De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 31 december pagina 1

31 december 1911 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

S-, 1801 DE-,AMSTEBDAMMER:: .... ?>«?? WEEKBLAD YOOK NEDEK Onder redactie -van. IMEr. Bit nnmmer bevat een toevoegsel. IF. L. WZCESSHTG-. Uitgevers: VAN «ÖLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1381 (Staatsblad No. 124). aent per 3 maanden . . - . . . . ? 1.50, fr. p. post / 1.65 ? Indiëper jaar, bij vooruitbetaling mail 10. Jbonderujke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.121/» Zondag 31 December. Advertentiën van 1?5 regels ? 1.25, elke regel meer. . Advertentiën op de finantieele- en kunstpagina per regel Reclames per regel ?0.25 . 0.30 0.40 EEN KALENDER VAN PIETER VAN DER HEM, VOOR DE ABONNÊS VAN DE AMSTERDAMMER. i N het nummer van 7 Januari a.s. zenden wij aan al onze abonnés een Kalender voor 1912, uit n blad bestaande, naar een aquarel-teekening door PIETER VAN DER HEM, en in drie-kleurendruk uitgevoerd. INHOUD; VUT VEBÏE EN VAN NABIJ: Tasschen KtMtmis en Nieuwjaa'Sdag. letg gaande..., doorX. Kroniek. - SOC. AANGSL.: Da JHachlne en de Arbeiders, II, door P. Bakker Befant, c. i. FE OULLETOtf: Jehav. Naar tot F/anech van A. Oourlander. KUNST XS LETTEREN: Spreuken nit de leertaal «?t Zuivere Bede, IV, door prof. G. J. P. J. B0H*ad. Eeinaert de Vos, door Steyn Birearela, beoordeeld door Cyüel Bnyase. DSGEZONDEN, door L. Hellmann. V iO WKNBUBEIEK: Kunsthandweven, door Elis. M. Bogga en Louiae H. Wüdt, beoordeeld door J. A. Visser. Boeken T a a en vóór Kimderen, door Heseel Jongsma. Bioe*t ad*g voor een Herstellingsoord. A.LT^Mr.iar, a«or Allegra?UIT DE &AIUTJB, «te» B. Heimans. Een basoek büC. en Jf. Seharten-Antink, aan hnn Italiaansche Maten, met af b., door W. Kern. VaderIftndsche Historie, door prof. dr. L. Knapjnrt. De twee bootten van het TripoitSMnech verzet tegen Italië's in va). en Jaersavond," door J. D. C. Dokknm. Muziek in de Hoofdstad, dowlttóthiJB Vermeulen. OHABIVABI. «ÏANCIEELE EN OECO KOMISCHE KBO.MIBK, door v. d. M. en r. d. 8. Roomsche Bgkdom, door Noclu» Catholica. BrieT8» van Oom Jodccua. SCHErSJE. BCHAAK3PEL. DAMBUBBIEK. ADVBETBNTIEN. ?mlMJUIIIIIIIIIIllllllHIllllllllllllllllllllllmlIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMII (Hun, die abonnézijnde, of zich thans opgevend voor een abonnement van DE AMSTERDAMMER er prijs op stellen dezen zeer fraai uitgevoerden kalender zonder vouw of kreukel in hun bezit te krijgen, wordt verzocht zoo spoedig mogelijk 20 cents in postzegels of per postwissel aan de Uitgevers VAN HOLKEMA & WARENDORF over te maken. De verzending van dezen kalender wat deze exem plaren betreft op zwaarder papier gedrukt geschiedt dan in een rol.) lltllllllllllHIIIIUIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIItlllMIHIHIMIMMIIHIIIIIIHIMM IIIIIMHIIIIIIIHIIMIIIIIIIIIIIIIIItlJIIIIIIIHIIIIIIflIlllllllllHIIIIIIIIIIIIIIIIIIMI BERLIJN, 28 December. (Part. telegr. N. R. Ct.) De sterfte onder de Berlijnsche vagebonden neemt voortdurend, niet slechts door omvang, maar ook door karakter schrikwekkender vorm aan. De toeloop van het zorgelooze volkje naar het asyl Die Palme was gistermiddag niet verminderd. T wee-en-veertig hon-, derd zwervers werden opgenomen en geen enkele giiig terug pp de waar schuwing, dat zy gevaar liepen, dat zij den volgenden dag het asyl niet zouden mogen verlaten, als de oorzaak van de sterfgevallen een besmettelijke ciekte zou blijken te zijn. De mogelijkheid met meer dan 4000 menschen in een gebouw, waar een doodelijke ziekte heeraoht, te worden opgesloten, scheen hen niet af te schrikken. Een zeJenbeeld van een bloeiende Rijkshoofdstad ia de schitterend* feestweek tusBchen Kerstmis en Nieuwjaars dag! Een zedenbeeld van Europa op het Kerstfeest van 1911. In de straat, waar Die Palme" ligt, en waar thans de karbollucht voor de nabije besmetting waarschuwde, verdrongen zich 4200 -mensehen", om een plaats, om een kans! Wat zq met zooveel aandrang zochten was de zekerheid van wat soep en van een bed: tezamen misschien dertig pfenning waarde. Een lot op den dood namen zij er gaarne bij. Da meeaten, die stierven, waren reeds door alcoholmisbruik zoo zeggen de correspondenten verzwakt. Het blijkt hieruit, dat het zeer gewenscht is, voor wie aan lager wal kwam, zich niet te buiten te gaan. Drank is niet zoo ge vaarlijk als men er leverpastei en gebraden gans bij gebruiken kan. Zonder deze is het echter beter zich te onthouden van alcoholica. Iets gaande... Er is weer iets gaande, zegt Het Vaderland, ter Sumatra's Westkust en het blad vreest zelfs eenigermate de mogelijkheid van een herhaling der moeilijkheden van 1908, toen de belasting daar werd ingevoerd. De zaak schijnt zoo te zitten, dat de regeering, 36 jaar geleden, die gronden ter Westkust tot domein heeft verklaard. Zoolang dit nu op een papiertje stond en het overigens daarbij bleef, zoodat de rtgeering zelfs met de bevolking regelmatig onderhandelde o ver den afstand van terreinen nopdig voor den Ombilienspoorweg, kon die proclamatie natuurlijk geen enkel Padanger iets schelen, gestf ld al, dat hij van het bestaan van het kostelijk document iets afwist. Maar nu de regeering van die practisch totaal vergeten inpalmerij-op-papier ge bruik gaat maken om een grcote opper vlakte gronds (6000 bouws) in handen te spelen van een particuliere thee onderneming, herinnert zich de bevolking natuurlijk, dat er een tijd geweest is, dat die grond haar grond was en tevens herinnert zij zich niet ooit eenige ver goeding er voor te hebben ontvangen, gelijk wel het geval was met den grond, dien de Staat noodig had voor den Ombilienspoorweg. Geen wonder dus, dat de Padanger nu zegt: je kunt net zooveel thee bonwen als je maar wilt, als je ons eerst setjes betaalt voor den grond. Ziedaar wederom de van Heutsz-politiek, die veel te mooi en te groot is om zich te bekommeren om papieren beloften' en precedenten", maar die door volkomen eigenmachtig ingrijpen zichzelf den roem schept dat ze doet". Tusschen Kerstmis en Nieuw jaarsdag. Te Barlqn gaat, nog meer dan op alle dagen, op déze dagen het leven van luxe, T«n schittering en van genot zich zeer ie buiten. In de Bier- en de Weinpalaste krioelt het van glanzende tronies: door voede burgerheeren en stevig vrouwvolk; ook lichtere personages. Leverpasteien en gebraden ganzen, vele ganzen, vette ganzen, honderde, van gouden-vet drui pende ganzen, drank in hooge glazen, drank in groene bokalen de equipages en toetende auto's brengen en halen in pelzen gehulden en zonder pelzen, er wordt gezwolgen en ver slonden. ... Berlijn, het over-rijke Berlijn jpat te gast! Intus-chen beteekent Duitschlands ont»f gelijke opkomst nog geen weelde voor iedereen. Er zijn gedeelten der bevolking, die door dien vloed niet worden bereikt of er juist door worden uitgeworpen. Aan d«n ingang der drank-?paleizen" waar de sekt knalt, in de omgeving van de beurs, aan de trappen der Kunsthallen" geld en.... geest kruipen ea staan de verwerpslingen: in lompen met gén dier-in-het-wild te vergelijken, viezer dan de vuile gootratten: m demenachen, de naasten" van u en mij en van dies ernstigen industriebaron, die daar, overtuigd van Duitschlands en zijn ei#en grootheid, voorbijgaat.... Een telegram meldde, dat in het Asyl (een. mensehen-asyl) Die Palme", m den npord-öosthoek van Berlijn, de telkens nieuw toestroomende bavolking als... latten stierf. Zie, juist in Die Palme", met zqn baden, zijn frisch linnengoed en zijn volledige medische inrichting was nu eens kans een dag als een mensch te leven of er op een ten minste mensonwaardige" manier dood te gaan! Intusschen leze men Het Vaderland, dat de aandacht vestigt op deze aangeegenheid, waarin," zegt het blad, ovenals de belastingquaeetie, voor KWAAD WILLIGE elementen de gelegenheid te over is een rol te spelen"! I *) We zouden wel eens willen zien hoe goedwillig het blad zelf zou kijken als ik, of een ander, zijn gebouw eens ver kocht aan de Nieuwe Courant bijvoorbeeld en deze met de sterke arm in het bezit ervan werd gesteld. Dan zou er toch ook wel iets gaande" zijn?! X. *) Het Vaderland van 19 Dec. Ind. Bijblad. Wfl cursireereD. _ -_^^ X. KRONIEK. EECHT ES.... -WET. Door B. Prin», J. Homma, mej. TernedenVan Dijk, L. Voslambert, wed. J. Beek en W. de Haan is een adres aan den gemeen teraad van Amsterdam gezonden, waarin z te kennen geven: dat zij allen door het bekende optreden der militairen in den nacht van 5 op 6 Juli 1911 (?de nacht van Kattenburg") min of meer ernstig gewond zijn. waar door zünog ongeacht de direkte pïjnlyke gevolgen gedurende korteren of langeren tijd in de onmogelijk heid verkeerden hunne gewone bezig heden te verrichten (cf wel alleen door bijstand van anderen), terwijl meerderen hunner tot op heden toe daardoor ge hinderd worden, wanneer zühun oud bedrijf zouden willen hervatten ; dat züvoorts van meening zijn door hun persoonlijk optreden geen de minste aanleiding te hebben gegeven tot ver melde handelingen der militairen; zoodat zümeenen te mogen konstateeren dat züonschuldig de gevolgen hadden te dragen van de maatregelen, die de autoriteiten destüds noodzakelijk ge loofden te moeten nemen; dat onder deze autoriteiten allereerst de gemeentelüke te rekenen zün; een en ander reden, waarom züver zoeken. dat hun van " gemeentewege worde verleend eene schadevergoeding; en zulks voor hen, die tijdelijk niet in staat waren hunne bezigheden te verrichten in den vorm eener vergoe ding van loonverlies, kosten van ge neeskundige behandeling en vergoeding voor bystand in hun gezin; voor wie blijvend, althans nog heden, de gevolgen ervan ondervindt, in den vorm van een bly venden ondeistand, volgens door den Raad te bepalen regelen. Bühet adres is, zegt Het Volk, waar aan wy deze mededeeling ontleenen, een memorie van toelichting gevoegd. Die toelichting is heelemaal onnoodig. Ieder gevoelt, dat er recht ligt in den eisch om schadevergoeding voor eiken in den wilde beschotene. Betaalde Amsterdam een smartegeld, de fout erkennend van hare regeering, züdeed slechts wat past. De toelichting is echter ook om andere redenen onnoodig : ze zal geen steek, ze zal niets, niemendal uitrichten! De soepele strop publiek recht" ligt gereed: en de juristen zullen het heele gevalletje daaraan, ten doode toe, bengelen doen! Het zal een aardig gezicht zün, en daarmee uit. DE IRONIE VAN DE WERKELIJKHEID. Een telegram staat in de groote bladen : WEENEN, 28 Dec. (Reuter). Eenige kinderen vonden op 26 dezer op het ? kerkhof te St. Marx een menschenschedel, waarmede zij ging -n «pelen en die toen uiteenviel. De politie plakte de stukken aaneen, die toen een schedel vormden, waaraan echter de onderkaak ontbrak --- In de eerste alinea ziet Uilenspiegel van om een hoekje de Kunst, in de tweede de "Wetenschap. . . . Scciak De Macbi e en 4e Arbeiders, Dr. TH. v. D. WAERDEN. Geschooldheid en techniek, onderzoek naar den invloed van arbeidssplitsing en machi nerie op de mate van vereischte oefe ning en bekwaamheid der arbeiders. Uitgegeven door de Sociaal- Techni sche Vereeniging van Demokratische Ingenieurs en Architecten, bij F. van Rossen te Amsterdam. II. De schrijver heeft in zijn laatste hoofd stuk Overzicht en slotbeschouwingen" de resultaten van zijn onderzoek samengevat. Dit overzicht beslaat echter niet minder dan 40 bladzijden. Het stelt aanvankelijk te leur. wanneer men na lezing van het boek, de conclusies niet in een meer gecompenseerden vorm voor zich krijgt. Men zou behalve het oordeel van v. d. Waerden over de boomen en boomgroepen, ook zijn eind-indruk over het bosch wenschen te kennen. Wij gelooven echter, dat het bünader inzien, moet worden toegejuicht, dat v. d. Waerden niet zün eind-oordeel in eenige zinnetjes heeft gecomprimeerd, omdat zulk een samenvatting allicht den scbyn van eenzüdigheid zou hebben gewekt. Ook zonder dit laat het boek büden objectieven lezer niet na een sterken indruk te vestigen; wanneer wüin de evenbedoelde 40 bladzijden industrie na industrie de revue hebben laten passeeren, is de totaalindruk, dat over het algemeen een belangrijke vermindering van den geschoolden arbeid te constateeren valt, hier snel en plotseling, daar langzaam; in sommige industrieën gepaard gaande nut toeneming van den getraindea arbeid, terwijl in andere ook deze afneemt. Maar in elk geval bluft het tot de uitzonderingen behooren, dat de tendenz tot ontscholing niet overheerscht. Vooral wordt het duidelijk, dat het ontscholingsproces vorderingen maakt, wanneer men in aanmerking neemt, dat naast de speoialiseering van den arbeid in het bedrijf welke de invoering van machines en daarmede de ontscholing in hooge mate be vordert ook de bedrüven zelf hoe langer hoe meer tot specialiceering overgaan. Niet alleen voor de arbeiders, maar ook voor de fabrikanten wordt eenzijdigheid een -vereisehte. Meer en meer wordt de fabricage van een enkele soort voorwerpen, somszelfs van zeer ondergeschikte onderdeelen, het uitsluitend bedrijf van een dikwijl» zeer groote onderneming: door specialiseering en normaliseering doet de massa-productie hare intrede. En juist die massa-productie leidt tot een zeer groote toeneming van OBgeschoolden arbeid; waar dagelijks dezelf de voorwerpen in groote menigte worden vervaardigd, wordt een zoo groot mogelijke arbeidsverdeeling toegepast en kan de benoodigde kennis voor den arbeider zich bapalen tot vlug en nauwkeurig verrichten van enkele handgrepen, die hu zich meestal in enkele weken, soms zelfs in enkele dagen, eigen kan maken. Buitendien is juist in deze industrieën de invoering van automa tische machines voor de hand liggend en gebruikelijk; is die invoering eenmaal een feit, dan bepaalt zich de taak van den arbeider geheel tot bewaking van de machine, waarb hij gesteld is. 1) ? Welk een grooten invloed de massa fabri cage heeft op de mate van geschooldheid der arbeiders, moge blijken bij vergelijking van de volgende tabel, (waarin de cijfers voor eenige fabrieken, waar massa artikelen op het gebied van metaalbewerking worden vervaardigd), met de machinefabrieken en constructiewerkplaatsen uit den tabel ia oni vorig artikel: Per 100 in de fabriek wcrkAantal zam(j arbci(lcrs is . Aard der fabriek, arbei ders. Bijwielfabriek ... 190 Fabr. van flttings, blanke schroeven, enz 207 Blikwarenfabriek. 427 Ge Geschould. traind. 23.7 66.3 ngesdioold. 10 35.2 3.9 60.9 10 10.5 7S.5 Zeer terecht is dan ook door v. d. Waerden de volle nadruk gelegd op de massafabricage. Hij noemt als typisch voorbeeld het electrische gloeilampenbedrijf. Daar wordt het fijne lampje, dat op den leek den indruk maakt van hooge kunst vaardigheid tot zijne voortbrenging te be hoeven, gemaakt door meisjes, die van den bouw van het geheele voorwerp niets be grijpen, haar deelbewerking mechanisch uitvoeren en zelfs ternauwernood iets af weten van de deelbewerking, die aan de hare voorafgaat en er op volgt " Zoodat het sterk opvalt, dat het meest ingewikkelde en ingenieuse van een voort brengsel, zoo goed als onafhankelijk i« van de vaardigheid en scholing bij de massa, die het fabriceert. Hierin ligt wel een der grootste verschillen van de moderne techniek met het oude handwerk, waar immers de fijnheid van het voorwerp in rechte reden stond tot de vaardigheid van den maker. De groep der bedrijren, die met dit soort massa-fabricage groote overeenkomst vertoonen, wordt voortdurend gropter, want niet alleen streven bestaande industrieën naar eenvormige, gespecialiseerde produktie, veelal vertand houdende met invoering van stukwerk, maar nieuwe industrieën nemen reeds van den aanvang af dit type aan." Maar buitendien, zouden wij daaraan willen toevoegen, heeft ook de regeling van productie en afzet door kartellen en trusts in hooge mate de strekking om toeneming der massa-productie te bevorderen. Waar dus slechts een, in doorsnede ge nomen, gering en kleiner wordend percen tage der industrie-arbeiders geschoolden arbeid verricht, kan het niet verwonderen, dat in den regel bij de leiders der industrie slechts weinig behoefte bestaat aan bevor dering van de scholing zelve. Slechts in enkele branches wordt het ambachtsonderwüs, of het vak-onderwüs in engeren zin, van de züd? der industrieelen bevorderd; zulks geschiedt in de eerste plaats in de metaalbewerking. In sommige fabrieken wordt den leerlingen aangeraden of van hen geëischt, dat zij herhalingsonderwüi en teekenlessen volgen of de ambachtsschool bezoeken; enkelen gaan verder en zorgen zelf voor het onderwijs, dat zij in het belang hunner industrie noodig oordeelen door de inrichting eeaer fabrieks school (b. v. Gebrs. Stork & Co. te Hengelo) In verreweg de meeste industrieën echter is het met de vakopleiding al heel droevig gesteld. De jongens" moeten zelf maar sien, dat züte hooi en te gras, ieta van iet vak leeren. Typeerend is het volgende relaas, van den Directeur eener drukkerij, betreffende de opleiding tot zetter": De expeditie heeft geregeld jongens nftodig om kranten te vouwen, in te steken, strookjes te plakken, enz. Daarvoor melden zich jongens aan, die, als ze büons niet slagen, iets verderop naar"een timmerman gaan vragen, of die ook een krullen jongen noodig heeft Ziet die jongen er ee» beetje geschikt uit, dan wordt bij aangenomen. Is er nu aan een of andere afdeeling een jmgen noodig, dan wordt uit de jongens van de expeditie een keus gedaan. Dat is een bijzondere gunst. Wie Eet schranderst blijkt te ZÜD, of het ordelükst of het guitigst, of wat ook, wordt gepromoveerd. De meesten gaan naar de zetterü. Daar begin nen ze met den vleer te vegen, boodschap pen voor de zetters te doen en af en toe een uurtje aan de kast te staan. Kennen de kast en kunnen zy een beetje distribueeren, dan krügen züeen kwartje per week meer (boven ?050); kunnen züeen stukje zetten, dan weer een kwartje meer. Gewoonlijk hebben züdat tweede kwartje met een half jaar bereikt. Dan is er in middels weer een nieuwe onder hen gekozen, zoodat ze geen boodschappen meer te doen hebben. Daarentegen is er dan een oudere verdwenen, dio den raad heeft gekregen eens naar ean anderen baas om te zien, omdat de jongens bümij niet veel meer dan het allereerste kunnen leeren." Wat hier van een drukkerüwordt ge zegd, geldt, met ondergeschikte wijzigingen voor tal van andere bedrüven. Slechts b uitzondering wordt het bezit van meerdere vakkennis dan de opleiding" in de fabriek kan geven, gewenscht. Wel apprecieert men die meerdere kennis natuurlijk voor bazen, werkmeesters en meesterknechts, maarniet voor de eigenlüke arbeiders. Z :lfs vermeldt v. d. Waerden meer dan een voorbeeld, hoe van werkgeverszijde meerder vakonderricht oneewenscht werd geoordeeld. Zoo schreef hem een textiel-fabrikant: De ambachtsschool is voor het gros der arbeiders te Enschede onnoodig en het zoude zelfs ongewenscht zijn, dat er te veel aan deelnamen. De kennis, die er is op te doen, zal het gros weinig te pas komen. Yoor het vormen van een bruikbaren, ontwik kelden kern in de fabrieksbevolking en vooral in de metaalbewerking, verricht de ambachtsschool ten onzent een nuttige functie". Bij een bezoek aan zijne fabriek verklaarde deze werkgever nader: Er is maar een beperkt aantal bazen en onderbazen noodig; ging het gros nu naar de ambachtsschool, waar gelegenheid bestaat tot speeialiseering op textielgebied, dan zou dit het ontstaan van een klasse menschen scheppen, die dat niet kannen bereiken en zich daardoor niet op hun plaats zouden voelen in de fabriek". E a ook in de fabriek wordt niet zelden opzettelijk meerdere vakbek waming dan direct noodig is, tegengegaan. Zoo vinden ?wij betreffende de arbeidsters in een tricotage- fabriek vermeld: De meisjes leeren van de machine zoo weinig mogelijk, opdat ze minder bruikbaar zullen zün voor den concurrent." Ook in het standpunt der werkgevers ten opzichte van de vakopleiding weer spiegelt zich dus duidelijk de over het algemeen geringe behoefte aan geschoold personeel. Waar dikwijls de even optimistische als onjuiste stelling wordt verkondigd dat ver betering der vakopleiding het middel zou zün tot bestrijding der werkloosheid, was het niet overbodig, dat het-nog eens duidelyk werd belicht, dat de industrie slechts een betrekkelijk gering aantal behoorlijk op geleide werkkrachten noodig heeft, doch dat door de industrieelen voor het gros der industrie arbeiders vakopleiding niet gewenscht, of zelfs tegengegaan wordt. Natuurlijk doet dit tot de wenschelijkheid vaa verbetering der vakopleiding niet af: n voor de uitgebreide categorie van bazen, e. d. n voor die arbeiders, welke behoefte aan opleiding hebben, blijft die verbetering dringend gewenecht. Gewenscht zoowel voor die arbeiders als voor de industrie, in welke züwerkzaam zijn. En evenzeer blijft ook voor de werkgevers tot zekere hoogte een belang - al zal dit ook door zeer velen hunner niet worden ingezien of erkend dat meerdere algemeene ontwikkeling ook door die groepen arbeiders, die geen dieper gaande technische kennis noodig hebben, verkregen wordt. * * * Geschooldheid en Techniek" heeft, zooal» te verwachten was, tot een levendige gedachtenwisseling aanleiding geven. O. m. heeft W. H Vliegen in een bespreking, getiteld: De arbeid en de machine" 2), van der Waerde» verweten dat zyn boek tendentieus is, betoogd, dat van vermindering van vakbekwaamheid geen kwestie is, ja dat zelfs uit het door v. d.'Waerden bijeengegaarde materiaal het tegendeel is te ooncludeeren. Tegen die stelling is door F. v. d. Gces in een uitvoerige artikelen reeks opgekomen 3). Wüwillen ons in deze discussie thans niet mengen, te minder omdat van weerszijden nog verdere arti kelen toegezegd zün. Slechts een enkele opmerking naar aan leiding van Vliegen's critiek. Hij schrijft zoo positief mogelijk: dat er van verlaging der aan den arbeider gestelde eischen geen sprake is, doch dat integendeel het vroegere ontwikkelingspeil der arbeiders verhoogd

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl