De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 17 december pagina 1

17 december 1911 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

V 1739 DE AMSTEEDAMMEE A°. 1911. WEEKBLAD VOOK NEDEBLAND r©cLa.oti© ?R nnoner berat een :&£r. I9. L. "V7 Uitgevent TAV HOLEEMA & WARENDORF, Keizersgraeht 333, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt «TSMcnkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). per 8 maanden ? 1.50, fr. p. post / 1.65 m Jaar, b$ vooruitbetaling, . mail , 10. Nmamerf aan de Kiosken verkrijgbaar , 0.121/* Zondag 17 December. Advertentiën van l?5 regels ? 1.25, elke regel meer. . Advertentiën op de fiaantieele- en kunstpagina per regel Reclames per regel ?055 .030 ,0.40 P R IJ S V R A A G uitgeschreven door DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. . Om eene misplaatsing te herstellen en aan eenige verzoeken die bun bereikten tegemoet te Komen, doen Redactie en Uitgevers van dit 'Weekblad eene nieuwe en thans definitieve lezing volgen van de uitgeschreven Prijsvraag: Alle vragen, die naar aanleiding van deze Prijsvraag tot de redactie -worden gericht, zal men beantwoord vinden onder een rubriek Correspondentie" op pag. 3, ' . *** Door de Redactie en de Uitgevers van DE AMSTERDAMMER", Weekblad voor Nederland, wordt een prijsvraag uitgeschreven voor ZES, als de beste tut te kiezen NOVELLEN OF SCHETSEN, geschikt om te kunnen dienen als feuilleton voor het genoemde Weekblad. VOORWAARDEN. De omvang moet niet beneden 3000 woorden blijven en 8000 woorden Biet te boven gaan. De c o p y moet zér duidelijk leesbaar wezen. Zy moet geschreven zjjn aan n zjjde van het papier, door een andere hand dan die van den auteur. Machineschrift heeft de voorkeur. De capy moet vóór of op i Maart 1912 ingezonden zyn aan hst adres van de uitgevers VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, te Amsterdam, voorzien zijn van een opschrift, pseudoniem of spreuken vergezeld gaan van een gesloten enveloppe, hetzelfde opschrift dragende en bevattende den naam en het volledig adres van den auteur, o.a. voor eventueele terugzending. De inzendingen, waarbij aan deze voorwaarden niet voldaan wordt, worden terzijde gelegd. BEKRONINGEN. Uitgeloofd worden 6 prijzen, ter waarde van f 400.?, verdeeld als volgt: n ie prijs a ? 125. n ae prijs ... . . . . . 75. vier 3e prijzen . . . ?: . . 50. De ingezonden bijdragen zullen beoordeeld worden door een jury be staande uit: INA BOUDIER?BAKKER, CYRIEL BUYSSE, FRANS COENEN. SLOTBEPALINGEN. De bekroonde bijdragen worden opgenomen als feuilleton in DE AMSTER DAMMER", Weekblad voor Nederland. Aan de Redactie blijft het recht de niet bekroonde te publiceeren, en dit wel tegen het hoogste honorarium, dat door het Weekblad voor novellistisch werk wordt toegekend. Terstond na de verschijning der bijdragen als feuilleton in DE AMSTERDAMMER", herkrijgt de schrijver, van bekroond zoowel als onbekroond feuilleton, h'et volle auteursrecht over zijne inzending. lllltllHIlHIIIIMIIIIIIIMlIlllllllllllllllllllllllllinilllllllHIIIIIIIIIIIIMItlllllllllllllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIIHIIIMU INHOUD: TAK VEB1E EN VAN NABIJ: Alweer nitstel." OC. AAR GELEGENHEDEN: De Machine en de Arbeiders, I, door P. Bakker Schat, c. i. Het collectief ontslag *<m de Kweek-scheol van Oaderwjjseressan te Arnhem, FE7ILLETON: Een Huis vader, (élot), door Christine Hoekstra. KDN8T EN LETTEREN: Spreuk er, II, door prof. G. J. P. J. Bolland. BEBIOHTEN. **OUWEHBTJBBLEK: Por tret van de Infanta Eulalia van Spaij». Madame Vincent, doer N. M.?d. W. H ALLERLEI, deor AJlegra. UIT DE NA TO UB, «oor E. Heimans. Max C on rat 1848?1911, met portret, door prof. mr. Paul ScholteD. Groepententoonstelling in Arti", door W. Steenhcff. Perzië, met af b., door C. B. v. H. - De Architect en de beeldende Kunstenaars. Perzië, met afb., door C. B, v. H. Het Eussisch- Perzuche coiflikt, door M. Muziek in de Hoofdstad, door Matthqs Vermeulen. Momme Nissen over Julins Langbehn, II, door Wenzel Frankomölle. OHABVAEI. FINANCIEELE EU OECO KOMISCHE KROTLEK, door v. d. M. en v. d. 8. Servische Zeden, door P. M. Wa. Brieven van Oom Jodocua. SCHAAK SPEL, DAMRUBRIEK. AD7ER ENTIEN. Alweer uitstel". Voor t>e Telegraaf heeft Louis Raemaekers onder bovenstaand opschrift een treffende plaat geteekend, die men in reproductie op blz. 11 van dit weekblad terugvindt. Das ? ontmoet de zoo juist 70 jaar geworden Voorzitter dep Tweede Kamer, de door ieder bij die gelegen heid gehuldigde beer Graaf van Bylandt een aantal arme drommels... 70 jarigen als hy. Zij nemen deemoedig hun petten af en, denkend aan vanBylandts voorstel om Troelstra's motie tot d i r e c t e pensionneering van 70-jarigen te drukken en rond te sturen" (d. w. z. zoo spoedig mogelijk te vergeten), zeggen zij: Och, meneer van Bylandt, we zijn ook 70 jaar en we zij n al zoo lang gedrukt en rondgestuurd". Het is, als Men er dieper op door denkt, een milde gedachte den alge meen geachten voorzitter, van wien nie mand kwaad verwacht, aldus het symbool te doen worden van de volkomen onge voeligheid en in dan grond widrige" bezadigdheid van een heel régime.... Zeker: en milde gedachte, omdat daarin blijft erkend de in laatste instantie gevoelsgelqkwaardigheid van velen die naar het uiterlijk dikwijls anderen schijn hebben, het betrekkelijke óók van da goedhar tigheid, die bij de goedhartigen ver schillend kan worden begrepen. Wie, die de uitbarsting van haat tuaschen de twee, misschien wel mooiste figuren uit ons parlement, Schaper en Jhr. Lohman, gevolgd heeft, erkent dit niet gaarne? Het voorstel van den heer Troelstra nu wordt zeker niet alleen door hem ge daan, omdat het ouden van dagen een paar jaar o ar aan een pensioen tja zou helpen dan bij den vooral tegenwoordig langzamen gang dar wetgeving mogelijk is. Zonder dat wij dat gevoelselement een oogenblik in den heer Troelstra denken te ontkennen, zeggen wij toch: Troelstra zou niet zijn grpoten invloed hebben, als de party man in hem niet waakzaam bleef; en alle niet sociaal-democrati sche fracties hebben dat ook terstond van dien kant begrepen en meteen over dacht hoe een ernstige behandeling en vooral een aanname van Troelstra's voor stel, naast veel wegneming van leed, een vergrooting beteekeien zou van de vol strekt niet grooter gewenschste socialisti sche populariteit.... En vandaar het eerste verzet, dat waarschijnlijk ten opzichte der motie tevens het laatste zal hoeven te wezen.... Het is jammer dat het zoo geloopen is, het is Biet eervol voor onze huma niteit in het algemeen, dat het zoo loopen moest I Hier was, buiten partijbelangen ge sproken, toch zeker een gedachte, rijp voor vervulling! Wettelijk zeer goed aanpassend bij Tal ma's verzekeringsplannen 1), luidde de motie aldus: De Kamer, overwegende dat het gewensoht is, de pensionneering der per sonen, bedoeld in art. 357 van het ont werp ter verzekering tegen de geldelijke gevolgen van invaliditeit en ouderdom, onafhankelijk te maken van eventueele vertraging in de tot standkoming der sociale verzekeringswetten, verzoekt de Regeering, zoo spoedig mogelijk een eenvoudig wetsontwerp in te dienen, waarbij, met gebruikmaking van de postkantoren, of van andere bestaande administratieve lichamen, de regeling, in bovengenoemd artikel voor gesteld, wordt ingevoerd om te werken totdat de wet, regelende de materie in haar geheel, in werking is getreden". Een aanvaarding van de directe, d.w.z. de werkelijke behandeling van deze rrotie zou natuurlijk, scherper da* thans de enkele indiening, op de onvrucht baarheid onzer Begeering licht hekben geworpen. De sympathie der groote massa zou, meer dan thans reeds 't geval is, aam' die partij tegemoet gaan, in welke zulke menschlievende moties geboren worden. En men kan er zaker van zijn, dat Troelstra-St. Nicolaas, hoe vreemd ook door de caricatuur bij zulk eene gelegenheid uitgedost, de sympathie zou hebben verkregen... die bij dan ook verdiend had! Want, hoe en wat de bijgedachten moge* zijn (en moeten zijn) van een politieken leider, het staat helaas als een paal boven water dat in een andere dan de sociaal-democratische partij een natuurlijk niet alledaagsch voorstel, als thans gedaan werd, eenvoudig onmogelijk is. Met drukken en rondsturen" van die Partij zal men er daarom al even min komen als met het drukken en rondsturen" van het roorleopig pensioen der 70-jarigen. Want niet het weren van populaire voorstellen maakt populair, maar het zelf vinden ervan en het zelf ermee op de proppen komen. 1) Art. 357 van het ontwerp -in validiteitswet van Minister Talma bepaalt, dat zjj, die büinweikingtreding der wet 70 jaar sjjn en, ware de wet er geweest, gedurende de laatste 5 jaar verzekeringaplichtig zonden zyn ge weest, zonder meer gepensionneerd worden met 104 gulden per jaar. De Macti.e en da ArMders. Dr. TH. v. D. WAERDEN. Geschooldheid en techniek, onderzoek naar den invloed van arbeidssplitsing en machi nerie op de mate van vereischte oefe ning en bekwaamheid der arbeiders. Uitgegeven door de Sociaal-Techni sche Vereeniging van Demokratische Ingenieurs en Architecten, bij F. van Rossen te Amsterdam. LOp het onder bovenstaanden titel ver schenen werk is, enkele maanden geleden, Th. v. d. Waerden, c. i. te Delft gepromo veerd tot doctor in de technische weten schap. Trekt reeds een promotie aan de Tech nische Hoogeschool door de betrekkelijke zeldzaamheid en de beteekenis der proef schriften, in meerdere mate de aandacht dan die aan de universiteiten, de onder havige is in meer dan u opzicht van bijzondere beteekenis. Vooreerst is v. d. Waerden, afgezien van de honoris causa verleende doctoraten, de eerste civiel-ingenieur aan wien de doctors bul werd uitgereikt. In de tweede plaats zal het niet dikwijls voorkomen, dat iemand, die zoo in het volle leven staat, elf jaar na de beëindiging zijner academische studiën tüd vindt voor het schrijven van eenlüyig proefschrift, waaraan een zeer uitgebreide vóór-studie moest voorafgaan, terwijl het vermoedelijk ook wel tot de zeldzaamheden zal blijven behooreo, dat een leeraar in de wiskunde promoveert tot doctor in de tech nische wetenschap op een dissertatie over een onderwerp, dat vooral economisch be lang heeft. Maar het is aiet om deze redenen, dat wij het proefschrift hier willen bespreken: de aard van het onderwerp en de wijze van behandeling maken een bespreking alles zins gerechtvaardigd. De invloed van de technische ontwikke ling der 19de eeuw arbeidssplitsing en in voering van machines, gepaard met en ge volg van elkander heeft een algeheele omkeer gebracht im het aandeel en den aard van den menschelyken arbeid bij het produktie-proces. Maar hoever die invloed gaat en welke het resultaat is, daarover z\jn wel verschillende meeningen geuit, voorspellinge» gedaan, maar concrete studiën, waarin op practische wijze aan de hand van feiten en cijfers het vraagstuk van de ontioholing der arbeiders wordt behandeld, zijn zeld zaam. Bovendien komen de economisten, die zich met deze aangelegenheid bezig hebben gehouden, tot diametraal tegenovergestelde resultaten. Dat vooral is voor v. d. Waerden aanleiding geweest tot zijn studie. Hij heeft zich niet bepaald tot het ver zamelen van de in de literatuur aanwezige gegevens en bestudeering van economische en technische geschriften, doch heeft door middel van vragenlijsten aan Nederlandsche industrieelen, en, vooral, door persoonlijk bezoek aan de . bedrijven en besprekingen met de bedrijfsleiders, zich een zelfstandig oordeel gevormd op grond va» een zeer belangrijk feitenmateriaal over de vragen, of en in welke mate door de machine de geschoolde arbeid wordt vervangen door ongeschoolden, en in welke mate de tegen woordig* arbeider vakbekwaamheid noodig heeft, voorts het verband van dat vraagstuk met dat der vakopleiding, met de vervan ging van mannenarbeid door vrouwen- en kinderarbeid, enz. Uitgangspunt is voor v. d. Waerden de uitspraak van Marx in het Kommünittisch Manifest: Da arbeid der proletariërs heeft door de uitbreiding der machinerie en de arbeidsverdeeling elk zelfstandig karakter verloren. De arbeider wordt tot een aanhangsel der machine, van wien alleen de eenvoudigste, eentonigste, gemakkelijkst aan te leeren handgrepen verlangd wordon." Toen deze woorden werden geschreven in 1847 was de industrieele ontwikkeling nog in haar allereerste begin Het zou dus geen verwondering behoeven te wekken (en evenmia iets afdoen aan de waarde van Marx's beschouwingen als geheel genomen), indien tengevolge van de snelle ontwikke ling en uitbreiding der nijverheid andere factoren naar voren waren gekomen, ten gevolge waarvan de bovenbedoelde uitspraak hare juistheid had verloren voor de huidige industrieele verhoudingen. En van verschil lende zijden is, vooral in den laatsten tijd, betoogd, dat zulks inderdaad het geval i», o. a. door W. H. Vliegen, door Prof. Mr. M. W. F. Treub en, meer uitvoerig, door den Oharlottenburgschen hoog leeraar Otto Kammerer, volgens wien de meening, dat de machiie den mensch tot handlanger ver laagt, tot voor eenige tientallen jaren eenigen grond had, doch thans alleen geldt voor een klein aaatal industrie-arbeiders. Er was dus alle aanleiding om het onder werp aan de orde te steller, en te trachten aan de hand van feitelijke gegevens te komen tot een objectief oordeel. De eerste moeilijkheid was de begrippen .geschoolde" en ongeschoolde" arbeid juist te omlijnen, daar, ook onder fabrikanten, dienaangaande verschil van meening be stond- Om hieraan tegemoet te komen werd door v. d. Waerden, evenals in de nieuwste Daitsche publicaties, een derde categorie tusschengebracht, die der getrainde" arbeiders. Als getrainde arbeid is door hem beschouwd de arbeid, die men door oefening, zonder voorafgaande opleiding, binnen enkele maanden, hoogstens een jaar, kan aanleeren. Daarboven staat de groep der geschoolden, met een meestal meer-jarigen leertijd, daarbenedeu de ongeschoolde arbeiders, die, zonder voorafgaande oefening, hun werk kunnen verrichten. Gaan wij nu de resultaten na van het door van der Waerden's fabriek-bezoek en vragenlijsten verzamelde materiaal, dan treffen ons allereerst de zeer groote ver schillen. De verhouding tusschen geschool den en ongeschoolden arbeid is in de door hem beschouwde nijverheidsgroepen zeer verschillend. En zelfs is die verhouding voor fabrieken eener zelfde branche zeer uiteenloopend. Er kan dus allerminst ge sproken worden van een bepaalde verhou ding in de industrie. Naar verhouding komt de meeste ge schoolde arbeid voor in de metaalbewerking. Vooral in de machinefabrieken en con structie-werkplaatsen is voor vele arbeiders vakopleiding onmisbaar; het lezen van teekeniugen b.y. is voor velen hunner vereischte en daartoe is weer het zelf teekenen naast een elementair-theoretische kennis noodig. Bij de massa-fabricage van onderdeeltn als: schroeven, bouten, enz. of in speciale fabrie ken, als rywielfa brieken, e. d, is het con tingent geschoolden echter reeds zeer feelangrijk minder, doordat de arbeid meer gespecialiseerd wordt: de arbeid kan worden verricht door getrainde, soms zelfs door ' ongeschoolde arbeiders, die aan de arbeids werktuigen bepaalde handgrepen verrichten of de automaten bewaken. Stellen wij tegenover cte metaalbewerking een andere belangrijke nij verheidsgroep, de chemische fabrieken, dan zien wij daar een geheel ander beeld. Het proces, dat zich in de fabriek afspeelt, verloopt grooteadeels automatisch; de enkele arbeiders, die daarbij noodig zijn, zijn ongeschoold. De geschoolde arbeiders, die de fabriek noodig heeft, zijn werkzaam buiten het eigenlijke productie proces, n.l. in machinekamer en reparatie werkplaats. . De volgende cijfers geven een duidelijk beeld van de verhouding voor enkele fa brieken van de beide bedoelde bedrijfs groepen : 00 ? PH ? el N M h fc . S O T3 n i TH 04 ji S a O ?d 1 1 O ". 1 rfS OO 1 -s ?S -S si -4-e 09 Naam der Fabriek. NO1>; ?* open »-< (N ^<rH i-I oo ^5 *^ 10 S" oi co oi j; ^ IQ O5O-* (N S^JS ^ 1?4 Ned.Fabr.v.Werkt. en Spoorwegmat. Eon. Ned. Grofsmed. Utr. Machinefabriek Kon. Ned. Machine fabriek Helmond t~i-c co «OOÓ-J CO OO CO-4100 p- t V' 1 1OIM 10 «o 03O-* CD aó f?< CO T?1 OOt- <N CIS soö-* o «i i-IIN I-I rH -*o» ?* t^co co Choooladef. Blooker Brouwerij d'Oranjeb. Saikerfabr.(eemidd.) Ned1. Brand, istfabr. en Distill. Sohied. Margar.fabr. A. v. d. Bosch & Zn., Alkm. Deze getallen geven een k\jk op den haidigen toestand, doch geven geen ant woord op de vraag: heeft er al dan niet vervanging plaats van geschoolden arbeid door ongeschoolden. Om op deze vraag, bedrijf voor bedrijf, een positief, door cijfers gesteund antwoord te geven, zou het noodig zijn te beschikken over gegevens, die den toestand in vroeger jaren weergeven. Uit den aard der zaak ds zulks slechts in zeer enkele gevallen mogelijk, zoodat in het algemeen niet te zeggen valt: de geschoolde arbeid is gedurende een zeker tg i vak zoo veel percent toe- of afgenomen. Wel heeft echter v. d. Waerden telkens aan de hand van bepaalde wijzigingen in de bedrijfstechniek, in het bijzonder de invoering van machines of wel van een nieuw soort machines, nagegaan welke de resultaten daarvan op het onderhavige vraagituk waren. Hiervan een tweetal voorbeelden. In de glasfabricage", schrijft van der Waerden, is de omvorming der werkwijze nog in rollen gang. De oude toont het karakter van een sterk gesplitst handwerk, uitgeoefend in fabrieken, waarbij ongeveer een derde deel der arbeiders een meerjarige ervaring noodig heeft om het werk te kun nen doen. De machine slorpt geschoolden arbeid op. De flesachenblaasmacbine is buiten onze grenzen reeds enkele jaren in gebruik; zij schakelt geschoolden arbeid uit: de inge wikkelde flasscheaautomaat behoeft voor zijn bediening slechts een drietal jongens. De yensterglasmachine werkt in dezelfde richting. Behalve deze, worden echter tok auto matische machines ingevoerd, die vrouwen en kinderarbeid overbodig maken: de auto maat neemt werk uit ongeschoolde handen over en door invoering van het mechanisch transport geschiedt hetzelfde. Zw resulteert een niet zoo sterke verdringing van ge schoolden door ongeschoolden, als uit de uitschakeling der geschoolden alleen zou voortvloeien." Bezien wij daarnaast het havenbedrijf, welks technische revolutie in vollen gang is: Bij de invoering van de elevators voor de graanlossing daalde het percentage der ongeschoolden van 89 o.p 70, dat der getrainden klom van 11 op 15, een 15 pCt. geschoolden traden op. Maar ofschoon het aantal verwerkte tonnen in een 5-tal jaar met meer dan 25 pCt. steeg, verminderde het aantal arbeiders naar onze berekening met 32 pCt. in den zelfden tij 1." Bij 't overladen van kolen in de Rotterdamsche haven had de invoering van ele vators, transporteurs, enz. een soortgelijke werking. Terwijl de ruwe spierarbeid van voorheen door louter ongeschoolden werd verricht, zijn thans getrainden en meerdere geschoolden werkzaam (voorna melijk in de reparatiewerkplaats). Toch zijn thans nog 80 pOc. ongeschoolden werkzaam. De technische revolutie ging gepaard met een geweldige productiestijging. Bij de nieuwe wijze van ertslossen (schepen van het type Vollrath Tham") wordt even eens op groote schaal menschelijke arbeid uitgeschakeld. Deze schepen maken 83 pCt. der vroeger benoodigde bootwerkers over bodig en ontdoen de lossing van bijna allen spierarbeid; de overblijvende arbeiders zijn hier echter everzeer ongeschoold als vroeger. Naar het ons voorkomt laat de studie van v. d. Waerden duidelijk zien - en wij stipten deze beide voorbeelden even aan om dit te doen uitkomen , dat hier twee tegenge stelde tendenzen du'delijk merkbaar zün Eenerzijds is daar de machine, die ge schoolden arbeid overbodig maakt. De ambachtsman van vroeger, die zelf een werk stuk geheel of nagenoeg geheel afmaakte begint meer en meer tot het verledene te behooren; wüzien dit zoowel bij den tim merman, den meubelmaker, enz., als lang zamerhand ook bij den metaalbewerker. Zoo neemt de machine in steeds meerdere mats de taak over, die vroeger door den geschoolden arbeider büuitnemendheid, den ambachtsman in engeren zin. werd verricht. De arbeidswerktuigen, die zjjn handgrepen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl