De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 3 december pagina 6

3 december 1911 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1797 Te Bar i, pro v. hoofdstad in het voormalig koninkrijk Mapels, ligt St. NicolaaB begraven. St. Nicolaas cosmopoliet. Toen St. Nicolaas den 6 len December van 't jaar 345 (of 352) te Pathera in Lyoie geboren werd, toonde hij zich op stamden voet een wonderkind, want in de badkuip, waar hij voor'teerst kennis maakte met het reinigende water, stond b.rj nog dien zelfden dag van zijn ge boorte rechtop en hield zich aan den rand vaat. Dit was het eerste groote feit uit aijn legendarisch leven. Het tweede wis, dat hu als bisschop van Myra in Lydiëzich buitengewoon milddadig gedroeg tegenover drie jonkTrouwen, die door't geld verlies van haar rader, haar bruidschat ingeboet hadden, en bij wie hij toen op zier grappige wijze voor Sinterklaas speelde. Volgens de' gewone lezing der legende, wierp hij in den nacht drie beurzen met goud het yenster binnen, welke de drie sehoone juffers opeens in eer en aanzien bij hare standgenooten herstelde*, en voor haar een goed hu-welijk mogelijk maakten. Een min of meer afwijkende lezing van deze gebeurtenis, die wellicht den oorsprong gaf aan het zoogenaamde strooien", dat hier en elders op Sinterklaas-a vond nog gewoonte is, publiceerde de heer J. W. Wijndelts, Assistent ter universiteits-bibliotheek, in den Jrg. 1910 van de Navorscher. Hij ontdekte namelijk een oud perkament-blad, wellicht een fragment van een 15a eeuwsch handschrift der Aurea Legenda, waarin gezegd wordt: ende wont enen doet goldes in enen doeck, ende werpen bi nacht heymelicken door een venster in sijn huys." Hier wordt dus gesproken van dotten = klompen of kogels van goud, en dit is wellicnt de oudere lezing, die wonder wel overeenstemt met de* Bisschops vaste attribuut als heilige der Roomsche kerk. Soms liggende op het boek, dat hij in de hand draagt, sams als hanger aan zijn keten, soms aan zijn voeten op den Mr. Joh. Enschedé, f MR. JOH. ENSCHEDÉ. Da invloed, dien mr. Enschedéop zijn omgeving uitoefende zoowel in zijn zaak als in* de vele maatschappelijke grond, ziet men drie ronde ballen, die men gewoonlijk tracht te verklaren door de drie beurzen met goud, wat niet waar schijnlijk lijkt, omdat de beelden en schilderijen, waarop ze voorkomen, vol strekt niet primitief van behandeling zijn. De drie goudklompen eohter maken het verband tnsschen het attribuut des .heiligen en zijn Sinterklaas-verrassing aan de drie j on ge dames, veel duidelijker. Slechts n beeld uit laler tijd in de St. Nicolaankerk te Foligno draagt drie beurzen. Niet geheel onwaarschijnlijk is het ook, dat de p°pernoten, die bij h«t strooien" een groote rol spelen, afstammelingen zijn van de goudklomp jes... Dit legendarische voorval heeft St. Nicolaas het patronaat verschaft over de jonkvrouwen, die hem o.a. in Frankrijk bi zondere eer en hulde brengen, en hem zelfs als huwelijksbemiddelaar aanroepen: Bon patron, Saint Nicolas, Mariez nous, ne tardez pas! De vraag om een dergelijk Sinterklaasgeschenk is natuurlijk niet vrij te pleiten van eenige onbescheidenheid, al wordt ze dan ook gedaan aan den eever van geschenken bij uitnemendheid. Een ander attribuut van den heilige, dat hem vooral in de Grieksche kerk wordt toegekend, is een tobbe met drie naakte kinder figuurtjes, die aan zijn voeten staat. Sommige beelden geven de voorstel ling, dat een van de kindertjes uit de tobbe is gekomen, en in knielende, eerbiedige houding vóór hem ligt. Dit ziet op een andere legende en een mirakel, dat hem in 't bi zon der tot vriend en beschermer der kinderen ver heft. Daarvan zijn twee zeer verschillende lezingen. In de eerste wandelt St. Nico laas aan het zeestrand en ziet een arme vrouw, die met haar drie kinderen oesters zocht, om haar honger te stillen". (Ge ziet, hoe de tijden veranderen, want iemand, die thans met oesters «ijn honger betrekkingen, die hij bekleedde be rustte hierop, dat de grondslag van zijn me«ning was kennis. EQ daarnaast, op den hoofdtrek van zijn karakter: zelfbehcersching. Voeg daarbij rustelooze toewijding, en gij hebt de verklaring van dit wel bestede leven. Mr. Er schede was voor alles een Haarlemsehe fuuur. Hij werd niet ten onrechte wel eens de eerste burger van Haarlem genoemd. De aloude drukkerszaak, die meer dan twee eeu wen laog onder denzelfden naam werd gedreven, en de oude familietraditios gaven daartoe recht. Zijn invloed in Haarlem was dan ook groot en in de meeste plaatselijke ge beurtenissen van eenig belang was zijn leiding merkbaar, ook al door zijn Voor zitterschap van de Kamer van Koop handel en Fabrieken, waarvan hij de ziel was. Aan de Maatschappij van Nijverheid, die, hoewel te Haarlem gevestigd,' een algemeen Nederlandse yereenigiag is, dankte hij zijn reputatie buiten zijn vaderstad. Twee malen maakte hij deel uit van het Hoof ibestuur. eerst van 1902?1906, later van 1907?1911, en sedert 1907 was hij haar Voorzitter. Oude gevelsteen in de portiek van het huis Dam hoek Damrak te Amsterdam. stilt" is een lekkerbek van den eersten rang). De kinderen waren te ver in zee fegaan en zonken weg. Ontroerd door e smart der moeder maakte de heilige het teeken des kruises, zeeën de het meer, en zachte, wiegelende golfjes spoelden de drie kinderen in een tobbe naar land. Tragischer en plastischer is de andere lezing. De hoofdpersoon in dit drama is een gruwelijke sadist, een slager, die drie kinderen welke bij-hem voor een donderbui komen schuilen, aan stukke* snijdt en ze als pekel vleesch in een vat inzout. St. Nicolaas, die in helderziendheid weet wat er geschied is, komt na zeven jaar in des slagers huis, en vraagt om een maal eten. Hij wijst alle spijzen af, die hem geboden worden; maar ver langt het pekel vleesch, das sieben Jabr in der Mulde ruht".... De slager is over deze vraag zoo ontbust, dat hij ijlings de vlucht neemt. Maar de Siut roept hem toe: Halt, Mezger, fliehe nicht, bereu', Und bitte, dass dir Gott verzeih!" Dann trat Sanct Nikolas heran, Zur Mulde, blickend himmelan, Lagt Segnend seine Hand darauf: Die Kinder alsbald wachen auf, Das erste sagt: Ich schlief ja kaum!" Das zwöite: O, welch ein schöaer Vaum!" Das dritte Hüstert sanft und sü^s: Ich meinf' ich ware im Para lies! In het eerste verhaal is zeer karakte ristiek de macht, die d Sint heeft over de zee, welke hij zegent, en die daa aan zij* wenschen oogenblikkelijk vol doet. Daarom ook is hij de patroon der zeelieden en van allen, die hun wel en wee van de zee verwachten. Daartoe behoorden in den vroegeren tijd meer nog dan nu, de bewoners van de Lage landen bi der See", en zeer verklaarbaar is het dus, dat de heilige bisschop van Myra in Nederland, door noesten vlijt, ontwoekerd aan de golven", meer dan elders gevierd wordt. Grappig is 't intusschen, dat hij, oie zoo weldadig was, dat hij bij een hongersnood in zijn bisdom de geheele bevolking spijzigde, ten onzent nog weieens verwisseld worit met een collega heilige, St. M-iarten, wiens bekend beeld: een ruiter, die een slip van zijn kleedt afsnijdt, ea dit aan een bedelaar schenkt, daartoe gereele aan leiding geeft. De Domkerk te Utrecht was weleer aan St. Maarten gewijd, en mijn vader vertelde mij toen ik een kind was, dat de windvaan van den Domtoren, die de hier omschreven voorstelling in beeld bracht, erop wees, dat St. Maarten, de weldadige bisschop van Tours, eigenlijk St. Nicolaaa v s. Hut djrp Grouw in Friesland heeft de eigenaardigheid dat men er op 5 Dacembpr geen S;. Nicolaasavond, maar wel op 11 November Sc.Maarten viert, geheel op dezelfde wijze als elders .Sinterklaas". Deze verwarring en verwisseling der beide heiligen komt ook in andere landun voor, b.v. in Duitacrtlaad, waar St. Nicolaas en St. Maarten Toen kon hij al zijn gaven van geest ontplooien, zijn kennis, zijn scherpzinnig heid, zijn oorspronkelijkheid, en ook zijn tact en goed humeur doen kennen. Had de wet der Maatschappij niet voorbeschreven dat de leden van het Hoofdbestuur na vierjarigen dienst niet terstind herkiesbaar zijn, de algemeene vergadering zou hem gaarne op nieuw bij acclamatie tot Voorzitter hebben her kozen. Tot aan de korte ziekte, di« op 60-jarigen leeftijd een einde maakte aan dit werkzame leven, was mr. Ensched e«n man vol energie en vol levenslust. Hij vond in zijn gezin en in zijn arbeid alle factoren voor het geluk en de publieke zaak had nog veel van hem mogen verwachten. ^s-Gr a v. J. KBAUS. Ma'* tuten». Semini's kinderen, het drama van den heer Rafaël Verhuist, meer dan e«ns met belang. ryke prgzen bekroond en Vriidag 17 dezer in eerste opvoering door de Nelerlsnd-che Tooneeivereeniging gegeven, wai reeds eenige maanden geleden ala boek verschonen bij den uitzever Van Diahoeck te Buagum. Dit deels in rijmlooze iamben deels in proza geschreven werk moet reeds terstond Oadste voorstelling van Sint Nicolaaa. Op een Byzantjjnscb.e manrEchildering. beide beurtelings optreden, of ook wel gezamtlijk als helpers en voorloopers van het Christkmd". In somnrge stre ken van het Duitsche Rijk treedt de bisschop van Tours geheel in de rechten van St. Nicolaas, men viert er zijn naamdag met het geven van geschenken en het bakken van St. M-tartenskoeken. Ia de vooronderstelling gewaagd, dat hier ook de grond schuilt van het kinderlijk volksgeloof, dat de Sint uit Spar j 1" komt? S t. Maarten heeft met Spanje wel geen direct contact, maar hij is althans van Romaanschen oorsprong, en bovendien be hoort op folkloristisch gebied een ver warring van dezen heilige met een anderen St. Maarten, die te Bara in Portugal thuis was, volstrekt jaiet tot de onwaar schijnlijkheden. Wij, Nederlanders, leggen over 't alge meen met wat al te zwak recht beslag op de Sinterklaas-figuur. De goede bisschop is noch door geboorte, nöeh door aanleg een Nederlander, maar een zuivere cosmepoliet, die in de geheele wereld zijn vrienden heeft. Er is schier geen land, waar hij niet op de een of andere wijze gevierd en gefuifd wordt. Dat hij weleer als goedgepfsohe kin der- en mensehenvriend in Duitschland hoog aangeachreven stond, blijkt eenvoudig reeds uit het feit, dat Luther met zijn g«zin den Sinterklaasdag vierden door het geven van geschenken aan de kinderen, gelijk uit des hervormers huisreketing blijkt. Dat dit gebruik na Luther nog tamelijk al ge meen was, bemerken we in een preek van Martin Bohemius, waarin deze pre diker de evangelischen berispt, over het allengs veldwinnend gebruik, om den St. Nikolaasdag als kinderfeest te vieren. Hij keurt het ernstig af: daas etliche Eltern den Kinder et was auf das Battlegen und sagen : St. Nikolaus hat es beschert, welcher ein fcöier Brauch ist, weil dadurch die Kinder zum Heiligen gewidsen wer den, da wir doch wissen dass nicht St. Nikolaus, soadern das heilige Christkindlein uns alles Gutes am Leib und der Saelen bescheret." Ge ziet het, de propaganda voor het Weihnastsfest" in de Duitsche landen, was in die dagen geen overbodige luxe. Nog heden w»rdt de St. Nikolaas als geschenkdag gevierd in vele plaatsen in het katholieke zuiden en westen van Duitschland. . Een buitengewoon gewichtig geschenk niiiiiMiiimiMl de belangstelling der Nederlanders wekken door het enkele feit, dat de handeling op Nederlandechen bodem speelt. Esn zekere bekoring is in dit tationale element onge twijfeld gelegen. De diamaüsche dichter die zijne knust west te ver bladen aan het ver leden van eigen land en stad, aan een oud en geheim'.innig overblijfsel, gelijk het Semini-beeidj^ van het Steen teAot*erpen, waarnaar reeds eenwen lacg «ijn voorvaderen hebben opgezien, zulk een dichter verdient resds hierom onze aandacht. Er bljjkt uit zyn stre'en een liefde voor historie en traditie van het <rolk waartoe hij b-hoort, welke vooral in dezen tijd van be langstelling in technische ontwikkeling niet genoeg geprezen kan worden. Als buerHien de dichter zijn werk met een ernstig gezicht en eerbiedig gebaar aan een Schepen van Scioone Kunsten" kan opdragen, is hij door den Noord-Ne^prlander zelfs te benydea. Ds dichter Raf el Verhuist heeft zy'n cultunr-historiach drama doen spelen in de 12de eeuw, in den tijd van den befaamdeu ketter Tanchelm. .Het is niet een drama van inte ressante persoons-confl eten, waarby volk en tijd alleen de omringende sfeer aanduiden; doch men ziet een tijd-spel voor zich, het beeld van een geheel volk, van vorst tot vagebond, van priester tot lichtekooi, waarbij de individuaele coi fl c'*n slechts onderge schikte quaesties zij u. Waarschynlrjk ten ge volge hieraan komt in het drama van den heer Verhulst de toch zoo onmisbare eenaeidvan-handelen niet helder tot ons. bracht Sinterklaas weleer jaarlijks aan de stad Z wei br.ücken. Op den Sc. Nicolaasdag werd daar namelijk nog ia de zes tiende eeuw de nieuwe burgemeester ge kozen, wat voorzeker geen kleinigheid is, en voor de gemeentenaren even goed een sart als een koek kon beduiden. Ook in Zwitserland wordt Sc. Nicolaas aio» ge vierd, en Rusland eert in hem een der grootste heiligen van de Griekschekerk. Hij treedt daar vooral op als de schuts patroon der eenvoudigen ea armen van geest en van de lij t ei genen, die hem, door de vele wonderdadige uitred dingen, welke op zijn rekening staan, in hooge eere houden. Mettertijd hoop ik van den Eussischen en B Ikanschen Sinterklaas eens wat meer te vertelleu, want hij is een p'entere en grappige sinjeur... Hij is voor de «e landen ech er uitsluitend een heilige, en niet gelijk in Duitschlacdeon half mythologische figuur, die van Wodan zijn schi<nmel ontving, waarmede hij over de daken rijdt en van Donar zijn rooden mantel. De legende van den heilige zegt, dat hij zeer jong reeds bisschop was, en nu-n vindt hem soms afgebeeld geheel zonder baard. Hierdoor ontstonden well'cht de ro> dgangeu van den kioderbisschop den Episcopus Choristorum", die uit de koorKnap*>n geko zen werd. In Engt-land waar 400 serken aan den kindervriend gewijd zijn, wordt deze merkwaardige plechtigheid op vele plaats°n nog in eere gehouden. Vroeger was Sinterklaas ook hier da goede geest, die de ki deren geache ken br»cht, evenals in Italië, zijn eeuwig vaderland, waar hij in de kathedraal te Bari begraven ligt, en waar zijn feestdag Zopata" genoemd wordt, een Spaansch wuord, (waar komt hier op eens dat Spaansch vandaan ?) dit schoen" beteekeot. Dat in Nederland voor deze schoen" bij voork<-ur de klomp in de plaats gesteld wordt is zonder twijfel copyright'', maar het zal u overigens gebleken zija, dat de Sinterklaas figuur voor ons eeu zeer betwist geestelijk eigen dom is, ofschoon hij zich hi-r wél bizonder thuis voelt en erooter waardeering ge niet dan ergens elders. Terecht!... geloof ik, want de goede Siut verdient het, om zijn handel on wandel, die ons immer meer moge herinneren, dat wie goed doet: goed ontmoet. J. D. C. VAN DOKKUM IIIIMIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllllllMIIIIIIItMIItlMIIIIIIIIIIIIIHIIIMItllllllllltlMIM Het Jasr, indien ik den autour goed begrijp, niet in ztjrje bedoe icg een archeoloiiacb. volkomen j oiste af beelding vanbef 12d'eeuweche Antwerpen te geven. Trouwene, al lad hij dit gedaan, hoe zou de veitoorii-g van 17 November zyn pogen dan hebben ver ijdeld ! Doch het kan niet tot in bijzonderheien aijn streven zijn geweest, wanneer ik mij soowel de voornaamste zyner figuren ais eiike e minder naar ?oren tredende Q»rinner. Zij doen mij gaen vin allen aan, gelijk menschen van dien ruwen ty'd, den aaivangder 121e eeuw. De sfeer van zy'a we?k is veel eer die der 15de. Het-komt my tenminste als een a' te modernistiec^e afwijking voor, dat een 12 d'eeu»8cbe jonge vrouw tegen den baar aard broeder van baar man zou zeg gen, gelijk I la ?an Zeeland: 't Wil leven voor óns liefde, voor óas kind, Doch verre van de schande, want ons kind Is 't uwe slechts voor God, niet voor de menschen, Niet voor dit land. O laat ons vlochten saam." (nlz. 107.) De Torenbouwer, een zeer treffend .ge dachte, helaas nog wat te vaag gebleven iuuur, staat in dit overigens realistisch wer kend drama als een symbolische gestalte, die woorden spreekt welke dea tyd der handeling, voor Antwerpen, minstens een eeuw vooruit zijn, in een heeldanraak die volkomen 19 d'eenwsch is. (blz. 117?118.) Ook de i^wat cotniecbe figuur van Snep doet niet 12 d'eeuwsch, maar is in zyn grap

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl