De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1911 31 december pagina 7

31 december 1911 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER W EEKBJ, A D VOOR NEDERLAND. H*t Palkfta Bandihi Piccolomini" te Siena, waar C.' ea M. Schuten?Antink De Vreemde Heercchera" voltooiden. -voltooid, 'l II ma*r ^weer een geval mér, ~r<R «t tele, die ire hebben gezien.'" '?Wij zon «eer bevriend met den pas toor hiör," vertelde de heer 8. verder, ..wij agn trouwens dol op de Italiaaneche dirpa-paBtoors, raaa» deze hier zegt ook: vroeger waa er veel armoede en daardoor ziekte; de emigratie en het Amérikaanscbe gdd heliben daarin wel Verbetering gehfacht, maar sinds tientallen ju-en is de ?emigratie B iet. minder dan een manie geworden, die het familieleven ontwricht." Waar dan weer tegenover staat ie invasie der Daitachera, die bezit nemen van al de open plaate. Weet u wel, dat er in Milaan alleen 60.000 Duitschers stjnP MilaanBohe vrienden van ons ver klaren, dat men 's Zondags in het park zou meenen in Duitschland te zijn in plaats van in Italië." Juut als in Antwerpen," voerde ik aan, .en ook Seheveningen en Rotterdam zijn, dunkt mij, wel eenigszins paralelle gevalle». Heeft u eraan gedacht P" «Men moet in Holland," glimlachte de heer S., «de schoenen maar aantrekken, die onverhoopt mochten passen...." Wij zwegen; en ik werd mij bewast van mijn interview-voornemens. Denkt u hier nog lang te wonen P" Nog maar een week of wat. Zoodra ons boek af is, en tegelijk de prachtige drniventrjd voorbij, dan gaan wij naar Siena. Wij moeten daar nog allerlei dingen zien en herzien. En wij hebben er nog de proeven van de uitgave in 'de Wereld-Bibliotheek te corrigeeren. Een heel werk, want wij hebben het ongeluk, of het geluk, nooit tevreden te zijn...." En welk werk staat daarna op uw programma P'' O, ik kan gerust zeggen: een mees terwerk. Kapels! Rust, in Napels." Maar Theodora begon dit gesprek danig te vervelen. Ze was van tafel w ggeslipt en zat met haar bizonder gracieuze gebaartjes ik waagde te verenderstellen, te mijner eere de coatadina" «en paars fl u woelen 'beukj e" en een groenzijden schort om te doen en wou weten of ik haar zoo niet schitte rend" vond. B jn jij ook dien verschrikkelijk stellen weg opgeklommen P" vroeg ik. O daar geef ik niet om," klonk 't kordaat, met papa klim ik altijd de bergen op; en wij gingen 's avonds, toen «r geen zon was." .Wordt jij ook schrijfster later P" Hèjakkie nee; zullie hebben altijd proeven. Ik ga koken, als ik groot ben." «iiimiliiiiiiiiiiliiiltiitiiitiiiitiiiiiiiiiitHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiifiiiiiii II l) De nieuwjaarsdag is een van de weinige heideniche feesten geweest, die niet dan na lange tegenstribbeling door de christelijke kerk'zijn geadopteerd. .Waarom mei zich er tegen verzette, is my niet recht duidelijk, {was het wellicht om zijn nabnurschap met bet kerstfeest?) want verschillende andere gedenkdagen van de oudheid tegen welker ?opname in het kerkelijk jaar men geen bezwaren had, onderscheidden zich door de zelfde minder soliede eigenschappen, die een aankleve waren fan de Calendae Janu.arii'', in het oude Rome ge fier d met festi viteiten, welke levendig herinneren aan het latere Carneval. Aanvankelijk was het voornamelijk, wat het vooral na in Frankrijk tóg i?, een ge«chenkfeegt. Het volk bracht dan geschenken aan de Senatoren, dia van hun kant als een tegen gift gastmalen en fuiven aanrichtten, waar hei verre van rustig en ordelijk toeging. In later tqd, voornamelijk toen reedshetCarisieniom zich aanhangers begon te winnen, werden daar gemaskerde en gecostumeerda bachanalen aan toegevoegd, en hierdoor ikVam de eerste dag des jaars by de vrome luiden in een Biecht blaadje. Verschille kerkvadeis, geiyk Tertulliarus, Ambrosims, iugnstinus, hebben zich met oui-testamentieche ?zwaarwichtigheid tegen de viering van den nieuwjaarsdag door het christelijke volk ver zet, en da Trullanische synode te Constant!nopel in 692 heeft er den banvloek over uitgesproken, en als tegenhanger der hei?densche zwelgpartijen op dien datum een boete- en vastendag vastgesteld. Dit streven ia aanvankelijk niet zonder ?vrucht geweest. Het kerkelijk nieuwjaar werd zorgvuldig buiten den datum der hei densche ?feesten gehouden; het nam een aanvang, ?eerst op den 25sten Maart, later op het Paaschfeest en vervolgens op eersten kerstdag, waarvoor de «el logische, reden werd aange voerd, dat, aangezien de christelijke jaartelling aanving met de geboorte van Christus, ook het kerkelijk jaar met den datum van dit .groote feit behoorde te beginnen. Vooral in JDnitechland heeft zich dit gebruik zeer lang gehandhaafd. Luther nog heeft den 25»ten December uitdrukkelijk als nieuwjaarsdag vastgesteld, en van den kansel zich heftig «itgësproken tegen de toen reedt meer en Toon moest ik ook pop Jonanna zien, en Jet j e, en Jantje, die eigenlijk Giovanni heette en die zoo oattivo" was, altijd de andere poppen klappen te geven.... Het poetig en pikzwart Italiaanse, Adele, hing alweer verlangend en oolijkglnrend aan de buitendeur.... Maar wat ook die Jet j 9 en Johanna, vond ik, schitterende" jurken aanhadden en prachtig opgemaakte haren, met knoetjes boven de ooren En als ik vroeg, of zy dat zoo mooi had verzonnen of 'gedaan, was het onveranderlijk ant woord: nee, natuurlijk Mamma!" En dat bleef mij later wel het sterkste bq van dit bezoek, waarvan ik niet langer vertellen kan de Redactie zou spijt krijgen van de aanvaarding van mijn aanbod : in het Italiaansche bergdorp het Hollandsehe kindje, waarop f en echt Hollandsche moeder heel wat trotscher was dan op haar beste kunst. Zürich, 24 Nov. 1911. W. KERN. Vaierlaiisclie Historie. JX. Nieuwe berichten over Roggeveen's reizen. Scheiptjownaal, gehouden op het echip Tienhoten, tijdens de ontdekkingsreis van mr. Jacob Roggeveen, 1721/Z2. Ditgeg. door F. E. baron Mulert, in Archief Z. Gen. 1911, 52?183. Alles wat onze kennis kamt verrijken van de roem volle zee tochten der vaderen, zullen wy immer met blijdschap begroeten, nooit moede te luisteren naar wat zij ons van hun lotgevallen vertellen, al is natuurlijk niet alles van gelijk belang. Mr. Jacob Rogge veen verdient in meer dan n opzicht onze aan dacht. Zoon van een Middelburger wijnroeier (d. i. die met de wynroede meet hoeveel wijn er in een aangestoken vat staat) ArentRoggeveeo, die meteen uiterst kundig was in de theorie der zeevaart, geboren 1659, meester in de rechten aan eene Franse hèhoogeechool, van 1706 tot 1714 Baad van justitie te Batavia, waar Valentijn hem in 1712 kende (O. en N. Oott-Indie IV, l, 387) keerde onze Jacob naar 't vaderland terug, om in heftijze theologische twisten betrokken te worder. Welken nederlander trouwens overkwam dat niet als een soort van nationaal noodlot? Ten j ar e 1706 was de fel vervolgde Ponliaan van Hat tem tot lijn rust ingegaan. Hu was predikant geweest in St. Pbilipsland en in 1683 afgezet als sielverderffjlyk ketter", besmet nl. met spinozisme. Dit is door alle latere historici nagescbrever, (ook baron Mnlert spreekt er bis. 57 van), maar ten onrechte. Wijlen prof. van Manen heeft uit de offlcleele procesiiitiimiiiiimiHiiiiiiiiMmimiMiiiiiiMHMiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiii meer opkomende gewoonte van nieuwjaarsviering op den eersten Januari. In een zijner predikaties zegt hy: Wir Christen genen nnseren n en en Jahrestag an, am heiligen Christage, wie die Jahreszahl zeaget, dass man schreibt: lm Jahr nach Obristi geburt"; en in zijn Kinderlied auf die Weihnachten", het beroemde koraal Vom Himmel noch da kom ich her" laat hij de engelen het nieuwe jaar bezingen: Lob, ehr sei Gottimhöshsten thron, der uns schenkt seinen einigen eon. Des frenen sich der Engel schar, nnd singen uns solchs nenes jar. Niettemin heeft het oudere gebruik het jongere betrekkelijk spoedig weder terug gezet, en na Luther's dood is weldra ook kerkelijk in Duitschland de eerste Januari aangenomen als begin van den nieuwen jaarkring. Pailippus Melanchton is de eerste der hervormers ge weest, die daartoe het voorbeeld gaf. In Nederland was hat Beqnesens, die in 1575 paal en perk stelde aan de al te groote ver warring, welke er ten opzichte van het nieuwe jaar heerschte, want op grond van oude traditiëu hielden venchillendn groepen van per sonen er elk hun eigen jaarrekening op na: Paschen, Kerstmis, l Januari en nog andere data waren in bonte warreling als aanvang des jaars in zwang, en het was een verdien stelijke daad vaa den Spaanachen stadhouder, dat hij een einde maakte aan deze al te groote verscheidenheid van inlichten. De nieuwjaarsvieting was overigens ook hier reeds zeer oud, want onze Bataafsche voorouders vierden met offers en drinkgelagen en maaltijden het Joelfeest", het feest der nieuwe zon, dat ze wellicht van hunne Bomeinsche overheerschers hadden overgenomen. En het moet daarbij wel buitengewoon ruw zijn toegegaan. Dit althans valt op te maken uit het feit, dat de christenpredikers, in wonderlijke een stemmigheid met de elders gevolgde tactiek, ook bier z'.ch verzetten tegen de overigens met zooveel toegevendheid aangewendde opname van het heidensche feest binnen den kerkeljjken kring. Eligius verhief met gloed zyn stem tegen het Aloude volksgebruik, *n bromde zelfs op de gewoonte om elkander ter gelegenheid van den «jaersdag" geschenken te vereeren; maar deze boctpredikatiën waren vin zoo geringe nitwerking, dat Bjnifaciug ze plus stukken en's mans eigen geschriften duidelijk aangetoond, dat Pontiaan veeleer een van die mystiich getinte piëtisten !? geweest, .die naar p-aktische vroomheid uitgingen, naar een innerlijk doorleefd christendom in tegen stelling met het uitwendig, dogmatische. Zfln verbitterde inquisiteur dfc Carolus Tuinman van Middelburg mog» hem jsociniaanschen en Sfinozistijchen waanzin" hebben aan gewreven, in waarheid was hij een rustig, vroom man en alleen omdat hu (naar den geest zijnen tfld vooruit) leefde in dagen van zoo felle leervergoding, is hij a1» een pest der kerk afgezet. Mr. Jacob nu, onder de be koring van Van Hattem gekomen, had in 1718 het eerste deel doen verschijnen van Den val van 'a werelds afgod ofte het geloove der heyligen, zegepralende over de Leere van ey gen geregtigheid, klaer vertoont in de nagelaten schriften van Pontiaan van Hatteoi", waarop hij 1719 dl. II en III volgen liet (IV is van 1727). Aanstonds vroeg classis Walcheren het te verbieden en die van Mid delburg, door den kerkéraad aangezocht, ontzegden hem 3 Juni 1710 het verblijf binnen de stad en de crimineaie. jurisdictie van de zelve. Zyn gematigdheid en zachtmoedigheid, zQn sterke afkeer van gewetensdwang maakten hem dit vonnis dubbel ondragelijk en xoo groeide in hem het begeeren naar den eindeloozen oceaan, naar den ruimen horizont der wijde wateren, naar breede deining en frissche koelte, ? opdat hy nit de engte der vaderlandsohe kerktwisten in het vrije uitbreken mocht. De W. I. Cie gaf hem drie schepen voor een reis om de wereld, ter mogelijke ontdekking van dat denkbeeldige Znidland, nog in Cook's dagen vermoed (Re>ien, vert. d. J. D. Pasteur, Lsyden 1795, I 27) en l Aniustns 1721 teilden uit Teiel nit de Arend van 32 st. met 111 man, de Tienhoven van 24 st. met 80 man (Mulert geeft blz. 181 een uittreksel uit de monsterrol) en de Afrikaansche galey van 14 st. met 33 man. O ver dezea rampspoedigen tocht bezitten wij reeds eene groot t literatuur. K. F. Bahrens, sergeant der mariniers a/b van de Arend", (af in 1739 in den Haag e ene Eistoire de l'ezpédition des trois vaisseanx" enz.; anonym Tweejaarige reyse rondom de wereld ter verder ontdekkinge der onbekende Zuydlanden" enz. Dordr. 1728 (door mij gebruikt; voorts 17582, 17643, 17744); Dagverhaal der ontdekkingsreis van Mr. Jacob Rogge veen, uitgegeven 1838 in de Nieuwe werken v. h. Z. Gen. L 8°st., XL en 205 met een kort levensbericht door S. de Wind. Buitenlandsche literatuur geeft Malert blz. 61. Eene ontdekkingsreis is het inderdaad ge weest. Op 5 April 1722 betrad Rog?eveen voor het eerst het Paascheiland, omdat wij het op den eersten paaschdag ontdekt heb ben," Tepoto op on se kaarten in den Pamitoe archipel, gelijk volgende reizigers hem daar van ook altijd de eer gelaten hebben (Cook, Reizen, vert. door J. D. Pasteur V 199, 213, ver»r. ook Staart, Di mènscfi op den aardbol, 1802, I 214). Hem dankt men al verder de ontdekking van Dageraad (tegenwoordig Manihi, op 25 Mei), Avondstond (tegen woordig Apataki, op 27 Mei) Mearderzorg (iroetoaa, op 28 Mei), Goede verwachting (Bangiroa, op 30 Mei), Eü'and van verkwik king (Makatea, op 2 Juni), eindelijk de B-jumans eilanden (Manoea, op 14 Juni) en twee van de Samoa-groep t. w. Tienhovea (Toatoeila) en Groningen (Ojpoeloe), beide op 15 Juni. Treffend is het in net Dagverhaal te lezen, om welke redenen de ontdekte eilanden juist zóó werden genoemd, tref fender nog te bedenken, dat Roggeveen voort durend te kampen heeft gehad met de scheurbuik onder zijn bemanning, zoodat hij 2/5 in het geheel verloor l Esn treurig hoog cijfer, vooral voor wie bedenkt, dat Schouten en Lsmaire (1615?1616) van 80 man er maar 2 verloren. Vanwaar dit groote verschil 1 Baron Malert vertelt ons (blz. 52), dat vermoedelijk de O. I. C.,'die zich op berging en bewaren van victaaliën beter verstond dan de W. I. C., uit najj ver daar van niets heeft willen mededeelen. Aan deze verfoeielüke taktiek zouden dus de matrozen gewaagd zijn. Het is dezelfde blinde j aloude, dezelfde booze invloed van het monopolie stelsel, oorzaak van zoo menige zwarte blad zijde in onze koloniale geschiedenis, die er Gouverneur- Generaal Z waardeeroon toe bracht minus honderd jaar later nog weder met evenveel klem en met evenveel recht her halen kon. Hij schreef er ook over aan Paus Zacharias en kon daarbij niet nalaten tevens van een hachelijk precedent te reppen, en den kerkvorst er op te wijzen, dat in zijn onmiddelyke nabijheid het gewraakte feest der heidensche nieuwjaarsviering nog al te zeer bloeide. Volgens ter Gouw echreef bij: Het helpt mij bitter weinig of ik al voor de Friezen en Saksera preek, om die Hei'densche gebruiken op den eersten Januari af te schaffen, wanneer er mannen onder hen opstaan, die zelf te Rome geweest zyn, en my tegenwerpen, dat dezelfde zaken, die ik verbieden wil, te Rome openlijk worden geduld." Da viering van het oude en nieuwe jaar op dien verwenschten en venchopten eersten Januari zegevierde nochtans over alle vroom latyn, hield zich ondanks hof gebruiken en kerkelijke bevelschriften als volksfeest door de middeleenwen staande, en bracht het ten slotte (we zagen het reeds) tegen het einde der zestiende een w tot officieeJe erkenning. En sedert dien tijd heeft noch de kerkelijke, noch de wereldlijke maeht zich er mee be moeid, de glorie van dien goeden ouden jaersavond" en jaersdag" ta fnuiken, en ofschoon mpder wild en minder uitbundig, wordt ze nog immer gevierd met vele ge bruiken en gewoonten, die het oude Rome voor dezei gedenkdag uitvond. In de her innering van sommige volken is intnsschen nog altijd een duidelijk verband gebleven tusschen Nieuwjaar en Kerstmis. De nienwjaarswensch geschiedt hier in Nederland op dien eigen dag, maar in Dnitschland wenscht men elkander gute nnd fröhliche Weihnachten" en in Engeland neemt men 't verband nog typischer door de beide feesten onafscheidelijk saam te voegen in den stereo typen wensch: i merry Christmas and a happy New-Year". De gedachte aan den gelukwensen bij den aanvang van het oude kerkelijke jaar, is, dankt me, hier niet nit te sluiten. Als grootste feest van het jaar wordt met zijn Etrennes" (geschenken) het Nieuwjaar uitsluitend gevierd in Frankrijk, waar het dezelfde beteekeuis heeft ala het Hollandsche St. Nicolaas-feest, en de Dniteche en Engeliche Kerstmis". Dit woord Etrennes" leidt men af van de godin Strenia, in wier heilig Een gesprek tasschen den Arabischen Scheik Abdoellah en den aanvoerder der Turksche troepen in Tripoli, Moessa Mehemet. Deze laatste wordt beschreven als ongewapend zich bewegend onder de voorposten, enkel mat een ebbenhonten stok in de hand. Schets van den eenigen by de Turken zich be vindenden correspondent-teeken aar Seppings-Wright. mini minimum luuiuuiMiiuiilMiMutiimuuiimimiiiiiimimMiutiimtilmuuilMliMiuuimiiliimuiliiiiiHiiiiiiiioiliiiiiiiiiiiiiii om, toen Bojgeveen met zyn deerlijk ge dunde en uitgeputte beiranning te Batavia aankwam, schepen en ladiog in beslag te nemen en ten ba'e der Compagnie te verkoopen! Want haar kwam het recht tos alleen eigeu scaepen in hare wateren te dulden l" Op dezelfde schandelijke wyze waren vroeger Schouten en Lemaire be handeld. Het is cauxrelyks te gelooven, dat domme bureaucratie en winzuchtig egoïsme aldui hebben gewoed tegen moedige en voor treffelijke zonen van het eigen volk. Mr. Rogge veen werd met de retour vloot naar patria gezonden. Den 80 Juli 1723 geraakte hy binnen Texel, arm en beroyder" zegt de Tweejaarige reijzt, ils wy uytgevaren waaren, en bragten voor al de ingebeelde schatten ... niets thaya ala ijdele beurzen en afgematte lichaamen..." (blz. 147). Aldus was ook hier weer ondank dar braven loon, en begrypelyk is de verontwaardiging, waarmede op het schutblad van het door ons gebruikte exemplaar der Tweejaarige reijze, eene latere hand bepaaldelijk op die schandelijke ge beurtenis de aandacht vestigt. Wat Roggeveen aangaat, der kerkelijke inqaisitie ontvlucht, was hu van dommen handelsnayver het slachtoffer geworden. ? Het thans uitgegeven journaal van kapitein C. Brouwer van de Tienhoven" loopt tot 15 Juni, de ontdekking van de eilanden Tienhoven en Groningen. Het leert ons voor eerst, dat Bonman een hoogst bekwaam zeeman was, daarin zeker de meerdere van mr. Jacob, niet gewoon ook zijne meening te verzwijgen. Als hy op zeker eiland aanwoud het oude Rome gedurende de Calendar Januarii bloeiende verbena-twygen ging pluk ken om ze aan de senatoren te schenken. In de middeleeuwen schijnt het nieuwjaar voornamelijk als geschenkfeest gevierd te zijn aan de vorstenhoven, die wellicht bewust het klassieke model uit oud-Rome volgden Maar, gelijk vanzelf spreekt, bleven ook de onderdanen niet in gebreke een minder 4uxu ? ense navolging te geven van het voorbeeld hunner heerscher8. Zoowel aan het Engelsche als aan het Franscte hof werd weleer van dezen dag veel werk gemaakf. Een oud Engelsen ge dicht van Barnabe Googe zegt: The next to this is Newe Yeares day, Whereon to every frende, They cortly presents in do bring, And Newe Yeares gif.es do gende. These gif tas tae hnsband gives bis wife, And father eke the childe, And maister OH his men bestowes The like, with f*voUr milde. Voor de hovelingen werden dese nieuw jaarsgiften in later tijd een belasting, die men door oud recht aan den vorst schuldig was. De vorsten ontvingen dan van de hooge staatsambtenaren een beurs met goud, die van twintig tot veertig ponden inhield. Alle peers en peereases, alle hoogere hofbedienden, tot zelfs de keukenchef in kluis, gaven dan vorst zijn nieuwjaarsfooi, die ook weieens uit een kostbaar geschenk bestond. Men be weert o. a. dat de j aweelenschat van Koningin Eiisabeth bijna geheel was bekostigd uit ge schenken en sommen gelds, die zij op den nieuwjaarsdag van haar hovelingen ontving. In Fraakryk (ik zeide het reede) is nog immer de nieuwjaarsdag als geschenkdag in voile fleur. Men maakt er vooral werk van prachtige doozen met hé&Apns, die de typische Etrennes" zyn. Men bétert, dat er voor den Nieuwjaarsdag in Parijja meer dan een millioen francs aan bonbons wordt gekocht. Het Nienwjaarsfeest in Parijs is dus bovenal ean feest voor de patissiers, hoewel men ook andere geschenken geeft, die aan de kostbare Nieuwjaarsvieringen uit den koningstijd herin neren, toen de geheele hofhouding een wed strijd hield om den fraaisten en rykstengift aan Zijne Majesteit te vereeren. Wagonladingen vol fraaigheden Werden op dien eenten Jannari-morgen in d« koninklijke aparteraadt een onderzoek naar mogelijke parelbanken in te stellen, luistert men niet naar hem, tgeen gans niet met mijn zin geschiet is" (blz. 163). O rer 't geheel is dit journaal een eerherstel. De legende, dat hij, van de beide andere echepen afgedwaald en door de S :raat van Magellaen gevaren, tot op 64 gr. 53 min. Zuiderbreedte uit de koers zou ge raakt zijn (Twefj. reyze, blz. 37) was aan Behrens niet beken 1, kon door den uitgev» van het Dagverhaal niet worden weersproken, omdat hy on) journaal nog niet kende, doch blijkt thans een verzinsel. Van 29 December 1721 tot 27 Januari 1722 is de Tienhoven dicht om Kaap Hoorn gegaan en is pal noordelijk tot Jnan Farnandez doorgeze.ld, terwyl juist de beide andere echepen, op 22 Januiri een groot eind zuidelijker, een veel grooter boog om Kaap Ho.orn gemaakt hebben. De taal van Echipper Bmman is levendig, niet zoo frisch en bekoorlijk als de taal dier 17de eenwsche scheepsjournalen, waarop Kalfl gewezqn heeft, maar toch vaak treffend sober en met lichten humor. Een koebeest, dat zij aan boord kregen, .scheen de dood self te verbeelden" (72); een inlander rende als een pegasus op ons af" (UO). Hoe dank baar maakt hy melding van een mooy lughtien" na z waren storm (134), van delicate creefte»" voor de zieke nanschap (123) en joe vromelyk vermeldt' hy, dit God tot hun behoud dei wind westelijk ar schieten liet" (U4). Hij is voorts een goed waarnemer en bespeurt, dat Roger's beschrijving van het eiland Juin Fernandez (vanwaar hij in 1709 iiiiiiiiiimiMiniiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiMiiiiMiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiniiiiiii menten gebracht, vaak praal volle wer ken van kunstenaars en kunstenaressen, waai aan het geheele jaar gearbeid was. In 1824 schonk de Hertogin van Bsrri aan den koning een compleet salon-amenblemen van Chineesch schilder weik,dat zy zelf eigenhandig vervaardigd had. Een zelfde weelde heerschte ook ondar den adel, en niet zeldzaam waren de gevallen, dat een edelman 8000 a 10000 francs par jaar op zyn begrooting uittrok voor ge schenken op den nieuwjaarsdag. In Engeland behoorden kostbare geborduaide handschoe nen in de hofkringen tot de geliefkoosde ge schenken op nieuwjaarsdag. Wilde men 't geschenk nog wat wichtiger maken dan vulde men deze handschoenen met goudstukken. Rieds in dien ouden tyd waren het niet alleen de vorsten en edelen, die ge schenken ontvingen, maar ook de mindere man werd bedacht met giften en gaven, en' men weet dat 'c nieuwjaar deze niet zeer aangename eigenschap ook in ons land behouden heeft en dat de in onverzwakte kracht gebruikelijke nieuwjaarsfooien nog menig; kwartje rollen doeo. Verder is ons weinig eigenaardigs gebleven van de oude en nienwjaarsavond-viering. Ter Gouw vertelt dat men weleer in 't oude Holland op den St. Sylvester avond oblieën of pranwels bakte, welker opgerolden vorm een symbool zou zyn geweest van 'c nog niet ontrolde jaar; ik herinner me echter nog alleen, dat myn grootmoeder op dien avond ons vergastte op oliebollen en appelflippen. En wil men in dese simpele gerechten een voortzetting zien der zwelgp irtyen van 't .oude Rome, die de ergernis opwekten der kerkvaders en zendelingen, dan ia onze tijd reed a weder veel dichter tot de klassieke oudheid genaderd, getuigen, het de viechhandelaars, die duizenden oesters afleveren, en de wy'nhandelaars, die hoogty vieren over het knallen der cham pagne kurken. Maar wat .we zeker niet nit oud Rome hebben, dat zijn de geweer- en pistoolaalvo's, waarmee het volk door geheel Nederland nog 't oude jaar wegschiet", een eerlijker symbool voor onze wereld van stry'd, dan de Onvervulde vredezang der engelen in den Kerstnacht. J. D. C. VAN DOKKUM.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl