De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 25 februari pagina 1

25 februari 1912 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

NV1809 DE A°. 1912, WEEKBLAD VOOK NEDERLAND OrrcLer reaactie Dit nummer bevat een bijvoegsel. UCr. HC. IF. L. "WIIESSIIxra-. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. post ? i.65 Voor Indië per jaar, by vooruitbetaling, mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2 Zondag 25 Februari, Adverlentiën van l?5 regels ? 1.25, elke regel meer. . Advertentiè'n op de finanlieele- en kunstpagina per regel Reclames per regel ?0.25 . 0.30 0.40 PRIJSVRAAG uitgeschreven door DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Door de Redactie en de Uitgevers van DE AMSTERDAMMER", Weekblad voor Nederland, wordt een prijsvraag uitgeschreven voor ZES, als de beste uit te kiezen NOVELLEN OF SCHETSEN, geschikt om te kunnen dienen als feuilleton voor het genoemde Weekblad. VOORWAARDEN. De omvang moet niet beneden 3000 woorden blijven en 8000 woorden niet te boven gaan. De c o p y moet zér duidelijk leesbaar wezen. Zjj moet geschreven zjjn aan n zijde van het papier, door een andere hand dan die van den auteur. Machineschrift heeft de voorkeur. De copy moet vór of op l Maart 1912 ingezonden zijn aan het adres van de uitgevers Van Holkema & Warendorf, Keizersgracht 333, te Amsterdam, voorzien z|jn van een opschrift, pseudoniem of spreuk en vergezeld gaan van een gesloten enveloppe, hetzelfde opschrift dragende en bevattende den naam en het volledig adres van den auteur, o.a. voor eventueele terugzending. De inzendingen, waarbij aan deze voorwaarden niet voldaan wordt, worden terzijde gelegd. BEKRONINGEN. Uitgeloofd worden 6 prjjzen, ter waarde van ? 400.?, verdeeld als volgt: n ie prys a ? 125. n ae prös 75.vier 30 prijzen 50. JURY. De ingezonden bijdragen zullen beoordeeld worden door een jury be staande uit: INA BOUDIER-BAKKER, CYRIEL BUYSSE, FRANS COENEN. SLOTBEPALINGEN. De bekroonde bijdragen worden opgenomen als feuilleton in DE AMSTER DAMMER", Weekblad voor Nederland. Aan de Redactie blijft het recht de niet bekroonde te publiceeren, en dit wel tegen het hoogste honorarium, dat door het Weekblad voor novellistisch werk wordt toegekend. Terstond na de verschijning der bijdragen als feuilleton in DE AMSTERDAMMER", herkrijgt de schrijver, van bekroond zoowel als onbekroond feuilleton, het volle auteursrecht over zijne inzending. (Het antwoord op vragen, die naar aanleiding van het bovenstaande tot de Redactie worden gericht, kan men eventueel vinden onder de rubriek Correspondentie op blz. 3). INHOUD: VAN VERRE ES VAN NABIJ: De ver keerde man op de verkeerde plaatp. Een goed begin. Traagheid op de ministeriële departementen,door F Studie-materiaal. De Nederl. Dagbladpers, II, door M. Moresco. FEUILLETON: De Dorpsdichter, door J. F. van de Ven Jr K DNST EN LETTEREN: De Vrijmetselary.Woor prof. G. J. P. J. Bolland. Cyriel Bnysae'a Het Gezin van Paemel" opgevoerd door dan Mnltatuli-Kring" uit Gent, door Frans MiJnsseB. Bernard Ver hoef, Schoolmannen, beoordeeld door Herman Robbers. BERICHTEN. Correspon dentie. VROUWBNRUBEIEK: Esn theo retisch rapport, door Ida Hejjermans. Tutti Frutti, door N. M.-de W. H, ALLERLEI, door Allegra. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. De Verlichting van Amsterdam, met af b., door J. H. B5ssing. Het affiche van de vierjaarhjksche, met af b., door R. N. Roland Holst. Hyacinthe Loyaon, door dr. L. H. Grondy'a. De kunst in het lees boek voor het eerste leerjaar, door J. W. Gerhard, beoordeeld door Hessel Jongama. De held van de Cocksdorp", door J. H. Schorer. Gelezen aren. CHARIV A.RI. FINANCIEELEEN OECONOMISCHE KRO NIEK, door v. d. M. en v. d. S.?CHETSJE. INSEZONDEN. - DAMSPEL. SCHAAKSPEL. ADVERTENTIE*. De verkeerde man op de verkeerde plaats. Wij hebben de vorige week beloofd nog een woord te zeggen over den man, op wien aller oogen tijdens de PaleisRaadhuis-beweging gericht warea, omdat van hem, Burgemeester van Amsterdam, verwacht kon. worden een vórgaan bij ieder optreden, dat eervol is voor de burgerij. Jhr. Roëll heeft op des beslissenden dag, op den avond, dat het besluit van den Amsterdamschen Gemeenteraad viel om zich tot de Regeering te wenden, meer dan ooit getoond verre beneden de benijdenswaardige taak te staan, hem opgedragen. Jhr. Roëll werd gewaardeerd als Burge meester toen hij hier kwam, hoorden wij het te Leeuwarden en te Arnhem. Leeuwarden is een karakteristiek provin ciaal centrum en Arnhem een oord vol natuurschoon, en het moet aangenaam wezen er Burgemeester te zijn. Echter zijn, voor de leiding van het woeliger en dieper gaand Amsterdamsen leven, andere hoedanigheden noodig dan waar mede men facile princcps is in een heel wtt overzichtelijker gemeenschap. Nog klinken ons da woorden in de ooren van hem, die door zijn ambt de eer heeft de eerste Amsterdammer te heeten: Wij moeten het Paleis acceptee ren, indien de Regeering h e t k w ij t w i l". Deze edelaardige zinsnede gold, nota bene, Van Campens schoonste bouwwerk, sinds eeuwen het Capitool" van die Burgerij, waarover hij, een buitenman, sedert eea paar jaar de eer heeft van de.?leiding''... Nog zien wij 's mans onvoorname onver schilligheid in dit gelukkige geval, dat de anders moeilijk in beweging gebrachte Ge meenteraad van de Stad, die zijn stad was geworden, door een stroom van stedelijke fierheid een oogenblik scheen a ingedaan, en om leiding vreég! Wie de taak van den Burgemeester nagaat", zegt Oppenheim, ontwaart dat hij allereerst is de man der gemeente", haar hoofd, de vader der burgerij, zooals hij in de volkstaal heet". Wie zat daar echter in den Stedelijken voorzittersatoel ? Ben man der gemeente" ? Geen schijnbewijsvoering tegen het Raadhuisplan kon het bedek ken, want zijn houding gaf een definitieven indruk: hier zat iemand die voor Amsterdam niets voelde hoege naamd, een man, die zelfs dabeteekenis van de ontroering, welke den Raad beheerschte, in 't geheel niet begreep, een die misschien, op de publieke tribune gezeten, niet zou hebben gehinderd, maar die onduldbaar was op den zeventiendeeauwschen stoel van. den Burgemeester. Niet alle gemeenten zijn steeds zoo ongelukkig mannen aan hun hoofd te hebben, die zich niet anders dan onder worpen Rijksambtelijk weten te gedra gen. Burgemeester, van Leeuwen, al zijn overige eigenaardige hoedanigheden bui ten bespreking gelaten, zoowel de goede als de door ons noait geprezene, had karakter als hoofd der gemeente. Zijn woord, in de Eerste Kamer gesproken: Als Burgemeester van Amsterdam ken ik geen chef dan da wet", leeft voort, en ook zijn houding tegenover aanmati gingen vanwege het Hof, was eene andere dan die van zrjn opvolger. Her innert men zich nog misschien kan dit oude voorbeeld nieuwe Burgemeesters beschamen hoe in h*t kleine Roermond een Burgemeester (hij heette Raupp) zioh ondanks den aandraag der Regeering ver zette tegen, de wegvoering van archiefstuk ken, die hij meend 3 dat voor een d sel eigen dom waren zijner gemeente? Eigendom, zooals het Paleis op den Dam een eigen dom is van de Hoofdstad.... En de heer Raupp, toch k benoemd door de Koningin, verdedigde dat gemeentelijk eigendom met zooveel flinkheid, dat hij ten slotte niet aarzelde door de Roermondsche Justitie beslag te doen leggen op de reeds in kisten gepakte en een eindweegs vervoerde documenten! Het geval heeft tpan (1895) wel op schudding gewekt, ieder gevoelde echter dat de Burgemeester zich zijn Burge meesterschap, zijn Burgervaderschap had waardig getoond en gaf hem in gedach ten een brevet van karakter. Het is te betreuren, dat de gemeenten niet den minsten invloed kunnen uit oefenen op de ksuze van hen, die haar moeten vertegenwoordigen. Buys' woord, dat, waar dat recht-van-invloed ont breekt, aan de plaatselijke autonomie haar eigenlijke kroon blijft ontbreken", wordt nimmer sterker gevoeld dan bij gelegen heden als deze, wanneer een niet-Am sterdammer zich ongestraft wan-Amster dammer tcont. ledera gemeenschap heeft behoefte aan leiding:. ledera kring heeft recht op een hoofd. Maar mannen, die eigenlijk invoegsels zijn, en niet passan in de beweging, welke zij leiden moesten, worden slechts verdragen tot de natuur lijke gang van zaken hen terzijde schuift. Een goed begin. De wethouder voor Arbeidszaken te Amsterdam heeft bij het college van Burgemeester en Wethouders dier gemeeate een besluit uitgelokt, dat van weldoende beteekenis kan worden, indien, zooals te verwachten is, door andere ge meentebesturen, in, hopen wij, spoedige navolging van het Amaterdamsche, een zelfde besluit zal worden genomen. Het geldt het oude en een Gemeente onwaardig gebruik om iemand, die niet kan overleggen ean Bewijs van goed zedtlijk gedrag", d. w.z. een bewijs, dat hij nimmer voor een vergrijp van oateerenden aard (zelfs beleedigicgen of kleine diefat uien, op jeugdigen leeftijd of in dronkenschap gepleegd, zijn daaronder begrepen) gezeten" heeft, voor altijd uit te sluiten vaa iedere gemeente-betrekking. In ons weekblad (16 Jan. 1910) heeft Mr. N. Muller naar aanleiding van een praeadvies 1) door den Amsterdamschen rechter Mr. G. T. J. de Jongh uitge bracht, op de groote wenschelijkheid ge wezen, dat dit oude, onmenschlievende en ook on verstandige gebruik een einde mocht nemer. De schrijver voerde toen aan, hoe allerlei in den grond goede elemen ten op deza wijze uit betrekkingen, waarvoor ze geschikt waren, werden ge weerd, terwijl menschen met onaanbsvelenswaardige eigenschappen, maar met een schoone lei'', gemakkelijk hun weg vindan. Hij wees (geheel in den geest van het vruchtbaar werkende Genoot schap tot zedelijke verbetering der ge vangenenen) op de groote hinderpalen die de reclasseering" van gewezen ge vangenen ontmoet in den tegenzin der particuliere patroons om zulke elementen in hun bedrijf een plaats te geven, en vroeg wat er van de reclasseering, van de durende verbetering dier menschen wel terecht moet komen, indien open bare lichamen als de Gemeenten en het Rijk zich even gemakzuchtig en weinig samaritaansch gedragen blijven als de groote massa der werkgevers. De oplossing, die naar aanleiding van 'sheeren De Jonghs praeadvies Mr. Muller in dit weekblad bood, was deze, dat de werkgever (Gemeente, enz.) voor taan niet machinaal zich hield aan de Bewijzen van goed zedelijk gedrag", maar zich om inlichtingen wendde tot de verschillende afdeelingen van het Ge nootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen" of andere dergelijke licha men, die daar zeker in alle objectiviteit toe bereid zouden zijn, en ertoe bevoegd, terwijl Mr. De Jongh, de becordeeling wilde laten aan eene speciaal daarvoor 1) Bewijs van goed zedelijk gedrag. Praeadvies door Mr. G. T. J. de Jongh aan het Gsnootschap tot Zedelijke Verbetering van Gsvangenen. Eerste en Tweede Druk. senoemde commissie, waarvoor volgens lem de leden van het Genootschap als geknipt" waren. Het is d3Z9 grondgedachte, die do Dr Burg. en Wetb. van Amsterdam is aan vaard (en zelfs verder doorgevoerd) in een besluit van 6 Februari j.l. Bij dat besluit, )p nuttig aandringen van den federatie ven Bond van gemeentewerkliedeagenomen, is afgeschaft de verplichting voor aspirant-gemeentewerklieden een Bewijs van goed zedelijk gedrag" over te leggen. Daarvoor in de plaats is ingesteld eeae Commissie van vijf leden, die zal te beoordeelen hebben het zedelijk ge drag der in gemeentedienst aan te nemen losse werklieden, die een of meer von nissen te hunnen laste hebben", en welke steeds zal moeten zijn samengesteld uit l o. den Directeur der Gemeentearbeids beurs, 2 o. en 3 ?>. twee leden van de Afd. Amsterdam van het Genootschap tot zedelijke verbetering van gevangenen, en 4o. en 5o om beurten twee hoofden van onder htt werkliedenreglement val lende dienstvakken (Directeuren van Publieke Werken, Gemeente-Gasfabrie ken, Stads-Reiniging, enz.)". Wij begroeten deze daad van B. en W. der Hoofdstad met voldoening. C'est Ie premier pas qui coute, en het is nu de vraag wie volgt. Wij spreken allen over de noodzakelijkheid om ontslagen gevangenen doar wederopname in het maatschappelijk verband de gelegen heid te geven tot een nieuw leven, maar wij allen, bijna zonder uitzondering, met het Rijk en de Gemeenten vooraan!, laten iedere daad na, die bij dat spreken zich aansluit: Wij weren - dit is regel, verkeerde regel den ontslagen ge vangene. Amsterdam gaf, dank zij het initiatief van het meergenoemde Genootschap, en van de heeren mrs. De Jongh en Muller, alsmede door het tijdig aandringen van den federatie ven Bond van Gemeentewerklieden, het goede voorbeeld. Aan het Rijk en aan alle particuliere werkgevers thans de plicht Amsterdam in deze na te volgen. Traagheid op de ministeriëele departementen. Van een, vór eenige jaren ontslapen, Commissaris der Koningin wordt verteld, dat hij van zijn optreden af er voor waakte, dat geen enkele zaak op de Provinciale Griffie langer dan noodig wa's op afdoening liet wachten, want zoo meende hij terecht alleen als wij aan de Gemeentebesturen het goede voorbeeld geven, mogen wij met recht van hen ook voortvarendheid en stiptheid eisenen". Ook aan eenige ministers werd dezelfde loffelijke ijver toegeschreven. Anderen daarentegen waren ge heel lijdelij k tegen over de zucht tot uitstellen" en laten liggen", die zich zoo gaarne nestelt ia de administratieve bureaux. Onder de tegenwoordige ministers van Binnenlandsche Zaken en Financiën schijnt weer de slapheid te heersenen. Wanneer de betrokken personen niet vreesden er door in ongelegenheid te geraken, zou ik meer dan n voorbeeld kunnen geven van kleine quaesties, die hoewel na een onderzoek van een maand of minder reeds geheel in staat van wijzen, toch nog maanden daarna onbe slist waren; zelfs van het lang onbeant woord blijven van vragen, waarop een ministerieel ambtenaar het antwoord gsreed heeft, zoodra hij er slechts gezet over gaat denken.... Om echter niemand in onaangename wrijving met zijn meerderen te brengen, zal ik mij bepalen tot gevallen van meer algemeenen aard, als daar zijn: Ie. het lang onafgehandeld blijven van pensioen-aanvragen in het algemeen. Zelfs zonder ooit kennis te hebben ge nomen van een bepaald geval, ziet ieder het volslagen gemis aan voortvarendheid in dezen aan het groot aantal pensioenen, die nu en dan tegelijk afkomen ... ah een afdoener van de aanvragen, die zich in maanden opgehoopt hebben. Een ander bewijs ligt in 2e. het lang onafgehandeld blijven van in 't bijzonder de pensioen-aanvragen der RijL'snormaalschool-onderwijzers, die meestal ruim twee jaren geleden inge komen zijn, toen Minister Kolkman de onderwijzers aan de Rijksnsrmaalscholen als burgerlijke ambtenaren erkende en dus eenige dozijnen oud-on derwijzers aan die inrichtingen of hun weduwen eene pensioenaanvrage hebben opgesteld. De quaestiën, die nu rezen, mogen aigszins vreemd geweest zijn, toch zou zelfs een door den sleur verstijfde geest bij ernstig willen er spaedig oplossingen voor gevonden hebben. Bij een parti culiere Levensverzekering-maatschappij waren al deze aanvragen voorzeker al .ang afgewerkt, terwijl nu... ik ge loof dat de laatste nóg niet afgekomen is! Het publiek is wel al te licht geneigd de schuld bij den Pensioanraad te zoeken: als men hoort, dat de adviezen van dit College maanden lang liggen, voor er gevolg aan gegeven wordt, kan men nitt nalaten de schuld elders te zoeken. Hebben de betrokken ambtenaren zoo weinig famtazie, dat zij zich niet kunnen voorstellen hoe pijnlijk het wach ten op het pensioen voor velen is? Zelfs de zachtmoedigste rechter zal, hoe be reid ook wijze bedachtzaamheid" ter verdediging van traagheid te laten dienen, In dit geval niet tot vrijspraak kunnen besluiten. Vooral niet, waar het geldt: 8e. Het nog altijd op zich laten icachten van e:-n wetja ter voorziening in de wettelijk gedwongen weigering van pen sioen aan die oud-normaalonderwijzers of hun weduwen, welke hun verzoek te laat inzonden, omdat zij, toen het nog tijd daarvoor was, niet wisten en niet konden weten, dat zij recht op pensioen hadden. Ook de regeering wist dat toen nog niet, en de onbillijkheid der weige ring inziende, beloofde zij een voorziening. Die er nog altijd niet is! Intusschen zijn er resds overleden, die tot hun laatste oogenblik hoopten op dit pensioentja als een verbetering van hun niet onbazorgden ou ien dag. Anderen zien er nog even verlangend naar uit als op 't oogenblik dat de Minister voorziening beloofde! Zoo iets moest niet mogelijk zijn! Waarom is aan het plan tot het hou den eener enquête naar den arbeid aan de ministeriëele departementen nog geen uitvoering gegeven ? Men make daar toch eens een aan vang mee! P. Studie-materiaal (VOOR DE N. E. CT.) Na een periode van groote woorden en gebrekkige informatie" schijnt voor de Nieuwe Eott. ourant een periode van studie aangebroken. Op ons artikel van de vorige week, waarin zij haar laatste resten van bewijsvoering verdwijnen zag, heeft zij, tot op 't oogenblik dat dit blad ter perse gaat, geen antwoord gegeven. Wij willen wel wachten. Intusschen drukken wij hier een document af, op verzoek van den Parijschen corres pondent der Telegraaf, den heerAlexander Cohen. Men herinnert zich, dat de N.R.Ct. op onze verbaasde vraag, hoe het mogelijk was, dat de Parijsche correspondent van dit blad in 't geheel niet reageerde opeen openlijk gedane zeer beleedigende beschul diging door zijn collega van de Telegraaf een hooge borst opzette en zeide: Onze Parijsche correspondent kan niet spreken. Hij is, mét den heer Alexander Cohen, aan eene verklaring op eerewoord gebonden, dat zij beiden over de zaak volkomen . zwijgen zullen. En de N. E. Ct. gaf te verstaan, dat de heer Alexander Cohen, die niet zweeg, bijgevolg iemand was aan wiens eer wel wat ontbrak. "Wij toonden toen, in ons nummer van 11 l(1ebr., duidelijk aan, dat die verklaring op eerewoord buiten werking was geraakt. De N. E. Ct. vermeldde dit, op een afschrift van notulen gebaseerd betoog niet, maar verzweeg het, wat zeer eenvoudig is, en zelfs buitengewoon fatsoenlijk". Wij deden dit in ons vorig artikel op bescheiden wijze uitkomen. De N. E. Ct. zwijgt nu geheel. Intusschen vroeg de correspondent van de Telegraaf ter nog duidelijker inlichting van de blijkbaar niet bevattelijke N. E Ct., aan het Bestuur der Parijsche Persvereeniging een officieel stuk, waaruit mocht blijken van eenige in dat Bestuur gedane verklaringen on van des Bestuursmeening o rer de verklaring op eerewoord." Het antwoord luidde: Association Syndicale de la ^ Paris Ie 17, 2, 1912. Presse Etrangère 40 bis, rue de Douai, (fondée en 1879). teleph. 322.64. Le Président. Monsieur A. Cohen, Correspondant du Telegraaf" 4, impasse Girardon, Paris. Monsieur et cher confrère, .Tai bien reju votre lettre urgente de ce jour que j'ai communiquéau Comitéde mon Association. Le Comitéregrette de ne pouvoir accueillir favorablement votre demande concernant une copie de déclarations quelcouques qui ont pu ou pourraient utre faites au Comité. Par contre, Ie Comitéa décidé, en ce qui Ie concerne, de vous considérer comme libero de l'engagemsnt collectif signéIe 29 décembre 1911. En conséquence, vous avez entière liberté, pour porter l'affaire a laquelle se rapportait eet engagement devant les tri

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl