De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 21 januari pagina 3

21 januari 1912 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No.;'1804 DE A M S T E R D A M.M ER W E E K'B L A D O O R N E D E R L A N D. "3 Inziet in ie Hooflstai, . Quttav Maihler. Toen Willem Mengelbarg 't vorig j«sr twee «eer mo ie uitvoeringen gaf van Bfablers eerste aymphonie, heef c men er nauwelijks aandacht aan geschonken, ofschoon men den componist kende; maar hoe weinig menschen plegen te ontgloeien in een plotselinge liefde I Ea DU de dirjgnnt talmde met een herhaling 'der Vierde, de eymphonie waarmee by in de herfstmaand bei leven, des meest e»i wilde heidtnken, moesten zij- die genegenheid voelt den voor den kunstenaar, zich troosten met bet gezegde van den negentienden eeuw chen wüz«: 01 Fakkel», wat soa uw roem .ijn zonder de Duisternissen l" D >c i mogen we klftgrtn, daar we allen (m ook ik) ac^u'dig t ij a aan onverschillig* fcortzicatigatid? Jata ton m'Bste deze amende honorable niet onge schreven bljjven, nu we het werk wederom hoorden en de schoonheid mochten bestflin. We zullen niet trachten een beeld te ge ten van deze muziek, gouden klank en gereene wonderbare melndie. JFranciseus van Assiai begeerde eene goddelijke r ymne en sramelde: Broeder Zon l" aile mystisers stamelden, wanneer ze woorden zochten voor het hemelache, en daarom zei Jakob Boe time misschien, dat God de eeuwige stilte ie. Maar 8chyi t het niet, -alsof een gedachte, welke'ook Gluet iü0/pbeus, Berlios vele malen en Franck vetieefs beproefden ta Yarzimieljjken, voor de eerste maal direct waarneembaar en werkelijk werd in deze magisc e klanken? Ja, als we leefden in een minder letbargUchen ijjd, als onze zielen minder geschubd waren met onnaieviteit en egtüaie, dan raakten we wellicht verliefd op zulke rythmen en extase. M dar om de noten niet geheel ta vergeten, moge ik wqzen op de onbegrensde vinding en verscheidenheid der vier deeler, welke tevens geleidelijkheid is in haar nauw en klaar verband;op ien meloiischen overvloed, een rijkdom als van Duizend-en een-Nacbt; op de scherpzinnige veeistemmigbeid, minder schools opgezet dan die van Bruckner, doch waar de zangen des te phantartiecher, even expre'Bief en harmonieus te samen vloeien; hoe bedachtzaam, karakteristiek en origineel is de se eymphonie geoicnestreerd, zonder bazuinen en als eenig zeldiaatn instrument de romantiek e schel; boe welluidend ver glijdt het eene timbre in het andere, zoo innig dat men de kleur soms moeilijk kan ontleden zonder partituur; hoe poëtisch wendt büde diepste tonen der harp aan ; en die onbe chryflgke Hncbaldsche diaphonieën uit den sopraan-solo, eene waarlijk boven aardse oe bekoorlijkheid l Zie verdar de fraai belijnde ttructuur van elk der deelen, en vooral de knmtige variaties van den Adagio; hoe hu niet enkel zyn dubbel hoofdthema varieert met onafzienbare phantasie, -doch ook den zacht-gezongen bas, welke hier zoo matig en weideen klinkt, ce synthese van alle os inato'dl hoe hij hem tegelysertyd doorvoert, in de boveri- en benedei -temmen met «ene kennis van het contrapunt, de herinnert aan de wijze waarop het in de vijftiende eeuw beoefend werd; hoe hu dien bas bühet tutti in e nog een afzonderlijk hoogtepunt laat bereiken en tevens het thema der finale in-leidt. Door de se hymphonie bruist een scheppings drift, de geest vlamt er zoo snel, de stemmingen zijn zoo doorleefd, betooverend en gespannen, dat een elk bij ingeving voelt, hoe zulke ema: naties elecnts kunnen ontb andeu uit een demoni'Cüingeninm, te krachtiger en grootecber daar het mndkaal i». Als de plaatstui-»te 't mij toeli»t, zon ik ook verduidelijken dat (en waarom) Mablera kunst voort kimt uit de volksmuziek, gelijk de kunst vancecontiapnntisien der Jsenaissance, van Bach, van met Napoleon I DOOR P. M. W EST R A. «w> Tot de belangrijkste, de meest overweldi gende episoden in de geschiedenis van Napoleon beaoort zijne vlocht van El ba, zijn ongehoord»zegetocht naar Paiijs, en de weder oprichting van het Keizerlijk, dat echter büWaterloo weer ineenstorten zon. Aan welke toevallige omstandigheden bit g niet het gelukken van de vlucht van El ba l Het schip, dat den banneling droeg, bad du hoogte van Livorno bereikt. Een fregat veitoonde zich in de verte op vyf mijlen onder wind, een ander was aan de kust van Cor sica; een oorlogschip, waarin men de baik Zéptiir herkende, onder bevel van kapitein Audrieux, kwam de keizerlijke dotille recht te gemuei. Eerst dacht men er aan, hen te praaien, en den dnekltnr te hyacben. De Keizer «af echter bevel, dat de soldaten van de garde iun petten zonden afnemen en zich verbergen, aat gezien bij er de voorkeur aan gaf, de beide schepen eikatder te la en passeeren, zonder dat Lu herkend werd. Om zes uur in den -avond teil den ze elkander rakelings voorbij, en de kommandantec, die elkander kenden, wisselden groeten. Da kom man dan t van de Zfphir vroeg naar den Keizer en de Keizer-zuif riep hem door de spreekbuis toe, dat net hem uitstekend ging. De schepen waren spoedig uit elkanders gezicht. Ik ontleen deze kleine episode aan een pas verschelen werk V»n E: ba L aar Water loo", waarvan eene .Duitïche bewerking door Freiherr von Cramm is uitgegeven. Vit het buitengewoon rij S i en op vele plaatsen nieuwe materiaal van dit werk, zij ?het my vergund een onderhoud te reproduceeren, dat Flenry woordelijk weergeef. Het tooneel is te Lyon, waar Napoleon zegevierend is aangekomen, op weg naar Paryp. F.enry vertelt: Ik bevond mij op 't oogenDiik der aankomst van Napoleon te Lyon. Hij wist dit en liet mij denzelfden avond roepen. Niet waar? zei hu glimlachend, men verwacht niet mg zoo spoedig weer te zien? Neen, Sire, slechts Utre Majesteit is in staat, tulke verrassingen te bereiden. Wat zegt men van dit alles te Parya? Men verheugt zich, Sire, ongetwijfeld, evenals hier, over de ge.ukkiga terugkomst van Uwe Majesteit. En de publieke opinie, hoe is die? Sire, die is zeer veraiiderd. Vroeger dachten wüslechts aan den roem, thans denken wy slechts aan de vryheid. De strijd, Beethoven (dien men te zijner lijd o. a. ook triviaal vond) afstamt van de volksmuziek hunner dagen, waaraan do onze aesthetisch geluk zal staan zoodra ze haar archaütisch tintje heef r. Gaf me de:e sympbome er genoeg aanleiding toe, ik zon nagaan hoe Mahler da eerste is die Berlioi' droom, het verbond van muziek en Gedachte (let wel: niet bijgtdachtej verwezenlijkt*'. Doch verstaan baar j< r b>ykt dit uit zjjoe andere eytnphonitëo. Het ware ook niet overbodig om aan te tomen hoe Manier den vorm" Van Bruckner voltooide. Keeren we Jerug tot de uitvoerinr. Telen leerden nu, door de K ndertotenlieder en deze Vierde ^ymphnrm (mevr. Alida Liman zong wederom Das H muiliecbe Lebes) hoe heider de n e hei rn en zijn, hoe onvergankelijk en grondeloos de emoties dezer ku st, welke den tylgenooten toch, «ór alle aodeie, ter harte moet gaan. En Men*eiberg omvat alle stylen, den eenen door rtfl xie, den anderen door intuietie en dat man niet kan zeggen allen even geniaal", ligt slechts hieraan dat zyri* geniale ingabor<mneid si erker en vryer o], flakkert, dit mei kt men immers bij alle groote dirigenten, in composities van ty'dgenooten. Laten we daarom ouk hier het beste deel kienen en de levende muziek verlangen. Wanneer men terugdenkt aan de receate mogelijkheid van Mahlers miskenning en loocaening, dan komen de woorden voor den geert van Villiers de l'Isle Adao, een der weinifte F aosche schry ver* die bevriend waren met Bicoard Wagner: Oni, c'est la mya riense Loil... il eat des reg ai o si coosti tues qoe, udue au milieu de»flots de lum ere, ils ne ueu'ent crsser 'é.re obacnra. Ce sont les ames paiasea et profanairiues, Téuea da hasard et d'appareices, et qni passent, murées, dans Ie eépuJcre de Jenrs sens mortele." MATTHIJS VERMEULEN. Berichten, NIEUWE BOEKEN. In het laatst van déze maand verse L, ij u t van Georgea Ohnet, een lieuve hiaionscha roman, onder den titei La légende et l'/titcorie, Li serre de l'aigle, met illustraties van A. de Pctryg. Dit boek is een vervolg op het vorig jaar verecaenen werk Pour tuer Bonaparte. Van Gyp verschijnt een nieuwe roman, geti eld La bonne fortune de Toto van Anatole fiance de zooevan in de Rtvue de Pari»compleet gekomen roman Let Dieux on t toif. Van H. Rider Haggard verschijnt onder den titel Jfarie een vervolg op zij a Deken ie werk Allan Quatermain en van Beatrice Harraden een niauv Wtfrk The trackles»wuy. BOBKENFEIJZBN. Dat de boeken oak niet altijd de pryien opbrengen waarvoor ze getaxeerd worden, is onlangs op een auctie büSotheby te Londen gebleken. Daar kwam o. m. onder den hamer et n exemplaar van Foxe's Book of Atariyrs, eens in net bezit van JOÜD Sniyan en van diens bandteekening voorzien. In plaats van 8- & 10.100 pond sterling, zooals verwacht werd, kon net we gens gebrek aan liefaebbere, niet meer dan 600 pond stening opbrengan. Ean ex tmplaar van Izaak Walton's Com pleat Angler bracht 750 p. st. op, terwijl in 1907 door den zalfden aac ionaair een exempiaar vaor 1690 p. st. werd versocht. GBIMM'S SPROOKJES. Dit jaar zal het een eeuur gnltden yn dat in Dnitschland het eerste deel verscheen van de do ur de gebroe dere Jacob en Wilhelm Grimm verzamelde sp'oobj-s. Het tweede deel verscaeen in 1814. Zot jaren hadden de broeders in de um^eving van Caasel overal naaporing~n gedaan naar de in den volksmond voortle vende verhalen van K >odkapji, 8 l die tusscüen de bourbons en ons u.tgebroken i-, heef t ons nieuwe inzichten gegeven omtrent onze rechten; hu heeft in de hoofden een aantal liberale denkbeelden doen ontluiken, die in den tijd van Uwe Majesteit niet be stonden. Men gevoelt benotfie aan vry'aeid, en het zekerste middel om de Franschen te be'alien, zou zyn hun weikelyk populaire wetien te beloven en te ge feu. Ik weet, hoezeer het de Bourbons benadeeld heeft, de liberale denkbeelden te bestrijden. Ik cal een anderen weg inslaan. Men moet nooit tegen een natie ingaan, dat is de geschiedenis van de aarden pot tegen de ijzerec. De Franechen zulten door mg bevredigd wordt-n. IK voel, welk een genot en welk een eer het is, eengroot volk viij en gelukkig te maken. Ik zal Fiankryk waarborgen gever. Eens hadden de Franachen door mij den roem, zij zullen nu door my de vryheid hebben. Als de Regeer in g zwak is, is zy' wantrou wend; is zy aterk, dan gaat zükalm haar gang en bepeikt de vryheid niet. Ik weet, wat de Franschen noodig hebben. Wij zullen elk ander begiypen. Maar geen bandeloosheid, geen anarcoie. want de anarchie leidde ons naar 'c despotisme der Republikeinen, da j hbt vrucht oaarst is aan tyrannieke daden, omdat iedereen er zich mee bemoeit. Gelooft men, dat het tot een elag komen zal? Men gelooft het niet; de Regeering heeft- nooit het vertrouwen van het leger bazelen; zy heeft zich by' de officieren gehaat gemaakt en alle troepen, die men tegen U «e Majesteit in 't veld brengt, zullen evenveel versterkingen zyn, die men Haar zendt. Ik geloof net ook. Endeneaarschalken? Sire, zy moeten vreezen, dal U *e Maj esteit zich Fontainebleau herinneren zal. Misschien zon hei goed zy'n, hen gernet te stellen en hen persoonlijk mee Ie deelen, dat Uwe Majesteit van zins is, alles te vergeten. Neen, ik wil hun niet schrijven. Zjj zonden denken, dat ik verplichting aan hen had, en ik wil aan niemand tenige verplichtirg hebben. De troepen zy'n eenageünd. De officieren zyn goed en als de maarschalken hen willen ternehonden, zonden zij wegge spoeld worden. Waar is myn garde? Ik geloof in Metz en in Nancy. Van haar ben ik zeker. Zg mugen doen wat zy wilden. Men zal hen niet corruoapeeren. Wat doen Angereau en Marmont? Ik weet het niet, Sire. Wat doet Ney? Hoe staat hy met den koning ? Soms goed en soms slecht. Ik geloof, dat hu zich wegens zyn vrouw over 't hof te beklagen heeft. Zijn vrouw is een pronkpop; waarschynlijk hetft ay de groote dame willen spelen en de oude hofdames heboen zicb. over haar vroolyk gemaakt. Heeft Ney een kommando ? Doornroocja, Klein Dnfmpjv Assohepoester en die ma'Ba andere vertellingen, die no* steeds de oog->n der kleinen doen schitteren wanneer ze worden verhaiüd of voorgelezen. De Kinder- vnd Hawmarclien hebban de namen der Grim m'u over de-geheele wereld beker d gemaakt. Hadden zij ze niet ter rech ter tyd opgeteekend, zeker zonden er vele verloren zijn gegaan, de tijd van vertellingen aan het s >inne wiel of rift* bet vuur der open haard is voorgoed voorbij. Kerstmaal der anei. In d»^V. R. Courant lezen wüonderstaat d ingezonden stuk: Geachte Redactie, Ofschoon het niet onze gewoonte is, om op berichten ons werk betreffende voorkomendaindanien wsbUden.tertfl ac teeren, ge'oelen wy ongthansgeoocd aakt zulks te d -en naar aanleiding van uw bericht in zake: Het Kerstmaal door het L*ger des Heil?, den armen aangeboden in het Paleis voor Tolksvlgr te Amsterdam, op den 2den Kerstdag j.l. Vergun my' daaro m het volget da deae zaak betrt ff ende te melden: I. Taegangskaartrn voor het by wonen van dezen maaltyd zyn in het geheel niet verkocht, zoodat de bewering als zouden wy 25 cents ioegan« hebben gevraagd, eene groote onwaa>heid is. II. Het bestuur van het Leger des Heila is er altijd ten sterkste tegen geweest dat d-rgeiyke uitdelingen aan armen in een soort tentoonateltingoonden ontaarden en heeft zelfs büden laatat geaoulen maaltijd in het Pa'eia haar eigen leden dan toegang geweigerd. III. Het bestuur van het Leger des Heils bed schikkingen gemaakt voor het vroegtijdig o oenen der deuren, anderhalf uur vór den tyd, om te voorkomen dat de arme menachen buiten moesten staan wachten. Het in r yen staan der menschen kan OES dus moeilijk worden verweten. U beleefd verzoeken de het bovenstaande te plaa sen in een der eerstvolgende num mers van uw blad. verblijf ik, Hoogachtei d U w dienstwillige dienaar, W. PALSTKA, Cnef- Secretaris. R. NOORDHOFF. Nieuwe Wandkeuxrt van Ewopa (l- a 3.000.000) In 9 bladen, grootte 1.86 X 2.12. P,ü* in losse bladen f LO Oouepiakt op linnen aan rollen, ocgevernist ?18, idem, gevernist ? 19 (met prospectut) Groningen, J B. Wolters. . Viouwtnjaarboetjevoor Nederland 1912. Be werkt aan het Nationaal Bureau voor Vrou wenarbeid, door MAEIE HSLNEN (adjunctdirectrice) 8e jaargang. Verkrijgbaar J«c. v. d. Doesstraat 68 te Den Haag. P/y's ?0.35 plus portokosten. Aig. verklarend Woordenboek, 6e druk van KRAMERS' Alg Knngtwoordenboek, herzien door H. ZONDER VAN, afl. 5. Gouda, G. B. van Goor Zonen. C. B. C. HEBCKBNBATH, Franich Woorden boek, Ie deel. Fratsen NederlanHccti 2e ver meerderde en verbeterde druk. Prjjs 2 deelen in linnen of l deel in half leer /"4.50. Gro ningen, J. B. Wolters. uiniiiiiiiittiii iiiiimiiiiiimiiimiHHiimiiMiiiitmiHiiiimiMiiiiiHiHHit Ii geloof net niet, Sire. Ia hg vór mg? Het aa&deel, dat hij heeft gehad in Utre abdicatie... Ja. Ik heb het in Porto Ferrajo gelezen. HU heeft er zich op beroemd my slecht behandeld te beoben en dat hu pistolen op mijn tafel had gelegd. Dat is al heel mooi. Men heeft over myae abdicatie een hoop fabels uitgestrooid. Is heb geabdikeerd, niet op tunne aansporing, maar omdat myn leger duizelig ge worden was. B j vendien, ik wenschte gee-n burgeroorog, die heeft my altijd legen de borst ges uit. Men heefi ook verteld, dat Angereau, toen hy my ontmoette, my met beleedigingen heeft overste p'. M*n heeft gelogen. Niet een van myn generaals zon net gewaagd hebben, voer mi] te vergeten, wat hij my schuldig was; had ik kennis gedragen van Angereaus proclama'ie, dan had ik hem uit myn tegenwoordigheid weggejaagd. Slechts lafaards beleedigen den tegenspoed. Zyn proclamatie, waarvan men beweert, dat i t ze in den zak zou gehad hebben, werd my eerst na onze by eenkomst bekend, 't Was generaal Koller, die ze mij toonde. Maar laten wüdat volkssprookje voor wat het s. Wat is er vandeTuileritëa geworden? Man heeft niets veranderd, Sire. Men heeft zelfs de adelaars niet eens vtrwyderd. Men hetft ongetwijfeld bevonden, dat Ik ze goed had aangebracht. Ie vermoed dit, Sire. Men zegt, dat de graaf van Artois terstond bij zyn aankomst, al ie vertrekken heeft opgenomen en niet moe geworden is ze te bewonderen. Dat geloof ik graag. E a wat hebben ze met myn schilderyen gedaan T Men heeft sommige laten wegnemen, maar dat van den slag van Austerlitz bevindt zich nog in da consnlzaal. En het tooneel? Men heeft er niets veranderd, maar men gaat er niet meer naar toe. Hoe maakt Talma 't? Sire, hy gaat vooit den bijval van 't publiek in te oogsten en te verdienen. Ie verheng my in 't vooruitzicht hem weer te zien. Zij t ge aan 'f hof geweest ? Ja, Sire' ik ben voorgesteld. Men zegt, dat ze er allen uitzagen als parvenus, dat zy geen woord wisten te zeggen en niet behoorlyk een voet konden verzetten. Hebt ge hen büde groote cere monies gezien ? Neen, Sire, maar ik kan Uwe Majesteit verzekeren, dat men thuis niet ongegeneerder zich beweegt dan in de Tuileritën. Men gaat er heen met bemodderde laarzen, in wan lelcostuum en met ronden hoed. Det zal er heel majesteitelijk uitzien. Maar waar geven die ouwe ezels dan hun geld aan uil? Want men heeft hun toch alles teruggegeven. OtWuttreerd reclameboetjt van de Feeat> «tien Aria", Plan age Middenlaan hoek te Amstardam. IIIIIIIIHHIIIIIMIHIIIIIIIIIIIHIIHUIItlllllllllllltltlHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIH 40 cents per regel, BOUWT te NUNSPEET. Inlichtingen bij het bouwbureau Ar t i' aldaar. DELAUNAY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. Hoof d-Agent Toor lïederlandi J. LEONARD LAK6, Stadhoudersliade, AMSTERDAM. 5AM5DN Eenige Fabrikante .BengerSühne Stuttga Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 166 K. F. DEPSCHLE-BENGEB. Piano-, Orgel- en Muziekliande) Meyroos ds Kalshoven, ARNHEM, KONINGSPLEIN g. Interc. Telefoonnummer 913. VLEUGELS en PIANO'S in Koop en in Huur REPABEEREN STEMMEN RUILE COGNAC «IARTELL AienteiiïPIAHSüBEDIKlEE.iiBteiia. J. LE MINJE, Amsterdam. OUDE GENEVER merk Nectar". ? 1.38 per D literflesch. WIJNbN, COGNAC etc. IWSTUK'DAT KRIMPT WORDT TERUGGENOMEN Verkrygbaar te Amsterdam ATT T*nw MAwr-HP»Kal verstraat. AU BON MARCHE Regaliersbreestraat. J. G. HERBERMAN, Damrak. JACOBSON & MANU8, Kalverstraat. H. MEYER, hofl., Koningsplein. ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE 4 LDENKOTT, Nienwendflk. N E D. INDIE: Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING, Batavia. Winkel-MüEIGEN HULP", Batavia. W. 8AVELKOUL, Soerabaja. ad r posen verstrekken wügaarne Mei behende Jflvrh. AUTO-GARAGE RENAULT. - FREDERIK HENDRIKLAAN 84. 's-GRAVENHAGE. Telefoon Schev. 1533. IIIIMI1IIIIIMIIIIIIMIIIIIIIIMIIIIIMIIIIHIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII11IIIIIIIIII liniMIIIIIIIMIMIflIIIIMIIIttMIIIIIHIII J Waarëcoynlyk willen ze hun kleeren opgebruiken, Sire. A'm Frankrijk l In welke handen züt ge gevallenl En de Koning, hoe ziet die er uit? Hy heeft een mooien kop I Zy'n zijne muntstukken mooi ? Uwe Majesteit moge zelf oordeelen. Hier is een twiniigfrankstnk. HOP, zy heb oen het oude randschrift hersteld? Dat verwondert my (terwyl hij het muntstuk telk-ns omkeerde). Hij ziet er niet naar uit of hu honger lijdt. Maa- kyk daar, zy hebben het Dieu protégéla Fronct weg gelaten, om hun Domm»salvum fac regem weer aan te biengen. Zózyn ze ai tij d ge weest, alles voor henzelf, niets voor Frankryk. Waar is Maret? Waar Caniincourt ? Waar Lsvalette? Waar Fcucté? Zy zyn alle te P«iys. En Mo ? Hy is ook Ie Parus. Ik heb hem kort geleden büde koningin gezien. Hebben wij hier in de nabyheideenige mannen, die aan myn persoon gehecht zyn geweest ? Ik weet het niet, Sire. Ge moet daarnaar informeeren en hen laten komen. Ik zou graag den geest van den tyd grondig leeren kennen, en een beetje me in de zaken inwerken. Hoe maakt Hortense het? Sire, haar huis is nog al tyd de ver zamelplaats van de mannen, die geest en aacgenamen omgang weten te waardeere n; en ofschoon koningin zonder troon, is zy niet minder het voorwerp der vereering en der huldigingen van geheel ParyX Zy heef c een groote domheid begaan, door zich voor de gerechtshoven te vsrtoonen. Slechts domkoppen kunnen haar dat aange raden hebben. Waarom heeft zy den titel van hertogin geyraagd? Maar, sire, *y neef t dien niet gevraagd; het was keizer Alexander. Dat is 't zelfde; zy had hem evenmin mogen aannemen ais vragen. Zy had zich eenvoudig Malame Bonaparte moeten noe men. Die naam was evenveel waard als welke titel ook. Welk itcht had zy, haar zoon tot hertog van St. LeH te laten maken, en tot een pair der Bourbons? Louis had gelyï, zich daartegen te verzetten. Hy' heeft gevoeld, dat de naam van zyn zoon ie mooi was, om te dulden, dat hy veranderd werd. Als Josefine nog geleefd had, zou zy die dwaasheid verhinderd hebben. Heeft men haar erg betreurd? Ja Sire, Uwe Majesteit weet, hoezeer zy in Frankrijk bemind en vereerd werd. Zy' verdiende het. Zy was een uitste kende vrouw, met een ruimen blik. Ie heb haar ook zeer betreurd, en de dag waarop ik haar dood vernam, was een der ongeluk kigste van mijn leven. Heeft men openlyk rouw voor haar gedragen? Neen S. r e, en ik geloof zelfs, dat men baar de eer zon geweigerd hebben, die men aan haar rang verschuldigd was. wanneer keizer Altxander er niet op aangedrongen had, Dat heb ik indertyd ook gehoord, maar ik kon het niet geloover. Het ging hem niets aan. De edelmoedigheid van keizer Alexander il werkelyk onbegrensd. Hy heeft zich een beschermer der keizerin, der koningin, van den prins Eugenius en van een aantal an iere belangrijke personages getoond, die zonder hen. v»rvo gd en mishandeld zonden s4Jn. Ga tchünt veel met hem op te heb Den. Sire l Is de Nationale garde goedgezind? Ik kan het niet verzekeren, maar ik ben overtuigd, dft zy, waneer zy zich nu juist tiet %ór U «e Mejeateit verklaart, in gem geval tegten Haar zal optreden. Ik deel die meening. Wat gelooft men, dat de vreemde Mogendheden van mijn terug keer zullen zfggen? M n gelooft, dat Ooatenryk zich bij Uwe Majesteit zal aansluiten en dat Radand den tegenspoed der Bourbons zonder leed wezen zien zal. Waarom dat? Men beweert, Sire, dat Atf xander ty'dens zijn verbluf te Parijs niet over dë~prinsen tevreden is geweest. Dat de voorliefd voor den Koning van Engeland, en de hulde die men dtn prins-Regent bewees, hem misviel. Het is <oed dit te weten. Heeft hy myn zoon itesien? Ja, S.re, men heefc müversekerd, dat hu hem met et n echte vaderlyke teerderheid omhelsd heeft, daarby uitroepend: Hy is allerliefst. Acn, wat hetft men my bedrogen l Wat wilde hij daarmee zeggen ? Men had hem verzekerd, zoo wordt verteld, dat de Prins rachitisch en zwakhoofdig was. De ellendelingen! Het kind is bewon derenswaardig en geeft alle blyken, een man met groote karakter-eigenschappen te zullen worden. Hy zal zyn eeuw eer aandoen. Is het waar, dat Altxander in Parys by'ionder gevierd erd? Ja Sire, men had slechts oogen voor hem. De andere Sonvereinen schenen wel zyn adjudanten te zyr. Inderdaad, hy heeft veel voor Parijs gedaan; zonder hem zonden de ngelachen de stad geruïneerd hebben, en de Pruisen hadden haar verbrand. Hu heeft zyn rol goed gespeeld; en a's ik niet Napoleon was, zon ik misschien Altxander willen zyn. Bijzonder aandoenlyk zyn wel in dit inte ressant gesprek de woorden die de Keizer sprak over zyn zoon, en die het noodlot evenzeer aou logenstraffen, als de hoop van Napoleon op een duurzame vernieuwing zy'ner heercchappy'.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl