Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1802
een schijnbaar gunstig bericht betreffende
de Gayana Goud Placer had geen effset.
Tram-waarden; vaat; pref. Madoera bleven
op 70 %, aand. Modjokerto op 65 % en
Probolingo eveneens op 55 %.
De geldmarkt verkeert in merkbare ont
spanning, wodat de prolongatierente tot
3% % lg gedaald.
5 Jan. v. D. M.
P.8. Over 't geheel genomen had de locale,
zoowel als de Amer. markt, heden een
eenigszins zwakkere tendens; slechts marine
waarden hadden eene ferme houding. .
De Chicago, Lumbar & Goal aandeeleh
verloren circa 15 pCt. op het passeeren van
't dividend.
lllllllllllllllllllMIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIMIIIMIIIIIIIIIIIiiuiiiiiiiillllll
ome ToimtiMen en liederen,
Veel eigenaardig naïafs was er gelegen in
de vroegere, religiens-g«tinte volksgebruiken
en zangen, die verband hielden met eenige
voornamere christelijke en katholieke feesten.
Een overgroot deel van dit alles ia geweken
.alt de zeden des volks en toch behoudt de
herinnering hieraan iets aantrekkelijks.
Jan Steen gaf ons op een zijner schilderijen
eene voorstelling van het eten van' den
koningskoek op het Driekoningen-feest (6
Januari). De koningskoek was een gebak van
meel en honing meteen witte of bruine boon
er in, en wien het stuk ten deel viel, waarin
de boon gebakken, was de koning, die zich
moest kleien eene koningin en beide kozen
zich daarna eene hofhouding: een biecht vader,
een raadsheer, een schenker, een voorproever,
een nar, een geneesheer enz, minnelijk en
vrouwelijk personeel.
Op die schilderij ligt de aangesneden
boonenkoek op den disch en de gelukkige, wien
het stuk met de boon trof, is reeds gesierd
met de kroon en biedt de in den koak ge
vonden boon aan een der vrouwen, die nu als
koningin van. den dag naast hem zal plaats
nemen. Eenige gasten wachten op de mnsiek,
welke den dans zal begeleiden. Chateaubriand
in zijn Ganie dn Christianisme, hoofdstuk :
fête des rois", spreekt van den gelukkigen
grootvader, wien de kleinkinderen op dien
dag van huiselijk feest op de knieën klante
ren, en van den buurjongen, die zyn buur
meisje als koningin kiest; van de»ouden
knecht, die een lustig deuntje deed hooren,
waarbij de feestgenooten ten slotte een rondje
dansten.
Dat het er bij dergelijke gelegenheden niet
altijd even behoorlijk naar toeging, vertelt
ons Caspor Coolhaes in zyn
Comptoir-Almanach van 1606 (uitgegeven door door Rogge)
blz. S, bijna geen huys en is, ofte men ver
kiest daar eenen coninck. Die coninckmoet
ook eene coningin hebben; daar moeten ook
dienaere van den coninck en de coninginne
zyn... Deze also verkosen zijnde, gaetet op
vreeten ende snypen aen, bedryve alle on
nutte vrenchde, lichtvaerdicheyt, alle onnutte
ende sotte dapper jj en tot der middernacht
toa, ja, altemael de gebeele nacht over tot
den morgen toe,-' en een humoristische alma
nak, aangehaald door Schotel Volksboeken I,
blz. 99 spreekt van veel volk, dat zich in
dez»maand (Januari) anders zal fatsoneren"
dan God ze geschapen hesft; ze :ullen rond
gaan met toertsen ende met pipera" en daags
na den feestdag-zullen ze vinden in haer
borse" niet meer een cruys (nnntstnk).
Ook aan de hoven en op de kasteelen werd
dien dag het gebruik van koninkje" spelen
onderhouden en toen in 1521 de koning van
Frankrijk, Frans l, vernam, dat zijn vriend,
graaf de Saint-Pol, op diens kasteel de boon
had getrokken en koninkje speelde, zond hu
hem voor de grap eene oorlogsverklaringen
trok met de zijnen af op het kasteel van den
graaf, waar men zich verdedigde met het naar
bniten werpen van sneeuwballen, appelen en
harde eieren. Soortgelijke, meer ruwe grap
pen hebben immer hunne gevaarlijke zijde
en een der belegerden wierp, onvoorzichtig
genoeg, een brandend telhout naar beneden,
dat juist den koning trof maar deze koning
was verstandig genoeg om te zeggen, toen
men den schuldigen wilde opsporen: J'ai
fait la folie, il est jus t e que j'en boive ma
part."
Ook van dan jongen Prins van Orarje
(later stadhouder Willem III 1688?1702)
wordt verhaald, dat by op Driekoningen-dag
in den Haag zijnde, in tegenwoordigheid
van P/ins Willem, stadhouder van Friesland,
en andere voornamen, den koningsbrief trok.
Want ook door trekbrieven met de kroon"
weid de peisoon van den dag-koning aange
wezen, waarbij men, in een kring geschaard,
zong:
.Tsa, laat ons den Coningh trecken,
Wackere zieltjes van de min,
Yder wil wat vreughts aantreckenl
Voegt daarbij een Coningin
Hey van vreught nu singht en springht
Vive la, de Coningh drinckt."
Want eerst nadat de koning en de koningin
gedronken hadden, mochten de overige gasten
volgens feestgebruik de lippen aan den beker
brengen. Wie niet had meegedaan aan de
uitroepen : De Koning drinkt", de Koningin
drinki", kreeg van den hofnar eene zwarte
veeg over het gelaat.
Te Antwerpen ventte men tot voor kort
geleden, misschien nn nog, op 5 Januari, den
vooravond van Driekoningen, in de volks
buurten met deze trekbiieven, onder het ge
roep : Koningsbrieven en kroon, en kroon."
Op den brief staat eene kroon, om uitgeknipt
te worden en verder de door den koning uit
te deelen ambten: raadsheer, hofmeester,
speelman enz., elk met een toepasselijk rij cnpje.
Ook bestond het gebruik van den
vroedkoning. Deze werd b. v. te Mee helen door
de stedelijke regeering aangewezen. Op andere
plaatsen werd hij 'a morgens van den feest
dag door de kloosterlingen, in wier handen
het onderwijs der jeugd wa?, gekozen. In
praalgewaad door de stad gevoerd, nam deze
daarna plaats aan het hoofd der feesttafal,
waar hij de broeders, soms ook eenigen van
het stadsbestuur onthaalde. Ook de scholie
ren kregen dien dag vrijaf en kozen uit hun
midden een koning, met wien ze de huizen
afliepen om koningsveld". Ook de kinderen
te Noordwflk en Noordwykerhout liepen
daags voor den feestdag met een linnen-zak
voor het lijf, vragende; Vrouw, geef je wen
(wat)?"
De stedelijke regeeringan ga ven den konings
koek, het feestgebak ten geschenke aan amb
tenaren en stadsbedienden, ook aan de kosters
der kerken, de kloosters en de geestelijkheid,
zooals blijkt nit de tresorie rekeningen der
15e en 16a eeuw. Ook waren er stedelijke
besturen, die wijn gaven, o. a. te Dordrecht,
waar de meeste kloosters van het stadsbestuur
eenige kannen wijn stedewy'n" ten geschenke
kregen. Te Mechelen kreeg de vroed-koning
eenige stade-kannen" Rynschen wy'n ter
zijner beschikking.
(Slot volgt). J. A, H. VAX DEN BRINK.
Kladt ran eei telefoon-ate!
M. de R.
Een gesprek, dat ik dagelijks aan de
telefoon wel minstens eenmaal hou i, ver
loopt aldus. Ik WORD (let wel: ik WORD)
opgebeld:
Rrrrrrtl rrrrrrng!
Ik: Allo!
Een stem: Met wie?
(Dat komt by u door de telefoon in huis
gevallen en in plaats van zich netjes aan te
dienen roept dat n toe: hoe heet ju?l)
Ik (geduldig): Met wie spreek ik?
De stem: Allo l met wie spreek ik?
Ik (sarrend): Ja, met wie spreek IK?
De stem:
(In zichzelf): Dat is ma ook wat.
(Kribbig, nijdig, woedend, naar gelang van het
temperament:) Wilt u me als het niet al te
veel moeite is nu zeggen met wie ik spreek??!
Ik (plotseling): Met de opper-bottelier van
Hare Majesteit de Koningin.
De stem (in de war:) O nee, neemt n
me dan niet kwalijk, dan ben ik verkeerd
aangesloten.
*
Aldui bottel ik er iederen dag.
Ik voed op deze wijze met heiligen ijver
m\|n land genoot en op tot verstandige be
leefdheid of beleefde verstandigheid en word ...
er niet voor gehonoreerd l
Daarom wilde ik dat het eindelijk maar
eens ophield en vraag, M. de R., uwe publi
citeit.
's-H. A. R.
Zijl ml en de onze.
Den 3den Februari 1.1. werd te Eindhoven
opgericht een Pfotestanische
Jongemannenvereeniging, blijkens art. 2 harer statuten ten
doel hebbende Proteatantsche jongemannen
te Einihoven en omstreken wonende, te
vereenigen, ten einde de vorming en ont
wikkeling van hun geestelijk leren te
bavorderen en daardoor iets te kunnen bijdragen
tot de uitbreiding van het Koninkrijk Gods
in hun midden. De vereeniging tracht dit
baar doel te bereiken door
vriendschappalijken en gezelligen ouderlingen omgang, door
huishoudelijke en openbare bijeenkomsten,
door middel van clubgebouw, leestafel en
bibliotheek" (art. 3). De meeste leden ervan
z^jn werkzaam op de gloeilampenfabriek van
de firma Philips & Co. te dier plaatse.
Van de oprichting af heeft deze vereeniging
zich mogen verhengen in de algemeene en
algeheele sympathie der P/otestantsche be
volking, welke sympathie zich door milde
bijdragen nitte. Dientengevolge kon reeds
den 25aten Mei een doelmatig ingericht club
lokaal -worden in gebruik genomen, met
daarbij behoorenden uitgestrekten tuin.
De heeren G. en A. Philips deden aan den
eere-voorzitter, ds. D. van Penraem, meer
malen hun ingenomenheid met de P. J. M. V.
blijken, en het is dan ook voornamelijk aan
hun milde bijdragen en hunne toezegging
van toekomstigen steun te danken, dat binnen
zoo korten tijd een aan alle eisenen vol
doende inrichting kon worden opengesteld.
Tot recht verstand van een en ander diene
de mededeeling, dat indertijd het bestuur der
P. J. M. V. den heer A. Pheifer uit Oirscbot
had aangezocht het huis, waarin het club
lokaal zich bevinden zon, te huren. Hij kon
er op rekenen, dat twee der beneden ver t rek
ken met den tuin door de vereeciging in
onderhuur zonden worden genomen,mitshy dan
tevens als concierga wilde fnngaeren en zorg
dragen voor onderhond, vuur en licht.
Hiervoor zou hu jaarlijks ontvangen ?300,
zijnde t wee-derden der geheele huursom. De
heer Pheifer voldeed aan dit aanzoei, ver
liet zyn woonplaats en vestigde zich in be
doeld huis te Siratum bij Eindhoven, A 25,
waarop de vereeniging de zalen met tuin in
gebruik nam. Da heer Pheifer, die met zijn
gezin slechts weinig ruimte noodig had,
stelde het overige gedeelte van het huis
open voor zes Prot. kostgangers. Hierdoor
werd het gebouw een centrum voor de
Proteatantsche jongemannenwereld in deze
R. C. omgeving, wat des te meer te bet ee
kenen heeft, omdat daarmee aan menigeen
uit den vreemde vertoevende een vriendelijk
tehuis werd geboden. Alles ging voorlocpig
naar wensch. De P. J. M. V. bloeide.
Begin November ontving ds. Van Penrsem
van den heer G. Philips diens eerste
jaarlijkache bijdrage, welke besteed werd ter
voldoening van de huurteroaijn Mei?Oef.,
zonder eenige aanmerking op de inrichting,
? werking en het openbaar optreden der
P. J. M. V.
Kort daarop, 14 December, staakten aan
de gloailampenfabriek der firma Philips &
Co. metaalbewerkers. Onder deze bevonden
zich drie leden der Jongemannenvereeniging.
Zaterdag, 16 Dec., belde de heer G. Philips
ds. Van Peursem op, en deelde hem
telephonisch mede, dat drie jongelui, laden der
P. J. M. V. deel namen aan de staking. Hij
eiichte op hoogen toon, dat een dier drie,
die bij A. Pheifar in de kost was, door dezen
onmiddellijk op straat zon worden gezet en
dat alle drie die leden van het lidmaatschap
der P. J. M. V. zouden worden vervallen
verklaard. Zoo niet, dan zou hij zijn
jaarJijksche bijdrage aan de vereeniging in
trekken.
Da. van Peursem antwoordde, dat het ho uden
van kostgangers een particuliere onderne
ming van den conciërge was, dat du3 het
bestuur der vereeniging hem niet het bevel
zou kunnen geven een kostganger uit zijn
huis te zetten. Dat de stakers niet staakten
als leden der P. J. M. V., die totaal buiten
dit alles stond. De heer Pa. antwoordde
dat hu geen dwang wenschte uit te oefenen,
doch dat men wel moest weten dat hij geen
vereeniging wenschte te steunen, die elemen
ten in zich bevatte, die hem tegenwerkten.
Zondagavond 4. e. y. stelde de. v. P. het
bestuur der vereeniging in kennis van het
besprokene.
Alle leden waren werkzaam bij de firma
Philips, zonder evenwel tot de stakeis te
behooren. Men besloot den heer G. Pailips
te antwoorden: Ie. dat over het uit het
buis zetten van een staker door den con
ciërge van het clublokaal der P. J. M. V.
zelfs niet verder gesproken zou worden, daar
de vereeniging in dit opzicht niets te zeggen
had; 2e. dat het reglement der koninklijk
goedgekeurde vereeniging verbood, de leden
in de gegeven omstandigheden onmiddellijk
te ontslaan, dat dus, zelfs al wilde het
bestuar naar den zin van den heer Philips
handelen, het dit niet zon kunnen, daar
volgens art 9 van het'huishoudelijk regle
ment, alleen op voordracht van het bestuur
een lid van het lidmaatschap kan-worden
vervallen verklaard, waarvoor minstens 2/3
van het aantal leden er bezwaar in vinden,
dat hij lid blgfi; 3e. dat het bestnnr een
stemmig weigerde genoemde leden tot ont
slag voor te dragen.
Maandagmorgen werd de voorzitter der
vereeniging door den beer Ph. van zijn werk
bij zich geroepen, en deelde hij hem meda,
hetgeen hy met d*. Van Pdnrsem Zaterdag
besproken had. Da voorzitter antwoordde,
dat het reglement een onmiddellijk ontslag
niet toeliet, waarop de heer Pb. zeide, dat
dan het reglement maar veranderd moest worden.
De voorzitter antwoordde, dat dit niet ging.
Zonder nu schriftelijk antwoord af te
wachten, deelde de heer G. Philips df>. Van
Penrsem telefonisch mede, dat men op zijn
bijdrage niet meer behoefde te rekenen, en
informeerde daarbij, of het meubilair der
inrichting, door de hearen Philips indertijd
grootendeels bekostigd, aan de vereeniging
ten geschenke of slechts in bruikleen ge
geven was. Ds. van Peursem antwoordde,
dat het slechts in bruikleen was gegeven,
zoodat tot de waarde van ?400 door de
heeren Ph. desgewenscht uit het vereen
gingsgebouw kon worden weggehaald.
, De heer Ph. zei hierover eerst met zijn
broer, die op reis was, te zullen spreken.
Verder gaf hij den raad, op den daartoe
gestelden ty'd (3 dagen vór Kerstmis) het
huis op te zeggen, daar hij tyn jaarlijgsche
bijdrage van nn af aan introk. D', v. P. zei
nogmaals, niet te begrijpen wat de Veree
niging als zoodanig met een staking op de
fabriek van Philips & Co. te maken had,
waarop de heer G. Pai.ips kortweg ant
woordde : Dat is mijn zaak", en het gesprek
afbrak.
Kort daarop bedankten vier leden der
P. J. M. V. voor hun lidmaatschap zonder
schriftelijk de redenen hiertoe te motiveeren.
Na onderzoek bleek aan ds. Van Peursam,
dat dezen een zydelingechen wenk hadden
ontvangen, dat zij ontslagen zou ien worden,
als ze niet uittraden nit de P. J. M. V
omdat het niet gewenacht geacht werd, dat
meerderen in n vereeniging met hun min
deren zaten.
Ziehier een nuchter relaas van feiten, die
wij den leier ter baoordeeling overlaten.
Hoe zullen de zaken ver d ar gaan ?
Zal de heer G. Philips, na overleg met
zijn bioer, het meubilair uit het clubgebouw
doen weghalen? Zal deze zoozeer gunstig
werkende inrichting thans ten gronde gaan ?
Zeker is, dat de kosten hiervoor door het
betrekkelijk klein aantal leden, dat door de
maatregelen der heeren Piniipa reeds kleiner
is geworden, niet kan woidan gedragen. Zal
dientengevolge de vereeniging op den duur
niet onmachtig zijn de huur aan den heer
A. Pheifer te voldoen, zoodat deze weer niet
in staat zal zijn, do zijne te b stalen?
Zal deze man, die voor zie'a zelf, zijne
vrouw en drie kinderen op bovenvermelde
wy'ze een middel**van bestaan vond, straks
brooieloos staan? Zullen neg meerdere
leden der P. J. M. V. gesteld worden voor
de perniciense keus te bedanken als lid dier
vereeniging of ontslagen te worden uit hun
betrekking bij genoemde firmanten?
De heer G. Pailips, die dese en dergelijke
mogelijkheden voorzien heefc en voorziet,
schijnt zich van dit alles niets aan te trekken.
EL fin, dat i', om 's mans eigen woorden
te gebruiken zijn zaak.
De onze echter, te protesteeren tegen een
dergelijk aantasten van het vereenigingsrecht
door een groot fabrikant, die in zijn macht
sfanatisme zich niet ontziet, een predikant
te beschouwen als zijn zwarten knecht, dien
hij afsnauwen kan naar welgevallen, dien
hij zonder zelfs met diens redelijk inzicht
eer en geweten ook maar eenigsiins rekening
te honden tot volvoering van de meest on
rechtmatige handelwijze schaamteloos tracht
uit te zenden; die, zonder respect voor
's menseden persoonlijkheid, zijn onderge
schikten blootelijk beschouwt als werktuigen
tot volvoering zal f i van zijn meest
onredelijken wil, en op de zwakke zijde van hun
karakter specnleerende, hen voor de keus
stelt, broodeloos op de keien te komen,
wanneer zij geen onrecht wem chen te^plegen
ten opzichte van zichzelf en een vereeciging,
welke zich ten doel stelt de bevordering
van het ware, goede en echoone; of hun
brood te behouden, ten koste van het heiligste
van hun hart.
Nu n en (
28 Dec.
B. DE LIGT,
Ned. Herv. Predikant.
9a Jaargang. 5 Januari 1912.
Rac acteur: J. DE HAAS,
Graaf Florisstiaat Ifii, Amsterdam.
Verzoeke alle me iedeelingen, deze rubriek
betreffende aan bovenstaand adres te richten.
Aan de dammen en hen die het willen
worden l
Door de redactie hiertoe aangezocht, heb
ik my gi>arne bereid verklaard in d t bla l
een damrubriek te redigei ren, in het blad,
dat in Nederland het eer8', bereid was, het
is nu 8 jaren geleden, een aanzienlijke plaats
ruimte voor dit mooie spel af te staan, in
het blad, dat dua het rst wilde medewerken
aan de propaganda voor ons kunstige damspel.
Daar een damrabriek te redigeeren is mij
een genoegen.
Ik stel m\j voor in deze rubriek alleen en
uitsluitend de techniek van het damspel te
behandelen en wel in een vorm, die voor
de min-gevorderder, ja zelfs voor de
esratbegiunenden prettig zal zijn te volgen Ook
voor de sterke spelers hopen wij steeds be
langwekkend te zyn; voor deze laatsten zullen
wij een aparte afdeeling in onze rubriek
reserveeren.
Twee afdeelingen dus.
De eene, voor de niet- verge vorder dan, zal
heeten : ONZE CUBSDS.''
Onder de jen titel zullen die niet-verge vor
derden, ik heb in 't bijzonder op het oog:
de jeugd, van meet af worden onderwezen
in het fraaie damspel.
In de tweede afdeeling, die wij den naam
geven van VAN ALLES WAT", zullen worden
opgenomen: Vraagstukken, Partyen, Pro
blemen en eindspelen. In n woord, alles
wat den geoefenden speler belang inboeze
men kan. Voor elk wat wils" dus.
Dat het mg' gelukken moge, voor dit ver
nuftig spel gaandeweg meer en meer belang
stelling te kweeken, is my'n innige wenscb.
J. DE HAAS,
ONZE CURSUS.
Ziezpo, jongelui l Nu zullen wij eens een
woordje praten over hetgeen wy wekelijks
zullen behandelen.
Ik stel my voor n systematisch het dam
spel te leeren; dit spel kweekt of bevordert
tal van eigenschappen, die n later in het
dageiykrch leven te pas zullen komen.
Het leert zelf beheersching, het ontwikkelt
het denkvermogen en bevordert, tór alles,
het voorstellingsvermogen. Dit laatste speelt
wel e-in van de voornaamste rollen by' het
dammen. Het gulden spreekwoord: Bezint
eer gij bezint" is by het dammen clagely'ks
van pas. Het damspel leart verder combi
neerea" : verschillende zaken met elkaar
verstandig in verband brengen, ook Bevordert
het spel de huiselijkheid en kweekt daardoor
vriendschap. Dit spel speelt men louter en
alleen om de eer. Men wint doordat men
beter denkt dan de tegenpartij en zulk een
ov r winning schenkt reeds voldoening gecoat;.
En wa1; is het, dat het damspel verheft
boven bijna alle andere spelen ?
Hat is ean open spel. Man kan da hinder
lagen zien, die van weerskanten worden
gelegd. Niets wordt voor el t aar verborgen.
fijke beweging van de tegenpartij kan worden
gadegeslagen. Wy' zaggen kan, want dit is
natuurlijk afhankelijk van uw begaafdheid.
Lïter zullen wij zien, wat hiermele wordt
bedoeld.
En nn, jonge'ui, een kleine waarschuwing,
vórdat de cursnj een aanvang neemt. Ean
Kaeetdrift'g dammer ala ik mag u die geven:
Beschouw het dammen steeds als een zuivere
ontspanning, als een pleizier.
Naem thans een dambord vór o. Z DO gij
er geen hebt, tesken er even een op een
stnk sterk papier of karton.
Leg uw dambord zó, dat de lange lijn,
dat is de lijn met zwarte ruiten, die van de
eene hoek naar de andere van het bord
loopt, aan uw linkerhand ligt.
Het terrein, waarop wij tezamen heel wat
gevechten zullen zien leveren, ligt thans
voor ons. Dit terrein moeten wy ia ieder
onderdeel verkennen, hiertoe heeft elk veld
of vak een nummer (aie diagram 1), Nu
M J^ Ï3 U
V n i»w as
IK 2? 23 )*
,38 27 3S 29 30
XI 32 & M
36 37 38 39 ?
4t « 43 -U
«? «T 48 « SO
* ? S * ?
? ? « e
*?«**«
,- o a
<y, & a
3 a o
a a a
9.
S&i 'v*
* ^ '" '*
r,. ? .
m mm,.
m 'm
,
«K
O!
plaatsen wij de cc hjj ven in de
aanvangepositie. D. w. z.: wy plaatsen op 5 rijen van
den rand af, 20 zwarte schijven en aan den
tegenovergestelden kant op 5 rijen eveneens
van den rend af, 20 witte sc'jyven (zie
diag'am 2). Wy nemen nu plaats voor de
witte schijf en en notearen van bovenaf links
waar de zwarte schijven zijn opgesteld.
Op de eerste rij staan de echyven: l, 2,
3, 4. 5, van links naar rechts du».
Op de tweeda rij, ooi weer by links te
beginnen staan de schijvei 6, 7, 8, 9, 10.
Wij zien nu, dat de zwarte schijven staan
op da ruiten van l to1; en met 20 en ie
witte op de vakkan van 31 tot en met 50.
ledere speler spealt du i met 20 schijven,
waartnsscïien 2 open rijen genummerd van
21 tot en met of>. Dit zullen wij gemaks
halve het onzijdig terrein noemen, waarop
de eerste schermutselingen der voorposten
zullen p'aats vinden. Nu dat wij dit alles
weten, gaan wij baginne».
Als regel geldt: Wit beg'n*-. Wy houden
ons aan dezen regel en spelen dut mat wit
33?28, d. w. z., wij hebben sc'ay'f 33 op
veld 28 geplaatst Hierbij dient opgemerkt,
dat esn schy'f alleen schuin vooruit gespeeld
mag worden. Dit onthouden wy dus we!.
Schijf 33 kan dus op 9 of 28 gespeeld
worden.
Wy hebben ge=p3eeld 33?28 en zwart
antwoordt hierop met 19?23. Nu moet wit
slaan van 28 naar 19.
De verrichting van slaan wordt aangeduid
door :, twee stipjes dus boven elkaar. Wij
noteeren daarom 28:19. Schy'f 28 springt
over de schy'f op 23, de speler met wit neemt
de zwarte schijf 23 weg en hij plaatst zyn
schijf 28 op het open vak achter deze schy'f
pp 19. Daar het slaan geldt voor een zet,
is na zwart aan de beurt van spelen, want
in het damapel speelt men om beurt en. Z vart
moet nn eveneens slaan, want slaan is ver
plichtend, doch kan hier op tweeërlei wy'ze
slaan; en wel 13:24 of 14:23 (ue diagram
No. 3\ Wy weten nu reedf, hoe de krygers
worden opgesteld, hoe men de zetten op
schrijft en hoe geslagen moet worden.
Nu nemen wij alle schijven van het bord.
Zet thaiis 3 schyven op 18, 19, 20 en een
witte op 25. Wit is aan den zet en slaat nn
alle drie de schij ren van het bord. (Zie dia
gram N o. 4). Dit slaan geschiedt nu als vol i?t:
Da witte schijf springt van 25 op 14, van
14 over schy'f 19 naar 23 en vervolgens over
schijf 18 naar veld 12, eerst nadat de witte
schijf op deze wijze heeft gesprongen, mogen
de 3 zwarte schijven van het bord genomen
worden. Deze verrichting noteert men als
volgt: 25:12. Zioaven leerden wy, d*t een
schy'f nooit achteruit mag schuiven, doch uit
het laatste voorbeeld zien wy dat achteruit
slaan wél geoorloofd is. Ook hebben wy ge
leerd, dat men doorslaat indien zich achter
het vijandelijk stuk open valden bevinden.
Het volgende voorbeeld zal het n nog duide
lijker maken. Plaats 4 zwarte schijven op de
velden 14, 25, 32 en 41. Esn witte schijf op
46. (Zia diagram No. 5). Wit meet nu de 4
zwarte schijven wegslaan. De witte schijf
komt nn op veld 10 en na den slag neemt
hij de geslagen stukken van het bord. Omdat
er dan tnsschen iedere zwarte schijf een open
veld was, mocht wit de 4 zwarte schyven
slaan. Stond er echter ook nog ei n zwarte
schijf op 19, dan moeat wit op veld 28 blijven
staan. Hij mag immers a iet over 3 schijven
tegelijk heen springen. (Zie diagran No. 6.)
Evenmin mag hij over 2 schniren springen,
zwart komt dus nu aan de beurt en slaat
van 23.32,
Uit het geleerde blijkj d a?, dat men tijdens
den krijg zoo min mogelijk open vakken in
zyn leger maken moet. Al deze open valden
maken den vijand den doortocht gemakkelijk.
Het parool zij dus: In gesloten gelederen
vooruit 11
Vergeet dit vooral niet. Men boude het
spel zooveel mogelijk gesloten, want Een
dracht maakt macht' is vooral in dam
men van grooie beteeker.ie. Een trijger,
afgesneden van de hoofdmacht, dus a'lén
in de nabijheid van het vijandelijke kamp,
loopt groote kar s te wordan veroverd. Dit
aaneengesloten opiukken is een van de
voornaaxste dingen, die men by het damm>n
heeft in acht te nemen.
Ziezoo, jonge vrienden l Als inleiding hsb
ik getracht u te vertellen, hoe het damspel
gespeeld wordt. Wanneer ie;s niet duidelijk
mocht zijn, dan vraag maar gerust.
Ik vind het n.m. heel prettig zoo van ty'd
tot tijd een praatje met u te houden.
De volgende week beginnen wij met het
gaven van kleine voorbeelden, om de
beteekenis en de werking van echijven te
verklaren. Daarna worden aardige
vraagstukjes samengesteld, die aan de band van
het geleerde, zér go ad door een ieder kun
nen worden opgelost. Voor de goede oplossers
worden dan kleinere of grootere prijzen be
schikbaar gesteld.
Ik raad da j o galni, die dezen cursus volgen,
aan, dit vooral met de volle attentie te doen,
de verschillende rubrieken nit te knippen
en achtereenvolgens in een boek te plakken,
opdat, zoo noodig, men steeds iets kan nazien.
Zoo zult ge het spel wel leerer. Tot a.s. week.
VAN ALLES WAT.
DIT DE PARTIJ.
De volgende hoogst belangwekkende stand
is voorgekomen in een party', dan 2den Kerst
dag te Haarlem gespseld, in de competitie
van den Neierlan Iscien Dambond.
S. van Daalen (wit,,Haarlemse-e Damc'ub".
J. Abratas (zwar') V. A D "
Stand:
Zwart 14 schijven op 3, 8, 11, 12, 13, 15. 16, 18,
19, 23 24, 25, 26, 29.
Wit 14 schijven op 27, 28, 31, 32, 33, 35,36,
37.38,39,42,43,45,48.
In dezen stand was wit aan den zet en
speelde 27-22, mei het volgende verloop:
Wit Zwart
1. 27 22 * 18:27
2. 3122 1218!
3. 37-31
De eenige zet. Op 22 17 dan zwart 11:22
wit 28:17, zwart 16-21 met de zekere winst
ran een schijf.
3. 23:37
4. 42:31 18:27
5. 31:22 16:21
6. 32:27?
E m zwakke zet en bij onderzoek zyn er
maar 2 motieven, die wit bij dezen zet kunnen
hebben geleid. De vreeR, dat zwart naar dam
zou gaan door: 11?17, 21?27, 23:32, wit
38 : 27, zwart 29 : 49. Deze jraes is ongegrond,
daar zwart na de ie voortzetting verliezen
zou, want wit speelt dan 21?16, zwart 49 : 21P
wit 10:27 en gaat met schijf 11 ongeh.nderd
naar dam,
Na het tweede moüef. Slaat zwart op wit
32:27, 21:32, wit 28:37 dan zwart 23?28.
Om een echijf te winnen, zon wit dan als
volgt spelen: 22?18, awart 13:22, wit
35?30, zwart 25 : 34, wit 39 : 30, zwart 28 : 39
(niet 24 : 35) wit 43 : 14, zwart 24 : 35 en wit
heüfc uitstekend spel. Schy'f 14 neemt een
zeer sterken stand in en houdt twee zwarte
schijven in bedwang. Wit maakte zich echter
onnoodig bavreesd, en heeft daardoor een
steike voortzetting over het hoofd gezien,
en wel door 39?34, zwart 29 : 40, wit 45 : 34
en nu dreigt wit 34-29, 22-18, 286. Speelt
zwart nu 24 29 of 24 30, 19;39, dan wit
43:39 met belangrijk voordeel, door zijn twee
schyven op 22 en 32. Ztvart staat vooral
zaer zwak op zijn korten vleugel. Wy' keeren
nn tot wits 6 Ien zet terug.
23 32 zeer juist T
7. 27:7 19.23
Daze zet leidt tot een aardige winst, hoe
wel 8-12, wit 7:9, zwart 3:14, wit 38:27, zwart
29:49 ook tot winst leidt.
8. 38:27 29:42
9. 7-2
Gedwongen. Op 7 l wordt de witte dam
onmiddel ij k gevangen.
9. 49:16
10. 48-43
Wederom gedwongen, daar an iers de witte
dam verloren gaat, door 14 19.
10. 16.40
11. 2 16 13-18
Dit leidt ook tot winst. Sneller en krach'
tiger winst geeft echter het volgende:
Wit .... 1630 22-17 17: 8
gewonnen.
4S 21 2O.Ö4 8 iü4
12. 22 2 19 23
12. 2.30 25:43
en zwart won na korten tijd de party door*
het verkrijgen van een tweeden dam en de
overmacht van schijven. Een belangwekkend
party'gedcelte met heel veel leerzaam?.