Historisch Archief 1877-1940
l*. 1788
DE AMSTEEDAMMEE
A°. 191
WEEKBLAD VOOK NEDEELAND
redactie
Bit numner btrat een bflroegseL
'. L. W
mtg«Tfnt TAV HOLKEMA ft WARENDORP, Ketsengraoht 333, Amsterdam.
Het antemrecht TOOI den inhoud Tan dit Blad wordt Yvnakwi ?vwMnkamrög de wet ran 28 Juni 1881 (Staateblad No. 124).
por 3 maanden / 1.60, £r. p. post / 1.65
T««r tafiéper jaar, bq vooruitbetalinf, » mail 10.
i Nummers aan de Kiosken verkrfobaar 0.12'
Zondag l October.
Advertentiën van 1?5 regels / 1.25, elke regel meer. .
Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel
Reclames per regel
? 036
. 030
0,40
INHOUD:
TAN VEBKB EN VAN NABIJ: Ean terug
blik, door B., met naschrift van de Bed.
FjtaDen. Leeftijdsgrenzen voor
Amb'enmren, door dr. J. C. Costerns. Kaar welke
Zjjde Front? door H. E. Ter gelegenheid
TUI het congres der Corda Fratres, door mr.
C. L. Torley Da wel. FEUILLETON: De
wraak vaa Neptunna, door P. M, Wa.
KUNST SN LET IS REN: Ver van de
menMhen, door Josef Cohen, beoordeeld door
Frana Coeoen. Muziek in ie Hoofdstad.
door Matthfja Yermenlen. De Kinemato
graaf als Hervormer, door v. W. Cr. '
BEBICHTEN. 7BOUWENBUBRIEK: Het
feminisme in Finland, II, door Emma
Saltcman. Octoberavond, dóór Feerke den
Belg. ALLERLEI, door lllegra. UIT
01 TAXUUB, ioor E. Heiman». Michael
Sarvet, martelaar, met af b., door dr. T. F,
89vensma. Bq Van Wisselingh & Co., door
W. Steenhoff. Hollandsche
TeakemnaatBchappq, I., door Plasschaert,?Straattelefoon,
met af b., door M. C. CIARIVABI.
FINAN JIEELE EN OECONOMISCHE
KBONIEK, ioor v. d. M. en v. d. 8. Iets over
eenjarige lomerbloemen, door A. W.
SCHETSJE. Brieven van Oom .Todocu?.
SCHAAKSPEL. DAMBUBRIEK.
ADVfiRHïNTIEN.
flIMHIIIIIIIIIIIII
Een terugblik.
Nu men vrij algemeen de nachtmerrie
Tan een Fransch-Eagelsch-Duitschen
oorlog om Marokko van zich begint af
te schudden, mag wel gevraagd worden
cf werkelijk in de bijna drie maanden,
die achter ons liggen, de vrede groot
geraar heeft geloopen verstoord te worden.
Het antwoord maet stellig ontkennend
zijn; en zoo min als in alle lagen des
volka, in de provincie en in de
hoofdet id behalve dan misschien in de
grensstreken die van zelven aangewezen
zijn het terrein van het eerste
samentreffan 'te worden en waar dus de be
woners altijd voor een gemakkelijke over
spanning vatbaar zijn aan een aan
staanden oorlog geloofd werd, zoo min
leeft in de hoogste regeeringskringen de
twijfel aan gunstigen afliop der onder
handelingen geheerscht. Eén oogenblik
alleen is er geweest dat aan het ministerie
van Buitenlandsohe Zaken de vrees voor
een kink in den kabel zich heeft voor
gedaan, en dat is geweest toen in het
begin der vorige week de z.g. goed
ingelichte bladen" mededeelden dat op
Tojrstel van Duitsche zijde de wisseling
van schriftelijke nota's door mondelinge
besprekingen vervangen zou worden. Zij
zouden, die bladen, dichter bq' de waar
heid geweest zijn dan zij waren, indien
zij gezegd hadden dat de Duitsche Staats
secretaris toen wel een schriftelijke nota
aan den heer Cambon had overhandigd,
die op het Fransche ministerie van
Buitenlandsche Zaken een hoogst
ongunstigen indruk had gemaakt, maar waarvan
de gevreesde nadeelige gevolgen juist
bijtijds zijn afgewend deor de energieke
houding van den Franschen gezant te
Berlijn, die, door er in een onderhoud
met den heer Von Eiderlen Wachter
met nadruk op te wijzen, dat de hand
having der in die nota vervatte eischen
tot het afbreken der onderhandelingen
zou kunnen aanleiding geven, een plotse
linge wending teweeg bracht, die den
weg tot een bevredigende oplossing
opende.
Maar het is in dit voortaan historisch
trimnster het was de eerste Juli dat
de Duitsche kanonneerboot Panther voor
Agadir verscheen vreemd toegegaan
met de waarheid, zooals züaan de wereld
is voorgehouden door hen, die nu eens
de voorlichters, dan de spreektrompetten
der publieke meening heeten te zijn;en
dit heeft veel meer in den vreemde dan
in Frankrijk zelf aanleiding gegeven tot
het vormen van een onjuiste voorstelling
Tan den stand der zaken en van den loop
dei gebeurtenissen.
Het buitenland, dat geen andere bron
nen heeft dan de berichten en commen
taren in de Fransche bladen, moest wel
afgaan op hetgeen deze mededeelden,
-«n daar de waarheid niet kon, niet mocht
gezegd worden, heef c zich i a het buiten
land de meening gevestigd dat de
Fransche pers het er op toelegde een
oorlogszuchtige stemming te wekken en
aan te blazen.
Dit is slechts geldend voor een klein
deel der pers, gevormd door bladen die
een specialiteit maken van patriotisme,
van militarisme, van chauvinisme, en
daarbij (wat een toevallig samentreffan
is) van alle officieele inlichtingen ver
stoken zijn *).
Orerigens heeft de rol der pers zich
bepaald tot het kracht bijzetten aan de
Fransche politiek in de onderhandelingen
te Bjrlijn. Mocht er van een parool ge
sproken worden want het is zeker
dat in deza de goed ingelichte bladen op
eigen verantwoordelijkheid, zij het dan
ooi naar welbegrepen wenken, handelden
dan mag worden gezegd, dat zoowel
voor als na, maar m >er no£ na dan voor,
het kritieke oogeiblik: van 18 dezer, dat
parool geweest is: niet te optimistisch
zijn in de pers. E a dat is hieruit ver
klaarbaar, dat het niet toegeven aan de
hooggestelde eischen van Duitsehe zijde
zoo kon gesteund worden door de over
legging van hetgeen overal in het bui
tenland gold voor een trouwe afspiegeling
der Fransche openbare meening.
Op hoe verschillende wijze door die
blaien werd gebruik gemaakt van de
inlichtingen, die zij uit dezelfde (d. i.
officieele) bron ontvangen hadden, en
hoe iteenloopend de commentaren waren
die door het een of door het ander er
aan werden verbonden, kan ik aantoonen
met dit voorbeeld van twee ochtend
bladen, die beiden het vertrouwen van
het ministerie bezitten, en van 'welken
op een zelfdan dag door het eene wordt
geschreven: Dj verschillen in de
gezichtspunten tusschen Frankrijk en
Duitsohland zijn belangrijk", gevolgd
door een pessimistische uitlegging dier
gezichtspunten en een sterken drang de
lichting onder de wapenen te houden,
terwijl het andere schrijft: Op weg
naar de oplossing... DaFranech-Duitsche
onderhandelingen hebben een werkelijken
voortgang gemaakt", gevolgd door de
madedeeling dat een vluggere wijze van
behandeling is aanvaard en een beslis
sende overeenstemming aanstaande blijkt.
Geheel juist was noch het eene noch
het andere blad, want op dat oogenblik
liepen de onderhandelingen nog over het
stelsel der capitulaties (consulaire recht
banken) en over den aanmatigenden eisch
van Duitschland, met den Sultan van
Marokko, buiten Fransche inmenging
om, afzonderlijke traktaten te kunnen
sluiten. Toch waren beiden geheel in
hun rol, want van het eerste blad, zeer
verspreid en gewaardeerd in militaire
kringen, kon de meening als vogelver
schrikker dienen, en het tweede blad,
zeer verspreid en gewaardeerd in de
provincie, deed zoo zijn stem vol gerust
stellende klanken door da landelijke en
kleinstedelijke bevolkingen van geheel
Frankrijk hooren.
Dat die geruststellende stem niet bij
zonder noodig was, heb ik reeds met een
enkel woord gezegd: die bevolkingen
geloofden en gelooven niet aan oorlog.
Maar... zoo het er al onvoorzien en on
verhoopt toe had moeten komen, o, dan
mocht er geen twijfel bestaan of de
regeering, die de zware verantwoorde
lijkheid aandurfde Duitsche eischen ta
weerstaan, die het nationale belang en
de nationale eer van Frankrijk aantastten,
kon er op rekenen geheel het volk achter
zich te hebben. Het was zonder pathos
en zonder ijdele grootspraak al bij her
haling gezegd: mocht het er op aan
komen, dan zijn wij gereed ik heb
dat zelf, kalm en overtuigd, in een ver
van Parijs afgelegen landelijke streek
gehoord, van menschen die wisten hoe
daar de stemming was, onder een be
volking, innig aan den vrede en aan
vreedzamen arbeid gehecht.
Zooals iedar hier zijn rol naar
behooren vervuld heeft ik wil nu niet
denken aan de groote en de kleine
rustverstoorders, die nu eens de regearing
aanblaften, dan door valsche berichten
een paniek trachtten te verwekken, maar
in wie niemand vertrouwen stelde,
deed dit ook de Duitsche pars door
de schuld van het geschil op Frankrijk
te werpen en het verschijnen van den
Panther vóór Agadir voor ta stellen als
een rechtvaardige daad van protest tegen
het beschermen van alle Europeesche
ingezetenen van Fez, het handhaven van
des Sultans autoriteit ea het bestraften
der Marokkaansche benden door de
Fransche troepen. Het was een waar
schuwing ... heel spoedig gevolgd door
*) Ik onthoud mij van het noemen
van namen ; maar ik mag wel ver
zekeren dat die verstokenen" zoowel enkele
groote partü'organen als enk» Ie
onbeteekenende, maar op sensatie belaste kleine
blaa^jss zjjn. Daartegenover staat dat de
bladen die officieele inlichtingen ontvangen,
tot niteenloopende partyen behooren; zoo
wordt een der heftigateoppositiebladen door
het ministerie van bnitenlandsche zaken met
blijkbare voorliefde gebruikt voor de meest
belangryk* meiedeelingen.
de besprekingen, waarvan wij nu het
bevredigend slot mogen tegemoet zien.
.De vraag is gerechtvaardigd waarom
die waarschuwing" in ruw dreigen
den vorm niet eerder gegeven was.
Immers, kort nadat de onderhandelingen
te Berlijn begonnen waren, en ondanks
het van Duitsche ijjde uitgesproken ver
langen, dat de besprekingen stipt geheim
zouden blijven, wist een der hoofdorganen
der Duitsche pars, de Kölnische Zeitung,
mee te deelen welk het standpunt der
Duitsche diplomatie was: de keuze tus
schen het terugtrekken van alle Fransche
troepen uit Marokko op een
policiemacht na in die plaatsen welke daartoe
door de acte van Algeciras waren aan
gewezen of een schadeloosstelling door
afstand van grondgebied in den Cjngo,
indien Frankrijk zijn macht in Marokko
blijvend vestigt.
Er was tosn alle reden te gelooven,
dat de Kölnische Zeitung het Duitsche
standpunt juist aangaf... had toeb, die
eisch niet allen schijn van volmaakt
billijk en rechtvaardig te zijn; hij paste
immers geheel en al aan de acte van
Algeciras, welker eerbiediging op dat
oogenblik zeer onverwacht door Duitsch
land verlangd werd.
Men mocht al vragen waarom dat
verlangen niet was uitgesproken toen
generaal Moinier zich met zijne troepen
op weg begaf om een taak te vervullen
die een internationaal en policieel karakter
had en waarvan alle Europeesche mogend
heden vooraf kennis kregen; men mocht
zich al voorstellen den toestand waartoe
de Sultan en de Europeanen te Fez en
eheel het land waarover Moelay-Hafid,
ank zjj de aanwezigheid der Fransche
troepen, zijn gezag weer kon uitoefenen,
zouden vervallen zijn, indien die troepen
waren teruggeroepen vóór hun taak daar
was afgelopen. Noch die vraag, noch
die voorstelling hadden de Duitsche
regeering bezig gehouden, wat een
zonderling denkbeeld geeft van het ont
zag dat men te Berlijn heeft voor andere
belangen dan het vestigen van een
Pruisisch overwicht in Europa, dat te
zwaar begint te drukken, ook binnen
de grenzen vin het Duitsche rijk zelf.
Maar waar de aanmatigende houding
der Duitsche regeering een openlijke
miskenning bleek van hetgeen zij zelve
met de Fransche regeering overeen kwam,
daar was de verdenking van
trouwloosheid zeker gebillijkt. En deze verdenking
was hier nu twee maanden geleden ge
wekt, toen de bekendmaking van het
standpunt, waarop de Duitsehe regeering
zich heette te plaatsen, geen woord van
tegenspraak van officieele zijde had uit
gelokt. Immers, hoe - waren de eischen
door de Kölninche Zeitung aangeduid,
te rijmen met de overeenkomst, in 1909
tusschen Duitschland en Frankrijk aan
gegaan, en waarbij door de eerste mogend
heid aan de tweede het onbeperkte recht
werd toegekend overal in Marokko tus
schen beide te komen om er de orde en
de rust te handhaven.
Zulk een miskenning van vrijwillig
gesloten verbintenissen moet een regee
ring verdacht maken bij allen, zoowel
in als buiten haar land, die den vrede
verlangen. Maar vooral er buiten moet
het een gerechtvaardigd wantrouwen
wekken, omdat, waar heden de eene
vreemde natie er door benadeeld wordt,
morgen een ander er door benadeeld kan
worden.
Het goede recht van Frankrijk in deze
treedt nog des te sterker aan het licht,
bij de herinnering aan vroegere
moeielijke oogenblikken, waarover den
toenmaligen minister van Buitenlandsche
Zaken Djlcasac nog lang de meest on
billijke verwijten zijn gemaakt. Erenmin
als in Juni 1°05 toen Europa een
kritiek oogenblik heeft beleefd en het
oorlogsspook even als een bedreiging is
opgeroepen is het nu de politiek van
Frankrijk, de voor Duitschland»bevolking
zoo noodige expansie tegen te werken.
lategendeel, het is in het belang van
Frankrijk dat een overdruk in Duitsch
land wordt vermeden, en zooals toan de
heer Delcasségeneigd was esn aflaiding
in de richting van Klein-Aziëte bevor
deren, ii nu de regeering, waarin deze
zelfde staatsman het departement van
Marine beheert, bereid in gelijken geest
haar gewillige medewerking te verkenen,
die zoowel een daad van zelfbescherming
als een van goede nabuurschap is.
Duitschland is in zijne verwachtingen
over de overeenkomst van 1909 bedrogen
uitgekomen. Door aan Frankrijk in
Marokko een vrijheid te laten die het
nu betwist, had het zich ter compensa
tie daar een ruim afzetgebied voor zijn
katoentjes en andere industrieele
produkten meenen te verzekeren. De zaken
zijn echter niet geloopen zooals men ge
hoopt had; daarom heeft Duitschland
een even onverwachte als ruwe daad ter
hand genomen om die overeenkomst van
1909 te verscheuren, en zond den Panther
naar Agadir onder een voorwendsel waar
over de historie haar r.chtvaardiga ver
oordeeling zal uitspreken, maar waarmee
het bereikte, dat de Marokkaansche
quaestie opnieuw in geheel haar omvang
werd gesteld. Want niet alleen is dj
Duitsch-Fransche overeenkomst vaa 1909
er door vernietigd, maar ook is de acte
van Algeciras er door gemaakt tot een
bijkans waardeloos stuk.
Nu de uit die ruwe daad voortgesproten
besprekingen en overleggingen tot een
vreedzaam einde looper, na twee en een
halve maand slepend te zijn gehouden
en eenige panieken te hebben veroor
zaakt, waarvoor zeker niet de Fransche
regeering of diplomatie mag worden aan
sprakelijk gesteld, wordt het meer en
meer duidelijk waarop de beide partijen
(de drie partijen mag ik zeggen, want
Engeland heeft vooral in de eerste helft
van dat tijdperk hard meegedaan en is
Frankrijk van grooten dienst geweest)
het hebben aangelegd in den ... gesloten
koop.
Het is in weinige woorden te zeggen,
en dan mag er met nadruk op gewezen
worden dat da toestemming van de
regeering te Berlijn in een Fransch
protectoraat over Marokko, de
Middellandsche Zee tot een gebied maakt door
de latijnsche volken in vereeniging met
Engeland beheerscht en dat voor
Duitschkan worden afgesloten. Dit do al was niet
te bereiken zoolang Duitschland in Ma
rokko eenigen politieken invloed behield.
Nu het van dezen invloed afstand doet,
mag het zijn recht op een groote schade
vergoeding doen gelden, die Frankrijk,
dat daarvoor de vrije hand in Marokko
verkrijgt, heeft te betalen e a niet zoo
duur als men wil doen geloven met
af d tand van gebied in den Congo, dat
Duirschland veel meer voordeel zal op
leveren dat het dit ooit aan Frankrijk
kon doen. Maar het oogenblik is nog niet
gekomen om de waarde te wegen van
't geen voor den een winst en voor den
ander verlies is, want... wij weten nog
niet, ondanks schetskaartjes (waaraan
zelfs offhieele teekenaars hunne mede
werking hebben verleend), waaruit die
gebiedsafstand bestaan zal.
Wat wij echter wel weten, is: dat
Duitschland's begeerte naar een operatie
basis voor zijn oorlogsvloot in de Noor
delijke helft van den Atlantischen Oceaan
geen voldoening ontvangt. Dat Agadir
daarvoor dienen kon, is geen oogenblik
voor ernstig gehouden, maar wel heeft
de heer von Kiderlen-Wachter in de
eerste helft der periode van onderhan
deling een bercep gedaan op de hulp
der Fransche Re^eering om Engeland
gunstig te stemmen voor een afstand
door Spanje van de Canarische eilanden.
Het is vooral de tegenstand der regee
ring te Londen, die gemaakt heeft dat
de Duitsche Regeering van dat plan
heeft afgezien, maar da beraadslagingen
over dat voorstel hebban gemaakt dat
in Augustus de onderhandelingei tus
schen Berlijn en Parijs voor eenigen tijd
zijn onderbroken.
Toen zij diarna zijn hervat, is er heel
weinig tijd noodig geweest om het eens
te worden over de compensaties", maar
om deze zoo groot mogelijk te maken,
is van Duitscha zijde de oplossing van
het geschil, Marokko betreffend, zoo lang
mogelijk eleepende gehouden het was
een vragen en bieden, een geven en
nemen, zooals dit in alle koopzaken het
geval is... waarvan man toch vooruit
weet, dat kooper en verkooper het «0ns
zullen worden, zooals men het no in
deze ook is eens geworden.
Parijs, 23 S3pt. 1911. B.
? * *
*
Het bovenstaande geeft een kijk op
de opvattingen, die in Fransche regee
ringskringen de heerschende zjja. Het is
geschreven door iemand, die deze opvat
tingen van zeer nabij kent, van meer.
nabij dan de journalisten in't algemeen,
en dat is dan ook de reden dat wij het
overzichtelijk stuk gaarne een plaats
gaven. Wij leggen er echter den nadruk
op, dat het uiting is van zuiver Fransche
inzichten, en wij willen niet worden ge
acht de critiek in deze beschouwingen
te deelen. Naar onza opvatting heeft
Frankrijk tot heden met meer beleid en
gelukkiger genegocieerd dan Duitschland,
dat met zijn kolonieloosheid en achter
afstelling in Europa geen raad weet,
(wat ook zijn sabelrammelen en ongedurig
heid voldoende verklaart), maar is er van
eenig meerder recht" aan Fransche zijde,
of van meerder aanmatiging'' aan de
Duitsche in deze Europeesche
rooftijden van zooveel mogelijk grijpen en
zich zooveel mogelijk aanmatigen geen
bizondere sprake.
RED.
Fatsoen.
Het is dr. Kuyper overkoken, dat hij
op last van zijn doktoren geheel ontkleed
kamergymnastiek verrichtte en dat t jen
een buur hem gezien heeft en hiervan
den hotelhouder heeft in kennis gestel i.
Het geval heeft zich te Brussel voorge
daan, en niemand die niet even zal hebben
gelachen OM al deze waerelischeid in
den vooral in vroeger dagen voor Cal
rinistiscaen Heiliga zoo gaarne uitgegeven
politicus.
Intueschen bestierf u het lachen door
de eenvoudig eerlooze ma lier waarop het
bericht werd geëxploiteerd. Eerst kwam
Reuter vertellen van esn spiernaakten",
da Telegraaf vertaalde zelfs gnuivend
poedeloaakten", man, rondwandelend
voor een venster van zijn hotel, dat door
saamgestrjomde Brusselaars zoo onge
veer werd belegerd; eene arrestatie; «en
v dr hoor in twee politieposthuizen, het
was al es dr. Kuyper te beurt gevallen.
Men behoeft zich slechts te denken, dat
een geaohten Liberale-unie-leider, of een'
van de Vrij-Liberalen, het ongelukkig
toeval aldus zou hebben getroffen, on
klaar als de dng te weten, dat een
Handelsblad (promotor van Het Leven),
een .Af. R. Ct. en N. Ct., enz. enz. met
geen woord van de gebeurtenis zouden
hebben gerept l Och, als het een gehaat
socialist ware overkomen, de katholieke
en antirev. pers zoude zeker niet hebben
gezwegen. Het Volk schijnt dit echter
wel zeer bedacht te hebban, want, zelfs
toen door modedeelingen van dr. Kuyper
gebleken was hoa de vork in den steel
zat, schreef dit blad o.m. op dezen toon:
Dr. Adam Kuyper is gisterenmiddag
uit Brussel in Den Haag teruggekeerd.
Hij is dus in de Belgische hoofdstad niet
ge va a ge n gehouden wegens zijn
naaktlooperij." De deftige N. B. Ct. sprak
van den Aiamiet." Een verzameling
hebben wij niet aangelegd, want het
is waarlijk alles te zamen min eerbaar.
Wat men verder naderhand zou hebben
gewenscht te hooren hoort men niet: wie
zou van behoorlijke dagbladen niet heb
ben verwacht, dat zij de moeite deden,
buiten dr. Kuypers verklaringen om, de
officieele waarheid te vernemen, deze ver
volgens bij wijze van volkomen herstel
te openbaren en daarna ook publiekelijk
ervan te doen blijken, dat zij bij bewezen
verregaande onjuistheid van Reuters be
richten (waar niemand aan twijfelt) van
het agentschap Reuter waarborg eischten
tegen schandaal-reportage over onze
landgenooten ?
Niets van dit alles.
Er is aan het gebeurde te Brussel
een kant, die wij niet onbesproken
willen laten.
Hoe zoude dr. Kuyper er aan toe zijn
geweest, als niet een verstandig over
buur, doch een paar elkaar opzweepende,
min of meer schandaalbaluste vrouws
personen een formeele aangifte waren
gaan doen? Wij vragen dit, omdat een
Haagsch onderwijzer, in een geval als
dr. Kuyper, op getuigenis van een aantal
buurvrouwen is veroordeeld, terwijl bij
lezing van het vonnis niet alleen ons,
maar ook een man als Jhr. deSavornin
Lohman de verregaande onvoldoendheid
der getuigenissen klaarblijkelijk was.
Wij hopin, dat bij de kennisname van
de revisie-aanvrage, die aanhangig is,
het gebeurde me1- Kuypar de verant
woordelijke justitieele autoriteiten tot
grooter voorzichtigheid mag stemmen.
Dan zal al het gerucht in de pers nog
iets goed j hebben gedaan.
Leeftijdsgrenzen voor
Amb enaren.
Een goed werk heefc G. gedaan met
zij a pleidooi in het No. van 24 September
voor een leeftijdsgrens voor Staatsambte
naren. Ik hoop dat G. zich zal kunnen
vereenige i met een aan valling van zijn
betoog als uitgedrukt in het opschrift
van dit kleine opstel. Niet alleen voor
Staatsambtenaren maar voor allen die
in Staats- of Gemeentedienst zijn is een
grens noodig zoowel naar boren als naar
beneden, ja noodiger naar boven. Het
is een eisch van het openbaar belang:
een versufte rechter, een ingedommeld
lid van een of ander collegie, een ver*
ouderde onderwijzer en een afgewerkte
burgemeester moeten door de wet ge
dwongen worden hunne plaatsen aan
jongere krachten af te staan. Zóó blijft