Historisch Archief 1877-1940
No. 1810
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Gravin Helene Harrach en mevr. Hedwig
Heyl, voorzitsters der regelingBCommissie
Van het Vrouwencongres te Berlijn
iiiiiiliiniiiiiiiiiiin
ffltti Fratü.
Mag ik, naar aanleiding van het hoofd
artikel De Defensie qaestie in Scandinavië",
vooral wijzen op het feit, dat in Zweden
door vronwen dit vraagstuk ook in het
openhaar besproken werd en dat er naar haar,
de aanstaande kiezeressen, geluisterd werd l
In Koorwegen, het land waar de vronwen als
politiek geljjkgerechtigden behandeld worden,
heeft een vrouw zitting in de Hooge Raad
van Defensie en is een vrouw lid van het
H. B. van het Boode Kruis.
Thans bericht men my, dat niettegenst aande
het Storting" pas besloten heeft, dat vrouwen
verkiesbaar' waren voor alle staatsambten,
met uitzondering van militaire en kerkelijke
en als minister, dat men aan dit besluit
dadelijk heeft toegevoegd, dat vronwen wel
spreken mochten in de kerken, mits niet van
den kansel. De vrouwen wachten echter met
volkomen vertrouwen de toekomst af. Want,
schreef my myn Noorsche geestverwante,
alle politiek* partyen hebben thans algemeen
kiesrecht voor de vrouwen op hun programma
genomen en daar er in Noorwegen dit jaar
verkiezingen moeten plaats hebben, staat de
kans voor algemeen kiesrecht voor de vronwen
zeer goed.
De mannen, zoo schreef aj, moeten evenals
wij zelve, aan de nieuwe toestanden en ver
houdingen wennen en, gegeven de goede
kameraadschap die er thans tasschen de beide
sexen heerscht, twijfelen de vrouwen er geen
oogenblik aan, of de uitsluitingen, waaraan
het Storting thans nog vasthoudt, zullen in
de toekomst ook vervallen.
'*?
' En dat de vrouwen in Noorwegen volkomen
IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIItftllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIMIIIIMIII
DE NATUUR.
Armpooters en Mosdiertjes.
Dat zyn twee hoofdgroepen uit het
dierenrijk, ?waarvór ik mij nog te verantwoorden
heb. Ik heb ze genoemd in mijn opstellen
en toen er my naar gevraagd werd, beloofd
tegelegener tijd er iets over te zeggen.
Evenals de koppootsrs behooren ook deze
dieren tot 3e groepen, aan welke wüop
school niet toe komen en waarvan dan ook
iemand, die niet bepaald aan zoölogie doet,
maar zelden iets verneemt.
Eerst over de Atmpooters, de Brachiopoden.
Hun naam is lang zoo gelukkig niet, als die
van de koppootige dieren: de inktvisschen,
kraken, nautilussen en ammonieten, waarover
wij het de vorige keer hadden. Eigenlijk is
die naam een vergissing, nog een overblijfsel
uit den tijd toen het mosselachtig niterlyk
dezer dieren de natuuronderzoekers op een
dwaalspoor bracht en de beealjaa voor een
soort weekdier werden gehouden. Men had
al koppooters en bnikpooters; en hier had
men weer dieren met iets dat op pootea
geleek, en wel aan een paar arm achtige
uitsteeksels, die tnsschen de beide schalen
zitten. Maar die pooten zijn later gebleken
kien wen te zijn, en ze zouden dus kien
wpooiers heeten, maar deze naam was al ver
geven aan een ander soort schaaldieren
of kreeften; misschien herinnert zich een
enkele der lezers mijn opstellen van twee
jaar geleden, toen die onderweteche bijna
uitgestorven dieren, de kieuwpooten (vulgair
kievitspeotjes) weer eens in menigte in Noord
Brabant tot ontwikkeling waren gekomen.
De Brachiopoden heeten nu ook wel met
een verkeerde vertaling: armkieuwers, hoewel
het een juiste benaming is. Die armen zitten
inwendig en zijn alleen te zien, als de beide
schalen zoo wijd mogelijk gapen. Eerst een
zestig jaar geleden werden de dieren
gegelijk hebben in hare verwachting, blijkt wel
uit het feit, dat in de Staat Colorado, waar
thans 17 jaar het vrouwenkiesrecht is inge
voerd, sinds 1891 een viouw minister van
ondtrwif»i;.
Wat de mode der kleeding betreft, n de
mannen dikwijls zeer goed op de hoogte en
velen waren, toen koning Eduard nog leefde,
*ijn trouwe volgelingen. Zoo ging zelfs de
sage van een burgemeester hier te lande, die
in zijn gemeente zijn broekspijpen omsloeg
als het in Londen regende l
Maar wat het kiesrechtvraagstuk betreft,
daarvan z\jn velen niet goed op de hoegte,
ja zelfs zeer antiek te noemen.
Het kan daarom zijn nut hebben bier nog
eens te herhalen, hoe thans de stand is.
Vooraf zy gezegd, dat in de landen waar de
vronwen het actief en passief kiesrecht be
zitten, de mannen reeds algemeen kiesrecht
hebben.
De landen, waar thans de vronwen [ook
algemeen kiesrecht bezitten, zijn: de
Statenbonden van Australië, Nieuw-Zeeland, zes
Staten van Amerika (hoogstwaarschijnlijk
komen er dit jaar drie Staten bij, te weten
Wisconsin, Oregon en Kansas) en Finland.
In Noorwegen is nog beperkt kiesrecht voor
de vrouwen, maar er bestaat all* reden te
gelooven, dat dit, na niet al te langen tjjd,
ook algemeen wordt, daar het slechts een
kwestie van tijd, niet van principes geldt.
Gameentekiesrecht is verleend aan de
vrouwen in Engelard, Schotland, Ierland,
Zweden, Denemarken, Bohemen, Bnslanden
IJsland.
By de opening van den Rijksdag, op 16
Januari j.l, verklaarde de koning van Zweden,
dat de regeering het billijk acht, dat ook aan
vronwen het recht om te kiezen wordt ver
leend en kondigt aan, dat een desbetreffend
voorstel zal worden ingediend.
Toen ik in mijn verslag van het Congres
te Stockholm geschreven heb, dat bet aan
alles te bemerken was, dat daar het vrouwen
kiesrecht zeer nabij was, hebben mijne voor
gevoelens mij dus niet bedrogen.
En wat bezitten de vrouwen in het VBIJB
Nederland?!
Het kiesrecht in eanige kerkelijke colleges II
Fameus niet waar?
Moesten onze mannen niet liever weer
vadermoord ars en stropdassen gaan dragen,
in plaats van modieuze up and down'»f
N. M.?DB W. H.
Luiaard».
In Londen werd dezer dagen een man ver
oordeeld tot drie maanden dwangarbeid
wegens diefstal, die dit lesje in het werken
hard noodig had, want onder de verhooren
bleek, dat hu gedurende zijn geheele veertig
jarig leven slechts een enkelen dag gewerkt
had. Dezen gedenkwaardigen dag beleefde b\j
gedurende de werkstaking der taxi-cabs, en
hij maakte zich toen verdienstelijk door een
wagen met bagage te rijden van Charing
Cross naar Boston. Toen hy zijn veroordee
ling tot dwangarbeid veriam, schreide hy'
als een kind, en zeide, dat de rechters
onmenschelijke wreedaards waren, en dat ze
vonden, dat wil zeggen in levenden lijve;
als fossielen waren ze al lang bekend.
Het zijn in dit opzicht pendanten van de
Nautilus; wat er neg van bestaat is een
armzalig restje uit den o verenden
bracbiopoden-ryken tijd. E /enals de Ammonieten en
Nautilieden komen de Brachiopoden al in de
zeer oude perioden der atrde voor. Reeds in
do alleroudste aardlagen, als er maar duidelijke
resten van levende wezens zyn aan te wijzen
komen er ook Brachiopoden voor.Vandaar
tot in den middeltijd en de nieuwe geschie
denis der aarde neemt hun aantal zoo ge
weldig toe, dat er geheele rotsen door ge
vormd werden.
Op een geologische excursie in Zuid-Vlaan
deren, met Belgische geologen als leiders,
kwamen wübüeen van die merkwaardige
geïsoleerde bergen op de Fransche grens;
een rees er als een reusachtige stompe kegel uit
het vlakke Vlaamsche land omboog. In de
wanden van dezen kalk berg werd naar fossielen
gegraven en het bleek dat de geheele massa
uit niets bestond dan uit aaneengebakken
Brachiopoden. Als je een stuk kalksteen door
sloeg, lag de breuk vol duidelijke schalen
van deze armkien vers; bijna alle schelpen
waren dubbel of gesloten. Ieder die ze voor het
eerst ziet, zegt mosselschalen en dat is geen
wonder; ze gelijken oppervlakkig bekeken
merkwaardig veel op de kokkels, hardmosaels
of catdiums van onze vlakke stranden. Maar
ns opmerkzaam gemaakt, ziet ook een kind
dadelijk een opmerkelijk verschil. Immers noch
aan het strand, noch in fossielrijke aardlagen
vindt ge de mossels met twee by'eenbehoorende
samengeklapte schalen, by'na zonder uitzon
dering zyn het de helften; of de twee bijeen
behoorende aan elkaar, maar dan wijd uit
staande. Dit komt doordat een doode mossel
altijd open is. De elastische band aan de
buitenzijde werkt automatisch by dood of
leven; houdt de mossel met zy'n sluitspier
zijn Behalen niet meer bijeen dan wijken ze
uit elkaar; een doode mossel moet dus gapen".
Een armkienwer, links A een kleine, van de bnikzy'de gezien; in de
rugschelp bij ? de opening voor den steel; a en d wyzen de deelen van
het slot aan. B Het geraamte" van een armkieuwer; bij f de pyp waarin
de steel vast zit; bij af de armen die de kalkspiraal dragen; bij er de
eerste winding; tt de spaken of ribben, die de 1ste met de 2e winding
verbinden. C Een armkienwer (de Uilen kop, Stringocephales Burtini) op
de helft van de grootte der volwassen dieren, deze bewoonden de riöen der
Devonische zeeën, die uu nog als sterk verweerde Dolomiet-rotsen voort
bestaan. (Uit Fraai' hrer).
geen vreeeelijker straf voor hem hadden
kunnen uitdenken! Na dien gedenkwaardigen
dag te Cbaring Cross was zyn zenuwgestel
meer dan drie maanden in de war geweest,
en deze dwangarbeid zou hem zeker den
dood doen!
*.*
Wedstrijd.
Een pendant van dit voorral is die
anecdote van twee baliekluivers, die een wedstrijd
aangingen, wie van hen beiden het luiste
was. Za liepen in een breede, stille straat,
en no. l voegde de daad bij het woord, liet
zich midden op de straat neer glijden en
begon rustig te snorken. De ander wilde niet
voor hem onder doen, en nam eveneens de
harde straatsteenen als ruatbed.
Ze hadden echter nog niet lang zoo gelegen,
toen er een zware vrachtwagen kwam aan
rollen. No. l sloeg loom even de oogleden
op, keek ter zijde, en relde toen langzaam om
en om naar het trottoir, zoodat de vrachtwagen
hem rustig passeeren kon. De ander evenwel
bleef kalm liggen en verroerde geen vin,
totdat de vrachtwagen vlak bühem was:
toen opende hjj n oog, en zei geeuwend
tegen den voerman: Rjjd er maar zachtjes
over heen!" Toen sloot hy zijn oogen en
sliep weer rustig in. De voerman was niet
zoo goed of aoo kwaad, of hij moest een
omwegje nemen en langs hem heen rijden,
en de record-lniaard had zijn weddenschap
schitterend gewonnen.
Dreseuur.
Een der bewoners van de buurt
MontMartre te Parijs bezit een zeer merk waardige n
hond, die voor zijn baas op schitterende wijze
den kost verdient. Het lieve dier heeft
namely'k de eigenschap, dat het bizonder ge
duldig is, en gedurende gernimen tijd be
wegingloos in n positie kan zitten. De
eigenaar van onzen fidel, die een slim han
delsman is, heeft zich deze capaciteiten van
het goede beest ten nutte gemaakt, en is op
de gedachte gekomen, het sluwe, geestige
hondenkopje te oefenen, om te poseeten als
scbildersmodel, wat doe r den natuurlijken
aanleg van het dier uitmuntend gelukt i?.
Het hondje wordt thans door kunstenaars en
kunstenaressen algemeen als model gezocht,
en Iaat zich betalen met van drie tot vijf
francs voor een uur poseeren. Zyn geheele
verdiensten bedragen niet zelden tot honderd
francs in de week. Bovendien is het voor
het aardige dier, waarvan alle klanten dol
veel honden, een buitengewoon prettig en
voordeelig baantje, want het wordt op alle
mogelijke manieren gekoesterd, en vooral ook
door de dames-kunstenaressen, getrakteerd
op de lekkerste hapjes.
***
Kiekjes.
Wie zal het een moeder euvel duiden, dat
zij innig veel houdt van haar lief, mooi, mollig
kindje, dat zulke fraaie krullen heeft en zulke
guitigekuiltjesindedonzigeroze wangetjes, en
zulke groote, helderblauwe kijkers. Ze mag er
zelfs wel een test j e ij del op zyn en ook dat zal
niemand haar ten kwade duiden. En daarom
mogen we niet knorren op die moeder, zelf
De armkieuwers nu hebben geen
uitwendigenband; maar zoowel een sluitspier als een
openende spier; daardoor kan een doode
armkieuwer gesloten blijven en hij doet het
in den regel ook.
Het merkwaardigste aan deze dieren vormt
meteen het grootste verschil met de mossels;
ze hebben iets dat op een kalken-geraamte
lijkt; soms is het een enkel of veelvuldig
gewonden spiraal, soms maar een plat plaatje,
maar altijd is er iets waarop de organen voor
de ademhaling en waarschijnlijk ook voor
den voedsel-toevoer zijn vastgehecht.
Het is wel een zeldzaamheid maar
heelemaal geen onmogelijkheid een fossielen arm
kieuwer te vinden, die zy'n gedraaide armen"
nog vertoont. Eén geslacht is er naar genoemd:
de Spirifeis, waarvan in onza stoep- of
zerksteen geregeld exemplaren voorkomen. Wie
te Amsterdam woont en ze eens in de rots
wil zien zitten, moet het gebouw van het
voormalig weeshuis aan den Amstel en den
Zwanebnrgwal maar eens rondloopen. In de
breeden, behouwen bat d boven tnaschen
de gezaagde platen zult ge verscheiden
fossielen zien zitten, die wel wat op een
vlinder gelijken. Waar ze gaaf zijn, doordat
de beitel van den steenhouwer ze niet trof,
vertoonen zy prachtig de beide vleugel
achtige deelen van dan rngschelp, aan weers
zijden van een diepe gleuf; dat is het gidsfoseiel
van de kolonkalklaag van Tourna?, de tage
in bet carbonisch gesteente waaruit de beste
stoepsteen wordt gedolven.
Er is nog een ander kenteeken aan zoo'n
armkienwer, waaraan iedereen hem dadey'k
van een mossel onderscheiden kan. Dat is
esn gaatje in de rugklep, vlak bij de naar
binnen ingekrnlde punt. Door deze opening
steekt een steel, waarmee het aan de
onderzeesche sieenen of wieren is vastgehecht.
Deze steel is rekbaar en beweeglijk, zoodat
het dier met gesloten schalen wel wat op
een vrucht lijkt, die aan een tak of uit een
rotspleet groeit.
Wie in den Eifel in de buurt van
Gerolstein is geweest, most wel fossiele
brachiopoden gevonden hebben; ze zyn op sommige
plaatsen zoo talrijk, dat het volk ze namen
heeft gegeven. De meest gewone is
Vogelsteine. laderdaad lijkt het geheele dier door
den vooruitstekenden snavel van de rugschelp
wel wat op een vogellijfje. Een ervan heet
ook in de palaeontologie: de Ullenkop,
Stringocephalus; dat was een reus in zyn
soort; die leefde overal waar in de Devoni sche
tijden de koraalbanken in de warme zeeën
gevormd werden, die nu als Dolomieten hoog
boven de vlakke landen of andere bergen
uitsteken.
Tegenwoordig laven er nog maar heel
weinig soorten van, evenals van de kop
pootige dieren. Maar terwijl deze inktvisschen
steeds in ontwikkeling zyn voortgeschreden;
zoo zelfs dat door sommige dierkundigen de
moderne inktvissc len tot de hoogst begaafde
en ontwikkelde zeedieren worden gerekend,
zyn de Brachiopoden niet noemenswaard
veranderd sedert de Cambrische zeeën de
aarde omspoelden, ongetelde millioenen van
jaren geleden; er zat blijkbaar geen element
van vooruitgang in dezen diervorm.
Zoo is het ook met de mosdiertjes of
Bryozeeën. Wie deze wezentjes niet kent, zal ze
niet licht opmerken, zoo nietig zijn ze, en
toch hebben ze bergen helpen bouwen; onze
St. Fietersberg is er getuige van.
een phptografe, die ons dezer dagen meldde,
dat zij van haar vijf-jarig kindje, een lief
blondkopje, een album bezit met niet minder
dan honderd vier-en twintig portretjes, op
verschillende leeftijden gemaakt. Dit album
geeft natuurlijk een heel grappig'overzfcht,
hoe de kleine z'ch ontwikkelde van een
alikrnik met domme baweginkjes, tot een klein
bydehandje, dat zich de luxe veroorlooft
van een eigen willetje. De trotsche moeder
vraagt mij, of haar collectie geen record zou
zyn, en of er erger s in Nederland een ver
zameling photographiësn van een kind is,
die zich met het hare meten kan?
Bruidskoeken.
Bjj het sluiten van huwelijken houdt men
hier in Nederland ook wel van fuiven, maar
hoe weelderig de bruidspartijen soms ook
zijn, toch kent men bier niet de kostbare
gewoonte van de brnidskoek", de wedding
cake", gelijk die in Engeland en Amerika
sedert overoude tijden bestond en er in den
laatsten tijd niet op is achteruit gegaan.
Zulk een wedding-cake" is een architec
tonisch wonder van banketbakkerskunst, en
de hulp van echte kunstenaars wordt inge
roepen, om er ieta moois en bizonders van
te maken. En dit doel wordt by'
rykehnwely'ker, waarbij het er niet op aan komt, of
er een duizendje meer of minder wordt
uitgegeven, vaak op sprookjesachtige wijze
bereikt.
De Amerikanen, die graag de gewoonten
van de voorname Engelschen tot de
hunne maken, hebben, dank zy hunne mil
lioenen, in den lateren tijd op dit gebied
wonderen verricht, en koeken gebakken,
waarover men nog jaren nadat ze vertoond
werden, spieken z*t om hun monumentale
pracht, waarvoor nochtans geen ander bouw
materiaal werd aangewend dan suiker,
cbokolade, nongat, r o DEO en deeg.
Wereldberoemd werd de bruidstaart, die
de tafel versierde by het huwelijk van miss
Gonld en den heer Anthony Drexel, nn
enkele jaren geleden te New-York gesloten.
Het was een taart van drie verdiepingen.
Da eerste verdieping bestond uit vier horens
van overvloed, omstrengeld met ranken van
oranje-bloesem, welke het tweede platform
droegen, waarop de fontein der jeugd was
afgebeeld, omgeven door van brooideeg
meesterlijk geboetseerde cupido-figuurtjes en
drie dolpbynen, die het derde platform droe
gen, waarop zich een tempel der liefde ver
hief, van gekristaliseerde suiker gebouwd.
In dezen tempel stond een door meesterhand
gemodelleerd beeldje van den
vlindervleugeligen Eros, (eveneens snikerbakkerswerk), dat
zyn boogje gespannen hield, om de pyl af te
schieten. Het bizondere van deze taart was,
dat er niet anders dan eetbare waar gebruikt
was, om het geheele monument van by'na een
meter hoog op te bouwen.
By' sommige andere taarten wordt nog wel
eens ander materiaal ter hulp geroepen om
te kostbaar en prachtig te maken, en de
vrienden en bekenden te overbieden. Aldus
geschiedde met de cake by het huwelijk van
den heer Vanderbilt met Miss Elsie French,
waarin allerlei versieringen van edelgesteen
ten waren aangebracht tot een waarde van
ruim zestig duizand gulden. De taart was
IIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIlllllllllHIIIIIIIIIIIIIIHIIMIimillllllllllllllllllMI
Moet ge heel ver weggaan, om thans nog
levende soorten te vinden van Armkieuwers,
de mosdieren heeft ieder onzer dicht by
huis. In sloot en plas en aan het zeestrand
liggen ze voor het giy'pen. Maar ze zyn zoo
klein, dat ze met het bloote oog nog net
even afzonderlijk te onderscheiden zyo. Nu
ze evenwel in kolonies leven, evenals de
koraaldieren, valt de massa door kleur en
vorm nog al eens in het oog. Maar ge zult
za zelden vinden zonder er naar te zoeken.
Toch heb ik ze wel eens in my'n aquarium
ontdekt, zonder dat ik te weten ben ge
komen, hoe ze er in zyn geraakt.
Het meest nog lijkt zoo'n
Bryozooënkolonie op een lauwig-groene mos- of
algenlaag die om een stengel, een steen of ean
mosselschelp is gegroeid, of die als een bruine
handschoen zonder vingers, een grove wollige
want, een dikken ouden rietstengel omvat;
bij andere soorten wast uit de onderlaag een
fijne franje in het water uit, Al deze dieren
met bun liefelyke namen, ah Plumatella en
Cristatella, zyn alleen met een sterke loupe
of een microscoop als afzonderlijke wezens
te onderkennen. Maar dan is het ook een waar
genot, het spel van deze pluim diertjes en
kamdiertjes te zien gebeuren. Als ze voor
zichtig te voorschijn komen uit hun holletje
in de gezamenlijke woning, en zich bij ge
vaar bliksemsnel terugtrekken, herinneren sy
aan polypen en koralen; waarvoor de mos
diertjes vroeger ook gehouden werden.
De laatstgenoemde soort, die veel by ons
voorkomt, vertoont nog een heel bijzonder
levens verschijnsel. Dat een dier, hoe een
voudig van bouw, een hydra bijvoorbeeld,
zich willekeurig kan verplaatsen dat ge
looven we graag, daar ia het een dier voor;
maar dat duizenden zn'ke dieren tegelijk
met de onderlaag, waarin ze leven, een
drachtig in een richting, als ware het een
groote slak, voort kunnen kruipen, dat is
wel een woord van verbazing waard. Duizend
zoo ingericht, dat by het uitsnijden der stuk
ken elk der gasten een of ander kostbaar
voorwerpje kreeg, dat als aandenken kon
worden bewaard. Het geheele gevaarte was
op het midden van de tafel geplaatst op een
wagentje, terwy'l naar de plaats der bruid een
kleine spoorweg was aangelegd van zilveren
rails. Het was een plechtig oogenblik toen
de bruid aan een zy'den lint de taart naar
zich toetrok, er het eerste stuk uitsneed, en
vervolgens het kostbare bakwerk onder de
gasten verdeelde.
De grootste brnidstaart, die ooit gemaakt
werd, was wellicht dat reuzen-bak werk, dat
by het huwelyk van den tegenwoordigen
Engelschen koning werd aangeboden door
een Schotsche handelefirma, die de taart had
samengesteld uit allerlei emblemen, welke
op de scheepvaart betrekking hadden. Dit
scheepvaart-monument woog niet minder
dan vier honderd zestig Engelsche ponden,'
en verhief zich boven de tafel tot een hoogte
van ruim zes voet. Z 30 veel belangstelling
ondervond dit wonderwerk in de stad
Edinburg, dat, toen het gedurende twee dagen
in de uitstalkast van zijn maker te pry'k
stond, een geheel escorte politie de venster
ruit bewaken moeet, waarvoor uur aan uur
drommen menschen elkander een plaats be
twistten.
Er is zeer zeker overdrijving in dit
hoogopgevoerde, maar oeroude gebruik der brnids
koeken, edoch er is veel aardigs en moois
in ook, en het verdient, ondanks alles
navolging, temeer omdat het ook mogelijk
zon zyn een heel fraai en artistiek gedachte
Braidataart" te maken zonder dat deze
zooveel geld behoefde te kosten, en onze
bruiloftsfeesten zonden er een charme door
winnen. Ik raad myne lezeressen aan, er
maar eens ernstig over te denken: misschien
vinden ze zelf wel eens gelegenheid het ge
bruik in toepassing te brengen; debrnidstyd
is voor een poëtisch gemoed ruk aan schoone
gedachten.
* *
*
Invalide.
Een paar maanden geleden werd een kleine
mooie hond, waarop zijn meester zeer ge
steld was, door een auto overreden. Toen
het arme dier was opgenomen bleek, dat de
beide achterpooten onherroepelijk verloren
waren. Men raadde den eigenaar van het
ongelukkige dier algemeen, dat hy zyn hondje
zou laten afmaken. Dit wilde hy echter
onder geen beding. Hy liet dus de beide
achterpootjes van zyn lieveling afzetten, en
toen onder esn zorgvuldige behandeling alles
goed genezen was, kwam hy op de gedachte
een klein manden wagentje op twee wielen
te laten maken, waarin het achterly'f van
het hondje rusten kon, en dat zoo goed als
het maar kon, de verloren achterpooten
verving. Het toestelletje bleek uitmuntend
te voldoen, en zoo rydt nn voortaan onze
kleine invalide Bello vrooiyk en tevreden
door het leven.
ALLSGBA,
wezens n gedachte, n wil; het zou
onbegrijpelijk zyn, indien er geenerleïver
band tnsschen de tallooze dieren van de
kolonie bestond; en dit verband bestaat
werkelyk en ia van stoffelyken aard; een fijne
weefselstreng gaat uit elk afzonderlijk naar
de onderlaag en zoo zyn alle wezentjes van
de kolonie feitelijk met elkaar in lichame
lijk verband gebleven. Toch blijft die
einheitliche" voortbeweging van een klomp
cristatella's voor iemand,die het aanstaart,nog
altijd iets van een wonder behouden; 't is
of je een dikke bolle byenzwerm als n
geheel langs een boomstam zag rollen of dat
een levende spons over een onderzeesche
rots gaat heenschniven.
Dat deze weeke geleiachtige en nietige
wezentjes steenen hebben kunnen by dragen
tot den bouw onzer aarde, ly'kt wat vreemd;
doch er zyn talryke soorten die uit hun
lichaam een harde kalkachtige stof afscheiden,
zoodat de kolonie ten slotte in een steen
achtige stad leeft. Aan het strand vindt ge soms
het groote brningroene klap wier overdekt
met een dun gr ij ie kalklaag. By nader toe
zien bly'kt de laag vol regelmatig gaatjes,
dit is niets anders dan een kolonie van
mosdiertjes. By' onskomen deze mosdieren meestal
door en op aangespoeld wier aan;op deZnidknst
van Engeland zy'n ze geregeld levend te
vinden; ook by ons, byv. te IJmuiden wor
den ze wel levend aangetroffen.
E. HEIMANS.
CORRÏSPONDENTIE.
J. d. G., Barsingerhora. De zaden zy'n van
een Iris; niet van onze gewone gele Lisch,
maar van een gekweekte soort; deDuitsche
Iris wil ook wel op oude wilgen groeien.
De platte zaden zyn van de gewone L'.sch.
Een voormalig rif door mosdiertjes onder water gebouwd in den
zechstean-zee; nu de Römerstein, een Dolomietrots bij bad Sachsa.
(Uit Volk Wanderbuch).