De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 26 november pagina 11

26 november 1911 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 1796 DE AMSTERDAMMERWEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Perttvfeni vast dóoh Btö. * Mgnwaarden' varieerden nagenoeg niet; Guyana'* slechts ondervonden eenige belang stelling aan 'i eind der week. Ouder de nieuwe uitgiften, in den loop der'week aangekondigd va*t te vermelden die van ? 200.000.?aandeelf n en ? 200.000. 4K pCt. byp.-obliga ies der Centrale Goanofabrlektn te Rotterdam, vertani houdende met uitbreiding yan het bedrijf. Eoeracn van uitgifte rasp. 102& pCt. en 98 pCt. Hen heeft hier te doen met eens inlustrieele maatschappij, die een goed rendeerend bedrijf keeft. De gêldkoers bleef de gansehe week op hetielfde niveau 3& a 4 pCt. 24 Nov. v. D. M. P:8. Heden traden nevens industrieeleook de epoorwegwaarden op den voorgrond in verband met hernieuwde geruchten van de vorming eener holding-company voor het bedt der aion Pacific. Olie vaar den wederom flauw. .*. De Fransche industrie van weelde artikelen. (Slot.) De borduur-industiie, voor kleeding, met name dames-toiletten en meubels, nl. witte, gekleurde en gouden bordnurselen, heeft zich ) de laatste tien jaren, ondanks de tamelijk krachtige mededinging van da Dnitsche concurrentes, zeer gunstig ontwikkeld, dank zij de kunst- en smaakvolle ontwerpen der Fransche teekenaars, waaraan nog altijd de voorkeur wordt toegekend. Zg wordt voornamelijk uitgeoefend in de oostelijke departementen, terwijl de handbordnnrselen voor dameskleeding meeren deels te Parijs worden vervaardigd. Evenals voor kantwerk, is Noord-Amerika ook voor Fransch borduurwerk de voor naamste afnemer en, niettegenstaande de regeering der Ver. Staten sedert 1909 het uitvoerrecht voor deze artikelen van 40 op 60 pCt. van de waarde heef c verhoogd, werden na de cruis van 1907/08 in de laatste jaren voor meer dan 20 miüioen francs zijden-en 45 millioen francs katoenen kant- en borduurwerk naar Noord-Amerika uitgevoerd. Maar ook in deze branche heeft men reden tot klagen over onbevoegden namaak van Fransche ontwerpen en modellen door buitenlandsche fabrikanten en duidelijk blijkt hét streven van de Ver. Staten om een eigen inheemsche kant-industrie te verkrijgen uit de bepaling in het Payne-tarief, volgens welke machines voor het fabriceeren van kantwerk nog geruimen tijd vrij van invoerrecht mogen worden geïmporteerd. De Fransche industrie von luxe- meubelen heeft hare hoofdzetels te Parijs en te Lyor. Bovendien leveren Tours, Bordeaux, Toulon en andere steden smaakvol werk en worden de modellen uit vorige tijdperken knnatvol naakt. *.- alleen heeft voor dezen tak van niJVërheid ongeveer 120 fabrieken en ateliers met '6000 werklieden, behalve een 200-tal zelfstandige decorateurs en behangers, waar onder velen, die eich bezighouden met het vervaardigen van .meubelen naar de modellen van de 16e en i?e eeuw. De jaarlijksche om set bedraagt ongeveer 60 millioen francs, waarvan 25 millioen francs voor export, voornamelijk naar Engeland, Noord-Amerika, Braziliëen Argentienië. Wegens de hooge invoerrechten, n.l. 35 pCt. van de waarde naar Amerika, 40 pCt. voor Braziliëen 50 pCt. voor Argentinië, is Frankrijk's uitvoer in de laatste jaren echter tamelijke op een zelfde hoogte gebleven. De fayenoe-iatnieken zijn in verschillende deelen van Frankrijk te vinden; porcelein wordt voornamelijk in Limoges .en in het departement Cher et Indre vervaardigd. De fabrieken van Serres bebooren. aan den Franschen Staat en zijn om hare voortbreng selen wereldberoemd, doch komen uit een handels-oogpunt minder in aanmerking. Ze z\jn meer te beschouwen als een weelde* inrichting, die den Staat jaarlijks ongeveer 480.000 fraccs kost, terwijl de verkoop nau welijks 100.000 francs per jaar bedraagt. De porcelein-fabriek, die in 1745 te Vincennes opgericht en in 1756 naar Serres werd overgebracht, kwam later aan den Staat ea is toen verplaatst naar het park van Sc. Ciond. Aan de fabriek is een vakschool ver bonden, alsmede een permanente tentoon stelling en een museum. In den lateren tijd werden aan de inrichting ook ateliers voor het vervaardigen van glaamo«kïs en mailleschilderen toagevoegd. De Se rres-vazen zijn een gewild, maar kostbaar artikel. Glaswaren worden in de voorsteden van Pariji, in het noorden en het oosten, ais ook in Normandiëvervaardigd. In dezen tak van E Barheid zijn onge vet r 40.000 arbeiders werkzaam. De jaarlykicae handels-omzet in faysnceartikelen bedraagt ongeveer 40 millioen franc». Die in porcelek - en glaswaren 45, resp. 35 millioen franc», waarran behalve porcelein slechts een naar verhouding klein gedeelte aan den exporthandel komr, hl. ongeveer 5 millioen-francs fayence , 20 nul', poicelein en 6 millloen gUswaren. In de laatste jaren sijn echter deze drie takken van industrie langzaam, maar gestadig vooruitgegaan door de toenemende vraag, vooral van Noord- en Zuid-Amerika, Engeland alsmede Duitechlani. Franech porcelein is in het buitenland nog altijd gewild, hoewel wat Noord-Amerika betreft de invoer der waarts in niet geringe mate wordt belemmerd door het hooge invoerrecht van 65% der waarde en de lastige formaliteiten, aan de inklaring verbonden. Op het gebied van dames-tnpde-artikelen geeft Frankrijk, en speciaal Parij», nog altijd den toon aas. Alle pogingen van net buiten land, zich van dezen invloed los te maken, sijn of slechts gedeeltelijk en gedurende korten tijd gelukt, f tevergeefs geweest. Niet alleen uit Europa, maar uit Amerika, Indi en Australiëgaan de dames uit de aanzien lijke standen bij voorkeur Baar Parijs, om zich op de hoogte van de nieuwste uitvin dingen der mode te stellen. Ook de jongste wereldtentoonstellingen, waar de Fransche inzendingen op dit gebied de grootste aan trekkingskracht uitoefenen op het damespubliek, hebben dit genoegzaam aangetoond. Te Parus zijn meer dan 2500 kleedermaaksters en speciale dames kleedermakers, die aan 80,000 a 100,000 ouvrières werk -verschaffen, terwijl het aantal voor geheel Frankrijk op minstens H millioen wordt geschat. Het cijfer van den mltvoer van dezen tak van nijverheid is moeilijk te benaderen en wordt zelfs in het Bulletin de la iéiération niet genoemd. Vele jaren geleden, bedroeg de totale jaarlijksche omzet in deze branche reeds meer dan IK millioen francs, waarvan, volgens schatting, ongeveer 10 pCt. voor export. Maar bij het groote bedrag, dat jaarlijks door de dames van bijna alle landen der wereld persoonlijk gekocht en als passa giersgoed naar haar vaderland wordt mede genomen, is het ondoenlijk het juiste cijfer van den totalen uitvoer op te geven. 24/11 '11. v. D. S. Oe ftrffoMfl£ ran flsi Doe dede sij hem slapen op hare knien . . . ende sijne kracht weeck van hem" DELILA en SIMSON. RICHTEREN XVI, vs. 19 Wat ik ga zeggen zal ontroering en beroering wekken, maar men gelieve te bedenken, dat wat ik hier beweer en bewijs, eveneens wordt gezegd door het confessioneele blad : De Hanze van Haarlem, waaruit ik straks eene aanhaling zal doen. Ik acht het echter mijn plicht te beginnen met een kijkje te geven op het inwendige van den Bondsappel, die er uitwendig zoo blozend en soliede uitziet, en met myn geloofsbrief te toonen. ' De heer H. de Graaf, zelf lid van het Bestuur van den (neutralen) Middenstands bond en derhal re zeer bevoegd en deskundig beoordeelaar, is tevens n der beide redacteuren van het Dordtsche weekblad De Nieuwsbode] en in het nummer van 22 Juli j.l. geeft hij van den Middenstandsbond het hier volgend schetsje, dat voor velen een verrassing en een openbaring zal zijn. Er bestaat in verscheidene der aange sloten vereenigingen onmiskenbaar onvol daanheid, ontevredenheid, bitterheid, welke noodwendig leiden moet en reeds begonnen is zich te manifesteeren, tot een stelsel matige oppositie. ... Men redeneert, terecht, aldus: We congretseeren, debatteeren en concludeeren nu al jaren: herhaaldelijk werden dezelfde wondeplekken aangewezen en herhaaldelijk ook dezelfde geneesmiddelen aangeprezen; we bepreken wat we bespraken, nemen conclusies, welke nimmer bestrijding zullen hebben te vreezen; we verzamelen en ver schaffen materiaal, struikelen een en ander maal over het gemis aan een communis opinio, en zóó komen we tot het inzicht, dat er, aldus doende, nog geslachten zullen komen en verdwijnen voor en aleer de middenstand de tastbare resultaten van de gevoerde actie zal bespeuren in de brand kast. Derhalve: congresdagen zijn parades met troepenrevue en verheerlijking van den koning van wege de veelheid zijner onderdanen. Waarlijk, 't was toch niet noodig den profeten mantel om de schouders te doen hangen, om te kunnen zien en voorzeggen, dat eenmaal, misschien spoedig, de dag zou komen, waarop de middenstand andere zangen zou zingen dan uitsluitend liederen des lofs. . . . Het is een feit 'geworden: teleurgesteld bromt, knort en mokt de middenstand, fluisterend tot voor kort, en luider thans. De middenstand zit in 't moeras en de Bond laat hem verzinken I ... Reorganisatie dus, waarbij zal worden getracht de oppositie dood te zwijgen of neer te sabelen P 't Lijkt me ontactisch en op den duur onmogelijk. De oppositie is er en ze heeft haar leider. De heer Knoppers . . ." Niet waar P de Middenstandsbond is 'n zér eigenaardige organisatie. Zelfs voor de middenstander?, die een brandkast hebbeo, is h\j eerst over vele geslachten misschien van eenige nuttigheid. Wat hij is voor de middenstanders, die geen brandkast bezitten, d. .w. z. voor hen, voor wie hij speciaal werd gesticht, laat zich dus wel eenigszins ver moeden. En nu geeft de heer De Graaf, die óók hoofdofficier is, binnen de Romeinsche middenstandsburcht mij den volgenden geloofsbrief: De heer Knoppers dook op te Rotterdam en zijn patriarchalen kop kan men waar nemen op de publieke tribune van de Handelsvereniging Rotterdam.'' Daar houdt hij zijn betoogen . . . daar patst hu, al naar 't hem noodig blijkt, den Bonds voorzitter en de Bondsbestuurders (Abuis: amice: niet den Bondsbestuurders, maar het Bondsbestuar !) ziju krachttermen in 't gelaat of draait den heeren een galbittere pil, mooi verguld en fraai verpakt. Enoppers zal de middenstanders nopen naar hem te luisteren, wa»t hij zegt, be weert, bewijst iets ; hij weet : de malcontente middenstanders zoeken, wenden het hoofd en vragen, en hij, meester van de taal, zorgt er voor, dat het luisteren een genoegen wordt ---Oppositie kan worden een prikkel, een stuwkracht, en in die overtuiging leverde de heer K. een vinnig pleit tegen den Bond en vóór zijn systeem van Bondshervorming, daarbij optrekkende een Bondsgebou w, hecht en wel doortimmerd, maar steunende op den zandgrond van twijfelachtige saamhoorigheid. . . . Die energieke, actieve, krachtige, fiere middenstand, hij bestaat slechts voor hem, die gelooft wat hu hoopt, en verder bij officieele speeches en dergelijken." Al vroeger spreekt de heer De Graaf over: de erkende lamlendigheid van (lui zende middenstanders". (Als er maar wat te halen viel bij den Bond en ze maar goed werden aangepakt, zouden de, in nering en bedrijf zoopientere middenstanders, waa'lijk geen lamlendigen zijn!) Welnu, indien men zelfs binnen het Bondsbestuur mij erkent als de leider der oppositie, erkent pok dat ik wat bewijs en met goede bedoelingen een stuwkracht ben ter opbouwing van een hecht en weldoortimmerd Bondsgebouw, dan acht ik mij wel bevoegd en geroepen om heel Neder land toe te roepen: De wijdlufte Midden standsbond, deze groote organisatie, waarin thans 150, meest alle strikt neutrale ver eenigingen, haar hoogere eenheid hebben gezien en gezocht, deze zich met de vlag der neutraliteit tooiende Bond, is sedert jaren een filiaal van de antineutrale Katho lieke organisatie: het gedweëe werktuig van den clerus."!) Dit toe te roepen en te bewijzen. Bij de oprichting was de Bond inderdaad een neutrale organisatie," voor Onroomschen en Roomschen geschikt, niemand behoefde te vreezen voor krenking zijner godsdienstige of politieke gevoelens, islechts het vakbelang van den Middenstand, maar vóór alles dat van de kleine Middenstanders, die immers zoo in de knel" zaten? was het doel der oprichting. Niemand behoefde voor zijne godsdien stige of politieke gevoelens iets te vreezen. MAAR OOK NIEMAND BEHOEFDE VOOR DEZE GEVOELENS IET8 TE HOPEN! Al spoedig nestelden dr. Nouwens en Mr. Aal berge zich in den Bond, aan wie, als mannen der Kerk, dit laatste niet naar den zin was. Zij brachten hun povere, in zwakke Hanze-vereeniginkjes mede. De Regeering was den neutralen Bond wel gezind, maar, zei ze, voor sectarische doel einden geef ik geen cent. De confessioneele organisatie had dus van den Bond veel te hopen en niets te vreezen. Ze kon hopen op een deel der rijkssubsidiën, op een deel ook van den glans, de macht en den invloed van den Bond. En ze kon veilig propaganda maken vóór hare beginselen en tegen de beginselen van den Bond, waarvan zij niettemin zoo gaarne een deel wen sch t e te zijn. Reeds de statuten van den Bond gaven aan de confessioneele vereenigingen een bevoorrechte positie tegenover de gemengde vereenigingen. De Bondsvoorzitter die, in 't Bandsorgaan en op vergaderingen zich in krachtige termen vrij uitsprak tegen de Sociaal-Democratische politiek, die dem winkelier wil wegwerken, hij moest den mond dicht houden tegenover de kerkelijke politiek die hoewel geheel ten onrechte beweert, dat zij n is met het Katholieke (Openbarings)geloof,waaraan te raken door de statuten verboden is. Waar deze wereldsehe, clericale politiek leeraart, dat alle economische vraagstukken dus óók het middenstandsvraagstuk slechts kunnen worden opgelost door de Kerk 2), daar mag de Bondsvoorzitter niet eenmaal in het licht stellen dat de confes sioneele organisatie derhalve tot den neutralen Bond is gekomen om er een kerkelijke op lossing van het middenstandsvraagstuk te bevorderen. Er de neutrale actie te door dringen van den clericalen deesem. Maar bovendien was het toetreden der clericale organisatie de moeder van die rampzalige vrees voor scheuring, een vrees die veroorzaakte dat aan de confessioneelen steeds hun zin werd gegeten en tot het bespottelijk uiterste heeft geleid, dat het Debiet- en het Tariefontwerp niet zouden zijn in behandeling genomen, en de neutrale Bond en zijn tienduizenden de slippendragers zouden zijn geworden van een clericale regeering, indien de vereenigingen Rotterdam1' en Arnhem" c.s. dit niet hadden verijdeld! De theorie van den opzet deugde zelfs niet. Het moest den leider der neutrale organisatie bewust zijn geworden dat de som van een groot positief en een kleiner negatief getal altijd kleiner is dan het positief getal alleen, d.w.z. dat de vereeni ging van de neutralen met de antineutralen feitelijk een aftreksom is met een steeds kleiner wordende uitkomst naarmate de ant neutralen in macht en aantal toenamen. Te winnen viel er ... nimmer! Te ver liezen .... steeds. Neen, zóó is het niet, zal Dr. Nouwens zeggen: Ik heb tot de confessioneelen steeds gezegd: ONS BEGINSEL HOOGHOUDENDE, GAAN WIJ ZOOVER MOGELIJK MEDE MET DEN NEU TRALEN BOND!" De ervaring heeft wel anders bewezen, ze heeft bewezen dat de bedoeling is ge weest: WlJ NEMEN DEN NEUTRALEN BOND ZOOVER MOGELIJK MET ONS MEDE. Hoe koa het ook anders! Een pater MAG niet anders voorstaan dan de glorie en den invloed der Kerk! En in den Bond is hem dit uitnemend gelukt. Toen hij weinige jaren later naar Rome was geweest en van deze reis voor middenstandsiaken, verslag deed, deelde hu mede, dat de Heilige Vader er zijn groote voldoening over had te kennen gegeven dat iu Nederland de middenstand kerkelijk is georganiseerd! Alles liep de confessioneele organisatie mede om den Bond tot haar filiaal en den Bondsvoorzitter tot haar filiaalhouder te maken. De bondsvoorzitter had de neutrale kop stukken van zich vervreemd en zong tot walgens toe den lof van Dr. Nouwens, den stichter der confessioneele organisatie, en noemde hem dan den vader" ook van den neutralen Bond. En een der kopstukken der confessioneele organisatie, in het Zuiden des lands, had voortdurend zitting in het neutrale Bonds bestuur ! Gelijk Uriah door wijlen Koning David, zoo werd de heer Meuwsen door de con fessioneelen vooraan geplaatst. Hij was het, die hunne belangen moest dienen bij de regeeiing. De voorschriften van de Ency cliek Rerum Novarum" van Leo XIII, o. m. de verhouding van den Bond tot de regeering, moest hij, zij het ook onbewust" zegt De Hanze van Haarlem, aanprijzen, en op hem kwam de critiek neder over het remmen en uitsluiten, door hen. Men denke zich deze verbijsterende ver houdingen eens helder in. Denk u, om een vergelijking te gebruiken, denk u den vader van den Anti-Malthusiaanschen Bond tevens als den vader van den Malthusiaanschen Bond. Denk u een der kopstukken in eerstgenoemden Bond tevens als vice-voorzitter van den anderen Bond. En denk u dat onder deze verhoudingen de Anti-Malthutiaansche Bond ware verworden tot een filiaal van den Malthusiaanschen Bond Denk u Mr. Troelstra als den vader beide van de Coalitie en van de S. D. A. P.! Men [laehe niet, want deze feiten zyn intreurig l De lofspraak op Dr. Nouwens ging zelfs zóó ver dat de Bondsvoorzitter zich zelven en zijn aandeel aan de organisatie geheel weg redeneerde. Neen veel verder nog, hij ontzag zich daarbij zelfs niet eigen begin selen en de beginselen van den Bond totaal te verloochenen. Men oordeele! De Paus had Dr. Nouwens tot een kerke1) Mr. M. Tydeman Jr, In de vergadering der Vrije LiDeralen, te Utrecht. 2) Kathoi. Soc. Week, te Amsterdam, 1910, lijk ambt, te Rome benoemd. Toen schreef de Bondsvoorzitter in het officieele(ll) Bondsorgaan: Hoewel wij als Redactie van dit blad ons oprecht verheugen met de hooge en zeer eervolle onderseheiding aan dr. Nouwens te beurt gevallen, mogen wij het toch niet verbergen, dat zijn heengaan, ons uit andere overwegingen ten zeerste leed doet. En wel om de bijzondere plaats, door dr. Nouwens in het middenstandsleven ingenomen, een plaats welke nimmer door een ander zal kunnen worden vervuld. Zeker, indien iemand met voldoening op zijn werk mag neerzien, dan is het voor zeker Dr. Nouwens. Welk een reuzentaak heeft hij in nauwelijks acht a tien jaar vervuld. Van een totaal ongeorganizeerden middenstand heeft hij door zijn machtig woord, en door zijn tactvol optreden, maar meer nog door het zich geheel geven aan zijn verheven taak, de Nederlandsche Mid denstand tot organisatie gebracht. En wat ons bedroeft en oorzaak is, dat wij naast ons oprecht verblijden voor zijn kooge onderscheiding, leed ondervinden, is het feit dat de taak die hij ten opzichte van het Ned. Middenstandsvraagstnk op zich nam nog niet voltooid is." Is deze kruiperige vleitaal waardig den voorzitter en organisator van een Bond voor tienduizenden middenstanders P Hebben deze tienduizenden, die hem hebben toegejuicht en vereerd als hun im perator en uitredder, hebben zij het aan hem verdiend, dat hij hen dermate ver loochent ? * Ik ga verder. In De Middenstander had ik, in een reeks van acht artikelen, een Bondsorganisatie ontworpen, die da Midden stand zelf is. De heer De Graaf doelt daarop, hierboven. Eenigen tijd later drong ik aan om den bouw te beginnen door de vereeni gingen, zonder het Bondsbestuur. Dit voorde hiërarchisch-autocratische Bondsregeering zoo hoogst gevaarlijk plan moest terstond worden verijdeld. Rotterdam" en Arnhem" hadden reeds een bres geschoten in den Romeinschen burcht en nu alweer een Valentianus in aantocht!... Plotseling viel de voorzitter zelf met een reorganisatie voorstel uit de lucht, ijlings werd aan Dr. Nouwens verzocht toch asjeblieft te willen overkomen om alle reorganisatie, welke ook, te verijdelen. En, ik moet kort zijn, deze diplomatieke zet is gelukt. Doch slechts in schijn. In dezelfde zaal en terzelfder tijd kon de dreunen Ie tred worden vernomen van Rotterdam" en haar legioen, de afge dwongen behandeling van het Debiet ont werp was de triomf van het democratisch beginsel! Doch ter zake; op dat congres, te Roermond, sprak Dr. Nouwens de neutrale vergadering toe met: Middenstanders! Mijn middenstanders! En hij zei dat hij negen jaar geleden den Bond had gevestigd op vaste grondslagen. Reorganisatie was derhalve niet noodig. Zóó verdedigde de vader der confessioneele organisatie een neutrale organisatie. Doch kort daarna werd hem op de Hanze-ver gadering, te Zwolle, de vraag gesteld: Als op de plaats, waar ik woon, geen confessioneele inkoopvereeniging is, maar wel een neutrale, mag ik mij dan hierbij aansluiten P" Neen, neen, adviseerde de doctor, dan moet gij u aansluiten bij de confessioneele inkoopvereeniging, die het dichtst bij u is I" Derhalve : Dr. Nouwens is zóó fel gekant tegen de neutrale organisatie, dat een katholiek daarvan zelfs geen krenten en rozijnen mag koopen, maar zich tijd, moeite en kosten moet getroosten om die elders op 'n confessioneele manier te betrekken. Maar om den neutralen Bond en diens voorzitter te redden, komt hij expresselijk uit Rome. Dan zegt hij tot de neutralen: Mijn midden standers l" Dan zegt hij : Na eiken aanval van critiek is de liefde voor den heer Meuwsen toegenomen!" En dan acht de Bondsvoorzitter zich door dank baarheid geroepen om ook het laatste overBchot zijner verdienste af te staan aan den clerus. Ik." sprak hij, ik kan hier wel mooie redevoeringen houden maar zonder de adviezen van Mr. Aalberse kan de Bond het niet stellen." Maar, helaas, hier bestaat gén tegen strijdigheid! Dr. Nouwens heeft den neu tralen (l!!) Bond zoo innig lief omdat de Bond is doortrokken van de katholieke beginselen." Wie zegt dat P Dat zegt: De Hanze van Haarlem. Toen, 14 Aug. 1910, ik het had gezegd in De Amsterdammer 3) vereerde het R. K. blad De Voorhoede mij met een plaat: Hoe de heer Knoppers zich den Midden standsbond voorstelt". De heer Meuwsen in een nis met onderschrift: Quo vadis ? Op de trappen der nis aan de eene zijde Dr. Nouwens hem bedreigende met een gift beker, aan den anderen kant Mr. Aalberse idem met een dolk. Thans komt De Hanze van Haarlem ver tellen, dat ik gelijk heb gehad. Nu de vereeniging, wier orgaan zij is, heengaat, zegt ze: Wel ja, de Bond is onze dienaar ge weest. Adieu! Ea gij, tienduizecde leden van de 1EO vereenigingen, gij zijt zijn middenstanders omdat gij u door Dr. Nouwens hebt laten indeelen in de clericale middenstandsarmee. Men vraagt: Maar de heer Meuwsen dan P die eminente" persoonlijkheid! Heeft dan niemand hem gewaarschuwd ? Ja, ik heb hem gewaarschuwd. Zoodra hij de deur had geopend voor de confessioceele organisatie, ben ik tot hem gegaan en heb ik hem voorspeld dat ge beuren zou wat ik hierboven heb geschetst. De heer Meuwsen bleek echter het gevaar te klein en zich zelf te groot te achten. Dat zou nooit gebeuren, beweerde hij. En ik zal niet herhalen, hoe gering hij he.t kennen en kunnen van den doctor en den magister achtte te zijn. Zeer treurig ge stemd ging ik heen, doch hoe spoedig daarna betoonde hij zich de held van mijn hart. Hoe fier en stout en zelfbewust was zijn optreden! Met welk een kracht van redenen wist hu iedereen aan het verstand te brengen dat hij en hij alleen de meester was in het neutrale middenstandshuis! De 3) Ik schreef: De Middenstandsbond" wordt beweerd, dat is de heer J. S. Meuwsen". Zoo is het geweest. Tcans bestaan de heer Meuwsen en de Bond nog by de gratie van de Roomsen-Katholieke groap in de Middenstandsbeweg ng" enz. Men h er leze dat artikel en arkenne dat mijne voorspellingen zyn uitgekomen. Bond had nog niets kunnen doen, maar als Meuwsen verscheen, achtte de middenstand z ch alleen hierdoor reeds gered. Hosannah, gezegend is hu, die daar komt in den naam van den middenstand! Hoe zullen de hon derden het zich nog heriineren hoe hy daar stond op den katheder in Bellevue, toen hu n voor confessioneelen n niet-confesioneelen zy'n beroemd geworden, bijtende en snijdende peroratie hield vóór de neutrale en tegen de confessioneele organisatie! De groote zaal was stampvol, het applaus deed haar schier instorten, maar van toen af zagen de confessioneelen 'n gevaarlijk vijand in hem, en in stilte smeedden zij tegen hem samen. __ Eenigen tijd later bevond ik müin ge zelschap van eenige prganiseerende midden standers van verschillende richtingen. Een hunner, die zeer amicaal omging met den heer Meuwsen; de man is thans secre taris, beide van een neutrale en van een anti-neutrale vereeniging, sprak daar deerlijk zijn mond voorbij. Hij had allerlei op het beleid van den heer Meuwsen aan te merken en hij besloot woordelijk aldus: Hij moet er uit! Hij moet er uit I En dat zegt Nouwens ook!" Dat zei Nouwens ook! Ook thans achtte ik het mijn plicht den heer Meuwsen te gaan waarschuwen. Hier toch was niet enkel sprake van het to be or not to be vanden Bondsvoorzitter,maar evenzeer van den neutralen Bond en de neutraliteit in dien Bond, zelf! Gij schijnt 'n doodsvijand te hebben, zei ik. Ddt heeft X gezegd, die het weten kan; en die en die waren er bij." De heer Meuwsen verbleekte. Dank je, zei hij, ik zal het X zelf vragen." Later zei hij: Ik heb het aan X ge vraagd en hij heeft het bevestigd." Daar komt 'a hevige strijd om beginselen van," dacht ik. Die strijd is niet gekomen. De Bondsvoor zitter heeft de keuze gedaan tusschen zijn en schijn en hij heeft den schijn aanvaard. Hij, die alle critiek afwees en geen tegen spraak duldde, hij boog gedwee het hoofd en vleide den clerus. Propagan da-maken voor en tegen als eens in Bellevue was gestreng verboden en werd dus niet meer gedaan. Wat de coalitie geeft mag niet worden beoordeeld in den Bond. En thans nu de gemengde vereenigingen bij dertigen en veertigen tegelijk, het demo cratisch beginsel brengen in den Bond, thans gaat de confessioneele organisatie heen. Ze is er niet meer frank en vrij, beweert zij. Maar bij het scheiden werpt ze eerst u, tienduizenden, uwe gedweeheid in het aangezicht! Thans nu de Hanzebonden groot en machtig zijn geworden en de regeering hun op ne na dezelfde soort subsidie t j es geeft, als die, welke de Bond ontvangt, thans gaan zij heen en nemen hun kopstukken mee. Het filiaal wordt verlaten en den filiaal houder dank gezegd: Er bat seine Schuldigkeit getan en kan nu zeggen: Hier sta ik, God helpe mü, ik had anders gekund l Ik eindig met het beloofde citaat uit De Hanze van Haarlem, uit haar artikel: Waarom zelfstandige Roomsche Middenstands-vereenigingen P Men proeve het goed en men lette op den bitteren nasmaak. Indien w\j wenschen een zelfstandigen Katholieken Middenstandsbond... en zoo wij daarvoor pogingen in 't werk stellen, dan zijn wij ons niet bewust daardoor een niet te motiveeren strijd" te voeren tegen den N. M. B. In tegendeel. "Wij waardeeren het goede, hetwelk dit lichaam reeds tot stand bracht. Maar ik cursiveer het zijn juist die resultaten, welke ons niet doen uitstellen tot later ome actie, om te komen tot een zelfstandigen Katholieken Middenstandsbond. Want, indien wij onder zoeken wat er wel de oorzaak van is, dan zien wij, dat die resultaten voor hetmeerendeel het gevolg zijn van het, zij 't dan ook onbe wust, toepassen der Katholieke beginselen... en dan sterken die uitkomsten ons in de overtuiging, dat vooral een bond zooals w dien wenschen en waarin met aller mede werking die heilzame beginselen frank en vrij kunnen tot uiting komen, ook de innerlijke kracht zal dragen om vele middenstaadseuvelen op te lossen en weg te nemen.... Dan vragen wij: aan welke vereenigingen heeft de N. M. B. den hechtstensteun? Zijn het de neutrale vereenigingen, die het meest tot zijn bloei bijbrengen? Wij hoorden het tegendeel beweren, 't Gaat meestal zoo. dat men principieele onderwerpen niet durft aan roeren uit vrees de Neutraliteit te schenden, en aan gewone onderwerpen schenkt men b\jna geen aandacht. Wat komt er zoo doende tot stand?' Vooral deze laatste vraag typeert den clericalen toestand, want het antwoord kan geen ander zijn dan dit: Zoo komt schier alleen tot stand dat meerendeel van resultaten dat van het toe passen der heilzame Katholieke beginselen het gevolg is, aan welk toepassen de confes sioneele organisaties natuurlijk haar steun geven. Deze steun is echter, let wel, tevens de hechtste steun van den niet clericalen, den niet-confessioneelen, maar den neutralen Bond. Deuk nu dezen clericalen steun en die clericale resultaten eens weg en zoek dan eens bij elkaar wat er aan neutrale resul taten en neutrale steunsels is overgebleven, 'in den Bond, die volgens zijn statuten, niet anders dan neutraal had mogen zijn! Wat hebt gij dan over P SCHIER NIETS ! Zult gij dan nooit uit eigen oogen leeren zien, gij tienduizende middenstanders in den Bond P Hebt gij dan nimmer opgemerkt, dat de praeadviezen van Mr. Aalberse en die van Dr. Nouwens, samengeperst in de moties van de Lee-vereeniging van Utrecht, de hoofdrichting hebben aangegeven van de algemeene middenstandsbeweging in Nederland P Dat de neutrale Bond de zwak kere navolging is van de, van genoemde Encycliek gehoorzame, Hanze? De neutrale middenstandsbond is ver worden tot een clericaal instituut l Ge zijt meegenomen, gij tienduizenden! Ik heb het oor van den middenstand en hij heeft mijn hart. Daarom heb ik deze regelen geschreven! In zijn belang. J. KNOPPERS "W.Kzs. Alkmaar, 10 Nov. 1911.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl