De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 3 maart pagina 5

3 maart 1912 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1810 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Gravin Helene Harrach en mevr. Hedwig Heyl, voorzitsters der regelingBCommissie Van het Vrouwencongres te Berlijn iiiiiiliiniiiiiiiiiiin ffltti Fratü. Mag ik, naar aanleiding van het hoofd artikel De Defensie qaestie in Scandinavië", vooral wijzen op het feit, dat in Zweden door vronwen dit vraagstuk ook in het openhaar besproken werd en dat er naar haar, de aanstaande kiezeressen, geluisterd werd l In Koorwegen, het land waar de vronwen als politiek geljjkgerechtigden behandeld worden, heeft een vrouw zitting in de Hooge Raad van Defensie en is een vrouw lid van het H. B. van het Boode Kruis. Thans bericht men my, dat niettegenst aande het Storting" pas besloten heeft, dat vrouwen verkiesbaar' waren voor alle staatsambten, met uitzondering van militaire en kerkelijke en als minister, dat men aan dit besluit dadelijk heeft toegevoegd, dat vronwen wel spreken mochten in de kerken, mits niet van den kansel. De vrouwen wachten echter met volkomen vertrouwen de toekomst af. Want, schreef my myn Noorsche geestverwante, alle politiek* partyen hebben thans algemeen kiesrecht voor de vrouwen op hun programma genomen en daar er in Noorwegen dit jaar verkiezingen moeten plaats hebben, staat de kans voor algemeen kiesrecht voor de vronwen zeer goed. De mannen, zoo schreef aj, moeten evenals wij zelve, aan de nieuwe toestanden en ver houdingen wennen en, gegeven de goede kameraadschap die er thans tasschen de beide sexen heerscht, twijfelen de vrouwen er geen oogenblik aan, of de uitsluitingen, waaraan het Storting thans nog vasthoudt, zullen in de toekomst ook vervallen. '*? ' En dat de vrouwen in Noorwegen volkomen IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIItftllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIMIIIIMIII DE NATUUR. Armpooters en Mosdiertjes. Dat zyn twee hoofdgroepen uit het dierenrijk, ?waarvór ik mij nog te verantwoorden heb. Ik heb ze genoemd in mijn opstellen en toen er my naar gevraagd werd, beloofd tegelegener tijd er iets over te zeggen. Evenals de koppootsrs behooren ook deze dieren tot 3e groepen, aan welke wüop school niet toe komen en waarvan dan ook iemand, die niet bepaald aan zoölogie doet, maar zelden iets verneemt. Eerst over de Atmpooters, de Brachiopoden. Hun naam is lang zoo gelukkig niet, als die van de koppootige dieren: de inktvisschen, kraken, nautilussen en ammonieten, waarover wij het de vorige keer hadden. Eigenlijk is die naam een vergissing, nog een overblijfsel uit den tijd toen het mosselachtig niterlyk dezer dieren de natuuronderzoekers op een dwaalspoor bracht en de beealjaa voor een soort weekdier werden gehouden. Men had al koppooters en bnikpooters; en hier had men weer dieren met iets dat op pootea geleek, en wel aan een paar arm achtige uitsteeksels, die tnsschen de beide schalen zitten. Maar die pooten zijn later gebleken kien wen te zijn, en ze zouden dus kien wpooiers heeten, maar deze naam was al ver geven aan een ander soort schaaldieren of kreeften; misschien herinnert zich een enkele der lezers mijn opstellen van twee jaar geleden, toen die onderweteche bijna uitgestorven dieren, de kieuwpooten (vulgair kievitspeotjes) weer eens in menigte in Noord Brabant tot ontwikkeling waren gekomen. De Brachiopoden heeten nu ook wel met een verkeerde vertaling: armkieuwers, hoewel het een juiste benaming is. Die armen zitten inwendig en zijn alleen te zien, als de beide schalen zoo wijd mogelijk gapen. Eerst een zestig jaar geleden werden de dieren gegelijk hebben in hare verwachting, blijkt wel uit het feit, dat in de Staat Colorado, waar thans 17 jaar het vrouwenkiesrecht is inge voerd, sinds 1891 een viouw minister van ondtrwif»i;. Wat de mode der kleeding betreft, n de mannen dikwijls zeer goed op de hoogte en velen waren, toen koning Eduard nog leefde, *ijn trouwe volgelingen. Zoo ging zelfs de sage van een burgemeester hier te lande, die in zijn gemeente zijn broekspijpen omsloeg als het in Londen regende l Maar wat het kiesrechtvraagstuk betreft, daarvan z\jn velen niet goed op de hoegte, ja zelfs zeer antiek te noemen. Het kan daarom zijn nut hebben bier nog eens te herhalen, hoe thans de stand is. Vooraf zy gezegd, dat in de landen waar de vronwen het actief en passief kiesrecht be zitten, de mannen reeds algemeen kiesrecht hebben. De landen, waar thans de vronwen [ook algemeen kiesrecht bezitten, zijn: de Statenbonden van Australië, Nieuw-Zeeland, zes Staten van Amerika (hoogstwaarschijnlijk komen er dit jaar drie Staten bij, te weten Wisconsin, Oregon en Kansas) en Finland. In Noorwegen is nog beperkt kiesrecht voor de vrouwen, maar er bestaat all* reden te gelooven, dat dit, na niet al te langen tjjd, ook algemeen wordt, daar het slechts een kwestie van tijd, niet van principes geldt. Gameentekiesrecht is verleend aan de vrouwen in Engelard, Schotland, Ierland, Zweden, Denemarken, Bohemen, Bnslanden IJsland. By de opening van den Rijksdag, op 16 Januari j.l, verklaarde de koning van Zweden, dat de regeering het billijk acht, dat ook aan vronwen het recht om te kiezen wordt ver leend en kondigt aan, dat een desbetreffend voorstel zal worden ingediend. Toen ik in mijn verslag van het Congres te Stockholm geschreven heb, dat bet aan alles te bemerken was, dat daar het vrouwen kiesrecht zeer nabij was, hebben mijne voor gevoelens mij dus niet bedrogen. En wat bezitten de vrouwen in het VBIJB Nederland?! Het kiesrecht in eanige kerkelijke colleges II Fameus niet waar? Moesten onze mannen niet liever weer vadermoord ars en stropdassen gaan dragen, in plaats van modieuze up and down'»f N. M.?DB W. H. Luiaard». In Londen werd dezer dagen een man ver oordeeld tot drie maanden dwangarbeid wegens diefstal, die dit lesje in het werken hard noodig had, want onder de verhooren bleek, dat hu gedurende zijn geheele veertig jarig leven slechts een enkelen dag gewerkt had. Dezen gedenkwaardigen dag beleefde b\j gedurende de werkstaking der taxi-cabs, en hij maakte zich toen verdienstelijk door een wagen met bagage te rijden van Charing Cross naar Boston. Toen hy zijn veroordee ling tot dwangarbeid veriam, schreide hy' als een kind, en zeide, dat de rechters onmenschelijke wreedaards waren, en dat ze vonden, dat wil zeggen in levenden lijve; als fossielen waren ze al lang bekend. Het zijn in dit opzicht pendanten van de Nautilus; wat er neg van bestaat is een armzalig restje uit den o verenden bracbiopoden-ryken tijd. E /enals de Ammonieten en Nautilieden komen de Brachiopoden al in de zeer oude perioden der atrde voor. Reeds in do alleroudste aardlagen, als er maar duidelijke resten van levende wezens zyn aan te wijzen komen er ook Brachiopoden voor.Vandaar tot in den middeltijd en de nieuwe geschie denis der aarde neemt hun aantal zoo ge weldig toe, dat er geheele rotsen door ge vormd werden. Op een geologische excursie in Zuid-Vlaan deren, met Belgische geologen als leiders, kwamen wübüeen van die merkwaardige geïsoleerde bergen op de Fransche grens; een rees er als een reusachtige stompe kegel uit het vlakke Vlaamsche land omboog. In de wanden van dezen kalk berg werd naar fossielen gegraven en het bleek dat de geheele massa uit niets bestond dan uit aaneengebakken Brachiopoden. Als je een stuk kalksteen door sloeg, lag de breuk vol duidelijke schalen van deze armkien vers; bijna alle schelpen waren dubbel of gesloten. Ieder die ze voor het eerst ziet, zegt mosselschalen en dat is geen wonder; ze gelijken oppervlakkig bekeken merkwaardig veel op de kokkels, hardmosaels of catdiums van onze vlakke stranden. Maar ns opmerkzaam gemaakt, ziet ook een kind dadelijk een opmerkelijk verschil. Immers noch aan het strand, noch in fossielrijke aardlagen vindt ge de mossels met twee by'eenbehoorende samengeklapte schalen, by'na zonder uitzon dering zyn het de helften; of de twee bijeen behoorende aan elkaar, maar dan wijd uit staande. Dit komt doordat een doode mossel altijd open is. De elastische band aan de buitenzijde werkt automatisch by dood of leven; houdt de mossel met zy'n sluitspier zijn Behalen niet meer bijeen dan wijken ze uit elkaar; een doode mossel moet dus gapen". Een armkienwer, links A een kleine, van de bnikzy'de gezien; in de rugschelp bij ? de opening voor den steel; a en d wyzen de deelen van het slot aan. B Het geraamte" van een armkieuwer; bij f de pyp waarin de steel vast zit; bij af de armen die de kalkspiraal dragen; bij er de eerste winding; tt de spaken of ribben, die de 1ste met de 2e winding verbinden. C Een armkienwer (de Uilen kop, Stringocephales Burtini) op de helft van de grootte der volwassen dieren, deze bewoonden de riöen der Devonische zeeën, die uu nog als sterk verweerde Dolomiet-rotsen voort bestaan. (Uit Fraai' hrer). geen vreeeelijker straf voor hem hadden kunnen uitdenken! Na dien gedenkwaardigen dag te Cbaring Cross was zyn zenuwgestel meer dan drie maanden in de war geweest, en deze dwangarbeid zou hem zeker den dood doen! *.* Wedstrijd. Een pendant van dit voorral is die anecdote van twee baliekluivers, die een wedstrijd aangingen, wie van hen beiden het luiste was. Za liepen in een breede, stille straat, en no. l voegde de daad bij het woord, liet zich midden op de straat neer glijden en begon rustig te snorken. De ander wilde niet voor hem onder doen, en nam eveneens de harde straatsteenen als ruatbed. Ze hadden echter nog niet lang zoo gelegen, toen er een zware vrachtwagen kwam aan rollen. No. l sloeg loom even de oogleden op, keek ter zijde, en relde toen langzaam om en om naar het trottoir, zoodat de vrachtwagen hem rustig passeeren kon. De ander evenwel bleef kalm liggen en verroerde geen vin, totdat de vrachtwagen vlak bühem was: toen opende hjj n oog, en zei geeuwend tegen den voerman: Rjjd er maar zachtjes over heen!" Toen sloot hy zijn oogen en sliep weer rustig in. De voerman was niet zoo goed of aoo kwaad, of hij moest een omwegje nemen en langs hem heen rijden, en de record-lniaard had zijn weddenschap schitterend gewonnen. Dreseuur. Een der bewoners van de buurt MontMartre te Parijs bezit een zeer merk waardige n hond, die voor zijn baas op schitterende wijze den kost verdient. Het lieve dier heeft namely'k de eigenschap, dat het bizonder ge duldig is, en gedurende gernimen tijd be wegingloos in n positie kan zitten. De eigenaar van onzen fidel, die een slim han delsman is, heeft zich deze capaciteiten van het goede beest ten nutte gemaakt, en is op de gedachte gekomen, het sluwe, geestige hondenkopje te oefenen, om te poseeten als scbildersmodel, wat doe r den natuurlijken aanleg van het dier uitmuntend gelukt i?. Het hondje wordt thans door kunstenaars en kunstenaressen algemeen als model gezocht, en Iaat zich betalen met van drie tot vijf francs voor een uur poseeren. Zyn geheele verdiensten bedragen niet zelden tot honderd francs in de week. Bovendien is het voor het aardige dier, waarvan alle klanten dol veel honden, een buitengewoon prettig en voordeelig baantje, want het wordt op alle mogelijke manieren gekoesterd, en vooral ook door de dames-kunstenaressen, getrakteerd op de lekkerste hapjes. *** Kiekjes. Wie zal het een moeder euvel duiden, dat zij innig veel houdt van haar lief, mooi, mollig kindje, dat zulke fraaie krullen heeft en zulke guitigekuiltjesindedonzigeroze wangetjes, en zulke groote, helderblauwe kijkers. Ze mag er zelfs wel een test j e ij del op zyn en ook dat zal niemand haar ten kwade duiden. En daarom mogen we niet knorren op die moeder, zelf De armkieuwers nu hebben geen uitwendigenband; maar zoowel een sluitspier als een openende spier; daardoor kan een doode armkieuwer gesloten blijven en hij doet het in den regel ook. Het merkwaardigste aan deze dieren vormt meteen het grootste verschil met de mossels; ze hebben iets dat op een kalken-geraamte lijkt; soms is het een enkel of veelvuldig gewonden spiraal, soms maar een plat plaatje, maar altijd is er iets waarop de organen voor de ademhaling en waarschijnlijk ook voor den voedsel-toevoer zijn vastgehecht. Het is wel een zeldzaamheid maar heelemaal geen onmogelijkheid een fossielen arm kieuwer te vinden, die zy'n gedraaide armen" nog vertoont. Eén geslacht is er naar genoemd: de Spirifeis, waarvan in onza stoep- of zerksteen geregeld exemplaren voorkomen. Wie te Amsterdam woont en ze eens in de rots wil zien zitten, moet het gebouw van het voormalig weeshuis aan den Amstel en den Zwanebnrgwal maar eens rondloopen. In de breeden, behouwen bat d boven tnaschen de gezaagde platen zult ge verscheiden fossielen zien zitten, die wel wat op een vlinder gelijken. Waar ze gaaf zijn, doordat de beitel van den steenhouwer ze niet trof, vertoonen zy prachtig de beide vleugel achtige deelen van dan rngschelp, aan weers zijden van een diepe gleuf; dat is het gidsfoseiel van de kolonkalklaag van Tourna?, de tage in bet carbonisch gesteente waaruit de beste stoepsteen wordt gedolven. Er is nog een ander kenteeken aan zoo'n armkienwer, waaraan iedereen hem dadey'k van een mossel onderscheiden kan. Dat is esn gaatje in de rugklep, vlak bij de naar binnen ingekrnlde punt. Door deze opening steekt een steel, waarmee het aan de onderzeesche sieenen of wieren is vastgehecht. Deze steel is rekbaar en beweeglijk, zoodat het dier met gesloten schalen wel wat op een vrucht lijkt, die aan een tak of uit een rotspleet groeit. Wie in den Eifel in de buurt van Gerolstein is geweest, most wel fossiele brachiopoden gevonden hebben; ze zyn op sommige plaatsen zoo talrijk, dat het volk ze namen heeft gegeven. De meest gewone is Vogelsteine. laderdaad lijkt het geheele dier door den vooruitstekenden snavel van de rugschelp wel wat op een vogellijfje. Een ervan heet ook in de palaeontologie: de Ullenkop, Stringocephalus; dat was een reus in zyn soort; die leefde overal waar in de Devoni sche tijden de koraalbanken in de warme zeeën gevormd werden, die nu als Dolomieten hoog boven de vlakke landen of andere bergen uitsteken. Tegenwoordig laven er nog maar heel weinig soorten van, evenals van de kop pootige dieren. Maar terwijl deze inktvisschen steeds in ontwikkeling zyn voortgeschreden; zoo zelfs dat door sommige dierkundigen de moderne inktvissc len tot de hoogst begaafde en ontwikkelde zeedieren worden gerekend, zyn de Brachiopoden niet noemenswaard veranderd sedert de Cambrische zeeën de aarde omspoelden, ongetelde millioenen van jaren geleden; er zat blijkbaar geen element van vooruitgang in dezen diervorm. Zoo is het ook met de mosdiertjes of Bryozeeën. Wie deze wezentjes niet kent, zal ze niet licht opmerken, zoo nietig zijn ze, en toch hebben ze bergen helpen bouwen; onze St. Fietersberg is er getuige van. een phptografe, die ons dezer dagen meldde, dat zij van haar vijf-jarig kindje, een lief blondkopje, een album bezit met niet minder dan honderd vier-en twintig portretjes, op verschillende leeftijden gemaakt. Dit album geeft natuurlijk een heel grappig'overzfcht, hoe de kleine z'ch ontwikkelde van een alikrnik met domme baweginkjes, tot een klein bydehandje, dat zich de luxe veroorlooft van een eigen willetje. De trotsche moeder vraagt mij, of haar collectie geen record zou zyn, en of er erger s in Nederland een ver zameling photographiësn van een kind is, die zich met het hare meten kan? Bruidskoeken. Bjj het sluiten van huwelijken houdt men hier in Nederland ook wel van fuiven, maar hoe weelderig de bruidspartijen soms ook zijn, toch kent men bier niet de kostbare gewoonte van de brnidskoek", de wedding cake", gelijk die in Engeland en Amerika sedert overoude tijden bestond en er in den laatsten tijd niet op is achteruit gegaan. Zulk een wedding-cake" is een architec tonisch wonder van banketbakkerskunst, en de hulp van echte kunstenaars wordt inge roepen, om er ieta moois en bizonders van te maken. En dit doel wordt by' rykehnwely'ker, waarbij het er niet op aan komt, of er een duizendje meer of minder wordt uitgegeven, vaak op sprookjesachtige wijze bereikt. De Amerikanen, die graag de gewoonten van de voorname Engelschen tot de hunne maken, hebben, dank zy hunne mil lioenen, in den lateren tijd op dit gebied wonderen verricht, en koeken gebakken, waarover men nog jaren nadat ze vertoond werden, spieken z*t om hun monumentale pracht, waarvoor nochtans geen ander bouw materiaal werd aangewend dan suiker, cbokolade, nongat, r o DEO en deeg. Wereldberoemd werd de bruidstaart, die de tafel versierde by het huwelijk van miss Gonld en den heer Anthony Drexel, nn enkele jaren geleden te New-York gesloten. Het was een taart van drie verdiepingen. Da eerste verdieping bestond uit vier horens van overvloed, omstrengeld met ranken van oranje-bloesem, welke het tweede platform droegen, waarop de fontein der jeugd was afgebeeld, omgeven door van brooideeg meesterlijk geboetseerde cupido-figuurtjes en drie dolpbynen, die het derde platform droe gen, waarop zich een tempel der liefde ver hief, van gekristaliseerde suiker gebouwd. In dezen tempel stond een door meesterhand gemodelleerd beeldje van den vlindervleugeligen Eros, (eveneens snikerbakkerswerk), dat zyn boogje gespannen hield, om de pyl af te schieten. Het bizondere van deze taart was, dat er niet anders dan eetbare waar gebruikt was, om het geheele monument van by'na een meter hoog op te bouwen. By' sommige andere taarten wordt nog wel eens ander materiaal ter hulp geroepen om te kostbaar en prachtig te maken, en de vrienden en bekenden te overbieden. Aldus geschiedde met de cake by het huwelijk van den heer Vanderbilt met Miss Elsie French, waarin allerlei versieringen van edelgesteen ten waren aangebracht tot een waarde van ruim zestig duizand gulden. De taart was IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIlllllllllHIIIIIIIIIIIIIIHIIMIimillllllllllllllllllMI Moet ge heel ver weggaan, om thans nog levende soorten te vinden van Armkieuwers, de mosdieren heeft ieder onzer dicht by huis. In sloot en plas en aan het zeestrand liggen ze voor het giy'pen. Maar ze zyn zoo klein, dat ze met het bloote oog nog net even afzonderlijk te onderscheiden zyo. Nu ze evenwel in kolonies leven, evenals de koraaldieren, valt de massa door kleur en vorm nog al eens in het oog. Maar ge zult za zelden vinden zonder er naar te zoeken. Toch heb ik ze wel eens in my'n aquarium ontdekt, zonder dat ik te weten ben ge komen, hoe ze er in zyn geraakt. Het meest nog lijkt zoo'n Bryozooënkolonie op een lauwig-groene mos- of algenlaag die om een stengel, een steen of ean mosselschelp is gegroeid, of die als een bruine handschoen zonder vingers, een grove wollige want, een dikken ouden rietstengel omvat; bij andere soorten wast uit de onderlaag een fijne franje in het water uit, Al deze dieren met bun liefelyke namen, ah Plumatella en Cristatella, zyn alleen met een sterke loupe of een microscoop als afzonderlijke wezens te onderkennen. Maar dan is het ook een waar genot, het spel van deze pluim diertjes en kamdiertjes te zien gebeuren. Als ze voor zichtig te voorschijn komen uit hun holletje in de gezamenlijke woning, en zich bij ge vaar bliksemsnel terugtrekken, herinneren sy aan polypen en koralen; waarvoor de mos diertjes vroeger ook gehouden werden. De laatstgenoemde soort, die veel by ons voorkomt, vertoont nog een heel bijzonder levens verschijnsel. Dat een dier, hoe een voudig van bouw, een hydra bijvoorbeeld, zich willekeurig kan verplaatsen dat ge looven we graag, daar ia het een dier voor; maar dat duizenden zn'ke dieren tegelijk met de onderlaag, waarin ze leven, een drachtig in een richting, als ware het een groote slak, voort kunnen kruipen, dat is wel een woord van verbazing waard. Duizend zoo ingericht, dat by het uitsnijden der stuk ken elk der gasten een of ander kostbaar voorwerpje kreeg, dat als aandenken kon worden bewaard. Het geheele gevaarte was op het midden van de tafel geplaatst op een wagentje, terwy'l naar de plaats der bruid een kleine spoorweg was aangelegd van zilveren rails. Het was een plechtig oogenblik toen de bruid aan een zy'den lint de taart naar zich toetrok, er het eerste stuk uitsneed, en vervolgens het kostbare bakwerk onder de gasten verdeelde. De grootste brnidstaart, die ooit gemaakt werd, was wellicht dat reuzen-bak werk, dat by het huwelyk van den tegenwoordigen Engelschen koning werd aangeboden door een Schotsche handelefirma, die de taart had samengesteld uit allerlei emblemen, welke op de scheepvaart betrekking hadden. Dit scheepvaart-monument woog niet minder dan vier honderd zestig Engelsche ponden,' en verhief zich boven de tafel tot een hoogte van ruim zes voet. Z 30 veel belangstelling ondervond dit wonderwerk in de stad Edinburg, dat, toen het gedurende twee dagen in de uitstalkast van zijn maker te pry'k stond, een geheel escorte politie de venster ruit bewaken moeet, waarvoor uur aan uur drommen menschen elkander een plaats be twistten. Er is zeer zeker overdrijving in dit hoogopgevoerde, maar oeroude gebruik der brnids koeken, edoch er is veel aardigs en moois in ook, en het verdient, ondanks alles navolging, temeer omdat het ook mogelijk zon zyn een heel fraai en artistiek gedachte Braidataart" te maken zonder dat deze zooveel geld behoefde te kosten, en onze bruiloftsfeesten zonden er een charme door winnen. Ik raad myne lezeressen aan, er maar eens ernstig over te denken: misschien vinden ze zelf wel eens gelegenheid het ge bruik in toepassing te brengen; debrnidstyd is voor een poëtisch gemoed ruk aan schoone gedachten. * * * Invalide. Een paar maanden geleden werd een kleine mooie hond, waarop zijn meester zeer ge steld was, door een auto overreden. Toen het arme dier was opgenomen bleek, dat de beide achterpooten onherroepelijk verloren waren. Men raadde den eigenaar van het ongelukkige dier algemeen, dat hy zyn hondje zou laten afmaken. Dit wilde hy echter onder geen beding. Hy liet dus de beide achterpootjes van zyn lieveling afzetten, en toen onder esn zorgvuldige behandeling alles goed genezen was, kwam hy op de gedachte een klein manden wagentje op twee wielen te laten maken, waarin het achterly'f van het hondje rusten kon, en dat zoo goed als het maar kon, de verloren achterpooten verving. Het toestelletje bleek uitmuntend te voldoen, en zoo rydt nn voortaan onze kleine invalide Bello vrooiyk en tevreden door het leven. ALLSGBA, wezens n gedachte, n wil; het zou onbegrijpelijk zyn, indien er geenerleïver band tnsschen de tallooze dieren van de kolonie bestond; en dit verband bestaat werkelyk en ia van stoffelyken aard; een fijne weefselstreng gaat uit elk afzonderlijk naar de onderlaag en zoo zyn alle wezentjes van de kolonie feitelijk met elkaar in lichame lijk verband gebleven. Toch blijft die einheitliche" voortbeweging van een klomp cristatella's voor iemand,die het aanstaart,nog altijd iets van een wonder behouden; 't is of je een dikke bolle byenzwerm als n geheel langs een boomstam zag rollen of dat een levende spons over een onderzeesche rots gaat heenschniven. Dat deze weeke geleiachtige en nietige wezentjes steenen hebben kunnen by dragen tot den bouw onzer aarde, ly'kt wat vreemd; doch er zyn talryke soorten die uit hun lichaam een harde kalkachtige stof afscheiden, zoodat de kolonie ten slotte in een steen achtige stad leeft. Aan het strand vindt ge soms het groote brningroene klap wier overdekt met een dun gr ij ie kalklaag. By nader toe zien bly'kt de laag vol regelmatig gaatjes, dit is niets anders dan een kolonie van mosdiertjes. By' onskomen deze mosdieren meestal door en op aangespoeld wier aan;op deZnidknst van Engeland zy'n ze geregeld levend te vinden; ook by ons, byv. te IJmuiden wor den ze wel levend aangetroffen. E. HEIMANS. CORRÏSPONDENTIE. J. d. G., Barsingerhora. De zaden zy'n van een Iris; niet van onze gewone gele Lisch, maar van een gekweekte soort; deDuitsche Iris wil ook wel op oude wilgen groeien. De platte zaden zyn van de gewone L'.sch. Een voormalig rif door mosdiertjes onder water gebouwd in den zechstean-zee; nu de Römerstein, een Dolomietrots bij bad Sachsa. (Uit Volk Wanderbuch).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl