Historisch Archief 1877-1940
Na 1787
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
lummnimmmtimiitmmmiltmmntmiimminimmiiimmimmniilMmnnminiinunnHiilinuinnMi mn
mnmitMtmmtnminimmimiMiiititmmitimmntiiimumiinnMmvmmiiimmtMMumMmmiiiniimiummnmmiiimmiHmmmimitiimmuiuMummu^
man haar 't hoogat-noodzake'ijke geld voor
haar toilet onthield. Van self is bij dit ge
ding de vraag ter sprake gekomen wat dit
hoog-noodige" voor het toilet in heeft, en
de advocaat der aanklaagater heef C haar dus
verzocht een lijst samen te stellen, van wat
ig voor haar toilet onontbeerlijk acht. Op
deze lijst komen o. a. de volgende merk
waardige posten voor:
Odeurs en toiletwater .... 1450 Galden
Poeder voor 't gelaat .... 900
Voor 't onderhond der handen. 480
Aan den kapper 850
Tandpoeder, haarwater enz. . 750
Ik moet het eerlijk bekennen... de rech
ter moet wel een ultra-galant man ijjn, om
rich in dit geval aan -4e *ijde d*K&laagster
te stellen.
***
Qotd baantje.
Een alleraardigste staatsbetrekking in
Frankrijk is het baantje van kamermeicje
van de vrouw des eersten ministers". Dit
kamermeifje, door de republiek aan Hare
Excellentie als steun en hulp toegevoegd,
geniet vrjjèkost en inwoning en bovendien
een salaris van 100 francs in de maand. EQ in
de laatste jaren worden door deze functionaris
de doitjea al heel gemakkelijk verdiend,
want sedert den val van minister Combes
is er «een enkele premier" geweest... met
een vronw. Ze waren allen vrijgezellen,
weduwnaars of gescheiden mannen.
* *
*
HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiimiimiiiiiimiiiiiiiimiii m minimi
UIT DE NATUUR.
CDXLV. De maan van den Harz.
Elk landschep vlak of bergachtig, eentonig
of afwisselend heeft sjjn geschiedenis; een
geschiedenis van zijn ontstaan en lote wisse
lingen, even belang
wekkend en dikwijls
even belangrijk ook,
als de geschiedenis
van zijn bewoners.
Jammer, dat het dik
wijls BOD moeilijk is,
het verhaal er van te
lezen.
Want eerst na veel
oefening en studie
gelukt het een
gednldigen waarnemer in
de plooien en richels
van het terrein in
de heuvels en dalen,
in de steenen en plan
ten, ook een enkelen
maal in de dieren,
de bronnen te her
kennen van de ge
schiedenis van het
landschap; bronnen,
soms zeer duidelijk,
soms ook even vaag
en raadselachtig als
de oude documenten,
de overleveringen en
de opgegraven voor
werpen, waarop de
oude geschiedenis der
landen berust. Toch
ia het aan de beoe
fenaars van de ge
schiedenis der aarde,
de geologen, dikwijls
gelukt, door scherp
waarnemen en ver
gelijken, over het ge
beuren in vroeger
tijden, een gissix g, een
onderstelling te ge
ven, die op goede gronden rustte, en die
door latere ontdekkingen tot algemeen gel
dige waarheid werd verheven.
Wij, eenvoudige natuur vrienden, profiteèren
dan, met opoffering van een beetje tijd en
moeite voor lectuur, van de zoo zwaar ver
kregen wetenschappelijke waarheden en ge
nieten dubbel op onze wandelingen en reizen.
Het landschap om Frankenhausen am
Kyffbanser, waarvan ik n in de volgende
opstellen het een en ander hoop te vertellen,
Wreede weelde.
In de 16a en 17e eeuw was men in Veneti
zeer trots op de kant-industrie. Er werd door
de vaardige vingertjes der zwart lokkige
Venetiaansche meisjes in die dagen kant
gemaakt, die van buitengewone gratie en
schoonheid wac. Om het geheim van dezen
kanstar bei d binnen de poorten der stad
te houden, was het aan de kantwerksters
verboden zich elders te gaan ves igen.
Wie 't waagde tegen dit gebod te zondigen,
was kort en goed vogel'rij en werd met
de doodstraf bedreigd. Dit werd echter
op den duur nog niet voldoende geoordeeld,
want gelukte het een kantwerkstertje om te
ontsnappen, dan was het mogelijk, dat zjj
Oorden bereikte, waar de vierschaar der
machtige republiek geen vat meer op haar
had. Toen werd de straf bepaling op monster
lijke wijze versterkt door ook vader en
moeder van de kantwerkster, die 't mocht
wagen om te ontsnappen, met een
doodsoordeel te bedreieen. Mij dunkt het werd op
deze wijze een hachelijk beroep en niet velen
zullen 't zich meer gekozen hebben. On
begrijpelijke yieltuiten moeten die
Venetiaansche juffers geweest zyn, die baar invloed
lieten gelden tot 't nemen van snlke dras
tische maatregelen, om allén te kunnen
prenken met de prachtigste kant versier in gen
van de wereld. Dit en nog veel meer vertelt
ons mr. Vlielander Hein in zijn belangrijk
Opstel over Kant".
llllltlllllltlllllllllllllllllllllMIIIIIMIII
verdient in elk geval uw belangstelling,
zoowel door zijn oude als door zijn nieuwe
geschiedenis. Wie het Kyffoau'er-gebergte
daar zoo eenzaam in de groote vlakte ten
zuiden van de Harz op een landkaart ziet
liggen, vooral op een bergkaart en nog meer op
een geologische kaart, komt allicht tot de
vergelijking met de aarde en de maan. Inderdaad
het liet daar in de ruimte zoo klein en zoo nabij
den Harz, en het lijkt in veel opzichten zoozeer
op een verkleinde editie ervan, dat de ver
gelijking een heel eind doorgevoerd kan
worden. Tot zelfa in hun tegenstelling gaat
de overeenkomst op tusschen de waterrijke
Harz en de bronnenarine en rivierlooze
Kyffbauser.
En even als maan en aarde byeenbehooren
naar hun oorsprong, vorming en materie
Een uiteet.
Rijke kant was een onmisbaar attribuut
van de kieeding van vorsten en vorstinnen,
en er werden on geloof el yke sommen aan
besteed.
Vooral aan 't hof van de Fransche koningen,
en meer speciaal aan dat van Lodewyk XV
was de kanten ode bjjca een manie gewordan.
De dochter des koning» bezat een Uouaseau,
waarin zich voor 625000 francs aan kant
bevond en madame de Matignon ontving
een kanten uitzet van 100,000 cni.
# *
#
Electrieche keuken. t ^
De geheimzinnigste ..aller natuurkrachten,
de electïiciteit.isthagjarbeüs een huis vriendin,
van ons geworden. Za boudt, om zeo te zeggen,
een meid uit 't huis. Niet alleen voor licht
en voor verwarming zorgt ze, maar ze ver
leent zelfs hulp in de keuken en even goed
als een volleerde keukenprinse'. Een medewer
ker van het Dnitache tydfcttrift Daheim bracht
een bezoek aan een ultra modern ingericht
huiahouieu, waar mevrouw hem met trots
haar electrische keuken toonde. Een zeer
kleine en beknopte dynamo verrichtte er
o> der de leiding van een handig dienstmeisje
allen arbeid, schil ie aardappelen, hakte
vleescb, kookte en braadde, poetste en
schuurde, wascht e glazen en borden, schrobde
en dweilde... het was een herleving in den
nieuwen tijd van de vlijtige kabouters uit het
hetzij da maan uit de reeds ge vormde aarde
afgezonderd werd of dat aarde en maan ont
stonden kort na elkaar uit denzelf <ien etofoe vel.
Zoo behooren ook Harz en Syffoaaser bijeen
naar hun oorsprong en materie.
O ad zyn ze, veel onder dan de zooveel
hoogere Alpen en Pyreneeën. Toen die nog
geboren moesten woiden, stond nun oerbeeld
al klaar in West- en Midden-Europa. Uit
Frankrijk, met een boog naar het N. Westen
over Engeland, ons land, met een tak naar het
Oostentotin Bohemenen oij Weenentoe, door
liep het groote gebergte, de
Middel-Europeesche Al perikelen, ons werelddeel. Het werd na
den steenkooltijd gevormd; vlakke, honderden
meters dikke, verharde bezinksels werden
langzaam door een omzaglijken druk, die uit
het Zuid-Oosten opkwam, in plooien gelegd
en tot geweldige bergen omboog geperst.
Regen, wind en vorst begonnen, tegelijk en
dadelijk al, hun slopend en vereffanend werk.
Wat de eerste groote en algemeene opplooiing
bad omhoog gebracht, werd korrel voor korrel,
steen voor steen, gesloopt, weer naar beneden
gespoeld of in de vlakte geblazen, zoo lang
tot de hooggebergten tot mid iel gebergten
en lager waren gedaald; met hun puin werden
diepe dalen, meeren en zeeën gevuld. De
Alpenketen werd in stukken gesneden, ver
brokkeld tot lo-se restanten, eigenlijk niet
veel meer dan de voetstukken der Alp gevaarten
die eens met hun top de wolken doorboerden.
Die sokkels en pedeitallen, die wortels en
kernen der voormalige Alpen, ze vormen
samen het verspreide bergcomplex, dat nu
nog Europeesche Middel zebergten wordt
genoemd: de Ardennen, Ry n ge bergt en, het
Erts- en Reuzengebergte, de Vogezen en het
Zwarte Woud en oo£ Tanringen en de Harz;
het zijn niets dan laatste restjes van de aloude
Hercynische Alpen, het bovenbedoelde voor
malig V-vormig gebergte, waarvan de ooste
lijke tak Variecische Alpen wordt genoemd.
En die kernen en voetstukken hebben nog
veel lager stand g»kend dan ze nu innemen;
na den plooüngstyd en den tijd van sloping,
bad bun puin alle dalen en diepten gevuld.
Een droge periode volgde, waarin, groote
afwisseling en temperatuur het
verweerirgsen verkleiningswerk voortzette.
MiddelEnropa werd een heuvelige woestijn met
roode, zandige en steenige hoog vlakten, en met
weinig verheffingen; dat was de tyd die
den zonderlingen, maar verklaarbaren naam
draagt van het Bood-liggende. Ook dat
woeatijnland verzonk. Diep daalde het eens
zoo hoog gebergte, zoo diep, dat de zee het
van het zuiden kon binnendiingen, langsaam
won het water veld, trok zich terug, kwam
weer met beter succes, tot al het land van
oude sprookje. Voor de verrichtiogvau 't een of
ander huis werkje werd eenvoudig 't
gewenechte huishondinstrnment door een stop
contact met de geleidingsdraad verbonden.
f n het lieve leven ging ongeitoord zyn gang.
Het was een ideale toestand deze electrische
kenken, die wonderlijke toekomstdroomen
schept. Op den duur zal men in de keuken
geen keukenmeid meer nooüz hebben maar
een méchanicien, en dan wordt 't werk drie
maal zoo gauw en :oo goed gedaan. Misschien
beleven we nog wel den tijd, dat de huis
vrouw in haar bondoir zit met een klein
toetsenbord voor zich op haar fraai gebeeld
houwd schrijftafeltje, en zoo het heele
mechanische keukenbedrjjf leidt zonder eenige
meneehelyke hnlpll O, zalig vooruit richt...
dan zal de dienstbodenplaag eerst voorgoed
tot 't verleden behooren l ."^
Engelatd tot Raaland n groote middelzee
was geworden. Een stille zee, niet zoo diep
als een Oceaan, maar toch op verschillende
tijden en verschillende plaatsen met eenige
honderden meters water.
Ean zeer ongestadige en ongedurige zee
moet het geweest zijn, deze Zechsteenzee, die
na de Roodliggende tijden Noord- en Middel
Dnitschland ook ons land overstroomde, en
er zijn zegen in liet zinken. De bergen, ook
Harz en Kyfftauser werden toegedekt met
een deken van gips en zout.
Maar dat gebeurde eerst, toen ook de Zech
steenzee al weer voor goed moest terugtrekken
voor een weer zacht opplooiende enoprei «>nde
aardgolf. Met komen en gaan liet de
Zachs t een zee haar kalken en zouten vallen. Kalm,
geleidelijk, ging het, naarmate de wateren
wegdampten onder de heete zonnestralen en
de warme winden.
De binnenmeeren, verdwijnende resten van
een groote zee, zooals de losse lage middelge
bergten het eens waren van dn groote Alpen
keten, krompen langzaam in. En weerkvam
een droge tijd, de tijd van woestijnachtige zand
stormen met roode stof wolken, en dat stof over
dekte zechsteenkalk en zechsteenzout en be
groef ze diep onder roode of bonte zandsteenen.
Want de Dyaa-tijd" of Tweevoudigeperiode"
d.i.die van roodliggenden zechsteen was al weer
voorbij; nu kwam de drievoudige tijd de
Trias", die met zaedsteenoverdekkiBgen begon
en met zee- en rivierafzettingen Moeselkalk
en Keuper eindigde. En in deze lijden werden
Hürz en Kyffoauser opnieuw toegedekt met
dikke lagen zand, kalk en klei die tot steen
verbard werden door bergdruk en door de
scheikundige werking van het diepte-water.
Zoo ging het nog ondenkbare tijden voort;
nog eens werden de oude kale granietkernen
door zeebezinkselen toegedekt, die door regen
en wind weer gedeeltelijk werden weggevoerd.
En weer begon een drukking een tweede
opptooiing, nu in andere ricbticg:
ZuidWest naar Noord-Oost, de oude en nieuwe
lagen op nieuw te plooien. Met die opper
sing van de harde steen lagen ging het
niet zoo zachtjes toe als vroeger, gewel
dige barsten en spleten ontstonden; een
groot blok van tientallen kilometers lang
werd hier opgeheven; er braken bergstukkeu
af van hun belendende rotsen; die schoven
of zakten langhaam weg; urenlange spleten
en kloven ontstonden; deze werden opgevuld
of bleven als dalen voortbestaan en werden
door rivieren verder uitgediept. Zoo daalde
ook ten noorden en ten zuiden van het
Harz gebergte de bodem. Als een rotseiland
b eef de groote Harzklomp staan, hoog boven
de vlakte uit; zijn zuidraud zonk het diepst;
en een eind zuidelijker nog ontstond een
tweede nog dieper aa'dspleet; evenwijdig met
de eerste; zoodat tusschen deze twee verzon
ken dalen ook een brokje staan bleef, ge
scheiden van den Harz; maar er dicht bij;
en er op ge ijkend a's een maan, een satel
liet van de groote klomp; dat is het kleine
ma°sief van den Kyfi anser.
En nu nog even de ga volgen van zulke
spleetverzinkingen voor de oppervlakkige geolo
gische gesteldheid van den bodem. Als ge
op een groote inlegtafel boven elkaar ver
schillende lagen legt, bijvoorbeeld drie
n van zand, n van klei en een van fijn
grint en ge laat n of twee zy iladen van
de tafel zakken, dan zal de hoogste laag van
het gezonken tafeldeel, met het laagste van
het staangebleven deel, gelijk komen te liggen,
of nog lager. Dat is dnideljjk. Even duidelijk
is het ook, dat, toen van de hooge
Harzbergen, de zeebezinkselen en andere
belegBeien uit later tyd (uit den Dyas , de
Triasen den Tertiairtyd) al grootendeels wegge
spoeld waren, ze nog in die verzonken diepten
aanwezig moesten'zijn, bedolven onder afge
stort puin, rivier of zeezand. Daar na de
Kyffbauser een deel is van den al eenigszlns
gezonken znidrand van den Harz ligt daar
nog aan de oppervlakte wat
vandenNoordHarz allang is weggespoeld, of weggewaaid.Zoo
ook in de diepten, de verzieken dalen of sple
ten, de Ooldene und de Diamantene Ane, gele
gen tnaechen Harzen Kyfi au-er en weer
tusschen Kyffbauser en een hen relkling ten
zuiden ervan (de Hainleitf.)
Het is een trap van drie stoepsteenen in
e«n plas, om zoo te zeggen, Harz, Kyfhauser,
Haioleite, waarvan de hoogste, de Hare, de
oudste gronden Silnre De»on, tot Carboon
bezit. De middelste de Kyffhanser, toont nog
de Dyas en de laagste de Haioleite, b e* f c de jon
gere Trias gronden bewaard. Tuaschen deze
drie liggen de beide al genoemde lengte dalen;
tegen de r at d-n daarvan kruipen de bezink
sels uit de Zechs'een-zee op; en die dalen zijn
in het mid ten gevuld met het puin en de
afspoelingen en afiettingen van kalk, klei
en zand; een mennse, dat de vrucht baarsten
bodem geefr, die men wenechen kan. Daar
onder ligt het steenzont en het
landbonwzout diehonderd meter diep.
Wie op het hoogste trapje van het
Barbarossa-monument ttsat, kan alle drie treden
van het verzonken land overzien als een
panorama.
E. HETMANS.