Historisch Archief 1877-1940
*! 'Vk
No. 1784
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
gerchledt (b$ is de eenlge die het naievelflk
niet weel) en pour fa frime.
Wat kunnen wij er verder op antwoorden?
Wij schijnen te moeten betren" dat de
Hofkringen bigoi" cijn... bewijzen schrif
telijk? of soms door getuigen? En wij zelf,
Nederlanders, tyn per slot aldus once
geachte insender de schuld van het
gebrek aan contact tnssehen da Koningin
en ons... Ja: Baiwaarlijk heeft dece natie
de illusies eener Koningin, zoo opgevoed en
?oo begaafd als de onse, ten folie beantwoord"!!
De Augustus-hitte!
EED.
Hooggeachte Redactie,
Indien U de Nederlandsche Pdrg hebt wil
len bekeeren door Uw artikel Koningschap
te schrijven juist vier dagen vóór den ver
jaardag van onze Koningin, dan hebt U m.i.
een paardenmiddel gekozen.
Als geneesheer denk ik met geen al te
groot vertrouwen' over de werking van dece
medicamenten, al geven ze ook soms ver
rassende resultaten.
Ik mocht overigens gaarne al i blijk
van belangstelling in uwe sympathieke
poging ave acndccht vestigen op iets wat
ik niet in nw weekblad vond gereleveerd.
U echrqft over de adellijke overstroo
ming" die onze meest begeerde eere
en andere ambten sinds jaren naakt tot
verdronken land voor ons, ongetitelde burgers
(o, ik spreek niet nit dépit!) In verband
hiermee kar, hoewel wat laat, nog wel
worden opgemerkt dat bjj de komst van
Armand Fallière?, Frankrijk* President, een
vertegenwoordiger eener Democratie, zelf
borger van afkomst en optreden, onze
Koningin hem tegemoet trad omstuwd door
welhaast louter adellijke grootheden, het
waren: n graaf, elf baronnen (en baron
nessen) en «ijf jonkheeren (en jonkvrouwen)
plus n vertegenwoordiger \an de kl«gse,
die Nederland heeft groot gemaakt: de burger
klasse, een vertegenwoordiger naar geboorte:
want 't was dan toch altijd een Luit. Kolonel.
Moet (U hebt het reeds en terecht gevraagd)
?alk «en« stijve oud-modieche cl'qie H. M.
once Koningin voorlichten in alles waar de
burgerij belang in stelt?
Moeten wq gelooven, dat Zij door de
omstawing rsn die achterlijke grootheden het
meest wordt gesierd?
Het geval.heeft mij tijdens het Fransche
bezoek bijzonder getroffen, m oog t van
deien brief het gebruik maken dat U wenecht.
Wiesbaden.
L.
Nieuwe UitgaTen,
Algemeene Catalogus. Najaar 1911, 2e stuk.
Bloembollen, Bil- en Knolgewassen, van de
firma E. H. KKELAGB & ZOON. Haarlem, gratis
verkrijgbaar.
De Toren De Oldehove" te Leeuwarden en
zyn geschiedenis, geschreven naar aanleiding
van de in 1910?1911 daaraan verrichte
herstellir gen en de daarbij aan het licht gekomen
bijzonderheden, door W. C. A, HOFKAMP,
directeur der gemeentewerken. Prijs f 1.
Uitgegeven te Leeuwarden, bij Meijer en
Scbaafsma,
Het Nieuue Testament opnieuw nit den
grondtekst overgezet en van inleidingen en
aanteekeningen voorzien, door Dr. H. OORT,
afl. 4 en 5. P/ijj per afl, 4 Tel, 80 cent, com
pleet in ongeveer 11 afl. Uitgave van N. V.
Uitgevers M(j. en Boekhandel, voorheen P.
M. Wink te Zalt Bommel.
Rakketlei, door BEBNAED CANTBE, 227 pag.
Prijs ingenaaid f 2.50, gebonden f 2.90. Uit
gave van Van Holkema en Warendorf te
Amsterdam.
Di Ta-rif f wet, past op uw zakken. Brochure
gratis, uitgegeven door het Nat. Arbeids
secretariaat in Nederland. Rozengracht 161,
Amsterdam.
Bulletin van htt Koloniaal Mtueum te Haar
lem, No. 48, Juli 1911. Verslag over het jaar
1910 met bijlagen en afbeeldingen. Prijs ?1.50.
Uitgave van het Mnscum.
Nogmaals Irrigatie en Landbouw op Java en
een woord over het overbrengen der irri
gatie afdeelingen naar het Departement van
Landbouw, door J, NÜHOUT VAN DER VEEN,
c. i., oud hoofdingenieur lekl. van den Water
staat in Nederl.-Indië, 92 pagina's. Uitgave
6. A. Kottmann te 'a Gravenhage.
JEAN OTT, Lee trois bos»u», d'aprèj Ie
Fabliau dn Trousère Durand (XIIIe b:eelt),
dessins de WIDHOPFF. Edition de
l'fiezagramme, 4 Ene Lamarck, Park.
Album van Rotterdam. Tekst van A. VOOGD.
Met talrijke plaatjes tusschen de tekst, 95
groote platen en een uitslaanden plattegrond
van den Waterweg van Rotterdam naar Zes.
Uitgegeven bij Ringlever en Bresaer te Rot
terdam.
Openluchtipel en Gymnmetiek, als stelsels van
lichamelijke opvoeding voor de jeugd, door
W. KETTING. Overdruk uit Lichaamioffening,
maand olad, verschijnende te Rotterdam,
Maaskade 860.
IÉOH Tan Tijttffieii,
Fan Omen Tijd, No. 46 : A. J. Kropholler,
0?er oude Holland che bouwkunst. Jan
Klarenbeek, De Weidep. F. Erens, Jozef
Jsraëls. A. Jnrriaan Zoetmulder, Moderne
Kunst in Die Moderne Galerie." Mr. L.
J. C. van Gorkom, Een boek over
Lamecnais. Alb. Steenhcff Saauldere,
Salomon's oordeel. Aanteekeningen en Be
richten. Platen.
D t Nieuwe Tijd, No.8/9: Misdaad en
Sjcialisme, door mr. W. A. B', nger. Da herziene
Arbeidswet, door J. H. Schaper. Iets over
de machine, door F. v. d. Goes.
Santimenteele Psychologie (slot) door H,
RolandHolst. De gebeurtenissen en de moeilijk
heden in de Bngelsche vakbeweging, door
H. B piek man, De Tragedie van het ambacht,
door F. M. Wibaut. Internationale ver
houdingen (de jougsta Marccec-cria») door
dr. W. v. Ravesteijn Jr.
Tichnisch-Kkonomisch Overzicht (aog altijd zonder
bedrijfstelling) door dr. To. v. d. Waerden.
Overzicht der Tijdschriften.
Tuberculose, Aug. '11: Aan de vrouwen van
Nederland. Samenwerking. \?Het eind
rapport van The Royal CommisBion:' orer
Tuberculose. Rijkssubsidies. Ingezon
den. Mededeelingen Uit en voor de praktijk
der Tuberculosebestrijding. Officieel
gedeelte.
De Aards en haar Folkin, 26 Aug. '11 :
Het bereiken der Noordpool, door Robert E.
Peary. Bsrg-én-Dal en Beek. Een paar
watertoch'jas. Het werk van de Neder'.
Heide Maatsehi'. Naar 't land der Vennen,
Oi ster wij k.
SPIJKER AUTO MODEL 1911
KOOPT EEN
Industrieele Maatschappij TROMPENBURG,
Amsterdam.
Industrieele Maatschappij TROMPENBURG,
Amsterdam.
Nederland kende hem, den blinden declamator
en reiziger in wijnen, Van der Vliet, van
Gouda, doch ik kende hem niet en ontstelde
van berr.
Waar moet n heen?" vroeg hu met een
weeke, volle stem, die mij gerust stelde.
Naar Haarlem, mijnheer I"
Mooi l Mooi l Neen, ik laat u niet lor.
Anders loopt u weg. Ik ben blind. U moet
mij te Haarlem naar de Oude Gracht brengen.
Dat wil n wel doen, niet waar ?"
Ik weet den weg niet in Haarlem,
my'nheer."
Dat komt er niets op aan, ik kt n den
weg en sal u dien wel nitduiden."
Mijn tante komt mU afhalen en die ml
mee willen.''
Met 'o blind man niet? Dat mag u niet
meener."
Er wag niets aan tedoer>,ik,dieray zelrea
nauwelijks leiden kon, moest dit nu ook nog
'n blinde doen.
Tante was piet aan 't station. Komt er
Biets op aar," troostte de blinde, de Nieuwe
Giaeht is niet ver van de Oude Gracht, kom
maar mee."
Het bleek me aldra dat by de leidsman
f n ik de geleide was. Hy' bracht mij doar
Kruisweg en Kruisstraat, en by de brug van
de Oude Gracht liet hij mijn arm los, hij
nam ie er beleefd den hoed voor my af en
ging alleen verder.
Terwijl ik hem nakeek, over dit avontuur
mij ver w ondei d a en my zelf een grooten
man waande, weid ik aangestooten door
mijn tante.
Ik kou niet eerder. Ik moet koken. De
tweede keukenmeid is half ziek door de
hitte en kookt nu zoo lang, Kom gauw
mee".
Tante, ik moet u de complimenten van
vader ea moeder dceo."
Bestig boor. Maar mijn gcele grut! wat
mankeert ja moeder toch l welk kind draagt
er nou 'n lakensch pak met lange jas en
IOO'D pet l"
Tante, kijk eens l"
Goeie grut, wat 'n winkelhaakl Grut,
grut nog tos, wat 'n ellende. Som gauw
meel"
We liepen bij een kleermaker binten. Baas
en knechts lachten om me, masr waren toch
verwonderd dat zoo'n boertje hun zulke ge
vatte antwoorden geven kon. Heeft u wel
eens baud aan hand met de Koningin
geloopea?" vroeg ik aan 'n jongmaa'je, wiens
plagerij veel va a sarren begon te kragen,
ik wel ... ."
Louis, de huisknecht, haalde mij. We ston
den elkander terstond best aan. Hy bekeek
me met critkch oog. Je bent zeer netjes
voor 'n bnitenjongen, zei hij. En je kleeren
zijn door 'n besten kleermaker gemaakt. Je
tante behoeft zich hensch niet voor je te
schamen. Weet je wat je doen moet? Als
ze je plagen, moet je spot met spot betalen.
Je moet, die lange, bleeke, uitgedroogde,
dat is de werkmeid, maar eens vragen hoe
ze e«a. stuk van haar la*g«n neus is kwijt
geraakt. Die meid is gek op me, maar nu
ik een eigen meieje heb, pest ie me."
Had je d in vroeger het meisje van 'n
ander?'' vroeg ik in mijn eenvoud.
Louis viel schier letterlijk om van't lachen.
Ciiut, chut, wat heb JU s* aohter je elle
bogen, nokte hij. Maar zeg het toch vooral
niet in de keuken, want dan zou ik het
wekenlang moeten hooren, dat ik me door
iot>'fl buit0naanneij* heb laten haatnemen."
Ik kon raden noch gissen, waarin mtfn
verdienste |tak, maar dat Louis me als 'n
volwassen pweoon behandelde, deed me
innig goed. Ook hielp het voor mijn examec.
Dat ik gedurende de laatste weken thuis de
hoofdpeiaeon was geweest ea de ervaringen
van dezen dag hadden mij zelfvertrouwen
geschonken.
Bij nün intrede in. de keuken werd ik
mét gegiechel en gesnap ontvangen, maar
ik deed of ik het niet opmerkte en of de
spreeksters mij te ondegelijk waren om acht
te slaan op hetgeen ze zeiden. Ik was weldra
rret Louis, die cok van buiten was, verdiept
in land- en reekundige beschouwingen. Ik
wist allen te boeien en tante werd trotsch
op haar neef. Alleen onder het eten werd
er hartelijk om mij gelachen en ik lachte
hartelijk mee. Er was postelijn en deze scheen
afkomstig van een ellenlange slingerplant.
Ik rolde ze zee, acht, tienmaal om mijn
vork, m»ar ze scheen even lang te blijven
als ze wa°. Ik bemerkte wel dat er van alle
BiJdeif-met groote spanning en ingehouden
echatera op me gelet werd, maar ik hield
den strijd met de pottelijn moedig vol. Te
vergeef* l De rol werd steeds dikker, maar
het einde kwam niet. Toen bracht ik het
reeds verzamelde naar den mond, waardoor
'n lange slier poste'.ijn ontatocd tusschen
mij en my'u bord.
Noilt heb ik zoo vreemdsoortig zien lachen.
Da een (topte een s er 7et, de ander een zak
doek, de derde haar vuist in den mond; de
knieën werden bijna tot de kin omhoog
gehèeer. Alleen Louia hield zich fatsoenlijk.
HU orer<ag het tafereel met den glimlach
van 'n wijsgeer.
Goeie grut, smeekte tante, laten ze 't
boven niet hooren l Ze mogen niet weten,
dat de jongen hier ie!"
Ik werd stil onder dssemededeeling, maar
al ppcedig ducht ik er niet meer om
Toeneen
uur'jelaterhetdagelijkschkeukenwerV. ten einde was schikte men weer om my' j
heen. 'k Vertelde van Koningin Anna
Paulowca en van hare hofaoading (*). Van hare
bezoeken aan mijne moeder, honderd uit!
Deze menechen, die zich voornaam achtten
on dat zy bij voorname lieden in dienst waren,
namen mij nu gaarne als evenboortige in hun
hooga có:erie op. Ze vonden sich iel f a ge
streeld iemand in hun midden te zien, wiens
wang eenmaal was gestreeld geworden door
de vingeren eener Koningin. Zulk eene groote
eer» waa eelfa hun nimmer te beurt gevallen.
Des avonds wees Louis my deii weg van De
Nieuwe Gracht naar de Kweatschoo'. Hierbij
bad ik een nieuw arontunr. Op den
KoudenHom zaten voor 'n huig, waaruit veel licht
op haar viel, twee zeer mooi gek'.eede jonge
dames. Als uitermate verblijd kwam de eene
naar mij toe, terwijl de ander iets minzaam s
tot Louis ecbean te zegge».
Zoo, lieve joegen, ben je daar al? En hoe
is 't met je moeder ? Koia binnen", zei de
mooie dame.
Ik wilde terstond aan de zoo vriende'ijke
nitnoodiging gevolg geven. Kent u my'a
moeder ?' vroeg ik verheugd. Maar met
ik geloof, dat het een vloek was, bleiude
Louis my mede.
Was dat wel beleefd van j P, Louis?" vroeg
ik een eindweegs verder, toen zyn knorrig
gezicht weer 'n mildere piooi vertoonde.
Stomme jongen, zag je nier, dat 't
b:ornmetjes van den mesthoop wareL?" snauwde
Louis my' toe.
Ik durfde niet verder vragen, om niet voor
nog grooter stommerik te worden gehc uden.
Ear we op de Nieuwe Gracht de hooge
stoep weer opgingen, zei Louis nog: Hoor
eens, als ik je 'u goeden raad mag geven,
dan zeg je in de keuken geen woord over
die die dametjes. Ik zal er ook rietsover
zeggen, omdat jij niets zeggen zult o;er
mijn eigen meisje". Begrepen ?"
Ja" zei ik, maar ik begreep er niets van.
In raadselen wandelt de mensch op aard!"
mocht de Geuestet zoo naar waarheid
uitdichten!
Maar jij, best kind, van wie ik zooveel
houd, en grootmoeder met minder, jij wier
gediplomeerde roeping ook zulke
blommetjes omvat, jij zult ten volle begryper, voor
welke stiuikelingen Louis, die een eigen
maieje" had, op dien heeten Juliavond de
(*) Zie mijn Heiinneringen aan ons Vor
stenhuis, Hollandia-drukkery, Baarn, 1909.
voefen heeft behoed van je toen
veertietjarigen grootvader l
Tante geleidde me, vele trappen hoog, ter
ruste. Op den zolder stond zoo iets als een
groote stoof. Dat was Louis' kamertje. Tante
sloeg 'n arm om mij heen en vroeg naar
allerlei bijzonderheden over thuis. Moeder
we s de oudste zuster en ly ons had
iedere zuster, die ziek of buiten betrek
king was, baar thuis. Ze was in met al hare
gedachten thuis. Wat hebben je vader en
moeder een kosten voor je gemaakt," zei ze
bezorgd. En als 'c ru morden eens mis is?"
Goede tanie Griet, ik heb in later jaren,
toen ze in de Groote HontBtraat met een
bakker was getrouwd, meermalen heerïyke
dagen by fcaar doorgebracht.
Nu mag je morgenochtend niet beneden
komep, voor ik je kom halen," zei tante,
want mijn volk mag niet weten dat je
hier bent."
Tante, ik gevoel me of ik een inbreker
ber>. Had ik niet bij Van Leiden kunnen zijn?
Da kweekelingen zijn met vacantie naar huis.
Als ik nu maar niet te laat op 't examen komï"
Zwijg toch, jongen," zei tante, ,.je maakt
me doodsbenauwd. Blaas, als je klaar bent,
de kaars maar uit. Lowie mag nog in lang
niet naar bed l"
Daar !ag ik als een inbreker op den zolder
van dat groote huis, overvol van herinneringen
en het examen van morger. Ik dacht aan
vader en moeder; in dien tijd waren wij op
veertienjarigen leefty'd nog vry'wel kinderen.
Het was niet zooals het behoorde, maar ik
schreide een poosje...
Eindelijk kwam Louis. Slaap je?" vroeg
hij. Neen," zei ik. Kom er dan nog even
uit," zti hij. Hij nam een gekleurde
photografie op glas van den wand. Kijk," zei hij,
,.4it is my'n moeder." Wat 'n mooie,
vriendelpe vrouw," lei ik welgemeend, waar
woont je mot der?" Al twee jaar dood.
Door het luik van den hooizolder gevallen.
MÜU vader is koetsier bij familie van mijn
heer Hoëll hier. Spoedig trouwde mijn vader
weer. Een harteloos wijf. Tosn moest ik het
huis uit. Eu nu ben ik hier." Zou je niet
liever thuis zijn ?" vroe< ik. Ik heb geen
thuis meer," zei Louis. Toen legde hy' de
armen op zijn nachtkastje en snikte het uit.
Ik sloeg een arm om tem heen en legde
mijn hoofd op zyn schouder. Hoe diep ge
voelde ik EU dat ik een eenig kind was.
Hoe graag aou ik iemand als Louis tot brcer
hebbeu gehad!
Den volgenden morden kwam ik veilig
voorby de slaapkamer van freule Rocll en
tijdig aan den Kouden Horn. Over het
exatnen wil ik thans niet schrijven. Maar
het volgende is zoo eigenaardig, dat ik er
melding van maak. We kregen voor opstel
de rraag: Waarom wenscht gy onderwijzer
te werden? Geheel er van onbewust, dat
in zoo'n opstel leugens behoorden voor te
komen als heilige roeping", vurige liefde
voor kinderen", nuttig lid der maatschappij",
.,hoogat eervolle betrekking", enz, vatte ik
deze vraag op als een uitnoodiging om enkel
de volle waarheid te zeggen. Met wijlen
Hugo de Groot meende ik, dat de waarheid,
kort en duidelijk weergegevep, het beste
ataatgstuk was, en ik vertelde dus, dat ik
op 12 jarigen leefiy'd van school was
gecomen... dat hot luin- en akkerwerk me
niet beviel... dat ik eens op pas ontgonnen,
bevroren land rapen, niet grooter dan een
knikker, met mijn vingers had moeten
losboren tot ik er een kruiwagen vol van had...
dat toen my'n vingers half bevroren waren
en moeder gezegd had: kiad, steek ze maar
in mijn haar order myn muts... dat ik
toen gedacht had: Och, ik moet toch w&t
worden!" en zoo kweekeling was geworden.
Zoo had ik op vezeiig Hollandsen papier
twee bladzijden volgeschreven met een slappe,
voor zulk papier volkomen ongeschikte,
zcogenoemda driegaatjespen. Bly', dat mijn opstel
zoo mooi was geworden, zette ik er my'n
naam onder en leverde het in.
Groot- Nederland, Sept. '11: Louis Couperus,
Lncrezi». C. P. Brandt van Doorne, Het
onvermijdelijke. Marcel lus Emants, Gen
zen. Aug. van Canwelaert, Avond.
R. L. Stevenson, Uit De Verzentuin van
een Kind." Dramatische Kunst. Lite
ratunr.
40 cents per regel.
BOUWT te NUNSPEET.
Inlichtingen bij het bonwburean Arti"
aldaar,
COGNAC MARTELL1
Agenten: KOOPMANS&BROIN1ER, Anstertei,
DELA1AY BELLEVILLE
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent voor Nederland:
J. LEONABD LANG,
Stadhouderskade,
AMSTERDAM.
benige
Fabrikanten
V/.BengerSöhne
Stuttgart
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 166
K. F. DEUSCHLE-BENGEE,
Nu behooide tot de vealtallige examen
commissie, niet alleen de Inspecteur van het
Lager Onderwijs in Noord Holland, Beelo,
maar ook die van Zuid-Holland, Lindo:Mac
Prager Lindo, den als : De Oude Heer Smits
in die dagen zoo hooggevierde schrijver. Een
rnede-Eoll'citant had my den grooten man
aangewezen en ik bad meerma'en met be
wondering naar hem gekeken.
Weldra keek hij met weierkeerigebewon
dering naar mij.
Plotseling zag ik, bce op een weck van
hem, al de betren bij het tafeltje kwamen,
wer.raan bij de opstellen zat te beoordeeleo.
Over elkanders scaouder heen weid EU een
der opstellen £e!ezei>. De slanke
majestatieche Oude heer Smits, de meester in het
humoristisch-realistisch schetsen van het een
voudige, wfichtte met de bar.d aan de kin
en 'n glundering in da oogen, wat komen
zon. Ik wilde dat ik van wat nu volgde
'n kiekje bad. Die gelaatsuitdrukkingen! Die
uitroepen! Dat gelach!
Er is maar n oorzaak, waardoor men
lacht en schreit. Za is dsze. dat er 'n groot
contrast is tusschen hetgeen en hetgeen
meb had verwacht. De heeren verwachtten
geen waarheid en een?oud, ze verwachtten
conventioneele lengen en geswollen beid,
daarom lachten zij. Sr schenen twee partijen
te OLtstaar. Beelo ea zijn volgelingen keken
grimmig en afwijzend. Maar Lindo riep:
Prachtig! Prachtig! Vooral dat: Och, ik
most toch wat worden" is nig!" n toen
durfden eeuigen zich bij hem aansluiten.
Ziende, dat deze s ae mij echier had
vernietigd, liep hij op mij toe. Je
hebt een wat goed opstel gemaakt, zei hij,
maar, wat drommel, waar heb je al die
taalfouten vandaan gehaali?'
IE beb nog maar :oo weinig kunnen
leeren, naynheer," zei ik.
Juist," zei hij. Daar zit het hem ip.
Maar hou jij maar moe^, je komt er wel."
Maar my'n aielsevenwicht was weg. Ik bleef
den geheeleu middag gedrukt en kon niet
zoo goed werken als ^ óór dea middag.
Doch in groote opgewondenheid kwam ik
te vier uur in de keuken terug.
Tante, ik ben bij de 25! Van 5 uur tot
laat in den avond heb ik een reel erger
examen om bij de 10 te komen!"
Dat ectrijf ik dadelijk aaa Jans," zei
tante.
Neen, hernam ik, dat kost hun een dub
beltje port ea ik ben wel een dag vroeger
thuis dan die brief. Die brief wordt te Baarn
aan het tolhuis voor de ramen gezet en eerst
als wij zelf of iemand, die bij ons langs moot,
hem daar ziet staan, krijgen we hem.
Zoo was het, my'n lieve kleindochter. Baarn
hal maar ne postbode: Fronkje, de vrouw
van rooien Jan Oyereem. De ontvanger van
een brief was de port verschuldigd. Een brief
van mijn tante, in den Ht ag, kost te zelfs drie
stuiver?. Ik herinner me nog levendig, dat
deze tante ons eens in acht zijd j es berichtte
dat en waarom ze baar dienst had opgezegd
en wanneer s:e dus thuib" kwam, maar
achterop de dichtgevouwen en met vele
ouweltjes gesloten brief geschreven had:
Ik blijf weer." Voor dit bericht van plus
plus minus is nihil liet ze ons drie stuivers
betalen. Briefkaarten waren er nog tiet,
gelijk ik reidj, en enveloppen plafezakjes
noemden we ze later, evenmin. Kind, detijd,
waarin ju jcng beet is, relatief beoordeeld,
nog zoo slecht niet!
Toen ik laat in den avond terugkomende
de stoep wilde opgaan, werd ik door tante
zachtkens toegesproken uit een kelder venster.
Zag, zeg, kijk eens of je den nachtwacht
ook s iet I"
Neen, tante, ik zie niemand. Maar wat
zou dat?"
Kom dan gauw hier!"
n toen werd ik door het dienstpersoneel
bij hoofd en armen en beenen in den
turfkelder getrokken, waar het urenlang op me
had staan wachten.
Piano-, Qrgii- en laziekliaadd
SEeyroes «fe ttalshoven,
ARNHEM, KONINGSPLEIN g.
Interc. Telefoonnummer 913.
VLEUGELS en PIANO'S
in Zoop en in Huur.
REPAREEKEN STEMMEN BUILEN.
vt£fllR5TüKÖATKR|l*IPT
TtN VfttfOW ZONttTto5TÈRBfl.M
Verkrijgbaar te Amsterdam bij:
AU BON MARCHE" S^sbreestraat.
J. G. HERBERMAN, Damrak.
JACOBSON & M ANUS, Kal verstraat.
H. MEYER, hofl., Koningsplein.
ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg.
SCHADE A OLDENKOTI. Nieuwendijk.
N E D. I N D IE:
Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING,
Batavia.
Winke!-MU EIGEN HULP", Batavia.
W. SAVELKOÜL, Soerabsja.
Verdere adreseen verstrekken wij gaarna
Ah je bad aangesche'.d, zei tante, toen ik
laigs vele donkere wegen de keuken bad
bereikt, dan had Lewie je moeten opendoen
en dan had de freule gevraagd, wie daar nog
zoo laat belde en dan was alles uitgekomen."
Wat ben ik blü, dat ik morgen weg ga I"
zei ik. Hef f t n iets voor me te eten? Ik wil
naar bed: ik ben doodmoe".
Dat kan je nog niet, zei Kootje, de
linnenmeid, de freule loopt in haar kamer te
zingen en ze heeft da deur open staan: je kunt
er niet voorbij zonder dat ze ja ziel."
Een uur later hoorden we de freule nog
altijd zingen. Er werd nu een keukenraad
belegd. Het resultaat was, dat Koof je met een
onderrok van de freule naar boven ging, dit
kleedingetuk wijd uitspreidde en aan de freule
de vraag deed of het nog waard was eene
herstelling te ondergaan of dat de rok moest
worden afgedankt.
Onderwijl sloop j s grootvader, kind, op zijn
kousen voorbij de kamerdeur naar boven l
Zoo heb ik eens bij den Commissaris des
Konings van de Provircie .Noord-Holland
gelogeerd! Doch ik zal mij er maar niet op
verhoogvaardigen, melievt*.
Ea nu nog de terugreis1.
Spoorweggidaen bestonden teen ook nog
niet. Men kocht doodeenvoudig voor 'n dub
beltje sigaren en vroeg en verkreeg die in
een sak j e, waar de Uren van Aankomst en
Vertrek der Spoortreinen" op stond. Boven
deze Uren" zag msn zoo iets als het portret
van een bliksemflitc, bestaande uit een dikke
streep, die de lijn Haarlem
AmsterdamUtrecht?Arnhem?Emmerik moest voor
stellen en een zij&treep, die de ijzeren baan
van Utrecht naar Rotterdam moest verbeelden.
Dat waren al de tweelingslynen voor vurige
satamanderb", wsike Nederland destijds ryk
was l
Den volgenden morgen nam ik op da
meest hartelijke wijze van allen afscheid.
Louis liet mij Den Hout en vele andere
merkwaardigheden va a Haarlem zien en
bracht mij toen naar het station. Eerst moest
nu een kaartje tot Amsterdam worden ge
nomen, want de Hollandeche en de Rh ij
nspoor hadden niets met elkander uitstaande.
Te Amsterdam genoot ik op mijn gemak de
wandeling naar het station buiten de
Weesperpoort. Ik was echter bly' toen ik bij de
Oasenmarkt, thans Frederiksplein, weer buiten
was en langs een bui t en weg over de Hooge
Sluis naar het station kon kuieren. Hier en
daar waren nog kleine begroeide rnïenea
van de voormalige stadsmuren. Op ne
ervan, beste meid, zette je grootvader zich
neder en overdacht er zyn vele lotgevallen,
sedert hij de ouderlyke woning verlaten had.
Na een tweede spoorrehe bereikte ik j
Utrecht, en na een voetreis van drie uur ?'?
was ik tehuis. Hoeveel guldens deze terug
reis me heeft gekost, ben ik vergeten!
Een studiebeurs heb ik niet gekregen. Op
een schrijven van meester Van Oostveen aan
den heer Gaatman, den directeur der kweek
school, kwam de mededeeling, dat ik vooral
hierom niet was aangenomen, omdat ik geen
muzikaal gehoor bezat.
En nu, beste meid, hoop ik, laat mij
mogen zeggen, vertrouw ik, dat het relaas
mijner wederwaardigheden op mijne
exauenreize je hè. ft getroost over jouw wederwaar
digheden op de jouwe.
Dit jouw en de jouwe klinkt niet fraai,
maar ja grootvader kan modern wezen.
Waar ik wel mede had mogen beginnen:
grootmoeder en ik wenschen ja veel aange
name en heilrijke gevolgen toe van de ver
werving van je diploma als ziekenzuster.
En hiermede verblijve,
Je je lief b. grootvader,
J. KNOrPERS, WKïN.
Alkmaar, 14 Aug. 1911.