De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 17 september pagina 2

17 september 1911 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEEÖAMMER WE E K BLAD TO O R FE D E B L A S D. f l ?eel houdvn; wel b««tiendenr maar daanroor geen ontvangsten en op deze leest wu de feheele zwik gesekotid. Nog liggen er een OtaF horloge?, te veel aangeschaft als prijzen, zender ie bapaling, dat wat te veel was, door den leverancier weid terugge nomen. Onder de uitgaven van de exploitatie vindt men deze sprekende (!) cijfers: reisen verblijfkosten (commissieleden en jury) ? 4,206.6». «hwiristaitiekoBten ?7,33305, Arnkweik ? 4,546.38, expeditie ? 3,452 13, reclaraeplaat en advertenties ? 1966.56, salarissen ? 6713.75. By deze cijfer» zou men wjllan. vragen of er zooveel posten zijn ge makt om. de cijfers nog niet meer te doen schreeuwen. ? Voor meubileering bun» ? 2000.?; de leveranciers zouden niets onges ihonden's,een ?n ander tegen- vergoeding terug- nemen, ?fnr edt ex- w»* bacoodigiin? MHK Reis en verblijfkosten ? 4200.?er moest ?B tjj4 ta winnen nogal eens geantwoord. Het agport van den accountant Mr. Bierneiss, die de rekening moest nazien, wntfigt met <fe woorden : Da verantwoorde ftfetaHÉev fcmrnen doer mij uit de ovwgebgde administratie niet gecontroleerd wor*). evesam nu ik een antwoord kanoen dft vna««: o£ de plaats gevonden noodzakelijk waren an al of niet fcjpog." . Ite raming, was: uitga veji hoogstens JT lÉO.OOO.?, er w uitgegeven ? 73.291.22, ?innisfai geraamd op 37.000.?, werkelijke ?BtvangBtwn / 35.008. (zonder waarborgfonds ?n sprang: van, den Volksbond). ??';:'.:'?'. ^.fta aaat i* behandeld op dan 5 Sspt. j.L IB Almelo gehande* algemeene vergadering Tran,dea Volksbond, waarvoor het tentoonifemrjgatieBtuur (voorzitter Prof. S. D. van "ffccb ? te utrecht, secretaris Henri van der ?tedere- tvVCFraranfaage) een nitnoodigin? Itëeairange». De hoeren waren niet ver?ebenen, ag badèen allen verhindering tocfc» hftcktan a\j d» uitnoodiging twee ?nj van t* varee gekregen. , vergadering heeft de zaak in comit TI raaf besproken, en ten slotte besloten. «n amünfssie van onderzo ik in te stellen. '"W0- nebben met de publicatie van de KroH6l» vergadering, waar heel duidelijk fen den Volksbond heenehende meeningen ?uatkm uitgesproken, gewaeht tot de AlMtosch» Tergaderis? achter den rug was, tot ejaé* geen pressie uit te oefenen. Uit l«t daar genomen besluit blijkt wel, dat ?en meer licht wenecht. Men vraagt zich ocfr af, hoe het mogelijk is geweest een vrij beperkte tentoonstelling van el» maanden, die redelijk wel bezocht :g»wosdi0!K een tekort te scheppen van 2fr(#G (waarborgfonds) + ? 11.118 (van 4n Y«ttsbond) + f 3375 (van eenige be?tMUatedea.) + f 4000 (aog te betalen) alzoo tfktaal van f 38.493. En 'er zit wel eenige ironie in, dat da leer Henri van der M»ndere op de interMtfAfiala alcoholconferentie van 12?16 fcptsrmtier te 's Gravenhage, al* specialiteit i» huisvlijt optreedt. v 18 a^pt H. EvERwuir. *) De stocks van de entreeboeken waren Würriietïgd. dBMiiwmunmiimfiiiiiitiiiiHiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiaiiiiiiiiiiiiHitiiiiiiii Etiz-üin ? - Jhfteaffezoo wel aangenaam als vermoeiend. Be* 'aangename ia voor veten onzer naar 4e -rWwwn valt ? dikwijls enkel in theorie **è««ziR terwijl hst vermoeier de, eigenaardig «ToCht niét vreemd, het meest ia de praktijk geroeid wordt. Het 'hoofdmoment, het hoogtepunt van «B reis is het vertrek. Hat heengaan, dat is 'bet pleisierigste, het zich losmaken nit takende verhoudingen, die vaal en kaal werd<ea als t» lang gedragen kleedingr, het mitrij wn boven de onfrischheid en benan wezis TB* het al te gekende tot een nieuw onge kend leven, een rijk der Eindelooze Mogerpheds». ... H'et eeaig bes waar is, dat men, na een vertrek, altijd ergens moet aankomen. Zoo wordt de bekorende vaaigbeid van het mogelijfce weer tot de teleurstellende beperktheid van net werkelijke en kan de idealist, die een reiziger is, sich slechts bevredigen door het próötiéte herba'en en op elke aankomst w«er een vertrek te doen volgen. Waaruit voif», (fat het ideaal eigenlek voorschrijft een reis, eanmaal begonnen, nooit meer te eindigen. De ervaring veler eeuwen echter heeft geleerd, dat ook dit begint te vervelen i^fiiiiiiiiiitiiiiuiniiiiiiiii ;0PENLUCHT-NATUURSPEL ,.,. ,.N DOOS N MIKCA VERSTER?BOSCH BE1TZ. i 't ^"as, geheel bijgelegd, zy 't dan ook met wat.,ift°eite en met eenige concessies, der waarheid gedaan. Zg waren gesamentlijk de nieuwe buren, hun fxouaes gaan aanbieden, hadden gezamentlijk getracht, 'c hoogst phantastisch varhaal van 'n plotseling afwezig moeten sur, ' aannemelijk te maken; want ds ware toadiaeht .der zaak openbaren, Dialje's veiraad ?op dien fatalen Zondag- middag, daar toe ont brak .der drie dames Cnmsewinckel, de zedelijke moed in aller- volkomensten vorm, eit. dank; zjj den goeden wil van weerskanten, pin, h/at amper ontkiemde plantje van wedersqdsphe sympathie, van 'a ontijdigen dood te redden, was na eenigen tyd de mislukte th,ee- visite vergeven en vergeten. dien waren ettelijke weken voorbij gegaan; 't waa voorjaar geworden, 'n warm, zonnig, vruchtbaar voorjaar, en 't scheen weL dat de onderlinge harmonie der twee hniejgeKinnen groeide en bloeide in die volwarn>e weelderige atmosfeer van zondoorstoofde tuintjes, en 't saam gesmaakte genot die1 de ontwakende natuur hun bood. Is 't niet heerlijk?" zei Fine, terwijl ze t allereerste dozrjn radijsjes rooide en ze «msichtig in 'n mandje op wat wingerdop den dn ar, hetgeen wil zeggen, dkt men er aan gewent, hetgeen wil zeggen, hoe men ontdekt, dat al het andeie toch altijd wear hetzelfde is, en geen plaats, hoa vreemd ook, vermag te voldoen aan het vaag verlangen naar het ongekende, die nostalgie du lomtain", wier bagieren helaas! juist het onbe perkte, onwerkelijke blijkt. EB zoo kamen ooz) meest» reiiigers don zoet j w aan maar weer terug vanwaar zjj heengingen en plegen, hun min of meer bewuste te'eurstedlüg ver bijtende, om den thuisgebleven E vennaaste geen -reden tot leedvermaak te gaven, n tonig te verklaren, dat reizen opfriaechend werkt en men daarna zyn thuis weer dubbel leert waardeeren. Be armen I Zonden zij het sseli niet be grijpen, dat !ij sic i enkel wat anders dan anders vermoeid hebben, en wydera hun ideëelen zin proefondervindelijk trachtten te ovvxuiigen, dat bq heusch niets rodeJijka verlangt, ongeveer zooa's men een kind aan den arm meetrekt naar da naaste kamer, om te doen zien, dat het daar juist is als in de zooeven verlatene. Dn ideëele zin" ligt dan een tp lang afgestompt en verdoof! Maar bevredigd i; hg niet, trots- all* redelijke overwegingen. En het volgend j «ar, als de lente weer komt, herleeft hy in de oude kracht, verlangt op nieuw heen te *aaa nit het dxukiead vale leven naar een Oord, ver en vreemd, waar het noDit hetzelfde zou aya en waar ook d» verandering niet zon vervelen En menig menscb, alj Reiziger oud: ge werdan, heeft, niet zonder verrawings even-aehiik", bemerkt, dat hu op desewijae eiHaniqk regelrecht naar zqa ad «erlang*-. Z3o strekt dan. het reizen, ai. komt die vaak wat laat, tot zelfkennis en kan men het, ook ten genoege der reiabureaux, die er Immers het hunne aan verdienen moeten, niet vaak genoeg doen. Bet koogtepnat van het reizen zo» Beiden wjj dan ia het Vertrek, ai e vertrek. Maac brj, die h«t ongeluk heeti aiat ea» zj) 't ook minimaal Gekroond oo:d te zijn, hy zal nooit de volle glorie van hst Heengaan deelachtig worden. Ten qj mistchieu eens, op het aller-'aatst.... Tot het wezen des Vertreks behoort onge twijfeld een algemeene belangstelling, een ademloos, verbeiden, meer bepaald: het starend gelaat van den Gansenen Man en het baigea van gegalonneerde autoriteiten, met kanongebulder, fanfares en laatste handwnivmgen achter het raam van een salonrytuig. Dan heefc het Vertiek eerst zijn volle waarde. Na geraakt de Gameene Man zelf tot deze hoogten der eere slechts als bij goavernenrgeneraal wordt of een gerenommeerd Vlieger (waarom zouden wy niet Vluchteling teggenl) ot wielryder of voetballer, en de nmesteu brengen het hun Ie vanlang enkel tot collec tieve Vertrekken", waarby da weemoed en lokkende to.'komstvarbeiding soms wel met honderden gedeeld moeten worder. Esn sneltrein, gereed voor de reis naar verre landen, mét os tentatief 8t oomend gedrn'sch stemming makend in het oogenblik, een hooge mailboo', tril .end en rankend aan de kade, met j'cntge dinkte langs zij a boord en over zija dek, ay zij a weliswaar n1 et te versmaden als \ostrunients da départ", maar in hen bereikt het Vertrek t >ch nooit dat tiiterste van duizelend wae genot, alsof het le?en een oogenblik stokte, dat het meieweten en de aand&cht veler duizenden ge-ven kan. En, vreend een automobiel, schoon toch zeker het heengaan verpersoonlijkend t o: iet» eenigj en exclusiefé, geeft evenmin de ware sensatie. Zjn vertrek is weer te klein onopgemerkt en te huiselijk, als go'd het slechts een ry'tcer. Een auto voor mijn deur kan mij evengoed naar Egypte willen brengen als naar de volgende straat. De formeele grootheid ontbreekt hier, 4e uiterlijke wijding, het plechtig gebaar, en zelfs bet afrijden van een postwagen in vroeger dagen bal meer houding dan dit obscurd vertrek, waar zelfs de buren geen notitie van nemer. Voorshands schijnt rny een vliegmachine nog het beste vo ar tuig voor een or gekroond Particulier, die het meest par' y wil trekken... van sijn Vtrtiek. Maar hoe men oak gaan wil, het zal voor de illusie altjjd noodig sijn een voertuig te gebruiken, dat tenminste de houding aan neemt van snel te gaan en het dagelykachbekende spoedig echter zich te laten. Wie in den nuchtereu vroagmorgen met eenig vertoon van wereldverkeer vertrokken, de internationale expresEe-snelheid na tien minuten alweer gestremd niet en op deze wy'ze achtereenvolgens zijn geographiacbe kennis, de visu, vernieuwt door een ongewenscht oponthoud te Nieuwersluis, te Breukelen, te. Woerden, te Gouda, om over Rot U r dam en Dordt en, ik geloof, Lage Zwaluwe, eindelijk te Kozendaal opgenomen te worden in het heusche wereldverkeer, dat orer Vliasingen naar Londea gaat, die iiiniiiiiiiiiiiiM bladeien bedde als waren zede donzij;-1 eerste zuidvruchten in een warme kas gekweekt, ij 't niet heerlijk om zoo'n primeur te kunnen weggeven ... gunst... als ik dat vergelijk met twee jaar geleden".... Hadden we er dan toen zooveel niet?" zei Louise wat vaag door haar algeheel opgaan in 't schikken van gele tulpen in 'n grijze gemberpot. Louiee zette altijd bloemen in grijze gemberpotten omdat ze artiest was; zomers Oost-Indischa kers, 's wintersmietletos en hulst; gedurende de hiaten tusschen deze twee tijdvakken prijkte de pot met zonne bloemen en judaspenningen, met kersen- en appelbloesem Ea nu probeerde ZÏQ ook 't e ff act van gele tulpen, omdat Hermien, Hermine Tuythoorn dis ook artiest wae, 'n heele Keu sche kaïi vol parkiettulpen had staan en 't stond snoeperig, dat was waar." Maar Hermine was ook zeldzaam begaafd; ze was zoo artistiek; ze schilderde blownen, symbolische voor stellingen en sprookjesachtige visioenen, ze schilderde wat los en vast wgs; en ze maakte óók verzen, dichtte zelfs, heèle drama-frag menten in den ety'l van Charles van Lsrberghe; ze zong, speelde piano, guit aar en accordeon,, en bad vage melodieën gecom poneerd op TJes douze Chansons" van Manrica Maeterlinck .., ja j»... Hermine was hél begaafd, en als L-.nise (Jfiiiraan dacht dan zwol haar hart dat zoolang naar artistiek meegevoel gesnakt had, van gelaksweelde, omdat in die weinige maanden van nabuurschap, Hermine Tuytboorn haar liefste kennis, haar vriendin, neen, haar boezemvriendin was geworden, heeft zqn reis-entiéa onherroepelijk gemist en een aoheon mament verloren. Behalve nog dat brj eigen l p het redelijke niet inziet van eerst zoover naar b sneden te gaan om een overtocht te bewerkstelligen; die op twee, drie plaatsen dichterbij evengoed mogelijk i?. Het kan echter zyn dat zulk een ramp zalige daa dag boven dan. nacht tot reizen verkoos en ook om redenen van strikt vader land liie venden aard over'' Vlisüngen wilde gaan Welnu, het bekwam hem slecht. Teruggekeerd des nac'its, opgeborgen in de engst mogelijke hut", zonder daglicht en zondsr andere lucat dan in een benan w i gangelja te e val l g aanwezig mocht zjjr>, bleek het, dat de directe snelverbinding met Am sterdam niet harder reed dan tevoren bjj het heengaan. Wat ook eigenlijk niet te ver wachten was. Eu niat minder, gemoedelijkzorgzaam, haar station-kiekens telde, al moge het niet verzwegen worden, da-, wij thans Nieuwer s! ais en zelfs Abkouie triomfantelijk voorbyredan, aldus in niet meer dan vier uur een traject sflsggende, dat met da helft reejg te veel eer bewezen ware. Een Hol land che spoorwegonderneming, die zulke Hollandsche records slaat, heeft daarbij echter ook andere dan cammarcieeUbaatzuchtig* bedoelinfea, wier iieaUaa» ket.oas niet moeiljik viel klaatlgk te onderkennen. Zg wil dan landgenoot, die sich in dan vreanvie begeeft, niet laten vertrekken, in het p :jnly k bewustzijn van zyns lanls nietigheid en gerinnen omvang. Daarom Iaat zij lang saam rijden en dikwijls ophoudei. Zro sehijttt het land grooter... en niet aoo miniem tegen over da afstaodan, die men n» vervolgens afleggen gaat. Ea eindelijk U hier ook late -van; Hollandsche voorzichtigheid au zuinigheid t» waardeerer, die op de kleintjai past en het Baurtoerkeer verkiest biven bet International. O Hollandl Ia dit niet (geheel onver wacht) uw beeld? Da zej op dien drukkend warman Julidag waa «en wonderbaar awcê, een droomachtig ry'k van blauw, damp of water, men wist het niet N an wa' jjk 3 een even rimpelen ver brak de effanheid van dit vlak, dat in zijn vreemde substantie, vederzacht en olieglad, geensiias op water geleek. Er waren daar verderaf op het eenparig blan we allerlei grillige tegenIqninge» en anders schonende plekken, van stroomiugen misschien of ondiepten, maar bet scheen wel of enkel de excessieve rust en stilte van het zeavlak de se versehyn'rjgen zichtbaar maakten, de atdsrs in d« sterke bewogenheden verloren gaao. Even zooals men ook aan. oen menschenlichaam in de rust vandenaraap sennwec lokkenen trillingen waarneemt, die bjj den wakende bedwongen worden ot in de willekeurige bewegingea opgenomen. En die bleef alles zonder begrenzing in 't vage vervloeien, zee en lue'it droomend naar elkaar, tot elk zijn eigenheid verloor en zy n werden, een jjle wenteling van waaige kleur op kleur, dieonophoudalijk het verschiet wy'z'gden mee het veranderen hunner scbakeeringer. Ea het stoomschip leek in die wgde onbe paaldheid niet verder te komen. In zyn krachtig iy,hmischraderg«bmiich verschenen wel gestadig de witte wemelende sluiers van kokend schuim, maar dat dit beweging beteskenen zon scheen onmogelyk voor wie nraar even de onwezenlijke blauwe ij l te verderweg gadesloep. Oabewogea op zqn p'aat^, sloegen de raderen altijd weer dezelfde lichte wateren tot schuim, zoo deed het zich voor en het eentonig geluid dezer bestendige, licht schokkende wenteling met de stilte en een zaamheid onder den hitte trillenden daoapblauwen middagkoepel vloeiden samen tot a gewaarwording van droomerig wiegende ruet, die ons de uren door in een toestand van halfslnimer bracht, die enkel de kleine beweging aan boord nu en dan, toch niet hinderlytr, stoorde Miar de naderen ie avond bracht verandering. Met het zinken dsr zon, klaarde het uitzicht en hemel eu zee werden weer zichzelf. L>a eerste verzwakte tot een bleek, allengs groexachtig blauw, maar de zee richtte zich op, en bruiste nu sterker, in een rechte staal blauwe ta%n naar den verren, echerpgeteekenden horizont. Er wai een kracht in het moment, de dingen deden straffer aan, en ean onrust voer orer de boot, die de passagiers van hun ligstoelen dreef, dan naar de eene booidsijde dan naar de andere, om telkens met kijkers te tiren naar die allerfliuwste kustlijn schuin vooruit. Tot allengs het land nadarbij kwam, en met ons meeliep, en wij nu uitzagen naar de landingsplaats, een pier ver in 't water voor uitgeschoven op booge palen, die hun on wrikbaar roerlooze,<5rimmig ver weerde koppen toonden, toen wij naderden.... De lange ry lage traincoupéj vóór 't onaaczienlyk station schenen we! geladen met hitte, doffe compacte warmte, getuigenis van een dag lang genadeloozen zonnebrand. iimiiMitiimiiHimiiiMii Eo, noch Louise's zusters, noch Hermine's ouders hadden deze teere ziele-harmonie door n enkele dissonant verbroken, want Fine en mevrouw Tuythoorn die wonderwel met elkander opschoten, en meneer Tuyfhoorn, goedmoedige, joviale vijf-en-zeatiger die een bepaald penchant voor Bartha toonde, legden om zoo te zeggen m#t hun eigen pas gevlochten vriendschapsbanden, een extra, dubbele knoop op die van Louise en Hermine samen. 'c Waren bovenst beste rnenecheD, defamiie Tuythoorn van de Poppels" maar ze hadden hun eigenaardigheden die, hoe onschuldig ook, als vogels van dl/erse pluimage, in n volière opgesloten, tot plukharen aan leiding kunnen geven; was 't wonder dus dat zy zich hevig aangetrokken gevoelde tot de familie Gnussewinckel van Dolce farNiente", en deze ook wederkeerig tot haar, toen 't al spoedig bleek dat haar wederzijdsehe eigen aardigheden in vele opzichten homogeen waree, en bun vriendschap een welkone veiligheidsklep zou worden voor onbegrepen of miskende opvattingen,... Wai non.,, zooveel niet?' zei F me die haar oogst ondertusïchen tot zeventien witte en roode erwlj ;s met groote groene pluimen had uitgebreid... ?ut, ik. heb 'c niet over de rady'fjss... ik vergelijk, ja hoe zal ik 'c j zeggen, de toestand hier, EU en twee j jar geleden,... toen niks als displez'er van de buren en d'r baldlaligheid, en nu " Ja dat is waar" viel Liuise met 'n verheerlykte glimlach, dadelijk bij. Da gele tulpen poften topzwaar uit de wijde opening, be-aureoolend de grijae gemberpot op 't Maar onder het snelle, veerendllchte rij dan, koelde de atmosfeer en wij zagen het avond land zich strekken wjjd naar beide sjjdev. Door ver-glooiend» grasianden, voorbij rookende fabrieken, en nu verlaten gele steen groeven, ver wy'der de dorpen langs, waar op den s m allen weg vermoeide mannen hesntogen, voorbij grauwe stadjes en telkens ean leeg stationne'je, raasde de trein zy'a achtelooze vaart, als kwam dit alles er niet op aan en wag Londen het eenig waardig doel. Eu toen, langzamerhand, begon de etad ons te omringen met een ry'tje baksteenroode hnisjes hier, een reeks tennis velden d & ir, met witte figuurtjes bevolk', levendig in het gulden a /ondlicht. Ganïche straten van gelijk vormige villa'ijas kwamen in 't zicht, waar de mensohen voor de deur stonden of o verde heggen praatten, Dan weer wy'de strooken terrein, geen grasland meer en noj geen straat, waarover langs kraisen de spoor banen, andere treinen den onze stoompnffend en sissend tegemoet yldea; Al meer dofroede hniten. na straat aan straat, beneden ons. Diepe rechte straatgeulen, bewegelyk van kleingrauwe gedaanten, die zich openden. Dan weer de roerloaze barre woesteny van dakrnggen cm starre schoorsteenpüpen, troostloo» grijs in 't smokig halfduister. Treinen vuureogig rijden een tijdlang naast, of onder ons, met galy ka snelheid voort. Stoomwolkend donderen andere plotseling op of verglijden met een langgerekten flaitgil in de donkere diepte weg. End<elrjk een brug en het uitzicht over de rivier, wijd en loodgrauw, een snel visioen van- fibrieksschoorsteenen, dakenatrekking, hoog en laag, een kriskras van rechte en schuine ly'nen, daartusïcaen het vervloeiende grijs der rivier, met atoombooijes beplekt, alles gezien door de oogenwarreling van ijzeren brngstaver Dan neemt het maanaehtig verlicht donker van een stationskap cns op en s'opt de trein in Londer. Londen blaak nog altrjl Londen, httselfde zomer- Londen vaa vroeger, banaal en ge weldig. Gry'ggrauw de straten, die droge hitte uitwasemden, zeer onbelangrijk de af zonderlijke gevels, maar te zamen een goede acht irgrond voor het druisehend verkeer. Op dat verkeer, op dien gelijken stroom en tegets'rcom, dien zwaren rythmischen dreun den ganechen dag lang, komt het aan bjj groote steden. Die lythmm is hun wezen, zijn zij tel f, gelijk zy 'a morgens opleven ea 'd avonds inslapep. Wie het verschil in maat. en geluid van htt verkeer der groote steden zeigen kan, is tot hua karakteristiek een goed eii d genaderd. Maar ook voor een stad zelf wil het geluid van haar verkeer schier alles zeggen. Haar grootte, de aird harer bevolking, het uur van dea dag, allicht ook de tjjd van &et jaar en van bet ty'dvak met vroegere vergeleker. Londens geluid en rythme bleken, ten minste wat de City betref:, vetaiderd. Ia plaats van bet luchtig rap getrappel der hansome's thans het zachte en als binnensmonlseh gegons der texl's, en den loggen draf met den kett'ngramlenden dreun der zware bussen overheerseht nu het gejuck en gesilder en geronk der groote auto's. In straten wau die au.ooeweging de over hand heeft, gaat het ganache verkeer veel sneller en glydend zajtiter. De lucht is er vol van het insactengegons der motors en het zwaar gerommel dier zeer onaangename autobussen, die wel een toeval schijnen te kr'jgen, telkens a's zy stil staan. Wat men in die drukke City-straten maar heel zelden hoort, is de menschelyke stem. Engelschen verheffen hun stem bjjna nooit, wat in zoover gelukkig is, want zij bezitten meest geen mooi ge.uid en dit is misschien een reder, waarom zij ook maar weinig werk van hun spreken maken en er veel binnensmonds gebromd wordt in Enge land. Doch het zijn ge wie niet enkel zulke overwegingen van aesthefischen aard, die de stemmen laag houden. Er ecbynt, evenzeer in het publiek als in het particuliere leven, zoo weinig reden zich moeilyk en druk te maken over hetgesn men zoo volmaakt beheerccht. Dit is het wat den Hollandschen reiziger het meeste treft, wat hem zelfs bij wylen met schaamte eu jaloezie vervult: dien algemeenen rnstigen en tegelijk zoo voortvarenden gang van i aken. Niet als bij ons is da beweging van het. verkeer nu eens sloom en kwijnend, dan weer schutterig, druk ea zenuwachtig-hefiig en altijd ongelijk. Maar hier is een eenparig rythme van beslist handelen, ncci overijld noch treuzeli^, zeker van zich zelf en zyn kunnen, en behoorend bij een verwonderlijk gezo&d e a sterk ra?. Aan de stations, op de straten, iy' alle openbaie gelegenheden, in de Itö'els en restaurants, overal gevoelt de bezwaarde, schichtige Hollander die hoogheid van het Engaleche uiterlijke leven. Het slank glydend waschechte linnen kleedje van de tuintafel. Onver iroten begon Louise weer te schikken Ja" zei ze nog eens dat is waar... de Peppels en Dolce-far-Niente... dat is net n huisgezin ..." Ik ga ze nou meteen maar even brengen," zei Fine, die nog 'n achttiende J»dys gevon den, en hem na behoedsame neervlijiug in 't mandje, tech maar weer geskippea" had omdat er slakken aan halden gegeten ... jammer, net zoo'n mooie groote." Ze be hoefde niet on te loepen; de vriendschap was tot zoo duizelingwekkende hoogte ge stegen dat, midden in de gemeenschappe lijk» heining, een communicatie was gemaakt.. Meneer Tnythoorn die behalve 'n hartstoch telijk opera-lisf hebber, hy iloot, als hy niet rookte, sliep, at of dronk, de meest uiteenloopende opera-melodieën, meneer Tuythoorn die een even hartstochtelijk knutselaar was, had een buitengewoon vernuftig apparaat aan dit hekje gemaakt; oogenschijnlijk was er namely'i geen slot aan, hoewel 't door oningewyden onmogelijk scheen geopend te kunnen worden. Wanneer een wel ingewy'de nu echter op den grond hurkte en 'n klein ijzeren staafje verschoof dat onder 't zan3, op een der hekpaalij^s was aangebracht, wanneer men zich dan zoo ver inogely'k o/er 't hekje rekte en'n pennetje bemachtigd had, waaraan een kettinkje hing dat verwonderlijk ingenieus aan een hef boompje werkte, dan had men alleen nog maar een wat pijnlyk voor de nagels ijzeren plaatje te verschuiven en nogmaals geuurkt op dun grond, 't zand te exploreeren tot het vinden van ean minia tuur knopje, om zonder de geringste moeite bewegen Am rijzige vrouwen, zoo, goed ge* vormd meerendeels «n zoo goed gekleed byna- allen, de veerende tred der mannen mat de expressief mager» gezichtan en koel sterke oogen recht geheven en zonder recht s of links zien vooruit gericht, al dit doelbe wust gaan, zwierig en krachtig tegelijk, men gevoelt er de menscben in, die zich behagely'k en zeer vertrouwd gevoelen. Zij durven te leven, merkt men, zij hebben het goed ea achten het iets vanzelfsprekends dat dit hun toekomt. Er is niets benaowds of kleinarmoedigs in hun dosn en handelen. Zij piekeren" niet, zij lijden niet aan over dreven zelfkennis en ze'fbaschouwen, au doen, eenvoudig en spontaan, en weten niet b ster of het slagen behoort er by. Deze zelfde gaafheid, deze gezonde eenheid van doen en denken, hier, ondersteund door sport en krachtige voeding, de sierlyke ge makkelijkheid van omgang, welke den buiten lander met benijdende verbazing vervult, verleent ook het gansche maat schappelijk verkeer een voornaamheid, ean gracieus* vorraeLjjkh.eid) strookend met hun op het stylvol gebondene gerichte ge ast en. Zoo is de indruk van alle uiterlijk Engelsche leven, meer bijzonder van da burgerklaas»,t een zeer weldadige. Hier is de vastheid ea rust, gevoelt men, di* het gewillig bestreefie vormelijke geven kas, den«4#/, die alle levea, ook het gering», adelt tot latft mér dan nietig-persoonlyks en menschenwaatda en levensgenot zyn er de .vruchten, van. Wat doet het er daa toe, als brj nader beschouwing die vorm inderdaad enkel vorm blijkt, zonder individueel*» inhoud! Deze kracht volle en gracieus» menschen, sy agn vrijwel allen gelijk naar den geert, bemerkt men, met deselfde gedachten en gevoelens by dezelfde dingen. Hun beschaving ie een opgelegde, aangeleerde. Zóó behoort men zich te gedragen, zóó behoort men terneenen. en te voelen. Van persoonlijkheid geen spoor. Dat stelt dan hen teleur, die onder het voorname gebaar van dit uiterlijk leven ook een voornamen geest verwachtten. Een voorname geest, dat is een. tot zich zelf, tot zalfbewaêtsyn gekomen geest, toet in verstandhouding levend met anderen. Een hooge gemeenschap van persoonlijkheden. Daarvan echter vindt men hier nog niets. Het algemeen vormelijke schijnt enkel mo gelijk wijl de individusn nog niet tot rijpheid gekomen zy>. Gemeenechap, gemeenvoelen is er, maar nog gaen verbijzondering in aparte persoonlijkheden. Vandaar dat de hoogere" gevoelens, de moreele, wetenschappelijke, kunstappreciaties dezer Engelschtn alle gelijk en oppervlakkig, maar hnn lagere, dierlyke wel zeer afzonderlijk ea egoïstisch zjjn. Zacht moedige christelykhsid, die het laatste hemd vindt men hier vooral niet meer dan elders.... waar men haar weinig- vindt en het is weer enkel in het uiterlijke, praetisehe leven, in het verkeer, dat zich het gemeenschapsvoelen lykt te concentreeren. Daar is de persoonlijkheid verloochenende discipline, opoffering van bij zonder a belangen ten b i te van het algemeen en het draagt mede bij tot de hoogheid van het publieke lavas. Overigens echter is de Eogelsehman even belust op winst, even onverschillig voor, zijn eranmenech, even vol hoogmoed en eigebgerechtigheid als welke andere natie ook. Terwijl wat men hoogere beschaving noemt hem eigenlijk minder individueel eigen, meer van buiten aangebracht sshy'at dan andere West-Euiopeeërs. Aldus zouden vooral wij, Hollanders, ons, vanwege de meer innerlijke beschaving, wel i r en booger willen gevoelen, indien wij ons niet juist zooveel minder gevoelden om onze uiterlijke onbeholpenheid, Wjj kennen ons zelf veel meer wereld wijs, maar wy loopen wtasechen sjoveltjas rond als onderkomen mensen j es, temidden van dit prachtig uitgegroeide rap. Wat zijn wy dan ten hunnen opzichte? Meer of minder? Sc.hooue, krachtige dieren lijken zij ons vaak, maur van de onderscheiding der redelijkheid nog ver verwijderd. Ten andere: wat beeft een menscb. aan zelf besef en alge meen inzicht, zoo 't" alleen 'dient om zyn leve a te benauwen? In Holland wonen allemaal tot zelf b jwustzyn gerijpte individualisten, maar het samenleven is er al mede daardoor zonder groot heid, zielig bekrompen, onvast en angstig voor elk wat breeder gebaar. Als het Engelsche volk zich voordoet als ean hoo < opgewassen, dieht korenveld, waarvan alle aren elkaar gelijken, dan schijnt Holland een tuintje vol slecht gelukt zaadgoed, een onvolkomen groeisei van uiterst verschillende bloemetjes, die om allerlei redenen niet tot wasdom kwamev. Nu is in 't algemeen een gaaf gegroeid roggeveld een veel verkwikkelyker gezicht dan zulk een tuin vol afionierlyke mislukkinger. Maar bovendien is er reden te vooronderstellen, dat de enkelen in een groote natie toch nog niet zoo weinigen dia door aanleg boven de massa uitryzen in de gezondheid en levenskracht van het ras 't hekje te kunnen binnengaan, 't Was on eindig veel gemakkelijker dan dat gezeur met een slot of 'n grendel, en bovendien veel intiemer ook, dat vonden ze allemaal, en Louise vond 't zelfs hél romantisch. Alleen by regenweer bad 'c z'n bezwaar van wege 't gescharrel in 't zand en 'c hangen over 't dan natuurlijk kletsnatte hekje, maar geen enkel ding is volmaakt op deza wereld, en men kan ook ;V. te veeleischend zyn. Zoo had meneer Tuythoorn ook een bijzondere uitvinding gedaan ter verbetering van Weck's sterilisatie-inrichting. Hy had namelijk een toestel vervaardigd dat der steriliseeiende huisvrouw in staat moest stellen om in n kookpan, op drie ver schillende temperaturen tegelyk te werker. Maar toen mevrouw Tuy(hoorn volgens dit systeem, een iljech aardbeien, een flasch luinboontjes en n dito paling in gelei tegelijk in bewerking bad genomen, bleek er toch een kleinigheid te haperen, omdat de aardbeien tot moes waren verkookt, de tuinboontjes binnen enkele dagen een onmis kenbare neiging tot verzuren toonden, en de paling zy'n gelei broederlijk onder 't kookwater verdeeld had; 't was wel een kleine deceptie geweest n voor meneer n voor mevrouw. Maar vrouwen hebben gén hoofd voor technische wetenschappen, ze mis bruiken de best bedoelde en theoretisch volmaakt juiste apparaten.... Fn daarom berustte meneer Toythoorn in 'c feit dat mevrouw in 't vervolg Weck's toestel, loider verbetering gebruikte. Toch had 't hem een schok in z'n lief hebberij gegeven, zooals iemand die van 't

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl