Historisch Archief 1877-1940
No. 1809
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Dr. LYDIA KBMPNBR RABINOWITSCH,
nieuw benoemd hoogleer aar in de Bacterio
logie aan de Bsrlyni-che Hoogeschool.
Een theoretisch rapjort,
Naast mij ligt een boekje van mej. Anna
Polak. Het heet: Het vakonderwijs in de
IndvttrietehoJen voor Meitjes en de daaraan
verwvnte inrichtingen. Eet voert tot onder
titel: wat het is en wat het worden moet."
Het is geschreven naar aanleiding van een
opdracht van de Nnts-commissie voor
Onderwy». Reeds de eerste bladzijde echter maakt
een zonderlingen indruk, want die commissie,
hoe xjj ook hulde brengt aan den arbeid van
de schrijfster, wenscht se (de voorstellen en
wensehen ran mejuffrouw Aana Polak) ook
te laten ter persoonlijke verantwoording van
de schrgfster."
Wij hebben dus, volgens deze woorden,
te naken met een Nntsrapport, dat geen
Nntsrapport ie.
Het zal ook het beate wezen om het ala
zoodanig te beschouwen, want wie het meif j
esvakonder wij s kent, waarover dit rapport het
heeft, tal allerminst toegeven, dat /iet i
datgeen, wat het boekje omschrijft en moet
wel het leven op dezelfde wijze bekijken als
mej. Polak om niet een weinigje verbaasd
te wezen over de meening, dat dit onderwijs
zich zon moeten ontwikkelen in de richting,
als de schrijfster aangeeft.
Mej. Polak moet zelve erkennen, dat zij
slechts twee eigenlijke industriescholen be
zocht. Voorts schrijft zij, dat zy' de voor
(haar) order zoek meer negatief belangrijke
(Ttrechtsche echoot" een bezoek .bracht, terwijl
4 directiices schriftelijk uitvoerige inlich
tingen verschaften.' Indien men na in aan
merking neemt, dat noch de opleiding, noch
de antecedenten, noch de werkkring van
mej. Polak van zoodanigen aard zijn, dat er
verondersteld mag worden, dat zij het onder
werp, waarover tij schreef, kende door erva
ring of aanschouwing, lijkt die ondertitel,
wat het i», meer of minder naïef. Want om
den toestand der scholen, hun soort van
onderwijs en hnn resultaten met kennis van
zaken te beoordeelen, daarvoor is wat meer
noodig dan wat toegezonden papieren, jaar
verslagen, prospectussen en een vluchtig be
zoek aan een paar scholen door iemand, die
waarlijk op het gebied van ons meisjes-vak
onderwijs in geen enkel opzicht een deskun
dige te noemen is. Wie over en voor dat
onderwijs schrijven, spreken en adviaeeren
wil, moet de moeilijkheden kennen, eraan
verbonden, werkstukken enz. kunnen bekij
ken met technisch en door de ondervinding
IIIIIIMIIIIIUIIIIIIIM1IIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIII1IIIIIIIIIIMHIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIII1
UIT DB NATUUR.
CDLXV. Nautilieden en Ammonieten.
Bijzonderheden van een natnnrvoorwerp
zijn op verschillende wijze te verklaren:
naar hnn ontstaan en naar hnn gebruik.
In het geval met de beroemde
Nautilusschaal, die vroeger op geen auctie van een
patricische familie ontbrak waar ik er zelf
eens een voor een appel en een ei machtig
werd is het verklaren al heel gemakkelijk.
Beziet ge deze zeer verkleinde en schema
tisch gehouden afbeelding van een echte
Nautilus-schelp, die overlangs of duide
lijker gezegd, volgens het symmetrie-vlak
is doorgesneden, dan ziet ge rechts aan het
inwendige, dat de echaal in hoofdvorm op
een alakkenhuis gelijkt en wel het meest op
dat van een gewone posthoornslak.
Het groote verschil is echter dat het
inwendige niet n enkele holte voorstelt, maar
dat het een groot aantal kamertjes bevat, die
naar het eind toe dit ia de monding
waar ge het dier ziet zitten steeds grooter
worden; in deze kamertjes bevindt zich niets
dan lucht.
Is de snede precies door het vlak van
symmetrie gegaan, dan vertoont zich aan de
punt van de spiraal tot aan de open kamer
waar het dier xit, een bui?. Wordt de schaal
door een Nautilus bewoond, dan blijkt deze
buis een zeer dunne huls te zgn voor een
deel van bet dier, namelijk zijn syphon of
adempyp, hier eigenlijk een ader-pyp. In
derdaad loopt uit het achtereind van het
dier deze navelstreng voort tot in het
uiterste puntje van de schelp; dat hier
natuurlyk binnen in zit.
Letten we nu op de beteekenis van de
gekamerde" schaal voor het leven van den
Nautilus, dan kunnen we zeggen dat de
luchtkamers dienen om den inktvisch de
noodige atygkracht te verschaffen en dat ze
hem dus bet drijven aan de oppervlakte
mogelgk maken.
Gaan we het ontstaan van de kamers na,
dan blijkt door de feiten dat ze grooter
worden naar de opening en het dier steeds
in de voorste kamer woont dat de
tusschenBchotten periodiek worden afgescheiden. Het
dier verlaat om zoo te zeggen zijn woon
kamer, sluit die met een pasgemaakte deur
achter zich af, en gaat in het voorportaal of
gescherpte oogen. De lof en de blaam, door
mej. Polak in haar boekje uitgedeeld, zijn
daarom niet veel meer dan woorden. Zy
missen voor alle ernstige ingewijden elke
heteekenis, daar «üneergeschreven zijn door
iemand, die geheel buiten het onderwijs staat
en onmogelijk erover oordeelen kan door
vluchtige bezoeken en papieren gidsen.
Het boekje zegt dos niet wat de op den
omslag genoemde scholen zijn, want er zijn
studie, ondervinding en technisch insicht
noodig om dit uit te maken. Het zij
ondergeteekende, die zelve lange jaren reeds werk
zaam is bij ons meisjes-vakonderwys, ver
oorloofd mej. Polak niet te volgen in haar
zoogeaaamde schets van het bestaande. Daar
voor stelt ondergeteekende dat onderwijs te
hoog, weet zy te goed wat het is, wat eraan
ontbreekt om er over van gedachten te wis
selen met iemand, die het van uit haar werk
kamer 166 van den buitenkant bekeken heeft.
En nu het tweede deel van den onder
titel: wat het WOKDEN MOET!
Als zoodanig zuilen de wenechen van mej.
Polak voor het meerendeel alleen gedeeld
worden door haar geestverwanten. In een
officieel rapport, haar opgedragen door de
Natscommissie heeft zij geen oogenblik
kunnen en willen vergeten, dat zy de wereld
bekijkt door een soort van feminisme, dat
gelukkig steeds meer aan het verdwijnen is,
omdat het gezonde verstand en het natuurlijk
gevoel bij de vrouw in het algemeen hun
rechten hernemen.
Van deze stelling uit redeneert mej. Polak:
Noch voor den man, noch voor de vrouw,
ia, volgens onze opvattimg, het huwelijk de
bestemming. Da bestemming zoowel van het
opgroeiende meisje als van den opgroeienden
knaap is; mentch te worden, in de volle be
teekenis van het woord: alle krachten van
lichaam, geest en gemoed in te spannen in
eerly'ken arbeid, alle gaven die in kiem
aanwezig zgn tot hnn hoogste ontwikkeling
te brengen, hetzy al dan niet de levensgezel
of gezellin gevonden worde die men kan
liefhebben, hetzy al dan niet het organisme
worde voortgeplant. Niet voor de vrouw is
de man, evenmin voor den man is de vrouw
geschapen, maar beide voor sichzelven en voor
de gemeenschap, onder gunstige omstandig
heden bovendien voor het nageslacht."
Nu spreekt het wel vanzelf, dat wie op deze
wijze redeneert, in onze meiejea enkel de
toekomstige beroepsarbeidater ziet, niet
bovendien de vrouw en moeder van de toe
komst. Theoretisch mag men zich warm
maken over de vraag of het huwelijk de be
stemming is van den man en de vrouw, de
nuchtere levenspractyk zegt nu eenmaal, dat
de meeste meisjes later huwen en dat er in
haar opvoeding met alles rekening gehemd ?n
wordt, maar niet met die werkelijkheid, dat
zy later een echtgenoot, kinderen en een
gezin zullen hebben. Het is nu eenmaal ook
nuchtere werkelijkheid, door theoretiseerende
dames in haar werkkamer maar al te vaak
vergeten, dat de vrouw het kind het leven
geeft en het zoogt en dat daardoor haar
arbeidsveld altijd anders was, is en zal zyn
dan _ dat van den man. In onze geheele
meifjesopvoeding ia het de groote fout, dat
die werkkring, door het moederschap bepaald,
geheel verdonkeremaand wordt.
De eenige scholen, waar men er een weinig
rekening meehoudt, zijn die, waar n de
naaldvakken, n het kook- en
hniahondonderwya onderwezen worden en men byv.
de naaister der toekomst ook iets leert van
voedingsleer, koken enz. Mej. Polak in hare
theoretische beschouwingen vindt zoo iets
uit den booze. In plaats van in te zien,
dat er aan alle meifjesopvoedimg iets ont
breekt, waar men dat meisje niet behandelt
op de opea veranda halzen. Meteen verlengt
hy de wanden daarvan en schuift steeds
verder naar voren. Is hy ver genoeg naar
zyn zin, dan scheidt de mantel een kalkplaat
af en er ia al weer een luchtkamertje meer
aan het parelmoerenhuis gebouwd. Maar
geheel en al verlaat de Nautilus zyn vroeger
vertrek niet; hy blijft er Biet een aderstreng
in vast zitten; en daar dit al gebeurde bij
het eerste kamertje dat hy verliet, zit de
syphon daar vast. Dit verklaart voldoende
den wonderlyken bouw van de Nautilus-schaal,
waarvan tegenwoordig de weerga niet meer
bestaat.
Het eigenlijke dier heeft voor een
inktvisch te veel armen; meer da a tien, een
heele bos; maar zonder zuignappen en met
scheeden voor het opberger. Toch is het
een inktvisch, zoowel wat zijn consistentie
als wat zyn levenswijze betreft. Het is een
weekdier op en top, de mantel of ly'fzak,
da bek, het hart, alles wijst ep een inkt
visch ; al bevinden er zich vier kieuwen in
plaats van twee in de ademholte. Ook de
levenswijze van Nautilus is die van een inkt
visch ; het is een even groot roover als deze;
zwerft hy niet aan de oppervlakte waar
hu, schijnt het, kwallen komt vangen, dan
echnilt hy tuaschen waterplanten of rots
blokken, loerend op prooi.
Dat er nog al eens Nautilus-schelpen te
koop worden geboden, maar er betrekkelijk
zoo weinig levende dieren in handen van
zoölogen komen, heeft zyn goeden grond in
de zooeven genoemde luchtkamere. Immers,
ala het dier sterft hetzy van ouderdom of
dat hy 't afgelegd heeft tegen een nog machtiger
roover dan hij dan zal de achaal boven
komen dry ven, en die strandt allicht of wordt
in open zee opgevischt. In den Indischen
Oceaan heeft de Valdivia het stoomschip
dat evenals de beroemde Cballenger en de
Siboga, alleen op zeestudie uit was, niet voor
handel, transport of een militair doel
een merkwaardige ontdekking gedaan by het
opvisschen van zoo'a Nautilus-schelp.
Het bleek dat ean bepaald soort vischje de
schelp tot schuilplaats had gekozen en dat deze
dieren, er uit ver j aagd en vervolgd door het net,
niet wegdoken in de diepte, maar weer naar
de schaal de vlucht namen, en er zich zoo
in vlijden, dat ze moeilijk te zien waren.
Jammer, dat dit zoo zelden weer waa waar
te nemen. Hieruit zou men immers moeten
Diepzee-Inktvisch met Teleacoopoogen. (Uit Chun.)
naai haar vrouwelyken aard, zou zy degenen
die men nog niet vervormt tot eenzijdig,
afgerichte beroepsarbeidster, liefst willen
fatsoeaeeren naar haar kille opvatting van be
roepsopleiding. Zij beoordeelt elke school naar
het aantal afgeleverde beroepsarbeidsters",
zünagelt ergens het feit met een dik gedrukt
cyfer aan baar schandpaal, dat 21 meisjes het
geleerde thuis in toepassing gingen brengen,
alsof er geen thuis, geen werkkring meer
waren, waar dat zou kunnen, mogen en
moeten l
Zij ziet niet in, dat een beroeps-opleiding
uitstekend kan wezen, wanneer niet alle tyd
aan de voorbereiding voor het eigenlijke vak
gegeven wordt, da c integendeel de frischheid
en vaardigheid er door winnen, wanneer het
meisje in haar opleidingsjaren niet gedwon
gen wordt tot het zittende, weinig afwisse
lende leven, dat de voorbereiding tot dat
naald vak eigenlijk is. Ondergeteekende heeft
het waarlijk soms kunnen nagaan in haar
lange, lange werkzaamheid by het
meisjesvakonderwys wat meisjes te kort komen, in
wie men niets dan naaisters ziet!
Het is een kwestie van paedagogie en eco
nomie, wanneer men in n school zooveel
mogelyk vakken onderbrengt en alle leer
lingen in het begin zooveel doenlijk hetself ie
onderwijs laat volgen. Van paedagogie, omdat
een meisje dan by haar eigenlijke beroeps
opleiding ook tot merfsch, tot de moeder der
toekomst gevormd wordt, van economie,
omdat op eenzelfde school de leerling, ala
zg het wenscht, van richting kan veranderen
en er geen gelet versnipperd hoeft te worden
voor de oprichting van verschillende gebou
wen, waar er met n volstaan kan worden.
Nergens bepleit mej. Polak in haar rapport
de dringende noodzakelijkheid om meisjes,
niet voor haar 14e jaar naar de vakschool
te zenden. Zy vindt het heel gewoon, dat
jonge kinderen naar een indnstrieschool g,aan,
die volgens haar niets andera dan een
naaistersschool zou mogen wezen, waar de jonge
jonge meisjes leeren naaien, naaien en een
ietsje van algemeene ontwikkeling en teeke
nen zouden krygen. Zoo toegerust wenscht zij
ze naar de ateliers te zenden, met vingers,
die naaien, naaien, hoofden, die niet hebben
leeren denken, lichamen, die nie1 ontwikkeld
en verzorgd werden, slavinnen der vaardig
heid, beroeps-prodncten!
Gelukkig hebben wy bier slechts te maken
met een papieren rapport. In haar werk
kamer heeft mej. Polak het
meisjes-vakonderwijs, dat zy niet kent, meenen te
omachryven, in haar werkkamer van uit haar
verouderd-feministische overtuiging heeft zy
het bloedwarme leven trachten te persen in
het pantser van haar theorieën.
Onze meisjes-vakscholen e> onze meisjes
zelven zonden het slachtoffer kunnen wor
den ..., iadien het leven niet zyn gang ging
en papieren rapporten papier liet blyven.
Botterdam.
IDA HEIJERMANS.
TnttiFrntti,
De Kamer van Koophandel in Keulen heeft
besloten by den Prnisiacben Minister van
Koophandel een voorstel in te dienen, om
aan koopvronwen, die eigenares zyn van
ingeschreven handelsflrma's, het persoonlijk
uit te oefenen aktieve kiesrecht te verlaenen.
In Baden is slechts met n stem meer
derheid het communaal kiesrecht voor de
vrouwen afgestemd.
Doch daar in verschillende gemeentever
ordeningen de bepaling is opgenomen dat in
de besturen voor het armwezen, het onder
richt en de opvoeding; voor de behartiging
miiiiiiiiiiHiiiiimiiimimiiii
opmaken, dat de Nautilus-schalen sedert
ondenkbaar langen tyd en in ontzaglijke
hoeveelheden aan de oppervlakte hebben
gedreven. Hoe zou anders een vischsoort,
zich zoo aan een Nautilus-schelp hebben
kunnen aanpassen.
Levend komen de Nautilussen, achy nt het,
niet dikwijls aan de oppervlakte; by een
poging tot vangen, duiken ze heel vlug in
de diepte. Toch waa er al sedert lang iets
heel bijzonders van den Nautilus bekend,
dat alleen by een levend dier goed ia waar
te nemen; namelijk de inrichting van het oog.
Het oog van de inktvisschen, ik heb er u
al iets van verteld, ia een vermaard oog;
vermaard om zijn grootte en zyn uitmuntende
en samengestelde accou. odatie-inrichting, die
wat brnikbaarsheid aangaat, het menachenoog
nabykomt, misschien nog O7ertreft. Maar
allereerst toch om zyn grootte. De grootste
dieren hebben de kleinste oogen, denk maar
aan walviech- en olifants-oopjes, het lyken
wel twee kraaltjes of tpeldeknoppen op een ta
felkleed. Maar wat dunkt n van een paar oogen
grooter dan een menechenhoofd, al zitten die
in een lichaam van ean meter of tien. En
dat zyn nog lang niet de grootste, er zijn
inktyiachoogan gemeten van acht en dertig
centimeter. Het is om van te ijlen. Een
andere soort, uit de diepe zeeën, heeft weer
oogen zoo samengesteld, dat ze uiterlijk merk
waardig vetl op een binecle lyken en innerlijk
op een telescoop.
Onze Nautilus nu heeft noch reuzenoogen
noch tele-coopoogen, maar in tegenstelling
met de moderne optiek der Sapia en
Am phit reten, oogen van een zeer ouderwetse h
type. Ze bezitten namelijk geen lens, maar
werken als de camera-obscura met
speldeprikopening, die wjj als jongens ineeiknntselden.
Deze primitieve oogen, de schelp met de
luchtkamers, door aepten of tuaachecscbotten
gescheiden, zyn de kenmerken die den Nautilus
der openbare gezondheid en verder voor alle
zaken, die uit hoofde van haren werkkring
de medewerking der vrouw wenschely k maken,
vrouwen als leden benoemd moeten worden,
terwijl ket aantal dier vrouwelijke leden zelfs
tot Ji van het geheele bestuur kan worden
uitgebreid, zullen, deze vrouwen in die colleges
het volle stemrecht bezitten en als gevolg
daarvan werden in verschillende steden van
Baden 44 vrouwen in zulke bestnren benoemd.
Dit geeft haar het stellige vertrouwen, dat
binnenkort die bovenbedoelde meerderheid
van n stem in een minderheid zal omslaan
en het gemeentekiesrecht dus aan de vrouwen
in Bsden verleend zal worden.
In Amerika ia het in de Staten waar
vrouwenkiesrecht bestaat, een der. eerste
uitvloeisels, dat vrouwen zitting krygen in
de Pnre-food-committeea" m. a. w. in de
commissies die wettelijk toezicht honden op
het vervalsenen van levensmiddelen.
Zou het déar mogelyk zyn, zooals ik in
Opwaarts, het orgaan der Christen-Socialisten
las, dat een Maatschappij, die ongeveer 150
filialen bezit voor den verkoop van
kruidenierswaren met cadeaus, de Albino-Maat
schappij te Groningen, aan de chefs van
hare filialen bestellysten zendt, met een waar
schuwing, dat in plaatsen waar keuringadienst
bestaat op eet- en drinkwaren, men geen
artikelen bij die Maatschappij moet bestellen,
die gemerkt zijn met een kruisje.
Commentaar overbodig l Is het wonder dat
Opwaart»verontwaardigd vraagt of de arbei
ders, wier beurs hen dwingt tot goedkoope
levensmiddelen, niet behoed moeten worden
voor dergelijke praktijken?
N. M.?DB W. H.
AlrLrEÏ^LrEI.
Op 't Oorlgospad.
In Balgië heeft men een uitvinding gedaan,
die voor hondenvrienden en -vriendinnen
geen blijde tijding zal zyn. Twee officieren
van het Belgische leger hebben namelijk een
kleine mitrallienae uitgevonden, die op een
zeer licht sffuit gep'aatst wordt, dat raat op
twee fietswielen met luchtbanden, getrok
ken door twee groote sterke honden. Door
de Belgische Regeering zyn een aantal vol
bloed Mastiffa aangekocht, die het nieuwe
kanon pp het oorlogspad zullen voeren. Het
zonderlinge spannetje ziet er werkelijk keurig
uit, en er wordt van de nieuwe inventie
veel heil verwacht in heuvelachtige streken
of in laag bergland, gelijk de Ardennen.
Amazonen.
Prinsesjes zyn dol op gouden knopen, en
er is wellicht niet n koningekind, jong of
oud in de wereld, dat anti-militair is. Ze
dragen trouwens dol graag zelf een
uniformjas en gouden epanletten en een sierlijke
huzaren-muts op de blonde lokken. Vooral
de prinsesjes uit de Duiteche vorstenhuizen
zyn pris van een militairen titel.
Ea papa de keizer, en in navolging daarvan
de andere koningen en hertogen en vorsten
van den Duitschen Bond, zyn nog al gul met
het uitdeelen van militaire baantjes aan de
vorstendochteren van het keizerrijk, en ze
scheppen er een sportief genoegen in, om
by een revue de gracieuse dametjes militair
gepareerd voor hnn regiment te zien rijden
op een vlug-trippelenden Arabischen volbloed.
Nagenoeg elke vorstin van Europa heeft thans
het com mandement over n of meer Rus
sische of O ostenryksehe of Daitsche regimen
ten, en het is een lust om in den Almanach
de Go tb a de titels van deze Amazones te
lezen. Het zou wel grappig zyn om al deze
tot een levend fossiel maken; tot een soort die
door een samenloop van omstandigheden is
blyven voortbestaan, terwijl andere bijna ge
lijkvormige sooiten al sedert ondenkbaar lan
gen tyd zyn uitgestorven. Deze werden vervan
gen door vormen met steeds meer ontwikkelde
pogen, mei steeds langer maar ook minder
armen, met tentakels met zuignappen en
geslachtsarmen, Maar dit alles ging ten koste
van de schaal, die by sommige aoorten nog
als een kalkplaat j e in het lichaam verbor
gen ligt.
Zoo zeldzaam als nu de weinige soorten
van het Nantilusgeslacht zyn, zoo geweldig
is het aantal soorten en geslachten geweest
in vroegere perioden der aarde. Zoo veel
vuldig komen de uitgestorven
Nautilussoorten in de oude aardlagen voor, dat de
Ammonshoorn een van de eerst bekende en
beroemde fossielen is geweest, al begreep
men toen nog de herkomst nier. Ock in
Silnriache en Devonische ty'den, maar vooral
in de Jurazee m:et het gekrioeld hebben
van groote en kleine Ammonshoorns. Ze
waien echter van oudsher niet opgerold; de
oudste waren recht; daarop volgen gebogene
als een koehoorn, dan steeds meer omge
krulde, tot de slakkenhuie-spiralen van het
Nautilus-type toe. De rechtvormige gingen
wellicht voor een deel over in een andere
familie, met den belemnieten-vorm, waarvan
de hoorn in een massieve punt eindigde. In
die punt of rngpyl stak aan de
lichsamEzyde, waar hy hol was,
...M il i?. een kegelvormig
gekamerd gedeelte, het
phragmocoon, en daarin
een gereduceerde schelp.
De pyl vinden wy alleen
in de afzettingen vooral
van de krytzee terug ;
ook in ona Limburg bij
vorstelijke soldaatjes eens op een mooi kiekje
by elkander te zien. Een der eerste vorstin
nen, die zich beroemen kon het tot kolonel
in het Duitsche leger gebracht te hebben,
was de moeder van den tegenwoordigen Czaar,
de Pruisische priases Charlotte. ZJJ had een
echt militair hart en was er bizonder mee inge
nomen, toen haar broeder, Keizer Friedrich,
na den dood van haar man, haar diens
eereconmandement overdroeg van het beroemde
zesde Pruisische regiment kurassier?. Dit
was eigenlyk het eerste baanbrekende voor
beeld van de vrouwelijke soldatery aan de
vorstenhoven, en het werkte buitengewoon
aanstekelijk, want thans zijn er in het Dnitsche
leger alleen niet minder dan vijftig vrouwe
lijke kolonels. Dnitschland heeft zyn
damesofficieren uit alle landen van Europa geïm
porteerd. Koningin Victoria waa weleer
kolonel van het eerste regiment Prnisiecha
garde-dragonders. Alle prinsessen van het
Keizerlijk huis bekleeden verder een rang
in het leger. De keizerin is kolonel zoowel
van het Russische als van het Daitsche
leger, en dea keizers eenige dochter, prinses
Victoria Lonise, is ook reeds onder de mili
tairen opgenomen. Zy is echter geenszins
de jongste v rouw-kolonel van Europa. Deze
eer komt toe aan de ondate dochter van den
Czar, grootvoretin Olga van Rusland, die,
ondanks haar zestien jaren, het bevel voert
over het derde regiment huzaren van
Elizabethgrad, dat sedert gernimen tijd den naam
heeft, het stoutmoedigste regiment te zyn van
het geheele Russische leger. Van alle
vorstinnen, het meest met militaire waar
digheden gezegend, is de Russische Keizerin
zelf. Zjj voert het bevel over vijf regimenten,
vier in Rasland zelf, waarvan n haar naam
draagt, en n in het Pruisische leger.
Een nog merkwaardiger plaats onder deze
goldatetque dames neemt Koningin Olga van
Griekenland in, die de eenige vrouwelijke
hoofdofficier der marine is van de wereld, want
zy bekleedt den rang van Admiraal van de
Griekache vloot. Haar vlagschip ia de Admi
raal Makarow". Zy maakt een zeer nuttig
en vredig gebruik van haar militaire waar
digheid door haar biaondere zorg te wijden
aan het lot van oude en gebrekkige zee
lieden,
* * *
Primes Qoudhaar.
Een jonge dame uit Königaberg beroemt
er zich op, dat zij wellicht het langate en
weelderigste hoofd met haar heeft van al
hare Dnitsche zusteren. Zy heeft de regel
matige lengte van vjjf voet vier duim, en
ala zy met een paar schoenen met flinke
atelthakjes rechtop staat, vormen haar lokken
een sleep op den vloer. Een knap rekenaar
heeft becijferd, dat wanneer men al de goud
blonde haren van dit weelderige lokkenboofd
aan elkander knoopte, ze een telegraphische
verbinding zouden vormen tnsschen K
nigsberg en St. Petersburg.
* *
Uurwerk.
In Pary's heerscht nog steeds de luxe van
zeer kleine en zeer kunstig bewerkte
dameshorloge?.
Het nieuwste, dat vertoond wordt op dit
gebied, door een juwelier uit een der voor
naamste buurten van de lichtstad, is een
prachtig bewerkte kever van goud en email,
een soort van Scarabee, die als broche gedra
gen kan worden. Eik der beide oogen van
dit kevertje ia een kleine wijzerplaat, die
zeer juist den tyd aangeeft. Het is een
prachtig stukje kunstarbeid.
ALLEQRA.
iiiiiiiiiiiiiiiliiiiiliiiiiiiiiiiillllllllllllllllllllllliiiniiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiii
duizender; de echelp bestaat nog by de tegen
woordige tienpootige inktvisschen. De pijl
heette vroeger Donderbönt of blikaempyl;
men meende dat de bliksem er de vormer
van was.
Een bijzondere vorm van Ammonshoorn?,
die uiterlijk weinig van de Nantiluavorm
verachilde, was de Atnmoniet. Indien de
bnitenechaal van een Ammoniet geheel of
gedeeltelijk is verwijderd, komt een sculp
tuur te voorschijn de zoogenaamde
voeglynen; die zyn niets anders dan het relief
op den steenkern dus op het afgietsel
van de voormalige luchtkamer-serie van
de aanhechtinasolaats der scheidingswanden
of eepten. Die sutuurlynen zyn bochtig
bij de Ammonieten, byna recht by de
Nautilieden en kenmerkend voor elk geslacht
en soort; zoodat ze er in den regel goed op
te determineeren zyn.
Ook de buitenkant van de schaal der
Ammonieten of Ammonshoorn, kan, al naar
de soort, op verschillen wyzen geteekend zyn
met ringen en knobbels. Geen wonder dat zy
indertyi gehouden werden voor brokken
van antilopen-hoorns, die by den zondvloed
waren omgekomen.
In ons land behoeft ge niet te zoeken naar
Ammonieten, althans niet uit de Jnraperiode,
hnn bloeitijd; want toen waa Nederland een
eiland, n der vele van een archipel in
de groote zee, die dwars door
MiddenEaropa liep, van Mexico af tot in Per zie toe.
In sommige dorpen van Zwabenland echter,
bevatte nog een t wie tig jaar geleden elke
straatkei een ammoniet of althans een fossiel.
Maar ook dat schijnbaar onuitputtelijk terrein
ia al haast weer leeggezocht voor de musea
en de particuliere collecties.
E. HEIMANS.
h'
Doorgeinedea schaal van een Nautilus.
De «: de pijp die alle kamertjes verbindt, m; de
mantel, h: de spier waarmee het dier is vast
gehecht in de schaal. Rechts het dier
zelf met het groote oog.
Belemiet
(gerestaureerd);
onderaan de
zoogenaamde
Donder beitel,
die zoo vaak
versteend wordt
gevonden.
lan Annomiet, zooala deze dieren geleefd moeten hebben.