Historisch Archief 1877-1940
No. 1796
DE AMSTERDAMMERWEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
Perttvfeni vast dóoh Btö. *
Mgnwaarden' varieerden nagenoeg niet;
Guyana'* slechts ondervonden eenige belang
stelling aan 'i eind der week.
Ouder de nieuwe uitgiften, in den loop
der'week aangekondigd va*t te vermelden
die van ? 200.000.?aandeelf n en ? 200.000.
4K pCt. byp.-obliga ies der Centrale
Goanofabrlektn te Rotterdam, vertani houdende
met uitbreiding yan het bedrijf.
Eoeracn van uitgifte rasp. 102& pCt. en
98 pCt.
Hen heeft hier te doen met eens
inlustrieele maatschappij, die een goed rendeerend
bedrijf keeft.
De gêldkoers bleef de gansehe week op
hetielfde niveau 3& a 4 pCt.
24 Nov. v. D. M.
P:8. Heden traden nevens
industrieeleook de epoorwegwaarden op den voorgrond
in verband met hernieuwde geruchten van
de vorming eener holding-company voor
het bedt der aion Pacific.
Olie vaar den wederom flauw.
.*.
De Fransche industrie van weelde
artikelen.
(Slot.)
De borduur-industiie, voor kleeding, met
name dames-toiletten en meubels, nl. witte,
gekleurde en gouden bordnurselen, heeft zich
) de laatste tien jaren, ondanks de tamelijk
krachtige mededinging van da Dnitsche
concurrentes, zeer gunstig ontwikkeld, dank
zij de kunst- en smaakvolle ontwerpen der
Fransche teekenaars, waaraan nog altijd de
voorkeur wordt toegekend.
Zg wordt voornamelijk uitgeoefend in de
oostelijke departementen, terwijl de
handbordnnrselen voor dameskleeding meeren
deels te Parijs worden vervaardigd.
Evenals voor kantwerk, is Noord-Amerika
ook voor Fransch borduurwerk de voor
naamste afnemer en, niettegenstaande de
regeering der Ver. Staten sedert 1909 het
uitvoerrecht voor deze artikelen van 40 op
60 pCt. van de waarde heef c verhoogd, werden
na de cruis van 1907/08 in de laatste jaren
voor meer dan 20 miüioen francs zijden-en
45 millioen francs katoenen kant- en
borduurwerk naar Noord-Amerika uitgevoerd.
Maar ook in deze branche heeft men reden
tot klagen over onbevoegden namaak van
Fransche ontwerpen en modellen door
buitenlandsche fabrikanten en duidelijk blijkt hét
streven van de Ver. Staten om een eigen
inheemsche kant-industrie te verkrijgen uit
de bepaling in het Payne-tarief, volgens welke
machines voor het fabriceeren van kantwerk
nog geruimen tijd vrij van invoerrecht mogen
worden geïmporteerd.
De Fransche industrie von luxe- meubelen
heeft hare hoofdzetels te Parijs en te Lyor.
Bovendien leveren Tours, Bordeaux, Toulon
en andere steden smaakvol werk en worden
de modellen uit vorige tijdperken knnatvol
naakt.
*.- alleen heeft voor dezen tak van
niJVërheid ongeveer 120 fabrieken en ateliers
met '6000 werklieden, behalve een 200-tal
zelfstandige decorateurs en behangers, waar
onder velen, die eich bezighouden met het
vervaardigen van .meubelen naar de modellen
van de 16e en i?e eeuw.
De jaarlijksche om set bedraagt ongeveer
60 millioen francs, waarvan 25 millioen francs
voor export, voornamelijk naar Engeland,
Noord-Amerika, Braziliëen Argentienië.
Wegens de hooge invoerrechten, n.l. 35 pCt.
van de waarde naar Amerika, 40 pCt. voor
Braziliëen 50 pCt. voor Argentinië, is
Frankrijk's uitvoer in de laatste jaren echter
tamelijke op een zelfde hoogte gebleven.
De fayenoe-iatnieken zijn in verschillende
deelen van Frankrijk te vinden; porcelein
wordt voornamelijk in Limoges .en in het
departement Cher et Indre vervaardigd. De
fabrieken van Serres bebooren. aan den
Franschen Staat en zijn om hare voortbreng
selen wereldberoemd, doch komen uit een
handels-oogpunt minder in aanmerking.
Ze z\jn meer te beschouwen als een weelde*
inrichting, die den Staat jaarlijks ongeveer
480.000 fraccs kost, terwijl de verkoop nau
welijks 100.000 francs per jaar bedraagt.
De porcelein-fabriek, die in 1745 te
Vincennes opgericht en in 1756 naar Serres
werd overgebracht, kwam later aan den Staat
ea is toen verplaatst naar het park van Sc.
Ciond. Aan de fabriek is een vakschool ver
bonden, alsmede een permanente tentoon
stelling en een museum. In den lateren tijd
werden aan de inrichting ook ateliers voor
het vervaardigen van glaamo«kïs en
mailleschilderen toagevoegd. De Se rres-vazen zijn
een gewild, maar kostbaar artikel.
Glaswaren worden in de voorsteden van
Pariji, in het noorden en het oosten, ais
ook in Normandiëvervaardigd. In dezen tak
van E Barheid zijn onge vet r 40.000 arbeiders
werkzaam.
De jaarlykicae handels-omzet in
faysnceartikelen bedraagt ongeveer 40 millioen
franc». Die in porcelek - en glaswaren 45,
resp. 35 millioen franc», waarran behalve
porcelein slechts een naar verhouding
klein gedeelte aan den exporthandel komr,
hl. ongeveer 5 millioen-francs fayence ,
20 nul', poicelein en 6 millloen gUswaren.
In de laatste jaren sijn echter deze drie
takken van industrie langzaam, maar gestadig
vooruitgegaan door de toenemende vraag,
vooral van Noord- en Zuid-Amerika, Engeland
alsmede Duitechlani. Franech porcelein is in
het buitenland nog altijd gewild, hoewel
wat Noord-Amerika betreft de invoer der
waarts in niet geringe mate wordt belemmerd
door het hooge invoerrecht van 65% der
waarde en de lastige formaliteiten, aan de
inklaring verbonden.
Op het gebied van dames-tnpde-artikelen
geeft Frankrijk, en speciaal Parij», nog altijd
den toon aas. Alle pogingen van net buiten
land, zich van dezen invloed los te maken,
sijn of slechts gedeeltelijk en gedurende
korten tijd gelukt, f tevergeefs geweest. Niet
alleen uit Europa, maar uit Amerika, Indi
en Australiëgaan de dames uit de aanzien
lijke standen bij voorkeur Baar Parijs, om
zich op de hoogte van de nieuwste uitvin
dingen der mode te stellen. Ook de jongste
wereldtentoonstellingen, waar de Fransche
inzendingen op dit gebied de grootste aan
trekkingskracht uitoefenen op het
damespubliek, hebben dit genoegzaam aangetoond.
Te Parus zijn meer dan 2500
kleedermaaksters en speciale dames kleedermakers,
die aan 80,000 a 100,000 ouvrières werk
-verschaffen, terwijl het aantal voor geheel
Frankrijk op minstens H millioen wordt
geschat.
Het cijfer van den mltvoer van dezen tak
van nijverheid is moeilijk te benaderen en
wordt zelfs in het Bulletin de la iéiération
niet genoemd. Vele jaren geleden, bedroeg
de totale jaarlijksche omzet in deze branche
reeds meer dan IK millioen francs, waarvan,
volgens schatting, ongeveer 10 pCt. voor
export. Maar bij het groote bedrag, dat
jaarlijks door de dames van bijna alle landen
der wereld persoonlijk gekocht en als passa
giersgoed naar haar vaderland wordt mede
genomen, is het ondoenlijk het juiste cijfer
van den totalen uitvoer op te geven.
24/11 '11.
v. D. S.
Oe ftrffoMfl£ ran flsi
Doe dede sij hem slapen op hare
knien . . . ende sijne kracht weeck
van hem"
DELILA en SIMSON. RICHTEREN
XVI, vs. 19
Wat ik ga zeggen zal ontroering en
beroering wekken, maar men gelieve te
bedenken, dat wat ik hier beweer en
bewijs, eveneens wordt gezegd door het
confessioneele blad : De Hanze van Haarlem,
waaruit ik straks eene aanhaling zal doen.
Ik acht het echter mijn plicht te beginnen
met een kijkje te geven op het inwendige
van den Bondsappel, die er uitwendig zoo
blozend en soliede uitziet, en met myn
geloofsbrief te toonen. '
De heer H. de Graaf, zelf lid van het
Bestuur van den (neutralen) Middenstands
bond en derhal re zeer bevoegd en deskundig
beoordeelaar, is tevens n der beide
redacteuren van het Dordtsche weekblad
De Nieuwsbode] en in het nummer van 22
Juli j.l. geeft hij van den Middenstandsbond
het hier volgend schetsje, dat voor velen
een verrassing en een openbaring zal zijn.
Er bestaat in verscheidene der aange
sloten vereenigingen onmiskenbaar onvol
daanheid, ontevredenheid, bitterheid, welke
noodwendig leiden moet en reeds begonnen
is zich te manifesteeren, tot een stelsel
matige oppositie. ...
Men redeneert, terecht, aldus: We
congretseeren, debatteeren en concludeeren nu
al jaren: herhaaldelijk werden dezelfde
wondeplekken aangewezen en herhaaldelijk
ook dezelfde geneesmiddelen aangeprezen;
we bepreken wat we bespraken, nemen
conclusies, welke nimmer bestrijding zullen
hebben te vreezen; we verzamelen en ver
schaffen materiaal, struikelen een en ander
maal over het gemis aan een communis
opinio, en zóó komen we tot het inzicht,
dat er, aldus doende, nog geslachten zullen
komen en verdwijnen voor en aleer de
middenstand de tastbare resultaten van de
gevoerde actie zal bespeuren in de brand
kast. Derhalve: congresdagen zijn parades
met troepenrevue en verheerlijking van
den koning van wege de veelheid zijner
onderdanen.
Waarlijk, 't was toch niet noodig den
profeten mantel om de schouders te doen
hangen, om te kunnen zien en voorzeggen,
dat eenmaal, misschien spoedig, de dag zou
komen, waarop de middenstand andere
zangen zou zingen dan uitsluitend liederen
des lofs. . . .
Het is een feit 'geworden: teleurgesteld
bromt, knort en mokt de middenstand,
fluisterend tot voor kort, en luider thans.
De middenstand zit in 't moeras en de
Bond laat hem verzinken I ...
Reorganisatie dus, waarbij zal worden
getracht de oppositie dood te zwijgen of
neer te sabelen P 't Lijkt me ontactisch en
op den duur onmogelijk. De oppositie is er
en ze heeft haar leider.
De heer Knoppers . . ."
Niet waar P de Middenstandsbond is 'n
zér eigenaardige organisatie. Zelfs voor
de middenstander?, die een brandkast hebbeo,
is h\j eerst over vele geslachten misschien
van eenige nuttigheid. Wat hij is voor de
middenstanders, die geen brandkast bezitten,
d. .w. z. voor hen, voor wie hij speciaal werd
gesticht, laat zich dus wel eenigszins ver
moeden.
En nu geeft de heer De Graaf, die óók
hoofdofficier is, binnen de Romeinsche
middenstandsburcht mij den volgenden
geloofsbrief:
De heer Knoppers dook op te Rotterdam
en zijn patriarchalen kop kan men waar
nemen op de publieke tribune van de
Handelsvereniging Rotterdam.'' Daar
houdt hij zijn betoogen . . . daar patst hu,
al naar 't hem noodig blijkt, den Bonds
voorzitter en de Bondsbestuurders (Abuis:
amice: niet den Bondsbestuurders, maar het
Bondsbestuar !) ziju krachttermen in 't gelaat
of draait den heeren een galbittere pil, mooi
verguld en fraai verpakt.
Enoppers zal de middenstanders nopen
naar hem te luisteren, wa»t hij zegt, be
weert, bewijst iets ; hij weet : de malcontente
middenstanders zoeken, wenden het hoofd
en vragen, en hij, meester van de taal, zorgt
er voor, dat het luisteren een genoegen
wordt
---Oppositie kan worden een prikkel, een
stuwkracht, en in die overtuiging leverde
de heer K. een vinnig pleit tegen den Bond
en vóór zijn systeem van Bondshervorming,
daarbij optrekkende een Bondsgebou w, hecht
en wel doortimmerd, maar steunende op
den zandgrond van twijfelachtige
saamhoorigheid. . . .
Die energieke, actieve, krachtige, fiere
middenstand, hij bestaat slechts voor hem,
die gelooft wat hu hoopt, en verder bij
officieele speeches en dergelijken."
Al vroeger spreekt de heer De Graaf
over: de erkende lamlendigheid van (lui
zende middenstanders".
(Als er maar wat te halen viel bij den
Bond en ze maar goed werden aangepakt,
zouden de, in nering en bedrijf zoopientere
middenstanders, waa'lijk geen lamlendigen
zijn!)
Welnu, indien men zelfs binnen het
Bondsbestuur mij erkent als de leider der
oppositie, erkent pok dat ik wat bewijs en
met goede bedoelingen een stuwkracht ben
ter opbouwing van een hecht en
weldoortimmerd Bondsgebouw, dan acht ik mij
wel bevoegd en geroepen om heel Neder
land toe te roepen: De wijdlufte Midden
standsbond, deze groote organisatie, waarin
thans 150, meest alle strikt neutrale ver
eenigingen, haar hoogere eenheid hebben
gezien en gezocht, deze zich met de vlag
der neutraliteit tooiende Bond, is sedert
jaren een filiaal van de antineutrale Katho
lieke organisatie: het gedweëe werktuig
van den clerus."!)
Dit toe te roepen en te bewijzen.
Bij de oprichting was de Bond inderdaad
een neutrale organisatie," voor Onroomschen
en Roomschen geschikt, niemand behoefde
te vreezen voor krenking zijner godsdienstige
of politieke gevoelens, islechts het vakbelang
van den Middenstand, maar vóór alles dat
van de kleine Middenstanders, die immers
zoo in de knel" zaten? was het doel der
oprichting.
Niemand behoefde voor zijne godsdien
stige of politieke gevoelens iets te vreezen.
MAAR OOK NIEMAND BEHOEFDE VOOR DEZE
GEVOELENS IET8 TE HOPEN!
Al spoedig nestelden dr. Nouwens en
Mr. Aal berge zich in den Bond, aan wie,
als mannen der Kerk, dit laatste niet naar
den zin was. Zij brachten hun povere,
in zwakke Hanze-vereeniginkjes mede. De
Regeering was den neutralen Bond wel
gezind, maar, zei ze, voor sectarische doel
einden geef ik geen cent.
De confessioneele organisatie had dus van
den Bond veel te hopen en niets te vreezen.
Ze kon hopen op een deel der
rijkssubsidiën, op een deel ook van den glans, de
macht en den invloed van den Bond. En
ze kon veilig propaganda maken vóór hare
beginselen en tegen de beginselen van den
Bond, waarvan zij niettemin zoo gaarne
een deel wen sch t e te zijn. Reeds de statuten
van den Bond gaven aan de confessioneele
vereenigingen een bevoorrechte positie
tegenover de gemengde vereenigingen. De
Bondsvoorzitter die, in 't Bandsorgaan en
op vergaderingen zich in krachtige termen
vrij uitsprak tegen de Sociaal-Democratische
politiek, die dem winkelier wil wegwerken,
hij moest den mond dicht houden tegenover
de kerkelijke politiek die hoewel geheel
ten onrechte beweert, dat zij n is met
het Katholieke (Openbarings)geloof,waaraan
te raken door de statuten verboden is.
Waar deze wereldsehe, clericale politiek
leeraart, dat alle economische vraagstukken
dus óók het middenstandsvraagstuk
slechts kunnen worden opgelost door de
Kerk 2), daar mag de Bondsvoorzitter niet
eenmaal in het licht stellen dat de confes
sioneele organisatie derhalve tot den neutralen
Bond is gekomen om er een kerkelijke op
lossing van het middenstandsvraagstuk te
bevorderen. Er de neutrale actie te door
dringen van den clericalen deesem.
Maar bovendien was het toetreden der
clericale organisatie de moeder van die
rampzalige vrees voor scheuring, een vrees
die veroorzaakte dat aan de confessioneelen
steeds hun zin werd gegeten en tot het
bespottelijk uiterste heeft geleid, dat het
Debiet- en het Tariefontwerp niet zouden
zijn in behandeling genomen, en de neutrale
Bond en zijn tienduizenden de
slippendragers zouden zijn geworden van een clericale
regeering, indien de vereenigingen
Rotterdam1' en Arnhem" c.s. dit niet
hadden verijdeld!
De theorie van den opzet deugde zelfs
niet. Het moest den leider der neutrale
organisatie bewust zijn geworden dat de
som van een groot positief en een kleiner
negatief getal altijd kleiner is dan het
positief getal alleen, d.w.z. dat de vereeni
ging van de neutralen met de antineutralen
feitelijk een aftreksom is met een steeds
kleiner wordende uitkomst naarmate de
ant neutralen in macht en aantal toenamen.
Te winnen viel er ... nimmer! Te ver
liezen .... steeds.
Neen, zóó is het niet, zal Dr. Nouwens
zeggen: Ik heb tot de confessioneelen steeds
gezegd: ONS BEGINSEL HOOGHOUDENDE, GAAN
WIJ ZOOVER MOGELIJK MEDE MET DEN NEU
TRALEN BOND!"
De ervaring heeft wel anders bewezen,
ze heeft bewezen dat de bedoeling is ge
weest: WlJ NEMEN DEN NEUTRALEN BOND
ZOOVER MOGELIJK MET ONS MEDE.
Hoe koa het ook anders! Een pater MAG
niet anders voorstaan dan de glorie en den
invloed der Kerk!
En in den Bond is hem dit uitnemend
gelukt. Toen hij weinige jaren later naar
Rome was geweest en van deze reis voor
middenstandsiaken, verslag deed, deelde hu
mede, dat de Heilige Vader er zijn groote
voldoening over had te kennen gegeven dat
iu Nederland de middenstand kerkelijk is
georganiseerd!
Alles liep de confessioneele organisatie
mede om den Bond tot haar filiaal en den
Bondsvoorzitter tot haar filiaalhouder te
maken.
De bondsvoorzitter had de neutrale kop
stukken van zich vervreemd en zong tot
walgens toe den lof van Dr. Nouwens, den
stichter der confessioneele organisatie, en
noemde hem dan den vader" ook van den
neutralen Bond.
En een der kopstukken der confessioneele
organisatie, in het Zuiden des lands, had
voortdurend zitting in het neutrale Bonds
bestuur !
Gelijk Uriah door wijlen Koning David,
zoo werd de heer Meuwsen door de con
fessioneelen vooraan geplaatst. Hij was het,
die hunne belangen moest dienen bij de
regeeiing. De voorschriften van de Ency
cliek Rerum Novarum" van Leo XIII,
o. m. de verhouding van den Bond tot de
regeering, moest hij, zij het ook onbewust"
zegt De Hanze van Haarlem, aanprijzen, en
op hem kwam de critiek neder over het
remmen en uitsluiten, door hen.
Men denke zich deze verbijsterende ver
houdingen eens helder in. Denk u, om een
vergelijking te gebruiken, denk u den vader
van den Anti-Malthusiaanschen Bond tevens
als den vader van den Malthusiaanschen
Bond. Denk u een der kopstukken in
eerstgenoemden Bond tevens als vice-voorzitter
van den anderen Bond. En denk u dat
onder deze verhoudingen de
Anti-Malthutiaansche Bond ware verworden tot een
filiaal van den Malthusiaanschen Bond
Denk u Mr. Troelstra als den vader beide
van de Coalitie en van de S. D. A. P.!
Men [laehe niet, want deze feiten zyn
intreurig l
De lofspraak op Dr. Nouwens ging zelfs
zóó ver dat de Bondsvoorzitter zich zelven
en zijn aandeel aan de organisatie geheel
weg redeneerde. Neen veel verder nog, hij
ontzag zich daarbij zelfs niet eigen begin
selen en de beginselen van den Bond totaal
te verloochenen. Men oordeele!
De Paus had Dr. Nouwens tot een
kerke1) Mr. M. Tydeman Jr, In de vergadering
der Vrije LiDeralen, te Utrecht.
2) Kathoi. Soc. Week, te Amsterdam, 1910,
lijk ambt, te Rome benoemd. Toen schreef
de Bondsvoorzitter in het officieele(ll)
Bondsorgaan:
Hoewel wij als Redactie van dit blad
ons oprecht verheugen met de hooge en zeer
eervolle onderseheiding aan dr. Nouwens te
beurt gevallen, mogen wij het toch niet
verbergen, dat zijn heengaan, ons uit andere
overwegingen ten zeerste leed doet. En wel
om de bijzondere plaats, door dr. Nouwens
in het middenstandsleven ingenomen, een
plaats welke nimmer door een ander zal
kunnen worden vervuld.
Zeker, indien iemand met voldoening op
zijn werk mag neerzien, dan is het voor
zeker Dr. Nouwens. Welk een reuzentaak
heeft hij in nauwelijks acht a tien jaar
vervuld. Van een totaal ongeorganizeerden
middenstand heeft hij door zijn machtig
woord, en door zijn tactvol optreden, maar
meer nog door het zich geheel geven aan
zijn verheven taak, de Nederlandsche Mid
denstand tot organisatie gebracht. En wat
ons bedroeft en oorzaak is, dat wij naast
ons oprecht verblijden voor zijn kooge
onderscheiding, leed ondervinden, is het
feit dat de taak die hij ten opzichte van
het Ned. Middenstandsvraagstnk op zich
nam nog niet voltooid is."
Is deze kruiperige vleitaal waardig den
voorzitter en organisator van een Bond
voor tienduizenden middenstanders P
Hebben deze tienduizenden, die hem
hebben toegejuicht en vereerd als hun im
perator en uitredder, hebben zij het aan
hem verdiend, dat hij hen dermate ver
loochent ? *
Ik ga verder. In De Middenstander had
ik, in een reeks van acht artikelen, een
Bondsorganisatie ontworpen, die da Midden
stand zelf is. De heer De Graaf doelt daarop,
hierboven. Eenigen tijd later drong ik aan
om den bouw te beginnen door de vereeni
gingen, zonder het Bondsbestuur. Dit voorde
hiërarchisch-autocratische Bondsregeering
zoo hoogst gevaarlijk plan moest terstond
worden verijdeld. Rotterdam" en Arnhem"
hadden reeds een bres geschoten in den
Romeinschen burcht en nu alweer een
Valentianus in aantocht!... Plotseling viel
de voorzitter zelf met een reorganisatie
voorstel uit de lucht, ijlings werd aan Dr.
Nouwens verzocht toch asjeblieft te willen
overkomen om alle reorganisatie, welke ook,
te verijdelen. En, ik moet kort zijn, deze
diplomatieke zet is gelukt. Doch slechts in
schijn. In dezelfde zaal en terzelfder tijd
kon de dreunen Ie tred worden vernomen
van Rotterdam" en haar legioen, de afge
dwongen behandeling van het Debiet ont
werp was de triomf van het democratisch
beginsel! Doch ter zake; op dat congres,
te Roermond, sprak Dr. Nouwens de neutrale
vergadering toe met:
Middenstanders! Mijn middenstanders!
En hij zei dat hij negen jaar geleden den
Bond had gevestigd op vaste grondslagen.
Reorganisatie was derhalve niet noodig.
Zóó verdedigde de vader der confessioneele
organisatie een neutrale organisatie. Doch
kort daarna werd hem op de Hanze-ver
gadering, te Zwolle, de vraag gesteld:
Als op de plaats, waar ik woon, geen
confessioneele inkoopvereeniging is, maar
wel een neutrale, mag ik mij dan hierbij
aansluiten P"
Neen, neen, adviseerde de doctor, dan
moet gij u aansluiten bij de confessioneele
inkoopvereeniging, die het dichtst bij u is I"
Derhalve : Dr. Nouwens is zóó fel gekant
tegen de neutrale organisatie, dat een
katholiek daarvan zelfs geen krenten en
rozijnen mag koopen, maar zich tijd, moeite
en kosten moet getroosten om die elders
op 'n confessioneele manier te betrekken.
Maar om den neutralen Bond en diens
voorzitter te redden, komt hij expresselijk
uit Rome. Dan zegt hij tot de neutralen:
Mijn midden standers l" Dan zegt hij : Na
eiken aanval van critiek is de liefde voor
den heer Meuwsen toegenomen!" En dan
acht de Bondsvoorzitter zich door dank
baarheid geroepen om ook het laatste
overBchot zijner verdienste af te staan aan den
clerus. Ik." sprak hij, ik kan hier wel
mooie redevoeringen houden maar zonder
de adviezen van Mr. Aalberse kan de Bond
het niet stellen."
Maar, helaas, hier bestaat gén tegen
strijdigheid! Dr. Nouwens heeft den neu
tralen (l!!) Bond zoo innig lief omdat de
Bond is doortrokken van de katholieke
beginselen."
Wie zegt dat P
Dat zegt: De Hanze van Haarlem.
Toen, 14 Aug. 1910, ik het had gezegd
in De Amsterdammer 3) vereerde het R. K.
blad De Voorhoede mij met een plaat:
Hoe de heer Knoppers zich den Midden
standsbond voorstelt". De heer Meuwsen
in een nis met onderschrift: Quo vadis ?
Op de trappen der nis aan de eene zijde
Dr. Nouwens hem bedreigende met een gift
beker, aan den anderen kant Mr. Aalberse
idem met een dolk.
Thans komt De Hanze van Haarlem ver
tellen, dat ik gelijk heb gehad. Nu de
vereeniging, wier orgaan zij is, heengaat, zegt
ze: Wel ja, de Bond is onze dienaar ge
weest. Adieu!
Ea gij, tienduizecde leden van de 1EO
vereenigingen, gij zijt zijn middenstanders
omdat gij u door Dr. Nouwens hebt laten
indeelen in de clericale middenstandsarmee.
Men vraagt: Maar de heer Meuwsen dan P
die eminente" persoonlijkheid! Heeft dan
niemand hem gewaarschuwd ?
Ja, ik heb hem gewaarschuwd.
Zoodra hij de deur had geopend voor de
confessioceele organisatie, ben ik tot hem
gegaan en heb ik hem voorspeld dat ge
beuren zou wat ik hierboven heb geschetst.
De heer Meuwsen bleek echter het gevaar
te klein en zich zelf te groot te achten.
Dat zou nooit gebeuren, beweerde hij. En
ik zal niet herhalen, hoe gering hij he.t
kennen en kunnen van den doctor en den
magister achtte te zijn. Zeer treurig ge
stemd ging ik heen, doch hoe spoedig
daarna betoonde hij zich de held van mijn
hart. Hoe fier en stout en zelfbewust was
zijn optreden! Met welk een kracht van
redenen wist hu iedereen aan het verstand
te brengen dat hij en hij alleen de meester
was in het neutrale middenstandshuis! De
3) Ik schreef: De Middenstandsbond"
wordt beweerd, dat is de heer J. S. Meuwsen".
Zoo is het geweest. Tcans bestaan de heer
Meuwsen en de Bond nog by de gratie van
de Roomsen-Katholieke groap in de
Middenstandsbeweg ng" enz.
Men h er leze dat artikel en arkenne dat
mijne voorspellingen zyn uitgekomen.
Bond had nog niets kunnen doen, maar als
Meuwsen verscheen, achtte de middenstand
z ch alleen hierdoor reeds gered. Hosannah,
gezegend is hu, die daar komt in den naam
van den middenstand! Hoe zullen de hon
derden het zich nog heriineren hoe hy daar
stond op den katheder in Bellevue, toen hu
n voor confessioneelen n
niet-confesioneelen zy'n beroemd geworden, bijtende en
snijdende peroratie hield vóór de neutrale
en tegen de confessioneele organisatie! De
groote zaal was stampvol, het applaus deed
haar schier instorten, maar van toen af
zagen de confessioneelen 'n gevaarlijk vijand
in hem, en in stilte smeedden zij tegen
hem samen. __
Eenigen tijd later bevond ik müin ge
zelschap van eenige prganiseerende midden
standers van verschillende richtingen. Een
hunner, die zeer amicaal omging met den
heer Meuwsen; de man is thans secre
taris, beide van een neutrale en van een
anti-neutrale vereeniging, sprak daar
deerlijk zijn mond voorbij. Hij had allerlei
op het beleid van den heer Meuwsen aan
te merken en hij besloot woordelijk aldus:
Hij moet er uit! Hij moet er uit I En
dat zegt Nouwens ook!"
Dat zei Nouwens ook!
Ook thans achtte ik het mijn plicht den
heer Meuwsen te gaan waarschuwen. Hier
toch was niet enkel sprake van het to be
or not to be vanden Bondsvoorzitter,maar
evenzeer van den neutralen Bond en de
neutraliteit in dien Bond, zelf!
Gij schijnt 'n doodsvijand te hebben, zei
ik. Ddt heeft X gezegd, die het weten kan;
en die en die waren er bij."
De heer Meuwsen verbleekte. Dank je,
zei hij, ik zal het X zelf vragen."
Later zei hij: Ik heb het aan X ge
vraagd en hij heeft het bevestigd."
Daar komt 'a hevige strijd om beginselen
van," dacht ik.
Die strijd is niet gekomen. De Bondsvoor
zitter heeft de keuze gedaan tusschen zijn
en schijn en hij heeft den schijn aanvaard.
Hij, die alle critiek afwees en geen tegen
spraak duldde, hij boog gedwee het hoofd
en vleide den clerus. Propagan da-maken
voor en tegen als eens in Bellevue was
gestreng verboden en werd dus niet meer
gedaan. Wat de coalitie geeft mag niet
worden beoordeeld in den Bond.
En thans nu de gemengde vereenigingen
bij dertigen en veertigen tegelijk, het demo
cratisch beginsel brengen in den Bond,
thans gaat de confessioneele organisatie
heen. Ze is er niet meer frank en vrij,
beweert zij.
Maar bij het scheiden werpt ze eerst u,
tienduizenden, uwe gedweeheid in het
aangezicht!
Thans nu de Hanzebonden groot en machtig
zijn geworden en de regeering hun op ne
na dezelfde soort subsidie t j es geeft, als
die, welke de Bond ontvangt, thans gaan
zij heen en nemen hun kopstukken mee.
Het filiaal wordt verlaten en den filiaal
houder dank gezegd: Er bat seine
Schuldigkeit getan en kan nu zeggen:
Hier sta ik, God helpe mü, ik had anders
gekund l
Ik eindig met het beloofde citaat uit
De Hanze van Haarlem, uit haar artikel:
Waarom zelfstandige Roomsche
Middenstands-vereenigingen P
Men proeve het goed en men lette op
den bitteren nasmaak.
Indien w\j wenschen een zelfstandigen
Katholieken Middenstandsbond... en zoo
wij daarvoor pogingen in 't werk stellen,
dan zijn wij ons niet bewust daardoor een
niet te motiveeren strijd" te voeren tegen
den N. M. B. In tegendeel. "Wij waardeeren
het goede, hetwelk dit lichaam reeds tot
stand bracht. Maar ik cursiveer
het zijn juist die resultaten, welke ons niet
doen uitstellen tot later ome actie, om te
komen tot een zelfstandigen Katholieken
Middenstandsbond. Want, indien wij onder
zoeken wat er wel de oorzaak van is, dan
zien wij, dat die resultaten voor hetmeerendeel
het gevolg zijn van het, zij 't dan ook onbe
wust, toepassen der Katholieke beginselen...
en dan sterken die uitkomsten ons in de
overtuiging, dat vooral een bond zooals w
dien wenschen en waarin met aller mede
werking die heilzame beginselen frank en
vrij kunnen tot uiting komen, ook de
innerlijke kracht zal dragen om vele
middenstaadseuvelen op te lossen en weg te nemen....
Dan vragen wij: aan welke vereenigingen
heeft de N. M. B. den hechtstensteun? Zijn
het de neutrale vereenigingen, die het meest
tot zijn bloei bijbrengen? Wij hoorden het
tegendeel beweren, 't Gaat meestal zoo. dat
men principieele onderwerpen niet durft aan
roeren uit vrees de Neutraliteit te schenden,
en aan gewone onderwerpen schenkt men
b\jna geen aandacht. Wat komt er zoo
doende tot stand?'
Vooral deze laatste vraag typeert den
clericalen toestand, want het antwoord kan
geen ander zijn dan dit:
Zoo komt schier alleen tot stand dat
meerendeel van resultaten dat van het toe
passen der heilzame Katholieke beginselen
het gevolg is, aan welk toepassen de confes
sioneele organisaties natuurlijk haar steun
geven. Deze steun is echter, let wel, tevens
de hechtste steun van den niet clericalen,
den niet-confessioneelen, maar den neutralen
Bond.
Deuk nu dezen clericalen steun en die
clericale resultaten eens weg en zoek dan
eens bij elkaar wat er aan neutrale resul
taten en neutrale steunsels is overgebleven,
'in den Bond, die volgens zijn statuten, niet
anders dan neutraal had mogen zijn! Wat
hebt gij dan over P SCHIER NIETS !
Zult gij dan nooit uit eigen oogen leeren
zien, gij tienduizende middenstanders in
den Bond P Hebt gij dan nimmer opgemerkt,
dat de praeadviezen van Mr. Aalberse en
die van Dr. Nouwens, samengeperst in de
moties van de Lee-vereeniging van Utrecht,
de hoofdrichting hebben aangegeven van
de algemeene middenstandsbeweging in
Nederland P Dat de neutrale Bond de zwak
kere navolging is van de, van genoemde
Encycliek gehoorzame, Hanze?
De neutrale middenstandsbond is ver
worden tot een clericaal instituut l
Ge zijt meegenomen, gij tienduizenden!
Ik heb het oor van den middenstand en
hij heeft mijn hart.
Daarom heb ik deze regelen geschreven!
In zijn belang.
J. KNOPPERS "W.Kzs.
Alkmaar, 10 Nov. 1911.