De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 7 januari pagina 2

7 januari 1912 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

?-v DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1802 i i1/ AANKONDIGING ONZER -HOLLANDSCHE MEDIAEVAL EEN NIEUWE BOËK-LETTER DOOR ONS TE. SNIJDEN EN TE GIETEN IN X CORPSEN NAAR TEEKENING VAN S. H. DE ROOS NIEUWJAAR MCMXII LETTERGIETERIJ AMSTERDAM' VOORHEEN N.TETTERODE ~) eermalen is door allen, wien de ontwikkeling l en bloei der Nederlandsche boekdrukkunst ter Ij harte gaat, de wensch uitgesproken een eigen l/ letter te bezitten, ontworpen door een Neder lander, in aansluiting aan de beweging, die de -M, overige nijvere kunsten, nu een goede tiental jaren geleden, uit den dommel der karakterlooze stijl-imitatie heeft geschud. Dit verlangen is ons vaak ter oorc gekomen en het is niet onze onwil om deze beweging te steunen, dat wij eerst heden in deze voorloopige proef, met een dergelijke letter ontworpen door onzen medewerker S. H. de Roos voor den dag komen. Wat wij sedert de laatste jaren u voor nieuws brachten bewijst zulks voldoende. Hoezeer ook doordrongen van 't rechtmatige verlangen naar een letter die n Hollandsch, n modern, bovenal gemakkelijk leesbaar zoude zijn, achten wij, en onze medewerker niet minder, dat overijling onze be doelingen al zeer slecht zou dienen. Want dit stond wel voorop, dat niet slechts iets anders, maar vooral iets beters dan de nu bestaande typen gewenscht werd, vrij van het onzen volksaard tegenstaande buitenissige, dat de in zoo groot aantal en ver scheidenheid in den handel gebrachte lettersoorten der laatste jaren het stempel van oorspronkelijkheid moest verschaffen en tevens de bestaansmogelijkheid tegenover elkander reden trachtte te geven. In overeenstemming met de eischen die onze tijd met ont wikkelder kunstverlangens stelt aan gebruik en schoonheid, trachtte onze medewerker dus een betere letter te ontwerpen. De leesbaarheid mocht niet geschaad door een mooien vorm, de mooie vorm van het enkele type mocht niet verkregen ten koste van den totaal-indruk eener bladzijde. Deze moet een rustige en welgevulde verdeeling van zwart op wit geven, zoo als dat, reeds bij de oudste drukkers, voor het kenmerk der voortreffelijkheid van een schrift heeft gegolden. Bij het vaststellen van den vorm der letterteekens, ging de ontwerper er niet van uit, met behulp eener constructie dien te bepalen. Het lijnenschema dat bij grootere letterteekeningen en monumentale inscriptiën welhaast onvermijdelijk is voor de zuivere bepaling der verhoudingen, staat een vrijere vorm geving in den weg. Schrijvende zijn de lettervormen ontstaan en aldus zullen ze tot een voor onzen tijd geëigenden vorm gebracht moeten worden, en dan zal niet de enkele, maar de in onderling verband geschreven letter tot grondslag hebben te dienen. Tevens zijn zoodoende beter de optisch storende te kortkomingen, ontstaan door het naast elkaar plaatsen van slechts ten deele den rechthoekigenvorm vullende letters, als A, L, V, W en anderen, tot een minimum terug te brengen. Het wit tusschen de letters toch draagt in niet geringe mate bij tot het rus tig, gelijkmatig aspect van geschreven of gedrukt schrift, en het helpt om de letter op zich zelf fraai te doen uitkomen. Door dit schrijvend vaststellen van den vorm, werd ook de onderkastletter meer in overeenstemming gebracht met het monumentale karakter de Romeinsche kapitalen eigen. Een sierlijker vorm der schraveeringen was daarvan het gevolg, welke slechts in de daardoor verlevendigde groote corpsen naar voren treedt, zoodat de duidelijkheid der kleinere corpsen niet ten nadeele wordt beïnvloed. In hoeverre onze letter aan alle meermalen geuite eischen voldoet, is uit deze voorloopige proef van de dessendiaan slechts gedeeltelijk op te maken. Toch vleien wij ons, dat de ontwerper, die reeds eenige jaren de ontwikkeling der letter soorten, hunne bruikbaarheid en deugden en gebreken heeft getoetst aan zijne moderne inzichten, geslaagd is de moeilijk heden tot oplossing te brengen. In de eerste plaats meenden wij de boekdrukkers, onze afne mers, en vervolgens de uitgevers, wien tezamen de ontwik keling onzer boeknijverheid tot een hooger peil in hoofdzaak is overgelaten, reeds nu met de als Hollandsche Mediaeval gedoopte romein-letter bekend te moeten maken. Maar ook het boekenlezend en -minnend publiek, en vooral hen wier streven er op gericht is de kunst meer en beter plaats Ce gunnen in het dagelijksch leven, dezen allen wordt een aandachtige beschouwing onzer nieuwe letter aanbevolen. LETTERGIETERIJ AMSTERDAM" V.H. N.TETTERODE, AMSTERDAM-ROTTERDAM Siyp" van drie proefpagina'e, gezet uit corps 10 (deseendiaan), de eerste moderne Hollandsche boekletter, genaami: Hollandsche Mediaeval, door 8. H. de Boos. De eerste moderne tollaidsclie Weinig lezers van boeken zelfs lezers, die de vormschoonheid van een boek kunn«n waardeeren zal het bekend zijn, dat onder de nieuwere boekletters, waarmede ook van de Nederlandsche publikaties in de laatste jaren de beste meer en meer gedrukt worden, er tot op heden geen enkele oorspronkelijke Nederlandsche bestond. Dat i»zoo een van die feiten waar zelden iemand, die er niet bepaald mede te maken heeft, bü«til staat en toch is het niet onwaar schijnlijk, dat velen diergenen, die er niet van op de hoogte waren, onbewust er de bezwaren van hebben onderbonden. Ieder beminnaar van een goed stuk drukwerk om van de vak beoefenaren nog maar te swijgen moet het bekend zijn met welke moeilijkheden het tot-stand-brengen van een stuk zetwerk gepaard gaat, dat tege lijkertijd een modern karakter zal hebben te dragen en uitdrukking te geven aan zekere moeilijk te omschreven eischen, die een gevoelig-OEtwikkelJ Nederlander aan eenigen kuist vorm, hier aan het aspect van een bladspiegel zal stellen. Met hoeveel hoogachting, ja bewondering, wij datgene beschouwen, dat na Morris' levenwekkende daden, in Engeland, Ame rika en in den laatsten tijd ook in Duitschland op het gebied der boekkunst is gedaan en bereikt kritiekloos aanvaarden kunnen w\j 't niet; en waar we ons met geïmporteerde buitenlandsche resultaten hebben t e Treden te stellen, blijft dat toch maar een behelpen. Is het niet zoo, dat de Nederlandsche geest in zijn beste bescha ving toch nog iets anders, zeg niet iets beters, eischt en voortbrengt, dan wat de bijzonderste en meest geachte buitei landscbe produktie geven kan ? Een engelsch boek of een duitsch boek zijn toch voor een fijnzinnig hollander, die de boekschoonbeid bemint, nog niet het ideaal. Zal hem dan een hbllandsch boek, gedrukt met de aller beste amerikaansche of duitsche typen, niet, zacht weg gezegd, een weinig een onding toeschijnen ? Wie echter in dezen tij i van velerlei overgang het redelijke zoekt, zal be grijpelijkerwijze iederen daad van voortgang, ieder getuigenis van juister inzicht door het verleden kende, toejuichen. De Grasset-letter, de letters van F. H. Emcke en die van den Amerikaan Kimball (de z.g. Cheltenham), om nu eenige dar populairste en in ons land meest bekende typen van modern buitenlandscb. werk te noemen, hebben daarom ook ten onzent hun rechtmatige waardeering gevonden. Dat, met name van de Grasset en de Cheltenham, door hol landsche drukkers gretig is gebruik gemaakt van die typen, kan niet anders dan met groote voldoening worden geconstateerd. Waar het een uitgebreide en kostbare productie betreft, gaat, om economische redenen, in dit kleine land de ontwikkeling van een zuiver beginsel tot een schoone daad veel langzamer dan ineen groot land, waar altijïde voorwaarden tot vernieuwing gunstiger zijn. Maar met te profiteeren van wat het buitenland brengt, brengen wüons eigen werk nog niet verder en zoo valt er op het gebied der boekkunst nog iets anders te verlangen dan de verwisse ling van slechte iypen door betere. Wij hebben niet alleen goed materiaal, maar vooral goed nederlandsch materiaal noodig. In den boekhandel jaren lang den toonaangever der beschaafde wereld, in de zeven tiende eeuw door Engeland benijd om zijn lettersehar, is Nederland geheel af hankelijk geworden en gebleven van het buitenland. Wanneer zal hierin verandering komen?" vraegt J. W. Enschedéreeds in 1902. ?) Er moesten nog bijna tien jaar voorbij gaan voor deze verzuchting, waarmee de bekende bibliophiel de meening van velen formuleerde, door een daad zou worden beantwoord. Fabiikanten noch kunstenaars valt hier een verwijt te doen waar uiterst lang zaam zich wijiigende economische ver houdingen de eertten gedurende langen tijd als het ware aan handen en voeten bonden, kan van de t weeden getuigd worden, dat de beschaving en het inzicht om een goed en een hollandsch boek tot stand te bren gen, wat betreft het letterwerk, de versie ring en den band, bij hen niet ontbreken. Het feit, dat wij nederlanders meermalen een goeden graphischen aanleg bezitten en er bij ons ook zin voor klaar-gebouwde architektoniek aanwezig is, moge deze meening versterken. Trouwens men he<ft maar te denken aan Der Einderens Grijsbrecht, aan de door S. H. de Roos bezorgde uitgave van Kunst en Maatschappij, aan die van de Verzen en Sonnetten van Henriette van der Schalk door E. N. Roland Holst, aan DysselhofFs La Jeunesse inaltérable en la Yie dorée, aan de laatste Kloos uitgave van Nieuwenhuys, a«n de Bazel's b a wonderen s waardige houtsneden en men begrijpt hoeveel begaving voor de bcekkunst er in dit kleine land schuilt. Maar deze begaving heeft zich, in flagranten strijd met den eigenlijken zin des boeks DE BOEKDRUK IS EEN DER belangrijkste hulpmiddelen van de Afdruk van een zincografL chéverkleining naar een der voorloopige proef teekeningen, om een indrnk te geven hoe ongeveer een grootere sourt zal worden. RIDDER DE BEAUVOIR. Naar het Fransch, van HONOEÉDE BALZAO. Kort na den 18den Brumaire bal in Uretagne en in de Veniée een opstand pkate. De eerste csneul, verlangend om zoo snel mogelijk Frankrijk tot den vrede te brengen, onderhandelde met de voornaamste hoofden ervan, en paste de strengste geweldmaatregelen toe; maar tegelijkertijd dat hij met zijn fijnen.Ital aanschen spenrzin militaire plannen smeedde, stelde bij alle machiavelUtifche middelen der politie, toen in banden *an Fonclé, aan 't werk. K iets van dat alles was overbodig om den oorlog, die in het Watten was nitgebroken, te onderdrukker. Een jonge man, tot de familie de Maill behoorende, werd toentertijd doorde Chouans van Bretagne naar Sanmer gezonden, om sommige personen nit die stad en hare om streken in relatie te brengen met de hoofden van den royalistiachen opstand. Maar de Parijsche politie, die van deze reis op de hoogte werd gebracht, had hare agenten ai gesouden om op den jongen boodschapper bg ijj n aankomst te Saumur terstond de bat d te leggen. Inderdaad j werd dan ook de afgezant den dag van zijn aan wal gaan gearresteerd; want hij k*am met een e e vip, en was ver kleed als matroos. Maar op zijn qui vive, als hij was, had hij alle kansen voor zijn onderneming berekend; zijn paspoort, zijn papieren waren zoo goed in orde, dat de lieden die gekomen waren om hem t e arres teer en, vreesden ieh veigist te hebben. Ridder de Beanvoir, want dit was zijn naam, had zijn rol wel o.erdacht; hij beriep zich op zijn ze o genaamde familie, baa'de zjjn va'sche woonplaats aan, en onderging zyn verhoor met zoovee', zekerheid, dat hu in vrijheid gesteld zou zijn, als niet de spionnen een soort blind geloof hadden ge had in de door hen ontvangen inlichtingen die helaas maar al te juist waren. In h a n twyM verkozen deze speurhonden der politie een daad va a willekeur te begaan, boven het loslaten van een man aan wiens vangst de minister zulk een groot belang scheen te hechten. In dezen tijd van vrijheid be kommerden de vertegenwoordigers van het openbare geiag zich weinig om wat wij heden ten dage de wettigheid noemen. De ridder werd dus in voorloopige hech tenis genomen, totdat de hooge autoriteiten een beslui', hem betreffende, genomen zouden hebben. Dit vonnis van hooger, op liet niet lang op zich wachten. De politie beval dat men den gevangene zeer streng bewaken zou, ondanks zjjn ontkenningen. Ridder de Bean voir, werd toen volgens nieuwe bevelen moeten bepalen bij vrij kostbare uitzonde ringsvoortbrengselen, juist omdat het ware hollandsohe boekmateriaal, de hollandsche letter en het hollandsche zetornament, tot voor kort ontbrak. * * * Na dit alles mag het duidelijk geacht worden van welk een bij zondere beteekenis voor ons graphische ambacht de verschij ning van de eerste nederlandsche boek letter is, die nu door de eenige der twee nederlandsche lettergieterijen (de andere is die van de zeer bekende Haarlemsche Firma Enschedéen Zonen), die zich op modern gebied beweegt, wordt aangekondigd. Onze typographie heeft aan deze firma, de lettergierij Amsterdam" voorheen N. Tetterode, reeds het een en ander te danken: zij toch heeft eenige der beste buitenlandsche typen, hetzij in origineel, hetzij in zorgvuldig hervormde varianten onder het bereik van den nederlandsehen drukker gebracht. Maar belangrijker nog is de oorspronkelijke arbeid, die zij dorst ondernemen in verbinding met haar kunst vaardigen medewerker S. H. de Roos. Noemen wij als het opmerkelijkste zetmateriaal, dat naar de ontwerpen van dezen bekwamen ornamentist werd g sneden en gegoten, de onder de namen Hollandsch ornament, A matei- randen en Bilderdijkprnament in den handel gebrachte siermotieven en later het prachtig ornamentale XieuwJavaansch. Eindelijk meende daze firma de tijd ge komen, dat te verwachten zou zijn, dat de zoo uitermate kostbare aanmaak van een oorapronkelijken hollandsehen letter vol doende door niet alleen ideële waardeering van de zijde des nublieks zou worden tege moet getreden. En wie eenigszins op de hoogte is van wat er omgaat in het druk kersvak en weet hoe het gehalte van het gewone alledaagsche drukwerk ia de laatste jiren gestegen is, zal deze meening kunnen dpelen. Inderdaad zijn de beginselen van j uiste vakbeoef uning blijkbaar zoo aan 't door dringen, dat de kwestie v»n de invoering van bij die beginselen aansluitende werkstof gelukkig niet meer als indindueele lief hebberij van hopggezinde kunstenaars mag worden beschouwd, maar meer en meer als een gewoon practische levenseiach wordt ondervonder». Hollandsche mediaeval" heeft do Roos zijn letter genoemd, waarvan hierboven een proeve, gedrukt met letters van de reeds gegoten dessendiaan, wordt gegeven. Bij het beschouwen dier proeve is het onmiddelliik opvallend hoe bij dezo letter als hoofdeigenschap zich het eenvoudig-zake lijke openbaart. Dit is wel in het minst een letter die voor den beluste op het uitmiddelpuntige, op het geraffineerde en persoonlijke een bekoring hebben kan wat onder andere omstandigheden, gelijk die zich een vijftien jaar geleden voordeden, overgebracht laar het kasteel de i'fiacarpe" (?van de gevaarlijke helling") welks naam de ligging voldoende aanceaft. Djze vesting, bovenop zeer hooge rotsen gebouwd, heeft afgronden tot gracht; men kan die van alle kanten slechts benaderen langs steile en gevaarlijke hellicgen; zooa's in alle oude kaateelen, bevond zic'i \ r den hoofdin gang een ophaalbrug en was het beschermd doir een breeden grechtmaur. Da commandant van deje gevangenis, die bijzonder in zy'n schik was dat hij een man van distinctie moest bewaken, wiens ma nieren zeer aangenaam waren, die een citstekend spreker was en ontwikkeld scheen te zrjn, zeldzame eigenschappen voor dien tijd, ontving den ridder als een weldaad der Vooriienigheid; hy stelde hem voor om in de Eacarpe" te verblijven op zijn eere woord, zoodat zij samen de verveling konden bastryden. De gevangene deed niets liever dan dat. Beauroir was een eerlijk edel man, maar ongelukkigerwijze had hrj ook een bizonder moni uiterlyk. Hij had fijne trekken, een fermen oogopslag, hij sprak makkelijk en was buitengewoon sterk, lenig, goed gevormd, ondernemen^, het gevaar zoekend, zooals hij was, zou hjj een uitslekend partijleider geweest ayr; zoo moeten zij zijn. De commandant gaf zijn gevangene de gerief el ij ka t e kamers die bübezat, noodigde hem aan zrjn tafel en had in den beginne voor het uitzonderingsboek het bevoorkeurde zou zijn geweest, moet juist, nu het kunstvolle beginsel een praktisch be ginsel blijkt te zijn, uit den booze worden geacht. Deza letter mist al datgene wat haar onmiddellijk als artistieke uiting be koring zou geven dat is haar roem en haar beteekenis. Een specimen ervan apart gezien: een leek zou hst haast voor een courantentype houden! maar ziet nu het volle en tegelijk fijne aspect van een bladzijde, de rust en de kracht, die er van uitgaat en ge moat wel gaan aannemen, dat ieier der eenvoudige letters die de bladzij Ie samenstellen, wel iet s zeer bijzon ders aan zich moeten hebben. Dit bijioadere is juist het ontbreken van alle bijionderheden, van alles wat gewild en gezocht zou zijn, dat bijzondere is het algemeene van den lettervorm. Een duide lijke, een zuivere, een rustig leesbare letter is dit: een schoone, niet een artistieke letter. Zonder opsmuk heeft zij de eenvoudige schoonheid van elk gewoon, noodzakelijk ding, schoonheid, dat niets anders is dan uitdrukkings- volheid. Kunstvolheid en natuur lijkheid zijn hier in elkaar opgegaan en daarmede ia een grooten voorsprong behaald op de vele door artiesten ontworpen en al te opvalletd van hun herkomst getuigende typen. De ontwerper van een letter, als van elk ander gebruiksvoorwerp, moet een kunstenaar zijn, die zonder zich in de vir tuositeit van het technische te verliezen, geheel heef e op te gaan in het ambacht elijke. Maar bij de meeste artiesten, die grafische ontwerpen maken is het er zoo mee gesteld, dat zij te weinig zich zelf kunnen verloochenen ter wille van en dienst baar maken aan de eenige bedoeling van een stuk drukwerk: klare en daardoor rustig-weldadige leesmogelijkheid. De letter mag, om zoo te zeggen, toch niet onder hun handen uitkomen of het moet duidelijk blijkbaar zijn, dat een kunstenaar ze ont wierp. Zoo hebben we vele letters gekre gen, die op zich zelf gezien heele precieuze ornamentale vondsten beduiden, maar die te zamen een rammelige, stakerige alinea geven en een bladspiegel vol onregelmatig wit en zwart. Daarmee is niet gezegd, dat men, om deze feilen te ontgaan, minder artiest zou moeten z\jn. Integendeel, ik meen wel te mogen zeggen, dat wie aan dergelijke gebreken ontkomt een fijner, bezonnener ornamentist moet zijn. Met perfekte technische kennis en een prachtig alzijdig overleg alleen ware niet een letter als deze te maken. Bindt de traditie om te beginnen den ontwerper aan de bepaalde, onafwijsbare normaalvormen der karakters, schrijven giet- e ? zettechniek hem vaste hoofdmaten voor, dan verplicht zijn eigen overleg hem nog zich te houden aan de uitkomsten, die een dikwijls langdurige en moeitevolle be studeering van de eischen der leesbaarheid niets dan !of toor den Vendtër. De com mandant was Corsicaan en getrouwd; hrj vond het misschien wat moeielijk om zrjn mooie en lieve vrouw te verstoppen; hoe 't ook zy, hrj was jaloe: sch in zrjn hoedanig heid van Corgicaan en een nogal stumperig militair. Beau^oir behaagde aan de dame, bij van zijn kaït vond haar zeer naar zrjn zin; migecfien beminden zij elkaar, inde gevangenis groeit de liefde zoo fnel. Begingen zy eeni^e onvoorzichtigheid? Overschreed het ge?oe', dat züvoor elkaar koesterden, de grenzen van die oppervlakkige galan tene, die b;jna een van onze plichten tegenover de vrouwen is? Bsauvoir beeft z:ch nooit openlijk uitgelaten over dit nogal duistere punt van zijn geschiedenis; maar zeker ia het, dat de commandant zich ge rechtigd voelde op zrjn gevangene bijzonder strergs maatregelen toe te paseen. In den kerker geworpen, werd Beauvoir gevoed met zwart brood, gelaafd met water, en werd hy ge ketend, volgens het altijd eendere programma van amnsementen, dat den gevangenen wordt bereid. De cel die zich onder het terras bevond, was gewelfd en van hardsteen op getrokken , de muren wai en van et n wanhopige dikte, de toren zag uit op den afgrond, Toen de arme Beiuvoir zich overtuigd had van de onmogelijkheid eener vlucht, verviel hij in die droomen, de tege'ykertrjd de wanhoop en de ttoost der ge Fangenen uitmaken. Hij hem bracht. Wil hij dan niet van het let tertype uitgaan, maar dat vormen naar de voorwaarden, die een gave, gevulde blad spiegel stelt, dan mag duidelijk zijn welk een edel ornamentschrijver een man moet wezen, die al die voorwaarden bevredigend, een onopvallend schoon karakter schept. Ik zou een slechte apologie leveren voor den arbeid van de Roos, wanneer ik die, in vergelijking met buitenlandsch modern werk, onvoorwaardelijk als het allerbeste zou prijzen. Toch mag ik niet nalaten er op te wijzen hoe hij twee nadeelen te boven kwam, die aan het meeste van genoamd werk storen : eenerzijds overwon hij de al te opzettelijke vormverfraaiingszuchr, gelijk sommige duitsche en fransche letters, die vertoonec ; anderzijds ontging hij in zijn streven naar bruikbaarheid het nuchtere, dat het Amerikaansche type toch onge twijfeld op den duur onsympathiek maakt. ZonJer verdere vergelijking met andere lettere, die ons ongetwijfeld te ver zouden voeren, is het overigens bezwaarlijk over het eigenaardige van deze letter vormen een meer dan algemeene apreciatie te geven en het is hier zoomin de plaats als schrijver dezes de man is om over technische vraag punten uit te weiden. Het blijve dan bij deze algemeene apre ciatie, die, naar ik hoop, niet alleen gedeeld zal worden om het verheugende feit, dat door het verschijnen van deze eerste neder landsche boekletter onze kunstnijverheid weer naar een nieuwe zijde haar arbeids gebied h lijkt uitgebreid to hebben, maar ook omdat deze eerste poging reeds een harmonisch bereiken beteekent. WALTER VAN OUDENHOVEN. *) i. W. Eo'-cheï'é, De Boek'ettcr in Neder land. A aster da m, Ipenbuur ea vai Dit ie l erzaal yan Zuivere Eeie v. 101. Alles i bedoeld. En alles moet diener. Het schepsel is middel in da zelfbedoelinz Goda. 102. God ia Vader. En Moeder de Na'uur. Maar Vader' en 'moedei' verzwelgen al hunne kinderen. 103. Geloof c men aan zijne persionlylje onsb rfelrjkheid, dan gevoelt mes, d<*t men niet... volmaakt is. 101. Hat doel der natuur is bare zelf vergeestelijking. Maar geen e gees'.eljj ie helder heid zonder ze hield zich besig met kleinigheden, welke belangrijke zaken worden, hij telde de uren en de dagen, hrj doorliep de leerschool van het ge var gene zijn", trok zich in zichzelf !evug, en leerde lucht en zon waardeeren; toen, na eei dag of veertien, kreeg Mj die vreaselijke ziekte, de vrij heidskoorts, welke gevar genen brengt tot sublieme onder* nemingen, welker verwonderlijke re'nltaten ons ortgeloofelijk voorkomen, ofschoon ze werkelyk gebeurd zijn en die de doktoren waarschijnlijk aan ongekende krachten toe zouden schrij 'en, de wanhoop hunner pbysiologische analyse, mysteries van den menechelysenwil, waarvsndediepte, de wetenschap be angstigt. Beau roir werd d :or verdriet verteerd, want slechts de dood kon hem vrijmaken. Op een morgen bleef de gevangenbewaarder die hem zijn eten moest brengen in plaats van heen 1e gaan na hem zij t schrale portie te hebbeu toebedeeld, met gekruiste armen voor hem staan, en keek hem opeenbisondere wij ie aan. Het gesprek ttnechen hen beperkte zich meestal tot weinig belangrijks en nooit werd het door den bewaker begon nen. Het verbaas ie den ridder dus wel toen de man hein zei: Mynheer, u hebt zek.r uw bsdoeüns; met u mijnheer Lebrun of bnr:rr Le>;uata laten noemen. Dat gaat mij niat a:,r, 't is mijn zaak niet om uy naam ca t« ga M. Of u' nu Petrus of Piulua heet, diit is m

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl