De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 31 december pagina 5

31 december 1911 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

? DE AMSTERDAMMER WE E if B tt A D V O O R N E D E R L A N D. , oot Eu'g 11 BOGÖB en &«*?* B, WiM*. Uitgave TUI Hol ton* «B WaMndowf, Amsterdam. Dit boekwerkje over kanst-hand weven ziet er pitttfc jBJVdH eerste leerboek op 't ge bied der wteftnnst geschreven in ome eigen Hollandcehe taal. Er zqn wel een paar kleine boekje», die de aandacht op 't handweren vestigen, maar een leerboek, dat alle voor komende werkzaamheden vóór en tg lens 'c weven 100 uitvoerig behandelt a's dit, be stond ten onsent nog niet. Een prachtig handwerk is het weren, 5000 jaren geleden reeds bjj de E£yptenaren beoefend door de vrüe vrouwen en later door de slavinnen, en toen reeds op een hooge trap van volmaaktheid staand. Wie heeft niet eena geboord van de geweren windsels, waarin de afgestorvenen weiden gewikkeld? Een handwerk i) het, dat ook heden ten dage in Zweden nog leeft als volkskunst, door rjjk en arm verstaan wordt. Ia 't fo bedoeling dit prachtige handwerk weer onder de aandacht te brengen van zoovele Nedeifctadsehe dochteren ? Het mag, want hoeveel tfld besteden «üniet aan zie»looce l-and werk je'. -Het weven geeft gelegenheid.te over, om door het combineeren van technieken, uiting te geren,, aan persoonleken smaak, de f^ gevoeligheid van het karakter te toonen. Er wordt tegenwoordig nut zoo scherp meer gezien, men neemt nogal gauir ge noegen ergens mee, wanneer 't uiterlijk voor komen '* maar doet". Hoe weinigen stellenprijs op innerlijk goed verzorgde 'gebrniks voorwerpen zonder, mooidoenerg" naar buiten T Men gaat de waarheid voorbij, zonder haar te riep, en bewijst hulde aan 't geen er den schijn van heeft, en wat nog erger is, de schijn heeft een aantrekkelijkheid, aan welke de waarheid niet gemakkeljjk de zege ontwringt. Hoe verdrietig is 't, hoe teekenend voor 't ambacht in dezen tyd, dat 't bjjna niet mogelijk is om b. v. een rug van een stoel te stoffseren met een geweren lap, die, wat zgn patroon of ontwerp betreft, allén past voor de rug bekleeding van dien stoel. Men moet altjjd een zeker aantal meters koopen van een machinale stof, waar al een patroon is ingeweven. Dikwijls is een dergelijk patroon evengoed voor behangselpapier te gebruiken of voor gordgnen zoo ge wilt. Men rindt tegenwoordig a op stoelen a op de wanden du op de vloeren, voor gordijnen enz. enz., overal 't zelfde soort patronen alsof een Btoelbekleeding niet geheel iets anders is dan wand- of vloerbekleeding. Er zal tegen woordig niemand bezwaar maken tegen een rngbékleeding van een stoel b.v. waarbij aan de kanten 't patroon niet uitkomt, zoodat mem half door 't patroon heeft heen geknipt. Hoeveel knnstngverheidescholen, knnetambachtsscholen, vakscholen enz. enz. zijn er niet; en toch komt n mooi vak-daarbg nooit tot zjj n recht: het we ven i Moge binnen afiienbaren tfld 't weven staan ingeschreven in de lesrbósters van alle vakscholen, dat het weven ook in ons land worde een volks kunst, een kunst, verstaan door rijk en arm. Ik sluit me bij den wenaeh der schrijfsters aan, 't weven onder de aandacht te brengen v*n <??*?,vrouwen «u meisjes-als degelijke handenarbeid, huisvlijt soo men wil, als een kunst, die, onderwezen in school en huis dus technisch in allen deele bekend en door ons volk beoefend, opgeroerd kan worien tot een hoogte, waarop zij als volkskunst recht van bestaan zal kunnen hebben. En wat is 'teen heerlijk werk dat weven; hoe jammer dit 't bij ons te lande nog zoo weinig bekend ie, of liever zoo sporadisch beoefend wordt. Maar ik ken onder die weinigen een dame van bijna 60 jaar, die de bordunrwerkjes niet meer zien kon en zocht naar een handwerk, waarbij van haar oogen niet al te veel geëischt werd, en dat tevens een praktisch nut had; zij vond het aan de weefstoel. En waar zoo'n kunsthand werk by den aanvang eerst werd beoefend door de gegoeden om later gedeeltelijk orer te gaan in broodwinning voor de minder gegoeden, daar woidt nu van Neerland's dochteren gevraagd, dit werk, waar zooveel goeds van uitgaat, weer op te vatten. Dat zg zich niet onbetuigd laten ! De schrijfsters van 't werkje Kunsthandwe ten hebben een moeilijke taak gehad, maar zjj hebben een leerboek samengesteld, door zijn tekst en illustraties duidelijk genoeg, dat iiiiiniiiiiiiiiiiiiiu ? UIT DB NATUUR CDLVIII. Wat er aan den Kerstboom zitten bleef. In een hoek van het t uinl j s staat de Kerst boom. Hij beeft afgedaan en wacht op den vuilnisman. De arme spar, nit het bosch of den boomtnin gesleept als een veroordeelde, doorgezaagd in jeugdige kracht, half dood in de warme volle kamer gezet, om esrst overstelpt met klenrenglans en schitterechyn, versierd te worden, als een offer, en dan weggesmeten als oud vuil. Door de vochtige dagen is bünog niet eens beelemaal dood; toch reddeloos verloren. Een van de kinderan, die hem bewonde rend en dankbaar aanstaarden, toen hij lichtte en fonkelde als een sterrenhemel, en blijd schap en liefde de kinderharten binnen straalde, stond er voor en vond het blijk baar jammer van den mooien, groot en en nog zoo groenen boom; het gevoelig meisje riep de broeis, de kinderen groeven een gat en met vereende krachten trachtten ze den sparreboom in de kuil te planten; maar hij w»s te dik en te zwaar en sloeg om; in de aucuba, die er van knakte. Nu leunt hu weer krachteloos met slappe takken tegen de schutting. Broer, die planten droogt voor den leeraar en nog niet weet dat sparrennaalden spoedig afvallen, snijdt er een takje af en droogt het ep de kachel. Maar ook dat geeft ongemak. Er komen harsvlakken, het' riekt en sist ver dacht, en hij gaat er voorzichtig mee naar boven, om het met vloeipapier te probeer en. En nu eerst ziet hu, dat hu nog een ver keerden tak heeft ook; het ding is heelemaal niet plat te krijgen, er zitten verscheidene vreemde ovale nit wassen aan korte zijtakjes; de uitwassen zijn bijna zeo groot als noten; door de naalden, die er in en boven «itsteken en oek door de aan elkaar sluitende deelen, lijken .se pp vruchten, zooals bramen of frambozen en nóg meer op kleine ananassen; in elk van de tien of twaalf onderdeeltjes, die het uitwas ge niet andent noodig hebt, dan een weefstoel en dit werkje om te kunnen beginnen Groningen. J. A. VISSBB. H. ten Brink te Meppel verscheen : De door Hermine Villinger bewerkt door Wilhelmine van Westr h een e, 'n boek voor jonge dames. Onbevangener dan het vorige, maar meer familie roman; De meeste van dergelijke boeken zijn nèar van zoetsappigheid wanneer ze de verhou ding tnsscien cuders en kinderen behan delen, 'n Schaarsehe aanmerking op het be leid der ouders wordt dan te gereeder weer bemanteld door vertoon van convention e ele gez^gsmeerderheicl. Het gezag-by- overleve ring, het gezag-nit-traditie schept een eoori blinddoek-lectuur, waarop De Rebacbjes een des te aangenamer UiUonderlng maakt H er m in e Villinger heeft niet ge schroomd het mes van haar eerlijke over tuiging aarzelloos te zetten in het vooze, fntlooze leven van baron von Rebach en zyi vrouw, wier heele ouderschap bestaat in het honden van een kinderkamer (mét elk jaar vermeerderende bevolking) en een juf. Nergens ipeelt ie ichnilevinkje met gesanctioneerde opvattingen van fatsoen en gepastheid, maar is ook r ergens scherp in haar oordeel. Dat maakt juist dit boek zoo mooi enzoofriscb, het eiet achten van v oorschriftjes en gewoontetjes, die sleur zijn. Naakt en onbe vangen legt ze '(treurig verwaarloosde leven der jonge Eabacbjes bloot, zoo ongekunsteld, dat 't 'n genot is dit boek te lezen n mee te leven met al dien strijd en die conflicten. Voor jonge dames" moet er van dit boek van klaarheid en. fijne poëzie een zuiveren den invloed uitgaan. \ Fijn zijn de nobele trekjes van Belhamel, roerend haar itrqd; haar door zachtheid getemperde opmerkingen over haar vader en moeder geven een pètillant relief aan het verhaal. De psychologie vau alle kinderen, vooral van Onnut, met haar dichterlijke Schwarmersien, is goed; hoe juist heeft de schrijfster de kinderen begrepen in hun oordeel over jagenden, rookenden, braesenden vader, slappe onzelfstandige moeder. Dd tooneelspeelster mevr. Grosse, de ge vierde grootmoeder, is 'n gezonde, jeugdigdenkende oude dame, met 'n groote maling aan de U c. ons de perfectioh" van mademoiselle Cassa. Och, eijenlgk heeft de schrijfster van allen idts moois gemaakt, door haar inder daad superieur ontledend vermogen en haar groote toewijding. Het slot verloopt e«n beetje gekunsteld, hoewel de gave van typeeren de schrijfster nooit verlaat. In 'n aardig met 'a ges t y leer de iris ge smokt bandje vind ik dit boekje een ver rijking van de lectuur voor oudere meisjes, wat voor een deel ook te danken is aan de goede vertaling.... Ik heb nog mear te prijzen, deze keer. In ongewoon- klenrrüte, verzorgde taal schreef de heer P. Visser een fprsch boek: De Beeldhouwer van Pomp'ji, j?t illustreer d door B. en J. Middderig-Bokhbrst uit gave Erven Martin G. Oohen, Amsterdam. Set geheele verhaal dat begint büden brand van Rome en eindigt met de verwoesting van Hercnlanem en Pompeji, is n ver heerlijking van de kunst. Valerins en Livia, de kinderen van den omgekomen senator Lncins worden gered door den vrijgelatene Criapns, die hen b een goudsmid brengt. Deze verkoopt Livia aan een Pompejaansch Tweeman (burge meester) en wij vinden haar wesr als domina jonkvrouw) Camilla Labeo. Valerins wordt loor den goudsmid geëxploiteerd, overtreft echter vér in de gondsmeedkunst. In 't ;abe;m legt hu zich op baeldhonwen toe en vlucht ook naar Pompej!. Na heel wat weder waardigheden komen broer en zuster op den onheilsdag van Pompeji weer tot elkaar. De taal van het boek is zuiver en soms, miesciien wel geïnspireerd op z'n onder werp, is het een werk van fijne ciselatuur, preciens en teer. Waar vindt men in een jeugd-boek een zin-fragment als: Onder de felle belichting zag hu haar landen nu, trillend als groote witte vlin der j. ... Daar zit stemming in en de huiver van een mooie verbeelding. amenstellen, wai een langwerpig donker spleeijp; het leek werkelijk veel op een ver droogde vrucht, waar de zaadjas al uitge vallen waren. Broer wilds er meer van weten, een jonge sparappel was hat blijkbaar niet; dat wist lij wel; maar hg kon thuis geen uitsluitsel hij moest naar wachten tot nicht cwax. Die was student in plantkunde en was dus verplicht het te weten. Nicht wordt dadelijk in de gang al aan ge dampt, en krijgt het sparretakje onder den ,eus. Het is een gal, een soort ananas-gal an de spar, daarin hebben jonge bladluisjes eleefd; ze zitten aan de meeste sparren, ooral aan de oude, ook wel eens aan een on ge; maar alleen als er een soort bladluis eieren op heeft gelegd.". Dat was heel duidelijk en waar; maar een ongec, die plezier heeft in planten, is niet zoo gauw tevreden, hu vroeg naar het hoe m waarom. Maar nicht maakt zich er af me': Als ik ja dat allemaal in de pnn'jes won ertellen, zon je er duizelig van worder,het s vreesljjk ingewikkeld." Ook dit is waar; het is een ongelooflijk samengestelde geschiedenis, maar tegelijk een buitengewoon] belangwekkende; voor een kind echter om er werkelyk duizelig van e worden. Mijn lezers zijn volwassen menchen, mag ik de biologie van deze sparrengal eens wat uitvoeriger vertellen ? Wellicht heeft menigeen zgn kerstboom nog niet weggedaan; of anders is er wel er een spar in de buurt, waar de merkwaardige gal aan te vinden is. Ze zijn alles behalve zeldzaam, soms veel alrjjker dan den eigenaar van een sparrelesch lief is; vooral wanneer er lorkerinde mnrt staan. Dat zit zoo: In het vroege voorjaar (Maart zoekt een groene wijfjee-bladlnis, die. len winter heeft overleefd, het uiterste einde van een jong sparretakje op, als laar winterverbly'f niet zelf een knop was. >icht onder den eindknop, waar straks een takje nit zal opschieten, zet zg zich vast ; ze boort, om voedsel, haar spitsen eniger door de schors, vervelt een paar keer, en legt daarna De platen van het echtpaar MidderigBokhorst zijn weinig diep. Zjj missen het markante van hun teekeningan, zijn echter tot in uiterste details verzorgd en prachtig van bouw. Als verluchting van 't verhaal zj}n z\j, in dien toon gehouden echter goedgeslaagd.,.. Vier Sprookje», door 3. F. Mees, met teekeningen van C. J. A d die k s, uitgave Meindert Boogaerdt, Zeist, is 'n mooi boekje, keurig gedrukt en verzorgd, met vier onpretentieuze verhaaltjes: Het eigenwijze kuikentje", Goudhartjo", Het ongelukkige prinse'je" en Een poppenhistorV'. 't Zijn simpele vertelsels, die door hun naïeve charme 'n prettigen indruk maken. Er zijn heel fijne trekjes in, terwijl de onge zwollen, eenvoulige taal alle sprookjes in sfeer houdt, Gondhartjb" en een Poppen historib" zijn de mooiste, vooral het laatste. De teekeningen van C. J. Addicks zyn heel goed; door hun zonnigheid verluchten ze dit propere boekje u derdaad. ! ast bnt not least is de aardige uitgave van J. Sleeswgk te Bnssnm: Hebt de Vogels Hef, uitgegeven door den Int. Bond voor Vogelbescherming en uit 't Dnitsch vertaald door A. F. Pieck. 't Is 'n bundeltje knusse, smaakvolle ver haalt jes, die, hoewel in strekking geluk, van inhoud en voordracht zeer verscheiden zün. Verschillende Dultscbe' kin derachrüvers heb ben 'n schetsje voor dit bnndel<ja afgestaan en door bun oogeknnstelden toon is het opzettelijke van opgedwongen liefde voor vogels absoluut uitgesloten. 'n Frigch boekje met veel poëaie en fjjn gevoel en dat ik gaarne ter lezing aanbeveel. HESSBL JONGSMA. Bloemtii8£ roor een HerMinisoori. Gaarne zagen wij het volgende in u v veel gelezen blad opgenomen, büvoorbaat onzen dank. Door het Centraal Bestuur der Vereeniging tot bevordering der gezondheid in de graphische vakken in Nederland", is vergun ning gevraagd en in de meeste groote steden van ons land reeds verkregen, tot het honden van een bloemendag op L Jan. 1912, waarop door genoemd bestuur voor den minimum prijs van 10 et., bet publiek een bloempje zal worden aangeboden, waarvan de opbrengst moet dienen tot stichting van een Rast- en Herstellingsoord voor de beoefenaren der graphisehe vakken, die door de gevreesde ziekte, de tuberculose, zijn aangetast. Den Nieuwjaarsdag heef c het Bestuur daaro n voor dit doel geschikt geacht, omdat zg met de aanbieding van het vierbladig klaverbloempje een gelakwensch bedoelen voor den kooper eenerzyds en anderzijds door hen van de opbrengst zooveel goeds wordt verwacht, dat zjj zich in de gelegenheid zien gesteld spoedig tot den bouw van bedoelde inrichting te kunnen o vergaan,, p$dat nog menig huis vader voor zijn gezin en de maatschappij kan worden behouden. : Het Bestuur, doet bij jdeze dan ook een beroep op de lezers Van dit blad: Koept allen op den a.s. Nieuwjaarsdag het klaver bloempje en gübevordert daardoor den bon w van een Herstellingsoord, fatsen zegen zon worden van ons beroep. Hamers het Centraal Bestuur, K. GEOEX, Voorzitter. P. LtSsSB; Secretaris. Javastraat 64, Amsterdam. Jlillioenen. Ik vertel n geen nieuws, indien ik zeg, dat Kerstmis in Engeland et a. groot feest is, ma ir het zal u toch wel verrassen, indien ge de onlangs gepubliceerde cijfers ziet, die dit toelichten. In London alleen wordt niet minder dan 2 millioen pond sterling of 24 millioen gulden besteed aan kerstmis geschenken voor de kinderen. Op de uitst a'l in gen der groote winkels liggen niet minder dan 50 millioen kinderspellet jes voor ie kooplustigen te kijk Een dier magazijnen, iet grootste, doet jaarlijks t?gen den vrooly ken sn gullen kersttijd een inslag van twintig mu loen kleinere of grootere stukken speelgoed in allerlei soorten en vormen. De oorlogs zuchtige aard wordt bij de jonge Engelschen helaas wat al te veel aangekweekt. Een ana^ae-gal van de spar. TH. uit Heien Dennen van Heimans en Thijsse. uitgaaf van W. Veisluys.) ienige eieren op een hoopje; dan heeft zij laar levenstaak volbracht; zy de stammoeder of stichtster, de fundatrix, heeft haar roeping vervult, züsterft. Nu gebeurt er iets heel gewoons, dat echter, wat nader beschouwd, tot de meest onge wone verschijnselen behoort, die een natuurvriend kan opmerken, of die een natnnrvorscher te verklaren kan krijgen. De knop loopt nit; dat is het gewone; naar niet als een andere van denzelfden spar. )e naalden, die er uit groeien, krijgen een gezwollen voet, een verdikking onderaan, en elke van deze knobbels maakt een walletje om zich heen, als de omgeslagen rand van slappen hoed. Let wel: dit gebeurt niet steeds >p de plaats waar de fundatrix haar znigboor n stak, maar meestal eenige honderden, soms duizenden cellen verderop, naar den knop oe; en elke sparrenaald doet hetzelfde; de tak zelf groeit meestal niet verder uit, hu maakt %eing blad, krijgt meestal een knik of kromming en verdikt zich zoo, dat de wasOnder dit aantal sijnn.l. begrepen een millioen tinnen soldaten. Maar ook de zachtere zeden krfjgen een goede beurt door 260,000 poppen *,»* Qrootevlucht. Ditmaal komen de Vereenigde Staten,. die anders het mono polie Van alle denk bare wonderen heb ben, eens met de nachtschuit, want pas dezer dagen is in Amerika de eerste vrouw tot het lucht ruim toegelaten. Miss Harriett Quinsby, wier naam min of meer een Indiaanschen klank heeft heet deze eerste vlinder der groote vlucht, die naar men zegt, de wieken breed en vol gratie 'weet te reppen. ? Frankrijk is Amerika ver vooruit. Daar heeft de gebreveteerde vliegster, baronesse de Lambert, reeis twee m aal de grootste helfi van baar armen en beenen gebroken. Orer de geheele wereld verdeeld, zij n er thans reeds meer dan een dozyn gebreveteerde vliegeters. *** Dichtersloon. In Engeland is het niet zeldzaam, dat goede en zelfs groote dichters verzen maken voor de fraaie, geïllustreerde Christmas Cards. Daarvoor worden ook heel aardige honoraria betaald, en niet zelden geven de uitgevers van 5 tot 10 pond sterling ^voor een enkel klein gedichtje, dat in zes of acht wellui dende regeltjes iets moois en pittigs zegt. Ook hoogere honoraria worden echter betaald, en de poet Lanreate Alfred Tennyson ont ving nmaal voor een twaalftal van zulke kleine gedichtjes, in de glansperiode van zy'n populariteit, de som van 1000 pond sterling (12,000 gulden) en dus 1000 gulden voor elk gedichtje van acht regele, of 225 gulden per regel. De verzen dienden als bijschriften roor de teekeningen van eea twaalftal groote Engelsche teekenaars. *." JftizieJc der iferen. Iets nieuws op het gebied der postduivensport komt nit Amerika. Men heeft; namelijk een klein instrumentje vervaardigd, zeer licht en zeer beknopt, dat, aan de s te art van het diertje bevestigd, door middel van Jicht aansprekende pup fluitjes een wel luidend akkoord geeft, zoodra de post duif in snelle vlucht omhoog stijgt. Vele van deze fluitjes zün verschillend ges'emd, en het is een alleraantrekkelükste mu ziek als een zwerm van vogels, met deze aeoolsharpjes gewapend, nitvliegt. * * Bijbelsch. Ean zonderlinge engagementsaankondiging werd dezer dagen door een vriendin van mg ontvangen van een Duitschen vriend, dien ze nog kort te voren gesproken had. Hg zond een fraaie, artistiele prentbrief kaart nit Berlijn, waarop hg alleen geschreden had : Hooglied VI vers 5." Zy sloeg dezen bgbeltekst op en las: Ik ben my'n» liefsten en mijn liefste is mg'n!" * ** Paardenverstand. In zijn interessant en boeiend geschreven boek Life in the Moslim Eist", veitelt de Russische reiziger Pierre Ponafidine het volgende aandoenlijke voorval met een fraai en intelligent Arabisch volbloed paard, waarvan bij gedurende eenige jaren de gelukkige eigenaar wae. Op een zijoer ritten kwam hg in draf om den hoek van een straat, toen plotseling, vlak voor zijn trappelend en stggerend r g dier een troep dolle en spelende kinderen naar voren schoot. Iedereen sidderde voor het vreeselgk on geluk dat gebeuren ging; maar de eenige, iie zyn volle tegenwoordigheid van geest bewaard had, was het edele paard. In een ondenkbaar kort oogenblik vond het den eenig-mogely'ken uitweg, ging op de aehterdeelen zitten als een hond, spreidde de voorpooten van elkander, en ving als het ware de kinderen in zgn gespreide armen op; niet n van het geheele troepje ontving een gchiarr. Toen ze waren opgestaan, spiong iet paard weder vlug op zij n vier beenen umiiiimiiiiMmi iiiiiiiiimiiiiiiMiiiiiiNiiiii sende gal op ne zij van het takje komt te staan; alle r aalden dicht op een. Als het zoo ver is, komen de larfjes uit de eieren; zij kruipen sorna o f er het ver droogde velletje van de moeder heen, naar den vervormden knop; zoeken elk een plaatsje onder een omgeslagen rand of in de holte die tusjchen elke twee abnormale, naalden s ontstaan, en zetten zich daar vast. Su groeien de omslagen randen verder nit in omsluiten de larven geheel; elk diertje zit opgesloten in een holletje, dat de larvenkamer wordt genoemd. Het stikt er niet, want het losse binnenweefael laat lucht naar binnen ; het verhongert er niet, want de kamer is tevens provitiekast; het zuigt zy'n voedsel nit de ma-en. Bij andere galsoortea groeit dat voedsel langs de wanlen ; de larven eten het op, en steeds groeit iet eetbaar behangsel weer aan. Eindelijk zijn de diertjes volwassen larver; ze ;chuilen nog in de gesloten kamertje?. Even wel, door den wand heen bijten kunnen ze niet; ze wachten. En niet te vergeefs; de spar is zijn gasten opnieuw welgevallig, hij opent precies ep tijd de kamertjes, elk met een spleetje, en de nog ongevleugelde bladuisjes komen naar buiten. Nu vervellen ze en kry'gen vleugel!1. Om te paren, eieren te eggen en te sterven, meent ge. Als dat de leele cyclus was, zou ik er niets van verteld lebben, daii was het immers het oude liedje. f een, de jonge bladlniejes verschillen van de fnndatrix; hun boor werktuig is wat zwakker en iets arders gebouwd; zy' zgn niet bestemd om door schors van een spar teen sap te zuigen, maar door een lot k of arix. De nieuwe generatie (II) gaat nit landvermizen; het zün de gevleugelde migranten uit den cyclus, de migrantes alatae en allemaal wy'fjes. Ze vliegen naar een lorkentakje, zuigen er sap, vervellen, leggen en planten zich voort; als maagden echter parthenogenetüch, dus zonder paring, uit de eieren romen larven, die zich ontwikkelen zooals op de spar, en geschikt zün om te over winteren; of ze blyven larven en leggen en danste lastig verder, schijnbaar verge noegd, dat hij een tiental jonge levens ge red bad. *** Speelgoed. Als men het overdadige en luxaense speel goed ziet, waarmede tegenwoordig de tantes en grootmoeders onzer kleine penters de kinderkamers bevolken, dan wordt het ons volkomen duidelgk, dat dit lurc-artikel jaarIgks duizenden, en dnisenden guldens rollen doet, maar we vermoeden toch het rec'ite getal niet. Het is Neurenberg niet meer, dat op de speelgoedmarkt de kroon spant: Amerika steekt het sedert eenigen tijd den loef af. Door de nieuwe wereld wordt n.l. jaarlyks voor 180 millioen gulden aan speelgoed ge leverd. Duitschland echter is ook nog altyd een geduchte stapelplaats van houten oorlogs schepen, blikken automobielen en allerlei andere fraaiigheden, die dekinderhand moeten vallen. Duitschland is namelijk specialiteit in tinnen en bonten speelgoedjes, n de omvang van dit bedrijf is 166 groot» dat in 't voorgaande jaar 70 millioen timen voorwerpjes werden uitgevoerd, terwijl (voor namelijk in Neurenberg) 50,000 werklieden dagelyks bezig zjjn om poppe'jes, arkbeestjes en andere aardigheden van gesneden hont te vervaardigen. CigareUitrt. Ik kan niet zeggen, dat rookende vrouwen (evenmin als rookende mannen) mynbizondere tympathie hebben; maar ik moet toch wel erkennen.dat een fijn, goud-getipt sigaretje tnsschen fraai gevormde roode lippen, heel graciems en bekoorlg k kan staan, en nit dat oogpunt mag ik er weinig tegen inbrengen, en dus ook niet tegen de grappige mode in Parus uitgevonden, om aan de bracelet een fraai klein cigarettenkokertje te dragen van zilver 'met email. De oigaretten die het inhoudt, zqn natuurlijk even fijn en klein als het etui, dat soms bizonder fraai en kost baar is ran bewerking. De vrouw van een der Fransche ministers ontving kort geleden zulk een braceJet-étni ten geschenke, dat met een bloemrank van edel gesteenten was gt ncrnsteerd en zevenduizend vijfhonderd guldt n kostte. * ** Hygitne. Wilt ge lang leven, maak u dan zeo weinig mogelijk boos, schrei niet, zucht niet, naar tracht als 't maar even mogelgk is, een goed' humeur te bewaren. E?n Engelsch zee u w-arts heeft verklaard, dat niets ter wereld de -krachten van het lichaam meer ondermijnt dan grommerigheid en een slecht humeur. Hjj verklaart, wanneer we vroolyk zün is de polsslag krachtig, als. we droefgeestig zgn is ze swak. Hetzelfde U 't geval met de ademhaling: de mengen, die gedrukt is, ademt slecht, de menschdie vroolijk is, snuift de lucht in met volle teugen. 8' er ker zün we ook bij vroolgkheid dan büont stemming. Dus maar flink den moed er in geheuden. Een gulle, prettige lach is het beginsel der wijsheid. Troef. ? * Ik mag er eigenlijk niet om lachen, want de gebeurtenis, die ik vertellen ga, is een klein beetje anti-feministisch... maar ik kan 't niet helpen, dat ze mg nochtans amuseert. Een Engelsche suffragette stond op het podium en hield voor een gemengd audito rium een redevoering, sprak fraai, sprak met veel aplomb, maar streefde, geluk dat in Engeland al te veel gebeurt, haar doel voor 39 door een zeer agressief optreden tegen de mannen. In het vuur van haar rede riep zy met luide, uitdagende stem en een hartstochtely'ken gloed, waardoor zij op velen in druk maakte: Ik vraag n, waar zau de man gebleven zgn zonder de vrouw?"... en nog maals herhaalde zühaar gevleugeld woord: Waar zou hij zonder de vrouw gebleven zgn?... vraag ik ui" Toen wachtte zy enkele sekonden als )m den indruk, dien baar woorden gemaakt aadden, te laten doorwerken. Maar... er gebeurde iets onverwachts: een stem,uit de menigte gaf het antwoord en riep luid: In t Paradijs, zeg ik u!... Ik herhaal: in 't Paradijs". De zaal barstte in een daverend gelach nit, en het e ff act der geheele redevoering was verstoord. ALLEGRA. och eieren, deze (generatie III)' worden '.atente larven, ook wel exules of bannelingen enoemd. De larven echter, die na eenige vervellingen wel tot volkomen bladlüi:en uitgroeien (generatie IIIa), gelyken op de stammoeder; maar het zgn psendo-stammoeders (fundatrices fpuriae), geen echte fundatiices verae). Want zg leggen, weer maagdelgk, eieren. Uit djze eieren ontstaan weer gevleugelde bladlnizen ; die vroeger als ) an andere soort van lorkenbladlnizen werden >eschonwd. Deze vliegen (als generatie IV emigrantes) terug naar de sparren; dit z£n Ie dieren die een geslacht zullen voort»rengen, de sexuparae. Want zy leggen hun eieren af, en uit deze eieren eerst komen, zoowel mannetjes als wg'fjes (generatie V); dit zijn de sexuales, Ie in sexen gescheidenen; vleugels hebben ze niet. De mannetjes sterren dadelijk na da copulatie. De wy'fjes leggen elk n eitje en terven; uit dit bevruchte eitje komt weer Ie eerste, de stammoeder, de fundatrix te voorecbgn. Dan eerst is de cyclus van ont wikkeling gesloten. Het is voor de tweede maal voorjaar en de spar kan zy'n nieuwe woningen gereed maken. Oe vraag ligt voor de hand, of er dan nooit ulke spar-ananagjes in streken voorkomen, raar wel sparren, maar geen lorken groeien. )at is wél het geval; maar dan snijdt de intwikkelingsiyn een lus af, óf, om by bet lyclns-begrip te bljj ven, er komt een klei nere, inwendig rakende cirkel en de heele voortp'anting bly'ft maagdelgk; mannetjes erscbynen nooit. Door sommige onderzoekers, waaronder oornamelyk Cholodkowsky moet genoemd worden, die in Finland met -groote opoffering van ty'd en moeite de zaak heeft nagegaan, wordt, zeer waarschijnlijk met volle recht, de olo-spar-bladluis, die dus niet op de lork i vergaat, voor era andere soort gebonden, lan het dier dat wel van de spar op de lork overgaat, en dat ook een sexneel bedry'f in ontwikkelingsgeschiedenis vertoont. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl