Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1792.
Er
r
Een imetarteri misMt
(Een onderzoek naar de gedworgen winkel
nering in Noord-Brabant).
I.
"Vanwege de Directie van den Arbeid is
dezer dagen weder een dier waardevolle,
populair bewerkte, en daarom toch niet
minder gedocumenteerde, publicaties in het
licht gegeven, die, sedert de Directie van
i den Arbeid ah centrale leiding der arbeids
inspectie is ingesteld, getuigenis afleggen
van den ernst waarmee op allerlei gebied
de arbeiders- en arbeids-toestanden onder
zocht worden, en getracht wordt, de daarbij
geconstateerde feiten en toestanden onder
de aandacht te brengen van zoo velen als
maar mogelijk is.
De wijze waarop deze publicaties zijn in
gedeeld, bewerkt, duidelijk en eenvoudig
geschreven, zóó, dat men vóór zijh heeft
niet een droge opsomming van cijfers, en
staten, maar een klare, heldere, het geheel
onderwerp omvattende, en toch voor ieder
een begrijpelijke beschrijving, in korte
afdeelingen, die te samen een overzicht geven
van het geheel, is inderdaad voorbeeldig.
Dezen lof mag men m. i. aan het Departe
ment van den Arbeid niet onthouden.
Deze publicatie betreft de nog altijd
voortwoekerende gedwongen winkelnering
in de Koor d-Brabantsche schoenindustrie.
Het is reeds een oude geschiedenis, en
wanneer men deze verhandeling gelezen
heeft, dan weet men ongeveer alles wat men
omtrent dit onderwerp gaarne wil weten;
dan weet men tot in finesses, hoe deze
kanker nog altijd vreet, piet aan de wel
vaart, maar aan de armoede der
NoordBrabantsche schoenmakers gezellen; alleen:
men weet dan nog niet,'hoe aan dit mis
bruik een einde kan worden gemaakt!
Toen de "Wet op h»t Arbeidscontract in
werking trad, meende men algemeen, tegen
de gedwongen winkelnering een geducht
wapen in handen te hebben gekregen.
J minere, de eerste alinea van art. lG37s van
het Burgerlijk Wetboek luidt thans als volgt:
Ongeoorloofd en nietig is elk bed ing
tusschen den werkgever of een van diens
beambten of zetbazen, en een onder een.
hunner gestelden arbeider, waarbij deze
zich verbindt, het loon of zijn overige
inkomsten of een gedeelte daarvan op
een bepaalde wijze te besteden, of zich
zijne benoodigdheden op een bepaalde
plaats of bij een bepaalden persoon aan
te schaffen."
Wat kan, zou men zeggen, de burgerlijke
wetgever mér doen, om de gedwongen win
kelnering, waaronder een der armste, hardst
werkende en slechtst betaalde
arbaidersgroepen in ons land zoo gebukt gaat, den
kop in te drukken.
Maar jawel! Het is met du artikel gegaan
als met zoovele andere artikelen in de wet
op het arbeidscontract (men denke aan de
artt. 1638e en d\): juist omdat het onder
werp in het Burgerlijk Wetboek is geregeld,
en daardoor in dit geval de wet niet verder
kon gaan dan elk beding" van dezen aard
nietig te verklaren, zoeken de werkgevers
die dit kwaad toch willen bedrijven, een
voudig voor hun pract ijken een vorm, waarbij
men van een beding" niet spreken kar, en
bedrijven overigens dat kwaad met zóó
onfreloofelijke ongegeneerdheid, alsof
hetrerbod er van eigenlijk het kwaad, en hst mis
bruik zélf een Gode welgevallig werk ware.
Zóó is het er mee gesteld.
De Noord- Brabantsche schoenmakerspa
troons en schoen industrieelen lachen den
wetgever en het publiek eenvoudig in zijn
gezicht uit.
Ik heb," zoo verklaarde een der werk
gevers jegens den enqueteur met
ongeloofelyk cynisme, een mijaer knechts," die
niet meer bij mij wilde koopen, ontslagen.
Eerst heb ik, natuurlijk zonder iets te
zeggen, hem langzamerhand ?10, die hij ten
achter was, van zijn loon ingehouden. En
toen het laatste betaald was, heb ik hem
op staande» voet weggestuurd. Menschen,
vdie niet bij mij koopen, wil ik niet
in mijn diensthebben."
Versta wél, lezer, dat is niet de conclusie
uit de feiten, maar dat werd ronduit gezegd.
Brieven van Oom Jodocus.
CIX.
Vaarde Neef!
Ik las dezer dagen, dat er Zaterdag
een feest is aan ja krant, omdat dan de
heer Braakensiek honderdmaal een der
tiental prenten zal geteekend hebbes.
Spotprenten, hekelarij, politieke satire
vijf en twintig heele jaren door! Hoe
houdt een mensch het uit, ben j a geneigd
te vragen, en ik kan mij bast voorstel
len, dat jelui krantenmenschen daar een
vroolüken dag van maakt. Ik voor mij
voel daar nu zooveel niet voor : de ernst
dei levens is mijn tarrein en dat spotten
met veel dat heilig is, of heilig doet, dat
stuit mij toch a'tijd. Ik denk maar met
den Psalmist: welgelukzalig is de'man,
die niet wandelt in den raad der
goddeloozen, noch staat op den weg der
zonZóó wordt echter niet door een enkelen,
maar zóó wordt door honderden en honder
den werkgevers in deze branche in het god
vruchtige Noord-Brabant de bedoeling van
den wetgever geëerbiedigd. E n nog wel van
den christelijken wetgever, die in de toe
lichting tot deze wet vooral jegens de moreele
medewerking der werkgevers zoozeer zijn
vertrouwen uitsprak!
De nige kracht, voor welke op enkele
plaatsen aan de Langstraat de gedwoigen
winkelnering is verzwakt, en hier en daar
voor een deel is verdwenen, lag in de
strijdende vakvereenigingeu. Het is nl. de
R. K. Lederbewerkersbond, die, na feilen
strijd, vooral te Kaatsheuvel, veel van dit
misbruik heeft uitgeroeid.
Maar laat mij aan het verslag zelf eenige
feiten ontleenen, opdat de lezer kan
oordeelen.
Ik zal, hoe lezenswaard ook, het hoofdstuk
betreffende de ontwikkeling en den stand
der schoenen-industrie in de
Noord-Noordbrabantsche dorpen hier niet releveeren. Er
zyn in deze industrie, over de verschillende
dorpen verspreid, ongeveer 5500 arbeiders
werkzaam, waarvan niet minder dan een
derde gedeelte niet vrij is in den aankoop
der winkelwarèn," d.w.z. aan de gedwongen
winkelnering is onderworpen.
Een van de talrijkst bevolkte dorpen is:
Kaatsheuvel, behoorende tot de gemeente
Loon op Zand, een der oudste haarden der
Npord- Brabantsche schoenindustrie. Daar
zijn, door de actie der vakvereeniging, door
een aantal winkels de gedwongen neringen
reeds opgeheven, maar er zijn nog niet min
der dan een 14tal werkgevers met ongeveer
260 werklieden, die zulk een nering er op na
houden. De winkel" dezer werkgevers is
niet aan de straat. Men bereikt dezen, door
een gang die een dubbele woning scheidt,
waarvan de vertrekken, zoo lezen we, den
indruk geven, van welvaart. De winkel",
spaarzaam verlicht, bevat alles wat de ge
zeilen aan levensbenoodigdheden behoeven,
en achter dezen winkel ligt dan de werk
plaats. De gezellen die des Zaterdags hun
loon ontvangen, moeten du» defl winkel van
den patroon passeeren.
Zijn de arbeiders dan gedwongen, in die
winkels te koopen?
Weineen, zeggen de werkgevers, in't ge
heel niet. De werklieden zijn vrij, maar de
praktijk is, _en sommige werkgevers zei
den het ronduit! dat zijdie niet im den
winkel van den patroon koopen, ook het
eerst voor ontslag in aanmerking komen.
Zelts waren er werkgevers, die, wanneer de
arbeiders nut bij hen koopen, dezen 2/4
cent per paar schoenen op het maakloon
korten, en n werkgever, die zijn winkel
ophief, liet dit zelfs met een loonsverlaging
van 2 cent per paar gepaard gaan, wat voor
de arbeiders een verlies aan verdienste
beteekende van f O 60 a f 0.70 per week of
10 pCt. van het, naar later blijken zal zoo
verschrikkelijk lage, loon.
Da thuiswerker, die niet bij den werkge
ver in den winkel komt, wordt, als straf
voor zijn stoutheid, doodgevoederd", d.w.z.
hij moet bijzonder lang «achten op grond
stoffen, krijgt slecht werk, enz. Zoo wendt
de werkgever zijn overmacht aan I
De meest voorkomende leveranties zijn:
rijst, koffie, suiker, boter, meel en ... brood.
Vooral de woeker die er bij den omzet van
brood bedreven wordt, is ergerlijk.
Ik zal daarover, en over de cijfers die
omtrent deze extra-uitbuiting der arbeiders
in het algemeen gerapporteerd worden, in
een slotartikel nog het een en ander
mededeelen.
(Slot volgt). S.
Zorg voor bet welzüi m den Mett soldaat.
(Menich erger je niet.)
Zonder twijfel behoort het tot een der eerste
plichten van de Regeering om te zorgen, dat
de vrijwillig dienenden en de jonge lieden, die
hunne militiep'ichfea onder de wapenen
ver> uilen,' degelijk en met goede waren worden
ge7oed. Ea het kan met dankbaarheid worden
geconstateerd, dat de meeste Ministers van
Oorlog in de jaren 1879 en later hunne ver
plichtingen op dit stuk nakwamen.
Das te meer trekt het dan ook de aandacht
dat de Minister Coly'o, om jaarlijks enkele
daren, nccb. zit in het gestoelte der
spotters." Toch dat moet ik ja
toageren is deze spotter een van de
goedmoedige saort: bij meent het zoo
kwaad riet en mogelijk loopt het nog
wel ten slotte goed met hem af. Ik hoop
het ten zeerste, want ik draag mijn
modernenschen een goed hart toe, en
jun ieder gaarne zijn plaatsje in de zon
des Heeren. Ea mijnheer Braakensiek
op zijn feest, ik gedenk hem met belang
stelling. Een feest, mits gevierd met den
nobelen zin voor het goede en sohoone
in het hart een feest kan geen kwaad,
en vooral jubilea behooren tot die goede
soort. Eu ik-ook (deze zoo prettige
verbinding neem ik-ook met graagte
over van freule Lohman uit hare
Leliecorrespondei ties: er zit zoo iets
gemoedelijks in, tersvijl toch ook de
eereplaats aan het ik" in te ruimen niet
onduidelijk wordt te kennen gegeven)
en ik-ook, zoo herzeg ik, voel voor dit jubi
leum wel wat mér dan voor een ander:
immers, zoo is mij te bicnen geschoten,
ik-ook vier een klein jubileumpje. Het
is toch juist dezer dagen 12'/v> jaar ge
leden, dat ik met wijlen mijn vriend
Pruttelman Brommeijer kennis maakte,
en bij hem voor heteerstjouwjubileerende
teekenaar ontmoette. Wij k inden toen al
dadelijk bij eerste kennismaking goed op
schieten, mijnheer Brommeyer en ik; en
wij zaten ernstig samen te praten over
de belangrijke gebeurtenissen van den
dag, toen opeens een wat oubollig
gezicht, met knevel en sik en daar
boven een flinke neus met een lorgnet,
om den hoek van de deur kijken kwam.
Excuseer, Braakie", zei mijnheer Brom
meijer, ik ben strakj?s tot je dienst'';
toen verdween het gezicht, en was mijn
eerste ontmoeting met jouw jubilaris
afgeloopen. Maar ze was leerzaam: want
toen ik mijnheer Brommeijer wat ver
baasd aanzag-, dat hij in zijn deftig huis
duisende guldens te bezuinigen, besloot de
zoo veel nnt afwerpende militaire slachterijen
op te ht-ffin. Eigenaardig mag het zeker ge
noemd worden, dat de M nisttr zich niet ver
waardigt ter zake n enkel woord tot toe
lichting aan de volks rertegenwoortiging te
geven. Zeker, wy zien niet orer het hoofd,
dat de in enkele plaatsem van ons land op
gerichte abattoirs wel eenigermate betere
vleeichvoeding kannen verzekeren, doch de
vrees blyft gewettigd, dat men ten aanzien
van dit belangrijk onderwerp bij de militairer,
in meerdere of mindere mate, den ouden weg
zal opgaan. En die weg liep niet over rozer.
Wij brengen daartoe slechts in herinnering
dat het vroeger is voorgekomen, dat de aan
nemer van het vleesch voor da militairen
in 's Hertogenbosch voor de Rij ka belasting
h d aangegeven:
5 koeien ieder ter waarde van f 20.
13
25.30.
en 7 pinkstieren
40.30.
E a het was in dien meer dan erger lijken
toestand, dat aanleiding werd gevondtn in
genoemde plaats eene militaire slachterij op
te richten.
In het vervolg der jaren kwamen ook in
andere p'aateen militaire slachttryen tot
stand.
De Minister Coljjn had moeten bedenken,
dat de vleerchvoeding ook voor den soldaat
van het grootste belang is en da1-, om zoo te
zeggen, L iemand ter wereld opgewassen is
tegen de knoeierijen en bedriegerijen, welke
in den vleecchhandel plaats vinden.
Ieder weldenkend mensch gruwt dag aan
dag bij het Ie 'en van de berichten
daarojntreit in da verschillende couranten.
De Minister wil hierin voorzien door
cffi ieren in abattoirs onderricht in de
keuliug van vleesch te doan teven.
Men boude ons ten goede dat wy zonde!
iets ten n ad de e van de betrokken clli;ieren
te bedoelen zeer weinig vertiouven in
dezen maatregel hebben. Ia slimheid zullen
de bedoel Ie keurders nimmer gelijfc komen
td staan met vleeschhandelaren. Van daar
dat wübed: o| vreesen.
In elk geval lal de Minister met den
nieuwen maatrrgel moeten waah'ec, tot bij
over personeel kon beschikken, dat voor de
keuring' is opgeleid. Nu staat met l Januari
a.s. alles op lo-se soiroeven.
Wy roepen, in het wel bt grepen be
lang van ee duizende Nedeilaadtche
jjnge iugec, die er bij betrokken lijn, den
Minister toe: kom nog terug op uw voor
nemen. Het is nu nog tijd.
G.
M en petöoop Mt.
In de Vereenigde 8iat?n hes f t men sedert
korten tijd proeven genomen met de oprich
ting van bijzondere rechtbanken, die onder
geschikt zyn aan de gemeentebes'uren en
door rechters beheerd worden, die speciaal
voor deze rechtbanken benoemd zyn. Hat
doel dezer instelling is de verkorting van de
meestal omslachtige procedure. De eerste
deser man'cipaal-rfchtbanken" is met toe
stemming van de Sapreme Ciurt in Chicago
in werking getreden, en heeft in denkoiten
tijd van zijn bestaan zulke boven verwachting
gunstige uitkomsten opgeleverd, dat deze
soort van rcchtepra ,k verder uitgebreid zal
worden Met welke, na ir Enropeesche be
grippen waarlijk sproot j es-achtige, snelheid
deze nchtbanken werken, toont eeu geval,
dat zich kortgeleden te O icago voordeed,
en waarover het tydachr ft Tribunali interes
sante bijzonderheden openbaar maakt. E-ne
New-Yorksche dame, mrs. LUiam Wyetb,
had op de reis naar Lincoln (Mebraska) te
Chicago een oponthoud van t enige ure».
Terwy'l zij in de wachtkamer ontl eet, werd
haar hanikcff^r gestolen. Zonder zich erg
op te winder, reed de practisc:e Ameri
kaanec^e naar de bsnk van leeninr, om hier,
waar men, gely'k bekend is, «oma goedkoop
terecht kan, voorloopig een aalere ktfl'erte
koopen. Terwy'l zij beug was n uit te
zoeksn, kwam de dief met de gestolen kiflsr
daar binten, om zyn buit te beleecer. De
dame liet den vent dadelyk arresteeren. Ha
waa 's morgens 10 -uur. Oaa 11 uur kwam
de zaak voor de. nriLicipa'.e rechtbank, om
zoo familiaar deed tegen zoo iets weinig
Bjcht"-achtigs als de figuur, die hij
met Braakie" betitelde, toen begon de
oude heer uit te pakken, als wou hij
zich van eenige, in mijn oogen glinste
rende, verdenking aclnonpleitan. Hij gi»g
mij verklaren hoe hij, steunpilaar van de
beurs, vriend en mentor van alle
celebriteiten van stad en land, raadsman van
reeds gevallen of straks nog vallende
ministers, door en door dus doortrokken
van de ernst, de bittere ernst der tijden,
bijna van louter ernst dreiede te! gronde
te gaan. Ea toan had Braakie" van
hem, t?rwijl hij vóór zijn huis besig
was een van de allermoeilijkste
vraagstukken van da belasting-politiek
aan Klaas Pieraon uit te lefgsn, toe
vallig een portret geteekend. Dat had
relatie gebracht en sedert kon de heer
Brommeijer, niet meer zonder Braakie.
Die alleen was in staat hem te doen
zien, hoe er aan al dien ernst toch een
grappige kant is, en dat er zelfs van
achter het ercstigste wat men zich
denken kan: ean doleerenden ouderling,
nog een duiveltj i uitkijken kon. Zoo had
mijnheer Brommeijer de oogenblikken
mogen beleven telkens weer dit
hij even al lacheade buiten en boven den
ernst van het dagelijksch le^en uit komen
kon. Dit hield hem zoo gezond en frisch,
en daarom mocht Braakie" ook alles
doen. /elfs dat de man met al zijn per
soonlijke vrienden en tafelgenooten den
spot dreef, kon hij hem vergeven, al
billijkte hij dien spot-zelve niet.
Integendeel I
Zoo kwam van het ae woord het
andere en ik verliet de deftige woning
in de Bocht niet zonder het begrip, dat
een spot vogel toch ook nog wel zijn
deugden hebban kan. Ea toen ik nu drie
j*ar geledon op den aag af, mijn
waarde! hetzelfde gezicht van Braa
kie", slechts een beetje ouder en op dat
12 uur was de delinkwent tot een jaar
gevangen!8straf veroordeeld, en om half ean
tette mrs. Wyeth hare reis naar L'ncoln voort.
Het municipaal-gerecht van Chicago heef t
in 't afgeloopen dienstjaar niet minder dan
130 000 vonnissen geveld. Dat de rechts»
pleging onder deze «celwetking niet ly'dt,
bewy'st het statistisch geconstateerde feit,
dat door de hoogere instantie een ongelijk
kleiner percentage der vonnissen werd ver
nietigd, dan van die der gewone rechtbank er.
Met de groote besparing van tijd gaat gepaard
een verbalende besparing van kosten; de
vermindering der gerechtskosten bedroeg in
in 't «fgeloopen jaar 80.000 gulder.
Galyk men weet, is het recht in Europa,
alleen reeds door de langzaamheid waarmee
het werkt, in zeer vele gevallen illusoir.
P. M. WA.
Brief m een teai-üiilicieir' aanzei meisje.
(Op Speenhofl ge
nspireerd.)L'eve TI ui, ik laat je weten,
Ik ban nu bezam-milifjijo,
Ea nou moet ik e»g zweet en,
Want ik bezem alles fijn!
's Ochtends bezem ik de trappen,
's Mi idags bezem ik de vloer,
's Avonds poets ik nog den trommel
van den korporaal tamboer.
Eens per week moet ik ook fcbrobber,
En dan geef ik hem 'n smeer,
Als ik 's avonds wil gaan slaper»,
Heb ik zelf geen beenen meer.
BO den kok slijo ik de messen,
Nou dat is een beste vent,
Als hjj in een goeie bui is,
Kry'g ik allyd wat present.
Ook wa-ch ik nog de gamellen,
Alle i voor het vaderland,
En ik vul de spngebakjes
E!kan avond met nieuw zand.
Ik ben ook nog glazenlapper
Witter en de slucadoor,
En ik mag het bed opmaken
Van onzen sergeant-majoor.
Laatst was hier een hooge oome,
Heel de wacht kwam in 't geweer,
Toen moest ik de kribben poet F ei
Met een beetje schoeresmeer f)
Ea nu eindig ik my'n briefje
Met een bartelyken groet,
Denk maar aan je lieven vryer,
Die hier al jouw werk doet!
JAGER.
*) Minister Co'ijn wil een categorie mili
taire werkers" instellen. Dezen zullen nooit
met de troep uitrukken, maar skc' ts voor
de baantjes" gebruikt worden. Vandaar de
naam bezem-milicien.
t) Het is gebeurd. (De dichter).
Mond ran Tijdschriften,
H't Theater, No. 6 : Op tiet omslag, Portret
van Henri de Vries. Een
tooneelvooratelling by' een criticup. Overzicht van de
wet k. J. D. C. van Dokkam, Uit het
zielslaven van den kunstenaar.
De Hollandiche Revue, No. 9: Wereldgeschie
denis. Papiermakery in vroegeren tyd.
Wat Dilcroze leert. Karakterschets: P«s;oor
dr. A. M. A. J. Ariëns. Re7ne der Tijd
schriften.
Op de Hoogte, Oct. '11: Feiten van den
Di«. D'. A. H. Bl»auw, Een kuat van
Poifier. J. v. d. P»nt Jr?Van de Veluwr.
J. P. D. Lokhof, Graubanderland. A'bert
Meilink, Jet onweer. C. ten B >om. Het
vervaardigen van horloges in vroegeren en
lateren tyd. Annie Bosch, Oudersmart.
J. H. R., Johan Braakensiek, eiz.
Di Indische Kroniek, No. 29 : K., Handha
ving der Neutraliteit. Van Ke.teren, Zal
te Soerabsyi de pest "terugkeer*n 7 M.,
Haeckei's Moni m<". Horatio, Msxim
Gorki, enz.
Weekblad toor Indië, No. 19: Va'coogh,
Door tucht tot selfregeering. Da
vierectwutig iicarnaties van Orioi (Inleidinf) Ver
taald uit The Theosophis,", door Heori
Borel.?M. S. P., Educatie en Coëiucatie, enz.
Maandblad der Centrale Organisatie »)or de
rel'(,ievze en mareele verheffii.g der Joden in
Nederland, Ie jaargang, No. l, Ti'jri 5672
(Sept. 1911) oider ie?actie van L. H. Satlouis
oogenblik ook wel wat plechtiger mijn
kamer zag binnenstappen, met het ver
zoek, namens jou, om mijn portret te
mogen teekener, toen leefde die ouda
herinnering nog met dezelfde klacht, en
kon ik den man onmogelijk weigeren.
Bovendien bij was op dat oc jen blik de
dtftigheid zelf, ea daar hij mij in mijn
avondlijk huisgewaad aantrof, overkwam
het mij zelfa, dat ik mij ietwat gegeaeerd
voelde. En toen hij nmaal aan de
theetaföl zat en aan het teekenen was
geslagen och, toen moesten Tante en
ik den spotter wel dulden.
Trouwens, ik most erkennen zoo in
het gebruik viel hij wel me ie, en ik
kon mij nog beter begrijpen, dat de
ude heer Bromcneijer met hem ophad.
Die was natuurlijk ons aanrakingspunt,
en het deed mij goei te bemerken, dat ook
de teekensar op zijn beurt eerbied en
genegenhied had voor dien nobalen, ouden
heer. Kijk eens, mijnheer", zoo vertelde
hij, de oude heer Brommeijer, dat was nu
eigenlijk zoowat mijn plechtanker. Als j 9
zoo altijd in die prentemakerij zit, en van
je medemenschen het eerst de grappige
kont ziet, dan zou ja wel eens van de
been kunnen raken van louter spotternij
en dan is het een zegen iemand in j 3
leven te ontmoeten die nu eigenlijk nitts
dan ernst en degelijkheid is. zooals
mijnheer Brommeijer zaliger. Dat was
nu iemand, die heelemial buiten de
politiekirij stond, juist zooals ik/' Ik
deed toen verwonderd: U buiten de
politiekerij, mijnheer Braakensiek, met
uw meer dan duizend platen, waarin..."
Toch waar, mijnheer," viel hij mij in
de rede: als ik in de politiek was, dan
zou ik niet kunnen teekenen, vandaag
dezen en morgen dien voorman. Weet u,
wat het geheim van mijn teekenen juist is?
Dat ik de heele politiek en al die
menschen, die het zoo goed meenen te
weten, en die zich zoo druk maken, een
Inhoud van Na. l: Esn wo»rd vooraf.
S. A. K, Organisatie ons Wachtwoord!
Ph. C., Tigjri, enz.
Di Navorscher, afl. 8: Dr. G. C. van
Walsem, Over de Krankz'nrigbeid van Willem
den Vijfden, Graaf van Holland. J. ft. van
Veen, E?n gedicht op de krygsdaden van
Piins Ma n rit s. M. J. Gasman, Iets over
Remonstranten te Wijk by Duurstede.
W. P. J. O., Militaire" uniformen in 1872.
W. Zuidema, Natuurrecht, enz.
Levenskracht, No. 10: Lo^. van Mierop,
Het dansen. Bastrijdt de ontucht. F.
J. 8. Mias, Ganeesk. onderzoek TÓÓ: het
Huvelgk. Nadeelige gevolgen van
vleeschvoed ng, enr.
Be',a-\g en Recht, N>. X: Vrouwentypen in
de Literatuur, II, door Alter E«ro. Bon a
fide, Van de planken.. Toelating van
meifjes tot H. B. Schl. en Gymn., Een oor
deel van prof. dr. M ad. et Pall. H.
Griesbacb, enz.
Nieuw Prouwenlevin, l Oct.'11: J. Kleefstra,
Een . Bosd voor harmonische opvoeding.
Mw. M. J, v. D., Wat voorvalt aan de beurs
en wat dames dienen te weten omtrent
flaancieel beheer, enz.
Ons Maandblad, No. 6 O. C. Bande'-Koekens,
Ons landhuis. Tine Marcus, Tauis. J.
Tb. M., Oflderwys, enz.
Gezond -Leven, No 33 : Zanuwaehtigheid.
De Weg naar Gezondheid.
I/chaamsppbrekeu. Versterkende middelen. Da
verstandige maag. De meest levende
stad, enz.
De Levende Natuur, afl. 12 : C. L. van Balen,
De analogen van de steile kuat van het
ingeleehe kanaal?onder den rook van
Amsterdam. H. R. Hoogenraad,
LereBfschetsen van ncellige dieren, H.
V*yman, Grintvonderü, enz.
De Natuur, afl. 9 : Z. P. Bonman, Esn be
zoek aan een boterfabriek. A.
ShngervoetRamondt, Knnst-Caoukchouc, R. Tepe,
De Spreeuw. J. v. d. Breggen' Hygiëni
sche verwijdering van huis- en straatvuil.
W. Uiterdyk, Transmn'atie. J. Hendrik
van Balen, Onder Water. A.: H. de Voogt,
Het Syiteem der Tonende Fanken" voor
Draadlooze Tele(zr«fi?, eni. en*.
De Revue der Uitvindingen en On dekkingen,
No. 6 : Dr. Doug'as Mawson. Naar aanlei
ding van de Joconde. (Oe electr'ecbe bescher
ming van kunstwerken) Het afschaffen
der Postzegels. De tegenstand der lucht
en de voortbeweging.
De Aa de en haar Volken, No. 46: M. C.
van Rouveroy van NieuwaaU Praag. G
Deder n ia de doode hand in Tunis, enz.
Atiii, No. 11: P. K, Ia militairen dienst.
Op Manoeuvre. De militaire luchtvaart in
het buitenland. Nieu ve vliegmaohines voor
het Fransche leger, enz.
Holland Express, No. IC: Hö'.elkn'tuur.
De een-uurs trein. Da Inr.err. Tentoon
stelling te Taajn. Frarsche Kathedraler.
DePadang?cheB:>verjlandep. Carnet Mon
dain. Openlueht-epelen.
Ifoleichott, No. 16 : Nog eens
ppoorwegfaygiëne. DeZ^eserik.
Gdheim-middelep. Wettelyke regeling van het genees
kundig onderzoek \óór het huwelijk, enz.
Correspondentie.
Wij ontvangen wel eens mededeelingen,
die zouden kunnan leiden tot nader onderzoek
en vervolgens tot behandeliig van eene
misschien belangrijke zaak in ons Weekblad,
maar welke men ons stuurt: anoniem.
Brieven, die ons aldus worden toegezonden,
vernietigen wy. Zy zyn zonder eenig out
geschrevfn.
Voor wat betreft abonnementen, adver
tenties, bezorging van het Weekblad, uit
betaling van het honorarium, e d., wende
men zich uitsluitend tot de ADMINISTKATH
van De Amsterdammer, Keizersgracht 333,
Amsterdam.
Voor wat betreft artikels en ingezonden
stukken, uitsluitend tot de REDACTIE en aan
hetzelfde adres.
Om teleurstellingen te voorkomen is het
gewenscht, dat de inzender lederen keer,
dat bij een bijdrage zendt zoowel op zyn
brief als op zijn bydrage zyn volledig adree
duidelijk leesbaar vermeldt,
dat de inzender een voldoend bedrag in
postzegels toevoege (los in den brief) indien
b\j niet-plaatsing terugzending verlangd wordt.
echte malle, zotte boel vind. A tijd weer
de geschiedenis van da kikvorsen die
een os wil zijn! En of ze nu rood of
blauw of zwart zijn, dat dofct er eigenlijk
nieta toe, als ze mij aan het lachen
brengen, dan teeken ik met plezier al
hun frataen. Alleen aan de fijnen, de
Tartufd, de p 'daarbij ters, daar heb ik het
land aan, omdat ik al die
sahijnheiligheid niet luchten of zien kan". Gelukkig
was het portret toen klaar, anders had
hij zich in zijn opwinding nog versproken
ook, door zich te vergrijpsn aan de
heiligheid van St. Tartuffu! Ik was toen
trouwens ook nog niet zoaals nu,
Godlof?door eenige illustre voorbeelden
tot man-van-rechts bekeerd en kon nog
wel een woordj i tegen de lijnen" hooren,
zonder het te billijken weliswaar, maar
ook zonder het, zooals ik nu zou doen,
met verontwaardiging van mij te wijzen.
Maar in elk geval, al begreep de man ook
weinig van de enorme beteekenis der
christelijke politiek voor redding en be
houd onzer heiligste goederen, hij was
toch zeker te veel in aanraking geweest
met den ouden heer Brommeijer, om
hem van slechte gedachten te verdenken,
Zoo scheidden wij per slot als goeie
vrienden, en nu de man voor die vijf
entwintig jaren befeest worden gaat, nu
wordt het mij heusch te moede of ik-pok,
jouw oude oom, steunpilaar der coalitie,
man-van-rechtsch der nieuwste bedeeling,
net als wijlen mijn ouden hoog vereerden
vriend Brommeijer, niet heelemaal de in
Braakie" verpersoonlijkte spotternij kan
missen.
Zou hij mij, waarlijk, op mijn ouden
dag nog leeren over mijn ernstigste
medemenschen, lichtelijk te lachen ?
.Ie oom JODOCUS.