De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 1 oktober pagina 10

1 oktober 1911 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 D E A M S T E R D A M M E R W E E K B L A D V O O R NEDERLAND. No. 1788 Speculatie op liet nationaal belang. (Slot.) Maar zulk ara concessionaris is er natuurlijk ten zeerste mede tevreden, dat BJJ, die a'.ch geroepen gekten voor da behartiging der nationale belangen te waken, zijn mijnbouwknndige nasporiagM ais een daad ran vaderUndsüefde opvatten, en bet nationaal chau vinisme met den sabel klettert, zoodra de politieke cf economirche ambitie van het buitenland hem in zijn pogingen bemoeilijkt. Zoo hebben de gebroeders Mannesmann in Marokko mijnbouwkundig onderzoek ge daan naar ijzer-er 13 en tegelijkertijd naar koper en goud, een speculatie, zooals vele andere honderden beproeven, zonder dat de publiciteit zich ermede bemoeit of melding ervan maakt, maar met dit belangrijk onder scheid, dat men in dit geval kans het f t gezien, de politiek voer de zaak te spannen en daarvan gebruik te maken. Sedert het oogenblik, waarop de Duitrche Keixer Taager had bezocht, werd Marokko door Dniteche flnancieele syndicaten be schouwd als een uitbniiings-object, vrij van iedere risico, evenals 't ca de reis dos Kei zers naar Palestina met K ein- Aziëhet ge val is geweest. Van dat oogenblik af werd het Dnitsche velk gesuggereerd door het denkbeeld, dat iedere prospector, die in opdracht vaneenig DnitEch consortium den Marokkaanschen grond betreedt, het Duitsche prestige ver tegenwoordigt. Veel meer geld dan voor werkelijk weten schappelijk onderzoek in Marokko, is in Daitscbland nitgqgewn met geen ander doel, dan door woord en schrift de openbare mee ning te doordringen van het denkbeeld, dat hoogst ernstige nationale belangen in Ma rokko «p het spel «turnden, en dat ieder, die het streven der Duitsche speculanten tracht te belemmeren, zich -vergrijpt san het Duitsche point d'honneur. Door op zulk een wijze misbruik te maken van het eergevoel der Daitecheig, is het allengs gelakt invloedrijke politici en hoog geplaatste militairen voor een Duitsche Marekko-politiek te winnen en is men er zelfs in geslaagd de positie van een der hoogge plaatste ambtenaren van het departement van BnitenlandEche Zaken te ondermijnen, omdat deze den moed heeft gehad de budgetcomrtifeie uit den Byksdag de oogen te openen voor de Duiieche erts speculatie in Marokko. Men kent het verdere verloop der zaak. Duitschland had een oorlogschip naar Agadir gezonden, met vol.'e recht, want door het optreden der Fr au c hen in Fez was gehande'd ia. strijd met de bepalingen der akte van Algeciras, en Duitschland wilde toonen, dat het niet met zich liet spelen. Dit optreden had in zoover het gewenschte gevolg, dat Frankrijk zich bereid verklaarde Duitschland schadeloos te stellen door afstand van grondgebied in Zuid-Afrika, zonder dat Dnitachland iets van zijn rechten behoefde prijs te «e,ven. Toen echter barstte bet door de Mannes mann- gefduedenis «*d*rt j «en warm gehou den chauTimisDae log. Men f prak van verraad tegenover het heiligtte goed der natie, indien de regeering geen aanspraken deed gelden op 't recht van bezit in Marokko en de belangen der MJjnen-speculatie niet voor de hare ver klaarde. En ii derdaad speelde het ministerie van Bnitenlaadscbe Zaken de verlangde kaart uit: het eischte Marokkaanfch grondgebied. En Dnitsehland zou, daar Engeland na drukkelijk de zijde ven Frankrijk koos, in een Europeeschan corlog sjjn gewikkeld, in dien niet.... Kropp en Tbyssen er waren geweest. Deze beide groot-induatrieelen hebten na melijk in gemeenschap met eenige andere Dnitschers en een groote Fransche groep, aan het hoofd we ar van Sehneider-Grenzot staat, eveneens mijnen-belangen ia'Marokko. Het onderzo* kingEcomi'évan dit internatio naal syndicaat was zelf reeds met z$n arbei i begonnen, toen de gebroeders Mannesmann er rog niet aan dachten in Marokko te exploreerec. Het internationaal syndicaat heeft echter steeds den gebruikelijke n commercieelen weg gevolgd ; het heeft niet beproefd door ?.*. betalingen a conto aan den t oenmali gen sultan en door geschenken in geld aan diens iiiiiniiiiMiiMiminiMiMimiiMiii Brieven van Oom Jodocns, CVII. , Vaarde Neef! Je hebt het gced begrepen en \oortreffelijk gezegd, waarom ik je verleden week niet heb jteschrever, i a den Rooden Dinsdag van Pieter Jelks. Inderdaad, ik stond er paf van. Mij» orgeltja heeft al zija best gedaan maar het gif heelemaal niets; er waren «r fe vee', en toen hebben Vegtel en ik htt ding maar aan kant gedaan en zija wij in airai moede, wat er van het J. O. Fonds nog over was in Scheveningen in alle eer en deugd gaan verteren. Maar jou erover schrijven! Daarin had ik al heel wtinig trek. Zoo is de mensch in eeimm11 als zijn ijdelheid gekwetst word l-, er* waar om zou ik beweren, dat dat aioü.-che!ijke mij vreemd is ? Eigenlijk kon ik hit Theo dan ook niet al te best vergere?, dat bij hoogwaardigheidsbekleders concessiën op een wijze, die het licht niet mocht Kien, nuchtig te worden. Het was «in meening, dat men ook op volkomen geoorloofde wijze en door vriendschappelijke samenwerking van de Dniteche en Fianeche naburen in Marokko het doel kon bereiken, nl. voor de Duitsche industrie waardevolle ertggronden verkrijgen, en de kwestie, niet bepaald uit een nationaal oog punt beschouwd, behoefde te wordeo, om tot het gewenschte resultaat voor de belangheb benden te geraker. In het feit, dat de Duitsche participanten in de Union d«« mmes marcccaines slechts voor 30 pet. waren geïnteresseerd, zagen Krupp en Thijssen blijkbaar geen beletsel. Ea zij maakten geen geheim ervan, dat een vreed zaam samenwerken met de Franschen hun voordeeliger toeflcheer, dan de veroveringepolitiek volgens de Mannesmann-rnanierer. Het kan zijn, dat de concurrentie hierbij ook in 't f pel wac, het kan zijn dat zij uit eigenbelang ervoor zorgden, dat deze opvat ting in ruimeren kring bekend werd en zelfs tot de omgevirg des Keizers kondoordringer1. Maar in elk geval hebben Bij de voldoening mogen smaken, uu DuitschlandVeer immers van geen enkele zijde werd aangerand, hun vaderland en Europa te hebben geviywaari voor de verec brikkelijke rampen vaneen oorlog Dnitschland heeft de verzoeking weerstaan op lichtzinnige wijze het bloed van duizenden ten cfier te brengen voor een gtfingeerde eere-kwestie en heeft zijn furchtlos und treu" niet in verdenking gebrtcbt büde wereld-rechtbank. Wat echter zou geschied zijn, indien Krupp en hüssen niet toevallig in een Marotkaansch ert;:-:yndicaat g( ateresseerd waren geweest? 29/9 '11. v. D S. Erratwm. In het vorig gedeelte van dit artikel werd gesproken van erts uit onde-zeesehe" voorn ad-groeven, hetgeen moest zijn ovtrseesche. mui iiiiinn uu n i in i IIIIMI Iets syer m jarige zoirWcemei!. Met het opruimen der uitgetloeide planter, dat het eind van den zomer meebracht, gingen we nog eens goed na, wat ons het meest aanfctond, welke bloemen wij opnieuw wenfchen dat e-n volgend jaar onzen tuin zullen sieren. Vooral wit de eer jarige zomer bloemt n en ?planten betreft zijn wy dikwij's geneigd van alles eens te probeeren, er is zoo gemakke lijk aankomen aan wat zaad, en de bewer king k dikwijls zoo eenvoudig; en hc e vroolyk en inderdaad schoon kan een groepeering van deze bloemen uitkomen l Om dit laateta echter te bereiken moeten we, ook in deze, met wat onderscheiding te wei k gaan. Ten eerste : de catalogussen der zaadbandelaren geven zooveel soorten aai, zoodat we wél goed moeten weten, wat Te willen, als we willen veranderen; en, niet waai, wij kunnen ook niet altjjd bühet oude blijven I Hoe kleurrijk het hekje met Oost-Indische kers ook stond, toch deden wy haar gaarne eens p'aats maken voor de Lattyiua met zijn vlugge, fijn getinte bloemer. Nu hoort men dikwijls klagen, dat deze eer jarige bloemen tot lomrcel in den tuin" leiden, en, als men te veel soorten, die men nog niet kent, zoo maar klakkeloos probeert, is dit zeer zeker mogelijk. In de catalogussen toch, ziet men allerlei ven deze bloamen door elkaar aangegeven: bloemen geschikt voor peiken, i and j e?, gtoepeerinar, voor snijbloemen en?. Itdien wij bier dus niet met eenig overleg te werk gaan, kan dat zeker tot een chaos in onzen tuin leiden. Als men niet bekecd is met veel namen, probeere men het in de eerste plaats met die hoofdsoorten uit de prijscouranten, waarvan veel variaties werden gekweekt; deze soorten toch zijn meental veel gekozen en daarcm allicht de moeite waard. Nemen we b v. asters; hoeveel soorten vindt men daar niet van, en, Los verschillend onze smaak ook zy, die zullen u wel ncoit bepaald teleur stellen. Tusschen haast elke combinatie van zomer bloemen treffen ve dan ockatters aar. Maar er zijn meer soorten, die aanbeveling verdienen, nieuwere \ormen van bloemen, zeker, ook echter ouderwetEche plantjes, die de zaak zóó had bevorderd met zijn wculd-be-diplomatiek; en toen hij laat op den middag langs ons tafeltje flaneerde, kon ik het niet nalaten hem eventjes op zijn schouder te tikken en in het oor te fluisteren : Dom geweesr, beste jongen !' Zoo hél erg asrdig vond hij dat niet en hij liep gauw door; maar toen ik een halfuurtje daarna met hem terug ging naar de stad, hoorde ik wel wat hem schortte. Dat ik dat gezegd had, cfcaitoe had ik als vaderlijke vriend wel het recht, en gelijk had ik ook wel, maar hij had, vóór hij naar Scheveningen den aftocht blies een standje gehad van den c uden Lohman. En die was zóó ver schrikkelijk boos geweest, dat alle zin in joligheid Theo was vergaan. Vóór het jaar een dag ouder was zoo had de oude heer ten slotte gedreigd zou hij de zaak wel eens anders behandelen en Theo toonen wat een ohristtn-staats man aan zijn God, zijn Koningin en zijn Volk verplicht is. Daar zat Theo nu wel wat over in. Als de oude dat zegt," zoo vertelde hij mij, dan houd ik mijn hart altijd vast; want dan weet je eerst recht niet wat bij zal uithalen." In die sombere stemming verliet ik hem: dat overkomt isij niet vaak. Ik zie nog al spoedig de lichtpunten ook in de zoo onheilzwangere lucht der christelijke staatsmanswrjsheid. Maar nu was ikzelf door die twintigduizend mensehen, al die vaandels en al die handteekeningen wel een beekje het stuur over mijn eigen staatamanswqsheid kwijt. Eu zoo'schreef ik je dus ook niet. Maar achteraf zou er toch nog wel wat over die volks"betooging gezegd heb ben kunnen zijn. Was het inderdaad, zoo vraag ik mij nu af, wel een betooging van ons volk" ? De Standaard, die men in dergelijke gevallen nimmer te vergeefs raadpleegt, gaf mij dit antwoord: Overigens kreeg men vandegansche waard zijn hun hoofdjes weer op te heffen en opnieuw geapprecieerd te worden. Nemen we bv. de zinnia. Een ouderwetsche boerenbloem znlt ge zeggen; doch ktten we eens op de kleurenmengeling dezer bloemen, waar het donker purper overgaat tot rozerood, en oud-roze enfivoorkleur zich fiech en toch dikwyls zoo fijn afwisselen l Bovendien is de zinnia een heerlijk makke lijke plant, die vlug opkomt; met haar krachtig groen vormt zij alvast een p se de réistance onder ons groepje zaadbloemeo. Ea dan, als fijnere, nieuwere bloem vergeten wüvooral de ccibioea niet; op Jange s: engels buigt de fijne, knoopvormige, witte, roze en lila bloem u tegen I Plaats ze in de nabijheid van uw Lstbyrushehje of pyramide, een 'combinatie, die u ongetwijfeld bevallen za'. Voeg ook een flink groepje antirrhinums of leeuwenbekjes toe; ze ver»ijken zonder pre tentie te hebben, haar gemengd 9 kleuren zijn van dien aard, dat ze eigenlijk overal tcsschen gebruikt kunnen worder», mits men een goede hoeveelheid bij elkaar plaatst. Vergeet ook de gekleurde cf de heiderwitte violier niet en herinner u de eenjarige keizer-riddertpoor om met wat kleine zonne bloemen (helianthui cucumerifoliue) en met wat lupine een hoog gr oef j e te vormen, als ook de tropaeolum-canariecse om met haar fijn loof een bc o jij e te laten omgroeien. Zoo zou men kunnen doorgaan, er zijn nog zcoveel schoone soorten: noemen wy nog de ver schillende centaurea's of korenbloemen, verder de papaver, de cal.iopsis en ook deC risanthemum carii>a(ucu met raar ttevige ^oedgevormde planten. Nn is het voor velen de vrarg hoe deza b'oemen te plaatsen, hetgeen natuurlijk grootendiels van de gegeven omstandigheden afhang*. Nemen wij nu echter in de gedachte een deel van den tuin, dat voor za»d aloemen wordt ingericht b.v. een gedeelte, dat wij van uit huis in 't verschiet zier. Laat men daar eenige vakken maken b.v. ter t root (e van groentebedden, eenige meters lang en ongeveer óa meter breadmetsmalletueschenrttimtep, dan kan men de bloemen alle be reiken en toch mat k t het op eecigen afstand den indruk vaneen bloemen^eWj*. Orer het algemeen staat het goei de bloemen soo.t bij soort te houder, ze echter wel hier en daar te onderbreken door een vaste plant of door een hooggroeiende, eer j ar'ge plant. Verder b.v. e?n hoog hoe'ja te maken, zooals eerder genoemd, en een enkel fantasie'je aan te brengen als hekje of bootje en*. Men kan dit alles naar ei>ea smaak in richter, indien men niet ineens op de ge wenschte plaats zaait, maar op «en klein hoekje en da plantjes, jong zijnde, pas op de plaats hunner bes'emmJng zet. Als men eerat in potten of in bakjes zaai*-, spreekt dit laatbte vanzelf; maar, als men het dadtlijk in don vrijen grond doe', is men zoo licht geneigd het zaad neer te strooien op de daarvoor bepaalde luimte, met het plan de plantjes later uit te ducnen: men hoadt dan echter altijd een min of meer onregelmatig geheel over. De andere methode behoeft volstrekt niet (ot elijfheid te leider. Ook de plaatsing der kleuren meet over wogen worden. Al kan een bonte mengeling heel goei sta&n, toch moet de combinitie niet ruv zyn; ieder kan hierbij zijn smaak sefener. Maar nn nog een tuiricrr-plicht, en een voorname! Juut dan als wij van al het schoone genieten, m. a. w. als de plankjes beginnen te bloeien, moeten wij ze geregeld onder handen nemer, want als ze op hun mooist zijn, ioopen de hoogere gevaar b regen en wind af te takelen, als we ze niet bij tüds een steuntje geven en ze opbindep. Ook moeten wij naderband de uitgebloeide bloemen vlijtig verwijderen, de planten bloeien dan langer door. Al deze moeiten vallen echter erg mee, als meu het wat ge regeld behoudt Eer jarige bloemen zyn niet de eenige, die zorg vereischen l Men zaaie deze bloexen met wat overlep, p'aatse ze met eenig oordeel, onderhcude ze behoorlijk:. En ge zult uw moeüe beloond zien, als het vroolijke, ratamly'ke groepje in uw tuin U tot in den heifct tegenlacht en ge iederen dag fris;che bloemen in uw huis kunt halen zonder den tuin er merk1 aar rcee te plunderen. L o ch em. A. W. Echare, die door de stad trok, niet den meest aangenamen indruk. Dat het ook hier was: niet vele rijken, niet vele ede len! ik zal de allerlaatste zijn, om daarop aanmerking te maken. Maar wat wel opgemerkt mag worden, is, dat in den stoet het beschaafde type, zjpals wij dat b.v. uit onze kerken ook in de volks buurten kennen, zoo goed als geheel gemiet werd. Een eckele man met be schaafd uiterlijk, die meeliep, maakte den indruk van tussahen zulke betoogers niet thuis te hooren! Dat de religie beschaaft, valt trouwens niet te ontkennen, en dat de volksmassa, die zich onder den invloed der religie uitwerkt, het beschaafde type licht kwijtraakt, al evenmin!" Dat is het! Op al die menschen had het paganisme zijn onheiligfn stempel gedrukt: was er n witte das, en n hooge hoed, n zwarte gekleede jas onder? Was er n, die er uitzag alsof hij in een onzer volksbuurtkerken een passabel figuur zou maken. Daar liep vóóraan in den stoet de heer Hermans. Was het niet als het satanseh symbool meer of minder belichaamd in allen die hem volgden? Xiet vele rijken, niet vele edelen", inderdaad! en, zoo had mijn broeder van De Standaard zijn aan haling uit l Cor. I vers 26 kunnen vol tooien niet vele wijzen naar het vleesch." Maar waarschijnlijk liet hij dat maar liever weg omdat hij met zijn tekst ver der niet gaan wilde, daar immers het volgende vers spreekt van de uitver kiezing der dwazen en zwakken, opdat zij de sterken en machtigen zullen beschamen"! Ja mijn beste, de Christen journalisten zijn vaak rog slimmer dan de Christen staatslieden! Hoewel ik erken nen moet, dat wat de oude heer Lohman als uitwerking van zijn bpoze bui tegen over de socialen heeft uitgehaald, niet gemakkelijk in de Christelijke politiek zal worden ovei troffen. Het was eer ig" HETSJES Ds nieuwe paartóineclit. Door B. Dat was een rust voor Elodit l Cie3, da pasrdekcecht, die altijd achter haar aan zat, die 'snfichts in het kamertje naast haar sliep, Cies, die door dei baas alleen gehouden werd, omdat hij de lastigste paarden zonder moeite in bedwang hield, sterk gespieiden rol brute kracht als hij was, Cies had het raadzaam gebonden er van door te gaap. Wat hal die Cies al niet met de gendarmen en de justitie te maken gehad. HU kwam uit den Hol landsehen Gtinp, maar daar, in dat land, was hij na die reroordeeling door den j n je in Hulst niet terug geweest; ah hij er kwam, waar dan ook over de Hollar.J che streep, had bij kans opgepakt te worden om die vijf dagen subsidiaire hecitenis uit te zitten. Ea nn : eerst over een maand of twee had bij voor den vrederechter van Sim v moeten komen wegens dronkenschap en balda iigheid, maar hij was vo irwaardelijk veroordeeld, en nu .... 'c was nu een rare geschieden! > ga weett. Elodie uad er 's nachts niets van ge merkt, voordat w> op eens door het afgaan van 't geweer vol schrik uit haar bc d sprong, maar toen ze hoorde, dat vlak naast haar, wat r Cies diep, 't lawaai was, had ze zich angstig onder alle dekens en ku sens in een hoekje van 't bed verborgen. En eerst den volgenden morgen hoorde ze van den kleinen kotter, een parmantig manneke, wat er gebeurd was. Dries van den Brande, de soldaat, wiens oude moeder op het kleine hcfV.edeken aan de vaart woont, was met onbepaald verlof naar huis gskcmen; daar had hij een goede pint op gezet, lang in 't estaminet gezeten en toen 's nachts den weg verloren; bij was de stee van Phons da Gachteneire opkomen loopen om naar de wede lam te vragen. en rammelde aan de deur. C es, deukende met een duf te doen te hebben, haalde zijn geweer, waar chuwde, en toen de soldaat van den Brandy die meer pintjts gedionken had dan bij lijden kon, liet autwco:dde maar doorzeurde rond de deurknop, Echoct Cies zijn geweer af. Dries kwam er met een lichte schram af, en 't was wonder dat 't niet erger was, maar de gendarmen waren al met 't onderzoek begonnen, en Ciec, indachtig aan zijn vroegere voorwaardelijke veroordeelinij, rol schrik voor dsn amigo, bid zijn hebben en hcuen byeengepakt en «as naar't tlation geloopen, om, zoo men zeide, in Duitschland, waar de loonen zoo hoog waren, zijn geluk te beproeven. (':ts was dus weg en nog stond het kamer k e naast dat van Elodie leeg. Wat een rust l Waar zij hem ook maar weer ontmoette, in de gang als er niemand anders was, een stil ooienblitje in de schuur, als zij het vaat werk stond te kuischen, of op 't land als Cies, die alles kon, mee hielp, of bij de vlasbraak, waaraan allen op de stee hua wei k vonden, als 'c druk was, overal viel hij haar met woorden, kleine handtastelijkheden, en aan ttfel met zijn onder zoekende, verlangend? oogen lastig. En nu gisteren was er een joage man geweest dia misrchien in de plaats Cies zou komer. De baas was n.ig niet gaasch van accoord met hem, maar van Jaag zou 't be slist worden. En een heimelijke hope vervulde Elodie, dat de baas hem ntmen zcu. 'c Was zoi/'n struische knaap; nut cogen, blauwen droomeng; zooa'.s ze z;ch dat altijd ger,eist bad: en dan kwam haar de raad -an haar zuster weer te binnen: Ze was toch cok maar een boeren meid en als 't er een jon gen kwam, die d'r aanstond moest ze niet zoo dames achtig op een afstand blijven: zoo iets wa? goed voor de dochters van den notaris tf de freules van \ kasteel, die zagen de jonge meneeren zoo dikwijls als ze wil den, matr zij, als boerecmeid, moebt van de gelegenheid gebruik maken en ze moest ook maar niet zoo bleu wezen als zoo'n jongen dan eens ua eenige dagen, wat anders wiids dan alleen jokken en zoenen, dat deden ze toch allemaal, de boerendcchters ook, en als zoo'n jongen niet wist, dat hij zoons van d'r en echt", zooals 02ze Annet zeggen zou. Van Annet gesproken, en daardoor dedelijk op heel wat minder rechtzinnig terrein komende, die kwam mij Zon dagochtend met het nieuwe orgaan der vrijzinnig-democraten aandragen. En dat deed mij wonder veel genoegen. Ik heb altijd heel veel met de vrijzinnigdemocraten op gebed. Niet met hun ideeën dat spreekt, maar met de menscaen. Misschien wel omdat de wijze, waarop zij voor hun ideeën en idealen strijder, zoo weinig gevaarlijk en eigenlijk zoo ocscbuldi» is. Van hen zou de apostel en De Standaard-ied&cteur wel kunnen zeggen hoe vele rijken, hoe vele edelen ! Zag ooit een leger zoovele emi nente officieren, bij zoo weinig soldaten ? In tegenstelling met de sociale democratie die zich op zoo onsympathieke manierover steeds wijdere en steeds minderwaardiger kringen uitbreidt, heeft hier een weldadig aandoende overleving der bebten" plaats, die de Dualiteit steeds doet stijgep, zoodat het verlies in quantiteit mér dan op geheven wordt. En het is voor den buiten staander ook van rechts, zooals ik ? hartverheffend te zien hoe dit belang wekkend proc; s zie i voltrekt in volkomen bewustheid van hen die er in betrokken zij D, zoo nu weor blijkt met dat week blad. Eerst hadden zij een dagblad Land <:n Volk: dank zij de selectie is het Volk toen verdwenen, en hielden zij alleen het Land over. Ku heeft een politieke partij, die alleen het Land heeff, te vél ofte weinig. Voor deze keurbende is het te weinig en ik kan mij begrijpen, dat ze liever de Wereld hadden ns in de week dan iederen dag het Land, zonder het volk. Toch lijkt mij de over gang wat sterk. Als ik hun was geweest, had ik het voor weekblad met Europa" geprobeerd, dat men zoo zou hebben kunnen redden, daar het ook, als ik wel heb, juist ophoudt te verechijnen", of zou krijgen, die hen later op 't land konden helpen, dan trouwde hij niet. Ze wist -dat alles wel, ae r ad er dikwijls over gedacht, hoe kwam het toch dat zij die dingen anders opnam dan d'r vriendinnen, dfn d'r zuster zelf, die zoo toch«ok d'r maa had gekregen. En vervuld van deze dingen viel Elodie in slaap. * ** Een week later was de nieuwe paardeknecbt, die uit de kant van 't Waalsche kwam, geïnstalleerd op de stee van de Guchteneire in het kamertje naa-t Elodie. En met zijn bkuwe d:oomerige oogen bad hij kalm maar geregeld 't jonge meisje gadegeslagen en zelfs een enkele maal reeds in zijn aardige ppraak een vriendelijk woordje tegen haar gelegd. Wat klonk dat anders c'an van C:e?, die weg was; zelfs de neef, die op de cc'a iss'.udie waj, sprak niet zoo befchastfJ. Ea wat was hij flink in 't werk de baas ver heugde zich over zijn kcuzp. Nn was't Zon dagmorgen: ze waren naar de vioegmia geweest en de andere bewoners van de stee waren op weg naar de hoogmis; Elodie zat op de bank voor 't huis met verstelweik en wachtte of A mand ook komen ECU. Of zon hij zijn werk vlug afdoen en dan naar een schieting of een pierbo.licg gaan 1 Zou hij meedoen met de slampamper?, die op een Zor.daa; alle estamicets afgingen en dan op 't laatst -leven daar achter aan den zand weg by de oude vrouw de Schepper, die zn!ke gemeene dochters had? Of zou tij naar de stad gaan zoo als ook enkele jange lieden wel deden om daar hun vermaak te zoeken., Elodie peinsde maar door, en alles wat baar 's nachts aannemelijk was voorgekomen, dat ze maar wat mie der preutsch sou zijn, dat ze maf. r toe zou geven, zooals die and* ren dat ook hadden gedaaiy, waarmee se zich al verzoend had, kwam nu weer bij haar op, en dair zit tende in meer werkelijkheid dan 'oa»onds droomerig bij 't inslapen, kwam 't oude gevoel toch weer toren. Wat had de paster laattt ook weer in die mooie preek gezegd? De wooiden wist ze niet meer, maar 't kwam toch hierop neer, dat ze maar meeste n wachten tot ze getrouwd warer. Maar... als je nu later toch trouwde met d*n vader van je kind, als die nn maar j 3 man w*rd, dan was toch alles in orde, En als bij kwam, met haar ba r uitging, en als zij hem liet begaan als bij wilde, en d'r kwam niets van. Z^u hij d'r dan niet trouwen? Zou ze dan altijd maar op de stee moeten blijven werken voor een ander. En dan schoot het haar weer te binnen, hoe Cief, de vorige paardenkrecht, Laar ruw bad aangepakt en woedeid op baar weerstand gezegd had: ze wagen 't allemaal, en jy dame op wie wacht jij dan wei ? Nu wachtte s.e dan: op Arrrand, met zijn blsuwe ocgen en zijn biesde ru.?; cf hy komen zou? IIMIIMlmlMtl! Mout ?an Dt Bxkzaal, t ft 8-9: S. H. de Roof, De herleviEg der schrijfkunst. H. G. l"). Crame>, Papiermakerij in vro«geren tijd. Mr. A. T. Vos, Da Openbare Leeszaal en Biblio theek te Appicgedam. Onze Kamt, No. 9: Paul Lafocd, Het A!<aar»tak van Santibfn^z Zsrzaguda. Pierre Biutier, Naar aanleiding van een aan Bcorel toegeschreven schilderij. Aty Biunt, An». Derkzen van Angeren. J. E, Jasper, Ists over Deenech porcelein. Het Tooneel, No. 23 : Op het omsla?: por tret van mevr. A. Wensma Ktaaaen in de rol van Roxane. Madele;ne Grandier, koningin-mode voor en achter het voetlicht. Ceplcnnen voor het nieuwe seizoen. O/erzicht van de Week, enz. enz. Levenskracht, No. 9: Dr. W. J. Kan, De Tempel des lietaams. Nietzeche, Van kind en huwelijk. Lod. van Mierop, Sla vernij van de Vrouw, enz. Inhoud van No. l: A. E. Ttiarers, Da G otdalaz van alle Opvoeding. De aeoscfl che School te Parijs. Mevr. m>-. M. C. Bakker van Bosse, Opvoeding in het L'cht van de Theosofie. J. J, Hoogerwtiff Ont plooiing. Een KindTzie!... Een onbrtchreven blad? M. C. Denier van der G SP, Het ware doel van opvoeding. Het 2e Intern. Congres voor Zedaljjke Opvoeding. desnoods met de Aarde en hare Volken", als variant op de betreurde overledene, met welke Mr. Marchant aich trouwens da onsterfelijkheid heeft verworven! Wanneer dan de vooruitgang der partij in intellectueelen zin rog hooger trap zal hebben bereikt, c'an zou n.et de Wereld" als maandblad aan de behoefte tegemoet gekomen hebben kuncen wor<?erj. Ik zou dan echter rog voor de Blijde Wereld'' adviseerec, opdat er zekerheid zij, dat men niet bij ongeluk verkeerde in de wereld die in 't booze ligt." c f erger: waarin men zich verveelt," om van die Welt in Waffen" in dit verband liever te zwijgen. Waarna dan altijd als heerlijk toekomst-iïeaal wanneer eenmaal, zooals de redactie vast gelooft : da groote meerderheid van QÜS volk ten slotte het hoofdbeginsel van den Vrijzinnig-demoeratischeu Bond zal om helzen" een jaarboek onder den titel Het Heelal" de partij-leden met moed en vertrouwen zou kunnen bezieler. Ea dat jaarboek zou mendantenalleilaatete nog op ongeregelde tijden kunnen Ie ten verschijnen al twijfel ik er aan of die staat van volmaaktheid wel ooit be reikt wordan zal. Maar daarvan kunnen de heeren zeker zijn, hoe rechts ik ook zijn moge, met b»langstelling volg ik hunne zoowereldecheerolutiën. Want ter wijl rondom Marokko en Tripoli gedruisch is als des donders, en in ons vaderland zelf het gebulder van het schijnkanon amper is verstomd, daar is het litrlijk en dcet het goed te zier, dat er nog zulke lieden zijn, die den rustigen moed hebben om als eenmaal Atlas de gansene wereld op hun nek te nemen en te blijven staan. Ik blijf er bij zitter, als steeds je OOM Jonocus.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl