De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 26 november pagina 7

26 november 1911 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1796 DE AMS1EKDAMMEII WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. (Arti, en lm Haag); over de Zedelijkheld; owr e«n «MMtaicf ?on.T.ljraJb; Th. TUI Horten» (jen Hun). Door ie nieuwe Zedelijkheid wordt aetlangxamernand gevaarlijk eea artikel t e se wijven «f eone meening te pablloeeren orer het naakt. De ongekleede nvmphen ija al-laag uit de publieke boMehen TUI Holland verjaagd xga daar-meé«lle Fauaen en ganwe Saters heen T Ik weet het niet... De overheid, die «eaooaheid-kennende autoriteit (of schoon heid- tehenneiide} verbiedt het eel lichaam -aan de schilders. Het Naakt 8taat onuer ge. meenteltjke conti 6 ie. Met welk ree at, wan neer het op den weg der FiC'orale kunsten «aai ? De schoen hei i, die allerfljntte, en aller-snelste, de tachtigste, de diepzinnigste of ?«ielste, wordt met de brilleglazen der wet-houders bekeken; en zinnende, administra tieve, leiden van Stedelijke Musea (klerk, kfik naar uw penhouder, en leng uw iakt «et water aan 1) «teken bon atpkje voor het naakt, en de Vliegensvlugge (ik meen met ?den Majaskel voortdurende eonoonheid, die -eindeloos speelsche waarheid I) wordt in den kelder gestoken en wordt daar als vn"'ge wfla niet vuriger en niet zwaarder juêa, het schilderij om het licht in licht gemaakt, verschaalt daar, ijdellijk nitgeecbonken nartstoehi) Gaan wij den tij J der grauwe" werkmkheid tegemoet, de periode van het Jaeger-oadergoed in dr schilderkunst? Ii de Tignnr bet glansen verooden ea worden wfl allen, mat van Jansen en Tilanns' produc ten, geeonterfeit T Het is te vreezen; enger ?btiraraatiime verhult de wéidschernythmen van het lijf. En dit, is het de schuld der schilders Ook niet? De phantai-tie hebben ze te laag gestald. Het paard is dempig gewor den. De Hoilaudache gezaghebber weet niet wat de schilder schilderen kan buiten het daagsehe, en het dageljjksche. Da werkman ?het kan; het naakt niet meer. Wel licht de rmg. Die is haast neutraal. HU kan 4e lusten der velen niet agaoeeren, en hjj is voldoende, meent de bewindvoerder, voor de ?atontmoed.gheid der geesten. Maar een naakt en face." l Het Kan in een cafécoa c art mis schien, maar het kan niet meer in kleur. Er is «en ander soort Beeldenstorm'' los. Niet een die beelden breekt, echilde/yen scheurt, steen die schoon is, en bont dat ruk is, ver delgt neen, deze uitbundige autoriteitsmitoefening wordt niet meer gedurfd. Het gaat per druppel, wat vroeger per ttroom gi>g ef per getij. I» den kelder wordt «e plaatst, wat vroeger verdelgd zon sjjn.Zicbtjes aan gaat, wat vroeger Hardhandig en trotsch gebeurde. n weer met welk recht? Die wethouder be heersene een deel van een stad; de kunstenaar zoo de schilder dit is, heertcht over een wijder rijk. Het kleine zal het groot r e ?iet richt ea. Waarom geen oordeel eerst ge viaagd dar competenten voor dat zulk beslist genomen wordt ? Of is er n oordeel wellicht ffiitiumififtffiiifiifiiiifniiiifiiiiiimiiiiiimiiiiiiiiiitiiiiiiiitiiiiiiiiiHiiii ETLNSCHAPPEUJKE Zeetieke passagiers «uilen, als z(j ergons ?eg toe in staat zijn, alle ingenieurs zegenen, ?die zich bezighouden met de oplossing van bovenstaand probleem. Terwijl het stampen van een schip reeds een onaangenaam t ff-c t kan hebben, is het rollen het alleronaange naam*. Maar niet alleen voor onze maag is 4e vermindering van het slingeren een getig. 1. FRAIIM'S KSSERVOIRS (dwarsdoorsnede tem het *chip). Aan bakboord en stuurboord bevinden z:ch de gedeeltelijk met water gevulde rêSffvoirs S, verbonden door de bui» H. De Imceging van het water uit D in 8 wordt moeilijk gemaakt door een eenvoudige inrichting. gevraagd, n advies gewonnen van een ge meente-ambtenaar, dien niemand oolc aannam Als kenner van tiet Schoon, al administreert hij een museum l Zjjn we wtér in het oude zog verseild van 't schip, dat knirchheidder-O verheid" heet P Is kunst niet autonoom meer? I* de eene zedelijkheid zoo angstig, dat bet Zedelijke Naakt lijden moet? Is er weer de verwarring van de niet aesthetifch ,ge-cboolden tn-<schen Deernen van Inent Allooi, en 't lichaam dat praalt ? En... zijn de schilders zoo maatschappelijk geworden, dat ie nnn uitingen niet, tegenover wt stand, kunnen nandnaven? Zijn ze zelf «een kriiici meer? Weten ze zeif niet dat ontucht, oavrijheid door kunst, niet in kunst, een der wysen van vrijheid, mooitiijk is? En -oo ze dit wisten, en aanvaardden, en werk toe lieten waarom behielden ze dit niet? Waarom gaan ze, onvrij, i°een K°ede zaal terwijl se vrQ in een stal kunnen: waarom stellen se zich on Ier klerken en wethonderscontiöe daardoor? II. Sommige tentoonstellingen zqn zeer stil. Er is ie s aan van dingen die al voorbij gaand zjjn. Andere zyn luidiuchtig als vo ie markten; er ia geen unisono der ziel in bun kryschen. Andere zijn als een salon, waar heeren, mat vaa taal, en dames, niet te jeugdig, in als gehandschoende woorden el kaar trachten te benaderen, en verder noodeloose gesprekken voeren. De teastoonstell ng in Arti heeft den aanschijn der dingen die voorbij gaan. Er is in deze verzameling werken zoo goed als geen uitdrukking. Het is er a s op een ministerie, fat «oenhjk, maar goddeloos vervelend l Er is iets van een burgerlijk salon, ge ziet geen kunstenaar; ge merkt geen stem, die-vlaag' van «lank; het is een ver zameling van nette leeraars, die in het teekenen gingen, zooals ze ook ia de admini stratie konden zijn. De kunstenaars en de karakttrs die lid van Ar i zijn, onthielden zich, of bon werd niet to-gestaan -cbi'dery of teekening te sturen. Van de enkelen die niet tot het genus der leeraars behooren noem ik: Lizzjr Anfrinirb, met een voor baar niet gratiens ierk. Afbraak vaa Fl. Arntzenias besprak ik; Benner is zwakker dan zyn litho hier en W. van den B«rg, evenmin voldoende vertegen«oo'digd; Gestel is iets minder dan krachtig; Gindmend'a Padiestoelen hebben de ie-k*Dwyze van sommige van Konynenbargs. De werken van Van der Hem zijn met den Munnicketidam het eerst te noemen. Va i dar Hem h*eft in zijn Rjvne de la F-moae de eigenaardige font van de kippen d«r affiches te veel g«nv>delleerd te. hebben, terwijl in de eene vorm rechts onwillekeurig een moreele tandenz kwam, die hij om eigen heil moest vermijden. Een kunst aU de qJBe, «il ze belangrijk worden, ei»cht of diep woelen der kleur en vormen, of ze eischt een snelle gratie, of ze moet ook ijzige scherpte zyn. Anders wordt ze doezelig inplaati van overtuigend. Er is in de beide werken die ietwat kanka wenscht iets; een oorlogschip zal in een zeeslag een geheel ander effact van zijn geschntvnur kunnen verwachten bjj ruw weer daa bükalm weer. Slingert het sjhip sterk, dan is de uitwerking van het geschat vuur allicht nihil; het aantal treffers zal in elk veval sterk verminderd sqn. De houding der Ital'aansche vloot voor Tripolis bevestigt dit. Er zijn reeds seer verschillende middelen nitgedacat en toegepast om het rollen te verminderen. Ean der bekendste methoden is het aanbrengen van kimkie'en, d. w. z. op de plaats waa' de scheepsbodem ombuigt in de omhooggaande scheepswanden worden een soort lange Tichels van staalolaten aan gebracht, loodrecht staande op den scheeps wand en zie i uitstrekkend over twee derde van de scheepslengte. Terwijl 4J, doordat tij evenwijdig loopen aan de lengte-as van bet schip, ge n groo<en weerstand bieden tegen het water,"beletten zij hij een rollende be weging van het schip, doordat dan juist hun breede zijde door het water zich beweegt, de'O heen en weergaande sche ?psbeweginR. Men kan dit verduidelijken door de band door water heen te bewegen, eerat met de smalle zijde vooruit, dan met de pa m vooruit. In het laatste geval ufl'Oel' men duidelijk een veel g>ooter weerg'and dan in bet eerste geval. Toch hebben dese kimki-len niet het rollen geheel do«n verdwynen, terwy'1 boven-: dien de weerstand bij de voorwaartsche scaeepsbe weging er merkbaar door vergroot, dus de snelneid vertraagd wordt. Een andere, in de p r act ij i weer Io3*e'.vpn me'bode is de volgende: een groot gewicht, draaibaar om een verticale as, kan naar ver schillende zijden van het schip gebrach. Fi«t. 2. SCHIP. VOOHZIEN VAf FBAHM'S RESERVOIRS. Om de matten heen zijn de retervoirt omgebracht. De «chterwand'n zij-t wtggelaten on den Kiand vnn hft water in de retervoirs te Joowen. In hei ttuwbovdrfMrvoir itaat het watrr juint op zijn hoos/st, al» een van recht» tomenae golf het tchip wil dom overhellen, zoodat deze helling vtmietigd wo. dt door het ?ovargtmehi van het water. tnriteereo, Verscheiden» en genoeg wat te praten ie. Ia de Nomadenstad" van Afonnicka-dian, een serie arabesken (de belichte en beschaduwde paarde") met een aantal figuren ertui^chen, ia evenzeer, en eer, iets ?igens a's in V n der Hem. Hoewel het ge heel zelden compleet in zichzelvea wordt bij dezen schi der, en de kleur de* slechte ro mantische z «raar te dikwijls vertoont, is er in dit werk een kracht die gunstig is, en Ie rond zich beweegt tngschea het groot aantal cadavers dezer tentoonstelling (de Nomadenstad is uit 19U). Verder is er weinig aanleidintt tot schrijvens. De studie vau een boerenkn»cht door D. Njiand is een teeke ning zoo als er vele met jj 'er in het gooi gei eekend zjjn. Een leerling van dart Nibbrig kon zoo 'n werkstuk ^ertoon-n M>jaffr»a<v Osieck ('au wie ik me andere aaogeuaamkleurige dingi-ke' herinnei) heeft hier een p ir t r «t, dat in vloei vertoont, en iets beB'^aaMs. Het geteekend muisje van Georg Rneter heeft dit beschaafde eenittszins, evenals Spoor'n M«-j. H. R. Als bloemS'ukken zijn te vermelden Pe'uo as van Wandscoeer en Van der Wil igen Violen"; als bewijs van kannen de Laarier en de R tos van Hutb Lu i s (net niet genoeg eigens) en het meisje van den zelfde. Th. van Hoyttma (Scoüller, den Haag) Da viaag kwam me weer, bg de se tentoon stelling: Waarom rieefc van oytema steeds nne boafie presie"? Dd schilder «au Hoy<,ema nteft niets 'an dat n«ure gedienatige en uw dienst zoeken ie scailders, die acuter u* rog u hatend, ia u* gazich, u liefelijke dingen trachten te zeggen^ Hy is bet tegendeel, of lie/er hij ia Lei karakter dat ziju eigen weg vond, en niet zondor hoogheid (hoewel vol hartelijkheid) dien weg gaat en blijft gaan. Toch beeft Dij van kruici, die zelf gedienstig, gaaine gtdienatigbeid zien een waardeerend oordeel te wacaieu, evenals van nen die, onaf banu el , andrer ooafaankmyshöid zaiveist eeren. De Ojrzaak, een euovoudige, vindt ge uier ie. det «arasier, dat ik besprees, is een mensc i niet zoader vaardigaeid in de gesprekeen, en ie zeil zag hem een gewiekst neer eens zoatjesaan in de nature dringen. HU ia v ei dor vol v>oolkheid, waarin een drokfaeid ae verloederende echakee ing geeft en oy is een man van snaak. Snaak is een der kenmerk on van van fiuytema; dezt» redt dikwijls veel. Zgn werk kouat onmidddijk" uit deze eigenschappen, die ik noemde, vourt. Zgn werk neef t de direct oei d van een gesprek met hem. &t is g i-m diepdanigheid in er is het onocufl jerste in, dat het grootste nooit beeft. Het grootete neefi den groei van de Btihe sterke dingen der aarde aan ziub. Dit *moet ge hier niet zoeken; hè: is hier met. Miar wat ge vindt en waaron bonne prt-sse" hem verzekerd is, en was, is, dit déteekeningen der dieren, gezien al» komiiche mr.nicken, dezelfde flaurigbeid heoben, onomwonden, die de bettte geiprekken vaa dea maker kenmerken; en dat deze fl-urigworden, langs cydraulischen weg. Is een golf bezig een schueps^de omhoog te werken dan wordt net gewicht naar déze zijde be wogen. Da helling d.e net gewicht bij kalme zee ian aan het schip zou geven, weegt op tegen de tegengestelde behing die de golf wil geven, «rgo heit het schip heelemaal niet. In de practij k lusten de proeven goed, maar de koston 4jn groot ea het gewicht vo mt een cuttelooze ballast. De gyroscoop, die als tol uit onsen kind-rtg'd bekend genoeg is, en die eenmaal snel draaiende, zich te*en verplaatsingen verzat, ia ook met succes in scaepan gebruikt. Is het gewicht van de se reuzeutol groot genoeg en zijn draaingsnelheid eveneens zeer aan zienlijk, dan kan da kracht waarmee de tol zica ais 't ware koppig vatthondt. aan zijn oorspronkelg'*en horizontalen stand, voldoende zijn om de goltfcracot te beletten het schip uit döz.en eveuwicatstoestand te brengen. Technische bewaren zjjüen ^.yv ,n in dese gevallen echier g.'99«, Veel eenvoudiger is het aanörengeüvan reservoirs met water ten deele gevuld, en dwars loor het schip heen gebou «d. ID tneorie werken deze reser voirs als volgt: als net schip, onder invloed van den golfslag naar t tnurooord overhelt, zal het water in het reservoir ook naar stuur boord loopen. 8 aat de golfslag het schi p t«ru< zoodat een hellin-g naar bakooord zon ontstaan, d in blüfc het water, iets traag zijnde ie zijn beweging e 'en achter by de beweging van het schip, en blijfi du4 e'en opgehoopt aan stuurboord. Daa-door is stuurboord zwaarder belast dan bakboord; deze zwaar dere belasting zal het «chip juist naar stuur boord willen doen overhellen en de bakboordhelling door de goifslag veroorzaakt, tegeatverken en?. Deze inrichting werkt natuurlijk alleen maar poed, als de waterbeweginf in het reservoir ju si/ dezelfde is als descheepsbawegicg maar sieeds een bepaalde t\jd erbij ten achter bluft. Dit is echter by de vroegere proeven in da Engalache oo logschëpen niet het geval geweest, zoodat men al spoedig inzag dat men de waterbeweging in bet reservoir eenigermaie moei kunnen regelen naar de omstandigheden, zoodat steeds een o 'ermaat van watervoorraad is aan de scheepgsijde, die neiging heeft omhoog te gaan. Na verse nllende meer of minder goed gelukte proefnemingen is onlangs een inrich ting bedact.t en prac'isch beproefd met goed retultaar, die bier leis uitvoeriger zal bespro ken worden. Het principe, waar het om te doen is, berust op een zeer bekend verschijnsel. Een Fcaommel met et-n leogte van 9 meter, zal een slinger beweging maken in drie seconden. Wil men zoo'n schommel in beweging bren gen en in beweging hond n dan moet men telkens als bij zij D hoogste punt bereikt beeft, den schommel weer e--n zetge?en. De se zet ten behoeven volstrekt niet erg kiachtig te zijn om dea schommel in fl i-ke beweging te brengen. Daarentegenzulien Krachtige stooten, die niet op het juiste oog^nblik gegeven wor den, de schommel beweging eerder hinderen dan bevorderen. Daar de stooten, volgens de juiste rneitole, om ded'ies cooden gegeven moeten worden, dus met ue ijee tusacnenpoozen als de slingertjji zelf, LOB ut men de stooten synchroon met de slingeringen van dan schommel. Bij een se'np is iet» dergelijks net geval. De stuoteo, die de golven geven, zyn oiet steed< bijzonder groot, maar konen meestal op het jaisie ooiienb i* <nn het schip in schommeling te brengen en deze scbommelinien te verster «ea. Alleen golven, die synchroon stooten met den se n gumeltyd van bet schip, zullen een s'erke rolling te voor schijn roepen. Ouder andere om»ta digheden kan hetze fde scaip> veel minder sterk rollen, beid door haar smaak en humor niemand om welke reden onaangenaam kunnen sjjn. FLASSCHATOT. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMinilllllHllllllllllllllHIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIim De aar.li.Tiif. Een aardbeving l - Wij hadden er bijons verblyf in het Zuiden koe op gehoopt een aadbevnkje een kleintje maar, zoo voor de aardigheid en naawijjks o ver de gren zen naar 'c Noorden, of daar krijgen wy er een en het was gean kleintje en henecb, geen aardige! Zj was veel heftiger dan de Hollandiche kranten zoaden doen vermoeden. Wij zaten 's avonds rustig in onze huiskamer te lezen, 't liep tegen haif elf en 't was doodstil in huis echt 't uur om je lek kertjes in ja lectuur te verdiepen toea plotseling van uit de kamer naast ons een hevig gernisch scheen te komen, dat gauw aangroeide tot een stuk loeien d geluid wij keken elkaar star aan en mqn bange hart stond stil, want meteen was de heele kamer in een golvende beweging geraakt, de lamp 'zwaaide, 't heele huis kraak te en wij moesten ons aan de tafel vasthouden om niet van onze stoelen te vallen. ,Een aardbeving!" riep mijn man plotseling in het statte zwij gen, hu vloog naar bet raam en riep ook mij tae daar te komen het raamkozijn is de vei ligste plaats, daar bij instorting de buiten muur het meest kans heeft te blijven staan maar even plotseling werd het weer rustig en doodstil. Was 't een aardbeving? De gol vende beweging had zeker vgf seconden geduurd en wij hadden 't gevoel aan een geweldenaar daar buiten te moeten toeroepen: don in godsnaam op, want dat scnudden is levensgevaar ij 11" Mjjn hart klopte noj( rasend waa 't werkelijk een aardbeving geweest? Zd'ka sterke schokken komen toch in eet Noorden niet vo «r, dacht ik, maar wanneer 't een ontp'offing was geweekt hadden we toch een «lag moeten hooron. Wy' keken naar buiten van uit onze vierde verdieping in een der bniteowijken overzien we eea heel stuk van Müochen alles lag kalm en stil 't huis z-if ook bleef rustig, al hoorden we de mensc hen onder ons opge »ond-n praten. Was 'i een aard ae ving? 't Wou er bf my niet goed in. Toen ik in mijn bed lag, nog zenuwachtig en rillerig, schoot plotseling een nieuw idee door mijn noofd stel je voor, dat de fundamenten van het huis slecht gelegj zijn en het au io verzakking raakt l Een nieuw huis, je kan toch niet weteiil Mijn man lachte me uit mannen zqn a>ma akelig nuchter l maar ik cield vol dat, wanneer we den volgenden morgen niets over een aardbeving zoaden leien, we beslist moesten verhuizen. Maar den volgenden ochtend was heel Müachen e vol vaa Ik voelde werkelijk een groote verlichting ea al spoedig la ten we telegrammen uit alle mogelijke plaatsen in, de buurt en kwamen de koddigste ver halen los. Zoo vroeg een onderwijzer z$n leerlingen hun indrukken van de aardbeving: Weet n meester, mijn moeder dacht, dat vader thuiskwam en zei: allemachtig W*i, la ie weer dronken l «at süut ie met de diuT 1*Eea dienstmeisje, dat alleen met een paar kinderen thuis was, dacht dat eringebrokea werd en begon uit alle macht te schreeuwen: een dief, een dief, en de kindertjes schreeuw den mee uit hun bedjes: een dieft Maar sommigen namen het van de leuke kant. Iemand die telefonisch bij een vriend informeerde of alles goed was, kreeg ten antwoord: alles in orde, alleen de burcht van het Centrum heeft een scheur ge kregen!" (aet Centrum ligt n), juist met de regeering overhoop). Ook verschillende mentenen die in de café's zaten te schaken kregen een schrik, want plotseling lag hun heele schaakspel door mekaar. Ea een paar oude bierdrinkers die zaten te'kaarten kregen rniie: Non wordt 't me toch te bar", schreeuwde de een, eerst win je mij mijn geld af en nou zit je me voor de gek te honden door met de tafel zoo te wiebelen, speel jij met een ander hoor l" n hij liep woedend d* deur uit De dieren schijnen 't al een tijd vooraf te voelen aankomen. Overal leest men van onrustige honden en paarden en in den dieren tuin was 't een kabaal van schreeuwende papegaaien en brullende beesten. Wij voor ons hadden alleen opgemerkt, dit de atmos feer bij zonsondergang zeldzaam helder was geweest. De telefoonjnffronwen moeten een zwaar uurtje gehad rieoben, want in'korten tijd kwamen er 1500 aanvragen, zoodat ze on mogelijk aan ieder aansluiting konden geven en hier moesten troosten, daar uitgescholden werden en intnsschen toch zelf ook de schrik beet hadden! Wg lezen zoo vaak van aardbevingen, maar eerst nu wy zelf de verlammende schrik hebben gevoeld, die een dergelijke geheim zinnige natuurkracht kan veroorzaken, nu eerst begrijpen wq de ontzetting, die zich van de bevolking meester moet maken bjj hevige en lange aardschokkeo. Ik hoop vaa harte het nooit meer mee te maken! M n c h e n, 17 Nov. '11. S. K. ciarlTarL President Fallières moet zeer afgevallen zijn sedert wij hem hier te Amsterdam sagen. Da paniek was zóó groot," schrijft het (O. D.) dat de ministers den president bewogen de w\jk te nemen achter een lantaarnpaal." ? De data's voor deze tentoonstelling zijn vastg«s eld op Hen 12Nov." (U.D.) Wat heeft men er nu aan, dat er in Utree t twee gymnasia's zyn? IIHIIIIHUMIIIIHIMnilMlllllltMIIIIHIIIIinMIIIItllllllHllltllMlllinilMllllltMIIIIIIIIItlllltlUlllllllllltlMIIIIIIIIIMIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIHIIIIIII D Fijr. 3. SCHECPSSTANDEN (rovARSDOossNKDKN) BIJ RUW WEER. In A en D tijn de reservoirs buitm werking, zoodat het schip sterk rolt (de kruisjes geven de reservoirs aan, waarin men den wat«r>tand zien kan). In B en C zijn de reservoirs in werking ; steed» staat het water het hoogst, waar de ttt hel schip omhoog wil duwen; gevolg: het rollen i» veel minder sterk. In flg. 3 is voor eenige scheepstanden aan gegeven hoe groot het verse l is, als de reservoirs buiten werking zyn gestnld of niet. De kruisjes geven de reservoirs aan. By' A zijn de reservoirs buiten werking gesteld (wat men door een klep gemakkelijk doen kan); het schip helt over. en de grootte der helling is aan te geren door dan hoek tnsschen de ver ticale lijn en de lijn, die loodiecht op het dek staat. Bij B syn de reservoirs in actie. Juist die zyde van bet schip, welke door den golf slag om hoog zal gaan, draagt de overmaat van water in het reservoir en wordt hierdoor gedwongen omlaag te blijven. De rollingsuoek is DU veel geringer. Hetzelfde, maar voor de andere scheepezy ie geven C en D te zien, de eerste als de reservoirs in werking, de laatste als zy buiten werking zyn. Het rollen verdwijnt niat gaheel, maar blijft alleen zóó sterk bestaan als noodig is om het water in de reservoirs in beweging te houden. Op twee passagiersbooten, de Ypiranga" en de Coreovado" zijn dez* reservoirs toe gepast, schepen jan ruim 14.000 ton, en 150 Meter la'g. E'k reservoirpaar bevat 91 ton water (94 000 Kg.) By rn w weer, aio de reser voirs buiten werking waren, bedroeg derollingsboek 11 graden. Kwamen de reservoirs in actie dan verminderde deze hoek tot 2 a 2 H graad. By e«n anderen storm verminderde de hoek van 18°tot 3 a 4 graden. De proef is dus voldoende gelakt om ruimere toepas sing, ook op oorlogsschepen, wenscheljjk te maken. P. VAX Ou». al zyn dan de golven hooger en sterker. Wie ooit in een schalt j e geschommeld heeft (onder protest der voorzichtige mede varenden!) zal wel weten dat regelmatige stooten met ons l chaam de boot in schommeling brengen, maar ook dat dez>. schommeling spoedig ophoudt als me* zijn lichaan jui»t in tegengestelde rich ting laat heen en weer gaan, dut naar ttuurooord als de boot telf naar bakboord gaat, enz. Hierop berust de inrichting uitgedacht door den scbeepsbonwknndige Frafim. In flig. l is ean doorsnede van den scheeps romp geieekeni, op de plaats waar Fraim's reservoirs zijn aangebracht. Zsownl aan stuur boord a's aan bakboord is een reservoir S; de se zgn van on leren onderling veroonden door een betreikely'k nauwe buis S, terwijl zij van boven door een dak D versterkt wor den. Alles is zoo ingericht dat de sliogerbeweging van het water van s narboord naar bakboord synchroon is met de schaeps-jlingerbewegiog. Maardoor bepaalde inrichtingen, aangebracht waar de verbindingsbnis in de reservoirs komt, wordt het et'oomen van het water belemmerd, maar niet'belet. Daardoor is de beweging van het water in de reservoirs altijd ten achter bij da echeepsbeweging, juist als in ons voorbeeld van een roeiboot. Fiy. 2 geeft aan hoe de geheele inrichting er niuiet in werke y'kheid. Op twee plaatsen, om de achterste mast en om de vooigte mast zgn de reservoirs aangebracht, terwijl de oj>en-8eteekende achterwanden laten zien hoe d d stand van het water is. Juist als de van rechts aankomende golf het schip wil doen hellen, wordt deze schom meling vernietigd (gedempt) door de tegen gestelde schommeling van het reservoir-water.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl