Historisch Archief 1877-1940
sr
Na 1803
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR N E DER L/ N D.
-uKl TÜXJUW...
dje, ma/rwwn/ da/irv,aat
t/n de, vxou/ur IKKAÜUTV gaat
Tutti Frotti,
In Amerik», waar het vrouwenkiesrecht
reeda ia O staten is ingevoerd en waar men
dns met kennis van zaken en ondervinding
spreken kan, hebben vele mannen van naam
rich in het openbaar als volgt uitgesproken:
De rronwen werken nu reeda mede om alle
toestanden te helpen verbeteren en hare be
langstelling in zulke zaken is steeds groeiende.
Ik ben daarom vast overtuigd, dat het kies
recht aan de vrouwen moet gegeven worden.'''
William H. Taft
*
Gelijke politieke rechten kunnen skcati
medewerken om den geestelijken horizont
der vrouwen te verbreeden en haar verant
woordelijkheidsgevoel op te wekken. Zij zullen
helpen om het probleem der ideale
zelfbeheenching op te lossen en vooral in ae
groote steden licht brengen, waar kracht en
durf op dat gebied zoo noodig zijn."
David Starr Jordan.
*
Wij bezitten in Colorado wetten, di« alle
andere staten der unie tot voorbeeld zij o
en de verste strekking hebber, wat betreft
de zorg en bescherming van het huisgezin
en het kind, die toch den waren grondslag
van den Staat vormen. Veel meer dan aan
welke oorzaak dan ook, hebben wij dit aan
het vrouwenkiesrecht te danken."
Rechter Ben Lindsey.
*
De vrouwen die het stemrecht verkregen
hebben, maken slechts gebruik van een recht,
dat de democratie voor haar veroverd heeft.
De vrouw die meent dat zij iets van bare
vrouwelijkheid zal verlieten, zoo lij van haar
kiesrecht gebruik maakt, is een onnoozel
zieltje."
Kardinaal Moran.
*
Ik prijs my zelve gelukkig; tot een partij
te behooren, die de absolute gelijk waardigheid
der beide geslachten voorstaat."
E u g e n e B. Debs.
*
iiiiiliiiiimiiiiitiiiiimiiftiimimiimiimmiimmiiimimiimmmimm
UIT DB NATUUR.
CDLX. De bodem van de zee.
Een van de moeilijkste vraagstukken voor
een natuurkundige is wel de oorzaken te
vimden van het verschil in aamenstelling der
lagen, die den zeebodem bedekken. Maar het
ia tevens een van de belangwekkendste, door
dat er zooveel aan vast zit. Over de verklaring
van de hoofdfeiten is men het nu vrij wel
eens, maar het heeft hoofdbreken genoeg
gekost; en menige al te haastige verklaaider
heeft zijn renommee van betrouwbaren gids
op het terrein der aard-geschiedenis er bij
ingeboet,
't Is, dunkt mij. voor iedeien leek die
belang Gtelt in de wordingsgeschiedenis van
het stukje heelal, waarop hij gedwongen is
lijn dagen te slijten, wel de moeite waard
Ik ben de overtuiging toegedaan, dat
onbeperkt vrouwenkiesrecht de eenige op
lossing is voor hen, die waarlijk rechtvaardig
denken."
Samnel Gompera.
*
By de bespreking van het
vrouwenkiesrechtvraagstnk, wil ik slechts aan de zijde
van het Recht ingedeeld worder."
William Keith.
«
Het gemis aan politie ken invloed is de
eenige factor waarom de vrouwen voor een
minimum loon moeten arbeider."
Eon. Carroll D. Wright.
*
Ik weiech dat het kiesbiljet in de hand
van elke vrouw zal zy'n."
Mark Twain.
*
Wij mannen vragen het kie-recht voor
de vrouwe a, niet alleen voor baar, maar eren
goed ter wille van ons zelven."
Israël Zan g wi 11.
*
Aan de Universiteit te Athene ia voor
het eerst een <ronw Professor becoemd.
Mejnffiouw Panagislaton had ala onderwerp
voor haar inaugnrale rede gekozen: be
smettelijke ziekte." Bg het slot harer rede
werd zij door den eersten minister en den
B«naat der Universiteit geluk gewe nacht,
daar dit de eerste maal was, dat een vrouw
lot dit eervol ambt uitverkoren werd.
N. M.?D. W. H.
ADDBl^DEI.
Zondag-morgen.
De vrouwen in Ithaca nabij New-York,
hebben een kloek en verstandig besluit ge
nomen: ze zullen voortaan in de kerk haar
hoeden afzetten.
Dit schijnt op zichzelf zoo heel erg ge
wichtig niet, maar ziehier wat er achter steekt.
Haar mannen en broeders beweerden nare
el ij Ir, dat ze door de groote dameshoeden den
predikant konden zien noch hooren, en dat
te daarom even goed niet naar de kerk
konden gaan. Het spreekt van lelf, dat dit
eeias te vernemen, hoe het bij zoo'n zoeken
naar waarheid toe gaat; al was het alleen,
om eens weer een helderen kijk te krijgen
op de waarde van critiek bij wetenschappelijke
vraagstukken.
Wie ooit een vrijen dag op een ateenige
kust heeft doorgebracht, bij voorbeeld in
Zuid-Engeland of Weet-Frankrijk, (n zijn
lichaam en geest heeft verfrischt door een
moei'ykcn tocht door puin en zand naar de
uiterste waterlijn, waar de ebgolfjes lustig
kabbelen, die heeft ook kunnen opmerken
dat de golfbeweging een geweldig transport
middel ia.
Nog hoop boven de zee, aan den voet van
de rotsen, die van boven tot onder getuigen
van de vernielende werking der golven in
vroegere tijden, begint ook het bewijs, dat
ook nu nog hun kracht n iet ge volgloos wordt
uitgeoefend.
Straaldierljes en Gaatjesdieren. Boven: vier Radiolariën; onder: twee Foramineferen
(Globigerinen. (Uit prof. R. Woltereck, Tieritche Wanderungen im Meere).
slechts een voorwendsel was, om ontslagen
te zijn van 't, kerkbezoek, en dat ze een soort
van Zondagmorgen-sociëteit hielden, waar ze
een robbertje whist, of eene party biljard
prefereerden boven de mooiste preek....
Edoch.... 'cis r.n uit met de piet, want met
de afgezette hoeden valt het voorwendsel,
en dus ook decoeieteit.... Als de boosdoeners
nu maar niet de hooga kapaela in den strijd
betrekken l.... Wat blijf C er dan ten slotte
van de Ithecaai scbe dames over ?...
i: *
Snel.
Een trein aan een klein Amerikaansch
station (Newkirk in den Staat lowa) stond
juist gereed om te vertrekken, toen opeens
een heer en een dame ademloos kwamen
aanhollen. DJ conducteur deed reeda een
portier open, om ze in te laten. Dit was
evenwel mis geraden! Al heel spoedig bleek
dat ze den domine zochten, en toen deze,
door de drukte opmerkzaam geworden, zijn
hoofd uit het portierraampje stak, vernam
hij weldra, dat bet psar wanhopig was,
omdat de domine nu net op reis ging, want ze
waren aan de pastorie geweest, om zicb te
laten trou wen, en nu kon dat n et f... De vier
en twintig uur van uitatel voor hun huwelijk,
zouden hun een eeuwigheid lijken l
De ptedikan1', die nog steeds uit het por
tierraampje hing, voelde -ich door hun klacht
geroerd; maar hij was een echte Yankee,
en terwijl da conducteur, ongeduldig heen en
weer loopend, m'et het fluitje in den mond
zich gereed hield om het sein tot vertrek te
geven, sprak hij: Houdt ge van elkander?"
Ja l" roepen ze beiden. Welnu, neem dan
elkarder!' hervatta bij, an terwijl ze naast
den reeda bewegenden trein voo: t liepen, legde
hy hun handen ia elkaar, drukte die
tartelijk, en... liet de gelukkigste der s
ervelingen op het perron achter. Ziehier het
jongste Ameiikaansche huwelijks-record.
* *
*
Poetjef.
Te Mürjcben komt een belasting op de
katter. Het ia de eer s' e stad in Europa, die deze
noviteit invoert, et, daar de Manchenerszaer
veel van p oef j es honden, wordt deze nieuwe
belasting met weinig sympathie begroet. De
arme dieren krijgen nu, evenals de honden.
een halsband met een penning om 'c zachte,
slanke nekje, en hare meesters of meeste
ressen moeten voer elk barer 5 Mark per
jaar c fier en.
Hoe gelukkig toch, dat freule Lohmann niet
ia München woont, en wat zoo Henriette
Ronner, de groote dichterea van het
poesjesleven, er zich over geërgerd hebben, ala ze
het beleefd had. Ik maak me aterk, dat,
indie deze fchilderea ia Miuchen geboren
was, de fiscus het nooit zoover gebracht zou
hebben. Voor de muizen is het in München
nu feest, want poe'j 8 is met de riakelende
penning om haar hala gewoon weg buiten
gevecht gesteld.
Het zal me overigens benieuwen, welke
houding de Münchener politie zal aannemen,
wanneer ze op den nok van het dak van een
huis van vier verdiepingen door een Zeiss bino
cle een kat bemerkten onder penning... Het
zal, my dunkt, aanbeveling verdienen, de
controle over de katten-belaating, aan de
brandweer op te drager.
* .*
Loterij.
Het was een zeldzaam spelletje lotto, dat
dessr dagen in Parijs g ispeeld werd. Op een
Ge moet u over hooge banken van grove,
vniatgroote rolkeien heen werken om aan zee
te komen; die stormbank, waar alleen by
vliegende stormen bet zeewater overheen
spat, is hier en daar met levende landplanten
begroeid, maar overigens bedekt met uitge
droogd en verschrompeld zeewier, d at sedert
de laatste stormen niet bevochtigd werd door
het zeewater. Van de zeezijde gezien lijkt het
een kunstmatige zeedijk.
Zyt ge dezen dam afgestrompeld, dan komt
ge op een plateau, dat de vlakke bovenkant
bly'kt te zijn van een tweeden dam, de
spring rloed-bank; het puin is hier al grof
grint geworden, wat het gaan iets gemakke
lijker maakt; dan volgt rog een derde veel
lagere dijk, van fijn griet; dit is de laagste
der drie treden, en we d grvormi door de
gewone dagelykscbe vloedgolven; hier is het
fijne grint vervangen door grof zand, waarop
het aangenaam loopen is.
We staan nu op het strand, het ons Neder
landers zoo goed bekende zand-strand.
De oorzaken van deze graiueele verfijning
van boven naar beneden liggen voor de hand;
ze zijn wel te raden door ieder die er zich
toe zet, al heeft hij het nooit hooren ver
klaren. De kracht van het water toch schuilt
in zijn beweging; stilstaand water is krach
teloos en machteloos; het kan niets
tranaporteerer, de fijnste stofjes zelfs kan het niet
zwerend houden; alleen wat oploa'aar is
houdt het vast.
De snelle en krachtige waterbeweging bij
ipringvloeden kan grove rotsblokken hoog
opwerpen ; de zwakkere vloeden nemen alleen
de kleinere brokken mee; de zwakste zal
nog slechts grof zand dragen. Zoo sorteert
de zee de keien, legt ze neer bij wijze van
treden, en vormt zoo een hoog, middel en
laag terras, die alle drie in samenstelling
van het materiaal sterk verschillen.
Bij de eblijn echter begint pas de eigen
lijke zeebodem. Wie desen grondig wil
leeren kennen, moet; hulpmiddelen gebruiken.
In het eerst echter kan een eindje waden
nog wel uitsluitsel geren. Het stcffijne zand
TÓr de eblijn is nog nat van de pas terug
getrokken ebgofjea; ze hebben het mooi
gerimpeld; in de holte van de boogjes ligt
een donker streepje, dit il slib, klei met
organische stof. Het zand op de bovenranden
van die Btrandrimpuls is licht geel; met de lonpe
bekeken, vertoont het k eine witte spikkels,
de overblijfselen van verbrijzelde schelpen;
nog veel kleinere witte stipje?, die eerst met
een microscoop goed te onderscheiden zijn,
blijken de kalken huisjes te zijn van kleine
zeeslakjes en andere dieren, die in de zoölo
gie wortelpootigen of rhizopoden worden
genoemd.
By het waden een honderd pas zeewaarts
in, glibbert de voet uit;- we kunnen niet
verder; hier is de zeebodem bedekt met een
aliblaag. Neemt ge een handvol van dit slib
mee om het te onderzoeken, dan zult ge
zien, dat het uit fijn zand bestaat, vermengd
met klei, en weer van die fijne witte korrelij es.
Hier in het rustige water laat het water ook
zijn fijnste deeltje vallen; het heeft met zijn
transport krach t ook zijn draagkracht verloren.
Om nog verder zeewaarts de bodem te
onderzoeken moet een fijn sleepnet met
bazar ten voordeele van het kinderz'ekeehnia
en eenige andere liefdadige instellingen Een
stuk of veertien allerliefste babies met zwarte
en blonde
krullekopjes en wan ze
tjes als
rozeblaadjes (arme klei o e
vondelingen) wa
ren de hoof dpi ij
zen in deze
tombola zonder nie
ten. Er waren
evenveel loten
ala kinderen en
elk lot kostte
1000 francs. Da
mes, die zich een
kindje wenachten
aan te nemen,
konden hier haar
hart ophalen, het
ne pop j a zat; er al acbattiger uit dan het
andere. Ei a'le loten werden verkocht, en
alle kindertjea vonden hun thuis, en het ia
nu maar te hopen, dat zoowel de geïmpro
viseerde moeders als de kleine popjea in
den fignurlyken zin een lotje uit de loterij"
zullen hebben.
***
Reuzmvitch.
Een vificb, die men ah afdak zou kunnen
gebruiken en waaronder een gezelschap van
twintig persoden op een warmen zomerdag
in de cchaduir zon kunnen piknikken, is
geen dagely'k'ch
schouwspel en
men sou dit won
der der wateren
wel eens gra»g
in natura willen
aanschouwen, 't
Waa in Mexico,
nabij Manzanilla,
dal deze
wijdloopigste aller roggen, een znogenaam de
duivelsviscb, gevangen werd. Zy mat van kop tot
staart 10 vcet, en tusschen de beide
voorvinnen 16 voet, was 55 c M. dik en woog
000 Engelsche ponder.
***
Arme Sultan.
De oud Sultan van Turkije, Abdul Hamid,
bezat een prachtige collectie bijouterieën, die
hem echter nu in zy'n ballingschap wel een
beetje te kostbaar worden. Zx> nu en dan,
ala zijn zakduiijea op zyn, laat bij er wei
eens 't een of ander van los, om ean wat
nieuwe goudstukjas te komen. Ea zoo werd
dan deier dagen te Parijs een collier van
paarlen verkocht uit de Tarkfche
kroonBchat, die ruim acht maal honderd duizend
francs opbracht. En dat was nog bij lange
na dra Siltana kostbaarste kleinood niet.
** *
Loon naar werken.
Een Franech journalist heeft dezer dagen
in een der vele Revues" op geestige en
onderhoudende wijze verteld, hoe hij tot zijn
tegen woord gen werkkring kwam.
Toen hij, ala klerk op een handelskantoor
eenige jaren geleden naar Parijs ging, was
hij reeda Verloofd met zijn buurmeisje, een
begaafde, jonge vrouw, van wie hij innig
veel hield. Aan trouwen echter viel, volgens
hun eigen berekening, vooreerst nog niet te
denken, want het loon, dat hij verdiende,
was nanwelyks toereikend voor zyn eigen
onderhoud, en daarom bleef zij in haar
krabber dienat doen. Een roeibootje brengt
ons met kalm weer een heel eind ver. Spoedig
blijkt de sliblaag dun te worden en op een
honderd meter in zee halen wij geen slib
meer op; dit is al lang gezonken; hier waar
geen rivier uitmondt kan de bodem geen
ilib toonen, eenvoudig, doordat de zee het
niet meer heeft.
In een kuil of diepte, achter een onder
zeesche bank, ligt een dikke laag schelpen;
daarachter ia de bodem geheal vrij van
belegselen, die van het land afkomstig zijn; tot
zoover deponeerde de zee, wat zij van het
land hai afgenomen.
Hier begint haar eigen gebied en steeds
grooter wordt da diepte; we komen, zooala
de wetenschappelijke termen luiden uit het
teriigene in het pelagische gebied, in gewone
taal: uit de kustzee en de diepzee. Nu helpt
geen sleept e t meer, hier moeten dure toe
stellen, diepzeedreggen, worden gebruikt.
Zout en kalk is er genoeg in opgelost, dat
blijkt uit de smaak van het water en ut het
feit, dat er ontelbare diertjes in leven, die
deze opgeloste kalk aan het water onttrekken
en er hun se aaien van maken. Hier leven
de wortelpootigen en de minieme slafeje3,
zeer kleine diertje?, waarvan wij zooeven
de kalken hui-jea als wittettipjes in de klei
en het fijne zand vonden.
Van de lijn, waar de kleilaag ophoudt tot
op een diepte van 2000 . 3000 meter, krioelt
elke droppel van de?.e tweeerlei dieren; ze
heeten vleugelpootjes (pteropoden) en gaatjes
dieren (foraminiferen). Ze laven en groeien,
en planten zich voort; ze laten daarbij hun
huiHJe varen cf sterven met het hui je; in
beide gevallen zinkt het in het stille, diepe
water; onophoudelijk daalt een regen van
kalkenhui-jes neer; uur aan uur, dag aan
dag, reu w aan eeuw gat t de kalkregen
gestadig voort; zoo krijgt de zeebodem zijn
kalken o rertrek.
Maar zoodra de tweeduizend meter-iyn is
overschreden, vertoont het opgehaalde elib
nog slechte n socrt: de gaaljesdieren; alleen
de foraminiferen zijn er nog; en voornamelijk
de soort die uit aaamgeklonterde bolletjes
lijkt te bestaan, de globigtrinen. Dit
diepzeeslik heet dan ook wel in de boeken
globigerinen-slik. Dit slik nu verdwijnt geheel als
de diepte weer met circa tweeduizend meter
is toegenomen; dan zyn de kalkige
belegselen va a den zeebodem vervangen door een
dun rood laagje, het roode diepzeealik.
Slechts op enkele plaatsen op aarde is de
diepzeebodem belegd met een andere laag
van dierlijke overblijfsels en wel van kiezel
algen en straaldiertjes, die geen kalk maar
kiezel voor hun huisje gebruiken. Het roode
slib ligt er onder of is er mee vermengd;
maar daar het overal zeer dan is, valt het
niet zoo in het oog. Nog zeldzamer is er
fijo zand op den diepzeebodem. Wij hebben
dns deze vier feiten: lo. Pteropoden
(vleugelpootje») te zamen met Foraminiferen
(gaatjesdieren) van den uitersten kleirand tot op
2000 M.; 2o. uitsluitend Foraminiferen van
2000 tot 4000 M. diepte; 3o. van 4000 M.
af, geen kalkschaalbedekking meer of 4o,
hier en andere kiezelgebrnikende diertjef.
Dit alles vroeg dringend verklaring. Ten
eerste: Hoe komt het, dat de vlengelpootjes
dorpje wachten op betere tijden. Hij beloofde
haar trouw te zullen schrij ven, en hield woord:
hij schreef haar eerst tweemaal in de week,.
vervolgens eiken dag, en dat Vlotte zoo
prachtig, dat het briefuur voor hem het
genotvolste van den dag werd. Hij schreef
haar over alles wat hij ondervond, orer zijn
leven en zijn ontmoetingen, over het ParijEche
stad; gedoe met zy'n glans en zijn el lende. Zy was
verrukt over zijn prachtige brieven, die steeds
interessanter en fraaier van stijl en inhoud
werden, wees bem er op, dat hij schrijvers
talent bad, liet se aan menschen van smaak
en ondervinding lezen, die baar oordeel be
vestigden. Hu begoa zelf te gevoelen, dat zij
galy'k had, schreef een causerie, en zond die
naar een tijdschrift.
Het stuk werd aangenomen, de redactie
vroeg ooi meer copie, en zoo kwam hij van
minaebrieven tot uit munteed literair werk,
dat hem binnen tree jaar een goede jour
nalistieke betrekking en een, lieve vrouw
schonk, met wie hij EU reeds sedert eenige
jaren een gelukkig huishouden vestigde.Zoo
vond de trouwe minne ar loon naar werken.
ALLEGRA.
Onze fliinstboflei,
Trinette, ala de schoorsteen
veger nieuwjaar kooat wenschen, dan
wil jij het wel met hem afdoen.
Tiinettel wat is er gebeurd?!
Niets, mevrouw. De schoorsteen
veger ia er geweeat om u geluk te
wenechen zooala n ze'. (Le Rire\
niet meer voorkomen op 2000 M. en de
gaatjeadieren wel ?
De verklaring trouwens voor de hand lig
gend, luidde: De eersten kannen onder een
waterdruk van meer dan 2000 M. niet meer
leven, de gaatjesdieren wel; maar deze weer
niet meer onder een druk van 4000 M.
Dit lijkt aannemelijk en is het ook. En
toch bleek het een valeche verklaring; niets
meer dan een bedachte oorzaak, een hypo
these, die geen stand hield tegen de critiek
en het later ingesteld feitelijk onderzoek.
Het bleek namelijk, dat beide dierioorten
wel degelijk in bijna elke zee voorkomen, al is
die 4000 M. en meer diep; op den bodem vond
men dan ook niet andera dan leege schaalt j es;
nooit haalde men van daar de levende diertjes
op. Ze leven beiden dicht by de oppervlakte,
ook in zeeën met tot voor korten tijd onpeil
bare diepten.
De nieuwe verklaring luidde: de zinkende
kalkschaalijes lossen onder het dalen op;
en op 4000 M. is dit proces afgeloopen;
dns daar kan geen kal klaag mear ontstaan.
Proefnemingen bewezen de juistheid of liever
de mogelijkheid van d°ze 01 derstelling. >
Maar hoe zit dat' dan met de
vleugelpootjes. Hun huisjes zijn niet dunner dan die
van de gaatjesdieren. Waardoor kunnen, die
niet meer dan 2000 M. dalen?
Een langdurig onderzoek bracht aan het
licht, dat de huisjes van beide diersoorten,
ofschoon alle twee van koolznre kalk gemaakt,
toch van verschillenden aard waren. Koolznre
kalk kristalliseert in twee vormen, f als
kalkspaat of calciet, f al g aragoniet. (Wie in
Teyler's Museum is geweest herinnert zich
da prachtige kristallen van aragoniet die
daar ten toon gesteld zijn); dat ze verschillen
blijkt ook uit het grooter soortelijk gewicht
van aragoniet.
De verklaring was gereed; maar de critiek
rustte niet. Onderzocht werd de oplosbaar
heid in zeewater van beide kristallen; en
zie ze losten beide even gemakkelijk op.
Das al weer mis T Nu werd de proef nog
eena genomen; dezen keer niet met kristallen,
maar met de schalen zelf, in gelijke ge
wichten, van de beide diersoorten.
Daaruit bleek metterdaad, dat de gaatjes
dieren beter weerstand boden; het
aragonieten-hnitje lost veel sneller op.
De oorzaak va»het verschil ligt in den
inwendigen bouw der schaaltjes; de
aragonieten-huisjes der vleugelpootjes bleken v>el
poreuzer te zijn; zoodat het zeewater niet
alleen aan den buitenkant, maar ook in liet
binnenste zgn oplossende werking kon oefe
nen. Eindelijk is dus de zaak in orde.
Dat in de tropische zeeën op veel grooter
diepte nog de schalen van kiezelalgeh en kie
zel-radertjes bestaan kunnen blijven, ligt aan
d« zeer geringe oplosbaarheid van het
kiezelzunr, waaruit ze zijn opgebouwd.
Het roode diepzee-slik, dat by na alle
diepzeebodëma bedekt, bleek grootendeels uit
meteoorstof te bestaan, dat steeds in onze
atmosfeer voorkomt; ook in zee tot op den
bodem zinkt, voor een ander deel uit de
onoplosbare deelen van kalkschalen en de
asch van onderzeesche vulkanen.
E. HEIMANP.