De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 28 januari pagina 5

28 januari 1912 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1805 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. V^QUWEN^UB^IEfi. TnttiFfliE Het Frankf arter orgatm: Da»F reit Wort, ontving van haar correspondent uit Meoklenburg een mededeelinp, waarbij men zich afvraagt of wfl nn waarlijk leren in den jare omes Heeren 1912 of we', dat de klok in dat hertogdommeije ia blijven stilstaan. Een jong mei»j e van adellijke familie, dat de eer genoot aan het Hof te verkeeren, bad haar examen als onderwijzeres gedaan e'n wilde nn van bare bevoegdheid gebruik maken als plaatsvervangster voor een zieke onderwijsere*. De toestemmin g daarvoor werd haar an allerhöchster Stelle" geweigerd. Op een aud.ëatie, door bare moe Ier expresselyk daarvoor aangevraagd, weid deze weigering nog eens herhaald en gemotiveerd met de > verklaring dat het niet standesgemajz" was, overdag de vis-a-vis te zijn van Jantje, Pietje en Slaatje en 's avonds van Serenissimns. Maar les idees marohent" zelfs by moeders van adellijken bloede. Want de bedoelde mama en de bedoelde onderwijzeres-oochter hebben aan Sarenissimns medegedeeld, <fal zjj de praktijk des levens boven een hof-quadrille prefereeren en dus in het vervolg de hofgfeer niet meer bezoedelen sollen m «t bare democratische neigingen. De vrpnwen In Zweden zijn vol hoop het nienwe jaar ingetreden; want niet alleen de premier-minister Staaf is lid van den pas opgerichten mannenbond voor vrouwenkies recht, maar Ook de heer Berg, minister van onder WUB, ia. daarbij aangesloten. Al de liberale bladen wijden na dagelijks een rubriek aan de vrouwenbeweging. De Engelsche bladen, Standard en Daily New», hebben dit schoone voorbeeld gevolgd. De vrouwen in Rusland vierden feest, om dat bet 60 j «ar geleden was, sinds de eerste vrouwelijke student toestemming verkreeg, de htogeschool te bezoeken. Qroote feestvergaderingen werden er in vele steden ge houden, georganiseerd door een commissie, waarvan gratf Tolstoi, de vroegere minister van onderwijs, President was. De cloa is een congres over Vronwenopvoeding" waarvoor vrouwelijke afgevaardig den uit alle deelen van Rusland, te Peters burg bijeen zullen komen. In Finland heeft men weer een vrouw als politie-beambte aangesteld. Dit is, sedert 1907 de achtste, die op dat gebied werkzaam is, en wier taak vooral daarin bestaat, jonge meisjes en viouwen voor het grootste sociale kwaad, de prostitutie, te behoeden. De Regeejing heeft hiermede de ondervinding opge daan, dat voorkomen beter is dan genezen, en is voornemens in alle groote steden vrouwe lijke politie-beambten te benoemen. Gelukkig dat wij er reeds n rijk zyn te Rotterdam en n in Den Haag. Een van de laatste vriendelijkheden (?) van Generaal Stya, de gouverneur van Finland, is zijn decreet, dat alle vereenigingen van meisjes-padvindateis ontbonden moeten wor den, omdat daarin gevaar schuilt voor het Russitche Keizerrijk! ; De FiDfcje vrouwen moeten wel veel macht bezitten, dat deze reeds in de kteine vrouwljes moet gefnuikt worden. In Oxford, waar men tot dusver nog zeer tlllllllflIlltlllllllimillUIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIII UIT DB NATUUR. CDLXI. Een natuur-historisch museum ? op straat. Van middag, den eersten mooien winter dag, met een ziertje vorst en een zonnetje dat het won van den zwakken oostenwind, liep ik met een kennis van buiten langs Amsterdams straten, Sarpbatistraat, Stad houderskade den kant op naar het wintervermaak in het Vondelpark. Dat gebeurt je zeker niet dikwijls, datje zoo op een vrijen middag langs de huizen loopt en beelemaal niet naar planten of dieren uitkijkt," zei mijn logé. We loopen hier anders langs een heel rijk museum van natuurlijke historie; en nog wel van fossielen; ik zoek al een poos naar een ammonshoorn, die ik vroeger hier ergens gezien heb, maar nu niet weer kan vinden." Wa blieft Ik heb nog nooit van myn leven een fossiel gezien. Ik zie ook geen museum l" En hy keek omboog, of hij wat monumentaals in het oog kon krijgen; maar bet waren gewone toe-huizen, met een winkel op den hoek, en hier en daar nog een tussehen de deftige heerenhnizen. Bijna alle huizen die wy passeerden, be zaten het zoogenaamd granieten voetstuk; tot aan de kozijnen der onderste vensters; of nog wat hooger, als het een heel royaal hnis was. Het is in den regel niet meer dan een dun lapje dat er tegen ligt, en graniesisbet heelemaal niet; ten minste niet aan de oudere huizen, wel aan een heel enkelen spiinternieuwen geve). Het blauwgrijze onderstuk van de Hollandsche gevels is een soort kalksteen; het is hstielfde gesteente waarvan de groote platte stoepsteenen gehouwen zijn, die het speciaal kenmerk zyn van de 17e en 18e eenwsche koopmanshnizen op de grachten van da Hollandsche steden. Te voren werd meer zandsteen gebruikt. In den regel zyn de treden van de hoage stoep en de groote plal en van de platte stoep binnen het hek glad af gejaagd; of, als ze heel oud zijn, vlak geschuurd; de opstaande platen die de baksteenen van den ondergevel ver bergen, zijn kunstmatig geribd.Al die wonld-be granieten stoepen en gevels zyn van het zelfde materiaal als onze trottoirbanden en de goedkoopere schoorsteenmantels. De naam stoepsteen er voor, ofschoon alleen in Neder land in gebruik, is een beste naam. Maar noch van de herkomst noch van de mineralogische cf chemische samenstelling zegt die naam ons iets, alleen van de toe passing by den huizenbouw. Dat de menscben deze mooie lichtgrijze of grauwe, soms byna zwarte steensoort, die zoo goed past by ons klimaat en onze luch ten, graniet zijn gaan noemen en ook wel eens marmer," heeft waarschijnlijk tot oor zaak dat de Belgen, die ois den stoepsteen leveren, hem petit grdwte noemen en de donkere soorten marbre." In den handel heeten de mooiste soorten conservatief tegenover de vrouwenbeweging stond en waar bijv. nog geweigerd wordt om aan vrouwen dam dokteregraad teverleenen, (wat ook in Cam bridge het geval is) is nn een Afdeeling van den Mannenbond voor Vrouwenkiesrecht opgericht, waarvan Prof. Gilbert Mnnay de voorzitter is en waarbij vele professoren van naam zich aangesloten hebben. De eerste vergadering, die door desen Bond gehouden werd, had plaats in het stadhuis te Oxford. De Patriarch der Armen: ërs in Constant!nopel heeft een decreet uitgevaardigd, waarby mededeeling werd gedaan aan toekomstige echtelieden, dat geen huwelijken in zyn diocees souden worden ingezegend, zoo bruid en bruidegom niet voorzien waren van een gezondheidc-attest, hun door een wettig aangestelden arts verstrekt. In Constantinopel l Wanneer by ons f Raja Manmath Chondhuri heeft een be weging op touw gezet om in Britsen Indië een hoogeschopl te verkrijgen, alleen voor Indische meifjes. De hoofdgedachte, die hierbij voorzit, is natuurlijk den meisjes meer ontwikkeling bij te brengen; maar bovenal, om daardoor gaandeweg verandering tekrygen in den huwelüke-leeftyd voor de meisjes, zcodat het geen kinderer, maar vrouwen zyn, die weten welken stap zij doen. Het bezoek van het Briteche Koningspaar heeft, naar we hopen, bijgedragen, deze plan nen aan de werkelijkheid nader te brengen. De Vereeniging Belasting-Weigeraarsters" in Londem trok onlangs met haar bruinzwart-witte banier naar een verkooplokaal, alwaar een gedeelte van den inventaris van Miss Ede, dokter in de medicijnen, geveild zon worden. De gewone koopers en kyklustigen maakten gaarne plaats om aan dr. Ede gelegenheid te geven aan het publiek te verklaren, waarom haar boeltje daar ver kocht werd. Zij zeide: degenen die de muziek betalen, hebben toch het recht om ook eens den toonaard aan te geven." (Those who pay the pipar, ought to have a say in the calling of the tun«). Het eerste bod, dat gedaan werd, wasi 66 boog, dat daarmede de belasting reeds kon voldaan worden en al deze omhaal (foor de autoriteiten dan altijd) was oorzaak, dat de zaak der vrouwen weer gepropageerd werd. Bovengenoemde vereeniging kan zich be roepen op een beroemd schrijver uit de zestiende eeuw, die reeds dezelfde ideeën verkondigde. Montaigne (Essai 3 et 5, sur les Vers de Virgile") schreef: Dj vrouwen hebben waarlyk geen on gelijk zoo zij weigersn zich te onderwerpen aan de gestelde machts bepalingen; want het zyn wetten die door mannen gemaakt zyn, zonder er n vrouw in te kennen." In San Francisco hebben op de openbare gebouwen de vlaggen halfstok gehangen, al J een hulde aan de nagedachtenis van mr. Ellen Gark?Sargent, eeu vrouw die voor het sociale leven veel gedaan heeft en een veteraan was in den kiesrechtstryd. Voor hoeveel, vrouwen, niet van konink lijken bloede, is dit ooit geschied? Mejuffrouw Molly Spicer, een drie en twin tigjarige onderwijzeres, is zelfs voor Amerika een noviteit. De regeering heeft haar benoemd als dcputy-therif. Dit meitje-sherff heefteen arbeidsveld, dat zeker zoo vrouwelijk mogelyk is; want zy moet zoeken naar goede Escoegynschèsteen, Pierre d'Ecanssines, naar de plaats in de Ardennen, waar de rykste en oudste groeven lagen. Inderdaad heeft de steen oppervlakkig bekeken iets van marmer en van graniet beide. Van marmer -gezinnen, waar kinderen kunnen worden ondergebracht, die door den Staat onttrokken zy'n aan de ouderlijke macht. Te Amsterdam is débetrekking van adjunct-ambtenaar der Kinderwetten te vervullen. De werkzaam heden, aan deie betrekking verbonden, staan haast gelijk met het naar hierboven genoemde meisje-sheriff Eet is te hopen dat deze be trekking nu ook aan een vrouw gegeven zal worden. j kggj ' N. M.?D. W. H. Het Yronwenjaarlioelje Toer 1912, Het Natiomaal Bureau voor Vrouwenarbeid maakt bekend, dat zooeven verschenen en aan het Bureau Jacob v. d. Doesstraat 68 te 's Gravenkage te ^ er k rij gen is: Het Vrouwen' jaarboekje voor 1912, door Marie Heinen, adj. dir. Prijs ? 0.35 + porto (? 0.06 per ex). Krabbels in bet Yrii Kwartiertje. M'n klas is verhoogd en ik ben mee gegaan. Het ongedachte is gebeurd tot groote blyd'Chap van m'n kinderenj tot groote vreugde ook van mi4, 't Ongedachte, want nog nooit heeft in de vijfde klas 'a onder wijzeres gestaan. 'k Vind natuurlijk een paar, die niet zyn overgegaan. Een van hen zit met de handen onder de kin, woeden d-brutaal rond te kijken. 'k Doe, of 'k niets merk. 'k Kan me best begrijper, dat de jongen uit &'n humeur is. De boeken werden uitgedeeld, we gaan aan 't lezen. Bram, zoo heet de booahoofd, verandert niet van houding, laat z'n boek dicht liggen, 't Is drie uur. 'k Laat de leien krijgen en geef sommen op. Bram is weer oost-indiech doof. Heel de klas zit rustig te werken, alleen Bram doet niets, 'k Ga naar hem toe. Bram, zou je ook niet 'na beginnen T Nee." Waarom niet, Bram ?" '« Wil niet by 'n jnfirouw zitten. Bij 'n juffrouw." 'n Paar kindren kijken om, zien me ver wonderd-1 achend aan. M'n jongens houden veel van me, en ik, 'k heb nog nooit zooveel van 'n klas gehouden als van deze. ,,'k Weet goed raad, Bram. Ga naar je meester, die is nu in de vierde klas en vraag of je by hem nog 'n jaartje zitten mag. En anders, schik je in je lot, en doe wat ik wil." Vier uur. B am heeft niets uitgevoerd, moet dus schoolblijver. 'k Neem 'n lijst, ga aanteekeningen maken, bemoei me volstrekt niet met hem. Opeens breekt z'n woede, heel den middag ingehouden, los. Snikkend stoot hy uit: 'k Wil niet by 'n juffrouw zitte 'k Wil by 'n meester zitte. 'k Werk tcch niet voor je. 'i Zal 'c tege me vader zegge." 't Laat hem bedaren, ga dan voor hem op de bank zitten. Z»g Bram, is 't zoo vreeselyk, dat je by 'n juffrouw wezen moet? Is 'n juffrouw dan wat minder dan 'n meester ?" vraag 'k lachend. Ja," bijt hy af. Maar weet je wel, dat de meesters en de juffrouwen allemaal 't zelfde moeten kennen? Meneer Kouke, bij wien je gezeten hebt, en ik weten precies evenveel. Dus wat hindert het dan eigenlijk, wie je les geeft?" 'n Juffrouw is maar 'n vrouw l" O zoo Bram, is't dat? En je Moeder dan? Is ook maar 'n vrouw." het gevlekte, van graniet het glinsterende en de kleur. Dat het geen marmer en geen graniet kan wezen, begrijpt ge echter dadelijk, als ge n herinnert, wat dat eigenlijk voor delftsttffan iy°D. Graniet immers is het in Ja, dat ia ze. Maar je houdt toch zeker wel van je Moeder ?" Nee." Wat? Hou je niet van je Moeder? Eu van je Vader dan ?" Ta, van die wel. Maar die doet ook zooveel voor me." Dat 's waar. Maar je Moeder niet minder. Wie zorgt, dat Bram's eten en drinken op tijd klaar is, en dat z'n kleeren heel en schoon zijn, en dat ie 's avonds 'n opgemaakt bed vindt? Wie anders dan z'n Moeder, z'n Moeder en nog 'DS z'n Moeder?" Dat mot ze doen. Daar betaalt me vader d'r voor." Zoo, moet ze dat?" En of! Anders krijgt ze van me vader en dan zorgt ze wel dat bet den volgenden dag beter is." By huisbezoek bleek het, dat de verhouding in 'c gezin Dykstra was zooals Bram me ver teld had. Och, jnffrouw," zei moeder berus tend, dat is bij ons mensche nou eenmaal zoo, de manne benne de baas. Dat wete we v'rnit as we trouwe. Maar dut mot 'e. hem tot z'n eer nageve, ie speelt wel vaak tege me op, maar ie bet me toch nooit gestage. Nee, ie is nog lang niet de kwaaiste, d'r benne d'r wel veel erger, hoor." Ea ziet n, 'c zon anders nog wel gaan, maar Bram, daar héve nog al 's mot over. 't Jong is zoo schandelijk brutaal tege me, dat kan u je niet begrijpe. Ea ai 'k dan 's tege me man d'r over klaag, dan zeit ie: och, je mot wat van 'm vele kenne, 't is 'n jonge." Non en dan haalt 't eene woord 't andere uit en dan mot ik op't laatst't lootje leien, want dan is niet moeder de baas, maar Bram. Nou, en dat vind 'k, dat niet te pas komt, en uwe?" Ik ook niet. Maar praat n er 'es met u «r man over, als de jongen er niet bij is." Ocb, juffrouw, je kan net me man niet redeneere." Sabbel toch niet zoo," zeit ie dar, ik weet beter wat 'n jonge toekomt dan jij. Daar hèjij toch geen verstand van." Want Biet u, dat Bram dat tegen u dorst te zegge, dat komt door z'n vader. Die zeit altijd, dat wy vronwlui wat minder benne dan de manne." Wil u wel geloove, dat 'k er tege opzie, dat me man weer na zee gaat, want 'k kan de j or ge niet meer an. 17 zal ook neg wel's last met 'm k r ij ge, want ie is woedend, dat ie by 'n juffrouw zitte mot. Dat vind ie veel erger, dan dat ie niet verhoogd is, en ie het al gezeit: ze krijgt er myn toch niet onder." Maar me man blijft nog veertien dage thuie, das as u- wat te klage heb, dan komt n maar. Na zeese is ie d'r altyd we)." Neen, juffrouw, dat zal'k niet doen. Bram moet leeren my te gehoorzamen. Ea dat zal best lukken ook." Bram heeft geleerd te doen wat 'k wilde, al heeft 't me heel veel moeite gekost, daar buigen geen breken worden mocht. Buiten de sclcol werd n'a gedrag e ven wel hoe langer hoe slechter, zoodat vader Dykstra ten slotte heel dankbaar was, toen hy den jongen op 't oorlogschip" kon krijgen. En moeder? Och jufirouw," zei ze, 'k ben blij om 't kind, want non komt er mi schien nog wat van 'm terecht. Maar 'k zeg maar zoo, 't is de scbuld van z'n vader. Die het 'm zoo gemaakt." *»* Wil 'k u nou 's wat vertelle, juffrouw?" Gewichtig doende komt Marie in 't vrije kwartier naast me loopen. ' Toch geen kind in '' water gevallen, of ergens brand geweest of 'n dronken man z'n Fossielen uit den Koleikalktijd, die in cnze gfoepsteenen vccikomer. (Il), uit Dr. Lindeman : Die Erde.) de diepte gestolde vurig-vloeibare magma, dat omhoog werd geperst en bij de afkoeling de vaste ongelaagde rots vormde, waarop de lagen der aardkorst rusten; graniet heeft geen vlammen, slechts zelden aderen en in geen geval de mooie en grillige fuuurtjes, die den Stoepsteera kenmerken ; zy kunntn er niet in voorkomen, want het zyn teekenen van lever, de resten van levende wezen?. Met marmer heeft onze stoepsteen wel iets te maken; hij was in vele gevallen stoepsteen, maar door het contact met het vurig magma, des door de aanraking met die Bloeier d a taaie massa's die omhoog kwamen, werd het ka'k- of k ytgesteente met al zjjn schelpen koralen en andere dierlijke over blijfselen geheel en al veranderd. Het bleef natuurlijk koohurekalk, maar het werd totaal gewijzigd, bet werd heel cf half vloeibaar, kristalliseerde op nieuw: de stoepsteen werd tot marmer gametamorphoaeera". In de geologie heet marmer dan ook een metamerph gesteente. Er is geen spoor van een levend wezen in overgebleven; deheete rretialdampen uit het magma drongen er zeer diep in door en vormden er roode of groene aderen en vlammen in, die er dikwijls, voor bouwwerken, de waarde aan geven ; zelden bleef het geheel vry van aderen en werd dan bet beeldhouwersmarmer, zooals dat te Carrare. B s vatte de oude zeebodem zeer veel over blijfselen van planten en dieren, dan ver koolden die, ea gaven bet marmer een donkere kleur of zwarte aderen. Alleen aan de buitenzijde van de spheer van aanraking met de heete opborrelende massa van het magma, was de hitte niet in staat, den kalksteen totaal te veranderen. Daar, in de contact-zone", drongen wel wat dampen door, die tublimeerden i a de breuk en en barsten van de verhitte steenlagen maar het bleef stoepsteen; de Behelpen en zeeleliën zijn er dadelijk in te herkennen. Al loopen er talrijke en kleurige aderen van gekristalliseerd kalkspaat doorheen; het is geen echt marmer. Wie wel eens in het zoogenaamde marme ren raillje van het American-Ho tel op bet Laidscaeplein te Amsterdam heeft vergaderd, gedineerd, of op andere wyze gefeest, moet er dat wonld-be marmer van de wanden en de zuilvoeten, maar eens van dichtbij op aan kijken. Ge zult er de zeelelies, bewyzen van het stoepsteen-zyn, gemakkelijk in terugvin den ; ze verraden dat het geen marmer is, al is het even mooi en misschien tegen echtmarruerprijs betaald. De hooge lichtgry'sgele pilaren zelf, op gevlamde voetstukken, zijn van echt graniet; daarin bespeurt ge geen spoor van organis men, geen enkele mosselechelp of bonifaciuapecning. Wat daarin zoo glinstert is ook geen kalk spaat, maar mica of witte glimmer en kristalvlakken van veldspaat. Onderzoek ook uw marmeren tafelblad of schoorsteenmantel maar eens op al of niet echt zijn Het kiln marmer wezer, evenals de gangcloer enjjangwacden.Doch vindt geer ook maar n figuurtje" in, dan is het geen marmer. vrouw geslagen?" plaag 'k haar. Marie weet namelijk altijd allerlei nieuwtjes, die ze opdoet in de water- en vunrnering, welke haar Moeder houdt. Nee, wat hèjl andera, wat veel ergere. De pelista is giatravend bij ons in buis geweest." Ea hebben ze jou niet mee genomen? Of at je te veel T" Non mot n niet plage. Za benne d'r echt geweest hoor. Gistravond toe we allemaal al op bed lage, behalve me moeder, 'n Resersenr en 'n gewone agent." Zoo, zoo." Meer antwoord 'k niet. 'k Dring liever niet in familiegeheimen. Ja, en ze hebbe alles omgehaald. Maar dat komt door dat mensch vvn n hoog. Die haalt altyd op de lat, ziet n, en non most ze al 'n kwartje betale en toe het me moeder d'r om gevraagd en toe zei ze dat 't maar twintig spie was. En toe het ze ruzie met a>e moeder gemaakt en toe het ze gezegd, dat ze ons aan de peliaie verraaie zou." Zio en kwamen ze daarom gistrenavond?" Niet om die ruzie. Om heel wat anders. Zi*t n, drie hoog achter woont'n vrouw, die uit werke gaat. Non brengt ze 's morges as ze weggaat d'r test en d'r keteltje bij ons en as ze dan 's avens terugkomt, dan haalt ze meteen 'n halfie water en 'n cent vuur. Dan hoeft ze de trap niet eerst opteklanwe en 't staat me moeder niks in de weg. Non, en dan komt ze messtal effe binne. Want ziet n, ze het nog al goeie hui ie en dan brengt ze wel 's 'n kliekie mee en ook wel 's wat anders, want as ze 's wat vind, dan houdt ze 't. Laatst nog 'n mooie ring, zoo'n gladde weet u, en 'n zilvere armbandje en 's 'n zilvere vingerhoed. Nou ze zegt, ai de mensche d'r niet om vrage dan hoeft ze 't niet terug te geve, want dan weet ze niet of 't wel van hun is. En 't zal hun niks hindere want ze benne rijk genoegt. En ze het ook wel 's 'n mooie onderrok of'n m ooi tafellake meegebracht en 's 'n mooie zij e perreplu. Nou en dan brengt ze 't bij me moeder en»dan komt ze 't later kale, as ze 'c verkoopt, en dan krijgt me moeder d'r ook wat van. En me moeder verkoopt 't ook wél 's voor d'r, maar dan moet me moeder meer hebïe voor d'r moeite. Ziet u, ze kon 't wel mee na bove neme, maar ze zegt, as ze d'r verdenke, dan komme ze natuurlijk wel by haar zoeke, maar niet zoo licht by me moeder. En as me moeder de peliaie na boven ziet gaan, dan kan me moeder altijd nog wegkomme en dan vinde ze toch lekker niks. Maar non het dat mensch van n hoog voor ons verraaie en nou k wam me ze zoo laat. Me moeder schrok terst wel, maar dat hebbe ze vast niet gemorreke. Ncn en toe zei me moeder, dat ze hun gang maar moste gaar. En me moeder had in der zei v er s pret en wy ook, want n begrijpt, me moeder was wel zoo goochem geweest om te maken, dat ze niks meer in hnis had. Want toe zy van n hoog dat zei, toe het me moeder alles gauw verpatst, wat ze nog had. Ea daarom konne ze gerust alles om hale. Maar ze hoeft by me moed ar niet meer f e pofie, die kale medam. Laat ze op der eiee passéen op d'r lieve diere van j onges. Maar ze benne d'r allemaal woest over op de trap en ze hebbe van morge gezeid dat ze d'r allemaal net zoolang zu'la koejeneere tot ze weggaat. Zao'n verraaister. Wat zeit n daar nou van ?" 'k Zei niets, doch 'k dacht zooveel te mear. VBBINO. Zijn ze er wel in, dan zult ge dazelfde figuurtjes ook terugvinden in den trottoir band en de stoeptreden, die ge eenige keeren per dag betreedt of overstapt. Een goede honderd jaar geleden had men voor de witte teekeningen in den stoepsteen nog geen anderen naam dan : figuurtjes. Men beschouwde die dingen als spelingen, grillen der natuur. Nn kan u een palaeontoloog van byna elk haaltje, netje, kringetje of slangetje in den steen zeggen, hoe de weten schappelijke naam is van het dier, waarvan het afkomstig is. Bijna al onze trottoir-, gevel- en stoep steenen zyn afkomstig uit België, voor een klein deel uit den Eifel. Ze zyn grootendeels ontstaan in den tijd vór de vorming ?an de groote steenkoolbedding in West f alen, België, Engeland en Nederland. Eens, miliioenen jaren geleden waren deze stoepstesnlagen o) kolenkalk-lagen een bodem van een warme zeeboezem, waarin een ryke dierenwereld leefde; koralen en zeelelies vooral; daartusechen zaten vastgegroeid, of bewogen zich, allerlei mossels en armkienwers, ook zeeslakken en ouderwetsehe, sedert lang uitgestorven visscheo. Het moeet iets der gelijks geweest zijn als nn nog in de tropische koraalriffen. Insecten en viervoeters bestonden er toen nog heel weinig, alleen een paar soorten van salamander-achtige dieren. Van al deze zeedieren nu uit den oule kolenkalktyd is onze stad vol. Wie langs de oude en moderne huizen wandelt, die onze grachten en nienwe wijken sier er, loopt inderdaad in een paleontologisch museum. Met dit verschil dat de dieren niet uit den steen zijn gepeld en ze niet in doofjes met etiquetten liggen; maar dat ze zijn tentoon gesteld zooals ze in den steen voorkomen; wat wel zoo instructief is. Daardoor zijn de soorten meestal wat moeilijker te herkennen, soms ook gemakkelyker. Vooral op de oude steeten, waarvan de ribbeltjes door den tijd zyn afgesleten, komen de fossielen prachtig uit; nog beter dikwijls dan op de gladg«zaagde, liggende steanen, die door zoolspykers of beslag zyn gekrast. Vele platen van deien kolenkalksteen zijn zoo rijk aan allerlei fossielen, dat ze er een artistieke teekening door gekregen hebber. Natnnrlyk liggen de schelpen en koraalbrokken in eindeloos varieerende houdicg in den steen, juist zooals ze in de balklaag van den zeebodem werden bedolven.Wat wy ervan te zien krijgen,zyn de doorsneden, de coupes.die maar zelden juist door deheele lengte gaan. In verreweg de meeste gevallen zyn het geen profielen, maar dwarse of raaklijndoorsnedeo. Op de randen van de gevelplaten zyn som tijds dwarse en lengte-doorsnede beide in onderling verband te zien; of een koraalt: k is gebroken, het eene stuk geeft een lengte een andere een dwarse coupe te zien. Over dn dieren zelf en hun tegenwoordige vindplaats een anderen keer. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl