Historisch Archief 1877-1940
Na 1805
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
V^QUWEN^UB^IEfi.
TnttiFfliE
Het Frankf arter orgatm: Da»F reit Wort,
ontving van haar correspondent uit
Meoklenburg een mededeelinp, waarbij men zich
afvraagt of wfl nn waarlijk leren in den jare
omes Heeren 1912 of we', dat de klok in
dat hertogdommeije ia blijven stilstaan.
Een jong mei»j e van adellijke familie, dat
de eer genoot aan het Hof te verkeeren, bad
haar examen als onderwijzeres gedaan e'n
wilde nn van bare bevoegdheid gebruik
maken als plaatsvervangster voor een zieke
onderwijsere*. De toestemmin g daarvoor werd
haar an allerhöchster Stelle" geweigerd. Op
een aud.ëatie, door bare moe Ier expresselyk
daarvoor aangevraagd, weid deze weigering
nog eens herhaald en gemotiveerd met de
> verklaring dat het niet standesgemajz"
was, overdag de vis-a-vis te zijn van Jantje,
Pietje en Slaatje en 's avonds van
Serenissimns. Maar les idees marohent" zelfs by
moeders van adellijken bloede.
Want de bedoelde mama en de bedoelde
onderwijzeres-oochter hebben aan
Sarenissimns medegedeeld, <fal zjj de praktijk des
levens boven een hof-quadrille prefereeren
en dus in het vervolg de hofgfeer niet meer
bezoedelen sollen m «t bare democratische
neigingen.
De vrpnwen In Zweden zijn vol hoop het
nienwe jaar ingetreden; want niet alleen de
premier-minister Staaf is lid van den pas
opgerichten mannenbond voor vrouwenkies
recht, maar Ook de heer Berg, minister van
onder WUB, ia. daarbij aangesloten.
Al de liberale bladen wijden na dagelijks
een rubriek aan de vrouwenbeweging. De
Engelsche bladen, Standard en Daily New»,
hebben dit schoone voorbeeld gevolgd.
De vrouwen in Rusland vierden feest, om
dat bet 60 j «ar geleden was, sinds de eerste
vrouwelijke student toestemming verkreeg,
de htogeschool te bezoeken. Qroote
feestvergaderingen werden er in vele steden ge
houden, georganiseerd door een commissie,
waarvan gratf Tolstoi, de vroegere minister
van onderwijs, President was.
De cloa is een congres over
Vronwenopvoeding" waarvoor vrouwelijke afgevaardig
den uit alle deelen van Rusland, te Peters
burg bijeen zullen komen.
In Finland heeft men weer een vrouw als
politie-beambte aangesteld. Dit is, sedert
1907 de achtste, die op dat gebied werkzaam
is, en wier taak vooral daarin bestaat, jonge
meisjes en viouwen voor het grootste sociale
kwaad, de prostitutie, te behoeden. De
Regeejing heeft hiermede de ondervinding opge
daan, dat voorkomen beter is dan genezen,
en is voornemens in alle groote steden vrouwe
lijke politie-beambten te benoemen.
Gelukkig dat wij er reeds n rijk zyn te
Rotterdam en n in Den Haag.
Een van de laatste vriendelijkheden (?) van
Generaal Stya, de gouverneur van Finland,
is zijn decreet, dat alle vereenigingen van
meisjes-padvindateis ontbonden moeten wor
den, omdat daarin gevaar schuilt voor het
Russitche Keizerrijk!
; De FiDfcje vrouwen moeten wel veel macht
bezitten, dat deze reeds in de kteine vrouwljes
moet gefnuikt worden.
In Oxford, waar men tot dusver nog zeer
tlllllllflIlltlllllllimillUIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
UIT DB NATUUR.
CDLXI.
Een natuur-historisch museum
? op straat.
Van middag, den eersten mooien winter
dag, met een ziertje vorst en een zonnetje
dat het won van den zwakken oostenwind,
liep ik met een kennis van buiten langs
Amsterdams straten, Sarpbatistraat, Stad
houderskade den kant op naar het
wintervermaak in het Vondelpark.
Dat gebeurt je zeker niet dikwijls, datje
zoo op een vrijen middag langs de huizen
loopt en beelemaal niet naar planten of
dieren uitkijkt," zei mijn logé.
We loopen hier anders langs een heel
rijk museum van natuurlijke historie; en
nog wel van fossielen; ik zoek al een poos
naar een ammonshoorn, die ik vroeger hier
ergens gezien heb, maar nu niet weer kan
vinden."
Wa blieft Ik heb nog nooit van myn
leven een fossiel gezien. Ik zie ook geen
museum l"
En hy keek omboog, of hij wat
monumentaals in het oog kon krijgen; maar bet waren
gewone toe-huizen, met een winkel op den
hoek, en hier en daar nog een tussehen de
deftige heerenhnizen.
Bijna alle huizen die wy passeerden, be
zaten het zoogenaamd granieten voetstuk;
tot aan de kozijnen der onderste vensters; of
nog wat hooger, als het een heel royaal hnis
was. Het is in den regel niet meer dan een
dun lapje dat er tegen ligt, en graniesisbet
heelemaal niet; ten minste niet aan de oudere
huizen, wel aan een heel enkelen
spiinternieuwen geve).
Het blauwgrijze onderstuk van de
Hollandsche gevels is een soort kalksteen; het
is hstielfde gesteente waarvan de groote
platte stoepsteenen gehouwen zijn, die het
speciaal kenmerk zyn van de 17e en 18e
eenwsche koopmanshnizen op de grachten
van da Hollandsche steden. Te voren werd
meer zandsteen gebruikt.
In den regel zyn de treden van de hoage
stoep en de groote plal en van de platte stoep
binnen het hek glad af gejaagd; of, als ze heel
oud zijn, vlak geschuurd; de opstaande platen
die de baksteenen van den ondergevel ver
bergen, zijn kunstmatig geribd.Al die wonld-be
granieten stoepen en gevels zyn van het
zelfde materiaal als onze trottoirbanden en
de goedkoopere schoorsteenmantels. De naam
stoepsteen er voor, ofschoon alleen in Neder
land in gebruik, is een beste naam.
Maar noch van de herkomst noch van de
mineralogische cf chemische samenstelling
zegt die naam ons iets, alleen van de toe
passing by den huizenbouw.
Dat de menscben deze mooie lichtgrijze
of grauwe, soms byna zwarte steensoort, die
zoo goed past by ons klimaat en onze luch
ten, graniet zijn gaan noemen en ook wel
eens marmer," heeft waarschijnlijk tot oor
zaak dat de Belgen, die ois den stoepsteen
leveren, hem petit grdwte noemen en de
donkere soorten marbre."
In den handel heeten de mooiste soorten
conservatief tegenover de vrouwenbeweging
stond en waar bijv. nog geweigerd wordt om
aan vrouwen dam dokteregraad teverleenen,
(wat ook in Cam bridge het geval is) is nn
een Afdeeling van den Mannenbond voor
Vrouwenkiesrecht opgericht, waarvan Prof.
Gilbert Mnnay de voorzitter is en waarbij
vele professoren van naam zich aangesloten
hebben. De eerste vergadering, die door
desen Bond gehouden werd, had plaats in
het stadhuis te Oxford.
De Patriarch der Armen: ërs in
Constant!nopel heeft een decreet uitgevaardigd, waarby
mededeeling werd gedaan aan toekomstige
echtelieden, dat geen huwelijken in zyn
diocees souden worden ingezegend, zoo bruid
en bruidegom niet voorzien waren van een
gezondheidc-attest, hun door een wettig
aangestelden arts verstrekt. In Constantinopel l
Wanneer by ons f
Raja Manmath Chondhuri heeft een be
weging op touw gezet om in Britsen Indië
een hoogeschopl te verkrijgen, alleen voor
Indische meifjes. De hoofdgedachte, die
hierbij voorzit, is natuurlijk den meisjes meer
ontwikkeling bij te brengen; maar bovenal,
om daardoor gaandeweg verandering
tekrygen in den huwelüke-leeftyd voor de meisjes,
zcodat het geen kinderer, maar vrouwen zyn,
die weten welken stap zij doen.
Het bezoek van het Briteche Koningspaar
heeft, naar we hopen, bijgedragen, deze plan
nen aan de werkelijkheid nader te brengen.
De Vereeniging Belasting-Weigeraarsters"
in Londem trok onlangs met haar
bruinzwart-witte banier naar een verkooplokaal,
alwaar een gedeelte van den inventaris van
Miss Ede, dokter in de medicijnen, geveild
zon worden. De gewone koopers en
kyklustigen maakten gaarne plaats om aan dr.
Ede gelegenheid te geven aan het publiek
te verklaren, waarom haar boeltje daar ver
kocht werd. Zij zeide: degenen die de
muziek betalen, hebben toch het recht om
ook eens den toonaard aan te geven." (Those
who pay the pipar, ought to have a say in
the calling of the tun«). Het eerste bod,
dat gedaan werd, wasi 66 boog, dat daarmede
de belasting reeds kon voldaan worden en al
deze omhaal (foor de autoriteiten dan altijd)
was oorzaak, dat de zaak der vrouwen weer
gepropageerd werd.
Bovengenoemde vereeniging kan zich be
roepen op een beroemd schrijver uit de
zestiende eeuw, die reeds dezelfde ideeën
verkondigde. Montaigne (Essai 3 et 5, sur
les Vers de Virgile") schreef:
Dj vrouwen hebben waarlyk geen on
gelijk zoo zij weigersn zich te onderwerpen
aan de gestelde machts bepalingen; want het
zyn wetten die door mannen gemaakt zyn,
zonder er n vrouw in te kennen."
In San Francisco hebben op de openbare
gebouwen de vlaggen halfstok gehangen,
al J een hulde aan de nagedachtenis van
mr. Ellen Gark?Sargent, eeu vrouw die
voor het sociale leven veel gedaan heeft en
een veteraan was in den kiesrechtstryd.
Voor hoeveel, vrouwen, niet van konink
lijken bloede, is dit ooit geschied?
Mejuffrouw Molly Spicer, een drie en twin
tigjarige onderwijzeres, is zelfs voor Amerika
een noviteit. De regeering heeft haar benoemd
als dcputy-therif. Dit meitje-sherff heefteen
arbeidsveld, dat zeker zoo vrouwelijk
mogelyk is; want zy moet zoeken naar goede
Escoegynschèsteen, Pierre d'Ecanssines, naar
de plaats in de Ardennen, waar de rykste
en oudste groeven lagen. Inderdaad heeft
de steen oppervlakkig bekeken iets van
marmer en van graniet beide. Van marmer
-gezinnen, waar kinderen kunnen worden
ondergebracht, die door den Staat onttrokken
zy'n aan de ouderlijke macht. Te Amsterdam
is débetrekking van adjunct-ambtenaar der
Kinderwetten te vervullen. De werkzaam
heden, aan deie betrekking verbonden, staan
haast gelijk met het naar hierboven genoemde
meisje-sheriff Eet is te hopen dat deze be
trekking nu ook aan een vrouw gegeven
zal worden. j kggj
' N. M.?D. W. H.
Het Yronwenjaarlioelje Toer 1912,
Het Natiomaal Bureau voor Vrouwenarbeid
maakt bekend, dat zooeven verschenen en
aan het Bureau Jacob v. d. Doesstraat 68 te
's Gravenkage te ^ er k rij gen is: Het Vrouwen'
jaarboekje voor 1912, door Marie Heinen,
adj. dir.
Prijs ? 0.35 + porto (? 0.06 per ex).
Krabbels in bet Yrii Kwartiertje.
M'n klas is verhoogd en ik ben mee
gegaan. Het ongedachte is gebeurd tot groote
blyd'Chap van m'n kinderenj tot groote
vreugde ook van mi4, 't Ongedachte, want
nog nooit heeft in de vijfde klas 'a onder
wijzeres gestaan.
'k Vind natuurlijk een paar, die niet zyn
overgegaan. Een van hen zit met de handen
onder de kin, woeden d-brutaal rond te kijken.
'k Doe, of 'k niets merk. 'k Kan me best
begrijper, dat de jongen uit &'n humeur is.
De boeken werden uitgedeeld, we gaan aan
't lezen. Bram, zoo heet de booahoofd,
verandert niet van houding, laat z'n boek
dicht liggen, 't Is drie uur. 'k Laat de leien
krijgen en geef sommen op. Bram is weer
oost-indiech doof. Heel de klas zit rustig te
werken, alleen Bram doet niets, 'k Ga naar
hem toe.
Bram, zou je ook niet 'na beginnen T
Nee."
Waarom niet, Bram ?"
'« Wil niet by 'n jnfirouw zitten. Bij 'n
juffrouw."
'n Paar kindren kijken om, zien me ver
wonderd-1 achend aan. M'n jongens houden
veel van me, en ik, 'k heb nog nooit zooveel
van 'n klas gehouden als van deze.
,,'k Weet goed raad, Bram. Ga naar je
meester, die is nu in de vierde klas en vraag
of je by hem nog 'n jaartje zitten mag. En
anders, schik je in je lot, en doe wat ik wil."
Vier uur. B am heeft niets uitgevoerd,
moet dus schoolblijver. 'k Neem 'n lijst, ga
aanteekeningen maken, bemoei me volstrekt
niet met hem.
Opeens breekt z'n woede, heel den middag
ingehouden, los. Snikkend stoot hy uit:
'k Wil niet by 'n juffrouw zitte 'k Wil by
'n meester zitte. 'k Werk tcch niet voor je.
'i Zal 'c tege me vader zegge."
't Laat hem bedaren, ga dan voor hem op
de bank zitten.
Z»g Bram, is 't zoo vreeselyk, dat je by
'n juffrouw wezen moet? Is 'n juffrouw dan
wat minder dan 'n meester ?" vraag 'k lachend.
Ja," bijt hy af.
Maar weet je wel, dat de meesters en de
juffrouwen allemaal 't zelfde moeten kennen?
Meneer Kouke, bij wien je gezeten hebt, en
ik weten precies evenveel. Dus wat hindert
het dan eigenlijk, wie je les geeft?"
'n Juffrouw is maar 'n vrouw l"
O zoo Bram, is't dat? En je Moeder dan?
Is ook maar 'n vrouw."
het gevlekte, van graniet het glinsterende
en de kleur. Dat het geen marmer en geen
graniet kan wezen, begrijpt ge echter dadelijk,
als ge n herinnert, wat dat eigenlijk voor
delftsttffan iy°D. Graniet immers is het in
Ja, dat ia ze. Maar je houdt toch zeker
wel van je Moeder ?"
Nee."
Wat? Hou je niet van je Moeder? Eu
van je Vader dan ?"
Ta, van die wel. Maar die doet ook zooveel
voor me."
Dat 's waar. Maar je Moeder niet minder.
Wie zorgt, dat Bram's eten en drinken op
tijd klaar is, en dat z'n kleeren heel en
schoon zijn, en dat ie 's avonds 'n opgemaakt
bed vindt? Wie anders dan z'n Moeder, z'n
Moeder en nog 'DS z'n Moeder?"
Dat mot ze doen. Daar betaalt me vader
d'r voor."
Zoo, moet ze dat?"
En of! Anders krijgt ze van me vader en
dan zorgt ze wel dat bet den volgenden dag
beter is."
By huisbezoek bleek het, dat de verhouding
in 'c gezin Dykstra was zooals Bram me ver
teld had. Och, jnffrouw," zei moeder berus
tend, dat is bij ons mensche nou eenmaal
zoo, de manne benne de baas. Dat wete we
v'rnit as we trouwe. Maar dut mot 'e. hem
tot z'n eer nageve, ie speelt wel vaak tege
me op, maar ie bet me toch nooit gestage.
Nee, ie is nog lang niet de kwaaiste, d'r
benne d'r wel veel erger, hoor."
Ea ziet n, 'c zon anders nog wel gaan,
maar Bram, daar héve nog al 's mot over.
't Jong is zoo schandelijk brutaal tege me,
dat kan u je niet begrijpe. Ea ai 'k dan 's
tege me man d'r over klaag, dan zeit ie:
och, je mot wat van 'm vele kenne, 't is 'n
jonge." Non en dan haalt 't eene woord 't
andere uit en dan mot ik op't laatst't lootje
leien, want dan is niet moeder de baas, maar
Bram. Nou, en dat vind 'k, dat niet te pas
komt, en uwe?"
Ik ook niet. Maar praat n er 'es met
u «r man over, als de jongen er niet bij is."
Ocb, juffrouw, je kan net me man niet
redeneere." Sabbel toch niet zoo," zeit ie
dar, ik weet beter wat 'n jonge toekomt
dan jij. Daar hèjij toch geen verstand van."
Want Biet u, dat Bram dat tegen u dorst te
zegge, dat komt door z'n vader. Die zeit
altijd, dat wy vronwlui wat minder benne
dan de manne."
Wil u wel geloove, dat 'k er tege opzie,
dat me man weer na zee gaat, want 'k kan
de j or ge niet meer an. 17 zal ook neg wel's
last met 'm k r ij ge, want ie is woedend, dat
ie by 'n juffrouw zitte mot. Dat vind ie veel
erger, dan dat ie niet verhoogd is, en ie het
al gezeit: ze krijgt er myn toch niet onder."
Maar me man blijft nog veertien dage thuie,
das as u- wat te klage heb, dan komt n maar.
Na zeese is ie d'r altyd we)."
Neen, juffrouw, dat zal'k niet doen. Bram
moet leeren my te gehoorzamen. Ea dat zal
best lukken ook."
Bram heeft geleerd te doen wat 'k wilde,
al heeft 't me heel veel moeite gekost, daar
buigen geen breken worden mocht. Buiten
de sclcol werd n'a gedrag e ven wel hoe langer
hoe slechter, zoodat vader Dykstra ten slotte
heel dankbaar was, toen hy den jongen op
't oorlogschip" kon krijgen.
En moeder? Och jufirouw," zei ze, 'k
ben blij om 't kind, want non komt er mi
schien nog wat van 'm terecht. Maar 'k zeg
maar zoo, 't is de scbuld van z'n vader. Die
het 'm zoo gemaakt."
*»*
Wil 'k u nou 's wat vertelle, juffrouw?"
Gewichtig doende komt Marie in 't vrije
kwartier naast me loopen.
' Toch geen kind in '' water gevallen, of
ergens brand geweest of 'n dronken man z'n
Fossielen uit den Koleikalktijd, die in cnze gfoepsteenen vccikomer.
(Il), uit Dr. Lindeman : Die Erde.)
de diepte gestolde vurig-vloeibare magma,
dat omhoog werd geperst en bij de afkoeling
de vaste ongelaagde rots vormde, waarop de
lagen der aardkorst rusten; graniet heeft geen
vlammen, slechts zelden aderen en in geen
geval de mooie en grillige fuuurtjes, die den
Stoepsteera kenmerken ; zy kunntn er niet in
voorkomen, want het zyn teekenen van lever,
de resten van levende wezen?.
Met marmer heeft onze stoepsteen wel
iets te maken; hij was in vele gevallen
stoepsteen, maar door het contact met het
vurig magma, des door de aanraking met die
Bloeier d a taaie massa's die omhoog kwamen,
werd het ka'k- of k ytgesteente met al zjjn
schelpen koralen en andere dierlijke over
blijfselen geheel en al veranderd. Het bleef
natuurlijk koohurekalk, maar het werd totaal
gewijzigd, bet werd heel cf half vloeibaar,
kristalliseerde op nieuw: de stoepsteen werd
tot marmer gametamorphoaeera".
In de geologie heet marmer dan ook een
metamerph gesteente. Er is geen spoor van
een levend wezen in overgebleven; deheete
rretialdampen uit het magma drongen er
zeer diep in door en vormden er roode
of groene aderen en vlammen in, die er
dikwijls, voor bouwwerken, de waarde aan
geven ; zelden bleef het geheel vry van aderen
en werd dan bet beeldhouwersmarmer, zooals
dat te Carrare.
B s vatte de oude zeebodem zeer veel over
blijfselen van planten en dieren, dan ver
koolden die, ea gaven bet marmer een
donkere kleur of zwarte aderen.
Alleen aan de buitenzijde van de spheer
van aanraking met de heete opborrelende
massa van het magma, was de hitte niet in
staat, den kalksteen totaal te veranderen.
Daar, in de contact-zone", drongen wel wat
dampen door, die tublimeerden i a de breuk en
en barsten van de verhitte steenlagen
maar het bleef stoepsteen; de Behelpen en
zeeleliën zijn er dadelijk in te herkennen.
Al loopen er talrijke en kleurige aderen van
gekristalliseerd kalkspaat doorheen; het is
geen echt marmer.
Wie wel eens in het zoogenaamde marme
ren raillje van het American-Ho tel op bet
Laidscaeplein te Amsterdam heeft vergaderd,
gedineerd, of op andere wyze gefeest, moet
er dat wonld-be marmer van de wanden en
de zuilvoeten, maar eens van dichtbij op aan
kijken. Ge zult er de zeelelies, bewyzen van
het stoepsteen-zyn, gemakkelijk in terugvin
den ; ze verraden dat het geen marmer is,
al is het even mooi en misschien tegen
echtmarruerprijs betaald.
De hooge lichtgry'sgele pilaren zelf, op
gevlamde voetstukken, zijn van echt graniet;
daarin bespeurt ge geen spoor van organis
men, geen enkele mosselechelp of
bonifaciuapecning.
Wat daarin zoo glinstert is ook geen kalk
spaat, maar mica of witte glimmer en
kristalvlakken van veldspaat.
Onderzoek ook uw marmeren tafelblad of
schoorsteenmantel maar eens op al of niet
echt zijn Het kiln marmer wezer, evenals
de gangcloer enjjangwacden.Doch vindt geer
ook maar n figuurtje" in, dan is het geen
marmer.
vrouw geslagen?" plaag 'k haar. Marie weet
namelijk altijd allerlei nieuwtjes, die ze
opdoet in de water- en vunrnering, welke
haar Moeder houdt.
Nee, wat hèjl andera, wat veel ergere.
De pelista is giatravend bij ons in buis
geweest."
Ea hebben ze jou niet mee genomen?
Of at je te veel T"
Non mot n niet plage. Za benne d'r echt
geweest hoor. Gistravond toe we allemaal
al op bed lage, behalve me moeder, 'n
Resersenr en 'n gewone agent."
Zoo, zoo." Meer antwoord 'k niet. 'k Dring
liever niet in familiegeheimen.
Ja, en ze hebbe alles omgehaald. Maar
dat komt door dat mensch vvn n hoog.
Die haalt altyd op de lat, ziet n, en non
most ze al 'n kwartje betale en toe het me
moeder d'r om gevraagd en toe zei ze dat
't maar twintig spie was. En toe het ze ruzie
met a>e moeder gemaakt en toe het ze gezegd,
dat ze ons aan de peliaie verraaie zou."
Zio en kwamen ze daarom gistrenavond?"
Niet om die ruzie. Om heel wat anders.
Zi*t n, drie hoog achter woont'n vrouw, die
uit werke gaat. Non brengt ze 's morges as
ze weggaat d'r test en d'r keteltje bij ons
en as ze dan 's avens terugkomt, dan haalt
ze meteen 'n halfie water en 'n cent vuur.
Dan hoeft ze de trap niet eerst opteklanwe
en 't staat me moeder niks in de weg. Non,
en dan komt ze messtal effe binne. Want
ziet n, ze het nog al goeie hui ie en dan
brengt ze wel 's 'n kliekie mee en ook wel
's wat anders, want as ze 's wat vind, dan
houdt ze 't. Laatst nog 'n mooie ring, zoo'n
gladde weet u, en 'n zilvere armbandje en
's 'n zilvere vingerhoed. Nou ze zegt, ai de
mensche d'r niet om vrage dan hoeft ze 't
niet terug te geve, want dan weet ze niet
of 't wel van hun is. En 't zal hun niks
hindere want ze benne rijk genoegt. En ze
het ook wel 's 'n mooie onderrok of'n m ooi
tafellake meegebracht en 's 'n mooie zij e
perreplu. Nou en dan brengt ze 't bij me
moeder en»dan komt ze 't later kale, as ze
'c verkoopt, en dan krijgt me moeder d'r ook
wat van. En me moeder verkoopt 't ook wél
's voor d'r, maar dan moet me moeder meer
hebïe voor d'r moeite. Ziet u, ze kon 't wel
mee na bove neme, maar ze zegt, as ze d'r
verdenke, dan komme ze natuurlijk wel by
haar zoeke, maar niet zoo licht by me moeder.
En as me moeder de peliaie na boven ziet
gaan, dan kan me moeder altijd nog
wegkomme en dan vinde ze toch lekker niks.
Maar non het dat mensch van n hoog voor
ons verraaie en nou k wam me ze zoo laat.
Me moeder schrok terst wel, maar dat hebbe
ze vast niet gemorreke. Ncn en toe zei me
moeder, dat ze hun gang maar moste gaar.
En me moeder had in der zei v er s pret en
wy ook, want n begrijpt, me moeder was wel
zoo goochem geweest om te maken, dat ze
niks meer in hnis had. Want toe zy van n
hoog dat zei, toe het me moeder alles gauw
verpatst, wat ze nog had. Ea daarom konne
ze gerust alles om hale. Maar ze hoeft by
me moed ar niet meer f e pofie, die kale
medam. Laat ze op der eiee passéen op d'r
lieve diere van j onges. Maar ze benne d'r
allemaal woest over op de trap en ze hebbe
van morge gezeid dat ze d'r allemaal net
zoolang zu'la koejeneere tot ze weggaat.
Zao'n verraaister. Wat zeit n daar nou van ?"
'k Zei niets, doch 'k dacht zooveel te mear.
VBBINO.
Zijn ze er wel in, dan zult ge dazelfde
figuurtjes ook terugvinden in den trottoir
band en de stoeptreden, die ge eenige keeren
per dag betreedt of overstapt.
Een goede honderd jaar geleden had men
voor de witte teekeningen in den stoepsteen
nog geen anderen naam dan : figuurtjes. Men
beschouwde die dingen als spelingen, grillen
der natuur. Nn kan u een palaeontoloog
van byna elk haaltje, netje, kringetje of
slangetje in den steen zeggen, hoe de weten
schappelijke naam is van het dier, waarvan
het afkomstig is.
Bijna al onze trottoir-, gevel- en stoep
steenen zyn afkomstig uit België, voor een
klein deel uit den Eifel. Ze zyn grootendeels
ontstaan in den tijd vór de vorming ?an de
groote steenkoolbedding in West f alen, België,
Engeland en Nederland.
Eens, miliioenen jaren geleden waren deze
stoepstesnlagen o) kolenkalk-lagen een bodem
van een warme zeeboezem, waarin een ryke
dierenwereld leefde; koralen en zeelelies
vooral; daartusechen zaten vastgegroeid, of
bewogen zich, allerlei mossels en armkienwers,
ook zeeslakken en ouderwetsehe, sedert lang
uitgestorven visscheo. Het moeet iets der
gelijks geweest zijn als nn nog in de tropische
koraalriffen. Insecten en viervoeters bestonden
er toen nog heel weinig, alleen een paar
soorten van salamander-achtige dieren.
Van al deze zeedieren nu uit den oule
kolenkalktyd is onze stad vol. Wie langs
de oude en moderne huizen wandelt, die
onze grachten en nienwe wijken sier er,
loopt inderdaad in een paleontologisch
museum. Met dit verschil dat de dieren niet uit
den steen zijn gepeld en ze niet in doofjes met
etiquetten liggen; maar dat ze zijn tentoon
gesteld zooals ze in den steen voorkomen;
wat wel zoo instructief is. Daardoor zijn de
soorten meestal wat moeilijker te herkennen,
soms ook gemakkelyker. Vooral op de oude
steeten, waarvan de ribbeltjes door den tijd
zyn afgesleten, komen de fossielen prachtig
uit; nog beter dikwijls dan op de gladg«zaagde,
liggende steanen, die door zoolspykers of
beslag zyn gekrast.
Vele platen van deien kolenkalksteen zijn
zoo rijk aan allerlei fossielen, dat ze er een
artistieke teekening door gekregen hebber.
Natnnrlyk liggen de schelpen en
koraalbrokken in eindeloos varieerende houdicg in
den steen, juist zooals ze in de balklaag van
den zeebodem werden bedolven.Wat wy ervan
te zien krijgen,zyn de doorsneden, de coupes.die
maar zelden juist door deheele lengte gaan. In
verreweg de meeste gevallen zyn het geen
profielen, maar dwarse of raaklijndoorsnedeo.
Op de randen van de gevelplaten zyn som
tijds dwarse en lengte-doorsnede beide in
onderling verband te zien; of een koraalt: k
is gebroken, het eene stuk geeft een lengte
een andere een dwarse coupe te zien.
Over dn dieren zelf en hun tegenwoordige
vindplaats een anderen keer.
E. HEIMANS.