De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 1 oktober pagina 5

1 oktober 1911 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na. 1788 D E A M S T fc "R DA M M E R W E E K B L A D VOOR NEDERLAND. LIBERTY MANTELPAKKEN DOOR KLEERMAKERS N/ERVAARDICD ONDER LEIDING VAN EEN BEKWAMEN COUPEUR METZ&6 LEIDSCHESTRAAT AMSTERDAM iiiiniiiiiiiiiiiiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIItllllllllllMIIIIIIII MIllllHllllltlllllll iiiimiitimiiuiimiimii Htt feoiiisie i Fnlani. n. Daai wij nu toch aan het spreken waren over de cctiblen, kunnen we gevoegelijk even ken nis nemen van het schoolleven onzer jonge Trouwen em meisjes.Goed beschouwd is dat iets, waarvoor wij ons niet behoeven te schamen. Allereerst hebben we de lagere scholen, bij ons volksscholen genaamd, die voor jon gens en meisjes gelijk zyn. 't Is een afzon derlijk schooltype, zonder direct verband met het leerplan der middelbare school. Door de groote afstanden en het verspreid wonen der bevolking, zijn deze scholen op het platteland altijd gemengd. In de steden echter werken deze scholen met geschtiden klassen, ofschoon er hier ook met coëdacatie een proef genomen wordt. Vergun, mq een merkwaardiger! zin aan te halen van den eersten organisator onzer lagere school. Deze uiting is een bewijs van het groote belang, dat een fijne en verlichte geest hecht aan 't onderwijs voor vrouwen, ui 't bijzonder voor de vrenwen nit het volk. Zij komt voor in zijn ontwerp-regeling van het lager onderwijs, gericht tot de re. geerinp, en luidt: Indien de gelijktijdige oprichting van lagere scholen voor jongens en meisjes om flnancieele redenen onmogelijk ware, zon ik, wat mij betreft, di» voor meisjes van het grootste belftng achten." ' Wat staat er nu op het gebied der mid' delbare scholen ter beschikking van *nze iiiiiimiimiiiiii IIIIIIIIII1IIIIMI11IIIIIII UIT DB NATUUR CDXLVI. Zout. Hoeveel soorten van zout er bestaan, zei wel niemand zoo op eens kunnen zegzei, maar als er sprake 's van zont 'on'-conrt dan xijn wy het er allen wel over eens dat er keukenzout bedoeld .wordt. Met dit zont en ?og een paar andere ben ik in deze vacantie herhaaldelijk in aanraking gekomen; zooals ik n al verteld heb, was voor my een van de aantrekkelijkheden van het KyfftJiasermeisjes? En wat ia er voor karakteristieks in de ontwikkeling van dit schoolleven? Allereerst f t aan de jonge-damee-scholen" van den Staat voor haar open, instellingen, gebaseerd op het by uitstek vrouwelijke prin cipe, maar zich losmakend van den ouden sleur. Dan velgen de bijzondere scholen, ge mengd of voer meisjes alleen, die geheel het middelbaar onderwijs voor meisjes beheerschen en in leerplan gelijk zijn aan de jongensscholen (lycea). De viij e toegang tot de universiteit, den vrouwen toegestaan, is oorzaak, dat deze scholen belangrijk in aantal toenamen, ter wijl deze hervorming, het onderwijs voor mannen en vrouwen op n leest schoeiend, in 't bijzonder de verbreiding van gemengde scholen bevorderd heeft, 't Is opmerkelijk, dat al deze scholen (behalve dejonge-damesscholen) zich richten naar nzelfde doel, dat toets en bekroning van haar arbeid is: het staats-ezamen en het studie-diploma, dat daarvan het resultaat is. Dit examen is ken merkend voor ons school-leven. 't Is zelfs meer dan dat; 't is, om zoo te zeggen, het criterium van den ontwikkelden burger, het is een diploma va a groot praktisch be lang, dat den bezitter in staat stelt, de mede dingers, niet voorden van dit tooverstafje, op een afstand te houden. Nu zyn wy weer terug op het almachtig terrein: het economische! Of onze meisjes al of niet lust zevoelen, zich aan universi taire studie te wijden, (van de 2830 studenten, Januari 1911 aan de universiteit ingeschreven, waren 691 vrouwen!) dit diploma is haar nochtans by'na onmisbaar in den strijd om het bestaan. En de groote meerderheid der gebergte, dat daar in de buurt midden op het vatte land strandpLtnten groeien, als gevolg van keukenzout in den bodem. Al in de eerste dagen van ons verblyf zjjn wij naar de zoutweide gegaan. Het waren de eeoige plekken grasland in de groote vlakte tussohen de beide hfrgttelseli; en hoe vreemd en armoedig die groene magere landjes ook afstaken tegen hun omgeving, gelegen als ze zyn te midden van die krachtige roodgele tarwevelden, ons Hollanders deed het goed ?r eens kriskras door he?n te lo»pen, als don een pas gehooide weide. Blijkbaar wilde hier geen tarwe of gerst, tabak of aardappels groeien, noch iets anders De boortoren bij Winterswijk, van de Rijksopsporing van delfstoffen. De witte paal in het midden, waar de hoofd-ingenieur de hand op legt, is de eerste kern «teenzout, die er ons naar boven werd gebracht. (Uit het Jaarverslag van .1911.) meisjes heeft onafwendbaar dien stiydin het vooruitzicht. Dit alles heeft »ijn vóór- en nadeelen. 't Is een groot voordeel, dat dit examen ons onder wijs voor meisjes toetst aan een norm, voor jongensscholen reeds lang gesteld. Dat prik kelt het onderwijzend personeel tot werk zaamheid en verzekert den meisjes, die den 8- of 9-jarigèn curstn volgen, een fonds van goed onderwijs. Het meerendeel der mebjes oit onze gegoede klassen volgt den ctmus tot het eind, wat oorzaak is, dat onze vrouwen over 't algemeen niet onontwikkeld zijn. Intusschen ontbreken de nadee en even min. Dit stelsel doemt zoowel de cnrsuesen en methodes als de leerlingen tot peytvormigheid. En dan, de wetenschappelijke cur sussen zijn mér dan uitgebreid genoeg: da drie verplichte talen, Finsch, Zweedsch en Russisch, nemen een enormen tijd in beslag, n of twee vreemde talen zijn onontbeerlijk, wanneer men tenminste niet tot volkomen nationale afgendering geraken wil. 't Gevolg daarvan is een programma, dat door z'u groote uitgebreidheid geen plaats laat voor concentratie en nog minder'voor hoof lelijk onderwijs. Een groot deel der publieke opinie büons is zeer sterk gekant tegen dit eind diploma, dat een groot aantal jonge menschen van beiderlei kunne dwingt, bun tyd en kracht te verspillen aan een studie, die grootendeels niets heeft nit te staan met hun toekomstige bestemming, en hier een geletterd proletariaat schept. Doch afschaffing van het diploma sou een algeheele verandering van systeem zijn en terecht aarzelen wij, OM een ingrijpende her vorming te beginnen, nu onze politieke ther mometer gedaald is tot onder nul. Helsingfors. (Wordt vervolgd). EMIIA SALIZMAN (uit het Franscbe hand schrift vertaald). Ik weet niet, maar het is zoo schoon Wanneer ik buiten ga Des avonds in den koelen wind En stil te luist'ien sta. Ik hoor geluiden langs me gaan Die 'k nooit by dag vernam En of uit 't verre een zachte tucht, Een asem, tot me kwam. Wat zou dat zyn? En 'k denk aau Haar Die eens my tegenloech Met zilv'ren-eng'lec-moederstem En me in haar armen droeg. Mijn God! ik Weet niet. Maar 't is schoon Wanneer ik buiten ga Des avonds onder 't dnist're loof En stil te luist'ren sta. M e e r l o (L.) PEERKE DEN BBLO. ALLERLEI. Luxe. Groote weelde is misschien wel heel dwaas... en toch, en .toch... het is een roes, die ten slotte wellicht ieder onzer wel eens zon willen doorleven. Sterkeren dan wij vrouwen hebben dit Kü)pt jnet veile teugen gesmaakt. Men vertelt van een Par ij f ch jour nalist, die gespeculeerd h^d in Amer'kaat sche spoorwegaandeelen en daarmee 200000 frs iiiiiimiMHiiittiiimiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiifiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi dat de moeite van verbouwen waard was; anders was het land wel productiever gemaakt dan het nu was. Dit zontland lag wel iet s. maar toch niet veel lager dan het bouwland dat er aan grensde, alleen door een greppel en een dammetjeer van gescheiden. Midden door de zout weiden liep een kanaaltje met stroomend water, de SoJgraben. Hat woord zegt geroep, het is het afvoerkanaal van de pekel, die m de stad wordt opgepompt en voor baden of zoutwinning wordt gebruikt. Van afstand tot afstand is er een gleuf in het dijkje dat da zoutgrecht insluit; door deze overlaten, kan het zilte n»t ever het land stroomen, indien de toevoer wat te groot wordt voor de capaciteit van het kanaaltje. Hier hadden we dua een weide, die van tijd tot tijd met pekel wordt overgoten; «n daar de natuurlijke pekel in de stad tot 23 procent zout bevat, kan er nog heel wat ziltigheid in het afvalwater overblijven. Hoewel we wisten, dat we er zovtplanten zonden aantreffen, stonden we toch een beetje raar te kijken büal die zeestrandgewasaen. Het is opentop een strandflora die daar welig tiert, het zeezontgras met zijn lange tros van groene bloem) jes, de lila bloemkopjes van Engelsen gras, de vreemde terrc-cottakleurige aardbei-klaver, het zeemeelkrnid. Als je niet opkeek, kon je je verbeelden aan het Zniderzeestrand by Muiderberg of Harderwijk aan het botaniseeren te zijn; het stond er allemaal volop, maar ook geen voet breed buiten de zont-zone; waar het dammetje de pekel tegenhoudt, daar begint de tarwe of de tabak, teen heel enkele aardbei klaver dringt er een eindje in door, maar van de andere strandvrienden niat een. Op dit icherp afgebakend terrein zoo ver van de zee, houdt zich een zout flora staande, zoo exclusief en zoo in het oogvallend tot dit eene plekje beperkt, dat ieder wel moet gelooven dat het zont in den b-dein, de oorzaak en de voorwaarde van de aan wezigheid dezer strandplanten is. En toch zijn tegenwoordig de meeste bptanici de meening toegedaan, dat hetjnist niet de scheikundige samenstelling van den bodem is, die den aard van de flora bepaalt, maar veel meer de natuurkundige, de pbysische gesteldheid, dus, warmte, luchtgehalte en de vochtigheid van den grond. Voor de zontplanten moest echter nog wat anders in het spel zijn; al kunnen, blij kens proefnemingen, de meeste planten zoo wel in zoutarme als in zoutrijke aarde groeien, er zijn er toch die je nooit anders dan aan het ze es t r and vindt. Het is mogelijk dat het keukenzout juist voor deze strand planten geen vergif ip, voor alle anderen wel; ook is het wel zeker dat bet keukenzout invloed heeft op de doorlaatbaarheid voor zoet water, en misschien op de oplosbaarheid van voedingszonten. Maar, wat dan ook de ware oorzaak mag zijn, het zont doet het hem toch; door zijn aanwezigheid verandert de flora van het land, nog in veel sterkere mate als door de aanwezigheid van gips; waarover we het later nog moeten hebben. Het is een vreemde geschiedenis met dat kenkensont. Als men planten op gedistilleerd water kweekt,op de manier, die ik n voorjaren verdiende, dat hu bet gebeele bedrag in goud opwiseelde, toen o ie gouden regen over een ledikant uitstortte en, aan alle kanten door goud omgeven, ging ligven slapen. Van Pu gun in i, oVi> wereldb**oemden violist, gaat hei verbaal, dat by gedurende zyn eerste triomftochitn, al zijn verdiensten in goud wilde ontvangen. In de eenzaamheid, op zijn kamer, stortte hij dan al dat blin kende en k in ken de metaal in een bak uit en sraieote er . yn hatden in. Nog piattiscter in ijn weelderoes was een Fransen i>o ellii-t. Boniië. die vooreen snccesboek een bonorarm n oulvh g van 60 000 fre. Ook by s'bcd er op, dat het gehe. Ie bedrag in goud aou w irden uitbttaald. D^delyt b zijn thuiskomst BC ndde büzijn rijkdommen uit in een tiadtnip ging er zelf in liggen, schepte met volle handen het goud over zijn lichaam, en woei de er in met de voettn ... AIdu» genoot ny een vorstelijk kwartiertje door... zich te baden in goud. *** Suitifa moi. Het nieuwste verschijnsel op modegebied is de cougeohamde Suuez moi", bet zeer breede lint. dat lus ac ter op den rok hangt. In ttt aiiddtn der 18e t en w was de ie mode ttlgemten Bet reikte toen van den bais tot op den grond; t ana Leeft het nog slechts het midde> uereikt. Het kleedde zeer gracieus en gaf aan den ing «en prachtige losheid van Ui n. *** Qoed ingelicht. Een Fransubman ia in Holland, zit in den trein by tun tui ugkeer van een bezoek aan de Zeeuwscbe eilanden. In de coupébevindt zich OOK een Hoilaiidor, de gued Fransen spreekt. Er worden over en weer een paar beleefdhednn ge wissel l, het * t)»> rak raakt op gang. De Fran:Chmau, biy iemand te vinden, met wie hij. praien kan, wordt spraakzaam, spreekt over du gchoouneid en eigenaardigheid der ZeenwBCbe ei ande , tiedt net eudejy'k sok over hut inieies aute costunm der meitjes van Goec, die »u ke merkwaardige tuikentrekkers aan t uu mutsen dragtn, welke als spich igu Jbiizeij vooiu t-iekec... De Hollander ( en gewik te bengel) krijgt opeens een in«tu »u zrgt: Maar weel n wel, waarvoor He di KHU eigamyk dienen? Dat is heel merkw«a dtg, ik zal 't u zeggen ce sont 4e» arrende apiuderie.! als er som j j on gen t ayn, die de mei-keus van Goes tegen bun zin willen kus «u, moeten ze op hun boede zjj>, want '< Eon hun weieens beide oogen kosiei) l" De FrausctiiLac, een journa list, haalt zyn notit ebo> kje voor den dag: Ma foi... cVnr, tres intéiessaLi"... Niet «&&, ?'" Vaat du Hollander voort. Maar er in nog een mzonderbeid bij, die n OOK voorat iiiet verzuimen moet te notee ren: A .n e k der-kurfcetrekkers is een Bchariiiei en een veerij-, en indien er een joiig ment-cn komt, dien ne wél mogen leiden, klappen se oe kurkuntrekkera eenvoudig terug, en dun kuuien ze minnekozen naar hartelust l".... * * * De inbreker. Een htuidulsman kwam zyn kantoor binnen en za*, dat voor <mr< oraudkast een man op ue knieën lag, me., i., .resers werktuigen naast zien, die up 't puut scieen 'c slot t» forceeren. Zoodra du inbreker den bandelaar za< binnunkouii n, sprong bij op, haalde een zesioop . r» oivr voor den da* en bield de^e verteld beo, en oy ji. *»ier e voeJingszauten voegi die voor hut g- dijen van de plant noodig zijn, dan komt, keukenzout niet op het recept voor; je zou zeggen ze nebben het dua niet noodig. Maar aan bet slot, ondur een streepje, geeft du d-«riuüdiüe recept-schry ver den raad, er een snufj» keukenzout by te doen. Meestal nog met toevoeging van de verklaring, dat daardoor de verschillende voedingsn oen beter tegen inwerking op elkaar beveiligd zyn, of anders ai leen om bet water helder te nonden. 8 JIUB wordt zont aangeraden, zonder i, au ei e opgaaf van reden, maar als nntii«, zoo aia de ondervinding leert. Het is of dat zout een uo< iiitt oekende taak in het plantenleven te vervullen tetft; en dat zal wel zoo zyn. BHslist uuodig m het niet, maar onder kraalde ?mstandi«heden, miacchien als aelper in den nood, toen weer wel. Zoo is bet ook met onze voeding. Onom wonden, vindt je nerg> es precies aai'gegeven waartoe, behalve voor maaginur, het keuken zout eigenlijk in ons lichaam noodig is. Eu toch. we zyn dour' rokken mat keukenzou', niet alleen ons levende Jicoaam, onze baren, onze kieeren zei f n, riet zij u vare zontmynei). Er wordt door hygëjisen gewaarscbnwd tegen te veel zoni in ouse spijzen. Maar geneel weglaten zal ook wel niet goed zijn; zout gebrek alihans > cby'nt net zoo erg gevoeld te worden ais watergebrek. Er zyn zoutoorlogen gevoerd door half beschaafde en onbeschaafde volken. Op de Kyffoauaer stonden vie kaateelen, op eiken boek a, die de zouthrouren beschermden en verdedieden tegen aen overval: naast ons hotel in hei Zuiden dt-Frankenburg, in riet Noordoosten de Kyff iinser ze,f, in bet Noordwesten da Rothöubuig en bij de zontbronnen in het Zuidwesten, de Falkenb.nrg. De Zontstraat die nog bestaat was eertijds een versterkte weg, waarlangs in de middeleeuwen en nog lang daarna het steenzont wer i vervoerd. Hoe dat zout in den grond gekomen is, weet iedereen tegenwoordig. Waar het nu ligt, lag eens de bodem van een zee, van Polen, Galicie af door heel Noordduitschland, ons laad, tot in Eau elan d toe gaat een breede strook steenzont diep onder de grond door. Een paar jaar geleden is voor bet eerst in ons land (ny Winterswijk) het steenzout aangeboord, ik hea er een mooi stuk van in mijn collectie. Het is prachtig zont. als glas zoo helder; ie boorsern is v*n oigeveerSOO meter diepte. Niet al het steenzont is uit den Zechateen-tijd ; ang er voor en er na zyn er ook binnenzeeën leeggedampt, maar voor Noord Dnitschiacd en ons land althans, is het meente toch wel nit dien tijd afkomstig. Das het steer zont was een zeezont; en ala een tegenwoordige zee door een of andere aard beweging langzaam uitdroogt, zooals da Doode Zee doet, dan zal daar weer een steenzoutlaag gevormd wordei, tenminste als die zont bod em dadelyk onder een waterdichte kleilaaïwordt begraven. Anders nou het hemel water de zomin ag snel hebben opgelost, weer afgevoerd naar een rivier of naar een andere nog niet uitgedampte zee hebben gebracht. Maar met deze voorstelling, hoewel die overeenkomt met de werkelijkheid, is nog niets gezegd over den oorsprong van het keukenzout of het chloor-natrium, zooals het HOOFDTOOISEL VOOK BEN INDIAAN. Misschien inspireert het die beheerschers der Parysche hoedenmoie, die hét tot heden in de breedte heb oen gezocht. IIIIIIIMIIItlllltlltllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII den ongelukkige dreigend voor 't gelaat. Steek uw handen in de hoogte l" zei de schurk. De ander deed gelijk hem bevolen was. Je begrijpt", zei de dief, dat ik op 't oogenblik van je kan eischen wat ik will" Helaas ja l" zuchtte de aangevallene. Je bent er ten volle van overtuigd (hoop ik) dat ik over je dood en je leven beschik ken kan I" Zoo is het l" kermde de handelaar, steeds bleeker wordend. Eén schot!... en je bent er geweest l" ging de onverlaat voort. Ach, ja, ach j a l" steunde de gemartelde. Welnu dan," vervolgde de aanvaller, ter wijl er eea vriendelijk lachje op z'n gezieht kwam, je moet weten, dat ik zondereenige moeite door het raam in je kamer naar bin nen gekomen ben,... en dat alles zon niet ge beurd zy'n, wanneer aan dat raam was be vestigd geweest het Inbraak-alarm-signaal" van de firma X. X. & Zoon. De complete inrichting kott niet veel meer dan 50 gulden..,. Mag ik n een prospectus aanbieden ? Goeden nacht maneer!" Dit zeggende retireerde hij naar de deur. Stak kalm den revolver in den sak eu verdween in de donkere straat. * * * Record. Een record, dat jaren onaangetast bleef, is dat van den Franfchsn athleet Wérin, die de 710 trappen *an den Parijsehen Eifeltoren op rende, eu in drie micuten en vier seconden het 35ste platform bereikte: Ia er soms iemand die lust heeft een poging te doen om dien ty'd te verbeteren en de kampioen»trappenklimmer van de wereld te wordent ALLBGRA. i mm iiimmiiimni iiiiiiiiiiiiiimmiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiinu heet naar de beide elementen nit welker ver binding het bestaat. Het steenzout was eens z'eezout; de zee krijgt het uit de rivieren en deze nit de zechsteen-bergen, waar het door een voor malige zee is neergelegd,. Maar hoe kreeg da zee dan oorspronkelijk haar zont. Ook uit de bergen, maar uit de oorspron kelijke nit de yerweerendegranietrotsea, die niet anders zyn dan in de diepte gestold magma; d.i. de gesmolten massa die binnen in de aarde eo in verschillende haarden ligt, ook tog dicht onder de oppervlakte. Al lang was het bekend dat bij vulkani sche uitbarstingen, vooral iu het begin als er fumarolen ontstaan, zont in damp vorm wordt nitgestooten.Als sneeuw of poedersuiker ligt'het dan op de aarde, tot een regenbui het oplost en wegvoert. Vroeger dacht men, dat dit zout toch uit de zee afkomstig moest zyn en dat de uitbarsting juist ontstond doordien in de diepte de zee in de vurige aarde was binnen gedrongen. Het microscopisch onderzoek van het meest voorkomend gesteente dat by het stollen van het magma ontstaat, het graniet, heeft aan getoond dat het keukenzout uit de diepten der aarde a's verbinding mee omhoog komt, of dat het eerst onderweg bühet oppersen, nit chloor en natrium wordt gevormd. Als het magma stolt tot graniet, blijft het k watts nog vloeibaar, nadat de beide andere hrofdbestanddeeleu veldspaat en mica al uitgek istalliseerd zijn. Eindelijk wordt ook het kwarts vast en vult alle overgebleven ruim ten. Besloten in die kwartsknstallen nu, bevindtn zich dikwijls vloeistofdroppeltjes, in het midden daarvan weer een gasbelletje, de z.g.n. libelle, natuurlijk microscopisch klein. Soms zijn daarin met de sterkste vergrooting duidelijk de typische cnbische zoutkristallen te onderscheiden. Dat vocht in het kwarts is in de meeste gevallen water met zont, gewone pekel dn?. Veel fijnere blaasjes echter die het kwarts zyn melkachtige troebeling geven, zyn gebleken voor een deel vloeibaar kool zuur te zijn. Het chloor-natrium is .dus met de oude aarde geboren; als de aarde vast wordt krijgt zij het steenzout mee; de wateren, die de steenen sloopen, lossen het op en brec gen het daar de dalen en atrojmen, en verder naar zee. Dit is het pasgeboren Jeugdig of juvenile" zont, dat soms in bronnen direct aan de oppervlakte komt; maar verreweg het meeste fcteebzont en de pekel, die in de salinen wordt omhoog gestuwd of opgepompt, is niet zoo jeugdig; het is al eens zeezout en zeebodem geweest; mis schien al meer dan eens. E. HBIMANS. CORRESPONDENTIE. Mevr. E. S.te Freiburft.Uw plant van de Col d«s Mosses is geen Soldanelle, maar het Baardig Klokje, Campannla barbata. C. M. ter H. Uw insect is toch een sprink haan maar een larrp.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl