Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDKRLAND.
No. 1803
T
fe
was, te maken van. den oniichtbaren
steenkolenvoorraad des land».
- Het resultaat was oogenecbynlijk
geroststellend^ want deze commieeie kwam tot de
conclusie, dat in den bodem des lands nog
146.500 millioen ton steenkool aanwezig waa,
waarvan het te voorschijn brengen mogelijk
zou «fln,, bij welke raming rekening werd
gehouden met alle steenkooi-lagen van 0.3 M.
breedte tot op een diepte v»n 1200 M. onder
de oppervlakte. L»gen van geringere breedte,
kwamen als niet rendable en evenmin
rendable te maken niet in aanmerking.
Maar bjj toenemende diepte nemen de
ontglnningskosten zóbelangrijk toe, dat. de
prijs der gewonnen kolen reeds buitengewoon
hoog zou sjjn, vór nog de maximum diepte
van 1200 U. zon zijn bereikt.
In 1899 betoogde de ingenieur Longdon,
president van het mijnbouwkundig instituut,
in een voordracht over de toekomst der
steenkool-del v ing in E; geland, dat in de
laatste 25 jaren het jaarlijkse h verbruik van
120 tot 200 millioen ton was toegenomen
en dat, indien het verbruik in de M ver
houding bleef toenemen, Engeland resds na
50 jaren, met 't oog op sijn behoefte aan
goedkoopere steenkolen, ijzer en staal, af
hankelijk zon z}jn van de Ver. Staten van
Noord-Amerika.
En inderdaad is sedert het einde der vorige
eenw détoename van het verbruik tot op
heden grooter geworden, want volgens het
officieel ambtelijk rapport, bedroeg de con
sumptie in 1907 reeds 268 millioen ton, d, i.
6.7 pCt. meer dan in 1906.
Bydney Lupton heefi, 25 jaren geleden, op
ernstige wijze deze aangelegenheid onderzocht
en behandeld. ? HU berekende dat, wanneer
de verbruikstoename in Engeland jaarlijks
3 M pC . bedraagt, ala toenmaals, de geheele
ondergronddchévoorraad tegen 1990 zon zijn
verbruikt. Hy ging daarbij van de veronder
stelling uit, dit de consumptie niet zal
blijven toenemen tot men genaderd is tot
de algehesle uitputting van dit onontbeerlijk
verhittingj-miteriaal, maar dat deze feitelijk
reeds vroeger een bepaald hoog niveau zal
hebben bereikt en dan gelijdelijk zal dalen,
terwijl de prijs tegelijkertijd gaat stijgen.
12/1 '12. (Slot volgt). V. D. 8.
Eene Leer en een Karakter.
(Du. OTTO EFFERTZ),
I.
Geheel eenig is de plaats der Staathuis
houdkunde te midden der zusterweten
schappen. Terwijl zij met hooghartig gebaar
zich afwendt van de geesteswetenschappen,
voorwendend dat zij een exact" karakier
bezit evenals de natuurwetenschap en dus
met het literaire" bedrijf der geestes
wetenschappen niets van doen heeft, is toch
duidelijk dat geen der andere wetenschappen
in zoo hooge mate tot onmiddellijk prak
tische gevolgtrekkingen leidt en aldus te
worstelen heeft met subjectieve
vooroordeelen, met hartstochten of door eigenbelang
verblinde oordeelvellingen. In alte andere
vetenschappen wordt enkel de intellectueele
arbeid toegelaten; in de studiezalen der
academie is enkel het intellect aan het
woord; gemoed en fantazie moeten elders
hun onderdak zoeken, in de kunstacademies
of in de godsdienstige en politieke kweek
scholen. In de staathuishoudkunde is het
anders; de groote systeemstichters waren
mannen van gevoel en verbeelding; een
economisch stelsel is een dichtstuk, dat in de
koele gehoorzalen der academie zijn
ontleders en toelichters vindt. Is het dan
te verwonderen dat de groote
oeconomische ontdekkers (gelijk de ontdekkers
in 't algemeen) op enkele uitzonderingen
na geen plaats vonden in de offioieele
academies? Een universiteitsprofessor, die
dichterlijke wieken uitslaat, begeeft zich
buiten het terrein der hem aangewezen
werkzaamheden; een vurig" professor is
een dwaze verschijning, een oneer voor allen
die het waardig ambt bekleeden van den
zelf bezonnen, zelf bezonken leeraar der jeugd.
De veelzijdige, geniale economist Dünring
werd smadelijk verwijderd toen hij zijne
leer onder het vergaderingsplebs ging ver
spreiden.
Men verbeelde zich den hartstochtelijken
revolutionair Marz als een eenvoudige,
waardige professor, les gevend in de leer
van het Marxisme en men zal voelen dat
zulk een temperament niet passen zou bij
zulk een ambt. Zoo Marx tot professor ware
benoemd, hij zou of na eenigen tijd zijn stelsel
gewijzigd of verloochend hebben, m. a. w.
hu zou door het milieu van zijn temperament
beroofd zijn; of wel hij hadde reeds in den
aanvang zijn toga weggeslingerd om zijn
vurigen geest den vrijen loop te laten.
De stichter eener natuurwetenschappelijke
leer wordt geheel anders beoordeeld dan
de economische systeemdichter. De vurig
heid van den eerste doet aan de nauw
keurigheid der door hem verkondigde
stellingen niets af; zijn temperament zal
hem niet in conflict brengen met zijn milieu
en met het gezag. Derhalve in de staat
huishoudkunde is de universiteitsprofessor
een tweedehands leeraar; hu doceert wat
de economische dichters der wereld open
baarden en hij zet die openbaringen om in
zijne eigen taal; hij vertolkt de poëzie door
een proza, dat in algemeenheid en correct
heid wint wat het verliezen moest aan kern
achtige, subjectieve uitbeelding. Zoo werd
uit de verschillende systemen" het systeem
der algemeene theoretische staathuishoud
kunde geboren.
De heer Effertz, dien wy aan het publiek
wenschen voor te stellen, is een nieuw op
gestane systeemdichter, en het behoeft dus
geen betoog, dat hij geen academie-professor
is; zelfs heeft hu, naar het schijnt, een
poging om het tot p i vaat docent te brengen,
zien mislukken. Zelfs een aankondiging,
waarin hu privaatlessen aanbood, werd van
het aanplakbord der Bonnsche universiteit
verwijderd. Men scheen ginds in hem een
onbeduidend querulant te zien, die zich door
de faculteit vervolgd waande, wijl deze niet
wen echte in te gaan pp zijn waan-ideeën
van beweerde economische ontdekkingen.
De Faculteit had zich echter kunnen verge
wissen, dat het systeem van Effertz, dat de
grondbegrippen van physiocraten en van
arbeids-theoretikers vereenigt, een geheel
nieuwe opvatting geeft, niet enkel van de
leer van het economisch evenwicht, doch
tevens van het begrip der productie en dat
der distributie.
Van deze merkwaardige leer, die reeds
van de zijde van bekende professoren der
Sorbprne (Andier, Sorel) openlijke huldiging
ontving, hopen wij een verkleind beeld te
geven.
: (Wordt vervolgd). H. VAN TRESLONG.
Twee pilanie eiioiuriiip,
AMSTERDAMSCHE. GEMEENTERAAD.
I.
Het was in het jaar . . .
We waren aan het debatteeren over ons
Tramtarief. Of we 't zouden mogen wagen
met een algemeen van vijf cents.
Achter de tafel van B. en W. werden
zér bedenkelijke gezichten getrokken.
We stonden met ons tramvervoer op
pl.m. 36' millioen passagiers per jaar.
Volgens B. en W. kon het verlaagd tarief,
dat ipmmigen wenachten, niet rendeeren
eer die 36 millioen er per j «ar 48 ge worden
waren.
Uit de gegevens van 70 Engelsche steden
van diverse grootten had ik de slotsom
getrokken, dat Amsterdam met haar be
volking het moest brengen tot minstens
65 millioen.
Maar zoo'n fantast!
Van 36 millioen te komen op 48 was toch
immers al te gewaagd verwacht.
"E a de Raad was voorzichtig.
Dat was in 1903.
De statistiek over 1911 spreekt nu van . . .
78 millioen passagiers per jaar.
II.
Het was in het jaar 1909
Het was in het jaar 1910.
Bij het begrootingsdebat. In zake de
Telefoon.
Ik kloeg over dat; dwaze tarief van onze
Publieke Telefoonstations.
25 Cents! Den Haag deed het voor 10et.
per gesprek.
Dat gaf, aan onze stations vooral, een
indruk van Amsterdamsche prijzen, niet
gunstig voor de hoofdstad.
Maar van de tafel van B. en W. klonk
het plechtiglijk officieel:
Ons tarief zat vast aan onze
Rijksconcessie. En zoolang die niet tot herzie
ning kwam, viel aan ons tarief, voor zoo'n
onderdeel, niet te tornen.
Als een Raadslid zoo'n officieel antwoord
krijgt, buigt hu natuurlijk in berustend
zwijgen het hoofd.
Vecht eens tegen de Bierkaai van een
Rijksconceesie!
Doch ziet
Al zoo we schreven het jaar onzes Heeren
1911, kwamen B. en W. nu zelf met een
voorstel tot verlaging van het tarief voor
Publieke Telefbonstations. En van den
boeman der Rijksconcessie werd niet meer
gerept.
Komt een Raadslid met een denkbeeld,
Zeg dan pleoh.tig pee!"
Maar wat later kom je er zelf
Zelfstandig mee!'
Is dat niet uit 'n revue: Drilschool-scène
voor B. en W.?
Er staat me zoo iets van voor!
L. S.
De gevaarlijkste rüanien m itaiie ia Tiplis.
Zooals te verwachten was, zijn da Senonssis
de Tu'ken in hu a strijd tegen Italië te hu p
gekomen en zijn hierdoor de Italianen
tegenover de grootste macht van den I-lam
van Noord-Afrika geplaatst geworden. Wie
en wat zijn nu eigenlijk de Senonssis,waarvan
in de laatste tijden de dagbladen zoo dikwijls
vol geheimzinnig eid gewagen? Waarom
worden juist zij voor de gevaar.ijkste vijan
den gehouden van de Italianen, die in Tripolis
en Cyrenaika trachten binnen te dringen ?
Een goed antwoord op deze vragen, een
antwoord, dat van groote vakkennis getuigt,
vinden wij in het werk van J. C. E Falls,
dat onlangs ocder den titel Drei Jahre in
der lybischen Wüste" verschenen is. Falls
was lid van de zoogenaamde Frankforter
Menas expeditie", die zich ten doel stelde
in Noord-Afrika naar oude Christelijke
monumenten te vorecheD, en terwijl hij voor
deze onderneming werkzaam was, bracht hij
verscheidene jaren onder de Bedoninen in de
woestijn van Noord-Afrika door. Gedurende
deze jaren kon hij overal schrede voor schrede
de sporen vervolgen van de geheimzinnige
macht der Senomsia, die zoowel op geestelijk
als politiek gebied de banier van het
PanI-lamismua in het heele Noorden en zei fa
tot in het midden van Afrika ontrold heeft
en die het uitgestrekte gebied der Bedouïnen
van de Sahara tot in de Arabische woestijn
onder haar invloed heeft gebracht.
De Senoussia is een Mohamedaaneche broe
der-orde, waarin een zeer strenge tucht
heerscht en die zoo genoemd is naar den
stichter Side-Mohamed-ben Aliea-Senonssi,
welke nit Algiers afkomstig was en in 1859
stierf.
Eerst was de invloed, die de orde uit
oefende, gering, maar onder de leiding van
den zoon des stichters, wiens werkzaamheden
zich voornamelijk in het Oosten van
NoordAfrika en de woestijn uitstrekten, nam de
macht der Senoussia spoedig hand o verband
toe. Daze zoon was de bekende Mahdt"
wiens faam door heel het Noorden van Afrika
ging en wiens ware naam Mohamed
elBedr luidde. Deze 8 leik der Senoassi" stierf
in Geron, den 30 Mei 1902; maar ofschoon
Lord Cromer en andere geloofwaardige man
nen zyn dood vastgesteld hebben, geïooven
de Bedoninen, dat hu bun nog niet door
den dood ontrukt is. Telkenmale verschijnt
hij onder hen, en bezielt hen weder met
nieuwen moed; plotseling verschijnt hij te
midden van hunne verzamelingen, dikwijls
zelfs op mér dan n p.'aats te gelijk. Zijn
lange magere gedaante met de donkere ooger,
gehuld in een witten mantel en een witten
tulband, ziet men omgeven door witte gazellen
en antilopen, op zijn wit lievelingsros voort
ijlen door de wijde, zandige vlakten. En zoo
Kien hem zyne deemoedige volgelingen dik
wijls en niet in de valsche spiegelingen van
een fata-morgana, maar in de meest witte
werkelijkheid.
Op deze wijze houden de oppersten der
Senoueei het geloof in het voortbes aan van
hun held bij de volgelingen staande en
dikwijls verklaren zij openlijk, dat de sheik
van een lange, geheimzinnige reis terugge
keerd is naar de hoofdzetel der orde en dat
hu ieder oogenblik bereid is, zich wederom
aan het hoofd der beweging te plaatsen. En
zoo ia hij dan de geheimzinnige heerscher
der woestijn gebleven deze Sidi-el-Mahdi, de
levende doode van Garon, en als hij terug
keert in tijden van nood dan wordt de gioene
banier van het Pan Islamismns ontplooid en
dan breekt de heilige oorlog tegen de onge
loovigen nit. En wellicht is de tijd niet ver
meer, waarop de Mahdi verschijnen zal;
echter staat aan het hoofd van de oide een
bloedverwant van den stichter, Sidi Achmed.
Men heeft de Senoossi, de Jezuiten van
den Islam" genoemd en het kan niet ontkend
worden, dat zy in de tegenwoordige
MOLamedaanscne wereld van Afrika dezelfde plaats
innemen, die vroeger in de Katholieke wereld
de soldaten van Christus" ingenomen hebben.
Zij willen de macht van den Islam opnieuw
in de gemoederen der geloovigen bevestigen
en een liauw bloei1 ijdperk van de religie
des profeets zijn intrede laten houden. Watt
de volgelingen der Santu.sia verkondigen
geen nieuwe leer, maar gaan voort zich zonen
van den Islam te noemen, die zy slechts in
een zuiverder vorm brengen willen. De nauwe
samenhang, die tr bestaat tu>echen de propa
ganda voor de Senoussia en den Islam woi d c
duidelijk bewezen door het feit, dat de eerbte
zania (klooster») der Seuonesaia in de heilige
plaatsen van den Islam in Mekka, Medina en
Djiddja gebouwd werden en de Stnoussia
hare werkzaamheden eerst van daar uit naar
Afrika overbracht.
In het begin was de hoofdzetel van de orde Ie
oase Djarabnb in het binnenland van Barka.
Hier werd een moskee, een klooster en een
Echool opgericht, die een zjer belangrijken
inv.oed op de omliggende streken u tgeoefend
hebben. In 1895 werd de oase Kufra tot
hoofdzetel der orde gekozen en sedert 1902
bevindt deze ch in Gerou, aldus op de
plaats, waar de Mahdi gestorven is.
De geestelijke inv.oed van deze orde is
in den tegenwoordigen tijd buitengemeen groot
en zg wordt niet ten onrechte het grootste
Afrikaanse de ge vaar" genoemd. Systematisch
wordt voor nieuwe oidansbroeders nit de
Badouïnen-stammen g-zorgd. ladere mon
nik", die een begaafden knaap voor de
orde aanwerft, zorgt voor de koatelooze
opvoeding van zijn leerling in een of ander
klooster. Dikwijls worden deze leerlingen
dan naar de beroemdste Mobamtdaamche
nniveisiteit, t aar de 1000-jarige el-Ahazar
in Cairo gezonden om hunne stuiten te
voltooier. De leerstellingen van deze orde:
de terugkeer tot de oorspronkelijke streng
beid en eenvoud van den Islam; het gebod
van onthouding; het verbod van tabak rooken,
van het gebruik van koffia, het zich ont
bonden van muziek en duiB maken de
zendelingen van de Sanouesia het bekeeren
van da eenvoudige woectijnbewonere zeer
makkelijk, te meer zoo, daar de orde uit
stekend georganiseerd ie. Dese zendelingen
doorkruizen de woes:ijn tot aai hare zuide
lijke grenzen, stichten kleine kloosters met
moskeeën en scaolec, en verkondigen het
einde van de heerschappij der ongeloovigen.
Hierbij worden alle geweldmaatregelen zorg
vuldig vermeden, diplomatisch passen ze zich
aan de cultuur der b.ankeu aan en nemen
zelfs Euiopeesche reizigers onder hunne
bescherming.
Ze zijn zelfs tot de heidensere negerwereld
doorgedrongen en, daar de soort cultuur,
die ze verkondigen, voor den neger zeer
toegankelijk is en hem sterk imponeert,
vormen ze een geduchten concurrent voor
de Christelijke zendinggenootschappen in die
streken.
Zoo heeft dan de Senoussia langzamerhand
een reusachtige politieke macht verkregen.
Het waren de Sanonssi, die de Franschen
in Wadaïzoo energiek het hoofi bcdan, en
het zullen de Senou^si zijn, die de Italianen
bij hunne verovering van T/ipolis nog handen
vol werk geven zullen.
Dr. A. B. D V.
M. de R.
In uw blad van 7 Januari jl. komt een
m. i. zeer ongemotiveerde klacht voor van
den heer A. R. te 's-H.
De heer A R. wont opgebeld. Wit moet
hij nu doen? Hier in Nijmegen staat in de
naamlijst der aangeslotenen aan het locaal
-Ri;'A«telefjonnet (het telefoonboekje) een in
structie te dien opzichte op bl?. 6: Als men
opgeroepen wordt, neemt men de telefoon
van den haak, houdt haar tegen htt oor, en
begint met zijn naam te noemen". Nu zou het
mij zeer verwonderen, als niet in alle in
structies de quaestie op dezelfde wijze gere
geld was.
Maar bovendien is deze gemelde regeling
veel logischer. Immers de aanvrager van een
gesprek, die den heer A R. wil spreken,
heeft zeer veel belaag, spoedig te weten, of
hij met den heer A. K. of wel met een ander
spreekt. Hij weet dan terstond, of hij goed,
dan wel verkeerd is aangesloten, en iedereen
zal m\j wel toegeven, dat het eerste belang
bestaat bij den aanvrager van een telefoon
gesprek.
Om de eerste reden dus is men verplicht,
om de tweede is het alleszins wenschelyk,
dat de opgeroepene begint met zijn naam te
noemer.
Gelukkig, dat ook menigeen nog deze mee
ning ia toegedaan, en hoop ik thans, dat de
heer A. R. zich niet meer voor een ander
nit zal hoeven geven.
U dankend voor de plaatsruimte
N ij m e g e n, 10 Jan. 1912. Mr. H. v. S.
* **
M. de R.
De heer mr. H. v. S. zegt en hoop ik
thans, dat de heer A. R. zich niet meer
voor een ander uit zal hoeven gever." De
heer i. R. cc. de ondergeteekende antwoordt
hu zeer gevoelig is voor den wensch van
mr. H. v. 8., dat hu zich niet meer voor
een ander nit zal hoeven geven, maar het
middel lokt hem niet aan, ook niet uit en
ook niet in.
Ik ben, M. de R., een tij ibesnaard man.
Laat deze" bekentenis, nu ik ze geschreven
heb, voor eenmaaHn 's Hemelsnaam drukken.
Reeds als knaap was niets mij onsympathieker
dan in een diepe put, waarvan ik den bodem
niet zag, hallo te roepen, en steeds ben ik
in latere jongelinngdagen zuinig geweest met
MIJN NAAM in open ruimten, ja met mijn
blikken zelfs, die ik niet in het nachtelijk
firmament verloor noch in die stukjes even
heilloos firmament, die de oogen vormen
van bij den burgerlijken stand ingeschrevenen
van vrouwelijke kunne. Ik ben schroom
vallig. Na zegt de heer mr. H. v. S., die
blijkens zijn stijl iemand is van duif en
doortasten: doe a's ik: roep uw naam in de
telefoon, zoodra n opbelt.
Die. , die ment chelyke onbestemdheid
maakt mr. H. v. S. niet bang! H. v. S",
roept büdat plaatslooze en namelooze toe,
H. v. S. l H. v. 8.1"
Ziedarr If. de R., ik kan dit niet. Ik zeg
als ik thuis ben, en opgebeld word
zachtjeeneur'ënd allo"! ?n dan vraagt men. als men
beleefd is: spreek ik met mijnheer A. R.?"
en is men hofljlyk dan zegt men: u spreekt
met zu:-er>zoo, spreek ik met het huis van
mijnheer A. R.?"
O! op mijn kantoer, M. de R. (laat ik mijn
firma Slok" noemer), d d ir roep ik, zoodra
er gebeld wo: dt Kick"... het is immers
MIJN NAAM niet, hier past geen
ichroomvatligheid, geen fijabesmardheidl Klok, k'.okj"
zag ik, en ben r dar, op kantoor, gaarne in
geestesgemeenEchap mat de gemeenschap, die
Rijkstelefoon, en den geest, die Mr. H. v. S.
heet. U moet mij vergunnen, M. de R. nu
n mij eenmaal een onierschiifi" gevraagd
hebt, rfl'j a'/oo uit te spreken over d- z
belangrijke / taK [Ik dank u intuESchen voor
de iizijie van de vele protesten tegen mij ae
klacht. Zij veranderen mij niet.
'dHage. A. R.
Kiem e Uitgaiei.
Vertlag v. d. Alcobolcursnasen over 1910
1911. Uitgegeven in opdracht v. d. A l g. Verg.
van de Nederl. Onderwijzers Propaganda C.ub
(voor Drankbestryding).
Heeft Jetus het Pautdom gesticht f Een
historisch onderzoek, ingesteld door den
katholieken trof. dr. JOSEPH SCHNITZER, van
de Universiteit te Müuchen. Vertaald naar
den 21en verb. druk, door W. F. C, VAN
LAAK, Em. Pred. Met een aanbevelend woord
van ds. J. H. MARONIBK, SOpag. Amsterdam,
C. L. G. Veldt.
Het Werk van den Nederl. Protestanten Bond.
(Nieuwe oplage. 6j tot lüa duizendtal) 38 pag.
f 0.15. Baarn, Hollandia-diukkerij.
Mr. P. H. FROMBKRO, De Ckineetche beweging
op Java, 63 pag. Amsterdam, Uitg. My.
Elsevier."
AKNA J. JUNGMANN, De ontwikkeling van de
meiijet-vakophiamg in Nede-iland. No. 17 der
Gotdkoope Uitgaven, bewerkt door het Na
tionaal Bureau voor Vrouivenarbuid te 's
Gravenhag', 96 paf. Prijs franco per post ? O 65.
JOIIANNA W. A. NABER, De opleiding onzr,r
miisjes en het rapport van de Siaaiscommwie
voor de reorganisatie van het ondeiwiji, 42 pag.
Prijs ?0.60. Groningen, G. Römelinga & Co.
Ree ame-Boekje van de Aanterdanuche
R\jtui^aaatschappy, waarin beschrijving mee
fraaie illuuratiea van de inricnting der
kintoren, gebouwen, stallen, werkplaatsen, enr.
6LZ.
Portefeuille Alm/mak 1912 van de Algemeene
Mij. van Levensverzekering en L'jfrente te
Amsterdam.
Arbeidfuet 1911 metnitvoeringemaatregelen,
74 pa?. Prijs ?0.25. Groningen, PJ Ncordhcff.
Oeïtluitreerae Prijscourant (No. ]5b) vaa de
Koninklijke Boomkweekeiijtn KOKNEWKGBH
& ZOON te de iilt bij Utrecht.
17e Jaarvertlag v. d. af l AnsterJam de,
Nederl. Ver. teerste Hulp by Oagelnkken'r
?1810.
Tweede Zionistisch Studentcnjaaiboek 1911.
Uitgegeven door den Boek- en
JSrochurenhandel v. d. Nederl. Z.onistenbond te 'aGra
ven t age.
Jaarboekje der Mij. tot Nut van 'c Alge
meen 1911.
Mededeelitigtn der My tot Nut van 't Alge
meen 1011?1912.
Lis DORIS. e Roman van een Nederlaridsch
Schilder, naar het Eugelsch van Maarten
Maartene, door J. L. van de Moer, 2 d!n.,
pi. m. 450 pag., ? 4.50 in?. Amersfoort,
Valkhofl & Co.
J. EIGENHUIS, uit het Zeedorp, 265 pag.,
J 2.50 ing. A uersfoort, Valkhi ff & Co.
ASTBID EirEENCROS MULLER, JvffcrtjtS in
't Orotn. Geauiorueerde uitgave uit net
Deensch. door G. P. Bakker, 225 pag., ? 2.50
ing. Amersfoort, Valkhof en CP.
A. E. TIIIBRENS, Reïncarnatie en Karma,
39 pag. Den Haag, Drukkerij Lactor et
Emergo".
UU Zenuw- en Zieleleven. Sarie I, No. 9.
Jon. H. VAN BREUKELEN, Alcoholisme, Tuber
culose, i-yphins. L»e ouders veiamwoordelijk
voor het lijden der kmdtrer, 30 pag., ?0 40.
Baai n, Holiandiadrnkkeiij.
Am terdimi Raadhuis in de Tweede Kamer,
19 DEC, 1911. In memoriam, door Jhr. Mr.
Vic o.' de Steurs, 15 pag. Den Haag, W. P.
van S;ockum & Za.
Administratieve kennis Hatdleiding ten
dienste der Arbeiders-vereenigingen, tevens
voor cnrsu?-onderricht en zelfstudie, door
S. J. POTHUIS en J. G KEESING, 305 pag.
Prys ing. /' l 50, geb. ? 2. Amsterdam, S. L.
van Looy.
Levensvragen. Serie V, No. 10. Dr. J. RUTGEES,
De ontwikkelingsgeschiedenis van de
zedeiykh il, 38' ^pag., ? 0.40. Baarn,
Hollandiadrukkerü.'
Neerlands Ind-ië, tfl. 17, ?0.45. Amsterdam,
U.tgave My. Elsevier.
Inbond ran WcMlen.
Groot N(d rland, t fl, 12 : Marcelles Eruants,
Uit Vrees. Karel v. d Woestijae, De Paar
den van Diomedes (Fragmenten, I) Top
Naefi, Voor de Poort, II. Jan Wa'ch,
Gedichter. Dr. Edward B. Koster, Paro
dieën, enz.
De Nieuwe Gidi, tfl. 12: Hendrik v. d. Wal,
Nero en Agrippin». A. E. Tnierens, Reïn.
carnatie en Karma. Edmond Visser, Peer
Gijnt. J. B. Schepers, Wondan en Loke.
Joannes R^ddingins, Verzen, enz.
Eltevier'i Geïllustreerd Maandschrift, Dec.
'11: Baitentekatplaat: De Schild weent, naar
de schilde/u van Carel Fabritios. Aty
Brunt, Carel Fabritius. Corn. Veth, Benige
twintigste-een wsche Franeche teekenaars.
?J. E. Jasper, Technieken en ornamenten van
IndiaanEcae en Indische vlechtkunst. Karel
v. d. Woestyne. Da vlie;ende man (slo-)
Jurriaa»Zoetmulder, In retraite (s'ot).
J. Everts, Kracht naar krui?. J.
Reddingiu-i, Levensvreugd, enz.
De Beweging, Jan. '12: Albert Verwey,
Nieuwe Woorden. H. P. Berlage Na.,
Grondslagen en Ontwikkeling der Architec
tuur, -r- Prof. Ie. P. de Vooys, Da
Noodzakelijkheid der Arbeidersbeweging. Dr. C.
G. N. de Vooys, Spreken en Schrijven in
Noord- en Zuid-Nederland (I) enz.
V: agen van dtn Dag, en. 12: M. H. Lem Jr.,
P ychologie der massa. M. J. S., Justu
Karl Hasskarl (6 Dec. 1811-5 Jan. 1894).
Dr. H. Blink, Italië en Tripoli?. Dr. Georg
Brandes, Voltaire en Fi e der ik de Groote.
Van Maand tot Maand.
De Holl&ndsche Revue, No. 11: Frontiepiece,
Is. Querido. Wereldgeschiedenis. Dr.
E. A. Koch. Het Werk der Heide-Maat
schappij. De Kultnur van het Zuidelijk
landschap. Karakterschets: Pastoor dr. A,
M. A. J. Ariëns (ilot). Revue der
Tydachriften.
Lerentkracht, No. 12: H. Ehrbecker Jr.,
Protest tegen de Nederl. Huwelij kg wetge
ving. Lod. van Mierop, Het vraagstuk
der ges achttlike onthouding, enz. eni.
Belang en Recht, No. l, '12: C. H.deJotg,
Hoe kweekt men achterlijke kinderen?
Dr. Catharina van Tussenbroek, L
skepraatjes op heb gebied van levensleur en
byjjèae. enz.
Het Reddlngwizen in vredes en oorlogstijd.
Tijdschrift uitgegeven door den Kon. Nat.
Bond voor Rjddingwezen en de Eerste Hulp
by Orgelukken Het Oranje Kruis" en de
Veieeniging Het Nederl. Riode Kru>.
Redacteur dr. J. M. van 'c Hiff te Zaitt,
Rotterdam. W. L. & 3. Bru-rse, Abonnements
prijs (I2maandel. nummers) ?3 by vooruit
betaling.
Ie Jaargang No. 1.
Inhoud: Lectori salutem. Officieel
mededeelinger. Van Set Nederl. B o ode
K'uie. Van Het 0/acje Kruis."?Voor
dracht van dr. R >mey'n. Aanteekeningen.
De Rtvue der Uitvindingen en Ontdekkingen,
No. 8: Thomas Al va Edison. Vochtmeter
van granen voor den groothandel.
Steriliseeren van vloeistoffen door ultraviolette
s ralen. Een nieuwe inrichting voor het
zuiveren van rioolstc ff M>. De voedings
waarde van de banaan, enz.
De Vrouw en haar Huis, No. 8: lohanca
A. Wolters, Gezondheid. O.ena M
hlenfeld, Het aandeel der vrouw in de Biblio
theek. A. B.enfaU, Door duisternis tot
licht. J. F. de Jager, De Huisvrouw en de
TarUfwet. A. W., De taf el versier in g voor
Kerstmis, en?, enz.
De Indische Kroniek, No. 38: K., Een ver
blijdend verscbytsel. W. Luoberink, De.
geest by de.Marine, enz.
Het Thtosophitch Pad, Nov. '11: Gertrnde'
van Pelt, Het Har iel e ven. F. S. Jarrow,,
De Gulden keten der Platonische op volging.
H. P. Blavatsky, Kosmiecn denkvermogen.
(slot) Ean Leerling, Krachtige Lsveus, enz..
Moletchott, No. 24: Prof. Otto Lunz, Orer
blinaed*rmontsiek>ng. Rijst ea meel, enz..
Moleschott, No. 25 Dr. W. Posthumus M ijjes,,
O >-er neuzen en nog wat. Over
blindendarmonts^ekiag. enz.
Mulescholt, No. 27: Dr. W. Posthumus
Meiijes, Over neuzen en nog wat.
Ic&ewandswormeD. De veiligheid der
Vliegmenechen, en?.
Moleschott, No. 28 : Boni ter behartiging
van de gezondheidsbe'angen van het school
kind.?Ziekenhuis Consolatio Afflictorium"
te Zerenaar. A&romegaüe, enz.
De Levende Natuur, ifl. 16: Jac. P. Thijsse,
O ;er PadJestoeler. Geertruida Carelsen,
Natnnotndie en Tuirkrtnst, fnz.
Di Aarde tn haar Volkt.n, No,3: Perziëeen
Aaiaüsca Poli n. R-tis door Satzkammergnt,,
de Sil -.bnrger Alpen en de Hohe Tanern, enz.
Geïllustreerde Periodiek voor het A>g. Kunst
wezen aft. VII. G. A. v. d. itok (iqaêfortist)i
door Jan G esniff. Cturles Dankmiyer,.
door H. de Boer. Rondschouw. ??J. fl..
Jurree, Eeretentoonstellicg Jozef Israelsenz.
De Boekzaal, t&. 12. Annie C. Geohard,,
8 u lie af deeling van de Centr. Ver. voor
Open b. Leeszalen en Bioliotheken. M. D..
Henkei, Drukkersjaarboek 1910. S. J..
Ribitech, Leeszalen voor laidloopers en7.
Schoonh r,d en opvoeding, Jan. 1912. A. G..
Dyeei-iLck, O /er den invloed van bet lied.
J. D. Ros, Penseel werk I. Taraxacum,
Eenige gegevens over het mondelinge examen
leekenen M O Vakknnatgeschied*nis I tnt.
Hit Theoiophisch Pad, Dep. 1911. Een
leerling te Point Lorna, O/er honderd jaar.
Gaerirnde W. van Pelt, Het werk der
vrouw in de XXste eeuw. Evana,
Ofierande en ma;ht. H. T. Edge, L-jven de
mineralen? Sin Diego Uüion, Het afba
kenen van het terrein voor den voorgenomen
bon v van de school der oudheid.
Elizabeta Bonn, lavoed en voorbeeld. W. Q.
Juige, Christelijke Wetenschap enz.
De Revue der uitvindingen en Ontdekkingen,,
No. 9: Louis Troost. Draadloos besturen
van booten, enz. De elementen.
BaWüegkracht door de zonnestralen. De
stoom'urbine Teel». Enzymen. Schotwer
kingen aan het mecschelijk lichaam. T- De
indirecte tastzin, enz.
De Levende Natuur, afl. 17 : G. Wolda, Cul
tuur van in 't wild lever.de planten. J. J.
de Jong, Het fret en het fretteerec. Dr..
A. C. Oudemans, Uit ome Koloniën, enz.
De Aaide en haar Vo'ken, No, 6: TaeO'
Labonchere, Hoe ik zonder gids en geheel.
alleen den Mont-Blanc beklom. Karl Stan
gen. Een enclave van Sparje, enz.
Overzicht van de behandelde of aangeroerde
onderwerpen in Gemeentebe'angen",
tydtchrift voor gemeentebesturen en gemeente
raadsleden. Jaargangen I?VI (ISept. 1905
15 Aug. 1911, bewerkt door C. D. Donatb,
100 pag., ? 0.75. Zwolle, W. E. J. Tjeenk
Wi'iink.
De Indische Kroniek, No. 37: K. China.
Democraat, Nationale zelfstandigheid.
Jannemao, De geest by de marine.
Horatie, De aesthetiek van de machine, enz. enz.
Weekblad voor Indië, No. 30: V. d. M.,
Duitsculand en Frankrijk in sociaal-econo
mische tegenstelling. Soetjokro, De opening
van-de inlandse ie Meisjesschool te Blora.
Henri Borel, De vierentwintig incarnaties
van Orion, enz.
Het Iheater, No. 37 : Op't omslag: Portret
van Joh. Seb. Bach. J. H. v. d. Hoeve»,.
Iets over den proloog op 't tooneel.
Antoon Moortgat, O .-er de vertaling van Cyrano
de Bergerac. Overzicht van de Week.
Het Theater, No.35: Op 't omslag: Willem
Andriessen. H. C. J. Roelvink, Freule
ken". Het levende lijk. Het nagelaten
drama van Lio ToMoi, door Frederik
Monsjou. Overzicht van de Week.
Jeugd, afl. 11: Mevr. O rink- Soer, Aan boord
van de Orania.' G. J. Meinen, Van
Hemel en Aarde, en?.
De Ploeg, No. 6 : Augusta de Wit, Brieven
uit Ind:ë, I Da Passar van D jok j a. R.
Cisimir, Geestelijke Stroomingen. Dr. Rad.
Eisler, Sociologie. Jules Schürmann, Na
Heifstwind. Dr. F. H. Fischer, De psy
chologie der menigte.