Historisch Archief 1877-1940
No. 1790
D f] A M S T E R D A M M E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
LIBERTY
VOOR WAMDELJAPOnnEM EN MANTELPAKKEN
/ EEN FRAAIE WOLLEN STOF
IM MATJES WEEFSEL
IN 20 MOOIE KLEUREN
HOPSACft CLOTH
I2OC/M BREED
2FI_ PER
25 METER
STALEN FRANCO
STALEN FRANCO
METZ&6
LEIDSCHESTRAAT
AMSTERDAM
EEMICE VERTEGENWOORDIGERS IM NEDERLAND
MIIIHnMIinHHMIIiniMllllfHII
Het feiiiisie in Fulaiid,
IV.
Wij hadden het dus, dat kiesrecht, dat
recht, om te kiezen en verkiesbaar te z\jn.
Hoe was nu de houding der vrouwen wereld
tegenover dit bereikte ? Een gevoel van vol
doening büde mees t en, een trotsche sprong
van vreugde, veredeld en gematigd door het
besef van verantwoordelijkheid bij de meer
nadankenden eenige luidruchtiger kreten
van triomf en geestdrift in de rangen der
democratie dat was alles. De kalme ge
matigdheid, on niet te zeggen, stootende
koelheid, der natie verloochende zich niet.
Het denkbeeld, om een politieke
vrouwenparty te vormen, die de burgereasen van
alle klassen en standen zou omvatten, trok
een oogenblik de aandacht. Waar zooreel
gemeenschappelijke belangen te verdedigen
vielen, zooveel ongerechtigheden te verwij
deren waren pogingen tot geheele samen
werking zeker te rechtvaardigen. Doch deze
persoonlijke belangen der sexe kiezen niet de
overhand. Daar de democratisch-gezinde vrou
wen zich niet wilden aansluiten bg een der
gelijk bloc en omdat verscheiden stemmen
en met reden, den nadruk legden op ons
gebrek aan politieke ervaring, werd het plan,
als ontijdig, verworpen.
Dat is het eerste bewijs van voorzichtigheid
en gematigdheid, waarran men goede nota
moet nemen.
Zeker, een dergelijke stap zou geen enkel
praktisch resultaat gehad hebben door de
verscheidenheid der sociale en politieke
meeningen, die even geprononceerd waren
bij de vrouwen als bij de mannen, hu zon
trouwens zeer gewaagd geweest zijn voor
beginnelingen in de politiek. Da vrouwen
iiiiiiliiiiiiiiiiimiiuHMimiiiimiiMüiMMiniiiiiiiiiiiimiiiMiiiiiiimiiMii
UIT DE NATUUR.
Holle bergen.
We zaten, of liever we lagen op een soort
plateau, een klein vlak stuk, eigenlijk niet
veel meer dan een richel van een stellen
heuvel; en zoover mogelijk achteruit tegen
den bergwand aangedrukt, om de zon te
beletten ook maar een stukje van onze
schoenen te beschijnen. Het uitzicht was
prachtig; de zon ketst* tegen de Heb.'grijse
heuvels tegenover ons, dat ze flikkerden. Op
sommige plaatsen waren er openingen inde
brokkelige muren ontstaan, ronde, diepe en
donkere gaten, dicht büden bovenraud en
daaruit zakte een geelwit poeder; als een
beekje van melk scheen het gipspoeder te
vloeien. De menschen hier noemen het
henaelsmeel.
IMnMIIIIIIIIMIIIIIIinMIIMinillllllllllllllllllllUIIIIIMnilllinilllllllMIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIMIIIIIIIItMIIIIIIIlll
sloten zich dus büde eerste verkiezingen
de beste bg de reeds bestaande politieke
partijen aan.
Ondertnsschen is een wetgevende hande
ling geen tooverstafje, dat in een oogwenk
oogsten doet rijpen op een veld, hetwelk
men langen tijd braak heeft laten liggen.
Dat is de oorzaak, dat de vrouwen, ofschoon
allen zoo geheel doordrongen van het ver
langen, om de nieuwe, wettelijk vastgestelde
gelijkheid in vorm en daad vte handha
ven, zich genoodzaakt zagen, om naast
de politieke partijen, organisaties te vor
men, die tot zedelijke taak hebben, baar leden
te verlichten, te ontwikkelen en haar sociale
en politieke inzichten vast te leggen. Verder
de praktische taak, om candi.laturen te stellen
en te steunen en den invloed der vrouwelijke
meening te doen galden op het oogenblik
der verkiezingen. De apathie en de onver
schilligheid, die dezen invloed merkbaar doen
afnemen, zijn namelijk vooral een-uitvloeisel
van onwetendheid omtrent den werkely'ken
staat van zaken, we kebben er duizend
voorbeelden van.
Laat ons daarvan eens een vermakelijk
staaltje aanhalen: een dame beweerde, dat ze
een besliste tegenstandster was van vrouwen
kiesrecht. Op den dag der verkiezingen
gebeurt het, dat haar man, die in bet buiten
land vertoefde, haar telegrafisch verzoekt,
b^' hem te komen. Ze haast zich naar het
desbetreffend bui eau, om een paspoort te
vragen, maar helaas! men eischt van baar
de machtiging van haar echtgenoot. Daar
ze er geen ontvangen heeft in den vorm,
dien de wet voorschrijft, weigert men haar
het paspoort. Zoo is 't nu met ons gesteld l"
roept de verontwaardigde burgeres, en...
ze spoedt zich op 't zelfde oogenblik ter
stembus I
Een stelsel van evenredige vertegenwoor
diging als het [onze, veronderstelt en
verHet geheele dal waar wy bijna eiken
dag van deze vacantie onze toevlucht zoch
ten tegen de hitte, bood tegen tien uur
in den morgen al geen enkel ander
echaduwplekje meer aan, dan het drempeltje
waarop wij zaten, op acht ;1 tien meter hoogte
boven den weg door het da'. Toch was het
er nog lucht!?, in vergelijking met de
stad in de diepte; dat komt doordat er
voortdurend een luchtstroom gaat, die van
de hoogte van den Slagberg komt en met
kracht door de smalle, sterk dalen de spleet naar
devlaktetrekt.Ze.erwaars«iiy'nliJkiadezestioom
een gevolg van de opstijging en de daardoor
veroorzaakte luchtverdnnning in de vlakte;
daar de hitte er veel grooter is dan op den
Slagberg, die tweehonderd meter er boven
en ten Noorden er van ligt, en waar de groote
bosBcken van het Kyffhüaser gebergte steeds
koele lucht in voorraad honden. Maar ons
plekje waa door een onverklaarbare oorzaak
Gelicht op de noordelijke helling van het Kalkdal; midden in, dicht bij den
bovenrand der bergen een gat waatnit gipsmeel neerdaalt.
eischt een strenge organisatie der partyen.
Ook brengt het een verhaaste organiseerende
beweging, in alle politieke lagen, met zich
mee. De vrouwen namen er levendig aan deel.
Zij maken nu deel uit van alle politieke
partyen, zonder dat er door haar aansluiting
verwikkelingen of botsingen zy'n ontstaan.
Ze worden zelfs beschouwd als nuttige leden,
van wie veel te ver wachten is. Pynly'k is
het echter voor de nieuwbakken politici, dat
ze in een milieu komen, waar ieder in beslag
genomen wordt door ingespannen arbeid,
uit den aard der zaak voelen mannen zich
op dit terrein meer thuif.
Wat was dat een gebeurtenis, die eerste
verkiezingen volgens het nieuwe systeem!
Zy', die uit het kamp der vrouwen een op
tocht van triomfeereude feministen ver
wachtten, vergisten zich deerlijk. Wél was
het een ware pelgrimage van gezinnen, vrou
wen en mannen in vriendschappelijke ver
houding, vrouwen nit het volk in
Zondagakleeren, oude dames met peinzende gezichten,
gevolgd door haar dienstboden, allen met
devotie haar stembriefje neerleggend;
in 't kort een bonte wisseling van men
schen, die erg onder den indruk waren van
den ernst hunner daad. Men spreekt van een
zwakke vrouw, verpleegde op een hofje, die
zich naar het stembureau liet dragen. De
vrouwen op het platteland waren niet minder
ijverig in 't vervullen van haar stemplicht.
En het resultaat? Negentien vrouwen ge
kozen op een totaal van twee honderd af
gevaardigden, da* is te zeggen een vrouwely'k
contingent van 9.5 pCt. Dat was geen ver
ontrustende uitslag, niet waar, en nog in
't geheel geen revolutie l Met een glimlach
riep men zich de ongerustheid der heeren
te binnen, die reeds sen verpletterende
vrouwelijke meerderheid voorzagen, welke
de mannen zon noodzaken hun toevlucht op
de publieke tribune te zoeken. In de vijf
Landdagen die zitting gehad hebben sedert
de hervorming hebben de vrouwen 8.5 pCt.
tot 12.5 pCt. der zetels bezet. Voor de ver
tegenwoordiging der vrouwelijke belangen
is dat zeker te weinig.
Deze belangen hebben echter nog niet te
vaak een onderwerp van bespreking uitge
maakt, daar de vraagstukken van zuiver
politieke n aard aan de orde van den dag
waren en de herhaalde ontbindingen
de kamer iedere regelmatige
werkVóèr alles
van
zaamheid verhinderden.
hebben wij afgevaardigden noodig, die in
dienst van het Vaderland beproefd zy'n",
was het onveranderlijk consigne, naar het
welk de kiezers moesten handelen.
Satuurlykerwy's moeten deze afgevaardigden zich
dus bevinden in de gelederen der mannen, wat
de vrouwen onmiddellijk zullen toegeven.
Doch niet minder vast staat, dat de vader
landsliefde büde vrouwen even sterk is,
haar politieke houding even kloek; toe
name van het aantal vrouwelijke afgevaar
digden zon dus absoluut geen gevaar zy'n
voor het vaderland.
Tot da socialistische party behooren tot
nog toe de helft, of ieta meer, der
vrouwelijke kamerleden. Aangezien deze party on
geveer 42 pCt. van de vergadering vormt,
bereikt het socialistisch vrouwely'k element
gunstiger resultaten dan haar zusters van
de zoogenaamde-' boargeoisie-partyen ge
zamenlijk. Dat is beslist een uitvloeisel van
het feit, dat het peil van beschaving
en de mate der politieke ervaring b
mannen en vrouwen nit de arbeidsklasse
ongeveer geluk staan. Wellicht vindt het
sy'n oorzaak in haar overwicht van naleven
moed.
Een gezaghebbende stem heeft in Zweden
het vermoeden uitgesproken, dat het vrouwen
kiesrecht in 't bijzonder voordeelig geweest
zon zijn voor de zaak van het socialisme, en
dat deze party met behulp van de stemmen
nog veel koeler dan de wind, die er langs
woei.
Ongelooflijk stil werd het tegen den middag
in het Woeste Kalkdal; al ligc het maar een
half uur van de stad, geen mensch komt hier
voorbij; geen vogel laat zich meer hooren of
zien; alleen 4e insecten maken geluid; hom
mels, bijen, kevers, vliegen en muggon vooral,
zoemen en zingen en fluiten en piepen elk
op hun w u'ze, dat de samenklank een zachte
galmtoon wordt, die ryst en daalt met
gelijkmatige golven en sich mengt met het suizen
van de wind die neeranelt naar de vlakte. Maar
juist dat zachte bromtoontje en dat zuchten
van den wind, doet de stilte opmerken,
maar ontneemt er ook het ijzige en angstige
aan.
Wy zelf zaten dan ook rustig te lezen, te
teekenen of te determineeren, maar begon
nen langzamerhand, door warmte en door
het slaapliedje van de by'en en den wind, te
soezen. We raakten onder den intonk van deze
lauwe, voorby stroomende berglucht; mis
schien was het ook door de vermoeidheid van
de oogen, die bij het opzien, altijd weer de
zonnige gipsmuren ontmoetten, vanwaar het
verblindend terugkaatste naar ons
schaduwplekje. Ik zelf zat met mijn rug tegen
het koele gips. Geen wonder, dat je in
zoo'n geval als ik even droomen gaat. Ik
verbeeldde mij, in den berg menschelyke
stemmen te hooren.
Hè, zei mijn vrouw: Ik viel in slaap,
en droomde daar al, dat er menschen onder
ons in den berg zijn." Dat heb ik zoo even
ook gedroomd," zei my'n zoon. Mijn dochter
de vierde van het gezelschap en no; een
kennisje zeiden niets, die waren te woelig
om te droomen; ze hadden 's morgens ook
nog niets uitgevoerd. Ona schaiuwplekje
vonden ze te eng, ze klommen in de felle zon
als jonge geiten over de rotsen.
We keken elkaar aan. Als drie messchen
hetzelfde droomen, zit er iets achter, dat geen
droom is. We dachten eerst aan een galm
of echo en zochten met den kijker naar
mensc hen op de bergen aan den overkant van het
dal. Maar nu hoorden wy, klaar wakker,
duidelijk stemmen in den grond achter en
onder ons. Het waren beslist mer schen; ze
riepen elkaar tos; en wat het griezeligst was:
we hoorden een paard hinneken en een
geluid als van een wiel over kiezelzand.
Een van ons drieën begon te lachen van
zenuwachtigheid.
Dat koa geen verbeelding zy'n, daar moesten
menschen en dieren verscholen zy'n onder
ons in den berg, die toch zoo gaaf en hecht
leek. Een geheime schuilplaats van valse h
munters? Een stille stokerij?
Het geluid werd sterker, blijkbaar naderden
de stemmen; we behoefden niet langer te
twyfelen. Links van ons, een meter of drie
lager, kwam nit een natuurly'ke nis in den
berg, de kop van een paard te voorscby'n ;
Het Mr mm der leyeisiiËeleu,
Drink maar, jongetje, je moedertje wordt niet duurder.
der vrouwen baar grooten invloed in ome
wetgevende vergadering gekregen zon hebben.
De statistische gegevens betreffende de ver
kiezingen volgens het nieuwe stelsel zijn
nog slechts heel onvoldoende bewerkt.
Intnsachen heeft een uitmuntend lid der
Zweedache staatspartij ssich de moeite gegeven om
de genoemde veronderstelling te bewyzen
met de reedi gepubliceerde statistische
gegeveni. Door middel van een vernuftige
berekening komt bij tot het resultaat, door
hem zelf allerminst verwacht, dat het aantal
kiezende vrouwen en het aantal der socia
listische stemmen in het kiesdistrict, waar
over zijn onderzoek liep, vermeerderde
en verminderde in omgekeerde verhouding.
Zonder uit deze proeve van statistiek een
positieve gevolgtrekking te duiven maken,
voelt hu zich gerechtigd om aan te nemen,
dat in Finland de ondervinding bovenstaand
vermoeden niet bevestigt.
Helsingfors. EMMA SALWZMAN.
(Wordt vervolgd). (Dit het Fransche hand
schrift vertaald).
ALfErE^EL
Autophobie.
In een gezelschap was een meneer van
middelbaren leeftijd, die in de meest uit
bundige termen mopperde tegen de auto's.
't Is meer dan ergerlijk," zei hy, dat snelle
rijden op den publieken weg. Een mensch
is z'n leven niet meer zeker!... ze moesten
die drommeleehe kerels allemaal onder d'r
leelijke wagens leggen en ze tot pap malen l"
en büdeze vriendelijke opmerking werd hij
rood van woede, en sloeg tegen alle
welveegelijkheid in zoo hard met 'n vuist op de
tafel, dat de glazen rinkelden.
Een bleekneusig dametje vroeg aan haar
buurman: Is mee eer zelf soms wel eens door
een automobiel aangereden, dat hu er zoo'n
haat tegen heeft?... Of werd misschien een
van z'n verwanten er door gedood,... een
eenige zoon wellicht ?"...
De aangesprokene keek haar somber aan en
zei met een diepe, plechtige stem: Juffrouw
B. ik kan me volkomen begrijpen, dat meneer
van H. zich zoo opwindt, want het
automobielgevaar werd de vloek van zijn leven!"
En zü: O, ja,... ik dacht het wel!...
nietwaar, z'n zoon, z'n eenig kindl... O,
een gewoon paard, met een wagen achter
zich, volgde, en naast de krakende wagen
staan twee personen. Wij moeten iete gezegd
of geroepen hebben. Za keken om, zagen ons
en schrikten; blijkbaar hadden ze geen
menechen op dit plekje tegen den berg ver
wacht. Het waren een man eneen jongen, de
man gooide een zware deur in het slot en klom
op de bok, de jongen sprong op den wagen.
Wy groetten; maar de menschen zy'n blijkbaar
zoo beduusd, dat zy geen woord kunnen
vinden en maken snel dat zij wegkomen;
holderdebolder rolde de wagen de diepte
in, den kant op naar de stad.
We hadden duidelijk op den wagen witte
en grijze lappen zien liggen met groote
bloedvlekken er op, en een bonk ijs; ook de
linnen pakken van de mannen waren met
bloed bevlekt, er was geen twijfel aan: het
waren slagers; de wagen was een slagerakar;
waarmee vleesch in den berg werd gereden.
Wij gingen eens kijken naar de plek waar
het span te voorschijn was gekomen en zagen
een hooge deur, voor ons tot toen toe
verborgen door een vooruitstekende rotspunt.
Het was een hooge poort door deuren afge
sloten, die groen moesten zijn, maar die
door het droge gipspoider bestoven waren,
zood&t ze maar weinig van de omgeving
afitaken.
Nu was het gemakkelijk genoeg, met behulp
van de gewonnen gegevens, de combinatie
af te maken. In den berg waarop wij zaten
moest zich een diepe grot bevinden, die door
een slager in de stad 's zomers als koelkelder
voor zy'n vleesch werd gebruikt. Maar nu
was nog niet verklaard, hoe het mogelijk kon
zy'n, dat wij zoo ver van de ingang, die
bovendien gesloten was, de stemmen van de
mannen kouden hooren. En nu begonnen
wij ook te vermoeden, dat de lekkere en
zeldzame koelte die wij op dit plekje genoten,
ofschoon de zon nog maar voor een meter
breedte schaduw overliet, in verband moest
staan met de holte van den berg. Wij gingen
aan het zoeken en vonden inderdaad een
spleetje van nog niet voluit een decimeter
breedte en niet veel meer lengte. En nit dat
spleetje kwam zoo'n scherpe koude lucht
naar buiten, dat de hand, die een eindje er
in gestoken werd in een oogenblik gevoelig
kond werd; althans zoo scheen het, het
verschil van de luchttemperatuur daarbinnen
met de buitentemperatuur van 36o Celsius
in de schaduw en 50°in de zoa moest
in elk geval heel groot zijn.
Een tweede lucht- of licatgat konden wij niet
vinden en dat was er ook waarschijnlijk niet.
Ook het door ons gevondene was blijkbaar een
natuurlijke, geen kunstmatige opening; althans
geen opzettelijk aangebrachte. Want eenigen
tijd later was de opening zorgvuldig van
binnen uit dic'bt gestopt; wat niet gebeurd
zou zijn als het een dienstdoend licht- of
luchtgat was geweest.
vieBselyk, vreeselij k l" en 't bleeke dametje
wtrd nog bleeker dan ze al was.
Juffrouw B.l... hernam de ander met
een grafstem: Neen, het was niet een van
z'n verwanten, die door een anto gedood
werd, hel; f as veel erger, het was... de eerste
man van zijn tweede vrouw /... Ik zei 't u al...
de anto werd de vloek van zijn leven: een
grooter ongeluk had hem niet kunnen over
komen l"
De taal der regentchermen.
Behalve de zooveel honderd gesproken en
geschreden talen zy'n er nog eenige, die door
andere zintuigen worden waargenomen als
de vingertaai", de oogentaai", de
bloementaal", de postzegeltaal", en B. enz., de nieuwste
dier talen ia misschien wel de
paraplnietaal". En ze heeft bovendien deze merk
waardige eigenschap, dat men ze vaak spreekt
zonder 't zelf te waten of te voelen.
(Vanneer ge b.v. uw nieuwe paraplnie in
een publiek gebou w in den paraplnie-standaard
zet, beteekent dit, dat ge er straks eenoude
voor in de plaats zult vinden.
Een parapluie in een drukke straat haastig
te openen, beteekent: Ga nit den weg, anders
steek ik je de oogen uit.
In diezelfde straat de parapluie haastig
dicht te doen, beteekent: Pas op je hoed,
anders valt-ie in den moddert"
Wanneer men een heer en een dame ziet
met een parapluie, die geheel de dame beschut,
terwijl de heer in den drop loopt, dan beteekent
het, dat die twee pas verloofd zyn.'
Als de man de paraplnie heeft en de vrouw
in den drop loopt... tien tegen een, dat ze
dan al gernimen tijd getrouwd zijn.
In normale gevallen beteekent n paraplaie
voor twee personen, dat je allebei nat wordt.
Een zy'den parapluie naast een katoenen
in een standaard te zetten, beduidt groote
onverschilligheid in geldzaken.
Iemand een paraplnie te leenen is een
onfeilbaar bewijs van ontoerekenbaarheid.
Iemand in een regenbui z'n paraplnie aan
te bieden en te zeggen, dat ge er wel buiten
kunt, beteekent: Ik kan liegen of 'c gedrakt
is."
Ge ziet het, waarde lezeres, de taal der
regenschermen is veelzijdig en buitengewoon
expressief.
ALLEQBO.
Wij zaten dus op een soort bergkelder ;
ender en achter den stellen gipiwand moest
zich een holte gevormd hebben, minstens
groot genoeg om kar en paard toe te staan,
er in te ryden en er in te keeren. Natuurlijk
was onze eerste gedachte niet alleen uit
wetenschappelijke belangstelling of weetgierig
heid geboren hoe komen wij daar in.
Zoo'n koelkelder had in den afgeloopen
zomer en vooral in dit land een bijzondere
bekoring. Bovendien misten wy' een donkere
kamer om veilig platen te wiesalen.
Da beste weg scheen: nitviaschen wie
de eigenaar of huurder van de grot was, en
dan voor geld en goede woorden toegang
erlangen. Maar de baas kwam ons al tegemoet;
de kar keerde terug met een nieuwe lading
voor- en achtervierels.
Wij mochten alvast een kijkje nemen; en
nu bleek het, dat de kelder die wy
voorgegesteld kadden als een soort gat in den grond,
een breede en lange gang was, die net win
dingen meer dan honderd meter diep en
hoog in den berg opliep.
Het moet gedeeltelijk een natuurlijke grot
geweest zy'n, die verder uitgegraven en ge
xploiteerd was als gipsgroeve. Er werd
's winters nog in gegraven naar gips voor de
branderij; 's zomers deed hij uitmuntend
dienst als y'skelder ; niet alleen voor vleesch
zooals bleek, maar voor allerlei victualiën,
ook dranken, als bier en mineraalwater.
Het was een onderaardsche provisiekast en
ijskelder van ontzaglij ken omvang, op een
twintig meter van den ingang achter twee
bochten 266 donker, dat het voor ons doel
een ideale donkere kamer was, c f gezien van
het gebrek aan water; maar desnoods konden
wy' er ij s voor gebruiken.
Het was buitendien voor ons een verade
ming, een winterluchtje in te ademen. De
lucht was er in het geheel niet stoffig, en
op eenigen afstand van de biervaten en het
vleescb, ook niet geurend of duf, zooals men
allicht verwachten zou.
De slager was evenwel niet over te halen
er on» voor een paar weken een stukje
van te verhuren; ook Biet voor een paar
uur daags. Hij vond het ook niet noodig;
zulke grotten, al waren ze meestal kleiner,
had je overal in de buurt, je kon er vrij
inkruipen als je niet bang was; wij kregen
tamelijk juiste opgaven, waar wij voor ons
geschikte natuurlyse giotten konden vinder.
Van de zoldericg van deze grot hingen
kleine en grillig geplooide flarden en onregel
matige lappen neer, een begin van drupsteen
vorming; maar heel andera dan in
dekalkgrotten, die wy tot nu toe gezien hadden.
In prachtige ontwikkeling hebben wij een
paar dagen daarna, die gordignvorming in een
andere veel grooter gipsgrot gezien. Daarover
den volgenden keer.
E. HEIMANS.