De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 28 januari pagina 7

28 januari 1912 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

1805 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. P, Gsettoep Dz t Gab. 16 Febr. 1848. O verl. 20 Jan. 1912. Wijlen F. Goedkoop Dz., Directenrlogenienr der HaarlemEche werf: Conrad", o.a. bekend door de groote leveranties over de heele wereld van baggermachines. ?iililiiiiimiiiiiiiiiitiiiuuiiiiliiiiiiiiitilliiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiitit tegenwoordige stadsadvocaat) Stricker, Zaal en E. Mendes da Costa behoorden. Het a ndeelenkapitaal bestond nit ? 750,000 (in aandeelen van ?250) en bovendien uit een obligatielening a ? 400,000. Rond f 1,350.000. *) Eerste directenren waren de eeren Raffanovish en Hnmbert. Het gebonw werd door eenBalgischecoitbinatie gebouwd, waarvan Dnmont de archi tect en Chambon de beeldhouwer-decorateur waa; belden Brusselaar?. Twaalf honderd zitplaatsen was de schouw burg ryir. Den eersten tijd stroomde het publiek (waarbij vele vreemdelingen die de tentoonstelling bezochten) naar dit wonder toe, waar men de eerste reusachtige balletten (120 dame;) te zien kreeg. Later echter werd het bezoek al minder en minder; waarbij tevens de baten ver zwonden die in den eersten tyd gemaakt werden. En steeds ging het voort in dalende lijn; tot, al spoedig, de miiè-e begon, die tot een zoo groote debujle, en eindelijk tot de huidige ruïie zon voerer. Eerst moest de Frausche directeur (Hu na toert) ver d wij i en; spoedig door den andere gavolgd. Daarna werd de Groot tot onder directeur benoemd, en werd, onder leiding van La Faënte als musicus, de Hollandsche opera er in 'i leren geroepen. Als eerste opvoering ging de Fanat van Gonnod met kolossaal snccep. Deze operacombinatie werd de school voor vele onzer .groote latere artisten, waaronder Henri Alberte, Pauwels en Orelio. Vergeten wij hierbij n^t de onder directie van Van Hamme, gegeven Franache opera'd, welke .uitvoeringen eveneens veel succes oogstten. *) Naar men weet, kocht de stad dernïae voor ?126.000. iitimiiiiimimMiiitiHtimiiiitttMiiiimiMiijmiiiMHtiiiMiiiiMiimiiium ETLNSWAPPEÜJKE M LicMsneltóiil en m iets. Het is een algemeen waarneembaar en daarom ook algemeen bekend fat dat geluid een zekeren tijd noodig heef E om een afstand te doorloopen. Wie op grooteren afstand heeft zien heien of houthakken of schieten, weet dat de slag van het heiblok, de bijl of het schot een merkbaren tijd later komt dan men blok of bql riet neerkomen of de vlam van het schot ziet. De verklaring is voor de hand liggend: het geluid heeft tyd noodig om tot ons te komen. Weet men den afstand en weet men bet tijdverachil tusschen zien «n hooren, dan kan men uitrekenen welken weg het gelnid in n seconde door loopen kan. Men vindt daarvoor ruim 330 meter. Minder bekend, want minder gemak kelijk waarneembaar is het feit, dat ook het licht niet met oneindige snelheid voort vliegt. Het licht dat door deze krant op 'c oogenblik naar uw oog teruggekaatst wordt, bereikt uw oog niet op hetzelfde oogenblik dat het van het papier vertrekt, maar een oogenblik later, al is 't dan ook een onmeetbaar kort oogenblik. Ik zal hier niet alle methoden bespreken, die gediend hebben ter bepaling der lichtsnelheid. Slechts n wil ik kort aangeven, omdat deze het gemakkelijkst beToch leidden deze instellingen, wegens de te hooge kosten, een sleepend bestaan; zoo dat, eindelyk in '90 of '97 het gebouw bij execvtièmoest verkocht worden. Tot overmaat van ramp kwam hier nog b(j, dat de schouwburg zelf inwemdig z slecht gebonwd was, dat hy op een goeden dag door de brandweer em zeer terecht! afgekeurd moest worden. De bovengalerijen namelqk waren door gebrek aan voldoende uitgangen trouwens reeds van den beginne af levensgevaarlijk. Waarbij nog kwam, dat de constructieve nitvceriig van het inwendige zoo slecht waa, dat telkens stukken van het vele ornamentale beeldhouwwerk naar bene den kwamen tuimelen. Deze schouwburg is, by elkaar genomen, 20 jaar in gebruik geweest. En daarna fungeerde zy een tiental jaren als rnïie. Veel rommel" werd er gedurende de laatste eeuw gebouwd. Doch dit gebonw overtreft in ondegelykheid van constructie den slecht sten revolntieboBw verre.... Dit kamt omdat Hollanders voor eigen talent weinig of geen respect hebber. Als er iets bizondera gebeuren moet, hier in ons land, moeten namelijk altyd vreemdelingen geroepen worden I... (Dit ook in 't voorbijgaan aan 't adres der met hun nieuwe echoawburgplannen op 't moment zoo flodderende Hagenaars!) De heer Bickhofi, de fotograaf, die de hierbij gereproduceerd»opname van den vroegeren toestand in 1882, daa nog vór de opening van den Parkschonwburg, fotogra feerde, deelde mij mee, dat, terwijl hij bezig was te fotografeeren, reeds enkele gedeelten van lijsten en ornamenten naar beneden kwamen l De kern dar kolommen en gaanderijen van het gebouw bestaat namelijk uit ijzer en hout. Da versieringen echter zijn van gegoten gips, dat met doken en ijzerdraad aan die kernen verbonden is. Daze gipsbeklesding nu is gaan krimpen en scheuren, reeds onmiddellijk na het aanbrengen ervan; en dit had, natuurlijk, het bakende gevolg. Het interieur waa dus reeda vór zijn geboirte tot ver7al" gereed, De buiten-architectuur van dit gebouw is afschuwwekkend, en was dit reeda van den beginne af. Op het gebied van theaterbon w zag ik ter wereld nergens iets wanstaltigere. En toch gelyk reeds opgemerkt werd verborg die afschuwelijke schil een, in vele op zichten, aantrekkelyken kern. Want, ondanks de slechte, voor het oog on waarneembare, uitvoering ervan, ging van het interieur groote bekoring uit. Door zijn mooie, warme, ingehouden tonen, zyn doffa schildering van oui, donker, diep, slechts hier endaaré?en tintelend goud, en zijn vele fantastische Oostergche versierselen, maakte deze schouw burg een onyergetely ken indruk op ieder, voor echoane indrukken ontvankelijk gemoed. 'n Eenvoudige natuur waande zich in dezen schouwburg als in dan hemel; ean minder eenvoudig gemoed, meende te verkeeren in iets als een romantisch toorerpaleis. En ook nu nog in zyn diep verval behield het inw3ndige iets van zyn bekoring. Wanneer men thans langs de vervallen foyers en gale rijen wandelt, en dpor de vele verbrokkelde kolommen en bogen ean blik werpt in de groote zaai, dan is het werkeiyk voor 'n oogeablik, of men te midden der ruïnen van 'a Oud-Oosterach paleis of tempel ronddoolt. Ten slotte zy nog 'n merkwaardig staaltje van Balgisch vernuft" vermeld, vertoond bq' de inrichting van dit merkwaardig bouw werk : Toen ik de voorname daelen der versiering bestaande uit verschillende geieten Boeddha" i»n»in i lini HUI i nu n grijpbaar ie. De zon straalt naar alle zij den licht nit. Dat licht valt op de planeten, dia om de zon loopen in byna cirkelvormige banen. Tot daze planeten behooren o.a. de Aarde en de grootste van allen: Jupittr. In flg. l is de zon aangegeven met eromheen da banen van de Aarde A en Jupiter J. Beide planeten werpen, evenals elk ander verlicht voorwerp, een schaduw achter zicb, die in onze figuur alleen voor Jupiter geteekend is, als een zwart kegeltje, recht van de zon afgericht. Om Jupiter heen loopen in kleinere kringen eenaantal manen (zooals wy er n hebben) en van deze allen is slechts de binnenste in onze figuur aange geven (S). Dit maantje ia zichtbaar doordat het, evenals onze maan, zonlicht terugkaatst naar ois. Komt 8 op zyn weg om Jupiter heen, terecht in den schadnwkegel van Jnpitér dan wordt S verduisterd, omdat het zonlicht tijdelijk onderschept is, zoodat er ook niets terug te kaatsen is. Vanuit de aarde kan men deze verduisteringen van Jnpiter's maan met den ky'ker gemakkelijk waarnemen. Teekent men de tijdstippen der verduiste ringen op, dan kan men het tijdsverschil van twee opeen 70! gen de verduisteringen ala den omlorjpstyd van Jnpiters maan beschou wen. Uit vele honderdan waarnemingen is deze omloopsïyd vastgesteld op ongeveer een en drie kwart day. Uit nauwkeurige metingen bleek verder dat, wanneer de aarde in A' staat (ff g. 1) dua naar Jnpitér toe loopt, het tijds verloop tuss«hen twee verduisteringen 14 seconden kleiner is dan de gemiddelde maanomloopsty d. Staat de aarde in As, dan kloppen waarneming en berekening precies met elkaar. Staat de aarde in As, zoodat zy zich van Jupiter af beweegt dan is het tijdsver loop tnsschen twee verdsisteringen 14 seconden langer dan den gemiddelden duur. Kortweg: by Ai ziet VEKAHDFRIM6 -BIJM5TERDAMbC HE-POORT- Pi_AN WEISSMAN' VERAMDERIMC-'Bn-PE-AMSTEIvnAMSCHf-FOORT-OnTW. DUMOhT VOORGESTELDE VERANDERINGEN BIJ DB ^MSTSROAMSCIIE POORT" TE HAARLEM. Tegenwoordig moet ieder, die Haarlem van den Ameterdamsohen kant nadert, nog steeds zyn weg nemen over een nanwe brug en door de Poort, die aan het feit dat zij naar Amsterdam gekeerd staat, haar naam ontleent. U!een wie met de electrieche tram gaat, wijkt over ean noodbrng ter linkerzijde van de poort af. By het grooter worden van het verkeer wenscht het Haarlemach Gemeentebestuur den tegenwoordigen nood-toestand gewijzigd. Van Burgemeester en Wethouders ging een ontwerp nit, maar ook van verscheidene architecten. Behalve Weissman laten ze allen de tegenwoordig door de tram bereden linkerzijde vrjj blijven. Weissman bezigt de poort als poort, na haar het poort-karakter, door haar midden op een plein te denken, te hebben ontnomen. Lasschuit hinkt op twea gedachten, en de poort hinkt mede. Het plan van B. en W. ly'kt ona het meest doordacht, dat van Dumont de elegantste oplossing. Kaar wij staan open voor anderer oordeel. Wy ontleenden bovenst lande scbetsteekeningen aan het Bouwkundig Weekblad. MniiiimniiiimiiiiiiiuimiiiuiHiilimiimi iiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii figuren, olifantskoppen, enz. eens goed opnaaa, zei ik tot me zelf: dat werk kan door die menschen onmogelijk gemaakt zyn ; ze moeten die dingen hebben af gegoten! En ik dacht toen onmiddellijk aan het Musée du Cinqnantenaire" te Brussel, waar zich verschillende fraaie Oostersche fragmenten bavinden. M-kar wat vernam ik nu later van eender vroegere bestuursleden van dan Parkschouw burg, aan wien ik de kennis van vele der' bovenstaande bijzonderheden dank? Myn veronderstelling was wel juist geweest, doch alleen ten opzichte van het af gieten. De Belgen hadden echter om dit te kunnen doen niet eens zoo ver gezocht als ik veronder stelde! Zy hadden dese afgietsels uit de bekende Oostersche verzamelingen van Artis" verkregen; dus van vlak bij de deur! de origineelen waren hun daartoe welwillend door het Bestuur van dit Genootschap ter beschikking gesteld .... H. J. M. WALENKAMP. TeitooD&tellinii Dit o mmttm Preyer in Arti. Een ware tentoonstelling om er zich in te verlustigen en te midden vin het gewoel in onze dagen wat op adem te komen. men de verduisteringen telkens iets te vroeg gebeuren, by As ziet men ze tel kens iets te laat gebeuren. De verklaring is deze: bij Ai (loopen zij de licht stralen die van Jupitér (en ' zij D maan) komen, tegemoet, zoodat het lic h t een kort er weg behoeft af te leggen bij de tweede ver duistering dan bij de eerste. Het licht komt daardoor 14 seconden eerder bij ons aan. Immers, als trams om de 4 minuten rijden zullen wij, juist een tram missend, en naar de voorafgaande halte loopend, binnen de 4 minuten de volgende tram ontmoeten. B'j Aa zijn wübij beide verduisteringen even ver van Jupiter, dus de tweede ver duistering komt precies op tyd, even als de tram, als wy bij de halte bijjren staan. Van As zijn wij tusschen de twee verduiste ringen verder van Jnpitér weg gegaan, das het licht moet by de tweede verduistering nog een extra stak afleggen om ona te achter halen en doet over dat stuk 14 seconden. In ons tram-voorbeeld loopen wy naar de volgende halte, dan duurt het langer dan vier minaten eer de volgende tram by' ons is. Nu weten wy ,dat de aarde per seconde 30 K.M. aflegt; wüweten dus ook hoever of de aarde tnsachen twee verduisteringen in, langs haar baan is opgeschoten, n.l, IK (dajr) X 24 (au') X 60 (minuten) X 60 («cande») X 30 K.M. Dezen afstand doorloopt het Heat blijkbaar in 14 seconden. Dus in n seconde doorloopt het licht YK van de berekende aard-wande ling, en deze berekening geeft ± 300,000 K.M. Deze uitkomst is langs verschillende andere waarnemings wegen ook bereikt. Nu wij de lichtsnelheid kennen, kunnen wy de vraag stellen: wat zouden wy' zien als alle lichtbronnen in het heelal plotseling tegelijk uitgedoofd werden, zon, sterren, ens. Onderstel, dat dit gebeurde op een of andere dag te 12 ure precies. De eerste oogenblikken zonden wy niet g bijzonders zien gebeuren. Fig. 1. BEFAUKG DIK LICHTSNELHEID DOOR MIDDEL <»BH TMBDÜISTBBJKGEN VAN JuFITÏR's HAMEN. Z i»de zon, waaromheen de aardbaan en Jvpiterbaan getrokken zijn. A.1, A*, A*: dt aarde in drie tlanden; J. Jupiter, S een zijner manen. Achter Jupiter is zijn ichaduwkegel geleekend. Dt pijlen geven de richting vm den aardomloop .aan. Voor A»verklaring: zie bijgaand artikel. Fig. 2. DB ZON, LICHT UITZBNDESD NAAB DB AARDB. De punten A en C, die vanuit de aarde gezien, op den rand der zonneschijf liggen, zijn de halve zons-m'ddellijn verder van de aarde verwijderd dan het punt B dat vanuil de aarde gezien, juist op het midden der zonnetchijf ligt. Lichtstralen nit A tn C moeten dus een langer weg doarloopen om de aarde te bereiken dan strakn uit BP. Deze uitroep zy na niet verstaan als een teeken van twyfelzin tegenover de jongere bewegingen, die in een gansch andere rich ting gaan dan de strevingen der vorige generatie. Want hoe grondiger ik de werken van deze grootheden nit een vorige generatie waardeer, hoe meer het-me duidelijk wordt, dat zy een boodschap geheel hebben vol bracht, en hunne actie niet kon worden voortgezet; zij self bleken er veelal nauwelijks toe bij machte in de eindperiode van hun loopbaan. Wél geeft het een gevoel van mistroostig heid, dat de jongeren van het heden niet als hunne voorgangers gezamenlijk uitkomen op een tentoonstelling, die n feestelijkheid is voor de oogen. Maar ook dit verschijnsel van disharmonie en half-waaeenheid ligt in den Tyd, aan de vet legging vanden gang der ontwikkeling, gelijk ook een trein schok kend en slingerend voDitraart by het pas seeren van wissels. Da 19e eeuw was de eeuw der muziek. Muzikaliteit is het grondwezen van de schil derkunst, die nu al tot het verleden behoort, hier vertegenwoordigd door het schier vol tallig corps der hollandsche grootmeesters. Want in vollen zin hebben zij bezongen het hollandsche lani in de heimelijke zinsbetoovering der atmosferische waden. In verschil lende nuancen, klinkt hui lied tóch op den zelfden grondtoon, en het preludium kunnen we reeds vernemen zij het nog in een oude toonzetting uit de werken van Bil de rs. En by allen klinkt het geluid vol en mild, want zij vertegenwoordigen het tijdvak der spontane uitjaiching van vrijheid uit langdurige beklemming. Bosboom, Jacob en Willem Maria, Mauve en Jozef Israëls, zijn hier aanwezig met veel van hun luisterrijk werk. Weiesenbruch had er bij genoemd moeten worder, al is zijn vertegenwoordiging minder ruim dan die der anderen. Bosboom en Jacob Marie, de zwierigste en de statigste, tusschen da anderen. Want het gevoel van plechtigheid in de kerken van Bosbooa uitgedrukt, is er ook in de stedebeelden met de rijsing der huizengedaanten, van Jacob Maria. Het mysterieuze van doomende sehemerboeken in de ruimten der kerkgebouwen by den eerste, is uit een gelijke sensatie als de onbestemdhfii van verzwevende tinten ia de wijde landstreken onder hooga luchtenin-baroering, bij den laatste. Mauve is voor stiller, wat weemoedig gestemde, ontroeringen meer vatbaar, tot verincigder aanschouwing van het hollandsche landschap gaarne geneigd. En naar zijn geaardheid om eerder het intieme dan het wydsche in de landelijkheid t e zien, schildert hij büvoorkeur tafereelen van zoete vredig heid: een herder met zy'n scb.apenb.eir over licht nog ongeveer ^ = 500 sec. Alles bleef zooals het wap. Maar ruim 8 min. over 12 zoa de zon snel verdwijnen. Toen n.l. de zon om 12 uur precies uitdoofde, werd op dit moment de laatste lichtstraal naar ons afgezonden. Maar deze straal moet den afstand van zan tot aarde nog dootloopen. Deze afstand is ongeveer 150 millioen K.M. en zelfs met zyn reusachtige snelheid heeft het 150,000.000 "8ÖO noodu, dus ruim 8 minuten om dezen af stand te doorloopen, zoodat wij pas 8 minuten na 12 het verdwijnen der zon bemerken. De meeste menschen zullen denken, dat in het onderstelde geval de zon plotseling totaal verdween te 12 u. 8 min. Maar niets is minder waar. Fig. 2 kan aangeven waar om deze verwachtingen onjuist zijn. Daar is de zon geteekend, lichtstralen zendend in de richting der pijlen, naar de aarde. Daar de zon een bol is, volgt daaruit vanzeif dat een punt B op de zon, vanuit de aarde gezien, midden op de zonneschijf, dichter bij de aarde gelegen is dan de punten A en C, die van uit de aarde gezien, op de randen der zonne schijf liggen. Uit de figuur blij k t verder duidelijk, dat dit punt B juist den afstand M B (de halve middellün van de zon) dichter bij de aarde ligt dan A of C. Een lichtstraal door A of C uitgezonden zal dus een langeren weg naar de aarde moeten doorloopen dan een straal uit B. Wanneer dus de zon plotseling . uitdooft zal de laatste straal uit B ons al bereikt hebben als de laatste straal uit A of C nog een eindje te loopen heeft. De eindje, juist de halve zoc-middellyn, ia ruim 700.000 KM. en ds laatate straal uit A of C komt dua 700.000/300.000 onga reer 2.3 seconde later büons dan uit B. Wat wij dus zien is dat eerst het midden der zonneschijf zwart wordt; dit zwarte deel breidt zich snel uit om na 2,3 seconde de heele zonneschijf verslonden te hebben. Fig. 3 geeft dit verschijnsel weer. Eerst is slechts een klein deel, midden op de zon zwart, een seconde later is de toestand der middelste teekening bereikt, na 2 seconden de derde toestand; na 23 sec. is alles zwart. Veronderstellend dat juist bij deze vreemde gebeurte nis de maan vol was, dan zouden de laatste zonne stralen de aarde voorbijvliegend, de maan bereiken en vandaar weer naar ons teruggekaatst worden. Voor dat heen en weer loo pen naar de maan heeft het licht bij na 3 seconden aoodig, dus 3 secon den nadat wüde zon zagen verdwij nen, zien onze tegenvoeters, dia op dat oogenblik van de volle maan genoten, dit hemellicht uitdooven. En verder zagen wij alleen nog eterrelicht. Toch zyn deze eterren, naar onze veron derstelling, tegelijk met de zon uitgedoofd. Wy zullen hen echter nog lang blijven zien in onveranierden toestand. Pas na een vier tal jaren zal er een vrij helder sterretje verdwijnen, dat voor ons Amsterdammers toch nooit boven den horizon verscheen. Daarop volgen hier en daar andere sterren; na tiem jaar zal b.v. de zeer heldere Sirins verdwijnen, de helderste van al o n ze s ter r en, enz. enz. Dit beteekent allemaal dat deze vaste sterren zóver ran ons verwijderd zyn, dat de laatste lichtstraal dia zy voor hun sterven uitgezonden hebben, zelfs met de bovenbeschreven enorme snelheid voortschietend, nog jaren noodig heeft om dien afstand te doorloopen. Daarom zonden wy nog vele jaren lang een onveranderde of weinig veranderde sterrenhemel genieten. Zslfs zou ons menschenleven te kort zijn om het verdwijnen van alle sterren te zien. Er zijn er stellig by die vel 3 tientallen lichtjaren van ons verwijderd zyn (jen lichtjaar is de afstand door het licht in een jaar doorloopen, dua ± 365 X 24 X 60 X 60 X 300.000 K.M.), en ongetwijfeld kan dit aantal jaren tot een lichteeuw aangroeien en zelfs tot meerdere lichteen wen. Een der bekendste nevel vlekken (in het sterrebeeld Andromeda) is volgens prof. Very zelfs zestien lichteen wen van ons verwijderd. Dazen afstand als eenheid gebrui kend, onder den naam vaneen Andromede", meet by zelfs den afstand der zwakste nevelvlekken van hetzelfde type en vindt daarvoor 625 Andromeden of een millioen lichtjaren. Er zijn onderzoekers die deze schattingen nog Benige malen zouden willen vergrooten op zeer goede gronden. Maar wat zeker vast staat: wy zouden het veronderstelde uitdooven van het heelal niet in zijn geheel zien. P. VAN OLST. Fig. 3. HOB wu DB zon ZOUDEN ZIE»VBRDWIJHBN. VertndefSteld ii dat de ton om 12 uur plotseling uitdoofde. A geeft aan hoe wij de zon zien zouden ruim 8 minuten na 12; B een seconde later dan A ; C twee seconden later dan A.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl