De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1912 10 maart pagina 10

10 maart 1912 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

c 10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 18fll S v ?£* l r' den belanghebbenden twee wegen open: ?ü/kunne* aan tiet «taats-institnut al hare toojpende engagementen verkoopen, in welk geval «fl.ook hare 'geheele mathematische rrtNurve móeten afgeven, en vergoedingontTUgen uToót d« nog niet gemmortlaeerde bedrijft-onkosten. Maar Voer1 de»vergoeding zj]n de grond slagen nog.niet vastgesteld; voor de regeling daarvan jial later. een afzonderlijk voorstel worden jngedlend, «oodat de maatschappijen die tot-verkoop van ban portefeuille overgaan, In sekeren «In s$n overgeleverd aan de genade of ongenade van de staatsambte naren en in elk geval een moelekke en hoogstwaarschijnlijk 'langdurige afwikkeling met .de.daartoe aangewezen overheid <e gemoet gaan,, waarbij t$ vermoedeMik aan het kortste ejnd zullen trekken.. . '??-;, Want uitdrukkelijk ia bepaald, dat alle geschillen p dit gebied niet dór 4e gewone rechtbanken, maar uitsluitend,, door de 5e seotte van den Biad van State zullen worden bealeoht. . . - Bg decea ?tand van «aken ia het voor de buitenlandse maatschappijen meer geraden Betre de loopende verbintenissen af te wik. kelen, dan hebben zQ miBSohien nog kans sohadeverioedins te verkregen voor hare reeds betaalde algemeene onkosten, hetgeen bfl algeheelen verkoop aan den Staat niet t geval ii. Ook de tweede weg, door de regeering opengesteld, wordt, nadapüg geacht en wel met 't oog op de verplichte 40 pCt. her verzekering by den Staat gedurende de eerstveilende 10 jaren, aan 't eind waarvan toch moet worden gelikwideerd, zoodat déze herveriektfring aan de* maatschappijen onvoor waardelijk geld moet kosten. Want die herverzekering geschiedt wél tot hetzelfde premie-tarief als voor het con tract heeft gegolden, maar de Staat bedingt daarvoor een provisie, welke tot 70 pCt. van de eerste en 5 pCt. van de volgende jaarncemiëa kan atrjgen. Alle bedrjjfsonkostw, daarop vallende, koven, echter ten laste van de maatschappijen, :die zooals hierboven Meds gezegd bovendien 50 pCt van alle premie-ontvangsten in Italiaaneche staatsfondsfm inoeten; vastleggen. Ook langs dezen, weg is voortdurend ge harrewar te duchten met de staats-instelling, fe «eer, daar deze «fch het recht heeft voorbehOAdan. risico's, die haar niet aanstaan, te, weigeren, i . > . , . . De Itatiaansche regeering is, door aldus het oprspronkeHfkwetsvoorstel te wijzigen, BM*f g*»#e slimheid te werk gegaan. jnch namelijk niet ontyeinzen, dat de. jioef haar bedoelde staats-instelling, met '* 9«t 9P de geringe neiging van heti Italiaanscha volk voor levensverzekering' en zy"n afkear van ambtelijke inmenging inzflnparaugelegenheden, vooral , l in de eerste Jaren van baar bestaan weinig populair zon «ttn en een on voldoend arbeidsveld zou vinden. BMfkbaar heeft de regeering in de haast, waacmede het ontwerp werd in elkaar gezet, niet* eraan gedacht, daarvoor een voldoend tBg^wicnt in het voorstel op -te nemen. Door enkele op- en aanmerkingen tijdens de ? kamer-debatten op deze leemte opmerkzaam gemaakt, heeft zij getracht het verzuim door de toteze aanvullingen te herstellen. ? En daarin ta «U ta «over geslaagd, dat wanneer het verzekerings-institont van den staat ift de eerste 10 jaren van ijn bestaan 40 Ct.overneemt van het risico der in dat tijdvak In Italië ten doode opgeschreven maatschappijen, het reeds in zijn kinderjaren een voldoend arbeidsveld heeft verkregen, dat het anders niet dan na gernimen tijd soa kunnen vinder. ? De regeering heeft das onder den eehfln van tegemoetkoming aan de*particnliere onder nemingen,wijzigingen aangebracht, waarbij zij alleen op 'eigen voordeel, d.w.f., op het belang van den Staat, was bedacht. Vaar onder deze omstandigheden is de vrees gewettigd, dat het. bedrijf voor de levensver«ekerlngmaatschapjÖen in Italië niet meer toonend zal ijjn en van welke zflde de «aak wordt bekeken, blijft zjj ongunstig voor di maatschappijen. . ? De bond van BuUsehe Levensverzekeringmaatschappijen heeft zich met de vereeniging voor Duitsche verzekering van particulieren opnieuw gewend tot het ministerie, van boUenlandache kaken* te Berlijn en dripgend het verzoek herhaald om langs diplomatieken weg bij de Italiaansche regeering aan te drin gen op algeheele schadeloosstelling voor de Duiische maatschappijen, thans in Italië werkzaam. Mocht ajj weigeren aan die voorstellen te voldoen, dan wordt door de belanghebbenden de medewerking der Duitsche regeering inge roepen, om de kwestie te onderwerpen aan de uitspraak van het acheidsgerecht te 's Gravenhage. 8/3 '12. v. D. S. iiiiimiiitiiiiiiiiiiiii IJieHeid Ier HJelHeien, y. 8. schrijft in het Centrum onder 't hoofd De pauselijke onderscheidingen;': Hoewel van zijn Staten beroofd, heeft de Paos-Koning, evenals alle andere wereldsche monarchen het recht, diegenen, die zich voor de zaak der Kerk verdienstelijk hebben gemaakt, met een onderscheiding te belbonen. Voor geestelijken bestaat zij gewoonlijk in eene benoeming tot Kanunnik, Eerekamer heer, Geheimkamerheer, Protonotarins, enz.; voor de leeken is zij een ridderorde, eere kruis of medaille. Het spreekt van «elf, dat het Opperhoofd eener wereldomvattende Kerk zijn "onder scheidingsteekenen uitdeelt over alle landen der wereld. Zoo na en dan vernemen wij dan ook in de dagbladen, dat ook aan een onzer Nèderlandeche voormannen op het gebied van de Christelijke Charitas, het Roomsche Onderwas, of de Katholieke Sociale Actie een Pauselijke onderscheiding is. te beurt gevallen. ' Verschillende lezers, vooral niet-katholieke, begrijpen er weinig meer van, dan dat het een. lintjb" 10. Daarom meenen wij geen onnuttig werk te verrichten met hier een lijstje te geven der Pauselijke onderscheidin gen voor deleeke*. Afdalende van de hoogste tot de laagste zullen wüer enkele aanteekeningen aan toevoagen betreffende haar instel ling, insignes,.klassen enz. L De Christus-orde werd ingesteld door Dionysini, koning van Portugai, den 14 Au gustus 131& en bekrachtigd door Paus Joannes XXII in 1320.. Deze decoratie werd weleer gedragen aan n rood lint, doch ter voorkoming van ver warring met het Francche ridderkruis van het Legioen van Eer wordt zij thans beves tigd aan een halsketting. De Christus-orde heeft slechts ne klas, n.l. die van ridder. Zjj wordt alleen verleend aan de hoogst geplaatste personen, en telt over de geheele wereld slechts een kleine twintig leden. Als de meest merkwaardige benoemingen uit den lateren tijd vermelden wij die van den Dnitschën Rykskaheèlier Otto von Bismarck en van den Franschen gezant bij het Vaticaan, M. Lefebnre de Béhaine. II. De Ping-orde, ingesteld door Paus Pias IV (1559?1565), vormde oorspronkelijk een college, dat aan de apostolische Kan selarij was verbonden. Pias IX herstelde haar bij breve van den 17en Juni 1847, en schonk haar geheel nieuwe statuten. .Het ondergcheidingsteeken .dezer orde be staat in een gouden kruis met acht punten, wier tnaschenrnimten door gouden stralenbnndels zij a gevuld. In het midden is een wit email-plaatje aangebracht, met het op schrift: Pias IX. 'Daaromheen staat in een rand van blanw email met golden letteren: Virtuti et Merito". Op de keerzijde leest men: Anno 1847". De orde is verdeeld in drie klassen: lo. het groot-krniB, 2o. commandeur, 3o. ridder. III. De GreRoring-orde werd ingesteld door Gregorins XVI den len September 1831, tot belooning voor betoonde dapperheid en bur gerlijke verdiensten. Zy bestaat uit twee categorieën, die der militairen en die der burgers. A. Tot ridder der militaire categorie dezer orde kunnen alleen benoemd worden de actief dienende leden der Pauselijke lijfwacht en de oud-Pauselijke Zonaven. Deze afdeeling telt drie klassen: Ie.groot kruis, 2o. commandeur, 3o. ridder. B. In de burgerlijke afdeeling kunnen alleen worden opgenomen katholieke leeken, die belangrijke diensten aan de Kerk hebben bewezen. Ook hier zijn wederom drie klassen: lo. grootkruis, 2o. commandeur, 3o. ridder. De titularissen der bolde categorieën dra gen een rood email'kruis met acht punten. In het midden daarvan bevindt zich in een ring van blauw email de gouden beeldenaar va a Paus Gregoriua met het randschrift: 'Sanctus' Grëgprias. Op de keerzijde leest men de woorden: Gregorins XVI P. M. Anno L Pro Deo et Principe." Dit ridderkruis wordt op verschillende wijzen gedragen, naar ge lang 'van de klas, waartoe men behoort. De leden der Gregorius-orde zy'n gerechtigd tot het dragen vaneen donker-groen costnnm, afgezet met zilveren eikenbladen, een degen aan een paarlemoeren bengal met gouden dragon, en een claque-hoed met zwarte veer. IV.' De Svlvester-orde stamt, voigens de overlevering, uit den ty'd van Constanten en droeg weleer den naam van de Orde van het Gouden Spoor", omdat haar ridders het recht hadden gouden sporen aan hun laarzen te dragen. Later ontvingen zij bovendien een gouden halsketen en een gouden degen, waarom men de orde o'ok wel de Militia Anrea" of Galden Krijgsdienst noemde. Thans vormt de Gulden Krijgsdienst" eene afzonderlijke ridderschap, waarover wy aan stonds zullen spreken. Aanvankelijk kwam het benoemingsrecht niet alleen aan den Paus toe, doch ook aan Kardinalen, Aartsbisschoppen, Bisschoppen, Prelaten en zelfs aan enkele leeken. Dit gaf aanleiding tot ongewenschte prakt y ken, waar om de Heilige Stoel een krachtig ingrijpen nootzakelijk achtte. Bij Breve van 31 Oct. 1841 hervormde Paus Gregorins de statuten der orde, en eiachte het recht van benoemen uitsluitend voor zich op. De St.Sylvester-orde telt drie klossen: 1. grootkraig, 2. commandeur, 3. ridder. Haar leden dragen een wit, achthoekig kruis, waarop een gooden medaillon is aangebracht met den beelden aar van den H. Sylvesteren do woorden: Sanc. Sylvester P.M." Aan de keerzijde vindt men: MDCCOXLI, Gregoiius restitnit." Tot het jaar 1905 was aan het ridderkruis een (fqnden spoor bevestigd. Sinds dien is de Orde van het Gooden Spoor gescheiden van die van St. Sylvester, zoodat thans aan de versierselen der laatste geen goudea spoor meer verbonden is. De ridders van St. Sylvester mogen een eigen costnnm dragen van zwart laken, afge zet met roode biezen en epauletten. V. De orde van het Gouden Spoor of-van den Galden Krijgsdienst werd door een Motu Proprio van 11 Maart 1905 losgemaakt van dje van St., Sylvester, en gesteld onder de bescherming der Onbevlekt Ontvangen Moe dermaagd. Zjj telt slechts ne klasse van honderd ridders. Haar kenteeken is een acht armig gouden kruis, in welks midden een wit medaillon met het beeld der Heilige Maagd. Onder het kruis hangt de gouden spoor. VI. De orde van het H. Graf werd ten tijde der kruistochten ingesteld als een beloo ning voor allen, die zich door hun dapper heid in den "strijd om de Heilige Plaatsen hadden onderscheiden. Thans wordt zy verleend aan hen, die of door hun invloed f hunne liefdadigheid de instandhouding en vereering der Heilige Plaatsen bevorderen. Zoo wordt eene gift van duizend francs ten bate der Heilige Plaatsen in den regel beloond door de terugzending der versierselen deze orde. De orde van het Heilig Graf omvat drie klassen, die op verschillende wijzen het Kruis van Jeruzalem (een rood kruis met vier armen) aan een lint dragen. Hoewel het benoemingsrecht was voorbe houden aan den H. Stoel, heeft Pins IX bij breve van 24 Januari 1868 aan den Patriarch van Jeruzalem het uitsluitend recht ge schonken om de verschillende rangen dar orde van het Heilig Graf te mogen verleenen. VII. Het earekrois Pro Ecclesia etPontifice" kan aan geestelijken en leSken, zoo van het mannelijk als van het vrouwelijk geslacht worden verleend als een belooning voor hun verdienste jegens Kerk en Paus. Het is een fraai zilveren of gouden kruis, dat gedragen wordt aan een rood en wit gestreept lint. VII. De medaille Bene Merenti" heeft veel overeenkomst met bet zoo evengenoemde eerekruis. Zij vertoont het borstbeeld van den paup, die haar heeft toegekend met zy'n naam als randschrift. Aan den achterkant leest men Bene Merenti": Van Goede Verdienste. Haar lint is blauw en wit. Deze medaille kan gegeven worden aan kloosterlingen, priesters, leeken, leden der palaty'nsche garde enz., die zich verdienstelijk aebben gemaakt jegens den H. Stoel. Zoo is ze b. v. toegekend aan alle oud-Zonavec. IX. Titels van adeldom worden somwijlen door den Paus aan verdienstelijke Katho lieken verleend. Het zrjn de volgende: Bomeinech Hertog, Romeinsch Markiep, Romeinsch Graaf, Romeinsch B ir on. Zoo zijn b.v. alle bisschoppen, die benoemd worden tot assistent-Bisschop bij den Pauselyken Troon, daardoor tevens verheven tot Ro meinsch Graaf. Wmpel, In de Groote Houtstraat te Haarlem, dicht hij de Groote Markt, is een oud poortje, door de meeate yoorhijgangersnanwljikgopgemerkf. Het draagt, naar een bakkerij uit vroegar dagen, den naam.van Gnnlde-Berghs-Poort en was in nog ouder, tijd een der uitgangen van een Karmelieterklooster. Wanneer men thans het hoekig gangetje doorgaat, ziet men er een draaiers werkplaats, een flesschenspoelerü,een brok groen-verweerd beeldhouw werk en de ateliers van 'een drietal jonge kunstenaars. ? Adam en-Era. Sinds enkele weken wordt daar iederen Woensdagavond om half negen in het atelier van den schilder Ktnyder een Schimmenspel opgevoerd: de 'geschiedenis van de schilder kunst; de heer Krayder is de snijder der figuren; de in dit blad welbekende teekenaar Ko Doncker heeft de humoristische knittelverzen eaamgerymd, terwijl hjj in de pauze zorgt voor een tnsschenspel, door hem «elf gesneden: de historie van Lohengrin. Allicht denkt men aan een nabootelng der Pary'sche cabaretg-artistiqmes: de oude Chatnoir, de Qnatz' arts en dergelijke. Toch is er van nadoenery' der fransche artiestenvermakelijkheden geen sprake. Vooreerst is hier geen taveerne, maar een zeer eenvoudig schildersatelier. Bovendien doet alles zoo onpretentlens en aangenaam aan, dat men onmiddellijk voelt zich teganover een van zelf ontstane aiting van joligen hnmor te bevinden. Dit geeft dan ook de waarde en de bekoring aan de avonden der heeren Doncker en Krayder. Er is in hun genoeglijk spel geen spoor van mode-gedoe. Doch het zon kannen ontaarden, en voor een rnimer publiek er de aandacht op vestigen is ook niet weinig gevaarlijk. Ik waag het er echter op; het «on jammer zijn als een kring van wellicht belangstellenden onbekend bleef met het bestaan dezer amusante avonden, waar een ieder die lid der Vereeniging Het Schimmenspel" wordt, deel aan kan hebben.' Mogen de kunstenaars zelf er voor waken' dat de primitieve bekoring hunner onder onsjes niet verloren ga l- Zy kannen nog veel goeds en fraais geven; er is stof genoeg voor dergelijke vertooningen. Maar dan moet het schimmenspel ook blijven gelijk het is, in deze omgeving, in dit oude nauwe poortje. Indien de vroolyke kunstenaars hun techniek nog ietwat mochten volmaken, laat het dan in geringe mate zijn. Zy' hebben zeer fraaie dingen bereikt met hun expressief gesneden schaduwbeelden, met de dr oog-leuke voor dracht en de stemmige begeleiding der in strumenten: een orgeltje, een trom, een guitaar. Dat eenige gezellige elementen onder het publiek meezongen, versterkte het-ver band tnsEchen vertooners en toeschouwers, dat hier heel wat ongezochter was dan by de grootscheepsere pogingen van den Duitschen ber-regisseur Max Beinhardt. P. H. VAN MOEBKBRKEN Jr. '-. De uittocht der Joden uit Egypte. /ïlllllllllllttllllllllMIIIHIIIIIIilMlllilinilHIIIIIUIItlllllllltlllllllllllllMIIMIIMHIHIIIIIIIIIilllllllMMIItlllllllMIIIIMIIDHIin Mom TÜTijdschriften. Vragen van den Dag, Maart 1912: M Neven, Het verval van Spanje. Japansche emi gratie. Mr. J. Eystpn, Een en ander over de Engelsche rechtspleging. Chineesche RavOlttties. G. J. Wenzel, Nieuwe ont« dekkingen over d»taal der dieren". H. Tiesing, De ontginning van woeste gronden in Drente. enz. De Hollandtche Revue, No. 2: Frontispiece, Jhr. Mr. Boel l. Wereldgeschiedenis. Karakterschets: R. de Hond Jr. Belangrijke onderwerpen. Bavue der Tijdschriften. Neerlandici, No. 3-: In .tweeheid n. H. Enno y. .Gelder, Middelbaar Technisch Onderwas in Nederland. Hol). Tentoon stelling te Londen. Mart. Nijhofl. Weer een door de Nedèrt: Begeering in Duitschland uitgegeven boek. Vlaanderen. Oostladië. enz. Nieuw Vrouwenkven, No. 3: Amélie de Man, De Nieuwe Man. H. B. G., De tien ge boden: Hoe met een man om te gaan. Morlina, Wat Adam zei, maar de nieuwe man beter begrijpt. enr. Belang en Recht, No. 3: H. G., De onder wijzeres der Beschaving. De Memorie van Antwoord by het Voorstel van Wet tot het verleenen van ontslag aan gehuwde ambte naressen en onderwyzeresien. C. B., La femme dans la littérature fraiQÜse", Lezing van den heer Bonlan op Vrijdag 22 Febr. enz. De Joodschi Kioniek, Ie Jaargang. Onder Redactie van Justns Tal. Verschijnt eiken Donderdagavond. Beiactie-en idm.Bureaux: Amstelstraat 9, te Amsterdam. Inhoud van No. l: Kalender van de Week. Bühet eerste nummer van ons blad. Poeriem. Brievenbu?. Verg. van de Kerkeraad. enz. enz. Moletchott, 2 Maart 1912: Het Alcoholisme in Griekenland vroeger en nu. De ge boorte van een Kroonprins in 1601. enz. De Levende Natuur, afl. 21: Dr. J. Valckenier Suringar, Het Arboretum der Rgks Hoogere Land-, Tuin- en Boschbonwschool te Wageningen. A. B. van Deinse, Fossielen in vunrsteenen. J. G. Zo loer, Vlinders kweeken uit bloemen. enz. ? Op de Hoogte, Maart 1912: Feiten van den Dag. Iets over etsknnst en hare geschie denis. Uit het Land van den Leeuw en de Zon. W. P. J. O jermeer, Openbare biblio theken en leeszalen. Voor onze Dames. D. Logeman?v/4 Willigen, Herman Bang. enz. Tooneelbibliotheek": HEKMAN HEIJEEIIANS, Een Hei-Dram. Schelf, in een bedryf. HERMAN HBIJEBNANS, Nummer Tachtig, dram. fantasie, in een bedrijf. HEBMAN HEIJEEMANS, Olück auf. Een spel-van-de-my'nen, ia 4 leiryven, 7 tafereelen. Amsterdam, Mrj. voor Goede en Goedkoope Lectuur. De Nederlandiehe monumenten van Geschie denis en Kunst, Gtillustreerde beschrijving, beweikt en uitgegeven vanwege de Bukscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschry ving der Nederl. monumenten van Geschiedenis en Kunst, ingesteld bij Koninklijk besluit van 7 Juli 19C3, Nq. 44. Deel I. De Provincie NoordBrabant,v Ie stuk, De voormalige Baronie van: Breda, door JAN KALF, 395 pag. Utrecht, A. Oosthoek. E. W. MOES en K. SLUÏTEBMAN, Nederlandsche kasteelen en hun historie, afl. II en III. Amsterdam, Uitg. My. Elsevier." Kerk en Secte", serie V, No. 7: De Wereldlijke Jfacht van den Paus, door een Roomsca-Katholiek. (Naar het Duitscb) 32 pag., ? 0.40. Baarn, Hollandia-drnkkerij. De Protestantsche Zending", serie I, No. 7: J. W. GUKNINQ, Regeering en Zending. 48 pag., 1 0.40. Baarn, Hollandia-dinkkery. Dr. J. KLUÖ, Levensvragea, 285 pap. Prijs ing. ?1.60, geb. ?1.90. Amsterdam, C. L. v. Langenhnyaen. Jos.- VAN VBKN, Waak, Nederland, over uw Recht. Het Motu proprio volledig toegelich., 81 pag., ?0.50. Amsterdam, C. L. G. Veldtt. Dr. C. L. JÜNGIUS, Beknopt handboekje der Clatiieke Mythologie. De voorn aaamete sagen der Grieken en Romeinen, Sa druk, geit., 64 pag., ?0.60. Groningen, J. B. Wolters. Beknopt overzicht der Oriektehe Mythologie. Kaar liet Dnitsch, van dr. 8. HKRELICH, bewerkt door J. S. VAN VEEN, 7e druk, gtïll., 66 pag.,? 0.60. Groningen, J. B. Wolters. Pensioenfonds voor weduwen en weezen van burgerlijke ambtenaren. Vierde wetenschappely'ke balans, opgemaakt ingevolge artikel 20 der Weduwen wet voor de Ambtenaren 1890. (liet 27 staten en 4 grafiische voorstel* tingen.) Gedrukt ter Alg, Landsdrukkerij te 'sGravenhaze. 9e Jaargang. 9 Maart 1912. Redacteur: J. DE HAAS, Graaf Florlsstraat 152, Amsterdam. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende aan bovenstaand adres te richten. ONZE CUR3U3." Aan de hand van ingekomen correspon denties, oplossingen en anderszins, doet het my genoegen te constateeren, dat er tnsschen de redaktie dezer rubriek en de getrouwe lezers een band is gean ontstaan, die naar ik hoop al nauwer en nauwer zal worden aangehaald, door de belangrijkheid en leerrykhtid dar onderwerpen hier te behandelen. Wij betrekken heden weer een belangiyke spel-factor in Onze Cursus." In deze cnrens wil ik dammers van u maken, door telkens andere, voor u nieuwe eigenaardigheden te bespreken. En nu ter zake. Uw volle aandacht wordt thans gevraagd voor het volgende voorbeeld.' Stand. Zwart 6 schijven op 8, 9, 12, 17, 22, 25. Wit 6 schijven op 26, 31, 32, 33, 38, 39. (Zie diagram I). Beschouwen wy eerst den stand eens nader. Opvallend ia dan de stand der zwarte krijgers, Daar ontbreekt de rnggegraat, om het maar eens zoo te noemen. Stond bijv.' 12 op 11, dan zon zwart'a stand veel sterker zy'n. Het is uitgemaakt, dat 3 schijven van dezelfde kleur, achter elkaar, aaneengesloten opge steld, mér kracht ontwikkelen kunnen, dan 2 schaven op dezelfde wijze opgesteld. Ter verduidelijking: Men plaatse 22 op 16, dan ia de zwarte stand t gezond. Wat blijkt hieruit? dat de zwarte schijf op 22 zwart's stand zeer zwak maakt. Dit alles is een kwestie van strategie. En nu rijst de vraag: Hoe kan de witte partij profiteeren van zwart's nadeel in den stand?" Om hiervan voordeel te trekken moet wit, zwart ge dwongen spel geven, hij moet den stand fforceeren". Dit forceereri' is mede een van de be langrijkste zaken by het dammen. Men heef s er steeds voor te waken, dat men niet in een stand geraakt, waarin de tegenpartij het spel forceeren kan. Men zorge steeds voor vrijheid van beweging. Wit speelt hier 32-27, zwart 12-18 ge dwongen, wit 7-21, i wart 842 wederom gedwongen. Beziet nu eens den stand en wellicht kant gg de - combinatie zien, waardoor wit kan winnen. Ik laat nu den winatgang volgen, hoewel gij dien in het vervolg zelve moet zoeken. Wit 31-27, zwart 22:31, wit 26:37, «wart 17.26, wit 3731, zwart 26:37, wit 8832, zwart 37:28, wit 33 4. Dit voorbeeld leert, hoe men door forceeren de tegenpartij kan dwingen, een r.ódanigen stand in te nemen, dat een slagzet mogelijk wordt. Wit kon dit allén bereiken door een volmaakte amenwirking tnsschen zjjn schijven tot stand te brengen. Wie goed oplet «al zien, dat alle witte schijven dienst doen. Het volgende voorbeeld berust op een thema, dat reeds meer-behandeld is, op meertlag nl. ?..,', Stand. Zwart 6 .schijven op"4, 7, 12, 13, 20, 24. "Wit 6 schijven op 22, 27, 29, 32, 39, 44. Zwart's laatste zet waa 19 24. Nu wint wit door 32-28, zwart 24:33, wit 2:17, na kan zwart met schijf 33, 2 schijven slaan, is chter gedwongen -met schijf 12, 3 te slaan naar 23, waarna wit door 39:8 wint. Jongelui! Gij..moet .thans' eens-trachten zelf iets samen te stellen. Niét op'het ge bied van meerslag, doch p.dat telstrategie of samenwerking. Deet uw best en wees niet bevreesd voor mislukking. Al doende leert men. ?-.-.-? VAN ALL SS WAT.. Zwatt lokt dtn foutzet uit, Van ? J. DE HAAS. ZWART. WIT. Stand. Zwarr: l, 3, 6, 7, 12, 14, 15, 18'tot 20, 22; 24, 27. Wit: 25,'26, 29, 38, 35 tot 39,'41 tot 44. Onderstaande stand ia uit een party, ge speeld te Wormerveer. . : ZWAKT. WIT. Stand. Zwart 3, 4, 6, 8, 11, 13, 15, 16, 17,18, 24. Wit 27, 32, 83, 34, 35, 37 tot 41, en 45. In dezen stand was zwart aan den zet en toen gaf de heer G. Beets, uit Wormeiveer, de volgende voortzetting aan om een fontieven zet van wit uit te lokken. Wit. Zwart. 1. 4^10 2. 41-36 10-141 3. 34 30 Om op 13:24 van zwart dam te halen. 3. 14-20 Wit verlokkend tot den f ontzet. 4. 30:19 13:24 5. 27-21 Loopt in de val. 5. 17:26 6. 37-31 . 26.28 7. 33:2 2025 8. 2:30 25:32 Het fraaie van de verwikkeling is hierin gelegen, dut de heer Beets 8 zetten lang op den fontzet speelde. Het beantwoordt echter niet volkomen aan de eifóhen, die men aan deze soort van zetten stellen mag. Op het oogenblik, dat wit den dam neemt by den 5den zet, is het niet zoo moeilyk te zien, dat wit dan verliest. OPLOSSING VAN: Wit lokt dtn foulzet uit No. 4. Van G. Mantel Jr. te Hengelo (O.) Stand. Zwart 12 schijven op 7, 8, 12, 13, 14, 17 tot 20, 22, 23, 26. Wit 12 schijven op 30, 32, 33, 37 tot 39, 41 tot 43, 48 tot 50. Wit Zwart. 1. 49-44 Om Zwart tot 24 20 te verlokken. 1. 20-24 Lpopt in de val, meenend, dat wit deze fchy'f moet geven, daar op 30-25 zwart door 24-29, 19:30, 23 28, 18:49 dam maakt. Hierop had wit juist gerekend, toen hfl 49 44speelde. 2. 2328 24:35 Op 22:33 wint wit door 38:9 een schijf 3. 37-81! 26:46 4. 39 34 22:33 5. 38:29 46:28 6. 29 24 19:39 7. 44:2 Esn prachtig stuk van den heer Mantel, Stand en af wikkeling zijn fraai. Enkele sterke spelers, die het oplosten, waren in bewon dering er over. Slechts n goede oplossing kwam in, van den heer M. Lenst ra te Koog a/d Zaan.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl