Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1810
king van de zaak tegen zijn medelid
verlangde. Dit werpt wellicht voorde
Groene ook eenig licht op de niet-her
kiezing van onzen correspondent in dat
bestuur, waarover dit blad verleden
week de noodige insinuaties lanceerde.
Onze correspondent kon geen herkie
zing naast het genoemde lid verlangen,
en heeft haar ook niet gewenscht, of
schoon hem werd aangeboden, te trach
ten hem opnieuw verkozen te krijgen.
Wie van de z e s voorstemmers bood hem
dat aan P Meent men dat zulk een
niet-dehandreiken iemand, die steeds, ah machi
naal, herkozen werd, doet wippen" met 33
van de 39 stemmen P Ja, maar hij wenschte
de benoeming niet Weet de N. E. Ct.,
niet dat het zeer gewoon is in zoo 'n ge
val zich niet beschikbaar te stellen, hetgeen
allerminst gebeurd is. En weet de N.E.Ct.
niet, dat in de vergadering, die aan deze
vergadering voorafging, mevr. Drielsma,
k lid der Association, is opgestaan en ge
zegd heeft, dat na de vrijspraak der enquête
commissie meer dan ooit de aanstaande ver
kiezing van haar man een algemeene be
hoorde te wezen? Zoo neen, dat zy eens
elders in f or meere dan z\j tot heden deed.
Maar de N. R. Ct. is nog niet aan
het eind van haar gebabbel. Na mevrouw
IJ.."voert zy in mijnheer Z.!! Die heer
Z. heeft «een rol gespeeld." Hij is, verno
men hebbend (niet van ons!) dat ons Week
blad het plan had zich de zaak C.-D.
aan te trekken, bij den heer Drielsma ge
komen om inlichtingen". Hij heeft daar
een brief geschreven, die de N. E. Ct. op
goede gronden zelf reeds vermoedt, dat wij
nimmer hebben ontvangen Neen, waar
lijk niet, wij hebben den brief niet ont
vangen hij zou onze houding trouwens
absoluut niet veranderd hebben maar
wat heeft in 's hemels naam al dit gekakel
te maken met onze nige grief:
dat de correspond-nt van de N. R. Ct., in
een Nederlandsch blad van een eerroovende
handeling beschuldigd, niet den beschuldiger
terstond heelt gesommeerd te verschenen voor
een bevoegd college van onderzoek?
Ah I De N. R Ct. zegt in 't voorbijgaan,
dat onze herhaalde aandrang om hier te
lande een strafvervolging uit te lokken
meer getuigt voor de volslagen onkunde
van de redactie van de Groene mat het
Nederlandsche recht, dan voor de recht
vaardigheid van de zaak, die zij voorstaat".
Eene natuurlijke bescheidenheid ten opzichte
van onze eigen kunde op het omvangrijke
gebied des rechts heeft ons van stonde af
aan de meening doen raadplegen (mede op
verzoek van den heer C oh en) van een van
Nederlands bekwaamste advocaten, die bo
vendien als oud-Parijzenaar en journalist
meer dan iemand anders tot raadsman in
deze materie schijnt aangewezen. Nu kan
daarom de N. E. Ct. het wel nog beter
weten!, maar haar hooge toon blijkt toch
wel wat zwetserig. 's Hoeren Cohens raads
man zeide dan: Daar de heer Cohen
verklaart te zullen verschijnen bij eersten
oproep, kan een dagvaarding gewone uit
werking hebben. Wat de toelating tot
het bewijs betreft, indien de beschuldigde,
de heer Hankes Drielsma, in zijne klacht,
zelf den wensen uit, dat de heer Cohen
tot het bewijs worde toegelaten, zoo zou
het al heel vreemd moeten loopen, indien
in deze quaestie van werkelijk toch ook
algemeen belang, de rechtbank het bewijs
niet toeliet.
Welaan, nu als de rechtbank nu eens
anders besloot, of als de N. E. Ct. geen
openbaar proces wenschen mocht om welke
reden dan ook ... hebben wij op een proces
aangedrongen ? Wij hebben steeds gesproken
van een instantie, waarbij de degelijkheid
van het onderzoek is gewaarborgd: daar
onder lekenen wüJournalistenkring,
Eereraad.
Wij zijn niet lastig, maar wij willen niet
dat deze zaak in de doofpot gaat. Hier is
een algemeen belang mee gemoeid, dat wij
meer dan eens hebben omschreven.
. Wij wenschen met een openhartig woord te
eindigen. Tot heden mochten wij gel ooven
aan onbesuisdheid bij de houding, door het
groote Eotterd. dagblad aangenomen. Maar
liet is op een gevaarlijken weg. Het bereidt
zich voor, met overname der bewijsvoering
van den heer Drielsma, de zaak van den
anoniemen brief (hoe verward dan ook)
a fond te behandelen, zich (ze zal het
?merken) aldus op den duur hopeloos met
'een ernstig beschuldigde vereenzelvigend.
De zaak-Dreyfus, die een type-zaak blijft,
en de algemeene debacle der
anti-Droyfusards, mocht haar geleerd hebben voor
zichtiger te zijn. Wij weten thans reeds
waaruit haar toekomstige materiaal bestaat.
Wü; die alle betrokken personen van vrij
nabij kennen, wij willen haar ernstig en
oprecht waarschuwen: alles wat gij kunt
DE BESTE LIEFDE,
DOOR
DE VILLIERS DE LT3LE?ADAM.
Onder de lieden, welke voor bat geluk be
stemd zym niet voor wat wij zijn overeen
gekomen het geluk" te noemen, maar voor
het werkelijke geluk onder deze lieden
mogen wy zeker een jongen Bretagner tellen,
Guilhem Kerlis geheet er. Men kan zeggen,
dat fajj onder een goed gesternte werd ge
boren, en dat weinig aardsche stervelingen
in hun liefde meer dan hy werden bevoor
recht. En toch, hoe eenvoudig was zijn ge
schiedenis l
Het was op een schoonen Saptemberavond
in 1882, tegen het uur der schemering, dat
Yvaine en Guilhem elkander voor het eerst
ontmoetten. Het gebeurde buiten Rennes, in
het veld, nabij het klaphek van een weide.
Yvaine, een aardig m elfje van zestien jaar,
waa het eenige kind van een arme boerin,
die in het vlek Bohflauiy woonde, niet ver
van de stad.
Met twee vaare j es en een zestal schapen,
haar gebeele kndde, keerde zij huis
waarts.
Guilhem, een hnpsche jonkman van acht
tien jaar, was da zoon van een jachtopziener
van baron De Que Ier n; hij wandelde naar
huis met een gevulde weitascb. Toen zij
elkaar aankeken, waren zy eenigszins ver
wonderd, dat zij elkander niet reeds vroeger
aanvoeren, de dingen, die een schijn
zouden kunnen werpen over den heer Cohen,
zij zullen allemaal blijken s c h ij n te zijn.
Kan de, voor zijn zeer spontane maar eerlijke
karakter algemeene en ongesehokte achting,
zooals hij die te Parijs geniet, aan de N.E.Ct.
in deze niets leerenP
Blijf gij zelf toch uit het gedrang! Beweeg
uwen correspondent eindelijk dat te doen
wat hij sedert den 19den Januari niet had
behooren na te laten.
Zoodra dat is gebeurd en gij b.v. maar
meldt (mér wordt niet eens verlangd): op
ons verzoek e_n dat van de heeren Cohen
en Hankes Drielsma heeft het Bestuur van
den Ned. Journalistenkring zich bereid ver
klaard de bekende beschuldiging tegen onzen
correspondent te onderzoeken of te laten
onderzoeken" zwijgen wij. Geen woord
komt er dan meer uit onze pen. Wij zijn
gerechtigd mede te doelen, dat de heer
Cohen zijn naam gaarne in dit verband
ter beschikking stelt. Zal de N. E, Ct. nu
eindelijk handelen?
P a r ij s, 26 Februari 1912.
Geachte Eedactie,
Mag ik voor het rst zelf het woord
in de polemiek-?Amsterdammer"-?Nieuwe
Rotterdamsche Courant" ?
Met vriendelijke dankzegging,
ALEXANDER COHEN.
Und gulist du nicht willij;, su
braucli ich Gcwalt!
[k sa, al, meneer, ik ipi al . .
Maar HUi^ ik dan vertéllen, dat ik
willig" gegaan ben ?
In de N.E.C, van 25 dezer komt het hier
volgende verhaal voor van Mr. A. J. Hankes
Drielsma's op non-activiteif'-stelling (sie)
als lid der Parijsche "?Aasociation Syndicale
déla Presse Etrangère". (De
onderstreapingen zijn van mij. C.)
Thans zijn wij in staat, iets meer over
deze zaak mede te deelen, want onze cor
respondent is nu van zijne verbintenis be
vrijd. Gegeven het feit, dat hij zich te
verdedigen had op eene beschuldiging, door
een drietal collega's bij den Nederlandsohan
Journalistenkring tegen hem aanhangig ge
maakt, is onze correspondent, die het bestuur
van zijn Parijsche persvereeniging daarop
opmerkzaam heeft gemaakt, (r eindelijk
in geslaagd, bevrijding van zijne verbintenis
te erlangen. Eindelijk, want gemakkelijk, is
dit niet gegaan. De bestuursleden van de
Parijsche persvereeniging bleken n.l. van
oordeel, dat onze correspondent ook tegen
over het bestuur van den Nederlandschen
Journalistenkring aan zijn eerewoord ge
bonden was, zoolang hij lid van de Parijsche
persvereeniging, voor welker leden de zaak
uit moest zijn, zoude blijven. Men deed hem
aan de hand, tegenover de vereeniging zijne
bevrijding te krijgen door ontslag te hemen
als lid; tegenover den heer Cohen, die zelf
de afspraak niet had gehouden,'kpn hij zich
dan ook vrij achten. Doch hierin is onze
correspondent,'terecht o. i., niet willen tre
den, aangezien hij wel kon vermoeden, hoe
door zijne tegenpartij een ontslagaanvrage
zou worden geëxploiteerd. Hij had in dit
opzicht immers reeds ondervinding opge
daan, *) toen hij begin Februari niet als be
stuurslid van de Parijsche persvereeniging
was herkozen, onderwerp natuurlijk ook
dankbaar door de redactie van de Groene
opgenomen waarover straks. Op zijn
herhaald aandringen en zijne betoogen tegen
de bestuursleden zijner vfreeniging, dat het
toch niet aanging hem met handen en roeten
gebonden te houden aan een afspraak, waar
aan de heer < 'ohen zich niet hield, is te*
slofte eene schikking getroffen geworden,
welke hierop neerkwam, dat onze corres
pondent lid van de vereeniging zou blij ven,
als lid tijdelijk op nonactiviteit zou worden
gesteld, en voor zijne verdediging vrijheid
erlangen, terwijl de vereeniging, die van
de zaak Cohen-Drielsma niet meer wilde
hooren, buiten de zaak zou blijven. Nadat
dit mondeling eindelijk zoo was in orde ge
bracht, kon onze correspondent op 16 Febr.
het volgend vormelijk schrijven aan zijne
persvereeniging richten:
Monsieur Ie président,
Ayant besoin de me défendre contre une
campagne menée par une personne qui ne
fait plus parti de nofre association,
concernant une affaire qui doit tre close pour
l'association, j'ai l'honneur de vous
dcraander par la présente d'être mis en
non-ac
*) Welke ondervinding? Niemand die het
weet I Wij hebben, noodgedwongen, om de
telkens nieuwe en telkens averecUtsche be
weringen van de N. E. Ct. te ontzenuwen,
op die niet-herkienng gewezen... maar dat
was op is Ftlruari! Eöd. Arast.
hadden opgemeikt, want het vlek lag
siauwalijks op twee mijlen van de koddebeiers b u t.
Random hen waren spurrielanden, nemaaida
haver lag hier en daar, met veldbloemen
ertusschen, en van uit de verten drong de
geur der bosschen. Zj wisselden een paar
woorden.
Yvaine gaf aan Guilhem de blauwe koren
bloemen, die zij in haar ceintuur droeg.
Guilhem schonk haar ean schoone roode
patrijs, en zy scheidden, nadat zij hadden
afgesproken voor esn nieuwe ontmoeting, wat
het jongemeieja dadelijk goedgevonden had,
want er was over trouwen gesproken, en
Guilhem stond haar van den beginne zeer
goed aan.
Zy zagen elkaar weer den volgenden dasr,
niet ver van Boieflauiy, op het voetpad, door
den herfst reeds bestrooid met bruine bla
deren, en, hand in hand loopend, wisselden
ze hun argeloose vertrouwalykQederj, zonder
er by te denken, dat zij elkander liefhadden.
Sinds dien, tot op het einde van October, sprak
Guiliem haar eiken dag, en meer en meer
ging hij van haar houden.
Hy had een ernstigen aard, waa vol ver
trouwen, zijne gevoelens konden zuiver, vurig
en vast heeten tegelijkertyd. Yvaine wa3
speelsch, innemend en een aardige babbe
laarster; wellicht een weinig te spotziek. Zij
verloofden zich met onschuldige kuasen en
teedere plannen voor een huishoudenije.
En wanneer zy scheidden, omarmden zy
elkander lang en zwijgend.
Daar Guiihem zyn geheim bewaard had,
zelfs tegenover r,yn vader, scbreef de oude
het sorglijk uiterlijk van den jongen aan de
ophanden loting toe, wat, voor een deel
althans, ook -wel het geval was, en de oude
tivitécomme membre de l'association pour
un temps nécessaire a ma défense.
Je vous adresse cette demande pour que
l'association ne soit plus engagée par cette
aff*ire close pour elle.
Veuillez etc.
Daarop ontving onze correspondent 17
Februari het volgende antwoord:
Paris, Ie 17 février 1912.
Monsieur et cher confrère,
Conformément a votre lettre du 16 février
courant, Ie comitéde l'association a pris
acte et acceptévotre demande de mise en
non-activitécomme membre de l'association
Syndicale de la Presse Etrangère pendant
tout Ie temps nécessaire a yotre défense.
En outre Ie Comitéa déciié, en ce qui Ie
cnncerne, de vous comidérer comme libcréde
V engagement collectif que vous av 'z signéIe
2'.) décembre 1911 devant Vancienne
commission d'emiuète. En conséqumce vous avez
entière libertépour porter l'affaire d
lar\wMe se rapportait eet engagement devant
les tribunaux ordinaires de votre paijs on
les juridicti'ins professionnelles hollandaises.
Veuillez agréer, etc.
(signé) L9 Président
E. BLASCO".
En een eind verder, na een brief van den
heer Blasco aan mij te hebben aangehaald,
zegt de N.'B. C.
Uit dit stuk blijkt dus, dat de aanvraag
van den heer C ohen is van 17 Februari;
dat aan zijn eigenlijk verzoek, over de
bestuursmeening aangaande de kracht der
verklaring op eerewoord, jammer genoeg
want het zou hem eene ontnuchtering
zijn geweest geen gevolg wordt gegeven,
maar dat par contre het bestuur heeft
besloten, den heer Cohen van zijn eere
woord te bevrijden. Dit schrijven, waarbij
dus de heer C. van zijne verbintenis wordt
ontslagen, is het mag nog eens worden
herinnerd van 17 Februari. E n de Groene
haalt dit nu aan, ten bewijze, dat de heer
Cohen reeds vór 17 Februari vrij was! Dit
is toch de brutaliteit ten toppunt gevoerd."
Nu eerst even de opmerking dat mijn
lettre urgente" van 17 Februari niet anders
was dan een rappel" van een brief van
gelijke strekking, door mij den 5 Februari
aan den heer Blasco geadresseerd en waarin
ik o.m. schreef:
Je vous demande de vouloir bien me
faire tenir une déclaration disant que eet
engagement pris ? devant Ia commusion
d'enquête ne concernait uniquement et
exclusivement que l'Association Syndicale de
la Presse Etrangère et me laissait libart
pleine et entière de porter cette affaire,
sur des faits nouveaux (comme la déclara
tion des experts en .criture, datóa du 12
Janvier) devant Ie public ou les tribunaux
hollandais".
In antwoord hierop ontving ik, op 6 Fe
bruari, afschrift van de passage van het
proces-verbaal der algemeene vergadering
dato 30 December, waarin de president der
Association had bevestigd dat de zaak
Cohen?Drielsma niet door een in laatste
instantie oordeelenden eereraad (was) be
recht (geworden)", impliciete erkenning dat
de verklaring op eere ^oord van 29 Decem
ber", die deze affaire" als défiaitivement
close" had gequalificeerd, buiten werking
was geraakt.
Maar «waar nu de N.E. ., d.w.z. Mr.
Drielsma car Floridor c'est Cólestin et
Célestin c'est Floridor" die zich het
maquia de la procédure" tot strijdperk
koos, voortging met haar chicanes de ver
klaring van 29 December betreffend, adres
seerde ik den 17den Februari het volgende
schrijven aan den president der Association:
Paris, Ie 17 février 1!)12.
4 Impasse Girardon.
Monsieur Ie Président,
J'ai l'honneur de m'adresser, par votre
intermediaire, au Comitéde l'Association
Syndicale de la Presse Etrangère, avec
prière de vouloir bien me faire délivrer
copie de la déclaration, faite par M. Dawson,
président de l'aneienne coinrnission d'en
quête dans l'affaire Cohen?Drielsma, d
claration dans laquelle est rétablie comme
a bien voulu me Ie dire M. Lahm, l* vérit
sur des faits qui se sont produits dans
l'Assemblee générale de l'Association, a la
date du 30 décembre dernier.
J'aurais besoin de cette déclaration pour
l'opposer aux récits iuexaots que publie la
Nieuive liotterdainsche Courant Journal
de M. Drielsma de ces móaies faits.
Il y est dit notamment, contrairement
a la véiité, que j'tti sollicitc la dóalaration
faite par M. Dawson en son nom et au nom
des autres membres de la commission
d'ensergeant gaf hein onder het avoadeten meoigen
goeden raad, hoa hy' het moe3t aanleggen om
vooruit te komen by zyn regiment.
Da eenvoudige Gailhem beminde das met
hevigheid en met vertrouwen, zonder te be
merken, dat Yyaine, die beel aardig was,
maar nu juist geen schoonheid, tot hechte,
duurzame gevoelens niet ia staat blesjf. Ver
liefd-zijn waa haar wellicht mogelyk, maar
liefhebben leek heel niet in haren aard te
passen. Zeker, zij zon zich slechts luttel
verzet hebben, zoo hy reeds nu gemeenzamer
omgang dan kussen en liefkozingen van haar
gewenscht had, maar deze goedgelooviga,
ervoor terugschrikkend zy'n verloofde te zeer
te naderen, wist zijne begeerten te mennen;
de vervoeringen der zinnelijkheid, te zeer als
zy het eergevoel Qedreigeo, geleken hem een
heiligschennis, en bij onderdrukte zijn harts
tocht. Yvaine, lichthartiger van aanleg, vond
het, wel bezien, onaangenaam met zulk een
respect bejegend te worden, en hare gevoelens
voor den jonkman verkoelden wel een weinig
door de je overweging. Zij moest soms lachen
om zyn wel wat al te ernstige genegenheid;
zy had een ander, een minder bezonnen,
opvatting van liefde, en hare indrukken
waren oppervlakkiger; kortom, zij had wel
geweuseht dat Guilhem een weinig gezelliger
waa geweast; maar zoo hield ze zichzeve
voor een echtgecoot behoort zonder twijfel
zich zoo te gedragen, in den beginne althans.
Als Guilhem, dia erin was geloot, afscheid
van haar nam, s;e voelde zij eerder vriendschap
dan liefde. Nocütans wisselden zy de ruiger;
zij zou wachter. Vijf javr trouw blijven I Was
het voor wie haar kende niet ongelooflijk,
niet sis het bouwen op een droom? Gailhem
quête, et qui constate que l'honneur et
la loyautéde M. Cohen (enz.)"
Que si, parimprobable,onvoulütobjecter
que, ne faisant plus partie de votre Asso
ciation, je n'ai pas qualitépour demander
copie du dit document, je ferai remarquer
qu'il s'agit de faits antérieurs a
l'acceptation officielle de ma démiasion et que c'est
donc en tout droit que je demande de votre
quitéIe moyen de rétablir la véritésur
ces faits.
Je profite de cette occasion, Monsieur Ie
President, pour vous prièr a nouveau de
vouloir bien demander au Comitéde l'As
sociation de me faire délivrer une déclara
tion explicite, nous dégageant formellemen t,
M. Drielsma et moi, de l'engagement sign
par nous Ie 29 décembre dernier enga
gement que M. Drielsma n'a pas plus que
moi-même observéet qui nous rende atous
les deux, notre entière libertépour porter
cette affaire devant les tribunaux ou les
juridictions hollandais.
Ce sera, je l'espèresirjcèrement, Monsieur
Ie Président, la dernière fois que je vous
importune par rapport a cette triste affaire,
qui, a mon at'»'?, aurait du tre porèe, dés
Ie cpmmencement, devant les tribunaux ou
les juridictions professionnelles «w Ilollande.
Veuillez agreér, etc.
(get.) ALEXANDEE COHEN.
Adroeaterij kan haar nut hebben voor
menschen die moreel niet sterk staan. Mais
point trop n'en faut. Door er op te wijzen
een afleiding" van de hoofd-zaak, de
zaak, al weer l dat de aanvraag van den
heer Cohen is van 17 Februari en dat
de Groene dit aanhaalt ten bewijze dat de
heer Cohen reeds vór 17 Februari vrij
was" geeft mij de al te procédurière,
en, daar-door wel eens onnoozele N. B. C.
aanleiding :
1. tot het hier weergeven van een passage
uit mijn schrijven van 5 Februari en van
mijn hélf.n brief van 17 Februari aan den
president der Association Syndicale de la
Presse Etrangère;
2. tot het constateereii dat de slot- alinea
van 's heeren Blasco's brief van 17 Februari
aan mij, ongeveer letterlijk den tekst weer
geeft der voorlaatste alinea van mijn schrij
ven aan hem.
3. tot het opmerken dat deze door mij
gesuggereerde, beter: door mij geredigeerde
tekst aan den correspondent der N. R. Ct,
mr. A. J. Hankes Drielsma, ongevraagd en
onverlangd is opgelegd geworden, ge
nfligeerd, in het antwoord hem door het Comit
der Association verstrekt op zijn braaf
briefje van 16 Februari.
De beteekenis dezer alinea in het ant
woord van het Comitéaan mr. Drielsma,
is, onmiskenbaar:
U moet niet denken, monsieur et cher
confrère, dat het publiceeren of het doen
publiceeren van een half-dozijn, een dozijn,
een gros artikelen over de zaak
CahenDrielsma, door ons zal worden beschouwd
als een voldoende verdediging" uwerzijds
op de hoogst-ernstige beschuldiging die tegen
u werd uitgebracht. E a gij moet u niet
verbeelden, monsieur et cher confrère, dat
uw non-activiteit" als lid der Association
een eind zal nemenvór gij met een regelmatig
vonnis van rechtbank of professioneelen
eereraad ons zult hebben bewezen dat gij
van anoniem litteraire smetten vrij zijt".
Lijkt het daar niet op, subtiele Nieuice
Sotterdamsche Courant ?
De lezer zal wat nu volgt misschien mak
kelijker gelooven, dan Mr. Drielsma's boven
gereproduceerd Duizend-en- een-Nacht-ver
haal van zijn langdurigen, langen, en
eindelijk-victorieuzen strijd tegen onwillige
bestuursleden der Association, die hem,
brieschende-leeuw-aan-den-ketting-van-zijn
eerewoord, aan handen en voeten gebon
den" slaaf van een afspraak", sedert 29
December van het vorige jaar beletten op
mij los te trekken.
Want de waarheid, de waarheid die,
dank zij Mr. Hankes Drielsma's eigen los
lippigheid Mr. Drielsma is een adoles
cent confidentie!" van een zeldzame
candeur ; dank zijn luidruchtig ruzie maken
in een zóhyper publieke inrichting als
het psrslokaal aan het telegraaf bureau der
Beurs; dank de onwaarschijnlijke en t
ehauthentieke onnoozelheid zijner vrienden"
in de pers-vereeniging ... de waarheid die,
sedert veertien dagen, het secret de
polichinelle is , de waarheid is zoo:
Mr. Drielsma heeft sedert 29 December
1911 góa pogingen gedaan om van zijn
verbindtenis op eerewoord" te worden
bevrijd." Hij heeft, in-tegen-deel, elke
wenk" hem in deze richting gegeven, gene
geerd, de houding aangenomen van Ie
monsieur qui ne comprend pas."
Mr. Drielsma heeft niet herhaald
aanjredrougen" en gén ..betoogen" gehouden
echter twijfelde geenszins aan haar : zij zou
haar belofte honden.
Op het oogenblik van het vertrek, gereed
den weg naar de stad te nemen, zei Guilhem,
terwijl -hy haar in de armen nam: Je zult
zien, ik kom als onderofficier terug, en met
een eeremedaille."
A.h! Guilhem," antwoordde zy, (en
dit op zulk een toon van oprechtheid, dat
zy' zelve erin geloofde) als jy in den
oorlog gedood moest worden, ik zweer, dat
ik in een klooster zou gaan."
Hij beefde; dit was de onverhoopte gelofte,
en in een verrukking van diepste teederheid
sloot hy hare oogleden met een langen ku?.
Hat verbond was bezegeld! zij waren thans
man en vrouw. Alle weken zouden ze elkaar
dchry'ven. De waarheid was, dat Yvaine
zich daareven haren verloofde in officiers
uniform had voorgesteld, wat haar in ver
voering bracht. Zij namen afscheid, de oogen
vol tranen, en zij hadden van elkaar niet
dan een klein portretje, door een reizend
photograaf voor een frank gemaakt.
Guilhem werd ingedeeld by de Afrikaansche
jagers en naar Algiers gezonden.
De esrste brieven waren hun beiden een
zoete vreugde, by'na even heerlyk als hunne
eerste ontmoetingen. Door den afstand, welke
tusschsn hen was, werd Guilhem voor het
meisje als iets verboden?, iets wat men haar
onthield en hetwelk zy daarom te heftiger
verlangde.
En dan was er ook een plicht te vervallen,
nu men elkaar toch trouw beloofd had.
Na zes maanden van verwijdering bleek
de beproefde standvastigheid van Yvaine een
weinig verzwakt. Zy zuchtte en verveelde
tegen de bestuursleden zijner vereeniging,"
hen niet aan het recalcitrante verstand ge
bracht dat het toch niet aangaat hem met
handen en voeten gebonden te houden aan
een afspraak, waaraan de heer Cohen zich
niet hield."
Mr. Drielsma heeft niet spontaan allerlei
schikkingen mondeling eindelijk zoo in
orde gebracht" dat hij op 16 Februari spon
taan een vormelijk schrijven" aan zijn
persvereeniging kon richten" met verzoek
op non activiteit" (sic) te worden gesteld
als lid der Association.
Mr. Drielsma adresseerde dit vormelijk
schrijven" aan zijne persvereeniging, nadat
het bestuur der Association hem, inge
volge besluit op Zaterdag 10 Februari
genomen, voor het dilemma had gesteld
of vrijwillig" zijn ontslag te nemen als
lid der Association Syndicale de la Presse
Etrangère of door het bestuur te worden
voorgedragen voor schrapping.
Dit besluit werd genomen door het Comité,
in zijn geheel aanwezig, met uitzondering
der heeren Sohisa en Aubertin, die dien
namiddag de Sanaats-zitting bijwoonden,
en in tegenwoordigheid der tot deze beraad
slaging uitgenoodigde leden der ex-enquête
commissie in de zaak Cohen?Drielsma, de
heeren Dawson, Campolonghi en Lahm.
Aan Mr. Drielsma werd deze
mise-endemeure te zijnen huize genotificeerd door
twee leden van het bestuur der Association,
de heeren B. en B, die hem, overeenkomstig
het genomen besluit, meedeelden dat hij tijd
van beraad had tot Din'.dag 13 Februari,
's middags twaalf uur.
Mr. Drielsma, na urbi et orbi geprocla
meerd te hebben dat men hem wilde ver
moorden" ils veulent m'assassiner!"
vroegen kreeg vergunning een tegenvoorstel
in te dienen soort moyen terme", die hem in
staat stelde zonder al te groot schandaal
de Association te verlaten .... tot nader
order.
Dit, en niets anders, is de verklaring van
zijn spontaan" verzoek om op-
non-activiteit"-stelling . . . ., door het barmhartige
Bestuur der Association aanvaard en be
antwoord ... met toevoeging der
beteekenisvolle slot-alinea.
Niets te danken N. E. C.
Tot je dienst voor verdere inlichtingen.
ALEXASDEE COHEN.
Leo en Qerda, door .K, W. TIMMEKMAK.
's Gravenhage, L. A. Dickhoff Jr., 1911.
Indien de heer Timmerman voor s yn boek
een meer.zeggenden titel begeerd had, dan
dezen (die neutraal is van bijzondere...
algemeenheid) zou hy het ongetwijfeld ge
noemd hebban: Tafreelen uit het Bohemer
Leven, Een Verhaal van de Ondergaande Klasse.
Eo het ware zér indrukwekkend geweest.
Wat mij betreft, toen ik by' de lezing van
dit droevig relaas ongeveer halfweegs geko
men was, meende ik hier nu eindelyk een
boek gevonden te hebben, gemaakt tot waar
schuwing mijner zonen qnand ils auront
vingt ans", maar later leek het toch weer
minder geschikt tot leering en vermaan.
Het is er eigenlyk te vroolyk, en om het
maar rechtuit te zeggen: te ongegeneerd voor.
De hevig moreele achtergrond van het militant
en triomfant socialisme wordt soms, al te
vaak, verduisterd door de onbedaa lijke pret
van den schry ver en daardoor van ons, zijn
lezers om al die malle histories en het
compleete Jan-Steenhuisbouden, dat Leo en
Gerda met elkaar opaetten. Zoo werkt het
niet rechtstreeks afschrikkend genoeg voor
jongelui, terwijl er bovendien veel kans is,
dat zij de moreele strekking vergeten door
allerlei geestigs en gavoeligs en verhcfiends
in de beschrijving van mensehen en toestan
den, door de levendige manier, waarmee
socialistische beschouwingen worden opge
steld en kras doorgedreven, zonder rechts
of links te zien. Er is satire, dcctrinaiisme,
naturalisme, psychologie, kunstphilosophie,
ja, er is van alles in dit boek en alles met
zooveel zwier en losheid en durf voorge
dragen, zoo brntea), zoo argeloos-overtuigd
en geestig tegelijk... dat men wel denken
zou hier met esn heel jangen auteur van
doen te hebben, die eens en vooral zegt
waar het op staat in maatschappy' en kunst.
En die er om te beginnen weien mag.
Hier is alvast een staal van zyn schilder
achtige belangstelling in alle smakelijke
kleinigheden van ons bestaan. Het gaat over
oest'erseten, notabene als een gewoon ver
tellen aan vrienden opgadiand : ... Daar lagen
zich in hare eentonige eenzaamheid, en hare
belofte woog soms als een zware last. Haar
gevoel voor hern was wederom louter vriend
schappelijk geworden. Haar eenige ver
strooiing waien de brieven, en deze schreef
zij nog steeds iu dienzelfden toon eener lieve
teederheid. Die van Guiihem wezen duidelijk
uit hoe hij slechts leefde voor haar, en voor
de hoop op het weerzien.
Nog vier en een half jaar 1... Oh! Hoe
onbevangen kon zy geeuwen, zoo zy daaraan
dacht! Doch dan stierf de oude Kerlis,
Guilhelm's vader. Hij liet een bescheiden spaar
duit j e ca, en zy'u zoon belegde dit tot den
ty'd van zyn terugkomst.
De aanwezigheid van den oude had moeder
Blein en haar dochter nogal gehinderd ;
thans ademden zy op. De moeder, innemend
als zjj was en nog knap van uiterlyk, werd
een weinig los van zeden. Kortelyk dan;
nog geen tien maanden na het vertrek van
Gailhem gebeurde het noodlottige. Op een
dorpsfeest was Yvaine bezweken voor een
jongen adelborst, die met verlof was, en
haar na eenise dagen reeds verliet. Zij be
greep toen, te laat, dat zij, al spottend, het
onherstelbare bedreven had. Komaan, het
was gebeurd l Maar wat moest ze nu doen?
Ziu ze zich bedwelmen? Ai, zij gevoelde hoe
het leven haar meesleepen zou.
Een maand daarna ontmoette zy te Eaones
iemand, die haar installeerde, niet zoo weel
derig trouwens. En spoedig voerde zy dat
leven van grove pret, hetwelk de
provincieplaats bood aan die vrouwen, welke zich
dan zoogenaamd vermaken" willen. Noch
tans deed eene vrouwelijke grilligheid haar
in het diepste birnenste eene genegenheid
behouden voor het schoone verleden, dat zy