De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 19 november pagina 5

19 november 1911 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1795 D E A M S T E R D A M M E R WEEKBLAD VOOR.NEDERLAND.' Mei fey in lm mm SIM" te Aliastra, Ellen Key. Blanw glinsterend als rein gletcher-ys, melodisch bruisend als trotfobe orgel-muziek, wit schuimend als doorzichtige kristalfonteinen, 160 lag het Wettern-meer in al ?dn oneindigheid Toor my n'tgestrekt te Vadstena... Ik bleef er genieten een paar dagen lanp. Toen. vertrok ik naar Alvastra, waar ik Ellen Key bezoeken zon, de groote schrijfster, die voorgangster, die wij allen in haar werken kennen. Het nar in den trein viel eindeloos lang; men hondt stil by allerlei kleine stati ons, waar niemand nit- of instap*. Eindelijk het met ongeduld bereikteAlvastr*. Ellen Key met baar grooten Sint Bernbards bond stond mjj op het perron al wuivend op te wachter. We legden den weg naar haar huls te voet af, een heerlijke wandeling beschaduwd door groote benken en eiken; «la het borch ophield, uitgestrekte akkers, waar de boeren aan bet werk waren; of wel varende boerenhofsteden rood geschilderd, rustend op een stevigen steenen onderlaag, waar kinderen rondliepen en bonden blaften. Op eens vlak voor ons de laatste, trotfcbe overblijfselen van wat vroeger het schoone AIvastra-klooster was.... En met de edele Ellen Key naast mjj dacht ik aan de Heilige Birgitta, de schoone strenge vrouwe", zooall Heidenstam haar noemt, die zes een wen geleden zich huisvestte in het klooster waar de abt haar een onderkomen aanbood. Reeds toen herberg ie Alvastra een vrouw, diéuitblonk onder allen, door haar vroom heid, goedheid en verstand. En zes eeuwen verliepen, een wen waarin veel veranderde in Zweden... Het rcaoone klooster derCistencienser monniken te Alvastra, met zooveel lief de opgebouwd door den Franschman Bernhard de Clalrvaujc, werd verlaten en verwoest. De Heilige Birgitta stieif ver weg van baar va derland. Van haar leer wil het Lnthersche Zweden niet meer weten, al eert het de gedachtenis van deze hoogst begaafde vrouw, uk nog na bijna »»honderd jaat.... En nu, b?jna zeshonderd Jaar* lal er, een andere vrouw haar intrede te Alvastra. Een vrouw, die ook uitblinkt onder allen, door haar, vroomheid, goedheid en verstand. Geen godsdienstige vroomheid zooals die der eilig» Brigitte, maar een zielen-vroomheid, waarvan een ieder onder de bekoring komt, dïe haar werken met ernst leest. Ook haar goedheid is een andere dan die der Heilige llllllllllimilMIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIMIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIII UPT DB NATUUR. CDLII. Gips. Gips ef zwavelznre kalk is, op steenzout na, wel het meest bekende van de zachte gesteente*, waaruit on se aarde is gebouwd. Het komt maar op weinig plaatsen aan de oppervlakte; waar het echter open en bloot ligt, daar geeft het witte gesteente aan het landschap een- zeer bijzonder ka rakter. Hoe gemakkelijk zelfs versche gipjbrokken zich ook laten breken, krassen, kneuzen en vermalen, veel gemakkelijker dan de meeste andere natuurlijke kalkverbindingen toch lost gips in water, al is het koolzuur hoedend, voel. moeilijker op, dan gewone kalksteen, nog moeilijker dan dolomiet. Daardoor is het gipslandschap nreestal een zeer geaccidenteerd terrein; daar echter deze steenso >rt by zonder zacht il en gemakkelijk breekt en brokkelt, zijn de gipiro'sen en giptbergen in den r£gel niet hoog; ook niet zoo sprekend of indrukwekkend van vorm als de bergen die nit kalksteen of dolomiet bestaan. Geweldige kammen, graten en spitsen vormen de gipabergen naar zelden, wel hobbels en bobbels van de allargrilligste vormen. In het klein, bfl wijze van miniatuur, ay'n er echter de vormen van het b ar de kalkgebergte in te herkennen; het is .meer een schilderachtig dan er n imponeerend landschap. Evenzeer als de aanwezigheid van steenzont getuigen de gipglagen, dat de tourist die ze betreedt, op een ouden zeebodem wandelt. Al is daar nu geen zeezout dat in steenzout veranderde, meer te vinden, het heeft toch eens op het gips gelegen; het hemelwater en rivierwater evenwel waarin immers het kenkerziut zoo gemakkelijk op lost heeft het al sedert een wen weggespoeld. Alleen in s'epi en en woestijnen, waar het z lnit de Middeleeuwen, omdat de tjjdgeest een andere is. En al werd Alvastra haar niet aangeboden als huisvesting, het gouvernement stond haar toch als groote gumt toe een deel van het kroondomein, dat Ellen Key zich een lange jarenreeks verzekeren kon. En Ellen K< y bouwde er haar villa, door haar . Strand" gedoopt, omdat na vele jaren rond zwerven in het buitenland daar eindelijk het strand was, waar sjj aanlandde om er haar verder leven te slytet. Strand ligt aan den voet van den Omberg, aan het Wettern-meer, dat hier even blauw-glinsterend, melodischbrnisend en wit-schuimend is als te Yadstena. De Ooiberg is begroeid met een dicht boscb, waar dennen, beuken en berken om den voorrang strijden.. Een echt oerwoud, waar geen menschenbanden boomen gekapt, of paden aangelegd hebben. De by'l is gedncht gezwaaid en het honweel heeft sterk moeten kappen om plaats te maken voor het woon huis dat Ellen Key zich gedroomd had. Heel steil is het pad dat van den landweg naar de viila voert. En gernimen ty'd ziet men niet anders dan een lood giy» leien dak en een paar ronde, lage vensterp. Eerst als men aan den voet van de helling gekomen is, staat Strand voor ons in al z$n witte heerlijkheid. Het huis is gebouwd gedeeltelijk in den stijl van een oud Zweedsch heeren landgoed, gedeeltelijk in dien van een Italiaanscbe zomer-villa. Nieuwsgierig ky'k ik rond, overal hoog geboomte, order my het brnisend Wettern-meer, dat als een zee zijn golven tegen de knat aaaklotst. In het voorportaal, vlak boven den ronden boog van den hoofdingang Goethe's woerden: Memento Vivere". Aan de muren rechts en links een kaart van Zweden en een van het Wettern meer, waarboven toepasselijke vers regels. Het plafond van het voorportaal is beschilderd met een fries van eiken bladeren en roode linten, hetzelfde motief dat de banden van baar boeken siert. En de boeken hebben het huis gebtuwd," zegt Ellen Key. Boven in de lange gang staan boeken kasten, een groote tafel en stoelen en aan den muur hangen fotografie en van be roemde kunstwerken. In de kamers vele schilderijen en etsen, geschenken van be roemde vrienden. Een ets van Israëls hing er onder. Op de tafel in de voorkamer liggen tijdschriften en kranten van, meazon zeggen: alle moderne landen. In de kasten boeken, die bestemd zyn voor de leesbiblio theek, die Ellen Key voor het dorp zal in richten. Op vasten dag zal een ieder vrije toegang hebben om boeken te l een en, tijd schriften in te zien en fotognfieën te be wonderen. De fotografieën zullen iedere week verwisseld worden. Voordat men de deur nadert van Ellen Kt y's eigen werk-en slaap kamer, ziet men' een eenvoudig boekenhangertje aan den muur en daaronder een platten grond van Strand. Het boekenhangertje is het eerste wat ik als klein kind gekocht heb voor zelf opgespaard geld, Strand is het laatste wat ik door zelf opge spaard eigen verdiend geld verkregen heb," vertelde de gelukkige eigenares van Strand. Ellen Key's eigsn kamer is een mnienm van dierbare souvenirs. Daarin vinden we veel terug wat herinnert aan haar eigen kinder jaren, aan haar eigen gelukkig ouderlijk huis. En dat is haar individueel eigendom. Het zon heiligschennis zy'n daar verder over nii te wei den. Be logeerkamers zijn gezel i g en friach ingericat, met lichtgeschilderde meubelen. Op zoo practieche wijze is van al ie ruimte ge bruik gemaakt, dat ik nog nooit ergens ge logeerd heb, waar ik zooveel kasten, laden, planken en haken tot my'n beschikking had in een betrekkelijk kleine kamer. Een gast moet zich geheel op zy'n gemak gevoelen", zegt de vriendelijke gastvrouw. Daarom ont breekt op de logeerkamer oek noch Echiy'ftafel, noch gemakkelijke stoel, zoodat een gut zich des geweneeht geheel kan terug trekken. Maar dat is zeker niet wat de gasten op Strand wenschenl Een ieder wil zooveel mogelijk genieten van het gezelschap der gastvrouw. Ellen Key is vroolük en gezellig en altijd in de weer. De tuin vooral eischt veel van haar trjd. De groenten en vruchten verzorgt zy zelf. Dit gaf vooral dezen drogen zomer veel werk en het is vermoeiend om de steile belling af te gaan en water te putten uit het Wettern-meer. Maar mijn planten zy'n zoo dankbaar", zegt Ellen Key stralend van genot over haar zonnebloemen en veel kleurige asters. In den tuin voor het huis zijn twee putten met natuurlijk weiwater, dat plotseling-vit den grond opsprong toen de metselaars naar water zochten. Het is het heerlijkste drinkwater dat men zich denken kan. Een Italiaantche trap, opgebouwd nit cement en steenen van het Wettern-meer, leidt naar een soort Griekschan tempel die aan het water grenst. De Uoruche zuilen zy'n half geel en half wit geschilderd en in den tempel het f C men een verrukkelijk uitzicht op het water mat Heat hol men aan den linker en Viutert t!and aan den rechter kant. Daartu&che* golft het meer in eindelooze uitgestrektheid. Villa Strand van Ellen Key te Alvastra. den regent, kan zont aan de oppervlakte blijven. Om een gipsbodem te vinden, behoeven wij zoo ver niet te gaan. In n dagreis met boot of spoor is het te bereiken. In Noor i-Frankrijk, o.», om Parus, in Zuid Engeland en in MiddenDnitschland liggen een aantal oppervlakkige gipsbeddingen, die door de vrienden der na tuur met ijver worden bezocht, veoral om hun merkwaardige, vaak mooie bodem-vormen en bon ry'kdom aan zeldzame planten, dieren en on ge wo ie gesteenten. Wühebben ook in ons landje wel gipsbeddingen ; ons tegenwoordig vaderland vormde wellicht het centrum van het voor malige groote zontmeren-gebied; maar de bodem er van ligt EU honderden meters diep onder onze zanden en venen bedolven. Ik heb verscheidene stukken gips, deelen van boor kernen uit de buurt vrn Winterswijk, die op 600 tot 700 meter diepte zijn uitgeboord. Wy zien het gips meestal in den vorm van poeder voor verbanden, en als kitmiddel; nog vaker gegoten tot de goedkoope beeldjes, waarmee vroeger de I alianen liepen te veeten ; als teekenmodellen en afgietsels van be roemde beeldhouwwerken; ook als doodenmaskers. Maar dat is niet de natuursteen; dit gips uit den handel wordtt verkregen door natuurlijk gips tot 120°te verhitten. Daarbij verliezen de brokken, de platen en de klein* kristallen bun water en vallen tot poeder nitean; maar dit neemt met graagte het met geweld ontiomen water weer op, zoodra het maar kan; daarmee wordt let weer het oude gteenha-de gips. By deze hernieuwde verzadiging met de begeerde hoeveelheid water zet de aaaesa uit, terwijl ze verhardt. Juist op deze eigenschap berust het gebruik van gebrand gipspoeder voor afgietsels en modellen. Immers door de uitzetting tijdens het vast worden van de vloeibare gipspap, vult deze stof den heelen Een brokje geplooid streepjes-gips nit de Barbarossa grot. IIIIIIMIII1IIIIIIIIIIIIII11IIIIIIIIIII hollen gietvorm of omsluit ten nauwste het voorwerp, waarvan men een afdruk wenscht. Het dringt in de fijnste gaatjes, aderen of spleetjes en geeft zoo doende een getrouw beeld' van het in- of uitwendige van andere voor werpen. Het is ditzelfde verschijnsel, dat uitzetten by het wateropneman, dat op het gipsland schap zy'n eigenaardigen stempel drukt. Hat geeft er zulke zonderlinge vormen aan de gesteenten, dat deze een natnnrvriend soms doen twijfelen, of hij met natuur dan wel met menschenkuDgt te doen heeft. Ook de wy'ze van ontstaan werkt hiertoe mee. By let uitdampen der zontmeren of zilte binnenzeeën slaat eerst het gips, de zwa velznre kalk neer; lang voor het komt tot afzetting van het zoo eel beter oplosbare keukenzout. Nu tchynt dit n eerslaan van het gips op vele plaatsen niet onafgebroken, maar by getijden of althans periodiek te ayn ge beurd; misschien door regelmatige afwisseling van droogte en hitte met koelere of iets vochtiger getijden, die het zy eens of meer dan eens per jaar voorkwamnn. Daardoor zeite zich dit lichtgrijze gipi bier en daar in dunne laagjes op den bodem af; en twee laagjes zy'n Dyna alty'd gescheiden door een dun vliegje, dat uit een andere don kerder, soms zwarte stof bestaat, 't la een slib of een slik met organi «:he stof er in; een stukje van dit gips ziet er ait of het bestond uit dunne blaadjes grauw of zwart papier, door dikkere, witte of lichtgrijze bladen kar ton gescheiden. Dit gips heeft zich zeer waarschijnlijk op tamelijke diepte en daardoor, onder druk afgezet, of het is nit zeer sterk gipshondend zeewater uitgekristalliseerd. Het heeft daarbij geen water in syn microscopisch kleine kristallen opgenomen. Het is watervry' gips, dat meestal anhydriet genoemd wordt, een woord dat dnidelyk genoeg zy'n beteekenis: wattrloos verklaart. Dit anbydriet kemt in dikke lagen in onzen bodem voor; maar, zooals gezegd is, op zoo groote diepte, dat het niet loonend is, het mi neraal naar boven te halen; althans als het alleen om dit gips te doen is. Want waar tegely'kertyd landbonwzonten, chloorkali e. a. gedolven kunnen worden, miatchien ook s een kool, wat by ous wel het geval zal kunnen zy'n, dan zal ook mettertijd het anhydriet wel en passant meegeno «en worden. Maar wie denkt, als by in Twente of de Graafschap over hei of velden wandelt aan gips? Wie er zonder mijngang, zonder inde aarde te moeten afdalen, wat van zien wil, die moet naar den Znid- Harz gaan, waar van Osterode tot Stolberg het gips aan de opper vlakte komt; beter, althans gemakkelijker nog, is alles wat gipsvormicg en gipsverweering betreft, te bestndeeren op de zui'delyke af hellingen van het Kyffcausergebergte. Daar heb ik heele stapels van prachtige {Jpsbrokken zoo maar langs den weg zien In Juli heeft Ellen Key een feest gegeven voor alle werklieden die a»n Strand gewerkt hebben. Een ieder mocht toen het huis en de geaeele inrichting er van bezichtigen en *ich verhengen over zijn eigen aandeel er ir." Bij die gelegenheid heeft Ellen Key bekend gemaakt dat na baar dood Strand dienst zou doen als onderkomen voor onder wijzeressen, of andere werkende vrouwen die behoefte hadden aam goede luchfe en rust. Alle maatregelen zy'n door de menschlievende schrijfster genomer. Er is plaats voor vier, meer niet, want Strand moet geen gesticht zijn, maar den indruk maken van een tehuis, waar de gastvrouw afwezig is." Laten wy hopen dat de gastvrouw nog heel lang aanwezig zal ayn. Dat het dikke goudenboek", waarin de gasten met een sierlijke panwenveer- penns-houder bun naam schrijven, nog te dun zal blijken voor al de gasten, die de bewoonster van Strand bezoeken. Er staan al veel beroemde namen ia, al woont de Echiy'fster eerst sinds December op Strand. Iedereen wil zien, bewonderen, mee gelukkig zy'n met Ellen Key over haar heerlijk, wel verdiend eigendom! Strand, Alvastra, 12 September 1911. D. LOGEMAN VAN DIB WILLIGEN. ADÜEI^DEI. Koopje». Dure tijden l.. jawel,.. maar er is toch nog geld genoeg beschikbaar voor weelde, en'dit oly'kt wel het best nit de geweldig hoog opgevoerde prijzen der diamanten, die niet temin nog steeds een meer dan voldoend afzetgebied vinden. Het land, dat den grootsten voorraad van diamanten oplevert, is tegenwoordig ZnidAfrik». Het is thans ongeveer 50 jaren ge leden, dat men begonnen is dezen fabelachtig rijken bodem te exploiteeren, en van dien tijd aan tot het jaar 1908 toe, heeft een knap rekenaar uitgemaakt, dat door de wereld voor diamanten betaald is de duizelingwekkende som vu 400 millioen pond sterling of bijna 5000 millioen (5 milliard) gulden. Uit Afrika alleen kwamen gedurende dien ty d niet minder dan 90 millioen karaats aan diamanten, die ter bewerking naar Europa en Amerika gezonden werden, en voor een zeer groot gedeelte in Am sterdam werden gereed gemaakt om te schitte ren en te verblinden, en aldus hun wereldreis aan te vangen. In den eersten ty'd werd er bovendien nog heel wat gestolen en gesmok keld, en we mogen dus gerust aannemen dat de Afrikaansche bodem in een halve eeuw meer dan 100 millioen karaats heeft opge leverd, die te samen in ruwen staat reeds een waarde inbrachten van 1800 millioen gnlder. Met de grootte- van een diamant stygt ook de waarde per karaat, en het is interessant om te hooren, welke sommen er voor enkele dezer kostbare steenen betaald zy'n. In 1853 werd door e en negerin in Braziliëde diamant gevonden, die thans den naam draagt van Da Ster van het Zuiden." Haar meesier schonk aan deze vrouw (een slavin) als belooning voor haar vondst de vryheid en een levens lang jaargeld. Zelf verkocht hu 't kleinood voor 36.000 gulder. De nieuwe eigenaar, die bet op de bank te BLO Janeiro depo?eerde, ontving er een voorschot op van 360000 galeen, dus tienmaal zooveel als hy er voor gegeven had. Vervolgens werd de steen verkocht aan een syndicaat, dat er in Amsterdam voor de som van 6000 gulden een ovalen brillant van liet slypen. Een Etgelsch-Indische Rad j ah bood er toen dadelijk ll/i millioen gulden voor. Dit bod werd eebter te laag geoordeeld en van de hand iiiiiNiiiniiiiiiiiiiii liggen; er wordt daar nog al gegraven en gebouwd, het aanleggen van wegen is er in vollen gang, zoodat er versche bandstukken, zender smet of breuk, uitgestald liggen, als in de toonkasten van een handelaar in mineraliën. *-; Wat het eerste in het oog valt, is het ge streepte aanzien van verreweg de meeste p atte stukken. Ga denkt aan de boogjes- en streepjesarceerin g, waarmee op landkaarten de grenzen van de zee worden aangeduid. Vcor den kenner zijn die afwisselend zwarte en witte streepjes, of de op andere wijze du'dely k afge scheiden laagjes, de aanduidcrs van de vor ming nit waterige oplossingen. Ge ziet dadelijk dat hier een herhaaldelijk gestoorde of ge staakte afzetting nit een vloeistof geschiedde. Ook by agaat en sommige gewone vuursteen-knollen hebben wy het aelide ver schijnsel; by deze echter was de vloeistof, waaruit da steen zich afscheidde, geen ver dampend zeewater, maar een sterke oplossing van kiezehunr., Beide stoflen, gips en kiezel znur, heeten zeer moeilijk oplosbaar. Dat zy'n ze ook: in het laboratorium en onder gewone omstan digheden. Maar de natuur beschikt over twee dingen, werkt met twee machten, die ons menschen nitteraard ontbreken: een ondenk baar langen ty'd en groote massa's materiaal. Al is gips eerst oplosbaar in zy'n 400 vondige hoeveelheid water, de natuur heeft er zee bodems mee belegd tot honderden meters dikte en over de lengte van half Europa. Komt zoo'n zeebodem met streepjesanhydriet of fijngelaagd water vry gips droog te liggen, dan is die meestal gedekt door dikke lagen steeizont, gewoon gips en leem of kalk. Het anbydriet ia dan gevrij waard tegen het indringen van het sype'.water. Zoodra echter de bovenliggende of hangende zout- of gipslagen grootendeels zy'n weggespoeld of weggeknaagd, dan komt o;k het anbydriet met regen- of rivierwater in aanraking. En »u begint er een merk waardig sloopingsproces. Het hemelwater sijpelt door, volgt ondergrondscbe hellingen, dringt in alle spleten en komt zoo bij het in de diepte verborgen anbydriet. Nu. doet dit hetzelfde als bet gebrande gips onzer werkplaatsen, het zet uit, bet zwelt en vult de beschikbare ruimte. Er is echter geen ruimte in den grond en in de gesteenten; de witte anbydrietlaagjes liggen opgesloten tnsschen de donkere slibof klei- of veenlaagjep. Maar de uitzettinggkracht vraagt daar niet naar, wat niet wil wijken wordt, of inelkaar geperst of verbogen en verbroken. Om ruimte te krijgen leggen de vlakke, witte anbydrietlaagjes, die nu langer en dikker moeten worden, zich in plooien of golven, terwijl de donkere partyen veen of ia elkaar geperst worden of mee moeten golven door den druk. Zoo ontstaat een gesteente, dat er op de dwarsbreuk uitziet als in bijstaand figuurtje. uit dit gesteente bestaan nu de wanden van geweien. Ten slotte kwam het juweel tcch in Indië; maar de prijs, die de Gaekwar van Baroda" er voor gaf, i» een ichatkistgeheim van desen potentaat gebleven. Vele der grootste en prachtigste diamanten gaan naar Engelsen Endië, want de schatrijke Indische vorsten zijn dol op de kostbare steenen. Ee& der hoogste prijzen die in dit land van kleur en schittering een diamant opbracht werd betaald door den Nizam van Hyderabad". Hy saf voor dit wonder van glans, dat in 1884 aan de Kaap gevonden. werd, 400.000 pond sterling = by'na 5 mil lioen gulden. En dat is geenszins de kost baarste diamant van de wereld: want de ,,Culliran:', die thans in de Engelsche Ko ningscepter brilleert, is onberekenbaar veel meer waard, maar ze werd nimmer verkocht. * * « J)} Egoïtt. Een Groningsche vriendin van mij heeft 't me verteld, en 't gebeurde dezen zomer in den warmste» ty'd. Een eigenaar van een fraaien moestuin te P... zag, dat z'n' tuinknecht gedurende een regenbui, die na vele dagen den drogen grond verkwikken kwam, bmiten bleef, en onverstoorbaar doorwerkte, Driftig liep de baas naar de deur en riep: Hé, Eduard." Wat is 't meneer?" Waarom blijf je in den regen doorwer ken 1... Waarom kom je niet binnen T"... Wel, meneer, ik ben er op gekleid, ik kan er best tegen l" Maar je zult binnen komen, zeg ik jet Ik wil, dat je binnen komt I... Die regen M niet voor jon, die is voor m'n planten t Ik kan er geen druppel van missen l"... *** Oetprek. A. Watl... die twee witte kippen van je leggen niet meer ? B. Geen van heiden l ; A. En de oorzaak? : B. Een automobiel l *** Rtutüch Pas op uw woorden, lezereejee, die uw beter-ik" in Rusland hebt, en over de gren zen in het Czarenryk uw biilets-doux uit zendt. In Rusland is namelijk de censuur op brieven nit het buitenland bizonder streng. Aan de grenskantoren is een afzonderlijk bureau voor briefonderzoek, waar elk schriftstuk, dat maar in 't minste of geringste de achterdocht der censuur opwekt, zonder vorm van proces geopend en gelezen wordt. Men verricht dezen spionnage-dienst echter op zeer listige wy'ze, want de adressant mag niet weten, dat men 't stuk gelezen heeft. Allerlei methoden worden daarom uitge dacht, voor 't geheim en onzichtbaar openen der brieven. In de gewone gevallen wordt de enveloppe door middel van stoom losgeweekt, vervolgens weder gesloten en zorg vuldig gepers*. By licht oplosbare inkten echter levert deze methode bezwaar op. Be zijkant der enveloppe wordt dan met een Echerp en zeer fy'n mesje doorgesneden en later met een stuije go», zoo dun als een haar, weder-toegemaakt. Óók zegels ontziet men niet. Voor het openen maakt men dan, 't iy in brooddeeg of in fijn plastiek een afdruk, die sterk gedroogd wordt en dient om 't zegel opnieuw op den brief te brengen. Denk" er dus wel om, wanneer ge uw hart uitstort aan iemand, die in Rusland woont: n onverschillig woord, n schempschentje op den Czaar en zy'n familie... en den ge liefden man bedreigt een mynslavenlot in Siberië. Ik verneem, dat men in't by zonder verdenking koestert tegen rose briefpapier en geparfumeerde enveloppen. r ALLEQRA. IIIIIMIIIHIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII de Barbarossagrot, die een vijftig jaar geleden is ontdekt; dat gebeurde door mijnwerkers, toen zy hun molsgaugen groeven, o a naar het kopererts te zoeken, dat dikwijls onder het gips te vinden is. Deze grot venchilt in zooverre van de drnipsteei grotten, n wel bekend, dat er geen pegels in hangen en geen stalactietenen sialactmieten gevormd worden. Toch is de zoldering even zonderling bekleed. De vorming van waterhoudend gips uit anhydriet, gebeurt hier ook met doorsijpelend water onder druk; terwijl nu by' koolzure kalk de doorgesijpelde droppel verdampt en zijn te-veel aan koolznro kalk afzet, zet het doorgezweete gipswater aan de zoldering zy'n surplus aan waterige zwa velznre kalk af. Maar niet in droppels; het vocht volgt de witte laagjes van het gesteente, niet de zwarte zeesliblagen; die worden immers in elkaar geperst by de uitzetting van de gipsvorming. En nu groeien bly' (baar de witte laagjes uit de grotwanden naar buiten, want in de grot is ruimte voor uitzetting; en langs .die plaatjes, die nu eerst als lange dunne strookjes te voorschijn komen sijpelt het water door en zet ook daar, en steeds verder zy'n te-veel aan gips op af. Zoo groeien er lappen en flarder, dunne platen spek, zon men zeggen, van de zolde ring naar beneden. In een hol van dertig meter lengte was de heele ruimte al bijna gevuld met zulk een af hangende lappenmassa. Dat deed denken aan een versteende huishoud wasch; maar de touristen hebben er elk een klein si uk j e van afgebroken of afgeslagen en ... nu hangen die versteende lakens weer boven mans-arma bereik. Prachtig is de spiegeling (by electrisch licht) van de zebra-wanden in de ongelooflijk heldere waterplassen die op den bodem van twee zalen" van deze gipegrot gevonden worden. Op enkele gedeelten is de gips vor ming nit anbydriet al zoover gevorderd, dat er dikke witte banken zy'n ontstaan van baid gips of albast. Van deze soort gips werden vroeger wel beeldjes gehouwen of eigenlijk gesneden; ook wel knikkers gedraaid; ik herinner my' nog wel dat wy jongens de albasteringen met vier pottebakkers (knik kers van klei gebakken) betaalden. E. HEIMANS. COKRESPON DENTIE. S.B. Dank voor de prachtige kristallen. Ik zal er een stukje over schrijven. K. B. Medan. Deli. Uw gading vindt n: vonr de gekleurde teekeningen in Haake en Kühnert's Tierwelt; voor de groote foto's met Hol), tekst in : De Dierenwereld in Woord en Beeld, (by Van Holkema en Warendorf).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl