De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 18 februari pagina 3

18 februari 1912 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1808 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. burgerstand la. Ten minste, zjj opereerde op de gehuwden niet andera dan op de onge huwden, waar zij ook genen aan (en in) het verstand poogde te brengen, hoe de stoffelijke omstandigheden zoo veranderd waren, dat voor een normale vrouwelijke werkkracht de gewone huishouding, zelfs mét kinderen, niet meer genoeg te doen ge f. Dus moest ook de gefortnneerde getrouwde vrouw een of ander werk aanvatten, op dat haar leren gevuld en haar karakter gerormd zonde worden, was Helene Mercier's conclusie. En velen harer lezeressen zullen dit gewis in gedachten met haar eens zjjn geweest, klaar hebben gezien in eigen stumperige, doellooze levensomstandigheden, doch' slechts een zér enkele bezat de kracht dien ban van gewoonte en gevestigden toestanden te breken, nu de maatschappij zelve niet medehielp. En dat deed züniet. Zy", dat wil zeggen: de omgeving van haar sociale groep. Waar Helena Mercier het werklooze leven van het jonge meisje uit de middelklssse bespreekt, bljjkt zij zeer wel te beseffen, welke maatschappelijke kant er is aan da; individneele nietsdoen. Zjj zegt: De eenvoudige, onopgesmukte waarheid is de.'e, dat die ouders de werkeloosheid hunner dochters een noodzakelijk bestanddeel achten van de maatschappelijke positie, die zij zelf hebben ingenomen en waarin zij zich tot' eiken prijs meenen te moeten handhaven. Die ouders zijn kinderen van een tijd, die een geheele verschuiving van standen heeft zien plaats grijpen; die den derden stand al hooger en hooger heeft zien rijzen, en met eiken dag de kloof heeft zien verwijden, die hem van. het slovende volk scheidt. Thémistocrocy of the moneykog is opgetreden en zwaait beden ten dage zegevierend haar plompen schepter. Om nu tot h«ar gerekend te worden, moet vór alles trouw worden gesworen aan het voornaamste artikel harer grondwet, dat weeldevertoon voorschi ijft. En aan dit weeldevertoon, dat de publieke opinie in haren kring van haar ouders eischt, wordt züdienstbaar gemaakt, het onbemid delde jonge meifje onzer middelklasse." Ziedaar ganechely'k onbewimpeld" (sooals het heet) de ware toestand blootgelegd. En hoe begrijpt de schrijfster, dat by dezen staat van zaken het persoonlijk anders-willen bijna immer machteloos zal blijven. Het jonge meisje, zsgt zij, ,,-sou willen werken, o ja, evengoed als haar lager ge plaatste znsteren, als dat willen" bühaar maar, even als bij deze, een zaak was die vanzelf sprak; het natuurlijke, schier onbe wuste uitvloeisel van de openbare meening om haar heen. Maar te willen, tegen den wil harer leidslieden in, over de levensop vatting harer ouders een afkeurend oordeel te vellen, de publieke opinie te trotaeeren,... daartoe wordt een ze fstandigheid, een wel bewuste, welgeoefende kracht ver ei eed t, die op dien leeftijd en onder die omstandigheden slechts bij uitzondering haar deel kunnen zijn." Zaer juist, maar ditzelfde is, en met nog meer reden, op de getrouwde vrouw uit den hoogeren" middenstand van toepassing, Want terwijl het jonge meisje, de dochter, nog maar het aanhangsel is, n ornament onder meerdere van dit weeldeleven, treedt de vrouw des huizes op als onmisbare cere moniemeester es van haar he?r gemaal en beteekent gansch haar schijnbaar doelloos wereldsch bedrijf van jours" en thea's" en recepties, van dinars en fancy-faiu, van visites en neerbuigen ie philantropie, niet veel minder dan zijn vergaderingen, commisaarisdiners, Baken-conferenties en commissiearbeid. Alles te samen n.), beduidt dit het natuurlijkeiwyze by'behoor en d weinüje van lesghoofdig amusement en tijdverdrijf daar gelaten het onderhond van het groeps verband ter bevesiiging van de respectieve invloeden en rijkdommen. Rslaties maken of onderhouden, er in komen" of er in blijven," de neuzen" tellen der standgenooten, opdat geen die niet van onze wereld" is van de voordeelen mee profiteere ... ziedaar wat er wezenlijk bedoeld wordt met al dat om slachtig mondain" verkeer, wat er verscholen ligt onder de zorgen onzer negentiende eeuwsche weelde, onder de lasten van het beurtelings gast en gastvrouw zyn in ons gastronomisch Nederland" zegt Helene Mer cier, daarmee intnsschen blijk gevend den toestand niet geheel te doorzien. Indien züdit wél hadde gedaan, zouden haar beschouwingen wellicht aan diepte eischers voldaan. Ia het jaar 1768 voldeed zij aan een lang gakoesterden wensch en ondernam, als mevrouw Michalkoiï, een reis door Duitse b land, Frankrijk en Engeland. In een der hotels, waar zij overnachtte, zag zij aan den muur twee platen hangen, welke veldslagen voorstelden, waarin de Russen door de Pruisen werden verslagen. Dat kon haar vaderlandsliefde niet verdragen. Zij was niet rijk genoeg om de platen te koopen en daarna te verbranden, maar zij kocht verf en kleurde de blauwe en witte uniformen der Pruisen met de groen en roode kleur der Rassen, zoodat zonder bloedvergieten de onder liggende party tot de overwinnende werd gemaakt. Op deze reis leerde züDiderot en Vol t air e kennen, die in hunne geschriften uitvoerig van haar spreken. Na haar reis leefde zij vijf jaren kalm in Rusland, zich geheel wijdende aan de op voeding ran haar kinderen. Daarna vergezelde zühaar zoon naar Schotland, waar zij hem gedurende drie jaren aan de hoogeschool te Edinöurg liet stndeeren. Hier bewoonde zij het kasteel Ho'y rood en leerde de beroemdste mannen dier dagen kennen, zo 9als: Robertsen, Blair, Adam Smith en Ferguson. In Mei 1779 behaalde de j«ngévorst den graad van Magister; daarop ondernam de familie een groote Enropeesche reis. De voretin maakte nu habr zoon opmerkzaam op alles wat h|j by zijn reizen had te letten in de verschillende landen die men zon be zoeken, als daar waren: de natuur en de regeeringsvorm; de wetten, de zeden en de bevolking; de verhouding tusschen grond en klimaat; de binnen- enbuitenlandéchestaat kunde; de voort brengssler, de godsdienst, de natuurlijke en kunstmatige hulpbronnen der beschaving; het krediet, de inkomsten en belastingen en de verhouding van de verschillende standen der maatschappij tot elkander. Wanneer men bedenkt dat men den jongen vorst reeds zoo volgepropt had met geleerd heid als maar mogelijk was, dan zou men meenen dat hu toen wel eens enkel voor zijn geneegen had mogen reizen ; maar zijn on vermoeide moeder wilde altijd maar leeren en laten leeren en stelde in alles belang. hebben gewonnen, doch haar wijze van be strijding en haar pogingen tot opheffing der vrouwelijke laagte zonden er toch niet anders dan nu hebben uitgezien. Omdat zij nu een maal een idealist en omdat zij een karakter en sterk was. Immers, zij had wél getriom feerd over de tegen werkende maatschappelijke invloeden, haar eigen idee was bestand ge bleken tegen hetgeen zoovele gelijkgezinden ontwapende en o verwan. Tusschen de zestig en zeventig jaar van de vorige eeuw valt haar bewustwording, in den tijd toen er waarlijk iets algemeeners bewegen ging in-de stilstaande plas van het geestelijk Nederland. Mnltatuli en anderen ondermijnden" wakker den godsdienst, het ouderlijk gezag, het conventioneele beuzel en leugenleven der bemiddelde vrouw, en wat het bestaan der ouderen geweest was, voldeed menige jongere niet meer. Met aarzeliig en vrees kwamen zij tot zichzelf, tot bewustheid hunner individuali teit en dier nooden. Dat zg eigenlijk niet geloofden, Bemerkten zümet verwondering. want het had aity'd vanzelf gesproken, dat een vrouw godsdienstig" was, maar het deerde hun zoo in het bijzonder weinig. Wat hun echter verschrikte en velen op den duur allen levensmoed benam, was, dat met het vertrouwen in alle waarden van het vroeger leven, nu ook elke vastigheid verloren scheen, dat zij, zich zelve niet zonder trots vrij gevochten hebbende, nu ook geheel aan die zelf bleken overgelaten. En dit leidde bij menigeen tot verbijste ring of een angstigen terugkeer naar het oude, waarin zütoch op den daar niet goed meer pasten. Helene Mercier echter behoorden geens zins tot dezen. Gewis heeft zü, zoo smarte lijk als iemand de losscheuring van het oudeerwaardige gevoeld, de leegte en wankelheid van het nieuwe leven, waaruit de vroegere doelen waren weggevallen. Zy was echter een anarchistische natuur, wie elke van buiten opgelegde dwang ondraaglijk viel en in haar leefde sterk het besef van eigen individueel recht en zich zelf een doel te zy'n. Toen leerde zjj de oude Grieksche be schaving kennen en daarmee was voor haar de grootste strijd gestreden. Al wat zy' nog maar nauwelijks zichzelve durfde bekennen, al wat hier scherpe afkeuring vond, stond daar rustig vaut en open in het gezegende licht van levensvreugd en kracht. En alle latere eeuwen, ja haar tydgenooten zelf, brachten er de hoogste hulde aan. Hoe had zij dan kunnen nalaten in vol gende dagen haar znsteren in den druk te wijzen naar diezelfde sfeer van geesteshoogheid, wier ontdekking haar had bevrijd! Zoo men haar slechts dat volk der oud heid doet kennen (schrijft zy) dat de kunst heeft verstaan om realiteit en idealiteit tot de schoonste eenheid saam te smelten; om zich tusschen stof en geest in het zuiverst evenwicht te stellen.... Dat het leren in al zijn uitingen liefhad en waardeerde, maar wel verre van de nederige dienaar der meest alledaagsche, onbeduidende voorwerpen van de werkelijkheid te zijn, slechts de hoogste, slechts de geestelijke goederen des levens de toewijding zijner beste kracht waardig keurde.... Dat lichaams- en zielskracht ge lijkelijk in eere hield.... Dat gematigdheid een hoofddeugd achtte, omdat slechts de matige machtig tegenover het leven staat. Dat kalm, vroolyk, frisch en gezond aan de verwezenlijking van zy'n ideaal kon arbeiden, omdat dit ideaal, hoe hoog ook gesteld, toch een begrensd en tastbaar ideaal moest hebben".... Het volk in n woord, dat onze jonkvrouw het geheim kan doen ver staan, hoe men in dit leven hoog kan stijgen zonder den aardschen dampkring te verlaten, zich gelukkig en bevredigd kan gevoelen, zonder zielloos te zijn".... Wat een verrukking spreekt uit deze woorden en wat een bewondering, nietwaar 1 Het is het geluk der herkenning van den onmiddellijk verwanten geest, van het eigen geeatesvaderland, die wij vernemen in deze klare zegging van Grieksche beEchanngshoogheid. En wij, die ook een classieke op voeding heeten ontvangen te hebben, wy hebben alle reden Helene Mercier te be nijden en, ietwat bitter, te glimlachen waar zy verrukt mededeelt, dat de gymnasiums nu ook voor meisjes zijn opengesteld, en het Amsterdameche reeds dertien vrouwelijke leerlingen telt... Want het wa3 ook weer haar beminlijk In Ierland bezocht zij het Parlement en bewonderde Grattan's welsprekendheid. In Pary's werd zy by Marie Antoinette toegelaten. Ook in Italië maakte zij veel opgang. In Juni 1782 keerde men naar Petersburg terug. Tot dusver had de vorstin zich in haar geboorteland meer bewogen op politiek dan wel op letterkundig gebied. Doch dit zou nu anders worden. Op een hofbal tegen woordig zytde, werd zy tot haar groote verbazing door de keizerin benoemd tot directrice der academie van kunsten en wetenschappen. De vorstin beschouwde in het eerst deze benoeming als een grap en stelde zelfs aan de keizerin voor, om haar liever directrice der keizerlijke waschvrouwen te maken, daar zulk een betrekking beter by haar talenten zou passen. Doch da keize rin bewees haar, dat al de mannen, die jaren achtereen dit ambt hadden waarge nomen, bühaar achter stonden in kennis en bekwaamheid. Vorstin Daschkow aan vaardde nu aarzelend haar taak, want daar de geldelyke zaken der academie vooral schromelijk in de war waren, ontveinsde z zie b. de moeielytheden niet. Van stonden aan ging zij aan het werk om op de hoogte harer plichten te zijn, en weinige dagen na hare benoeming besteeg züden voonitterssetel en hield de openings rede voor professoren en leden. In Rusland moet ieder, die een keizerlijke betrekking bekleedt, een plechtigen eed af leggen. Om de kapel te bereiken, waar dit zou geschieden, moest de vorstin door de vergaderzaal der senatoren gaan, terwijl alle op hun plaats zaten. Toen zübinnentrad stonden allen op, en eeaigen van hen, die haar kenden, kwamen haar bezoeken, niet weinig verwonderd, een vrouw tot dat doel binnen de muren van hnn heiligdom te zien. En nu braken voor de kleine" Katharina twaalf j wen van onophoudelijke arbeid aan. Wij kunnen slechts vluchtig aanstippen, wat deze uitnemende vrouw in zoo betrekkely'k korten ty'd wist tot stand te brengen. Door hare spaarzaamheid en haar beleid, bracht zy' de geldmiddelen der akademie in een bloeienden toestand; zy voerde het idealisme, dat vergat hoe elk meifja nog geen Helene Mercier kon zyn en ook, dat van de leerkrachten in die scholen der oude beschaving meest niet veel inzicht, laat staan besieling, uitging, zo dat de levende Grieksche geest zich in de praktijk gewoonlijk voordeed als de meest doode philologie. Maar b&a> had de kuur geholpen, omdat züzich inderdaad aan dien geest, die er een was van denken en actie-tegelijk, verwant gevoelde. Zg was geen Giüblerin, de algemeene levensvragen interesseerden haar niet zoo sterk als de maatschappelijke problemen, die practische oplossing vragen en daarom kon zij het ten slotte zeer goed zonder ge loof en godheid stellen. Doch er bestond ook nog een andere, en zeer belangrijke, grond voor haar maatechappelykheid". Büal haar behoefte aan zich-zelf-zyn en zich- uitleven, was deze geest, als 't ware, doortrokken van mede'yden en solidariteitsgevoel, dat zich verantwoorde lijk en ecbuldig achtte haast büelk lyden van armoede en onkunde, en in zoo bran dende heftigheid toch wel in deze moderne ty'den een nieuw zielefeit" beteekent. Want de voorgaande geslachten hebben dit niet aldus gekend, ook de liberaalste menschen niet, voor wie altijd nog het oud-Rotneinsche suum cuique, en wat daar verder volgt, als hoogste altruïstische eisch gold. Helene Mercier echter waa het, als had züpersoonlijk mede Echuld aan eiken socialen misstand, omdat zij zelve het in' die maatschappij zooveel beter had en elk individu immers voor haar de hoogste zedelijke waaide ver tegen weordigde. Om dat verwonderlijk sterke meegevoel, dat ondanks haar zwakke lichaam zich onver poosd in daden uitte, büzoo gelukkige klaar heid van geest, verschijnt ons Helene Mercier als een der schoonste en hoogste persoon lykheden in het Nederland van de tweede helft der vorige eeuw. Hoe de verste, zui verste individualiteit voert tot het innigst gemeenschapsvpelen, heeft haar leven op ontroerende wy'ee aangetoond. Ei dit boek geeft er het kort begrip van. FRANS COENEN. Berichten. FNGELSCHE KOMANS. Ter verschoning worden aangekondigd : Bowen, The quest of glory ; Hall Gaine, The woman thou gavest me; Von Hutten, Sharrow; Orczy, Fi,re in stubble en Williamson, The gueets of Hercule». Ean zooevea verschenen historische roman op ons land betrekking hebbende is: The thadow of power. A great romance of the time of the Duke of Alva's rnle in the Netherlands, door Paul Bert ram. NIEUWE FRANSCHE BOEKEN. Van den in 1893 overleden schrijver Guy de Maupassant, wordt een nog onuitgegeven werk ter verschijning aangekondigd onder den titel Misti. Van Arthnr Meyer, van wien het vorig jaar ver scheen Ce que me»yevx ont vu, komt dezer dagen een nieuwe bundel onder den titel Ce que je peux dire en van Pierre Loti, een nieuw werk genaamd Un pèlerin d'Angkor. Oomspilefltie. PRIJSVBAAO. Fragmenten, die een op zich zelf staand geheel vormen, kunnen, als schetsen", mededingen. Nieuwe Ui G. BERNAHD SHAW, Majoor Sarbara, (Tooneelspel in 4 bedrijven) 125 past,, f 0.25. Amsterdam, Mg. voor Goede en Goedkoope Lectuur. G. BERNARD SHAW, Trouwen. Een lang spel in n bedrijf, 115 pag., ?0.25. Amsterdam, Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. MILTON, Het Paradijs Verloren. Boek I-VI, vertaald door ALBX GUTTELINO. Wereldbibl. No. 161-162. Amsterdam, Mij. v. Goede en Goedk. Lectuur. L. SIMONS, Studie»en Lfzingen, 414 pag., Nederl. Bibl. No. 125-127. Amsterdam, My. v. Goede en Goedk. Lectuur. HELENE MEECIER, Verbonden Schakelt. Inge leid door mevr. G. KAPTEIJN-MUYSKEN, 242 pag., Nederl. Bibl. No. 115-116. Amsterdam, Mij. v. Goede en Goedk. Lectuur. Groote Denkers", serie 3, No. 5: Leibniti, 48 pag., ?0.40. Baarn, Hollandia-drnkkery. getal der studenten op van zeventien tot vijftig. Zij hield voorlezingen of liet die houden, over wiskunde, meetkunde en natuur lijke historie. Zy liet provinciale landkaarten vervaardigen. Met dit alles nog niet tevre den, richtte zij een tweede scademie op, waarover zy ook de directie aanvaardde, tot de verbetering en beschaving der Rassieche taal. Daar arbeidde men aan een Russisch woordenboek, een tot dusver geheel onbe kende zaak. De vorstin bewerkte zelve drie letters, met een korte en bondige verklaring van alle woorden, welke betrekking hadden op zedeleer, staatkunde en regeering. Ook had züais architecte den bouw der nieuwe akademie beheerd. Voorts schreef züin de Russische taal een drama, dat in den schouw burg der Keizerin werd opgevoerd. Zy reitde met de Keizerin naar Finland, e a hield het opzicht over alle verbeteringen, die deze op haar landgoederen liet aanbren gen. Wat er voor haar nog aan viy'en ty'd overbleef, werd doorgebracht op het paleis der Keizerin. Hare huiselijke omstandigheden waren van trenrigen aard. Zoon en dochter huwden tegen haar zin. Z|j begon t e lij den aan vlagen van zwaarmoedigheid en verzocht haar ont slag als directrice. De Keizerin nam het niet aan, doch gaf haar een verloftijd van drie jaren. Eer deze echter om waren, kwam er een groote verandering in haar lot, evenals in dat geheel Rusland. Katharina de Groote stierf en werd opgevolgd door haar zoon Paul. Deze wilde op de vorstin het aandeel wreken dat zübad gehad in de onttrooning van zijn vader Peter III. Eerst werd züuit haar beide ambten ontzet, waarvoor zü, daar het werk haar nu te zwaar viel, dankbaar was. Daarenboven had de dood der keizerin haar zeer aangegrepen. Zy beefde voor het lot van Rusland, dat nu aan een dwingeland was pry'sgegeven. Zy werd ziek en ging naar Moskou, om den raad van een geneesheer in te winnen. Maar ternauwernood aange komen, kreeg züeen keizerlyk bevel om zich dftdelyk naar haar landgoed Troitzky te be geven en daar na te denken o ver de gebeur tenissen van 1762. Zy werd daar hoe langer Uit Zenuw- en Zieleleven'1, serie I, No. 10: E. J. SWAHP, Zwakzinnigheid, 36 pag., ?0.40. Baarn, Hollandia-drukkerij. Mond Tan Tijdschriften. Hollmd Express, No. 2: 'Rijden de spoor treinen büons langzamer dan in het bui tenland 1 De vredestentoonstelling van 1913, Een rüwielenfabriek (Fongers te Groningen), enz. Het Voetlicht. Onafhankelijk critisch orgaan voor Tooneelkunst. Hoofdredactie: Frank Luns, Ie Jaargang No. 1. Verschijnt gedurende het tooneelseizoen om de 14 dagen. Per jaar 20 nummers. Prüs fr. p. p. ? 2.80. Inhoud van No. l: Oaze Voornemens Onze arti kelen Critisch overzicht. Inhoud nieuwe stukken Wenschen en Vragen, enz. eaz. De Indische Kroniek, Nj. 46: K. Inlanders in de Gemeenteraden. Mr. J. van Utrecht, De floanciëele zelfstandigheid van Nederl.Indië. Democraat, Belasting op onver diende waardevermeerdering.?Johan Koning, Alfred de Musset. K., Het Geloof aaneen komenden Messias, enz. Weekblad voor Indië, No. 39 : M. van Ganns, Stryd om een dwaalbegrip. Gabiië!, J. P. Coen en de Chrotyk van Hoorn. De vier entwintig Incarnaties van Orion (vervel;), door Henri Borel. H. v. d. Mey, Vrouwenbelangen, enz. Se Bibliothecaris, No. 2: Het AntJquaraat, II. Een Nederl. Bibliografie, II. Onze Vakbibliotheek, enz. Molescholt, No. 33: Vegetarisme. Gemeentelyke melkverzorging, eiz. Vegetariiehe Bode, No. 2: Ean vegetaiische levensbeschouwing. K. Kuiper, Het vege tarisme büde negers in Centraal Afrika. Albert van Perdeck, Een argentynsch vege tariër, enz. De Rivue der uitvindingen tn ontdekkingen, No. 10: Mevrouw Curie. De ondergaande dierenwereld. Het sty'gen der sappen in de planten. Locomotieven die oververhit water in plaats van steenkolenvuur gebrui ken. De Tyd. 3et organismen als colloïden-systeem. Uit de voorgeschiedenis onzer huis lieren, en?. 40 cents per regel. BOUWT te NUNSPEET. Inlichtingen bij het bouwbureau Ar t i" aldaar. Eenige Fabrikanten W.BengerSöhne Stuttgart Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 166 K. F. DEUSCHLE-BENGER. DEUUNAY BELLEVILLE AUTOMOBIELEN. Hoofd-Agent TOOT MederUm4i J. LEONARD LAN6, 114 UL3TEBDA 'iano-, Orgel- en Muziekhande Hleyroos ds Halshoven, ARNHEM, KONINGSPLEIN g. Interc. Telefoonnummer 913. VLEUGELS en PIANO'S in Eoop en in Huur. REPARÈEREN STEMMEN RUILEN. Elf Vft IT0R ZflHÊH ftiSTERDflM Verkrijgbaar te Amsterdam bü: AU BON MARCHE J. G. HERBERM AN, Damrak. JACOBSON & MANU8, Kalverstraat H. MEYER, hofl., Koningsplein. ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg. SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendijk. ME». INDIK: Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING, Batavia. Winkel-MÜEIGEN HULP", Batavia. W. SAVELKOUL, Soerabaja. Verdere adressen verstrekken wy gaarne. juiiuir IE c t toesi ehende Jflerh. AUTO-GARAGE RENAULT. - FREDERIK HENDRIKLAAN 84. 's-GRAVEBTHAGE. Telefoon Schev. 1533. LUG-ANO Hétel Bristol. mimiiiiiMiiiMMiimiiHimiiim hoe zieker, kon byna geen lid bewegen en leed ondragelijke py'nen. Van Troitzky verbande de Keizer haar naar een landgoed in het gouvernement Novogorod. Om de wreedheid van dit bevel te begrijpen, moet men weten, dat het gegeven werd in een Russische Decembermaand; dat de vorstin zwaar ziek was, dat de reis in een half open wagen gemaakt moest worden, en dat de plaats harer bestemming gelegen was op 60 graden N.B. Maar in deze, even als in elk andere moeielyke omstandigheid van haar leven, wies haar moed met het gevaar. Zy liet zich in de kerk dragen, bad God's zegen af, en ging onmiddellijk na het verlaten der kerk op reis. Na een ellendigen tocht van vier weken was zij aan haar doel gekomen, boven ver wachting herstelde zij, en werd weder de opgeruimde Kathariua. De hoog voorname, hooggeleerde, wonende tnsichen domme boeren en nog dommer priesters, verdreef nu den ty'd met eenige boeken, die züin der haast had meegenomen, en met het teekenen, van gezichten uit de buurt, op een houten tafel, die eiken ochtend werd afgewasschen. Zij had potlooden, doch geen papier. Toen kwam er nog bevel haar alle schrijfgereedschap te ontnemen, en alle correspondentie te verbieden. Doch, door wiens invloed weet men niet, werd Paul meer zachter jegens haar gestemd, en nog eer de winter voorbij was, mocht zünaar Troitzky terngkeeren. Haar verdere geschiedenis laat zich in weinige, woorden verhalen. Zy begaf zich soms naar Moskou, waar züonder de weinig overgeblevenen van het hof der Groote Katharina heerschte als een koningin. Gaen man, hoe hoog geplaatst, zou het ooit ge waagd hebben, in haar tegenwoordigheid te gaan zitten, waartoe züdan ook zelden verlof gaf. Den meesten ty'd bracht zy echter op haar landgoed door. Haar werkzaamheid wordt door een ooggetuige aldus geschilderd: In het uiterlijk en het geheele doen der vorstin ligt iets wat baar van ieder ander onderscheidt. Zij helpt de metselaars bouwen; (ITALIAANSCflE MEREN). Schoonste Win ter- en Voorjaar-verblijfplaats. 1ste kl. Hotel, prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamer vanaf fr. 4.?. Pension vanaf fr. 9.?. Eigen.: C. CAMENZUND. P/osp. gr. 'en fr. Intern. Verkeersburean Raadhnisstr. 16, Amsterdam. iiiiiilliiiiiimiiiiiiiiiiiiliiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiiiilimiiiimiiMl zy helpt met haar eigen handen mede b het aanleggen van straten; züvoedert haar koeien; zücomponeert; züzegt in de kerk overluid de gebeden op; züspeelt mede in haar schouwburg en helpt de andere spelers, wanneer deze haperen in hnn rollen. Zij is dokter, apotheker, chirurgijn, .smid, timmerman, rechter, rechtsgeleerde; kortom, züis van alle markten thuie. Z(j correspon deert met de hoogstgeplaatsten van het land, met schrijvers, wysgeeien, dichters, met baar zoon en aanverwanten, en niettegenstaande dat alles, heeft zij altijd nog tijd over." En Diderot schrijft van haar o.a.: Haar karakter is ernstig, züspreekt vloeiend en zuiver fransen; zij zegt niet alles wat z weet en denkt, maar wat zy zegt is eenvoudig, kort en bondig, en waar. Haar hart werd verscheurd door droevige levenservaringen, maar steeds zyn haar denk beelden verheven, beslist, moedig en trotsch. Z\j is doordrongen van den geest der recht vaardigheid en der vrouwenwaarde. Haar eigenaardigheden, ja zelfs haar grillen zyn van dien aard, dat een uitvoerige beschrijving daarvan ons een diepen blik zou gunnen in de tegenstrijdigheden van het menschelyk hart. Naar my'ne meening was züeven goed op haar plaats geweest aan het hoofd van den staat, als aan dat van het leger, of als alge meen opzichter van 'stands inkomsten. In n woord, de natuur schonk baareen buitengewoon ontwikkelden, werkzamen geest. Züheeft zulks bewezen, door op den leeftijd van achttien jaren aan het hoofd eener om wenteling te staan, en eenigen ty'd daarna, gedurende twaalf jaren een academie van kunsten en wetenschappen te besturen." Wanneer wy' tevens letten op den ty'd waarin züleefde, en den toenmaligen staat van opvoeding en onderwys, dan kunnen wy' haar gerust onder de merkwaardigste vrou wen noemen. Z|j stierf te Moskau den 4en Januari 1810.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl