Historisch Archief 1877-1940
No. 1808
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
burgerstand la. Ten minste, zjj opereerde op
de gehuwden niet andera dan op de onge
huwden, waar zij ook genen aan (en in) het
verstand poogde te brengen, hoe de stoffelijke
omstandigheden zoo veranderd waren, dat
voor een normale vrouwelijke werkkracht de
gewone huishouding, zelfs mét kinderen, niet
meer genoeg te doen ge f. Dus moest ook
de gefortnneerde getrouwde vrouw een of
ander werk aanvatten, op dat haar leren
gevuld en haar karakter gerormd zonde
worden, was Helene Mercier's conclusie.
En velen harer lezeressen zullen dit gewis
in gedachten met haar eens zjjn geweest,
klaar hebben gezien in eigen stumperige,
doellooze levensomstandigheden, doch' slechts
een zér enkele bezat de kracht dien ban
van gewoonte en gevestigden toestanden te
breken, nu de maatschappij zelve niet
medehielp. En dat deed züniet. Zy", dat wil
zeggen: de omgeving van haar sociale groep.
Waar Helena Mercier het werklooze leven
van het jonge meisje uit de middelklssse
bespreekt, bljjkt zij zeer wel te beseffen,
welke maatschappelijke kant er is aan da;
individneele nietsdoen. Zjj zegt:
De eenvoudige, onopgesmukte waarheid
is de.'e, dat die ouders de werkeloosheid
hunner dochters een noodzakelijk bestanddeel
achten van de maatschappelijke positie, die
zij zelf hebben ingenomen en waarin zij zich
tot' eiken prijs meenen te moeten handhaven.
Die ouders zijn kinderen van een tijd, die
een geheele verschuiving van standen heeft
zien plaats grijpen; die den derden stand al
hooger en hooger heeft zien rijzen, en met
eiken dag de kloof heeft zien verwijden,
die hem van. het slovende volk scheidt.
Thémistocrocy of the moneykog is opgetreden
en zwaait beden ten dage zegevierend haar
plompen schepter. Om nu tot h«ar gerekend
te worden, moet vór alles trouw worden
gesworen aan het voornaamste artikel harer
grondwet, dat weeldevertoon voorschi ijft.
En aan dit weeldevertoon, dat de publieke
opinie in haren kring van haar ouders eischt,
wordt züdienstbaar gemaakt, het onbemid
delde jonge meifje onzer middelklasse."
Ziedaar ganechely'k onbewimpeld" (sooals
het heet) de ware toestand blootgelegd. En
hoe begrijpt de schrijfster, dat by dezen staat
van zaken het persoonlijk anders-willen bijna
immer machteloos zal blijven.
Het jonge meisje, zsgt zij, ,,-sou willen
werken, o ja, evengoed als haar lager ge
plaatste znsteren, als dat willen" bühaar
maar, even als bij deze, een zaak was die
vanzelf sprak; het natuurlijke, schier onbe
wuste uitvloeisel van de openbare meening
om haar heen. Maar te willen, tegen den
wil harer leidslieden in, over de levensop
vatting harer ouders een afkeurend oordeel
te vellen, de publieke opinie te trotaeeren,...
daartoe wordt een ze fstandigheid, een wel
bewuste, welgeoefende kracht ver ei eed t, die
op dien leeftijd en onder die omstandigheden
slechts bij uitzondering haar deel kunnen
zijn."
Zaer juist, maar ditzelfde is, en met nog
meer reden, op de getrouwde vrouw uit den
hoogeren" middenstand van toepassing,
Want terwijl het jonge meisje, de dochter,
nog maar het aanhangsel is, n ornament
onder meerdere van dit weeldeleven, treedt
de vrouw des huizes op als onmisbare cere
moniemeester es van haar he?r gemaal en
beteekent gansch haar schijnbaar doelloos
wereldsch bedrijf van jours" en thea's" en
recepties, van dinars en fancy-faiu, van
visites en neerbuigen ie philantropie, niet
veel minder dan zijn vergaderingen,
commisaarisdiners, Baken-conferenties en
commissiearbeid. Alles te samen n.), beduidt dit het
natuurlijkeiwyze by'behoor en d weinüje van
lesghoofdig amusement en tijdverdrijf daar
gelaten het onderhond van het groeps
verband ter bevesiiging van de respectieve
invloeden en rijkdommen. Rslaties maken of
onderhouden, er in komen" of er in blijven,"
de neuzen" tellen der standgenooten, opdat
geen die niet van onze wereld" is van de
voordeelen mee profiteere ... ziedaar wat
er wezenlijk bedoeld wordt met al dat om
slachtig mondain" verkeer, wat er verscholen
ligt onder de zorgen onzer negentiende
eeuwsche weelde, onder de lasten van het
beurtelings gast en gastvrouw zyn in ons
gastronomisch Nederland" zegt Helene Mer
cier, daarmee intnsschen blijk gevend den
toestand niet geheel te doorzien.
Indien züdit wél hadde gedaan, zouden
haar beschouwingen wellicht aan diepte
eischers voldaan. Ia het jaar 1768 voldeed
zij aan een lang gakoesterden wensch en
ondernam, als mevrouw Michalkoiï, een reis
door Duitse b land, Frankrijk en Engeland.
In een der hotels, waar zij overnachtte, zag
zij aan den muur twee platen hangen, welke
veldslagen voorstelden, waarin de Russen door
de Pruisen werden verslagen. Dat kon haar
vaderlandsliefde niet verdragen. Zij was niet
rijk genoeg om de platen te koopen en daarna
te verbranden, maar zij kocht verf en kleurde
de blauwe en witte uniformen der Pruisen
met de groen en roode kleur der Rassen,
zoodat zonder bloedvergieten de onder
liggende party tot de overwinnende werd
gemaakt. Op deze reis leerde züDiderot en
Vol t air e kennen, die in hunne geschriften
uitvoerig van haar spreken.
Na haar reis leefde zij vijf jaren kalm in
Rusland, zich geheel wijdende aan de op
voeding ran haar kinderen. Daarna vergezelde
zühaar zoon naar Schotland, waar zij hem
gedurende drie jaren aan de hoogeschool te
Edinöurg liet stndeeren. Hier bewoonde zij
het kasteel Ho'y rood en leerde de beroemdste
mannen dier dagen kennen, zo 9als: Robertsen,
Blair, Adam Smith en Ferguson.
In Mei 1779 behaalde de j«ngévorst den
graad van Magister; daarop ondernam de
familie een groote Enropeesche reis. De
voretin maakte nu habr zoon opmerkzaam
op alles wat h|j by zijn reizen had te letten
in de verschillende landen die men zon be
zoeken, als daar waren: de natuur en de
regeeringsvorm; de wetten, de zeden en de
bevolking; de verhouding tusschen grond en
klimaat; de binnen- enbuitenlandéchestaat
kunde; de voort brengssler, de godsdienst,
de natuurlijke en kunstmatige hulpbronnen
der beschaving; het krediet, de inkomsten
en belastingen en de verhouding van de
verschillende standen der maatschappij tot
elkander.
Wanneer men bedenkt dat men den jongen
vorst reeds zoo volgepropt had met geleerd
heid als maar mogelijk was, dan zou men
meenen dat hu toen wel eens enkel voor zijn
geneegen had mogen reizen ; maar zijn on
vermoeide moeder wilde altijd maar leeren
en laten leeren en stelde in alles belang.
hebben gewonnen, doch haar wijze van be
strijding en haar pogingen tot opheffing der
vrouwelijke laagte zonden er toch niet anders
dan nu hebben uitgezien. Omdat zij nu een
maal een idealist en omdat zij een karakter
en sterk was. Immers, zij had wél getriom
feerd over de tegen werkende maatschappelijke
invloeden, haar eigen idee was bestand ge
bleken tegen hetgeen zoovele gelijkgezinden
ontwapende en o verwan.
Tusschen de zestig en zeventig jaar van
de vorige eeuw valt haar bewustwording,
in den tijd toen er waarlijk iets algemeeners
bewegen ging in-de stilstaande plas van het
geestelijk Nederland. Mnltatuli en anderen
ondermijnden" wakker den godsdienst, het
ouderlijk gezag, het conventioneele beuzel
en leugenleven der bemiddelde vrouw, en
wat het bestaan der ouderen geweest was,
voldeed menige jongere niet meer.
Met aarzeliig en vrees kwamen zij tot
zichzelf, tot bewustheid hunner individuali
teit en dier nooden. Dat zg eigenlijk niet
geloofden, Bemerkten zümet verwondering.
want het had aity'd vanzelf gesproken, dat
een vrouw godsdienstig" was, maar het
deerde hun zoo in het bijzonder weinig.
Wat hun echter verschrikte en velen op
den duur allen levensmoed benam, was, dat
met het vertrouwen in alle waarden van
het vroeger leven, nu ook elke vastigheid
verloren scheen, dat zij, zich zelve niet
zonder trots vrij gevochten hebbende, nu
ook geheel aan die zelf bleken overgelaten.
En dit leidde bij menigeen tot verbijste
ring of een angstigen terugkeer naar het
oude, waarin zütoch op den daar niet goed
meer pasten.
Helene Mercier echter behoorden geens
zins tot dezen. Gewis heeft zü, zoo smarte
lijk als iemand de losscheuring van het
oudeerwaardige gevoeld, de leegte en
wankelheid van het nieuwe leven, waaruit de
vroegere doelen waren weggevallen. Zy was
echter een anarchistische natuur, wie elke
van buiten opgelegde dwang ondraaglijk
viel en in haar leefde sterk het besef van
eigen individueel recht en zich zelf een doel te
zy'n. Toen leerde zjj de oude Grieksche be
schaving kennen en daarmee was voor haar
de grootste strijd gestreden. Al wat zy' nog
maar nauwelijks zichzelve durfde bekennen,
al wat hier scherpe afkeuring vond, stond
daar rustig vaut en open in het gezegende
licht van levensvreugd en kracht. En alle
latere eeuwen, ja haar tydgenooten zelf,
brachten er de hoogste hulde aan.
Hoe had zij dan kunnen nalaten in vol
gende dagen haar znsteren in den druk te
wijzen naar diezelfde sfeer van
geesteshoogheid, wier ontdekking haar had bevrijd!
Zoo men haar slechts dat volk der oud
heid doet kennen (schrijft zy) dat de kunst
heeft verstaan om realiteit en idealiteit tot
de schoonste eenheid saam te smelten; om
zich tusschen stof en geest in het zuiverst
evenwicht te stellen.... Dat het leren in al
zijn uitingen liefhad en waardeerde, maar
wel verre van de nederige dienaar der meest
alledaagsche, onbeduidende voorwerpen van
de werkelijkheid te zijn, slechts de hoogste,
slechts de geestelijke goederen des levens
de toewijding zijner beste kracht waardig
keurde.... Dat lichaams- en zielskracht ge
lijkelijk in eere hield.... Dat gematigdheid
een hoofddeugd achtte, omdat slechts de
matige machtig tegenover het leven staat.
Dat kalm, vroolyk, frisch en gezond aan de
verwezenlijking van zy'n ideaal kon arbeiden,
omdat dit ideaal, hoe hoog ook gesteld,
toch een begrensd en tastbaar ideaal moest
hebben".... Het volk in n woord, dat
onze jonkvrouw het geheim kan doen ver
staan, hoe men in dit leven hoog kan stijgen
zonder den aardschen dampkring te verlaten,
zich gelukkig en bevredigd kan gevoelen,
zonder zielloos te zijn"....
Wat een verrukking spreekt uit deze
woorden en wat een bewondering, nietwaar 1
Het is het geluk der herkenning van den
onmiddellijk verwanten geest, van het eigen
geeatesvaderland, die wij vernemen in deze
klare zegging van Grieksche
beEchanngshoogheid. En wij, die ook een classieke op
voeding heeten ontvangen te hebben, wy
hebben alle reden Helene Mercier te be
nijden en, ietwat bitter, te glimlachen waar
zy verrukt mededeelt, dat de gymnasiums
nu ook voor meisjes zijn opengesteld, en
het Amsterdameche reeds dertien vrouwelijke
leerlingen telt...
Want het wa3 ook weer haar beminlijk
In Ierland bezocht zij het Parlement en
bewonderde Grattan's welsprekendheid. In
Pary's werd zy by Marie Antoinette toegelaten.
Ook in Italië maakte zij veel opgang.
In Juni 1782 keerde men naar Petersburg
terug. Tot dusver had de vorstin zich in
haar geboorteland meer bewogen op politiek
dan wel op letterkundig gebied. Doch dit
zou nu anders worden. Op een hofbal tegen
woordig zytde, werd zy tot haar groote
verbazing door de keizerin benoemd tot
directrice der academie van kunsten en
wetenschappen. De vorstin beschouwde in
het eerst deze benoeming als een grap en
stelde zelfs aan de keizerin voor, om haar
liever directrice der keizerlijke waschvrouwen
te maken, daar zulk een betrekking beter
by haar talenten zou passen. Doch da keize
rin bewees haar, dat al de mannen, die
jaren achtereen dit ambt hadden waarge
nomen, bühaar achter stonden in kennis
en bekwaamheid. Vorstin Daschkow aan
vaardde nu aarzelend haar taak, want daar
de geldelyke zaken der academie vooral
schromelijk in de war waren, ontveinsde z
zie b. de moeielytheden niet.
Van stonden aan ging zij aan het werk
om op de hoogte harer plichten te zijn, en
weinige dagen na hare benoeming besteeg
züden voonitterssetel en hield de openings
rede voor professoren en leden.
In Rusland moet ieder, die een keizerlijke
betrekking bekleedt, een plechtigen eed af
leggen. Om de kapel te bereiken, waar dit
zou geschieden, moest de vorstin door de
vergaderzaal der senatoren gaan, terwijl alle
op hun plaats zaten. Toen zübinnentrad
stonden allen op, en eeaigen van hen, die
haar kenden, kwamen haar bezoeken, niet
weinig verwonderd, een vrouw tot dat doel
binnen de muren van hnn heiligdom te
zien. En nu braken voor de kleine"
Katharina twaalf j wen van onophoudelijke arbeid
aan.
Wij kunnen slechts vluchtig aanstippen,
wat deze uitnemende vrouw in zoo
betrekkely'k korten ty'd wist tot stand te brengen.
Door hare spaarzaamheid en haar beleid,
bracht zy' de geldmiddelen der akademie
in een bloeienden toestand; zy voerde het
idealisme, dat vergat hoe elk meifja nog
geen Helene Mercier kon zyn en ook, dat
van de leerkrachten in die scholen der oude
beschaving meest niet veel inzicht, laat staan
besieling, uitging, zo dat de levende Grieksche
geest zich in de praktijk gewoonlijk voordeed
als de meest doode philologie.
Maar b&a> had de kuur geholpen, omdat
züzich inderdaad aan dien geest, die er een
was van denken en actie-tegelijk, verwant
gevoelde. Zg was geen Giüblerin, de
algemeene levensvragen interesseerden haar niet
zoo sterk als de maatschappelijke problemen,
die practische oplossing vragen en daarom
kon zij het ten slotte zeer goed zonder ge
loof en godheid stellen.
Doch er bestond ook nog een andere, en
zeer belangrijke, grond voor haar
maatechappelykheid". Büal haar behoefte aan
zich-zelf-zyn en zich- uitleven, was deze geest,
als 't ware, doortrokken van mede'yden en
solidariteitsgevoel, dat zich verantwoorde
lijk en ecbuldig achtte haast büelk lyden
van armoede en onkunde, en in zoo bran
dende heftigheid toch wel in deze moderne
ty'den een nieuw zielefeit" beteekent. Want
de voorgaande geslachten hebben dit niet
aldus gekend, ook de liberaalste menschen
niet, voor wie altijd nog het oud-Rotneinsche
suum cuique, en wat daar verder volgt, als
hoogste altruïstische eisch gold. Helene
Mercier echter waa het, als had züpersoonlijk
mede Echuld aan eiken socialen misstand,
omdat zij zelve het in' die maatschappij
zooveel beter had en elk individu immers
voor haar de hoogste zedelijke waaide ver
tegen weordigde.
Om dat verwonderlijk sterke meegevoel,
dat ondanks haar zwakke lichaam zich onver
poosd in daden uitte, büzoo gelukkige klaar
heid van geest, verschijnt ons Helene Mercier
als een der schoonste en hoogste persoon
lykheden in het Nederland van de tweede
helft der vorige eeuw. Hoe de verste, zui
verste individualiteit voert tot het innigst
gemeenschapsvpelen, heeft haar leven op
ontroerende wy'ee aangetoond. Ei dit boek
geeft er het kort begrip van.
FRANS COENEN.
Berichten.
FNGELSCHE KOMANS. Ter verschoning worden
aangekondigd : Bowen, The quest of glory ;
Hall Gaine, The woman thou gavest me; Von
Hutten, Sharrow; Orczy, Fi,re in stubble en
Williamson, The gueets of Hercule».
Ean zooevea verschenen historische roman
op ons land betrekking hebbende is: The
thadow of power. A great romance of the time
of the Duke of Alva's rnle in the Netherlands,
door Paul Bert ram.
NIEUWE FRANSCHE BOEKEN. Van den in 1893
overleden schrijver Guy de Maupassant, wordt
een nog onuitgegeven werk ter verschijning
aangekondigd onder den titel Misti. Van
Arthnr Meyer, van wien het vorig jaar ver
scheen Ce que me»yevx ont vu, komt dezer
dagen een nieuwe bundel onder den titel
Ce que je peux dire en van Pierre Loti, een
nieuw werk genaamd Un pèlerin d'Angkor.
Oomspilefltie.
PRIJSVBAAO. Fragmenten, die een op zich
zelf staand geheel vormen, kunnen, als
schetsen", mededingen.
Nieuwe Ui
G. BERNAHD SHAW, Majoor Sarbara,
(Tooneelspel in 4 bedrijven) 125 past,, f 0.25.
Amsterdam, Mg. voor Goede en Goedkoope
Lectuur.
G. BERNARD SHAW, Trouwen. Een lang spel
in n bedrijf, 115 pag., ?0.25. Amsterdam,
Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur.
MILTON, Het Paradijs Verloren. Boek I-VI,
vertaald door ALBX GUTTELINO. Wereldbibl.
No. 161-162. Amsterdam, Mij. v. Goede en
Goedk. Lectuur.
L. SIMONS, Studie»en Lfzingen, 414 pag.,
Nederl. Bibl. No. 125-127. Amsterdam, My.
v. Goede en Goedk. Lectuur.
HELENE MEECIER, Verbonden Schakelt. Inge
leid door mevr. G. KAPTEIJN-MUYSKEN, 242
pag., Nederl. Bibl. No. 115-116. Amsterdam,
Mij. v. Goede en Goedk. Lectuur.
Groote Denkers", serie 3, No. 5: Leibniti,
48 pag., ?0.40. Baarn, Hollandia-drnkkery.
getal der studenten op van zeventien tot
vijftig. Zij hield voorlezingen of liet die
houden, over wiskunde, meetkunde en natuur
lijke historie. Zy liet provinciale landkaarten
vervaardigen. Met dit alles nog niet tevre
den, richtte zij een tweede scademie op,
waarover zy ook de directie aanvaardde, tot
de verbetering en beschaving der Rassieche
taal. Daar arbeidde men aan een Russisch
woordenboek, een tot dusver geheel onbe
kende zaak. De vorstin bewerkte zelve drie
letters, met een korte en bondige verklaring
van alle woorden, welke betrekking hadden
op zedeleer, staatkunde en regeering. Ook
had züais architecte den bouw der nieuwe
akademie beheerd. Voorts schreef züin de
Russische taal een drama, dat in den schouw
burg der Keizerin werd opgevoerd.
Zy reitde met de Keizerin naar Finland,
e a hield het opzicht over alle verbeteringen,
die deze op haar landgoederen liet aanbren
gen. Wat er voor haar nog aan viy'en ty'd
overbleef, werd doorgebracht op het paleis
der Keizerin.
Hare huiselijke omstandigheden waren van
trenrigen aard. Zoon en dochter huwden
tegen haar zin. Z|j begon t e lij den aan vlagen
van zwaarmoedigheid en verzocht haar ont
slag als directrice. De Keizerin nam het niet
aan, doch gaf haar een verloftijd van drie
jaren.
Eer deze echter om waren, kwam er een
groote verandering in haar lot, evenals in
dat geheel Rusland. Katharina de Groote
stierf en werd opgevolgd door haar zoon Paul.
Deze wilde op de vorstin het aandeel
wreken dat zübad gehad in de onttrooning
van zijn vader Peter III. Eerst werd züuit
haar beide ambten ontzet, waarvoor zü, daar
het werk haar nu te zwaar viel, dankbaar
was. Daarenboven had de dood der keizerin
haar zeer aangegrepen. Zy beefde voor het
lot van Rusland, dat nu aan een dwingeland
was pry'sgegeven. Zy werd ziek en ging naar
Moskou, om den raad van een geneesheer
in te winnen. Maar ternauwernood aange
komen, kreeg züeen keizerlyk bevel om zich
dftdelyk naar haar landgoed Troitzky te be
geven en daar na te denken o ver de gebeur
tenissen van 1762. Zy werd daar hoe langer
Uit Zenuw- en Zieleleven'1, serie I, No. 10:
E. J. SWAHP, Zwakzinnigheid, 36 pag., ?0.40.
Baarn, Hollandia-drukkerij.
Mond Tan Tijdschriften.
Hollmd Express, No. 2: 'Rijden de spoor
treinen büons langzamer dan in het bui
tenland 1 De vredestentoonstelling van
1913, Een rüwielenfabriek (Fongers te
Groningen), enz.
Het Voetlicht. Onafhankelijk critisch orgaan
voor Tooneelkunst. Hoofdredactie: Frank
Luns, Ie Jaargang No. 1. Verschijnt gedurende
het tooneelseizoen om de 14 dagen. Per jaar
20 nummers. Prüs fr. p. p. ? 2.80. Inhoud
van No. l: Oaze Voornemens Onze arti
kelen Critisch overzicht. Inhoud nieuwe
stukken Wenschen en Vragen, enz. eaz.
De Indische Kroniek, Nj. 46: K. Inlanders
in de Gemeenteraden. Mr. J. van Utrecht,
De floanciëele zelfstandigheid van
Nederl.Indië. Democraat, Belasting op onver
diende waardevermeerdering.?Johan Koning,
Alfred de Musset. K., Het Geloof aaneen
komenden Messias, enz.
Weekblad voor Indië, No. 39 : M. van Ganns,
Stryd om een dwaalbegrip. Gabiië!, J. P.
Coen en de Chrotyk van Hoorn. De vier
entwintig Incarnaties van Orion (vervel;),
door Henri Borel. H. v. d. Mey,
Vrouwenbelangen, enz.
Se Bibliothecaris, No. 2: Het AntJquaraat,
II. Een Nederl. Bibliografie, II. Onze
Vakbibliotheek, enz.
Molescholt, No. 33: Vegetarisme.
Gemeentelyke melkverzorging, eiz.
Vegetariiehe Bode, No. 2: Ean vegetaiische
levensbeschouwing. K. Kuiper, Het vege
tarisme büde negers in Centraal Afrika.
Albert van Perdeck, Een argentynsch vege
tariër, enz.
De Rivue der uitvindingen tn ontdekkingen,
No. 10: Mevrouw Curie. De ondergaande
dierenwereld. Het sty'gen der sappen in
de planten. Locomotieven die oververhit
water in plaats van steenkolenvuur gebrui
ken. De Tyd. 3et organismen als
colloïden-systeem. Uit de voorgeschiedenis
onzer huis lieren, en?.
40 cents per regel.
BOUWT te NUNSPEET.
Inlichtingen bij het bouwbureau Ar t i"
aldaar.
Eenige
Fabrikanten
W.BengerSöhne
Stuttgart
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr. 166
K. F. DEUSCHLE-BENGER.
DEUUNAY BELLEVILLE
AUTOMOBIELEN.
Hoofd-Agent TOOT MederUm4i
J. LEONARD LAN6,
114
UL3TEBDA
'iano-, Orgel- en Muziekhande
Hleyroos ds Halshoven,
ARNHEM, KONINGSPLEIN g.
Interc. Telefoonnummer 913.
VLEUGELS en PIANO'S
in Eoop en in Huur.
REPARÈEREN STEMMEN RUILEN.
Elf Vft IT0R ZflHÊH ftiSTERDflM
Verkrijgbaar te Amsterdam bü:
AU BON MARCHE
J. G. HERBERM AN, Damrak.
JACOBSON & MANU8, Kalverstraat
H. MEYER, hofl., Koningsplein.
ADR. SCHAKEL, hofl., Heiligenweg.
SCHADE & OLDENKOTT, Nieuwendijk.
ME». INDIK:
Heeren Kleeding Mag. M. DE KONING,
Batavia.
Winkel-MÜEIGEN HULP", Batavia.
W. SAVELKOUL, Soerabaja.
Verdere adressen verstrekken wy gaarne.
juiiuir
IE c t toesi ehende Jflerh.
AUTO-GARAGE RENAULT. - FREDERIK HENDRIKLAAN 84.
's-GRAVEBTHAGE. Telefoon Schev. 1533.
LUG-ANO
Hétel Bristol.
mimiiiiiMiiiMMiimiiHimiiim
hoe zieker, kon byna geen lid bewegen en
leed ondragelijke py'nen.
Van Troitzky verbande de Keizer haar
naar een landgoed in het gouvernement
Novogorod.
Om de wreedheid van dit bevel te begrijpen,
moet men weten, dat het gegeven werd in
een Russische Decembermaand; dat de vorstin
zwaar ziek was, dat de reis in een half open
wagen gemaakt moest worden, en dat de
plaats harer bestemming gelegen was op
60 graden N.B.
Maar in deze, even als in elk andere
moeielyke omstandigheid van haar leven,
wies haar moed met het gevaar. Zy liet zich
in de kerk dragen, bad God's zegen af, en
ging onmiddellijk na het verlaten der kerk
op reis.
Na een ellendigen tocht van vier weken
was zij aan haar doel gekomen, boven ver
wachting herstelde zij, en werd weder de
opgeruimde Kathariua.
De hoog voorname, hooggeleerde, wonende
tnsichen domme boeren en nog dommer
priesters, verdreef nu den ty'd met eenige
boeken, die züin der haast had meegenomen,
en met het teekenen, van gezichten uit de
buurt, op een houten tafel, die eiken ochtend
werd afgewasschen. Zij had potlooden, doch
geen papier. Toen kwam er nog bevel haar
alle schrijfgereedschap te ontnemen, en alle
correspondentie te verbieden. Doch, door
wiens invloed weet men niet, werd Paul
meer zachter jegens haar gestemd, en nog
eer de winter voorbij was, mocht zünaar
Troitzky terngkeeren.
Haar verdere geschiedenis laat zich in
weinige, woorden verhalen. Zy begaf zich
soms naar Moskou, waar züonder de weinig
overgeblevenen van het hof der Groote
Katharina heerschte als een koningin. Gaen
man, hoe hoog geplaatst, zou het ooit ge
waagd hebben, in haar tegenwoordigheid te
gaan zitten, waartoe züdan ook zelden verlof
gaf. Den meesten ty'd bracht zy echter op
haar landgoed door. Haar werkzaamheid
wordt door een ooggetuige aldus geschilderd:
In het uiterlijk en het geheele doen der
vorstin ligt iets wat baar van ieder ander
onderscheidt. Zij helpt de metselaars bouwen;
(ITALIAANSCflE MEREN). Schoonste Win
ter- en Voorjaar-verblijfplaats. 1ste kl. Hotel,
prachtig gelegen, met gr. Panorama. Kamer
vanaf fr. 4.?. Pension vanaf fr. 9.?. Eigen.:
C. CAMENZUND. P/osp. gr. 'en fr. Intern.
Verkeersburean Raadhnisstr. 16, Amsterdam.
iiiiiilliiiiiimiiiiiiiiiiiiliiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiMiiiiilimiiiimiiMl
zy helpt met haar eigen handen mede b
het aanleggen van straten; züvoedert haar
koeien; zücomponeert; züzegt in de
kerk overluid de gebeden op; züspeelt mede
in haar schouwburg en helpt de andere
spelers, wanneer deze haperen in hnn rollen.
Zij is dokter, apotheker, chirurgijn, .smid,
timmerman, rechter, rechtsgeleerde; kortom,
züis van alle markten thuie. Z(j correspon
deert met de hoogstgeplaatsten van het land,
met schrijvers, wysgeeien, dichters, met baar
zoon en aanverwanten, en niettegenstaande
dat alles, heeft zij altijd nog tijd over."
En Diderot schrijft van haar o.a.: Haar
karakter is ernstig, züspreekt vloeiend en
zuiver fransen; zij zegt niet alles wat z
weet en denkt, maar wat zy zegt is eenvoudig,
kort en bondig, en waar.
Haar hart werd verscheurd door droevige
levenservaringen, maar steeds zyn haar denk
beelden verheven, beslist, moedig en trotsch.
Z\j is doordrongen van den geest der recht
vaardigheid en der vrouwenwaarde. Haar
eigenaardigheden, ja zelfs haar grillen zyn
van dien aard, dat een uitvoerige beschrijving
daarvan ons een diepen blik zou gunnen in
de tegenstrijdigheden van het menschelyk
hart.
Naar my'ne meening was züeven goed op
haar plaats geweest aan het hoofd van den
staat, als aan dat van het leger, of als alge
meen opzichter van 'stands inkomsten.
In n woord, de natuur schonk baareen
buitengewoon ontwikkelden, werkzamen geest.
Züheeft zulks bewezen, door op den leeftijd
van achttien jaren aan het hoofd eener om
wenteling te staan, en eenigen ty'd daarna,
gedurende twaalf jaren een academie van
kunsten en wetenschappen te besturen."
Wanneer wy' tevens letten op den ty'd
waarin züleefde, en den toenmaligen staat
van opvoeding en onderwys, dan kunnen wy'
haar gerust onder de merkwaardigste vrou
wen noemen.
Z|j stierf te Moskau den 4en Januari 1810.