Historisch Archief 1877-1940
?
DE AMSTERDAMMER WE E if B tt A D V O O R N E D E R L A N D.
, oot Eu'g 11 BOGÖB en
&«*?* B, WiM*. Uitgave TUI Hol
ton* «B WaMndowf, Amsterdam.
Dit boekwerkje over kanst-hand weven ziet
er pitttfc jBJVdH eerste leerboek op 't ge
bied der wteftnnst geschreven in ome eigen
Hollandcehe taal. Er zqn wel een paar kleine
boekje», die de aandacht op 't handweren
vestigen, maar een leerboek, dat alle voor
komende werkzaamheden vóór en tg lens 'c
weven 100 uitvoerig behandelt a's dit, be
stond ten onsent nog niet.
Een prachtig handwerk is het weren,
5000 jaren geleden reeds bjj de E£yptenaren
beoefend door de vrüe vrouwen en later
door de slavinnen, en toen reeds op een
hooge trap van volmaaktheid staand. Wie
heeft niet eena geboord van de geweren
windsels, waarin de afgestorvenen weiden
gewikkeld? Een handwerk i) het, dat ook
heden ten dage in Zweden nog leeft als
volkskunst, door rjjk en arm verstaan wordt.
Ia 't fo bedoeling dit prachtige handwerk
weer onder de aandacht te brengen van
zoovele Nedeifctadsehe dochteren ? Het mag,
want hoeveel tfld besteden «üniet aan
zie»looce l-and werk je'.
-Het weven geeft gelegenheid.te over, om
door het combineeren van technieken, uiting
te geren,, aan persoonleken smaak, de f^
gevoeligheid van het karakter te toonen.
Er wordt tegenwoordig nut zoo scherp
meer gezien, men neemt nogal gauir ge
noegen ergens mee, wanneer 't uiterlijk voor
komen '* maar doet". Hoe weinigen
stellenprijs op innerlijk goed verzorgde 'gebrniks
voorwerpen zonder, mooidoenerg" naar
buiten T Men gaat de waarheid voorbij, zonder
haar te riep, en bewijst hulde aan 't geen
er den schijn van heeft, en wat nog erger
is, de schijn heeft een aantrekkelijkheid, aan
welke de waarheid niet gemakkeljjk de zege
ontwringt.
Hoe verdrietig is 't, hoe teekenend voor
't ambacht in dezen tyd, dat 't bjjna niet
mogelijk is om b. v. een rug van een stoel
te stoffseren met een geweren lap, die, wat
zgn patroon of ontwerp betreft, allén past
voor de rug bekleeding van dien stoel. Men
moet altjjd een zeker aantal meters koopen
van een machinale stof, waar al een patroon
is ingeweven. Dikwijls is een dergelijk patroon
evengoed voor behangselpapier te gebruiken
of voor gordgnen zoo ge wilt. Men rindt
tegenwoordig a op stoelen a op de wanden
du op de vloeren, voor gordijnen enz. enz.,
overal 't zelfde soort patronen alsof een
Btoelbekleeding niet geheel iets anders is
dan wand- of vloerbekleeding. Er zal tegen
woordig niemand bezwaar maken tegen een
rngbékleeding van een stoel b.v. waarbij
aan de kanten 't patroon niet uitkomt, zoodat
mem half door 't patroon heeft heen geknipt.
Hoeveel knnstngverheidescholen,
knnetambachtsscholen, vakscholen enz. enz. zijn er
niet; en toch komt n mooi vak-daarbg
nooit tot zjj n recht: het we ven i Moge binnen
afiienbaren tfld 't weven staan ingeschreven
in de lesrbósters van alle vakscholen, dat
het weven ook in ons land worde een volks
kunst, een kunst, verstaan door rijk en arm.
Ik sluit me bij den wenaeh der schrijfsters
aan, 't weven onder de aandacht te brengen
v*n <??*?,vrouwen «u meisjes-als degelijke
handenarbeid, huisvlijt soo men wil, als een
kunst, die, onderwezen in school en huis
dus technisch in allen deele bekend en door
ons volk beoefend, opgeroerd kan worien
tot een hoogte, waarop zij als volkskunst
recht van bestaan zal kunnen hebben.
En wat is 'teen heerlijk werk dat weven;
hoe jammer dit 't bij ons te lande nog zoo
weinig bekend ie, of liever zoo sporadisch
beoefend wordt. Maar ik ken onder die
weinigen een dame van bijna 60 jaar, die
de bordunrwerkjes niet meer zien kon en
zocht naar een handwerk, waarbij van haar
oogen niet al te veel geëischt werd, en dat
tevens een praktisch nut had; zij vond het
aan de weefstoel. En waar zoo'n kunsthand
werk by den aanvang eerst werd beoefend
door de gegoeden om later gedeeltelijk orer
te gaan in broodwinning voor de minder
gegoeden, daar woidt nu van Neerland's
dochteren gevraagd, dit werk, waar zooveel
goeds van uitgaat, weer op te vatten. Dat
zg zich niet onbetuigd laten !
De schrijfsters van 't werkje Kunsthandwe
ten hebben een moeilijke taak gehad, maar
zjj hebben een leerboek samengesteld, door
zijn tekst en illustraties duidelijk genoeg, dat
iiiiiniiiiiiiiiiiiiiu
? UIT DB NATUUR
CDLVIII.
Wat er aan den Kerstboom zitten bleef.
In een hoek van het t uinl j s staat de Kerst
boom. Hij beeft afgedaan en wacht op den
vuilnisman. De arme spar, nit het bosch of
den boomtnin gesleept als een veroordeelde,
doorgezaagd in jeugdige kracht, half dood
in de warme volle kamer gezet, om esrst
overstelpt met klenrenglans en schitterechyn,
versierd te worden, als een offer, en dan
weggesmeten als oud vuil. Door de vochtige
dagen is bünog niet eens beelemaal dood;
toch reddeloos verloren.
Een van de kinderan, die hem bewonde
rend en dankbaar aanstaarden, toen hij lichtte
en fonkelde als een sterrenhemel, en blijd
schap en liefde de kinderharten binnen
straalde, stond er voor en vond het blijk
baar jammer van den mooien, groot en en nog
zoo groenen boom; het gevoelig meisje riep
de broeis, de kinderen groeven een gat en
met vereende krachten trachtten ze den
sparreboom in de kuil te planten; maar hij
w»s te dik en te zwaar en sloeg om; in de
aucuba, die er van knakte. Nu leunt hu weer
krachteloos met slappe takken tegen de
schutting.
Broer, die planten droogt voor den leeraar
en nog niet weet dat sparrennaalden spoedig
afvallen, snijdt er een takje af en droogt het
ep de kachel. Maar ook dat geeft ongemak.
Er komen harsvlakken, het' riekt en sist ver
dacht, en hij gaat er voorzichtig mee naar
boven, om het met vloeipapier te probeer en.
En nu eerst ziet hu, dat hu nog een ver
keerden tak heeft ook; het ding is heelemaal
niet plat te krijgen, er zitten verscheidene
vreemde ovale nit wassen aan korte zijtakjes; de
uitwassen zijn bijna zeo groot als noten; door
de naalden, die er in en boven «itsteken en
oek door de aan elkaar sluitende deelen, lijken
.se pp vruchten, zooals bramen of frambozen en
nóg meer op kleine ananassen; in elk van
de tien of twaalf onderdeeltjes, die het uitwas
ge niet andent noodig hebt, dan een
weefstoel en dit werkje om te kunnen beginnen
Groningen. J. A. VISSBB.
H. ten Brink te Meppel verscheen : De
door Hermine Villinger
bewerkt door Wilhelmine van
Westr h een e, 'n boek voor jonge dames.
Onbevangener dan het vorige, maar meer familie
roman;
De meeste van dergelijke boeken zijn nèar
van zoetsappigheid wanneer ze de verhou
ding tnsscien cuders en kinderen behan
delen, 'n Schaarsehe aanmerking op het be
leid der ouders wordt dan te gereeder weer
bemanteld door vertoon van convention e ele
gez^gsmeerderheicl. Het gezag-by- overleve
ring, het gezag-nit-traditie schept een eoori
blinddoek-lectuur, waarop De Rebacbjes
een des te aangenamer UiUonderlng maakt
H er m in e Villinger heeft niet ge
schroomd het mes van haar eerlijke over
tuiging aarzelloos te zetten in het vooze,
fntlooze leven van baron von Rebach en zyi
vrouw, wier heele ouderschap bestaat in het
honden van een kinderkamer (mét elk jaar
vermeerderende bevolking) en een juf. Nergens
ipeelt ie ichnilevinkje met gesanctioneerde
opvattingen van fatsoen en gepastheid, maar
is ook r ergens scherp in haar oordeel. Dat
maakt juist dit boek zoo mooi enzoofriscb,
het eiet achten van v oorschriftjes en
gewoontetjes, die sleur zijn. Naakt en onbe
vangen legt ze '(treurig verwaarloosde leven
der jonge Eabacbjes bloot, zoo ongekunsteld,
dat 't 'n genot is dit boek te lezen n mee
te leven met al dien strijd en die conflicten.
Voor jonge dames" moet er van dit boek
van klaarheid en. fijne poëzie een zuiveren
den invloed uitgaan. \
Fijn zijn de nobele trekjes van Belhamel,
roerend haar itrqd; haar door zachtheid
getemperde opmerkingen over haar vader
en moeder geven een pètillant relief aan het
verhaal. De psychologie vau alle kinderen,
vooral van Onnut, met haar dichterlijke
Schwarmersien, is goed; hoe juist heeft de
schrijfster de kinderen begrepen in hun
oordeel over jagenden, rookenden, braesenden
vader, slappe onzelfstandige moeder.
Dd tooneelspeelster mevr. Grosse, de ge
vierde grootmoeder, is 'n gezonde,
jeugdigdenkende oude dame, met 'n groote maling aan
de U c. ons de perfectioh" van mademoiselle
Cassa. Och, eijenlgk heeft de schrijfster van
allen idts moois gemaakt, door haar inder
daad superieur ontledend vermogen en haar
groote toewijding.
Het slot verloopt e«n beetje gekunsteld,
hoewel de gave van typeeren de schrijfster
nooit verlaat.
In 'n aardig met 'a ges t y leer de iris ge
smokt bandje vind ik dit boekje een ver
rijking van de lectuur voor oudere meisjes,
wat voor een deel ook te danken is aan de
goede vertaling....
Ik heb nog mear te prijzen, deze keer. In
ongewoon- klenrrüte, verzorgde taal schreef
de heer P. Visser een fprsch boek: De
Beeldhouwer van Pomp'ji, j?t illustreer d door
B. en J. Middderig-Bokhbrst uit
gave Erven Martin G. Oohen, Amsterdam.
Set geheele verhaal dat begint büden brand
van Rome en eindigt met de verwoesting
van Hercnlanem en Pompeji, is n ver
heerlijking van de kunst.
Valerins en Livia, de kinderen van den
omgekomen senator Lncins worden gered
door den vrijgelatene Criapns, die hen b
een goudsmid brengt. Deze verkoopt Livia
aan een Pompejaansch Tweeman (burge
meester) en wij vinden haar wesr als domina
jonkvrouw) Camilla Labeo. Valerins wordt
loor den goudsmid geëxploiteerd, overtreft
echter vér in de gondsmeedkunst. In 't
;abe;m legt hu zich op baeldhonwen toe en
vlucht ook naar Pompej!. Na heel wat weder
waardigheden komen broer en zuster op den
onheilsdag van Pompeji weer tot elkaar.
De taal van het boek is zuiver en soms,
miesciien wel geïnspireerd op z'n onder
werp, is het een werk van fijne ciselatuur,
preciens en teer.
Waar vindt men in een jeugd-boek een
zin-fragment als:
Onder de felle belichting zag hu haar
landen nu, trillend als groote witte vlin
der j. ...
Daar zit stemming in en de huiver van
een mooie verbeelding.
amenstellen, wai een langwerpig donker
spleeijp; het leek werkelijk veel op een ver
droogde vrucht, waar de zaadjas al uitge
vallen waren.
Broer wilds er meer van weten, een jonge
sparappel was hat blijkbaar niet; dat wist
lij wel; maar hg kon thuis geen uitsluitsel
hij moest naar wachten tot nicht
cwax. Die was student in plantkunde en
was dus verplicht het te weten.
Nicht wordt dadelijk in de gang al aan ge
dampt, en krijgt het sparretakje onder den
,eus. Het is een gal, een soort ananas-gal
an de spar, daarin hebben jonge bladluisjes
eleefd; ze zitten aan de meeste sparren,
ooral aan de oude, ook wel eens aan een
on ge; maar alleen als er een soort bladluis
eieren op heeft gelegd.".
Dat was heel duidelijk en waar; maar een
ongec, die plezier heeft in planten, is niet
zoo gauw tevreden, hu vroeg naar het hoe
m waarom. Maar nicht maakt zich er af me':
Als ik ja dat allemaal in de pnn'jes won
ertellen, zon je er duizelig van worder,het
s vreesljjk ingewikkeld."
Ook dit is waar; het is een ongelooflijk
samengestelde geschiedenis, maar tegelijk
een buitengewoon] belangwekkende; voor
een kind echter om er werkelyk duizelig van
e worden. Mijn lezers zijn volwassen
menchen, mag ik de biologie van deze sparrengal
eens wat uitvoeriger vertellen ? Wellicht heeft
menigeen zgn kerstboom nog niet weggedaan;
of anders is er wel er een spar in de buurt,
waar de merkwaardige gal aan te vinden is.
Ze zijn alles behalve zeldzaam, soms veel
alrjjker dan den eigenaar van een
sparrelesch lief is; vooral wanneer er lorkerinde
mnrt staan.
Dat zit zoo: In het vroege voorjaar (Maart
zoekt een groene wijfjee-bladlnis, die.
len winter heeft overleefd, het uiterste
einde van een jong sparretakje op, als
laar winterverbly'f niet zelf een knop was.
>icht onder den eindknop, waar straks
een takje nit zal opschieten, zet zg zich vast ;
ze boort, om voedsel, haar spitsen eniger door
de schors, vervelt een paar keer, en legt daarna
De platen van het echtpaar
MidderigBokhorst zijn weinig diep. Zjj missen
het markante van hun teekeningan, zijn
echter tot in uiterste details verzorgd en
prachtig van bouw. Als verluchting van 't
verhaal zj}n z\j, in dien toon gehouden
echter goedgeslaagd.,..
Vier Sprookje», door 3. F. Mees, met
teekeningen van C. J. A d die k s, uitgave
Meindert Boogaerdt, Zeist, is 'n mooi boekje,
keurig gedrukt en verzorgd, met vier
onpretentieuze verhaaltjes: Het eigenwijze
kuikentje", Goudhartjo", Het ongelukkige
prinse'je" en Een poppenhistorV'.
't Zijn simpele vertelsels, die door hun
naïeve charme 'n prettigen indruk maken.
Er zijn heel fijne trekjes in, terwijl de onge
zwollen, eenvoulige taal alle sprookjes in
sfeer houdt, Gondhartjb" en een Poppen
historib" zijn de mooiste, vooral het laatste.
De teekeningen van C. J. Addicks zyn
heel goed; door hun zonnigheid verluchten
ze dit propere boekje u derdaad.
! ast bnt not least is de aardige uitgave
van J. Sleeswgk te Bnssnm: Hebt de Vogels
Hef, uitgegeven door den Int. Bond voor
Vogelbescherming en uit 't Dnitsch vertaald
door A. F. Pieck.
't Is 'n bundeltje knusse, smaakvolle ver
haalt jes, die, hoewel in strekking geluk, van
inhoud en voordracht zeer verscheiden zün.
Verschillende Dultscbe' kin derachrüvers heb
ben 'n schetsje voor dit bnndel<ja afgestaan
en door bun oogeknnstelden toon is het
opzettelijke van opgedwongen liefde voor
vogels absoluut uitgesloten.
'n Frigch boekje met veel poëaie en fjjn
gevoel en dat ik gaarne ter lezing aanbeveel.
HESSBL JONGSMA.
Bloemtii8£ roor een HerMinisoori.
Gaarne zagen wij het volgende in u v veel
gelezen blad opgenomen, büvoorbaat onzen
dank.
Door het Centraal Bestuur der
Vereeniging tot bevordering der gezondheid in de
graphische vakken in Nederland", is vergun
ning gevraagd en in de meeste groote steden
van ons land reeds verkregen, tot het honden
van een bloemendag op L Jan. 1912, waarop
door genoemd bestuur voor den minimum
prijs van 10 et., bet publiek een bloempje zal
worden aangeboden, waarvan de opbrengst
moet dienen tot stichting van een Rast- en
Herstellingsoord voor de beoefenaren der
graphisehe vakken, die door de gevreesde
ziekte, de tuberculose, zijn aangetast.
Den Nieuwjaarsdag heef c het Bestuur daaro n
voor dit doel geschikt geacht, omdat zg met
de aanbieding van het vierbladig
klaverbloempje een gelakwensch bedoelen voor den
kooper eenerzyds en anderzijds door hen van
de opbrengst zooveel goeds wordt verwacht,
dat zjj zich in de gelegenheid zien gesteld
spoedig tot den bouw van bedoelde inrichting
te kunnen o vergaan,, p$dat nog menig huis
vader voor zijn gezin en de maatschappij kan
worden behouden. :
Het Bestuur, doet bij jdeze dan ook een
beroep op de lezers Van dit blad: Koept
allen op den a.s. Nieuwjaarsdag het klaver
bloempje en gübevordert daardoor den
bon w van een Herstellingsoord, fatsen zegen
zon worden van ons beroep.
Hamers het Centraal Bestuur,
K. GEOEX, Voorzitter.
P. LtSsSB; Secretaris.
Javastraat 64, Amsterdam.
Jlillioenen.
Ik vertel n geen nieuws, indien ik zeg,
dat Kerstmis in Engeland et a. groot feest is,
ma ir het zal u toch wel verrassen, indien
ge de onlangs gepubliceerde cijfers ziet, die
dit toelichten. In London alleen wordt niet
minder dan 2 millioen pond sterling of
24 millioen gulden besteed aan kerstmis
geschenken voor de kinderen. Op de
uitst a'l in gen der groote winkels liggen niet
minder dan 50 millioen kinderspellet jes voor
ie kooplustigen te kijk Een dier magazijnen,
iet grootste, doet jaarlijks t?gen den vrooly ken
sn gullen kersttijd een inslag van twintig mu
loen kleinere of grootere stukken speelgoed
in allerlei soorten en vormen. De oorlogs
zuchtige aard wordt bij de jonge Engelschen
helaas wat al te veel aangekweekt.
Een ana^ae-gal van de spar.
TH. uit Heien Dennen van Heimans en Thijsse.
uitgaaf van W. Veisluys.)
ienige eieren op een hoopje; dan heeft zij
laar levenstaak volbracht; zy de stammoeder
of stichtster, de fundatrix, heeft haar roeping
vervult, züsterft.
Nu gebeurt er iets heel gewoons, dat echter,
wat nader beschouwd, tot de meest onge
wone verschijnselen behoort, die een
natuurvriend kan opmerken, of die een
natnnrvorscher te verklaren kan krijgen.
De knop loopt nit; dat is het gewone;
naar niet als een andere van denzelfden spar.
)e naalden, die er uit groeien, krijgen een
gezwollen voet, een verdikking onderaan, en
elke van deze knobbels maakt een walletje
om zich heen, als de omgeslagen rand van
slappen hoed. Let wel: dit gebeurt niet steeds
>p de plaats waar de fundatrix haar znigboor
n stak, maar meestal eenige honderden, soms
duizenden cellen verderop, naar den knop
oe; en elke sparrenaald doet hetzelfde; de
tak zelf groeit meestal niet verder uit, hu
maakt %eing blad, krijgt meestal een knik
of kromming en verdikt zich zoo, dat de
wasOnder dit aantal sijnn.l. begrepen een millioen
tinnen soldaten. Maar ook de zachtere zeden
krfjgen een goede beurt door 260,000 poppen
*,»*
Qrootevlucht.
Ditmaal komen de
Vereenigde Staten,.
die anders het mono
polie Van alle denk
bare wonderen heb
ben, eens met de
nachtschuit, want pas
dezer dagen is in
Amerika de eerste
vrouw tot het lucht
ruim toegelaten.
Miss Harriett
Quinsby, wier naam
min of meer een Indiaanschen klank heeft
heet deze eerste vlinder der groote vlucht, die
naar men zegt, de wieken breed en vol gratie
'weet te reppen. ?
Frankrijk is Amerika ver vooruit. Daar
heeft de gebreveteerde vliegster, baronesse
de Lambert, reeis twee m aal de grootste helfi
van baar armen en beenen gebroken. Orer
de geheele wereld verdeeld, zij n er thans
reeds meer dan een dozyn gebreveteerde
vliegeters.
***
Dichtersloon.
In Engeland is het niet zeldzaam, dat goede
en zelfs groote dichters verzen maken voor
de fraaie, geïllustreerde Christmas Cards.
Daarvoor worden ook heel aardige honoraria
betaald, en niet zelden geven de uitgevers
van 5 tot 10 pond sterling ^voor een enkel
klein gedichtje, dat in zes of acht wellui
dende regeltjes iets moois en pittigs zegt.
Ook hoogere honoraria worden echter betaald,
en de poet Lanreate Alfred Tennyson ont
ving nmaal voor een twaalftal van zulke
kleine gedichtjes, in de glansperiode van zy'n
populariteit, de som van 1000 pond sterling
(12,000 gulden) en dus 1000 gulden voor elk
gedichtje van acht regele, of 225 gulden per
regel.
De verzen dienden als bijschriften roor
de teekeningen van eea twaalftal groote
Engelsche teekenaars.
*."
JftizieJc der iferen.
Iets nieuws op het gebied der
postduivensport komt nit Amerika. Men heeft; namelijk
een klein instrumentje vervaardigd, zeer
licht en zeer beknopt, dat, aan de s te art
van het diertje bevestigd, door middel
van Jicht aansprekende pup fluitjes een wel
luidend akkoord geeft, zoodra de post
duif in snelle vlucht omhoog stijgt. Vele
van deze fluitjes zün verschillend ges'emd,
en het is een alleraantrekkelükste mu
ziek als een zwerm van vogels, met deze
aeoolsharpjes gewapend, nitvliegt.
* *
Bijbelsch.
Ean zonderlinge engagementsaankondiging
werd dezer dagen door een vriendin van mg
ontvangen van een Duitschen vriend, dien
ze nog kort te voren gesproken had. Hg
zond een fraaie, artistiele prentbrief kaart
nit Berlijn, waarop hg alleen geschreden
had : Hooglied VI vers 5." Zy sloeg dezen
bgbeltekst op en las: Ik ben my'n» liefsten
en mijn liefste is mg'n!"
* **
Paardenverstand.
In zijn interessant en boeiend geschreven
boek Life in the Moslim Eist", veitelt de
Russische reiziger Pierre Ponafidine het
volgende aandoenlijke voorval met een fraai
en intelligent Arabisch volbloed paard,
waarvan bij gedurende eenige jaren de
gelukkige eigenaar wae.
Op een zijoer ritten kwam hg in draf om
den hoek van een straat, toen plotseling,
vlak voor zijn trappelend en stggerend r g dier
een troep dolle en spelende kinderen naar
voren schoot.
Iedereen sidderde voor het vreeselgk on
geluk dat gebeuren ging; maar de eenige,
iie zyn volle tegenwoordigheid van geest
bewaard had, was het edele paard. In een
ondenkbaar kort oogenblik vond het den
eenig-mogely'ken uitweg, ging op de
aehterdeelen zitten als een hond, spreidde de
voorpooten van elkander, en ving als het ware
de kinderen in zgn gespreide armen op;
niet n van het geheele troepje ontving
een gchiarr. Toen ze waren opgestaan, spiong
iet paard weder vlug op zij n vier beenen
umiiiimiiiiMmi
iiiiiiiiimiiiiiiMiiiiiiNiiiii
sende gal op ne zij van het takje komt te
staan; alle r aalden dicht op een.
Als het zoo ver is, komen de larfjes uit
de eieren; zij kruipen sorna o f er het ver
droogde velletje van de moeder heen, naar
den vervormden knop; zoeken elk een plaatsje
onder een omgeslagen rand of in de holte
die tusjchen elke twee abnormale, naalden
s ontstaan, en zetten zich daar vast.
Su groeien de omslagen randen verder nit
in omsluiten de larven geheel; elk diertje
zit opgesloten in een holletje, dat de
larvenkamer wordt genoemd. Het stikt er niet,
want het losse binnenweefael laat lucht
naar binnen ; het verhongert er niet, want
de kamer is tevens provitiekast; het zuigt
zy'n voedsel nit de ma-en. Bij andere
galsoortea groeit dat voedsel langs de
wanlen ; de larven eten het op, en steeds groeit
iet eetbaar behangsel weer aan.
Eindelijk zijn de diertjes volwassen larver; ze
;chuilen nog in de gesloten kamertje?. Even
wel, door den wand heen bijten kunnen ze
niet; ze wachten. En niet te vergeefs; de
spar is zijn gasten opnieuw welgevallig, hij
opent precies ep tijd de kamertjes, elk met
een spleetje, en de nog ongevleugelde
bladuisjes komen naar buiten. Nu vervellen ze
en kry'gen vleugel!1. Om te paren, eieren te
eggen en te sterven, meent ge. Als dat de
leele cyclus was, zou ik er niets van verteld
lebben, daii was het immers het oude liedje.
f een, de jonge bladlniejes verschillen van
de fnndatrix; hun boor werktuig is wat
zwakker en iets arders gebouwd; zy' zgn
niet bestemd om door schors van een spar
teen sap te zuigen, maar door een lot k of
arix.
De nieuwe generatie (II) gaat nit
landvermizen; het zün de gevleugelde migranten uit
den cyclus, de migrantes alatae en allemaal
wy'fjes. Ze vliegen naar een lorkentakje,
zuigen er sap, vervellen, leggen en planten
zich voort; als maagden echter
parthenogenetüch, dus zonder paring, uit de eieren
romen larven, die zich ontwikkelen zooals
op de spar, en geschikt zün om te over
winteren; of ze blyven larven en leggen
en danste lastig verder, schijnbaar verge
noegd, dat hij een tiental jonge levens ge
red bad.
***
Speelgoed.
Als men het overdadige en luxaense speel
goed ziet, waarmede tegenwoordig de tantes
en grootmoeders onzer kleine penters de
kinderkamers bevolken, dan wordt het ons
volkomen duidelgk, dat dit lurc-artikel
jaarIgks duizenden, en dnisenden guldens rollen
doet, maar we vermoeden toch het rec'ite
getal niet.
Het is Neurenberg niet meer, dat op de
speelgoedmarkt de kroon spant: Amerika
steekt het sedert eenigen tijd den loef af.
Door de nieuwe wereld wordt n.l. jaarlyks
voor 180 millioen gulden aan speelgoed ge
leverd.
Duitschland echter is ook nog altyd een
geduchte stapelplaats van houten oorlogs
schepen, blikken automobielen en allerlei
andere fraaiigheden, die dekinderhand moeten
vallen. Duitschland is namelijk specialiteit
in tinnen en bonten speelgoedjes, n de
omvang van dit bedrijf is 166 groot» dat
in 't voorgaande jaar 70 millioen timen
voorwerpjes werden uitgevoerd, terwijl (voor
namelijk in Neurenberg) 50,000 werklieden
dagelyks bezig zjjn om poppe'jes, arkbeestjes
en andere aardigheden van gesneden hont
te vervaardigen.
CigareUitrt.
Ik kan niet zeggen, dat rookende vrouwen
(evenmin als rookende mannen)
mynbizondere tympathie hebben; maar ik moet toch
wel erkennen.dat een fijn, goud-getipt sigaretje
tnsschen fraai gevormde roode lippen, heel
graciems en bekoorlg k kan staan, en nit dat
oogpunt mag ik er weinig tegen inbrengen,
en dus ook niet tegen de grappige mode
in Parus uitgevonden, om aan de bracelet
een fraai klein cigarettenkokertje te dragen
van zilver 'met email. De oigaretten die het
inhoudt, zqn natuurlijk even fijn en klein
als het etui, dat soms bizonder fraai en kost
baar is ran bewerking. De vrouw van een
der Fransche ministers ontving kort geleden
zulk een braceJet-étni ten geschenke, dat met
een bloemrank van edel gesteenten was gt
ncrnsteerd en zevenduizend vijfhonderd guldt n
kostte.
* **
Hygitne.
Wilt ge lang leven, maak u dan zeo weinig
mogelijk boos, schrei niet, zucht niet, naar
tracht als 't maar even mogelgk is, een goed'
humeur te bewaren.
E?n Engelsch zee u w-arts heeft verklaard,
dat niets ter wereld de -krachten van het
lichaam meer ondermijnt dan grommerigheid
en een slecht humeur. Hjj verklaart, wanneer
we vroolyk zün is de polsslag krachtig, als.
we droefgeestig zgn is ze swak. Hetzelfde U
't geval met de ademhaling: de mengen, die
gedrukt is, ademt slecht, de menschdie vroolijk
is, snuift de lucht in met volle teugen. 8' er
ker zün we ook bij vroolgkheid dan büont
stemming. Dus maar flink den moed er in
geheuden. Een gulle, prettige lach is het
beginsel der wijsheid.
Troef. ? *
Ik mag er eigenlijk niet om lachen, want
de gebeurtenis, die ik vertellen ga, is een
klein beetje anti-feministisch... maar ik kan
't niet helpen, dat ze mg nochtans amuseert.
Een Engelsche suffragette stond op het
podium en hield voor een gemengd audito
rium een redevoering, sprak fraai, sprak met
veel aplomb, maar streefde, geluk dat in
Engeland al te veel gebeurt, haar doel voor 39
door een zeer agressief optreden tegen de
mannen.
In het vuur van haar rede riep zy
met luide, uitdagende stem en een
hartstochtely'ken gloed, waardoor zij op velen in
druk maakte: Ik vraag n, waar zau de man
gebleven zgn zonder de vrouw?"... en nog
maals herhaalde zühaar gevleugeld woord:
Waar zou hij zonder de vrouw gebleven
zgn?... vraag ik ui"
Toen wachtte zy enkele sekonden als
)m den indruk, dien baar woorden gemaakt
aadden, te laten doorwerken. Maar... er
gebeurde iets onverwachts: een stem,uit de
menigte gaf het antwoord en riep luid: In
t Paradijs, zeg ik u!... Ik herhaal: in 't
Paradijs".
De zaal barstte in een daverend gelach
nit, en het e ff act der geheele redevoering
was verstoord.
ALLEGRA.
och eieren, deze (generatie III)' worden
'.atente larven, ook wel exules of bannelingen
enoemd. De larven echter, die na eenige
vervellingen wel tot volkomen bladlüi:en
uitgroeien (generatie IIIa), gelyken op de
stammoeder; maar het zgn
psendo-stammoeders (fundatrices fpuriae), geen echte
fundatiices verae). Want zg leggen, weer
maagdelgk, eieren. Uit djze eieren ontstaan
weer gevleugelde bladlnizen ; die vroeger als
) an andere soort van lorkenbladlnizen werden
>eschonwd. Deze vliegen (als generatie IV
emigrantes) terug naar de sparren; dit z£n
Ie dieren die een geslacht zullen
voort»rengen, de sexuparae.
Want zy leggen hun eieren af, en uit deze
eieren eerst komen, zoowel mannetjes als
wg'fjes (generatie V); dit zijn de sexuales,
Ie in sexen gescheidenen; vleugels hebben
ze niet. De mannetjes sterren dadelijk na da
copulatie. De wy'fjes leggen elk n eitje en
terven; uit dit bevruchte eitje komt weer
Ie eerste, de stammoeder, de fundatrix te
voorecbgn. Dan eerst is de cyclus van ont
wikkeling gesloten. Het is voor de tweede
maal voorjaar en de spar kan zy'n nieuwe
woningen gereed maken.
Oe vraag ligt voor de hand, of er dan nooit
ulke spar-ananagjes in streken voorkomen,
raar wel sparren, maar geen lorken groeien.
)at is wél het geval; maar dan snijdt de
intwikkelingsiyn een lus af, óf, om by bet
lyclns-begrip te bljj ven, er komt een klei
nere, inwendig rakende cirkel en de heele
voortp'anting bly'ft maagdelgk; mannetjes
erscbynen nooit.
Door sommige onderzoekers, waaronder
oornamelyk Cholodkowsky moet genoemd
worden, die in Finland met -groote opoffering
van ty'd en moeite de zaak heeft nagegaan,
wordt, zeer waarschijnlijk met volle recht, de
olo-spar-bladluis, die dus niet op de lork
i vergaat, voor era andere soort gebonden,
lan het dier dat wel van de spar op de lork
overgaat, en dat ook een sexneel bedry'f in
ontwikkelingsgeschiedenis vertoont.
E. HEIMANS.