Historisch Archief 1877-1940
S», 1787
DE AMSTEBDAMMEK
191J
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
Onder recLacti©
Dtt annoMr berat «en
3P. L. "WTZE3SSHTC3-.
Ultg«v«n: V AH HOLKEMA ft WABENDOSF, Keliersgraeht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht Toor den inhoud van dit Blad wordt
de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Aboaemeot per 3 maanden ...... ? 1.50, fr. p. post ? 1.65
?«or Indi* per laar, bij vooruitbetaling, ..... , mail 10.
i Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/s
Zondag 24 September,
Advertentiën yan 1?5 regels ? 1.25, elke regel meer. .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel
Reclames per regel
?0»
, 030
.040
INHOUD:
TAK VBBEE EN VAK NABIJ: Gerechte
?tnf. Leeftijdsgrens voor Staatsambtenaren,
door. G. - SOC. AANGELEGENHEDEN:
Booievelt over den Kinderarbeid, door S,
FEUILLETON: Openlncht-Natnnrspel (slot)
door Mine* Venter- Bosch Reitz. KUNST
BN LETTEREN: Kroniek der Gedichten, III,
door Karet van de Woestyne. Muziek in
4e Hoofdstad, door Mattbyg Vermenlen.
Hitdemoiselle Lange, door P. M. W».
BBSIOHTBtr. INGEZONDEN. ^RO
WJtN RUBRIEK: Het feminisme in Finland,
I, door Etnma Saltzmar. ALLERLEI, door
Allegra. DIT DE NATUUR, ioor E.
Hdaaans. Kunst van Krankzinnigen, met
«fK, door K. Tentoonstelling in het
Stedelgk Museum, door W. Steenhoff. Portret
TSB P. A. Stolypin. Afrika byna geheel
verdeeld, met af b. Hollandsohe en
Belg:«ehe Kunst, in B ar (ten op Zoom, door
Plaa?ehaerf. WETENSC HAPPELIJ EE VARI A:
Het lichten yan de Maiie", met af b., door
dr.P.vsnOlst. - G 1ARIVARI.
FINANCTBELE EK OECOSOMI8CHE KRONIEK,
ioor T. d. M. en v. d. 8. SCHETSJE. Zo»
?go er. door B. I. Stouri. «3HAAK8PEL.
DAMRUBRIEK. ADFERPEKTIEK.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIII
PREMIE
Toor de abonnés van
De Amsterdammer.
Bg de opening van het nieuwe
«Ittingjaar van de 2e Kamer der
Staten-Generaal, stellen wij onze
«bonnes in de gelegenheid zich de
geregelde ontvangst van het Kort
rerslag der vergaderingen
Tan de Tweede Kamer franco
aan huis te verzekeren voor den
yrys van vijftig cents voor een
£«heel zittingsjaar. Zooals men weet
is de abonnementsprijs anders ft.?.
Wie van deze Premie wenscht
gebrnik te maken, gelieve dit bedrag
per postwissel, vermeldende zijn
«anwkenrig adres, aan ons op te
senden.
Direct/e ran da Amsterdammer,
Weekblad voor Nederland.
«UIHIUIIIUIHIIIIllllllllllllltimiltHtllllllllMllltllllllllllimilllllflIIIIIIIII
Gerechte straf.
Op het oogenblik, dat wij dit schrijven,
ia de obstructie der sociaal-democraten
in de Tweede Kamer in vollen gang.
Alfl ooit een houding van een meerder
heid tot zulk een afstraffing het recht
gaf, dan was het thans... Na door een
epartements-frprf? te zijn ontvangen bij
de o verban digiag van honderdduizende
handteekeningen van Nederlandsche bur
gers (waarin een groote en vreedzame
volk&be weging had vorm gekregen), moes
ten de sociaal-democratische leiders den
dag daarop ondervinden, dat zelfs een
volkomen regelmatig ingediend voorstel,
van hen afkomstig, in de Tweede Kamer
ongezien werd neergesabeld.
Wij hebben hierbij de houding der
Rechterzijde niet geheel verstaan. Kan
«en zóó groote gehoorzaamheid aan den
beer de 8 vornin Lob. man, vroegen wij
weifelend ons af, worden verklaard uit
een enkelen wrevel tegen het succes der
kiesrechtbetooging! en heeft een zucht
om die lastige medeleden, behalve buiten
4e Kamer pok ia de Kamer zelf, te ver
nederen, büde meerderheid voorgezeten ?
't Is niet te gdooven! Zou dat kleine
_gevoel van wraakzucht en politieke
?truikrooverij een gansene coalitie zoozeer
kannen beheerscheo, dat, buiten den
roorzitter, niemand zich aan dit lafhartig
optreden ontlrokP Maar indien dit niet
ia, wat kan er dan zijn?! Het voorstel
Tan den heer Troelstra was nuchter en
kwam volkomen pp tijd. De
Kamer«orret pondenten, die in formaliteiten en
precedenten" jaren hebben geleefd,
mogen een pailamentaire aanleiding voor
een adres over het kiesrechtvraagstuk
?iet aanwezig achten, wij vinden dat
een manifestatie van tienduizenden,
een petionnement van honderdduizen
den, gevoeed bij de klein-achtende en
«wij gen de houding die de Regeering
?daartegenover aanneemt (waarbij de
Kroon door eenvoudig weg te blij ven...
de kroon spant) alleszins aanleiding geven
t)t het gewagen van die bijzondere om
standigheden", waarbij een adres van ant
woord'op ziji p'aats is.
Maar let wel: dit is nog alles de zaak
niet. Geen sterveling zoude er een aan
merking op hebben gemaakt, als na
regelmatige behandeling van het eerst
rondgedeelde voorstel, bestaande uiteen
mondelinge motiveering van het kalme
stuk dat hier volgt, de Rechterzijde
kortweg hèt voorstel had afgestemd. Van
zulk een kortheid zou zij de politieke
gevolgen hebben te dragen gekregen,
maar zij zou tenminste gehandeld hebben
n a k e n n i s n a m e. Ziehier het stuk,
waaraan zij den smaad heeft aangedaan
van het niet te willen zien:
De ondergeteekenden hebben de eer,
krachtens art. 96 van het Reglement
van Orde voor te stellen, de Openings
rede met een adres van antwoord te
beantwoorden.
Toelichting.
De steeds toenemende urgentie van
het kiesrechtvraagstuk, in verband met
de tot heden bestaande twijfel, of de
Regeering, mochten de voorstellen der
Staatscommissie haar tijdig bereiken,
het plan heeft, dit vraagstuk nog in
den loop dezer legislatieve periode,
althans wat de eerste lezing betreft,
tot oplossing te brengen, doen onder
geteekenden een uitspraak der Kamer
gewenseht achten. Nu de Openingsrede
hierover zwijgt, ligt het in de rede, die
uitspraak te doen in den vorm van een
Adres van Antwoord. De aanbieding
van een adres om algemeen kiesrecht
aan de regeering en de demonstratie,
die daarmede gepaard ging, worden door
ondergeteekenden beschouwd als bij
zondere omstandigheden", die volgens
de op 8 Juni 1906 'aangenomen motie
bij uitzondering de indiening van een
Adres van Antwoord wettigen.
Onder voorbehoud van nadere monde
linge toelichting hebben ondergeteeken
den om die reden de eer, bovenstaand
voorstel te doen.
TKOELSTKA.
SCHAPER.
VLIEGEN.
HELSDINGEN.
HüGENHOLTZ,.
TER LAAN.
DUYS.
Is er «én ander oordeel mogelijk, en
het is trouwens het uitgesproken oordeel
van de gansche pers der Linkerzijde,
dat na een weigering om zelfs kennis
te nemen van zulk een zakelijk voorstel,
défractie der sociaal-democraten met
obstructie die Kamer teistert, waar iets
dergelijks kon gebeuren?
Obstructie is echter een gevaarlijk
wapen. Da heer Troelstra heeft gedreigd,
dat zoo Rechts niet tot inkeer kwam,
de obstructie zou voortdurec; maar reeds
waarschuwt men behalve de Rechter
zijde, aan welke men zegt, dat zij moet toe
geven, ook'de socialisten, dezen om niet
te ver te gaan. Wij zouden thans niet in
de eerste plaats wenschen te' waar
schuwen. Het is nog maar een jaar ge
leden, dat een compacte meerderheid in
dezelfde Kamer, en wonder! onder
dezelfde leiding, een onthutsende dom
perstactiek heeft doorgevoerd en... met
een korte obstructie gestraft is. De socia
listen zeiden toen: Gij weet nu, wat een
minderheid kan, gij zjjt gewaarschuwd.
Wij schreven: wie 't onderste uit de
kan wou, viel het lid op den neus: de
afstraffing zal voor de toekomst hel
pen. Maar ze heeft niet gebaat. Wij
zouden het dus onverantwoor
de l jj k vinden, indien de heer Troel
stra ttans niet, met den steun van
alle domper-vijandigen, de kastijding deed
duren, en het met georganiseerde vin
dingrijkheid en Neierlandsche taaiheid
plus Friesehe koppigheid er eens goed op
zette om aan de z.g. Christelijke meerder
heid eindelijk eea blijk van eenig, zooal
niet christelijk, dan toch minstens
practisch berouw te ontlokken.
Het is een meerderheid geweest zonder
schaamte. Het waren Pruisische manieren.
Zij mogen bij ons den nek worden om
gedraaid.
Wat wilde Lohman? Het is de vraag
waarop wij terugkomen. Want hier
was toch niet enkel kiesrechtvrees, als
Het Volk schreef, in het spel. Wij weten
het niet, maar is soms de storm over
de Koninklijke impopulariteit niet mede
een oorzaak, dat het hek van den dam
sloeg? Mr. Lohman is een man des
Rechts, en het Recht liet hij ala een
vod in den steek. Lohman is echter vóór
alles een geloovige van het Koningschap
büde gratie Gods, en waar hij, na de
obstructie-scènes van het vorig jaar
/'waaronder toen zijn naam reeds schade
leed), misschien maar moeilijk dezelfde
gevaren zou willen loopen om en kei aan
een Kieareehtmanif'statie den luist er eener
bespreking in de Kamer te ontnemen...
het ft bij daar de motiveering van
Troelstra gevreesd óók met het oog op
de dezer dagen onzichtbare Kroon?
Het is maar een vraag.
Er zal trouwens dit is een troost
wel iets uitlekken. Want waar de gan
sche meerderheid, mei uitzondering van
den Voorzitter, Lohman volgde, moet
men veronderstellen, dat iets als een
politiek doe), zij het maar instinctief,
die heeren gedreven beeft. Al mag men
ook hun kudde-eigenschappen vooral niet
te laag schatten. ,
Leeftfidsgrens voor Staats
ambtenaren.
De ondervinding bij het Dapartement
van Justitie opgedaan met het op te
hoogen leeftqd in dienst houden van
Staatsambtenaren en de dientengevolge
genomen zeer kostbare maatregelen*), had,
naar »nze meening, meegebracht, dat ook
bij andere Staatslichamen, ten aanzien
van het in dieist houden van te be
jaarde ambtenaren maatregelen waren
genomen.
Is het toeh niet te kras dat bij het
Staatsliehaam de Algemeene Rekenkamer
de onlangs Overleden Voorzitter den
SO jarigen leeftijd had overschreden en
dat hij vervangen ia djor een lid dat
den 7O jarigen leeftijd reeds enkele j aren
is gepasseerd.
Niet weinig werd er in dit verband
dan ook gelachen over de vraag yan een
vreemdeling aan zijn geleider, die zijne
aandacht vestigde op liet oude en zeer
primitief uitziende gebouw van de Alge
meene ? Rekenkamer of dit nu was een
Hollandsch oud mannenhuis, waarvan hij
zooveel gehoord had. Wij vestigen met
opzet de aandacht op de Algemeene
Rekenkamer waarvan de leden voor
het leven benoemd worden omdat het
meer dan tijd wordt dat dit Staatslichaam
tot zijn recht komt. Behalve het alge
meen jaarverslag, hetwelk in den regel
weinig om het lijf hebbende opmerkingen
bevat, bemerkt men weinig van deze
instelling. En dat niettegenstaande
geruimen tijd wordt uitgekeken naar dege
lijke voorstellen aan het Hoofd van den
Staat in verband met 's lands financieelen
toestand. Dat zulke voorstellen voor het
oogenblik broodnoodig zijn, zal ons voor
zeker niemand betwisten.
In deze alles aan den Minister van
Financiën over te laten wordt eenzijdig
en zeer verkeerd geacht.
Zonder twijfel draagt de keuze der
leden van de Algemeene Rekenkamer,
waarbij geschiktheid voor de betrekking
in de meeste gevallen weinig of niet in
aanmerking wordt genomen, tot den be
doelden ongeweneohten toestond het hare
bij, doeh de hoofdoorzaak is het op te
hoogen leeftijd met aankleve van ge
breken en ziekten in dienst houden der
leden.
Reeds vroeger is op het veikeerde van
eene benoeming voor het leven gewezen.
Zoo werd in het Voorloopig Verslag over
de thans geldende Grondwet het vol
gende opgemerkt: ,Verscheidene leden
zouden het voorschrift, dat de leden der
Algemeene Rekenkamer voor hun leven
werden aangesteld, wenschen te zien
aangevuld met eene bepaling, dat hun
bij het bereiken van een leeftijd, door
de wet te regelen, ontslag verleend wordt."
De toenmalige Regeering gaf daarop
het volgende antwoord:
De Regeering acht het niet wenschelijk
te bepalen, dat aan d) leden der Alge
meene Rekenkamer, bij het bereiken van
een door de Wet te regelen leeftijd, ont
slag wordt verleend.
Blijkt, ondanks hoogen leeftijd, de
geschiktheid voor deze betrekking aan
wezig, dan zou, gelijk reeds is opgemerkt
in de Memorie van Antwoord op art. 164
met betrekking tot de leden der rech
terlijke macht, men met de aanbevolen
bepaling den Staat zonder reden
berooven van goede krachten en de schat
kist bezwaren met pensioenen of
nonactiviteitstraktementeD. De regeling in
art. 3 van de Wet van 5 October 1841
(SM. No. 40) moge gebrekkig zijn, zij
kan door den gewonen wetgever ver
beterd worden. Een grondwettelijke be
paling is daarvoor niet noodig."
Na deze toelichting werd het be
trekkelijk artikel zonder hoofdelijke stem
ming in de Tweede Kamer goedgekeurd.
Het door de toenmalige Regeering
ge*) Zoo weiden bj| Koninklijk Besluit van
18 Augustus 1911 gepensionneerd M'. W. J.
Karaten. Raadsheer in den Hoogen Raad
met ? 5OOO en M-. H. Binnerts,
vicepresident tn een gerechtshcf met ? 45OO
'ti jaara.
geven antwoord heeft velen in den lande
niet kunnen bevredigen. In de eerste
plaats omdat noch vanwege het Hoofd
van den Staat noch van de zijde der
Regeering eeaig middel wordt toegepast
om zich van de geschiktheid voor hun
werkkring bij de leden der Algemeene
Rekenkamer te verzekeren en dat de
uitgaven voor pensioenen enz. zoo luttel
zijn dat ze niet* mogen beletten om tot
een beteren toestand te gerakea.
Veel zou in deze reeds gewonnen zijn
als de leden der Algemeene Rekenkamer,
evenals de Hoogleeraren (Professoren)
verplicht zouden worden op 70 jarigen
leef tijd ontslag uit 's lands dienst te nemer.
Het zal o. i. de moeite lopnen dat de
Commissie, welke zich onledig houdt met
het ontwerpen van een gewijzigde Grond
wet, ook dit punt onder de oogen ziet.
G.
Scciafo
Rooierelt o?er
Bij zijn laatsten tour door de Vereenigde
Staten heeft Boosevelt o. n-, ook eenige zijner
voordrachten gewijd aan den kinder-arbeid
op fabrieken en werkplaatsen in
NoordAmerika, en daarbij z\Jn oordeel gezegd
over hetgeen aan de wetgeving in dezen
te doen staat.
Rooaevelt deelde mede, dat in de
Vereenigde Staten meer dan 1.700.000 kinderen
benedtn 15 jaar geregeld werkten op het
veld en in de fakriekem en werkplaatsen.
Deze jeugdige werkkrachten, zoo zette hij
uiteen, kunnen voor het overgrootete deel
wel ontbeerd worden, want aan
wtrkkrachteu ontbreekt het, door den voort Jureuden
toevoer uit andere werelddeelen, in Amerika
nimmer.
Maar, zoo vervolgde hu, de zucht naar
winst, de jacht op goedkoopo werkkrachten,
is niet te verzadigen! Zulk een jongen of
meisje werkt immers voor een dtrde van
het loon wat men aan een volwassene moet
betalen! Dat heeft geleid tot het voortdu
rend toenemen van het aantal jeugdige
werkkrachten in sommige iudustneele be
drijven. In de boom wolspinnerijen in de
Zuidelijke Staten werken thaou zes maal
meer kinderen dan twintig jaar geleden;
zij moeten daar dikwijls 12, 13 a 14 uur
per dag werken, voor lage loontj s. Vele
kinderen werken er van 1 1A uur ' morgens
tot 624 uur des avonds, te midden van het
helsche lawaai der machines, in een onge
zonde, vochtige atmospheer.
In het Noord Oosten en in het Westen
der Vereenigde Staten is de toestand nitt
veel beter. In de mijnen, in de spinnerijen
en iabrieken, zelfs voor de smeltpyecs en
andere zweetholen van PennBylvanië, overal
vindt men talrijke kinderen, die een deel
hunner vrijheid en hun recht op het geluk
der kinderlevens moeten ifferen op het
altaar van het kapitaal. De meisjes gaan
naar de fabrieken, de jongens naar de mijnen;
en het voortgezet onderwijs wordt geheel
verwaarloosd. De knapen moeten in de
mijnen de kleine kolen wagens voortschui ven,
den heelen langen dag, voor een oon van
vijf a zes dollarcents per dag. In de Ver
een' gde Staten zgn er nog wel 2400 kin
dereu, die in de mijnen en steengroeven
werken. Een onderzotk vanwege de Regee
ringen van New-Yersey en Pennsylvanië,
ten behoeve eener betere wettelijke be
scherming, bracht aan het licht, dat in deze
beide staten nog 14000 kinderen van 6 tot
14 jaar in glasfabrieken werken. De staat
New- York heeft wel een wet tot bescher
ming van kinderen tegen de schadelijke
gevolgen van den arbeid ia industrie enz.,
maar de huis- industrie wordt door deze
wet niet beheerscht, en speciaal de kunst
bloemen-industrie teert op deu arbeid der
kinderen. New- York telt honderden en
honderden knapen, die als looj jongens"
geëxpkyeerd worden, en niet zelden 20, 30,
ja tot 40 uren toe achtereen dienst moeten
doen. Dan in hun nige rust: een kwar
tiertje tslaap tusschen de boodschappen in
op de harde banken in de wachtlokalen
der kantoren. Zoo komt het, dat zoo
dikwijls de jongens op straat door ver
moeidheid overmand worden enioeenzinken.
De lichamelijke en geestelijke schade, daar
door aan de kinderen toegebracht', is onbe
rekenbaar, en is een schade die toegebracht
wordt aan het geheele volk. Zér trt ff and
zoo zeide Roosevelt dan tenslotte karak
teriseerde een bekend Amerikaan sch socialist
dezen kinderarbeid en zijne gevolgen aldus :
Een industrie of bedrijf, waarin de levens
kracht d r kinderen in WINST wordt omgezet,
terwijl voor de wrakken van menschen die
er door gekweekt worden, de zorg aan de
gemeenschap wordt over gelaten, ontneemt
aan de samenleving iets wat haar nimmer
meer kan worden teruggegeven."
En de oud- President droog dan aan op
een betere, sterker doorgevoerde
arbeidsvre' geving tot bescherming der kinderen,
want trots enkele goede wetten in sommige
staten, wordt over 't geheel genomen in
geen enkel beschaafd land zoo weinig tot
bescherming der kinderen gedaan, als in
de rijke Vereenigde Staten!
Deze felle aanval Tan Roosevelt op de
Amerikaansche industrie en de Arbeids
wetgeving is in tal van bladen opgenomen,
en heeft blijkbaar nogal diepen indruk
gemaakt.
Toch mag het eenigezins verwonderen
dat de aanval gericht is tegen de arbeids
wetgeving en niet speciaal tegen de wijze
waarop de doorvoering der bestaande
wetgeving verwaarloosd wordt; want in
beschermende wetsbepalingen staan de
Amt rikaansche Staten niet ten achter, zelfs
niet wat de tijdsperioden aangaat. In
Pruissen werd voor het eert in 1832 een wet tot
regeliog van den kinderarbeid door dea
koning bekrachtigd, in 189 en 1853 ge
volgd door bepalingen omtrent den kinder
arbeid ip fabrieken en werkplaatsen, waarbij
de arbeid van kinderen beneden resp. 9 en
12 jaar werd verboden. Ia Maart 1903 zijn
daarvoor de thans geldende bepalingen in
de plaats getreden. In Frankrijk werd bij
eene wet van 1841 bepaald, dat kinderen
tot' 8 jaar niet in eenigerlei bedrijt aan den
arbeid gezrt mogen worden; later dooreen
arbeidsverbod tot het 12e jaar vervanger.
In de Vereenigde Staten is, naar men
weet, de arbeidswetgeving aan de regee
ringen der respectieve bondsstaten overge
laten. In 1836 werd voor het eerst in den
staat Massachusetts een wet op den kinder
arbeid uitgevaardigd; in 1842 gevolgd door
eene dergelijke wet in Connecticut, in 1949
door soortgelijke bepalingen in Pennsyl
vanië, in 1851 in New-Yersey, en tot 1888
volgdtn nog zeven andere staten dit voor
beeld. Sedert hebben de wetgevende bepa
lingen zich voortdurend tot sterkere be
scherming ontwikkeld, maar in eenige sta
ten is men, onder den tegenstrevenden in
vloed van machtige groepen industrieelen,
halverwege blijven staan, en is het werken
van kinderen in den eenen staat tot 14 jaar
verboden, en in den anderen beneden 12
jaar zelfs nog geoorloofd. Alles komt er
bijna aan op de doelmatigheid van het toe
zicht, de inspectie,.die op de doorvoeringen
van bestaat de Bepalingen lot, en te dien
opz:chte laat de toestand in verschillende staten
nog alles te wenschen over. Een machtige,
voor geen ondernemers-invloed terugdein
zende inspectie, door de regeering gesteund,
ea een rechtspraak die de beteeken is der
arbeidswetgeving en de overtreding der
arbeidswetgeving naar hare waarde weet
te beoordeelen en te straffen zoo schreef
indertijd Miss Florence Eellry, een der
inspectrices, slechts déze zullen in staat
zyn, aan de inderdaad ergerlijke kinder
uitbuiting in Noord-Amerika een einde te
maken.
En wüvoegen er bij: .niet allén in
Amerika!"
S.
in.
Het is menschelijk, dat men, bewust of
niet, geen volle recht laat wedervaren aan
wat men niet geheel binnen zijn sympathie
bevatten ka-. Lof hangt af van genieting,
van 't genietingavermogen des beoordeelaars.
Ka dat genietings-vermogen, beperkt binnen
de voorliefde en de neigingen die natuur
en opleiding kweekten en vast legden, .wijkt
niet dan met weiger-gebaar af van gevoele
en waardeerings-gewoonten, en zal dan on
willekeurig hoedanigheden over het hoofd
zien, waar deze niet op het onmiddellijke
vlak staan zijner ais thesis. Ku zal de eigenlijke
criticus, da vak" criticus, door 't feit, dat
hij niet behoort tot de hoofdzakel
kecheptenden, en dus buiten de passie der
zelf- vei dediging, buiten de jaloersche liefde
om 't eigen werk zijn oordeel velt, zijn geest
te scherpen en zijn onderscheidings macht
te oefenen hebben tegen dergelijke een
zijdigheid. Hem echter, wlen de eigen
dichtarbeid een eenwig toezicht of, een altijd
worstelen met, en ook een innige liefde voor
de eigen gewaarwordingen en dezer uiti; g
hei f i geleerd, hem is het o ?er't algemeen
onmogelijk, t rijgt bjj verzen onder tjjne
tuchiigende tf lodende keuring, deze geheel
aan vergelijking te ontinkken met de
inzichten, die de dageljjkfche oefening hem
heeft gegeven; hy wpidt de
noodzakelqkpartijdige; van hem is niet te verwachten,
dat by onbevooroordeeld voor andermans
werk komt te staan. Daar hy echter sy'ne
partialiteit kent; er beducht voor is; er
tegenover wil stellen zy'n goeden wil, zijn»
eerlijkheid, en al de middelen van verweer
tegen de eigen neigingen, sal zijne kritiek
of die van minder betrokken recensenten
het winnen, misschien in diepte, door de
zncht naar zuiver karakteriseeren en 't
naspenren van de redenen die de besproken
dichter voor zyn werk als verdediging aan
kan voeren. Zoo hou ik niet veel van
Het Lied van Schijn en Weien. Tweede
Boek",dat Frederik van Eeden büW. Verelcys
te Amsterdam heeft uitgegeven, en ik zal n
zeggen waarom ik er niet veel van hou. Maar
ik zal u tevens duidelijk trachten te maken
waarom Fraderik van Eeden het wel mocht
maken zooals hij deed, zonder dat hij buiten
de Pc ede viel. En daarop zal ik besluite n
met aan te toonen, hoe hij er nochtans niet
volkomen in slaagde, echte, laat s t a» n
schitterende Pcësie in dit boekje te scheppen.
Men heeft Frederik van Eeden dikwijls
ver