook... sierlijk »j|. Inplaats hiervan krijgen wij, sedert het sturen van de Gelderland" (in welk» eeuw ook weer?) en de lang geleden ramp van de Berlin", niets beters of nieuws dan eene overstrooming van adellijken op de meest begeerde posten en een durende doofheid voor alles wat ons belangt." Het dolle schreeuwen naar meer daden als het zenden van de Gelderland" en de redding van de Barlin", maar vooral de onkiesche uitroep in welke eeuw ook",zy raken den uatiocalen geest in zijne onguurste scbuilhoeken. Zalf te BÏUSW! tijdens de feestelijkheden en se'f getuige aan een feestmaal van een ontzettend Vlaamsen oplaaien, betreur ik dat H. M. werd betrokken in den taalstrijd die Zuid-Nederland verdeelt. Maar ik zie niet in dat H. M. zich moest mengen ia den taal strijd. Het gekroonde hoofd van den Staat in het buitenland reizende mag niet buiten de et-'quette, gelijk ook hier te lacde eene vorstin officieel optreden!, niet anders mag zün dan eene cffiaieele" persoon!ykheid. Terugziende op tel regeeringstjjdvakonzer Koningin wil het mij voorkomen dat het Naderlandsche volk niet altijd vcor oogon heeft gehouden welke zware en meermalen teleurstellende taak de regeeringsplieht, in Nederland, op da schouders aener jonge vrouw heeft gelegd. Ea zoo het waar zoude zijn of slechts gedeeltelijk waarheid moest big ken, dat onze Koningin als vrouw, inder daad van haar volk verder zoude komen te staan dan zij als kind gestaan heeft, de ge volgtrekking en da pers overwege dit kan, vrees ik, ia de geschiedenis niet anders dan beschamend zijn voor onc, Hare ty'dgenootep. Want bezwaarlijk heeft daze natie de illusies eener Koningin, zoo opgevoed en zoo begaafd als de onze, ten volle beantwoord. Hoogachtend O. KAMEBLING ONNBJ. A m s t., 30 Au?. 1911. *** Van regel tot regel kan men zeggen: de heer Kamerlingh O unes weat het niet, maar 't is alles precies andersom. Ieder woord, dat men lap, is precies zoo waar als alle tooneelchampagne en alle tooneelkne. Niet echter, dat ,wy ia den heer Kamerlingh Onnes een trage dien" meeren te zien verloren gaan of (iiorrsur!) een contéiien. Dat is juist het gekke, en psychologisch-begrepen het interessante, van het geval, dat onze inzender in vollen ernst en bijna met dezelfde woorden aan bet toasten is geslagen, ah in de kranten pour la galerie umiiiiiimmimiiiiiiiiiiiiiimilliiiiiiiiiiiuiiiiiiuuiiiiiniiiiiiiiHiiiiillii» 's wintera konynen- en bunsingrellen van ons kocht. Met moeite werkte ik my IOP. Er stak 'n eind van een springveer door het kussen. In mijn gloednieuwe, lakenscbe broek waa 'u ver bazend groote w akelhaak, Jozef trok een speld nit den rand van zyn vest en bevestigde daarmêa de neerhangende puntaan mijn ondergoed Mijn bovenlijf had daarbij, welwillend, een plaats gekregen op mijn rechterbuurman. Trek je er maar niks van aan, mfjonge, troostte Jozef, dat is 'n luikja voor da luchtig heid en 'c zit daarvoor precies op de rechte plaat?." Willem Verwoert had, brommende, het deksel van een boterraatja op het kussen gelegd. Zoo begon de reis door ongekende streken. Da examenreize, waarvan ik mij zooveel ge noegen had voorgesteld. Mijn reisgenooten kchten en snaterden onophoudelijk over onderwerpen, welke voor jouw ooren, beste meid, niet geschikt zijn, weshalve ja grootvader zich daarover het stilzwygen oplegt. Te Laren, Naarden en Muiden werd ge pleisterd. Te Naarden zeer lang, omdat paar den langen tijd behoeven voor hun maaltijd. De reizigers ontpakten hunne boterhammen, dronken koffie en bitter; ook dreven ze han del en maakten daarbij 'n rumoer dat voor jouw zenuwen, melieve, te sterk zou zijn geweest. Je grootvader bekoorde het echter, door de bekoorlijkheid van het nieuwe en avontuurlyke. Ook de vestingwerken vond ik zeer belangwekkend en de boterhammen met met worst smaakten er zeer goed. Teruggekeerd aan de pleisterplaats, kocht ik voor 'n dub beltje 'n half kruihje belegen gerstebier van Da Haan en Sleutels" dat vele malen zoo opwekkend en pittig was als het hadendaageclie L^gerbier. Ik kon nu een plaats binnenin krijgen maar het was smoorheet en de rookwolken en bitterwalmen sloegen de raampjes uit. Ik gaf dus de voorkeur aan het botervatdeksel, vanwaar ik rustig genieten kon van het leer rijk, niet al te afwisselend uitzicht. Willem Verwoert, die nu naast me zat, küikkeholde en wisselde dit af met 'a eentonig herhaald: Hort sek! en Vort sekl tot de beide knollen, wier doezelige koppen mistroostig tusechen hun voorpooten bungelden. Eindelyk, eindelijk, bereikten wede Varkenmarkt, nu 't Rembrandtspleiii, te Amsterdam. Ik betaalde mijn gulden en vroeg: Zeg ei-eis, Willem, waar staat de omnibus naar 't Haarlemmer spoor'!" Moet je maa' zoakenl" zei Verwoert. Denkelijk al lang gepasseerd,'' Doodelyk ontsteld stormde ik 'n Vrij wyn" binnen en herhaalde my'n vraag. Hij is al 'n poosje voorby, zei de dikke vrouw in '; bnflet, maar als je loopt a's de bliksem kan je 'm nog wel inhalen!" We ke kant uit !" vroeg ik gejaagd. Die straat, daar by de Waag, wees ze, en dan al maar recht uit I" Met de dubbele pet in de hand holle ik voort en op 't Damrak haalde ik den omnibus van Koentz in. Acb, welk een voertuig! Je moest er met een trapje inkliaamen; t was de primitiefste meEsehenwagep, die men zich thans denken kan en, ik meen drie van die hokken op riemen waren, tegen 'n vrachtprijs van 30 ets den persoon, de eenigèopenbare middelen van vervoer tnsschen 't, Rhijn- en 't Haarlemmerspoor. Geen wocder dat destijds de snorders, zegge thans de aapjeskoeteiers, zoo talry'k waren en dat zooveel bnitenlni te voet van 't eene naar't andere station gingen en onderweg hunne inkoopen deden. Töans worden zulke koopkrachtige bnitenmenschen om de stad heen geleid of er staan electrische trams voor hen gereed, die hen vooibïj de winkels brenger. Het moderne leven heeft ook zyn keerzijde. In de wachtkamer 83 klasse werd ik stevig bij 'n pols gegrepen door een heer met een fisre gestalte en een prachtigen baard. Heel

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl